Nederland in KP7 › ... › Nederland_in_KP7_2011_0.pdf · De Nederlandse afdracht aan de Europese...
Transcript of Nederland in KP7 › ... › Nederland_in_KP7_2011_0.pdf · De Nederlandse afdracht aan de Europese...
>> Als het gaat om innovatie
Nederland in KP72011
Voorwoord
Voorwoord
‘There is no more efficient investment in the future than research and innovation.’
Máire Geoghegan-Quinn, Eurocommissaris voor Onderzoek, Innovatie en Wetenschap
De Europese Commissie streeft ernaar van Europa de meest kennisintensieve, concurrerende en duurzame economie ter wereld te maken. Met het Europese Kaderprogramma, dat loopt van 2007 tot en met 2013, wil de Europese Commissie de wetenschappelijke en technologische basis van de Europese Unie verbeteren en de Europese concurrentiekracht versterken.
Het Expertisecentrum internationaal Onderzoek en Innovatie (EiOI) is als National Contact Point het Nederlandse expertisecentrum voor het Kaderprogramma en draagt bij aan een zo goed mogelijke aansluiting van Nederlandse organisaties bij dit financieringsprogramma. Jaarlijks publiceert EiOI over de Nederlandse deelname aan het Zevende Kaderprogramma.
De analyse die voor u ligt, ‘Nederland in KP7 2011’, beschrijft de Nederlandse deelname gedurende de eerste vier jaren van het Zevende Kaderprogramma. Tijdens deze periode hebben Nederlandse organisaties ruim 1,6 miljard euro financiering verkregen uit het Zevende Kaderprogramma. Een geweldige prestatie voor een klein land als Nederland! In deze publicatie vindt u alle achtergronden.
De publicatie bestaat uit twee onderdelen die afzonderlijk van elkaar zijn te lezen. In het eerste deel van de analyse wordt de Nederlandse deelname aan het Zevende Kaderprogramma als geheel bekeken. In het tweede deel vindt u meer gedetailleerde informatie over de verschillende thema’s in het Zevende Kaderprogramma: Cooperation, Ideas, People en Capacities.
Ieder hoofdstuk geeft antwoord op vragen als: Hoe presteert Nederland ten opzichte van de rest van Europa? Hoeveel financiering wordt verworven? Aan hoeveel projecten nemen Nederlandse organisaties deel? Wat zijn de grote Nederlandse spelers? Met wie werken zij samen? En ten slotte: Welke trends nemen wij waar?
Wij hopen u met deze publicatie een goed inzicht te geven in de prestaties van Nederland in het Zevende Kaderprogramma en wensen u veel internationale inspiratie toe.
Koen de Patermanager Expertisecentrum internationaal Onderzoek en Innovatie
Inhoudsopgave
Inhoudsopgave
Voorwoord 2
Samenvatting 4
Het Zevende Kaderprogramma 5
Over deze analyse 7
Deel I. Nederland in het Zevende Kaderprogramma 10
Nederland in het Zevende Kaderprogramma 11
Deel II. Nederland in het Zevende Kaderprogramma per onderdeel 21
Cooperation 22
Health 23
Food, agriculture and fisheries, and biotechnology (FAFB) 31
Information and communication technologies (ICT) 39
Nanosciences, nanotechnologies, materials and new production technologies (NMP) 49
Energy 57
Environment 67
Transport 75
Socio-economic sciences and the humanities (SSH) 84
Space 93
Security 101
Ideas 110
People 117
Capacities 126
Colofon 136
4 | Samenvatting
SamenvattingIn deze publicatie worden de resultaten van Nederlandse organisaties in het Zevende Kaderprogramma geanalyseerd.
Het Zevende Kaderprogramma (KP7) voor onderzoek en ontwikkeling loopt van 2007 tot en met 2013. De analyse in deze publicatie is gebaseerd op informatie over de KP7-oproepen in de periode 2007-2010. In deze periode is 24,5 miljard euro aan financiering verstrekt. In totaal ontvangt Nederland hiervan ruim 1,6 miljard euro. Nederland staat daarmee op een zesde plaats in Europa. Alleen Duitsland, het Verenigd Koninkrijk, Frankrijk, Italië en Spanje ontvangen meer financiering. Nederland behaalt een retour van 6,7% van de toegekende financiering. Dit is hoger dan de bijdrage van circa 5% aan de EU-begroting (en daarmee ook het KP7-budget). Nederland ontvangt ruim 400 miljoen euro meer dan het bijdraagt aan KP7 in deze periode.
Tot nu toe is aan 14.286 projecten financiering toegekend. Nederland is vertegenwoordigd in 3.009 van deze projecten, een aandeel van 21%. In het onderdeel Cooperation behaalt Nederland zelfs een aandeel van 41%. In Cooperation worden samenwerkingsprojecten op het gebied van tien technologische thema’s gefinancierd. Nederland krijgt zo dus toegang tot een groot deel van de kennis die op deze thema’s wordt gegenereerd.
Alleen de allerbeste projectvoorstellen komen in aanmerking voor financiering. Het slagingspercentage in KP7 is gemiddeld 18%. Nederlandse organisaties nemen over het algemeen deel aan succesvolle consortia en behalen een gemiddeld slagingspercentage van 23%.
Een belangrijke doelstelling van KP7 is het versterken van de Europese concurrentiepositie. Daarom stimuleert de Europese Commissie de deelname van het bedrijfsleven en dan met name het midden- en kleinbedrijf (mkb). Tot nu toe is 15% van het totale KP7-budget aan het mkb toegekend. Het Nederlandse midden- en kleinbedrijf ontvangt 12% van de aan Nederland toegekende financiering.
5 | Het Zevende Kaderprogramma
Het Zevende Kaderprogramma
Doelstelling van het Zevende KaderprogrammaDe Europese Commissie heeft voor de periode 2007-2013 ruim 50 miljard euro gereserveerd voor het stimuleren van innovatie. Dit geld zal worden besteed via het Zevende Kaderprogramma (KP7) voor onderzoek en ontwikkeling. Met dit programma wil de Europese Commissie het internationale concurrentievermogen van Europa verhogen en haar positie in de wereldwijde kenniseconomie versterken. Daarnaast wordt het Kaderprogramma ook ingezet om oplossingen te vinden voor belangrijke Europese vraagstukken. Voorbeelden hiervan zijn vraagstukken op het gebied van milieu, duurzame energie, vergrijzing en volksgezondheid.
Het geld dat binnen het Zevende Kaderprogramma beschikbaar is, is bedoeld om onderzoek, technologi-sche ontwikkeling en demonstratieprojecten te cofinancieren. In bijna alle gevallen gaat het om projecten waarin bedrijven en wetenschappelijke instellingen internationaal samenwerken. Deze internationale samenwerking is veelal noodzakelijk om de benodigde expertise voor het oplossen van een vraagstuk bij elkaar te krijgen. Internationale samenwerking is daarmee het fundament van KP7.
Opbouw van het Zevende KaderprogrammaHet Zevende Kaderprogramma is verdeeld in vier onderdelen: Cooperation, Ideas, People en Capacities. Daarnaast is er nog een apart programma voor Nuclear Research (Euratom).
Cooperation is verreweg het grootste onderdeel: bijna tweederde van het beschikbare budget wordt binnen dit blok besteed. Cooperation biedt financiële ondersteuning aan Europese bedrijven en universiteiten die in internationaal verband onderzoek verrichten. Het onderzoek moet een bijdrage leveren aan de versterking van de concurrentiepositie van de Europese industrie, én het moet passen binnen één van de tien thema’s van Cooperation:
6 | Het Zevende Kaderprogramma
• Health• Food, agriculture and fisheries, and biotechnology• Information and communication technologies• Nanosciences, nanotechnologies, materials and new production technologies• Energy• Environment (including climate change)• Transport (including aeronautics)• Socio-economic sciences and humanities• Space• Security
Ideas stimuleert excellente onderzoekers om de wetenschappelijke grenzen binnen hun vakgebied te verleggen (frontier research). Het onderzoek kan plaatsvinden op elk wetenschaps- of technologiegebied. Het is niet noodzakelijk dat dit onderzoek in internationaal verband wordt uitgevoerd. Hiermee vormt Ideas een uitzondering binnen het Kaderprogramma. De uitvoering van het onderdeel Ideas is in handen van de European Research Council.
People is gericht op het versterken van de capaciteit van onderzoekers in Europa, zowel kwalitatief als kwantitatief. People biedt onderzoekers bij bedrijven en universiteiten ondersteuning bij het uitbouwen van hun internationale onderzoekscarrière. Zo zijn er bijvoorbeeld mogelijkheden om (met financiële ondersteuning) gedurende een bepaalde periode onderzoek te doen in het buitenland en om buitenlandse onderzoekers tijdelijk in dienst te nemen. Deze initiatieven worden gefinancierd met zogenoemde Marie Curie-beurzen.
Binnen het onderdeel Capacities zijn een aantal uiteenlopende regelingen te vinden die erop zijn gericht de Europese capaciteit voor het verrichten van onderzoek te versterken. De belangrijkste onderdelen zijn het programma Research Infrastructures voor het versterken van de onderzoeksinfrastructuur, en Research for the benefit of SMEs (Small and Medium sized Enterprises) voor onderzoek dat ten goede komt aan het mkb.
Binnen het onderdeel General activities worden hoofdzakelijk een aantal ERA-NET projecten gefinancierd naast de ERA-NET projecten binnen de Cooperation-thema’s.
Het Euratom-programma financiert onderzoek en ontwikkeling op het gebied van kernenergie. De verkregen kennis draagt bij aan de veiligheid en duurzaamheid van kernenergie.
7 | Over deze analyse
Over deze analyse
Deze publicatie beschrijft de prestaties van Nederlandse organisaties in het Zevende Kaderprogramma (KP7) op twee niveaus. In deel I wordt de deelname van Nederlandse organisaties in KP7 in het geheel beschreven. Deel II gaat in op de details voor de KP7-onderdelen en thema’s. De opbouw van ieder hoofdstuk in deel I en deel II is gelijk. Het eerste overzicht geeft een aantal kerncijfers bij het betreffende KP7-onderdeel of thema. Daarna volgen overzichten over de positie van Nederland in Europa, de deelname per onderzoeks-gebied of subprogramma, de Nederlandse spelers, de internationale samenwerkingspartners en ten slotte een beschrijving van de ontwikkelingen door de jaren heen. De tekst bij de overzichten geeft een nadere toelichting en extra informatie.
BrongegevensVoor deze analyse werd gebruikgemaakt van twee databases waarin de Europese Commissie (EC) de informatie over ingediende projectvoorstellen en afgesloten contracten registreert. In de eerste database, de ‘evaluatiedatabase’, is alle informatie over KP7-projectvoorstellen opgenomen. Deze informatie is gebaseerd op informatie zoals deze door de indieners van de projectvoorstellen zelf is opgegeven. In de tweede database die voor deze analyse gebruikt werd, de ‘contractendatabase’, zijn de gegevens opgenomen van de uiteindelijke afgesloten contracten met de EC (grant agreements). Voor deze publicatie werd gebruik-gemaakt van de EC-databases van 15 juni 2011. In deze databases zijn de gegevens van de projectvoorstellen binnen oproepen met sluitingsdata in de periode 2007 tot en met april 2011 opgenomen.
De informatie over succesvolle, toegekende projectvoorstellen in deze analyse is grotendeels gebaseerd op de gegevens in de ‘contractendatabase’. Dit zijn de meest accurate gegevens waarbij aan de organisaties tevens een uniek registratienummer is toegekend. Informatie over succesvolle projecten waarvoor de contractonderhandelingen nog gaande zijn en informatie over niet-succesvolle projectvoorstellen is afkomstig uit de ‘evaluatiedatabase’.
8 | Over deze analyse
Een deel van de projectvoorstellen is ingediend in een procedure bestaande uit twee stappen. Alleen de coördinator van een voorstel in de eerste stap wordt in de evaluatiedatabase geregistreerd. Alle overige deelnemers zijn niet zichtbaar in de databasegegevens. Dit heeft tot gevolg dat projecten met Nederlandse deelnemers en een buitenlandse coördinator die niet succesvol waren in de eerste stap, niet zijn meegenomen in deze analyse.
In de evaluatiedatabase is onvolledige informatie opgenomen over de hoogte van de financiering die wordt aangevraagd binnen People. De financiering bij People is wel bekend voor gesloten contracten. De in deze analyse opgenomen informatie over de hoogte van de financiering binnen People is daarom met name gebaseerd op afgesloten contracten.
Begrippen en achtergrondenAd hoc oproepen
Voor de meeste KP7-onderdelen zijn ad hoc oproepen gepubliceerd, waarin thema-breed een aantal projecten gefinancierd worden. De overzichten met kerncijfers aan het begin van ieder hoofdstuk zijn inclusief de projecten binnen de ad hoc oproepen. Omdat projecten uit de ad hoc oproepen niet zijn ondergebracht bij een specifiek onderdeel van een thema, ontbreekt informatie hierover in overzicht 3 (‘Toegekende financiering’) en overzicht 4 (‘Deelname aan projecten’). Per onderdeel vermelden we om hoeveel projecten het gaat en of er Nederlandse partijen aan deze projecten deelnemen.
Joint Technology Initiatives (JTI’s)In de periode die in deze publicatie geanalyseerd wordt zijn vijf Joint Technology Initiatives (JTI’s) gestart. De JTI’s schrijven zelf oproepen uit. Het budget is voor de helft afkomstig uit één of meerdere KP7-onderdelen. De andere helft wordt bijgedragen door private partijen. De voor deze analyse gebruikte KP7-databases bevatten geen informatie over deze oproepen. De (Nederlandse) deelname aan de JTI’s is dan ook niet opgenomen in deze analyse. De bijdrage van de verschillende thema’s aan de JTI’s wordt in de betreffende hoofdstukken in deel II gespecificeerd.
Midden- en kleinbedrijf (mkb) en groot bedrijfslevenEen organisatie wordt beschouwd als mkb als wordt voldaan aan de volgende definitie: een organisatie met minder dan 250 fte aan werknemers en minder dan 50 miljoen euro omzet en/of 43 miljoen euro op de lopende balans en waarvan de aandelen voor niet meer dan 25 procent in handen zijn van een andere organisatie. Gezien deze definitie kunnen ook niet-commerciële organisaties zoals onderzoeksorganisaties zich als mkb registreren. Commerciële organisaties die niet voldoen aan deze criteria vallen in deze analyse onder de categorie ‘groot bedrijfsleven’.
Nederlandse financiële KP7-bijdrage en retourpercentageDe Nederlandse afdracht aan de Europese Unie bedraagt voor de periode 2007–2010 4,89% van de totale EU-begroting (bron: ‘Begrotingen Europees Parlement definitieve vaststelling van de gewijzigde begroting nr. 10 van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2009’ (2010/162/EU, Euratom) en ‘Definitieve vaststel-ling van de gewijzigde begroting nr. 6 van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2010’ (2011/16/EU, Euratom)). Omdat ook de aan KP7 geassocieerde lidstaten meebetalen aan KP7 is de Nederlandse bijdrage aan KP7 voor de genoemde periode iets kleiner dan 4,89% van het totale budget. Het retourpercentage geeft aan welk deel van het KP7-budget aan Nederlandse deelnemers is toegekend.
9 | Over deze analyse
Prognose KP7-budgetVoor de prognose van de KP7-budgetten in de overzichten 8 (‘Trends’) wordt gebruik gemaakt van de cijfers gepubliceerd in ‘SEC(2011)498 Statement of estimates of the Commission for 2012 - Document II - Financial programming 2013’. De cijfers in deze publicatie hebben alleen betrekking op het KP7-budget dat beschikbaar is voor projecten binnen de KP7-oproepen. Niet inbegrepen zijn de budgetten voor de JTI’s, uitvoeringskosten, et cetera.
Projecten en deelnamesIn deze analyse wordt gerekend in projecten. Wanneer bijvoorbeeld gesproken wordt over het slagings-percentage, wordt het projectslagingspercentage bedoeld: het deel van de ingediende projecten met Nederlandse deelnemers dat voor financiering in aanmerking komt. Aan de projecten met Nederlandse deelname nemen één of meerdere Nederlandse partijen deel. In de tekst bij overzicht 4 is daarom ook weergegeven hoeveel keer Nederlandse organisaties deelnemen aan de gefinancierde projecten.
SlagingspercentageHet slagingspercentage geeft aan welk deel van de ingediende projecten met Nederlandse deelnemers voor financiering in aanmerking komt.
Deel I.
Nederland in het Zevende Kaderprogramma
11 | Nederland in het Zevende Kaderprogramma
Nederland in het Zevende Kaderprogramma
Overzicht: Kerncijfers Nederland in het Zevende Kaderprogramma
totaal toegekende KP7-financiering (M€) 24.499,3
toegekende financiering NL deelnemers (M€) 1.634,6
retourpercentage NL 6,7%
toegekende financiering NL mkb (M€) 198,0
totaal aantal toegekende KP7-projecten 14.286
aantal toegekende projecten met NL deelnemers 3.009
aandeel NL 21,1%
Slagingspercentage NL 23,2%
Slagingspercentage KP7 17,8%
12 | Nederland in het Zevende Kaderprogramma
1. Deelname 1.1. Nederland in Europa
De cijfers in deze analyse hebben betrekking op KP7-oproepen gepubliceerd in de periode tot en met 2010. Op basis van de toegekende financiering gedurende deze periode behaalt Nederland in KP7 een zesde plaats (overzicht 1). In totaal ontvangt Nederland 1.635 miljoen euro, 6,7% van de toegekende financiering in KP7. Voor Nederland ligt de financiële bijdrage aan KP7 rond de 5%1. Daarmee ontvangt Nederland netto dus ruim 400 miljoen euro vanuit KP7. Duitsland, het Verenigd Koninkrijk, Frankrijk, Italië en Spanje ontvangen meer financiering dan Nederland, maar leveren ook een grotere bijdrage aan KP7. Over het algemeen blijkt dat met name de grotere landen meer bijdragen aan KP7 dan dat ze aan financiering ontvangen.
Overzicht 1: Top-10 deelnemende landen op basis van verkregen financiering
land land-code
Toegekende financiering (M€)
retour- percentage
retourpercentage
1 Duitsland DE 4.023,6 16,4%
ATSEbECHNlESITFrUKDE
2 Verenigd Koninkrijk UK 3.507,9 14,3%
3 Frankrijk Fr 2.858,4 11,7%
4 Italië It 2.056,5 8,4%
5 Spanje ES 1.720,5 7,0%
6 Nederland NL 1.634,6 6,7%
7 Zwitserland CH 1.096,0 4,5%
8 België BE 959,8 3,9%
9 Zweden SE 956,9 3,9%
10 Oostenrijk at 649,8 2,7%
top-10 deelnemende landen gerangschikt op basis van de toegekende KP7-financiering per land. Daarnaast wordt het hieraan
gerelateerde retourpercentage gegeven. Dit is het aandeel van het tot nu toe totaal toegekende KP7-budget (24.499 miljoen euro).
De figuur vergelijkt de ontvangen financiering.
Nederland behaalt ook een zesde plaats wanneer gekeken wordt naar het aantal toegekende projecten (overzicht 2). In vergelijking met de andere landen in de top-10 behaalt Nederland een relatief hoog slagingspercentage. Alleen Zwitserland en IJsland (niet in top-10) behalen een hoger slagingspercentage, maar zijn vertegenwoordigd in minder projecten. Het slagingspercentage van 23% voor projecten met één of meerdere Nederlandse deelnemers is beduidend hoger dan het slagingspercentage van 17% voor projecten zonder Nederlandse deelnemers. Hieruit blijkt dat Nederlandse organisaties erin slagen om zich aan te sluiten bij succesvolle consortia. Kijken we specifiek naar Cooperation dan is het verschil tussen projecten met en zonder Nederlandse deelnemers nog groter. Projectvoorstellen met een Nederlandse deelnemer behalen een slagingspercentage van 24% terwijl projectvoorstellen waarin geen Nederlandse organisaties deelnemen slechts een slagingspercentage van 13% behalen.
1) Zie het hoofdstuk ‘Over deze analyse’ voor een verdere uitleg over de Nederlandse financiële bijdrage aan KP7.
13 | Nederland in het Zevende Kaderprogramma
Overzicht 2: Top-10 deelnemende landen op basis van deelname aan projecten
land land-code
Aantal toegekende projecten waaraan
een land deelneemt
Slagings-percentage
Aantal projecten en slagingspercentage
1 Verenigd Koninkrijk UK 5.937 20,9%
Slagingspercentage
aantal projectenUK
Fr
ESIt
EL
BE
NL
SE
DE
CH
2 Duitsland DE 5.303 20,0%
3 Frankrijk Fr 4.402 22,3%
4 Italië It 3.877 16,4%
5 Spanje ES 3.695 18,7%
6 Nederland NL 3.009 23,2%
7 België BE 2.223 22,1%
8 Zwitserland CH 2.075 23,6%
9 Zweden SE 1.930 21,4%
10 Griekenland EL 1.603 15,8%
top-10 deelnemende landen gerangschikt op basis van het aantal toegekende KP7-projectvoorstellen met één of meerdere
deelnemers uit het betreffende land. In totaal zijn 14.286 projectvoorstellen toegekend. Daarnaast worden ook de slagingspercen-
tages, een maat voor de efficiëntie van deelname, gegeven. In de figuur worden beide aspecten gerelateerd: hoe meer een land in
de rechterbovenhoek is gepositioneerd, des te beter de prestatie. In dat geval heeft het betreffende land zowel een hoog
slagingspercentage als een groot aantal succesvolle projectvoorstellen.
Meer informatie over de positie van Nederland binnen de specifieke KP7-thema’s en -onderdelen is te vinden in Deel II van deze publicatie.
1.2. Financiering en projecten
De totale projectkosten voor Nederlandse organisaties in KP7 bedragen 2.051 miljoen euro. Hiervan wordt 1.635 miljoen euro middels KP7-financiering vergoed. Nederlandse organisaties dragen zelf dus 416 miljoen euro bij.
Nederland behaalt een hoge retour in Food, agriculture and fisheries, and biotechnology (FAFB; 10,8%), Environment (10,5%), Health (9,0%) en Socio-economic sciences and the humanities (SSH; 7,9%) in vergelijking met de gemid-delde retour van 6,7%. De behaalde retour is lager dan de gemiddelde retour in General Activities (GA; 1,3%), Space (4,2%), Euratom (4,7%) en Nanosciences, nanotechnologies, materials and new production technologies (NMP; 4,9%; overzicht 3).
In absolute bedragen ontvangt Nederland de meeste financiering uit Health (283 miljoen euro), het KP7-onderdeel waarvoor het op één-na-hoogste budget beschikbaar is. Daarnaast ontvangt Nederland een groot bedrag uit Information and Communication Technologies (ICT; 276 miljoen euro), Ideas (212 miljoen euro) en Capacities (148 miljoen euro).
Een groot deel van het toegekende bedrag in Health en Environment is bestemd voor de bijdrage voor Nederlandse organisaties als coördinator, beiden 46%. In het thema Transport bedraagt dit percentage 26%, dit aandeel is het laagst in vergelijking met alle Cooperation-thema’s.
14 | Nederland in het Zevende Kaderprogramma
Overzicht 3: Toegekende financiering
KP7-thema / -onderdeel
Toegekende financiering
KP7- deelnemers
(M€)
Toegekende financiering
Nl deelnemers
(M€)
retour- percentage
Nl
Toegekende financiering Nl coördinatoren
(M€)
Aangevraagde financiering Nl
deelnemers (M€)
Toegekende financiering Nl coördinatoren (M€) Toegekende financiering Nl deelnemers (M€)
Health 3.161,2 283,4 9,0% 130,2 1.561,9
FaFB 1.113,2 120,2 10,8% 36,0 442,4
ICt 5.069,9 275,9 5,4% 78,9 1.383,1
NMP 1.805,2 88,9 4,9% 29,7 535,0
Energy 1.167,6 86,3 7,4% 26,9 407,9
Environment 1.047,5 109,8 10,5% 50,4 389,1
transport 1.606,9 87,2 5,4% 22,7 354,0
SSH 281,1 22,2 7,9% 8,0 181,2
Space 478,2 20,0 4,2% 5,5 41,7
Security 745,7 44,6 6,0% 15,5 199,5
Ideas 2.905,5 212,3 7,3% 210,3 1.800,1
People 2.016,9 123,8 6,1% 76,1 185,0
Capacities 2.713,2 147,9 5,5% 47,1 471,0
Ga 177,5 2,3 1,3% 0,6 2,7
Euratom 209,7 9,9 4,7% 2,5 19,2
De toegekende financiering bij de Nederlandse deelname binnen de verschillende KP7-onderdelen2). Hierbij wordt onderscheid
gemaakt tussen de totaal verkregen fnanciering en de als coördinator verkregen financiering. Daarnaast worden de totaal
beschikbare KP7-financiering en de hieruit volgende retourpercentages voor de onderdelen gegeven. De figuur vergelijkt de
verkregen financiering voor de verschillende KP7-onderdelen.
2) Gebruikte thema-afkortingen:
FaFB: Food, agriculture and fisheries, and biotechnology
ICt: Information and communication technologies
NMP: Nanosciences, nanotechnologies, materials and new production technologies
SSH: Socio-economic sciences and the humanities
Ga: General activities
Nederlandse organisaties namen deel aan 12.992 projectvoorstellen in KP7. Hiervan werden 3.009 projecten toegekend (23%). Aan deze 3.009 projecten nemen Nederlandse organisaties 4.570 keer deel. Daarnaast scoorden 4.448 projectvoorstellen (34%) wel de minimaal vereiste score, maar kwamen deze door het beperkte budget en de sterke concurrentie niet voor financiering in aanmerking. Dit geeft aan dat er naast de gefinancierde projecten met Nederlandse deelnemers veel goede projectvoorstellen met Nederlandse partijen werden ingediend. In KP7 als geheel behaalde 26% van de ingediende projecten wel de minimaal vereiste score, maar kwam niet voor financiering in aanmerking.
Nederland is vertegenwoordigd in 3.009 oftewel 21% van de 14.286 toegekende projecten. Nederland behaalt een zeer groot aandeel in FAFB (65%), Environment (56%) en Health (49%). Nederland behaalt een kleiner aandeel in Space (31%), ICT (31%) en NMP (34%). In vergelijking met Cooperation (gemiddeld 41%) zijn de aandelen in Ideas (7%), People (9%) en Capacities (27%) lager. Dit komt omdat het hier vaker gaat om persoonlijke beurzen en projecten met een beperkt aantal partijen.
Nederland behaalt in bijna alle onderdelen een slagingspercentage dat veel hoger ligt dan het gemiddelde slagingspercentage op dat onderdeel (overzicht 4). Alleen voor het onderdeel People ligt het Nederlandse slagingspercentage lager dan het gemiddelde. Het Nederlandse slagingspercentage binnen de thema’s NMP, Energy en Space is in vergelijking met het KP7-gemiddelde opmerkelijk hoog.
Nederland coördineert 865 projecten in KP7. Dit aantal omvat ook coördinaties binnen Ideas en People, die voor een groot deel bestaan uit individuele beurzen. In Cooperation coördineert Nederland 340 projecten, 7% van het totaal aantal toegekende projecten. Nederland heeft een groot aandeel in de coördinatie van projecten binnen Environment (14%), Health (12%) en FAFB (11%). Het Nederlandse aandeel als coördinator is beperkt in ICT (4%), Space (4%), NMP (5%) en Security (5%).Als coördinator behaalt Nederland een slagingspercentage van 22%. Dit is hoog in vergelijking met het gemiddelde slagingspercentage van 18%. In de thema’s Environment, SSH, FAFB en Health hebben projecten met een Nederlandse coördinator een duidelijk hogere slaagkans dan het gemiddelde binnen die onder-delen. In deze onderdelen is Nederland dus een sterke en toonaangevende speler.
Meer details over de toegekende financiering en projecten voor de onderzoeksgebieden binnen de verschillende KP7-thema’s en -onderdelen zijn te vinden in Deel II van deze publicatie.
15 | Nederland in het Zevende Kaderprogramma
16 | Nederland in het Zevende Kaderprogramma
Overzicht 4: Deelname aan projecten
KP7-thema / -onderdeel
Aantal toegekende
KP7- projecten
Aantal toegekende
projecten met Nl
deelnemers
Aantal aan-
gevraagde projecten
met Nl deelnemers
Slagings-percentage
Nl
Slagings-percentage
KP7
Aantal toegekende
projecten met Nl
coördinator
Aantal toegekende projecten met Nl coördinator Aantal toegekende projecten met Nl deelnemers
Health 690 340 1.302 26,1% 16,1% 80
FaFB 347 224 806 27,8% 16,5% 37
ICt 1.536 475 2.346 20,2% 15,4% 69
NMP 461 156 530 29,4% 12,0% 23
Energy 254 124 425 29,2% 16,5% 21
Environment 337 190 762 24,9% 16,4% 48
transport 488 199 691 28,8% 22,8% 29
SSH 156 69 529 13,0% 9,1% 16
Space 161 50 107 46,7% 31,2% 7
Security 186 76 338 22,5% 16,4% 9
Ideas 1.784 133 1.204 11,0% 8,8% 125
People 6.383 543 2.539 21,4% 28,0% 348
Capacities 1.395 383 1.333 28,7% 18,0% 49
Ga 24 6 9 66,7% 35,3% 1
Euratom 84 41 71 57,7% 46,7% 3
De Nederlandse deelname aan projecten binnen de verschillende KP7-onderdelen3). Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen
het aantal toegekende projecten met één of meerdere Nederlandse deelnemers en het aantal toegekende projecten met een
Nederlandse coördinator. Daarnaast wordt informatie gegeven over het totaal aantal toegekende KP7-projecten, het aantal
projectvoorstellen met Nederlandse deelname, de slagingspercentages voor projectvoorstellen met Nederlandse deelname en het
gemiddelde KP7-slagingspercentage. De figuur vergelijkt de deelname aan projecten binnen de verschillende KP7-onderdelen.
3) Gebruikte thema-afkortingen:
FaFB: Food, agriculture and fisheries, and biotechnology
ICt: Information and communication technologies
NMP: Nanosciences, nanotechnologies, materials and new production technologies
SSH: Socio-economic sciences and the humanities
Ga: General activities
17 | Nederland in het Zevende Kaderprogramma
2. Nederlandse organisatiesOrganisaties gevestigd in de regio Amsterdam ontvangen gezamenlijk ongeveer één vijfde van de aan Nederland toegekende financiering (296 miljoen euro). Ook wordt veel financiering toegekend aan organisaties gevestigd in de regio’s Delft (223 miljoen euro), Utrecht (159 miljoen euro), Eindhoven (135 miljoen euro) en Wageningen en omstreken (158 miljoen euro; overzicht 5).
Overzicht 5: Herkomst Nederlandse deelnemers
geen deelname
�,� - �,� M€
�,� - ��,� M€
��,� - ��,� M€
��,� - ���,� M€
���,� - ���,� M€
De toegekende KP7-financiering voor de Nederlandse regio’s.
Onderstaande organisaties vormen de top-15 gebaseerd op het aantal gesloten KP7-contracten tot nu toe:
1. TNO (Delft, 178 contracten)2. TU Delft (Delft, 164 contracten)3. Dienst Landbouwkundig Onderzoek (Wageningen UR; Wageningen, 152 contracten)4. Wageningen Universiteit (Wageningen UR; Wageningen, 141 contracten)5. Vrije Universiteit en VU Medisch Centrum (Amsterdam, 137 contracten)6. Universiteit Utrecht (Utrecht, 127 contracten)7. Radboud Universiteit (Nijmegen; 121 contracten)8. Technische Universiteit Eindhoven (Eindhoven, 108 contracten)9. Universiteit Twente (Enschede, 95 contracten)10. Universiteit van Amsterdam (Amsterdam, 92 contracten)10. Erasmus Universitair Medisch Centrum (Rotterdam, 89 contracten)11. Rijksuniversiteit Groningen (Groningen, 84 contracten)12. Universiteit Leiden (Leiden, 78 contracten)13. Universiteit Maastricht (Maastricht, 77 contracten)14. Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen (Amsterdam, 70 contracten)15. Philips Electronics Nederland BV (Eindhoven, 58 contracten)
18 | Nederland in het Zevende Kaderprogramma
Van de aan Nederland toegekende financiering is 12% bestemd voor het mkb (overzicht 6). Het Nederlandse groot bedrijfsleven ontvangt 8% van de aan Nederland toegekende financiering. Nederland blijft hiermee achter bij het gemiddelde aandeel van het mkb en het groot bedrijfsleven in KP7 dat respectievelijk 15% en 12% van het totaal toegekende budget ontvangt.
Overzicht 6: Toegekende financiering naar organisatietype
De toegekende financiering bij de Nederlandse deelname binnen de verschillende KP7-onderdelen voor verschillende organisatie-
typen. Er wordt onderscheid gemaakt tussen de volgende categorieën: midden- en kleinbedrijf (mkb), groot bedrijfsleven,
onderzoeksorganisaties, hoger- en voortgezet onderwijs en overige organisaties (zoals overheid en stichtingen).
Kijken we naar het aantal deelnames in plaats van naar de verkregen financiering, dan wordt een soortgelijk patroon zichtbaar. Het Nederlandse mkb en groot bedrijfsleven zijn verantwoordelijk voor respectievelijk 17% en 12% van alle Nederlandse deelnames aan toegekende KP7-projecten. In KP7 als geheel zijn het mkb en het groot bedrijfsleven verantwoordelijk voor 18% en 13% van het totaal aantal deelnames. Het Nederlandse mkb en groot bedrijfsleven neemt daarmee in verhouding tot de niet-private onderwijs- en onderzoeksinstellingen iets minder deel aan KP7.
Positieve uitzonderingen op dit beeld zijn de thema’s Energy en Space. In beide thema’s gaat 24% van de toegekende financiering naar het Nederlandse mkb. Voor zowel Energy als Space is dat duidelijk boven het KP7-brede gemiddelde voor deze thema’s (respectievelijk 20% en 13%).
Meer informatie over de Nederlandse deelnemers en het aandeel van de verschillende organisatietypen binnen de KP7-thema’s en -onderdelen is te vinden in Deel II van deze publicatie.
19 | Nederland in het Zevende Kaderprogramma
3. Internationale samenwerkingIn overzicht 7 zien we dat in de 3.009 projecten met Nederlandse deelnemers het meest wordt samen-gewerkt met organisaties afkomstig uit Duitsland (4.641 keer) en het Verenigd Koninkrijk (3.914 keer). Daarnaast wordt er veel samengewerkt met organisaties uit Frankrijk (2.996 keer), Italië (2.679 keer), Spanje (2.070 keer) en België (1.612 keer).
Binnen deze landen wordt minimaal 100 maal samengewerkt met Centre National de la Recherche Scientifique (CNRS; Frankrijk), Fraunhofer Instituut (Duitsland), Commissariat à l’Energie Atomique (CEA; Frankrijk), Consiglio Nazionale delle Ricerche (CNR; Italië), Max Planck Instituut (Duitsland), Joint Research Centre (Europese Commissie), Katholieke Universiteit Leuven (België), Agencia Estatal Consejo Superior de Investigaciones Cientificas (CSIC; Spanje), Deutsches Zentrum für Luft- und Raumfahrt (Duitsland), Imperial College of Science, Technology and Medicine (Verenigd Koninkrijk), Universiteit van Oxford (Verenigd Koninkrijk), University College Londen (Verenigd Koninkrijk), Universiteit van Cambridge (Verenigd Koninkrijk), Karlsruher Institut fuer Technologie (Duitsland), Institut National de la Recherche Agronomique (Frankrijk), Institut National de la Santé et de la Recherche Médicale (INSERM) en de Universiteit van Manchester (Verenigd Koninkrijk).
Overzicht 7: Herkomst internationale samenwerkingspartners
geen partners
� - ���
��� - ���
��� - �.���
�.��� - �.���
�.��� - �.���
Het aantal Europese samenwerkingspartners van Nederlandse deelnemers in succesvolle KP7-projectvoorstellen per land.
20 | Nederland in het Zevende Kaderprogramma
Buiten deze landen wordt minimaal 100 maal samengewerkt met Valtion Teknillinen Tutkimuskeskus (VTT; Finland), Technnische Universiteit Denemarken, Eidgenössische Technische Hochschule Zürich (ETH; Zwitserland) en de Universiteit van Kopenhagen (Denemarken).
Meer details over de internationale samenwerkingspartners voor de verschillende KP7-thema’s en -onderdelen zijn te vinden in Deel II van deze publicatie.
4. TrendsNederland heeft in de periode 2007-2010 een retour van 6,7% behaald. In 2010 is aan Nederlandse organisaties relatief meer financiering toegekend, waardoor de behaalde retour iets is gestegen ten opzichte van de periode 2007-2009 (6,6%). Het Nederlandse slagingspercentage is in deze periode ook toegenomen (overzicht 8). In de periode 2007-2010 is de aan Nederland toegekende financiering dus gestegen ten opzichte van de stijging van het totaal beschikbare budget binnen KP7. Bovendien hebben Nederlandse organisaties daar met een toenemend slagingspercentage gebruik van gemaakt.
Overzicht 8: Trends
Periode Toegekende financiering
KP7 (M€)
Toegekende financiering
Nl (M€)
retour- percentage
Nl
Aantal toegekende
projecten met Nl
deelnemers
Slagings-percentage
Nl
rechter schaal:Toegekende financiering KP7 (M€)
begrote totaal beschikbare financiering KP7 (M€) linker schaal:
Toegekende financiering Nl (M€)
2007 6.750 423,4 6,3% 854 21,1%
2007-2008 11.590 768,3 6,6% 1.417 21,7%
2007-2009 17.814 1.173,2 6,6% 2.142 22,5%
2007-2010 22.594 1.505,4 6,7% 2.725 23,2%
2007-2011* 29.272 1.634,6 6,7% 3.009 23,2%
2007-2012* 36.612
2007-2013* 44.558
De totaal beschikbare KP7-financiering en de aan Nederland toegekende financiering per jaar (cumulatief). In dit overzicht worden
ook de retourpercentages, het aantal succesvolle projectvoorstellen en de slagingspercentages gegeven. De figuur vergelijkt het
totaal beschikbare KP7-budget en de aan Nederland toegekende financiering voor deze periodes.
* Vanaf 2011 wordt de jaarlijks begrote totaal beschikbare KP7-financiering hierbij opgeteld. De overige cijfers voor 2011 zijn
gebaseerd op de realisatie in 2011 voor zover die opgenomen is in de EC-databases.
De ontwikkelingen binnen de verschillende KP7-thema’s en -onderdelen lopen sterk uiteen. Meer specifieke informatie hierover is te vinden in Deel II van deze publicatie.
Deel II. Nederland in het Zevende Kaderprogramma per onderdeel
Overzicht: Kerncijfers Nederland in Cooperation
totaal toegekende KP7-Cooperation-financiering (M€) 16.654,0
toegekende financiering NL deelnemers (M€) 1.140,7
retourpercentage NL 6,8%
toegekende financiering NL mkb (M€) 153,6
totaal aantal toegekende KP7-Cooperation-projecten 4.640
aantal toegekende projecten met NL deelnemers 1.909
aandeel NL 41,1%
Slagingspercentage NL 24,3%
Slagingspercentage KP7-Cooperation 15,8%
Cooperation
22 | Cooperation
Overzicht: Kerncijfers Nederland in het thema Health
totaal toegekende KP7-Health-financiering (M€) 3.161,2
toegekende financiering NL deelnemers (M€) 283,4
retourpercentage NL 9,0%
toegekende financiering NL mkb (M€) 22,8
totaal aantal toegekende KP7-Health-projecten 690
aantal toegekende projecten met NL deelnemers 340
aandeel NL 49,3%
Slagingspercentage NL 26,1%
Slagingspercentage KP7-Health 16,1%
Health
23 | Health
1. Het thema HealthAlle projecten binnen het Health-thema dienen direct of indirect bij te dragen aan de verbetering van de gezondheid van de Europese burger. Om die reden ligt de nadruk binnen dit thema duidelijk op translationeel onderzoek. Europa speelt hiermee een belangrijke rol in de aanpak van wereldwijde gezondheidsproblemen. Samenwerking met (ontwikkelings)landen wordt dan ook gestimuleerd binnen dit thema.
Het Health thema is verdeeld in vier onderzoeksgebieden:1. Biotechnology, generic tools and medical technologies for human health2. Translating research for human health3. Optimising delivery of healthcare to European citizens4. Other actions across the Health theme
Het eerste onderzoeksgebied Biotechnology, generic tools and medical technologies for human health richt zich voornamelijk op het ontwikkelen van technologieën voor high-throughput research, nieuwe ‘imaging’ methodes en onderzoek naar nieuwe, innovatieve behandelingsmethodes.Translating research for human health omvat translationeel onderzoek naar een aantal belangrijke gezondheids-problemen. Hieronder valt onder meer de dreiging van wereldwijde opkomende epidemieën, maar ook onderzoek naar het verouderingsproces, kanker, hart- en vaatziekten en diabetes. Daarnaast is er aandacht voor chronische aandoeningen en zeldzame ziekten.Het derde onderzoeksgebied Optimising delivery of healthcare to European citizens richt zich op verschillende aspecten rond de gezondheidszorg. Binnen dit gebied vraagt de Europese Commissie om projecten die het vertalen van de resultaten uit klinisch onderzoek naar de klinische praktijk bevorderen. Verder is er ruimte voor onderzoek naar de kwaliteit en efficiëntie van gezondheidszorgsystemen en is er aandacht voor ziektepreventie en initiatieven ter bevordering van de volksgezondheid.Binnen het vierde onderzoeksgebied Other actions across the Health theme wordt vooral financiering gegeven voor beleidsondersteunende projecten en onderwerpen die politiek hoog op de agenda worden gezet door het Europese parlement.
Vanuit het thema Health wordt ook een bijdrage van 1 miljard euro geleverd aan het Joint Technology Initiative (JTI) Innovative Medicines Initiative (IMI). De gegevens over de Nederlandse deelname binnen dit JTI zijn niet in deze analyse opgenomen.
2. Deelname 2.1. Nederland in Europa
De cijfers in deze analyse hebben betrekking op oproepen gepubliceerd in de periode tot en met 2010. Op basis van de toegekende financiering gedurende deze periode behaalt Nederland in dit thema een vierde plaats (overzicht 1). De behaalde retour in dit thema (9,0%) is zeer hoog in vergelijking met de gemiddelde retour voor Nederland in KP7 (6,7%).
24 | Health
Overzicht 1: Top-10 deelnemende landen op basis van verkregen financiering
land land-code
Toegekende financiering KP7-Health
(M€)
retour- percentage
retourpercentage
1 Verenigd Koninkrijk UK 532,8 16,9%
DKbECHESSEITNlFrDEUK
2 Duitsland DE 512,3 16,2%
3 Frankrijk Fr 331,1 10,5%
4 Nederland NL 283,4 9,0%
5 Italië It 236,5 7,5%
6 Zweden SE 173,2 5,5%
7 Spanje ES 164,7 5,2%
8 Zwitserland CH 140,0 4,4%
9 België BE 120,3 3,8%
10 Denemarken DK 89,2 2,8%
top-10 deelnemende landen gerangschikt op basis van de toegekende KP7-Health-financiering per land. Daarnaast wordt
het hieraan gerelateerde retourpercentage gegeven. Dit is het aandeel van het tot nu toe totaal toegekende KP7-Health-budget
(3.161 miljoen euro). De figuur vergelijkt de ontvangen financiering.
Nederland behaalt een vijfde plaats wanneer gekeken wordt naar het aantal toegekende projecten (overzicht 2). In vergelijking met de andere landen in de top-10 behaalt Nederland samen met Zweden het hoogste slagingspercentage (26,1%).
Overzicht 2: Top-10 deelnemende landen op basis van deelname aan projecten
land land-code
Aantal toegekende KP7-Health-projecten
waaraan een land deelneemt
Slagings- percentage
Aantal projecten en slagingspercentage
1 Verenigd Koninkrijk UK 525 23,4%
Slagingspercentage
aantal projecten
UK
ItFr
SECHES
NL
DE
DK
BE
2 Duitsland DE 495 22,6%
3 Frankrijk Fr 385 24,7%
4 Italië It 342 18,7%
5 Nederland NL 340 26,1%
6 Spanje ES 268 21,2%
7 Zweden SE 243 26,1%
8 Zwitserland CH 233 25,8%
9 België BE 231 25,8%
10 Denemarken DK 143 25,2%
top-10 deelnemende landen gerangschikt op basis van het aantal toegekende KP7-Health-projectvoorstellen met één of meerdere
deelnemers uit het betreffende land. In totaal zijn 690 projectvoorstellen toegekend. Daarnaast worden ook de slagingspercen-
tages, een maat voor de efficiëntie van deelname, gegeven. In de figuur worden beide aspecten gerelateerd: hoe meer een land
in de rechterbovenhoek is gepositioneerd, des te beter de prestatie. In dat geval heeft het betreffende land zowel een hoog
slagingspercentage als een groot aantal succesvolle projectvoorstellen.
25 | Health
2.2. Financiering en projecten per onderdeel
In totaal ontvangt Nederland 283 miljoen euro uit het KP7-Health-thema. Nederland behaalt een hoge retour in Optimising the delivery of health care (11,1%) en Translating research (9,5%). De behaalde retour van 6,1% in het onderdeel Biotechnology, generic tools and medical technologies blijft hierbij achter (overzicht 3). Twee derde van het tot nu toe aan Nederland toegekende Health-budget is toegekend aan projecten binnen onderdeel 2. Voor dit onderdeel is iets meer dan de helft van het totaal toegekende bedrag bestemd voor Nederlandse coördinatoren.
Overzicht 3: Toegekende financiering in Health
KP7-Health-onderdeel Toegekende financiering
KP7-Health- deelnemers
(M€)
Toegekende financiering
Nl deelnemers
(M€)
retour- percentage
Nl
Toegekende financiering Nl coördinatoren
(M€)
Aangevraagde financiering Nl
deelnemers (M€)
Toegekende financiering Nl coördinatoren (M€)
Toegekende financiering Nl deelnemers (M€)
1. Biotechnology, generic tools and medical technolo-gies for human health
673,9 40,9 6,1% 7,4 344,9
2. translating research for human health 1.981,1 189,0 9,5% 97,8 1.066,0
3. Optimising the delivery of healthcare to European citizens
280,6 31,2 11,1% 14,4 88,4
4. Other actions across the Health theme 223,9 22,4 10,0% 10,6 62,7
De toegekende financiering bij de Nederlandse deelname binnen de verschillende KP7-Health-onderdelen. Hierbij wordt
onderscheid gemaakt tussen de totaal verkregen financiering en de als coördinator verkregen financiering. Daarnaast
worden de totaal beschikbare KP7-Health-budget en de hieruit volgende retourpercentages voor de onderdelen gegeven.
De figuur vergelijkt de verkregen financiering voor de verschillende KP7-Health-onderdelen. Informatie over 2 kleine projecten
zonder Nederlandse deelname ontbreekt.
Nederlandse organisaties namen deel aan 1.302 projectvoorstellen in KP7-Health. Hiervan werden 340 projecten toegekend (26%). Daarnaast scoorden 410 projectvoorstellen (31%) wel de minimaal vereiste score, maar kwamen deze door het beperkte budget en de sterke concurrentie niet voor financiering in aanmerking. In KP7-Health als geheel behaalde 26% van de ingediende projecten wel de minimaal vereiste score, maar kwam niet voor financiering in aanmerking. Nederlandse organisaties nemen 548 keer deel aan de 340 succesvolle projecten. Met deze 340 projecten is Nederland vertegenwoordigd in 49% van alle 690 toegekende projecten. In vergelijking met de andere KP7-Cooperation-thema’s is dit een groot aandeel (gemiddeld 41%). Nederland behaalt een groot aandeel binnen Optimising the delivery of health care en Translating research (beide 52%). Het aandeel in het onderdeel Biotechnology, generic tools and medical technologie is met 41% iets lager.
26 | Health
Nederland is vertegenwoordigd in 340 KP7-Health-projecten. Het merendeel daarvan, 196 projecten, valt binnen het onderzoeksgebied Translating research (overzicht 4). Bijna de helft van deze projecten valt binnen het subonderzoeksgebied Major diseases (kanker, cardiovasculaire ziekten, diabetes, obesitas, zeldzame ziekten en overige chronische ziekten). Ruim een kwart van de projecten valt binnen Major infectious diseases (resistentie, HIV/AIDS, malaria, tuberculose, epidemieën en zeldzame ziekten). Het Nederlandse slagingspercentage voor alle onderzoeksgebieden is veel hoger dan het gemiddelde slagingspercentage. Nederland presteert zeer goed in Optimising the delivery of health care. Nederland behaalt hier een slagingspercentage van 35%, terwijl het gemiddelde slagingspercentage 20% bedraagt.
Overzicht 4: Deelname aan projecten in Health
KP7-Health-onderdeel Aantal toegekende KP7-Health
projecten
Aantal toegekende
projecten met Nl
deelnemers
Aantal aan-
gevraagde projecten
met Nl deelnemers
Slagings-percentage
Nl
Slagings-percentage
KP7-Health
Aantal toegekende
projecten met Nl
coördinator
Aantal toegekende projecten met Nl coördinator
Aantal toegekende projecten met Nl deelnemers
1. Biotechnology, generic tools and medical technolo-gies for human health
115 47 258 18,2% 11,9% 4
2. translating research for human health 379 196 760 25,8% 15,3% 51
3. Optimising the delivery of healthcare to European citizens
109 57 163 35,0% 20,2% 14
4. Other actions across the Health theme 85 40 121 33,1% 28,2% 11
De Nederlandse deelname aan projecten binnen de verschillende KP7-Health-onderdelen. Hierbij wordt onderscheid gemaakt
tussen het aantal toegekende projecten met één of meerdere Nederlandse deelnemers en het aantal toegekende projecten
met een Nederlandse coördinator. Daarnaast wordt informatie gegeven over het totaal aantal toegekende KP7-Health-
projecten, het aantal projectvoorstellen met Nederlandse deelname, de slagingspercentages voor projectvoorstellen met
Nederlandse deelname en het gemiddelde KP7-Health-slagingspercentage. De figuur vergelijkt de deelname aan projecten
binnen de verschillende KP7-Health-onderdelen. Informatie over 2 kleine projecten zonder Nederlandse deelname ontbreekt.
Nederland coördineert 80 van de 690 toegekende projecten binnen KP7-Health. In vergelijking met de andere thema’s van Cooperation heeft Nederland in dit thema een groot aandeel als coördinator (12%). Nederland heeft een groot aandeel in de coördinatie van projecten binnen Translating research (13%) en Optimising the delivery of health care (13%). Nederlandse organisaties coördineren slechts 3% van de projecten in Biotechnology, generic tools and medical technologies. Het slagingspercentage van Nederland als coördinator is met 25% hoog in vergelijking met het gemiddelde voor alle Cooperation-thema’s. Met een slagings- percentage van 39% presteert Nederland zeer goed als coördinator in het onderdeel Other actions across the Health theme. Ook in het onderdeel Optimising the delivery of health care presteert Nederland zeer goed als coördinator: 14 van de 42 als coördinator ingediende voorstellen (33%) komen in aanmerking voor financiering.
27 | Health
3. Nederlandse organisaties
Een groot deel van het aan Nederland toegekende bedrag is bestemd voor organisaties gevestigd in de regio’s Amsterdam, Utrecht en Nijmegen, gevolgd door Leiden, Rotterdam en Groningen (overzicht 5). Dit is te verklaren door de frequente deelname van de universitair medische centra.
Overzicht 5: Herkomst Nederlandse deelnemers
geen deelname
�,� - �,� M€
�,� - �,� M€
�,� - ��,� M€
��,� - ��,� M€
��,� - ��,� M€
De toegekende KP7-Health-financiering voor de Nederlandse regio’s.
Van de aan Nederland toegekende financiering is 8% bestemd voor het mkb (overzicht 6). Daarnaast gaat 0,5% naar het groot bedrijfsleven. Nederland blijft hiermee achter bij het gemiddelde in het thema Health waar respectievelijk 13% en 3% van de totale financiering is toegekend aan het mkb en het groot bedrijfs-leven.
Overzicht 6: Toegekende financiering naar organisatietype
De toegekende financiering bij de Nederlandse deelname binnen het thema Health voor verschillende organisatietypen. Er wordt
onderscheid gemaakt tussen de volgende categorieën: midden- en kleinbedrijf (mkb), groot bedrijfsleven, onderzoeksorganisaties,
hoger- en voortgezet onderwijs en overige organisaties (zoals overheid en stichtingen).
28 | Health
4. Internationale samenwerkingIn overzicht 7 zien we dat in de 340 projecten met Nederlandse deelnemers het meest wordt samengewerkt met organisaties afkomstig uit het Verenigd Koninkrijk (673 keer), Duitsland (612 keer), Italië (387 keer) en Frankrijk (376 keer). Binnen deze landen werken Nederlandse organisaties het meest samen met het Institut National de la Santé et de la Recherche Médicale (INSERM; Frankrijk), University College London (Verenigd Koninkrijk), Universiteit van Oxford (Verenigd Koninkrijk), Max Planck Instituut (Duitsland), Universiteit van Cambridge (Verenigd Koninkrijk), King’s College (Verenigd Koninkrijk), Universiteit van Manchester (Verenigd Koninkrijk), Imperial College of Science Technology and Medicine (Verenigd Koninkrijk) en de Medical Research Council (MRC; Verenigd Koninkrijk).Daarnaast wordt er veel samengewerkt met het Karolinska Institutet (Zweden), Katholieke Universiteit Leuven (België) en de Universiteit van Zurich (Zwitserland).
Overzicht 7: Herkomst internationale samenwerkingspartners
geen partners
� - ��
�� - ��
�� - ���
��� - ���
��� - ���
Het aantal Europese samenwerkingspartners van Nederlandse deelnemers in succesvolle KP7-Health-projectvoorstellen per land.
29 | Health
5. Trends Uit overzicht 8 blijkt dat het retourpercentage van Nederland in de periode van 2007-2010 ieder jaar gestegen is. Het slagingspercentage is in de periode 2007-2010 constant gebleven. In deze periode is de aan Nederland toegekende financiering dus gestegen ten opzichte van de stijging van het totaal beschikbare budget binnen het thema Health.
Overzicht 8: Trends
Periode Toegekende financiering KP7-Health
(M€)
Toegekende financiering
Nl (M€)
retour- percentage
Nl
Aantal toegekende
projecten met Nl
deelnemers
Slagings-percentage
Nl
rechter schaal:Toegekende financiering KP7-Health (M€)
begrote totaal beschikbare financiering KP7-Health (M€) linker schaal:
Toegekende financiering Nl (M€)
2007 1.218 102,0 8,4% 153 25,0%
2007-2008 1.722 153,7 8,9% 210 25,0%
2007-2009 2.218 201,0 9,1% 252 25,6%
2007-2010 2.660 251,3 9,4% 294 25,4%
2007-2011* 3.330 283,4 9,0% 340 26,1%
2007-2012* 3.967 - - - -
2007-2013* 4.744 - - - -
De totaal beschikbare KP7-Health-financiering en de aan Nederland toegekende financiering per jaar (cumulatief). In dit
overzicht worden ook de retourpercentages, het aantal succesvolle projectvoorstellen en de slagingspercentages gegeven.
De figuur vergelijkt het totaal beschikbare KP7-Health-budget en de aan Nederland toegekende financiering voor deze periodes.
* Vanaf 2011 wordt de jaarlijks begrote totaal beschikbare KP7-Health-financiering hierbij opgeteld. De overige cijfers voor
2011 zijn gebaseerd op de realisatie in 2011 voor zover die opgenomen is in de EC-databases.
30 | Health
Overzicht: Kerncijfers Nederland in het thema FAFB
totaal toegekende KP7-FaFB-financiering (M€) 1.113,2
toegekende financiering NL deelnemers (M€) 120,2
retourpercentage NL 10,8%
toegekende financiering NL mkb (M€) 13,7
totaal aantal toegekende KP7-FaFB-projecten 347
aantal toegekende projecten met NL deelnemers 224
aandeel NL 64,6%
Slagingspercentage NL 27,8%
Slagingspercentage KP7-FaFB 16,5%
Food, agriculture and fisheries, and biotechnology (FAFB)
31 | Food, agriculture and fisheries, and biotechnology (FaFB)
1. Het thema FAFBDe doelstelling van dit thema is het ontwikkelen en versterken van de Europese Knowledge-based bio-economy. Wetenschap, industrie en andere belanghebbenden worden bij elkaar gebracht om te werken aan een aantal uitdagingen: duurzaam gebruik en productie van biologische hulpbronnen, duurzaamheid, dierenwelzijn en veiligheid van landbouw, aquacultuur en visserij, de groeiende vraag naar veilig en gezond voedsel, veranderende voedingsbehoeften van consumenten, en het vergroten van het concurrentiever-mogen van de Europese bio-based industrie.
Het thema Food, agriculture and fisheries, and biotechnology (FAFB) is verdeeld in vier onderzoeksgebieden: 1. Sustainable production and management of biological resources from land, forest and aquatic environment2. Fork to farm: food (including seafood), health and well being3. Life sciences, biotechnology and biochemistry for sustainable non-food products and processes4. Other activities
Onderzoeksthema’s die aan de orde komen in het onderzoeksgebied Sustainable production and management of biological resources from land, forest and aquatic environment zijn onder meer de gezondheid van plant en dier, dierenwelzijn en sociaal-economisch en beleidsondersteunend onderzoek voor de agrarische sector. Onderzoeksonderwerpen binnen onderzoeksgebied Fork to farm: food (including seafood), health and well being zijn voeding, voedselverwerking, voedselveiligheid en de relatie tussen voeding en milieu. Binnen onderzoeksgebied Life sciences, biotechnology and biochemistry for sustainable non-food products and processes wordt onderzoek gefinancierd naar nieuwe bronnen van biomassa, bioraffinage en mariene-, industriële- en milieubiotechnologie. Onder Other activities vallen een beperkt aantal ondersteunende projecten.
2. Deelname 2.1. Nederland in Europa
De cijfers in deze analyse hebben betrekking op oproepen gepubliceerd in de periode tot en met 2010. Op basis van de toegekende financiering gedurende deze periode behaalt Nederland in dit thema een derde plaats (overzicht 1). Alleen het Verenigd Koninkrijk en Duitsland ontvangen in absolute zin meer financie-ring uit dit onderdeel. Nederland behaalt in dit onderdeel de hoogste retour (10,8%) in vergelijking met alle andere onderdelen van KP7. In vergelijking met de gemiddelde retour voor Nederland in KP7 (6,7%) is dit zeer hoog.
32 | Food, agriculture and fisheries, and biotechnology (FaFB)
Overzicht 1: Top-10 deelnemende landen op basis van verkregen financiering
land land-code
Toegekende financiering
KP7-FAFb (M€)
retour- percentage
retourpercentage
1 Verenigd Koninkrijk UK 148,5 13,3%
FISEDKbEESITFrNlDEUK
2 Duitsland DE 126,0 11,3%
3 Nederland NL 120,2 10,8%
4 Frankrijk Fr 109,7 9,9%
5 Italië It 87,4 7,9%
6 Spanje ES 75,6 6,8%
7 België BE 62,1 5,6%
8 Denemarken DK 42,3 3,8%
9 Zweden SE 37,6 3,4%
10 Finland FI 33,7 3,0%
top-10 deelnemende landen gerangschikt op basis van de toegekende KP7-FAFB-financiering per land. Daarnaast wordt
het hieraan gerelateerde retourpercentage gegeven. Dit is het aandeel van het tot nu toe totaal toegekende KP7-FAFB-budget
(1.113 miljoen euro). De figuur vergelijkt de ontvangen financiering.
Nederland behaalt ook een derde plaats wanneer we kijken naar het aantal toegekende projecten (overzicht 2). Nederland behaalt een slagingspercentage van 28%. In vergelijking met de andere landen in de top-10 behaalt is dit hoog. Alleen België behaalt een iets hoger slagings-percentage, maar dit land is vertegenwoordigd in minder projecten.
Overzicht 2: Top-10 deelnemende landen op basis van deelname aan projecten
land land-code
Aantal toegekende KP7-FAFb-projecten
waaraan een land deelneemt
Slagings- percentage
Aantal projecten en slagingspercentage
1 Verenigd Koninkrijk UK 254 21,7%
Slagingspercentage
aantal projecten
It
UK
Fr
BE
DK
CH
NL
ES
DE
SE
2 Duitsland DE 241 20,7%
3 Nederland NL 224 27,8%
4 Italië It 213 18,7%
5 Frankrijk Fr 212 23,5%
6 Spanje ES 188 17,6%
7 België BE 158 27,9%
8 Denemarken DK 113 24,1%
9 Zweden SE 100 23,8%
10 Zwitserland CH 96 26,7%
top-10 deelnemende landen gerangschikt op basis van het aantal toegekende KP7-FAFB-projectvoorstellen met één of meerdere
deelnemers uit het betreffende land. In totaal zijn 347 projectvoorstellen toegekend. Daarnaast worden ook de slagingspercen-
tages, een maat voor de efficiëntie van deelname, gegeven. In de figuur worden beide aspecten gerelateerd: hoe meer een land
in de rechterbovenhoek is gepositioneerd, des te beter de prestatie. In dat geval heeft het betreffende land zowel een hoog
slagingspercentage als een groot aantal succesvolle projectvoorstellen.
33 | Food, agriculture and fisheries, and biotechnology (FaFB)
2.2. Financiering en projecten per onderdeel
Uit de overzichten 3 en 4 blijkt dat Nederland sterk vertegenwoordigd is in alle onderdelen van het thema FAFB. In totaal ontvangt Nederland 120 miljoen euro uit FAFB, een gemiddelde retour van 10,8%. Nederland behaalt de hoogste retour in de onderdelen Fork to farm (13,1%) en Life sciences and biotechnology (11,6%). De retour voor het onderdeel Sustainable production (8,8%), het gebied waarvoor de meeste financiering beschikbaar is gesteld, blijft daarbij iets achter. In absolute zin zijn in dit onderzoeksgebied de meeste projecten toegekend en Nederland is hier vertegenwoordigd in het grootste aantal projecten.
Overzicht 3: Toegekende financiering in FAFB
KP7-FAFb-onderdeel Toegekende financiering KP7-FAFb- deelnemers
(M€)
Toegekende financiering
Nl deelnemers
(M€)
retour- percentage
Nl
Toegekende financiering Nl coördinatoren
(M€)
Aangevraagde financiering Nl
deelnemers (M€)
Toegekende financiering Nl coördinatoren (M€)
Toegekende financiering Nl deelnemers (M€)
1. Sustainable production and management of biological resources from land, forest, and aquatic environment
480,2 42,1 8,8% 10,8 135,3
2. Fork to farm: food (including seafood), health and well being
327,6 42,8 13,1% 13,3 168,1
3. Life sciences, biotechnology and biochemistry for sustainable non-food products and processes
289,6 33,7 11,6% 11,1 135,9
4. Other activities 15,6 1,6 10,2% 0,8 3,1
De toegekende financiering bij de Nederlandse deelname binnen de verschillende KP7-FAFB-onderdelen. Hierbij wordt
onderscheid gemaakt tussen de totaal verkregen financiering en de als coördinator verkregen financiering. Daarnaast
worden het totaal beschikbare KP7-FAFB-budget en de hieruit volgende retourpercentages voor de onderdelen gegeven.
De figuur vergelijkt de verkregen financiering voor de verschillende KP7-FAFB-onderdelen. Informatie over 3 kleine projecten
zonder Nederlandse deelname ontbreekt.
Nederlandse organisaties namen deel aan 806 projectvoorstellen in KP7-FAFB. Hiervan werden 224 projecten toegekend (28%). Daarnaast scoorden 396 projectvoorstellen (49%) wel de minimaal vereiste score, maar kwamen deze door het beperkte budget en de sterke concurrentie niet voor financiering in aanmerking. In KP7-FAFB als geheel behaalde 45% van de ingediende projecten wel de minimaal vereiste score, maar kwam niet voor financiering in aanmerking. Nederlandse organisaties nemen 389 keer deel binnen de 224 succesvolle projecten. Met deze 224 projecten is Nederland vertegenwoordigd in 65% van alle 347 toegekende projecten. In vergelijking met de andere Cooperation-thema’s (gemiddeld 41%) behaalt Nederland daarmee het grootste aandeel in FAFB. Het aandeel is het grootste voor het onderdeel Fork to farm (74%). Nederlandse partijen zijn vertegenwoordigd in respectievelijk 65% en 55% van de projecten gefinancierd in de onderdelen Sustainable production en Life sciences and biotechnology.
34 | Food, agriculture and fisheries, and biotechnology (FaFB)
Nederland behaalt een hoog slagingspercentage in het thema FAFB. Op alle onderzoeksgebieden scoort Nederland beter dan gemiddeld. Er is vooral veel concurrentie in de onderzoeksgebieden Fork to farm en Life sciences and biotechnology waar het gemiddelde slagingspercentage laag is. Het Nederlandse slagings-percentage is hoog in Sustainable production (36%).
Circa 30% van de toegekende financiering is toegekend aan Nederlandse coördinatoren. Nederland coördineert 37 van de 347 toegekende projecten in dit thema. In vergelijking met de andere thema’s van Cooperation heeft Nederland in dit thema een groot aandeel van 11% als coördinator. Relatief gezien heeft Nederland het grootste aandeel als coördinator binnen het onderdeel Fork to farm (14%), gevolgd door het onderdeel Sustainable production (10%) en Life sciences and biotechnology (7%). Als coördinator van projectvoorstellen haalt Nederland een slagingspercentage van 27% waarbij 37 van de 135 als coördinator ingediende voorstellen succesvol waren. Dit is hoger dan het gemiddelde slagingspercentage van 24% als coördinator binnen de Cooperation-thema’s.
Overzicht 4: Deelname aan projecten in FAFB
KP7-FAFb-onderdeel Aantal toegekende
KP7-FAFb- projecten
Aantal toegekende
projecten met Nl
deelnemers
Aantal aan-
gevraagde projecten
met Nl deelnemers
Slagings-percentage
Nl
Slagings-percentage
KP7-FAFb
Aantal toegekende
projecten met Nl
coördinator
Aantal toegekende projecten met Nl coördinator
Aantal toegekende projecten met Nl deelnemers
1. Sustainable production and management of biological resources from land, forest, and aquatic environment
160 104 287 36,2% 20,2% 16
2. Fork to farm: food (including seafood), health and well being
88 65 288 22,6% 11,9% 12
3. Life sciences, biotechnology and biochemistry for sustainable non-food products and processes
82 45 213 21,1% 15,2% 6
4. Other activities 14 10 18 55,6% 38,9% 3
De Nederlandse deelname aan projecten binnen de verschillende KP7-FAFB-onderdelen. Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen het
aantal toegekende projecten met één of meerdere Nederlandse deelnemers en het aantal toegekende projecten met een Nederlandse
coördinator. Daarnaast wordt informatie gegeven over het totaal aantal toegekende KP7-FAFB-projecten, het aantal projectvoorstellen
met Nederlandse deelname, de slagingspercentages voor projectvoorstellen met Nederlandse deelname en het gemiddelde
KP7-FAFB-slagingspercentage. De figuur vergelijkt de deelname aan projecten binnen de verschillende KP7-FAFB-onderdelen.
Informatie over 3 kleine projecten zonder Nederlandse deelname ontbreekt.
35 | Food, agriculture and fisheries, and biotechnology (FaFB)
3. Nederlandse organisatiesVerreweg de meeste financiering (68 miljoen euro) is toegekend aan organisaties met een hoofdvestiging in de regio Veluwe (overzicht 5). Dit komt met name door het grote aantal projectdeelnames van Wageningen UR. Daarnaast is ook een aantal bedrijven en onderzoeksinstellingen in deze regio gevestigd.
Overzicht 5: Herkomst Nederlandse deelnemers
geen deelname
�,� - �,� M€
�,� - �,� M€
�,� -�,� M€
�,� - �,� M€
�,� - ��,� M€
De toegekende KP7-FAFB-financiering voor de Nederlandse regio’s.
Van de aan Nederland toegekende financiering is 11% bestemd voor mkb-organisaties (overzicht 6). Daarnaast gaat 4% naar het Nederlandse groot bedrijfsleven. In totaal gaat binnen het thema FAFB 12% van het beschikbare budget naar het mkb en 4% naar het groot bedrijfsleven. De deelname van private partijen aan dit onderzoeksthema is daarmee beperkt. Het grootste deel van de toegekende financiering is bestemd voor onderwijs- en onderzoeksinstellingen.
Overzicht 6: Toegekende financiering naar organisatietype
De toegekende financiering bij de Nederlandse deelname binnen het thema FAFB voor verschillende organisatietypen. Er wordt
onderscheid gemaakt tussen de volgende categorieën: midden- en kleinbedrijf (mkb), groot bedrijfsleven, onderzoeksorganisaties,
hoger- en voortgezet onderwijs en overige organisaties (zoals overheid en stichtingen).
36 | Food, agriculture and fisheries, and biotechnology (FaFB)
4. Internationale samenwerkingIn overzicht 7 zien we dat in de 224 projecten met Nederlandse deelnemers het meest wordt samen- gewerkt met organisaties afkomstig uit het Verenigd Koninkrijk (342 keer), Duitsland (337 keer) en Frankrijk (287 keer).
Binnen deze landen werken Nederlandse organisaties het meest samen met het Institut National de Recherche Agronomique (INRA; Frankrijk) en The Secretary of State for Environment, Food and Rural Affairs (Verenigd Koninkrijk).Daarnaast wordt er veel samengewerkt met de Universiteit Gent (België), Agencia Estatal Consejo Superior de Investigaciones Cientificas (CSIC; Spanje), Alma Mater Studiorum-Universita di Bologna (Italië), Technische Universiteit Denemarken, Universiteit van Kopenhagen (Denmarken), Sveriges Lantbruksuniversitet (Zweden) en de Universiteit van Aarhus (Denemarken).
Overzicht 7: Herkomst internationale samenwerkingspartners
geen partners
� - ��
�� - ��
�� - ���
��� - ���
��� - ���
Het aantal Europese samenwerkingspartners van Nederlandse deelnemers in succesvolle KP7-FAFB-projectvoorstellen per land.
37 | Food, agriculture and fisheries, and biotechnology (FaFB)
5. Trends Uit overzicht 8 blijkt dat Nederland in de oproepen van 2007 zeer succesvol was. In de latere jaren is het niet gelukt om deze uitzonderlijk goede prestatie te evenaren. De behaalde retour is in de afgelopen jaren gedaald van 12,4% in 2007 tot 11,3% in de periode 2007-2010. Ook het slagingspercentage is in diezelfde periode licht gedaald van 29% in 2007 tot 27% in de periode 2007-2010. In deze periode is de aan Nederland toegekende financiering dus iets achtergebleven bij de stijging van het totaal beschikbare budget binnen het thema FAFB. Nederlandse organisaties hebben daar met een iets afnemend slagingspercentage gebruik van gemaakt.
Overzicht 8: Trends
Periode Totaal toegekende financiering
KP7-FAFb (M€)
Toegekende financiering
Nl (M€)
retour- percentage
Nl
Aantal toegekende
projecten met Nl
deelnemers
Slagings-percentage
Nl
rechter schaal:Toegekende financiering KP7-FAFb (M€)
begrote totaal beschikbare financiering KP7-FAFb (M€) linker schaal:
Toegekende financiering Nl (M€)
2007 193,6 24,0 12,4% 40 29,4%
2007-2008 407,6 48,0 11,8% 83 28,8%
2007-2009 621,6 71,6 11,5% 128 27,1%
2007-2010 836,7 94,9 11,3% 166 26,9%
2007-2011* 1.104,6 120,2 10,8% 224 27,8%
2007-2012* 1.416,2 - - - -
2007-2013* 1.776,5 - - - -
De totaal beschikbare KP7-FAFB-financiering en de aan Nederland toegekende financiering per jaar (cumulatief). In dit overzicht
worden ook de retourpercentages, het aantal succesvolle projectvoorstellen en de slagingspercentages gegeven. De figuur
vergelijkt het totaal beschikbare KP7-FAFB-budget en de aan Nederland toegekende financiering voor deze periodes.
* Vanaf 2011 wordt de jaarlijks begrote totaal beschikbare KP7-FAFB-financiering hierbij opgeteld. De overige cijfers voor 2011
zijn gebaseerd op de realisatie in 2011 voor zover die opgenomen is in de EC-databases.
38 | Food, agriculture and fisheries, and biotechnology (FaFB)
Overzicht: Kerncijfers Nederland in het thema ICT
totaal toegekende KP7-ICt-financiering (M€) 5.069,9
toegekende financiering NL deelnemers (M€) 275,9
retourpercentage NL 5,4%
toegekende financiering NL-mkb (M€) 41,2
totaal aantal toegekende KP7-ICt-projecten 1.536
aantal toegekende projecten met NL deelnemers 475
aandeel NL 30,9%
Slagingspercentage NL 20,2%
Slagingspercentage KP7-ICt 15,4%
Information and communication technologies (ICT)
39 | Information and communication technologies (ICt)
1. Het thema ICTInformation and communication technologies (ICT) speelt een centrale rol bij de ontwikkeling van de Europese kenniseconomie en -maatschappij. In KP7 is ruim 9 miljard euro uitgetrokken voor de periode 2007-2013. ICT is daarmee het grootste thema. Het doel is om het wereldwijde leiderschap van de Europese industrie in ICT te behouden en te vergroten, en om oplossingen aan te dragen voor maatschappelijke vraagstukken op het terrein van mobiliteit, energiegebruik, milieu en gezondheidszorg.
Het ICT-thema is verdeeld in tien onderdelen: 1. Pervasive and trusted network and service infrastructures 2. Cognitive systems and robotics 3. Alternative paths to components and systems 4. Technologies for digital content and languages 5. ICT for health, ageing well, inclusion and governance 6. ICT for a low carbon economy 7. ICT for the enterprise and manufacturing 8. ICT for learning and access to cultural resources 9. Future and emerging technologies10. International cooperation 11. Horizontal actions
In de onderzoeksgebieden 1, 2, 3, 4 en 7 ligt de nadruk op het versterken van de concurrentiekracht van de Europese industrie. De onderdelen 5, 6 en 8 richten zich op sociale en economische uitdagingen. Onderdeel 9, Future and emerging technologies, betreft fundamenteel wetenschappelijk onderzoek en is vooral gericht op academische instellingen. Met onderdeel 10 levert het thema ICT een bijdrage aan samenwerking met landen buiten de EU en de geassocieerde lidstaten. In onderdeel 11 worden ondersteunende projecten gefinancierd. De richting van de onderzoeksgebieden wordt per tweejarig werkprogramma aangepast aan actuele ontwikkelingen.
Vanuit het thema ICT wordt ook een bijdrage geleverd aan de twee Joint Technology Initiatives (JTI’s) ARTEMIS en ENIAC van naar schatting respectievelijk 400 en 450 miljoen euro. De gegevens over de Nederlandse deelname in deze JTI’s zijn niet in deze analyse opgenomen.
2. Deelname 2.1. Nederland in Europa
De cijfers in deze analyse hebben betrekking op oproepen gepublicieerd in de periode tot en met 2010. Nederland behaalt in het ICT-thema een zesde plaats, na de vijf grote Europese landen. Dit geldt zowel voor de toegekende financiering (overzicht 1) als voor het aantal toegekende projecten gedurende deze periode (overzicht 2). De behaalde retour in dit thema (5,4%) blijft achter bij de gemiddelde behaalde retour voor Nederland in KP7 (6,6%).
40 | Information and communication technologies (ICt)
Overzicht 1: Top-10 deelnemende landen op basis van verkregen financiering
land land-code
Toegekende financiering
KP7-ICT (M€)
retour- percentage
retourpercentage
1 Duitsland DE 1.085,3 21,4%
ATCHbEElNlESFrITUKDE
2 Verenigd Koninkrijk UK 581,5 11,5%
3 Italië It 512,4 10,1%
4 Frankrijk Fr 504,4 9,9%
5 Spanje ES 381,3 7,5%
6 Nederland NL 275,9 5,4%
7 Griekenland EL 214,2 4,2%
8 België BE 211,4 4,2%
9 Zwitserland CH 207,0 4,1%
10 Oostenrijk at 181,1 3,6%
top-10 deelnemende landen gerangschikt op basis van de toegekende KP7-ICT-financiering per land. Daarnaast wordt het hieraan
gerelateerde retourpercentage gegeven. Dit is het aandeel van het tot nu toe totaal toegekende KP7-ICT-budget (5.070 miljoen
euro). De figuur vergelijkt de ontvangen financiering.
In vergelijking met de andere landen uit de top-10 heeft Nederland het hoogste slagingspercentage: 20% van de projecten met Nederlandse deelnemers komt in aanmerking voor financiering. Dit is ongeveer vijf procent hoger dan het gemiddelde slagingspercentage voor het thema ICT.
Overzicht 2: Top-10 deelnemende landen op basis van deelname aan projecten
land land-code
Aantal toegekende KP7-ICT-projecten waaraan een land
deelneemt
Slagings- percentage
Aantal projecten en slagingspercentage
1 Duitsland DE 1.125 17,6%
Slagingspercentage
aantal projecten
Fr
CHEL
UK
NLES
DE
atBE
It
2 Verenigd Koninkrijk UK 871 15,6%
3 Italië It 803 15,5%
4 Frankrijk Fr 774 18,5%
5 Spanje ES 656 15,4%
6 Nederland NL 475 20,2%
7 België BE 412 19,6%
8 Zwitserland CH 406 18,2%
9 Griekenland EL 382 12,9%
10 Oostenrijk at 344 18,4%
top-10 deelnemende landen gerangschikt op basis van het aantal toegekende KP7-ICT-projectvoorstellen met één of
meerdere deelnemers uit het betreffende land. In totaal zijn 1.536 projectvoorstellen toegekend. Daarnaast worden ook de
slagingspercentages, een maat voor de efficiëntie van deelname, gegeven. In de figuur worden beide aspecten gerelateerd:
hoe meer een land in de rechterbovenhoek is gepositioneerd, des te beter de prestatie. In dat geval heeft het betreffende
land zowel een hoog slagingspercentage als een groot aantal succesvolle projectvoorstellen.
41 | Information and communication technologies (ICt)
2.2. Financiering en projecten per onderdeel
In totaal ontvangt Nederland 276 miljoen euro financiering uit het ICT-thema. Nederlandse deelnemers ontvangen de meeste financiering uit het onderdeel Alternative paths to components and systems (overzicht 3). De behaalde retour voor dit onderdeel (7,5%) is duidelijk hoger dan de gemiddelde Nederlandse retour voor ICT (5,4%). Ook wordt een hoge retour behaald in het onderdeel ICT for learning and access to cultural resources. Omdat hier in totaal minder budget voor beschikbaar is, is de toegekende financiering lager. Voor beide onderdelen geldt dat bijna de helft van de toegekende financiering is toebedeeld aan Nederlandse deelne-mers die een project coördineren. Nederland behaalt een relatief lage retour in het onderdeel Pervasive and trusted network and service infrastructures, het onderzoeksgebied waarvoor het grootste budget beschikbaar is. Deze lage retour wordt veroorzaakt doordat er in Nederland weinig telecomindustrie actief is. Ook in de onderzoeksgebieden ICT for the enterprise and manufacturing en cognitive systems and robotics behaalt Nederland een lage retour.
Nederlandse organisaties namen deel aan 2.346 projectvoorstellen in het ICT-thema. Hiervan zijn 475 projecten toegekend (20%). Daarnaast scoorden 681 projectvoorstellen (29%) wel de minimaal vereiste score, maar kwamen deze door het beperkte budget en de sterke concurrentie niet voor financiering in aanmerking. In KP7-ICT als geheel behaalde 26% van de ingediende projecten wel de minimaal vereiste score, maar kwam niet voor financiering in aanmerking. Nederlandse organisaties nemen 721 maal deel binnen de 475 succesvolle projecten. Met deze 475 projecten is Nederland vertegenwoordigd in 31% van alle 1.536 toegekende projecten. In vergelijking met de andere thema’s van Cooperation waar een gemiddeld aandeel van 40% wordt behaald is dit vrij laag. Nederland behaalt het grootste aandeel (47%) in het achtste onderzoeksgebied ICT for learning and access to cultural resources. Ook is het Nederlandse aandeel in de onderdelen 4 en 6 is redelijk groot (respectievelijk 43% en 42%). Het aandeel van Nederland in onder-zoeksgebieden 2 en 7 is laag (19% en 21%). Wanneer we kijken naar de absolute aantallen dan is Nederland vertegenwoordigd in het grootste aantal projecten binnen Alternative paths to components and systems.
42 | Information and communication technologies (ICt)
Overzicht 3: Toegekende financiering in ICT
KP7-ICT-onderdeel Toegekende financiering
KP7-ICT- deelnemers
(M€)
Toegekende financiering
Nl deelnemers
(M€)
retour- percentage
Nl
Toegekende financiering Nl coördinatoren
(M€)
Aangevraagde financiering Nl
deelnemers (M€)
Toegekende financiering Nl coördinatoren (M€)
Toegekende financiering Nl deelnemers (M€)
1. Pervasive and trusted network and service infrastructures
1.356,7 49,9 3,7% 6,0 243,1
2. Cognitive systems and robotics 418,1 12,7 3,0% 1,9 106,5
3. alternative paths to components and systems 1.027,6 76,7 7,5% 33,7 281,2
4. technologies for digital content and languages 316,7 20,7 6,5% 5,4 121,3
5. ICt for health, ageing well, inclusion and governance 680,1 43,7 6,4% 12,8 255,0
6. ICt for a low carbon economy 495,0 31,8 6,4% 7,5 109,8
7. ICt for the enterprise and manufacturing 115,0 3,3 2,9% - 18,3
8. ICt for learning and access to cultural resources 158,3 14,0 8,8% 8,0 78,5
9. Future and emerging technologies 425,5 21,0 4,9% 3,3 161,5
10. International cooperation 38,4 1,2 3,1% 0,2 5,5
11. Horizontal actions 33,6 0,9 2,8% 0,2 1,3
De toegekende financiering bij de Nederlandse deelname binnen de verschillende KP7-ICT-onderdelen. Hierbij wordt onderscheid
gemaakt tussen de totaal verkregen financiering en de als coördinator verkregen financiering. Daarnaast worden de totaal
beschikbare KP7-ICT-financiering en de hieruit volgende retourpercentages voor de onderdelen gegeven. De figuur vergelijkt de
verkregen financiering voor de verschillende KP7-ICT-onderdelen. Informatie over 1 project zonder Nederlandse deelname
ontbreekt.
43 | Information and communication technologies (ICt)
Overzicht 4: Deelname aan projecten in ICT
KP7-ICT-onderdeel Aantal toegekende
KP7-ICT- projecten
Aantal toegekende
projecten met Nl
deelnemers
Aantal aan-
gevraagde projecten
met Nl deelnemers
Slagings-percentage
Nl
Slagings-percentage
KP7-ICT
Aantal toegekende
projecten met Nl
coördinator
Aantal toegekende projecten met Nl coördinator
Aantal toegekende projecten met Nl deelnemers
1. Pervasive and trusted network and service infrastructures
343 81 387 20,9% 17,9% 6
2. Cognitive systems and robotics 105 22 139 15,8% 13,1% 2
3. alternative paths to components and systems 324 112 438 25,6% 19,3% 24
4. technologies for digital content and languages 85 37 219 16,9% 10,3% 5
5. ICt for health, ageing well, inclusion and governance 185 67 390 17,2% 13,8% 9
6. ICt for a low carbon economy 149 63 224 28,1% 19,3% 8
7. ICt for the enterprise and manufacturing 26 5 23 21,7% 23,2% -
8. ICt for learning and access to cultural resources 38 18 150 12,0% 6,4% 6
9. Future and emerging technologies 175 52 336 15,5% 10,9% 5
10. International cooperation 48 5 20 25,0% 21,8% 1
11. Horizontal actions 57 13 17 76,5% 50,0% 3
De Nederlandse deelname aan projecten binnen de verschillende KP7-ICT-onderdelen. Hierbij wordt onderscheid gemaakt
tussen het aantal toegekende projecten met één of meerdere Nederlandse deelnemers en het aantal toegekende projecten
met een Nederlandse coördinator. Daarnaast wordt informatie gegeven over het totaal aantal toegekende KP7-ICT-projecten,
het aantal projectvoorstellen met Nederlandse deelname, de slagingspercentages voor projectvoorstellen met Nederlandse
deelname en het gemiddelde KP7-ICT-slagingspercentage. De figuur vergelijkt de deelname aan projecten binnen de verschillende
KP7-ICT-onderdelen. Informatie over 1 project zonder Nederlandse deelname ontbreekt.
44 | Information and communication technologies (ICt)
Het slagingspercentage van projecten met Nederlandse deelnemers ligt op vrijwel alle ICT-onderdelen boven het KP7-gemiddelde (overzicht 4). Alleen in het onderdeel ICT for the enterprise and manufacturing, dat relatief nieuw is, behaalt Nederland een slagingspercentage dat iets lager ligt dan het gemiddelde slagings-percentage. De behaalde retour op dit onderdeel is lager dan de prestaties van Nederland op de andere onderdelen. Het onderzoeksgebied ICT for a low carbon economy kent een hoog Nederlands slagingspercentage (28%) in vergelijking met het gemiddelde slagingspercentage (19%).
Nederland coördineert 69 van de 1.536 toegekende projecten binnen dit thema, een aandeel van 4%. In vergelijking met de andere thema’s van Cooperation behaalt Nederland in dit thema daarmee een klein aandeel als coördinator. Nederland coördineert relatief veel projecten in onderdeel 8 ICT for learning and access to cultural resources. Het aandeel aan coördinaties in de onderdelen 1, 2, 5 en 9 is met 0 tot 3% zeer klein. Het slagingspercentage van Nederland als coördinator is met 21% ongeveer gelijk aan het gemiddelde voor alle Cooperation-thema’s.
45 | Information and communication technologies (ICt)
3. Nederlandse organisatiesEen groot deel van de aan Nederland toegekende financiering is bestemd voor organisaties gevestigd in de regio’s Eindhoven, Delft, Amsterdam en Twente (overzicht 5). Organisaties die veel deelnemen aan dit programma zijn de drie technische universiteiten, TNO en Philips.
Overzicht 5: Herkomst Nederlandse deelnemers
geen deelname
�,� - �,� M€
�,� - �,� M€
�,� - �,� M€
�,� - ��,� M€
��,� - ��,� M€
De toegekende KP7-ICT-financiering voor de Nederlandse regio’s.
Van de aan Nederland toegekende financiering is 35% bestemd voor het Nederlandse bedrijfsleven (overzicht 6). 15% gaat naar het Nederlandse mkb. Dit is vergelijkbaar met het mkb-aandeel van 15% voor het gehele thema. In vergelijking met de andere thema’s van Cooperation gaat een groot deel van het ICT-budget (20%) naar het groot bedrijfsleven.
Overzicht 6: Toegekende financiering naar organisatietype
De toegekende financiering bij de Nederlandse deelname binnen het thema ICT voor verschillende organisatietypen. Er wordt
onderscheid gemaakt tussen de volgende categorieën: midden- en kleinbedrijf (mkb), groot bedrijfsleven, onderzoeksorganisaties,
hoger- en voortgezet onderwijs en overige organisaties (zoals overheid en stichtingen).
46 | Information and communication technologies (ICt)
4. Internationale samenwerkingIn overzicht 7 zien we dat in de 346 projecten met Nederlandse deelnemers het meest wordt samengewerkt met organisaties afkomstig uit Duitsland (980 keer), Italië (537 keer), het Verenigd Koninkrijk (523 keer), Frankrijk (484 keer) en Spanje (340 keer).
Binnen deze landen werken Nederlandse organisaties het meest samen met het Fraunhofer Instituut (Duitsland), Commissariat à l’ Energie Atomique et aux Energies Alternatives (CEA; Frankrijk), Karlsruher Institut fuer Technologie (Duitsland), Consiglio Nazionale delle Ricerche (CNR; Italië), Centre National de la Recherche Scientifique (CNRS; Frankrijk), Institut National de Recherche en Informatique et en Automatique (INRIA; Frankrijk), SAP (Duitsland) en de Technische Universiteit Madrid (Spanje).Daarnaast wordt er veelvuldig samengewerkt met het Interuniversitair Micro-Elektronica Centrum (IMEC; België), Valtion Teknillinen Tutkimuskeskus (VTT; Finland), Ecole Polytechnique Fédérale de Lausanne (EPFL; Zwitserland), Eidgenössische Technische Hochschule Zürich (ETH; Zwitserland), Chalmers Tekniska Hoegskola (Zweden), Katholieke Universiteit Leuven (België) en de Technische Universiteit Wenen (Oostenrijk).
Overzicht 7: Herkomst internationale samenwerkingspartners
geen partners
� - ��
�� - ��
�� - ���
��� - ���
��� - ���
Het aantal Europese samenwerkingspartners van Nederlandse deelnemers in succesvolle KP7-ICT-projectvoorstellen per land.
47 | Information and communication technologies (ICt)
5. Trends De behaalde retour voor Nederland laat vanaf het eerste jaar een kleine daling zien van 5,6% naar 5,3% in de periode 2007-2010 (overzicht 8). Het ICT-werkprogramma is van toepassing op een periode van twee jaar. Per werkprogramma worden in deze periode steeds twee grote oproepen en één kleine oproepen uitgeschreven. De twee grote oproepen behorende bij het eerste werkprogramma sloten in 2007 en de bijbehorende kleine oproep sloot in 2008. Dit verklaart de beperkte stijging van het toegekende budget in 2008. De twee grote oproepen behorende bij het tweede ICT-werkprogramma sloten in 2009. In de periode 2007-2010 is de aan Nederland toegekende financiering iets achtergebleven bij de stijging van het totaal beschikbare budget binnen het thema ICT. Nederlandse organisaties hebben daar met een ongeveer gelijk gebleven slagingspercentage gebruik van gemaakt.
Overzicht 8: Trends
Periode Toegekende financiering
KP7-ICT (M€)
Toegekende financiering
Nl (M€)
retour- percentage
Nl
Aantal toegekende
projecten met Nl
deelnemers
Slagings-percentage
Nl
rechter schaal:Toegekende financiering KP7-ICT (M€)
begrote totaal beschikbare financiering KP7-ICT (M€) linker schaal:
Toegekende financiering Nl (M€)
2007 1.763 99,1 5,6% 170 20,6%
2007-2008 2.032 116,6 5,7% 199 19,5%
2007-2009 3.748 202,9 5,4% 349 19,7%
2007-2010 4.267 227,5 5,3% 396 19,9%
2007-2011* 5.348 275,9 5,4% 475 20,2%
2007-2012* 6.589 - - - -
2007-2013* 7.678 - - - -
De totaal beschikbare KP7-ICT-financiering en de aan Nederland toegekende financiering per jaar (cumulatief). In dit overzicht
worden ook de retourpercentages, het aantal succesvolle projectvoorstellen en de slagingspercentages gegeven. De figuur
vergelijkt het totaal beschikbare KP7-ICT-budget en de aan Nederland toegekende financiering voor deze periodes.
* Vanaf 2011 wordt de jaarlijks begrote totaal beschikbare KP7-ICT-financiering hierbij opgeteld. De overige cijfers voor 2011
zijn gebaseerd op de realisatie in 2011 voor zover die opgenomen is in de EC-databases.
48 | Information and communication technologies (ICt)
Overzicht: Kerncijfers Nederland in het thema NMP
totaal toegekende KP7-NMP-financiering (M€) 1.805,2
toegekende financiering NL deelnemers (M€) 88,9
retourpercentage NL 4,9%
toegekende financiering NL mkb (M€) 19,3
totaal aantal toegekende KP7-NMP-projecten 461
aantal toegekende projecten met NL deelnemers 156
aandeel NL 33,8%
Slagingspercentage NL 29,4%
Slagingspercentage KP7-NMP 12,0%
Nanosciences, nanotechnologies, materials and new production technologies (NMP)
49 | Nanosciences, nanotechnologies, materials and new production technologies (NMP)
1. Het thema NMPHet doel van het thema Nanosciences, nanotechnologies, materials and new production technologies (NMP) is het vergroten van de concurrentiekracht van de Europese industrie en het bewerkstelligen van de overgang naar een kennisintensieve productie. Nanotechnologie kan een cruciale rol spelen als versneller van die overgang. Het onderzoek richt zich dan ook op producten met een hoge toegevoegde waarde en de daarbij behorende processen en technologieën. De voorkeur gaat uit naar projecten met multi-sectorale toepas-singen. Het onderzoek moet de producten en processen klantgerichter maken. Verder is er ook uitgebreide aandacht voor de integratie van nanotechnologie in materiaalwetenschappen, ontwerpmethodieken en nieuwe productiemethoden in alle sectoren van de industrie.
Het onderzoek binnen het thema NMP is verdeeld in de volgende onderdelen:1. Nanosciences and nanotechnologies2. Materials3. New production4. Integration of technologies for industrial applications
Het onderdeel Nanosciences and nanotechnologies richt zich op onderzoek naar nanostructuren, nanosystemen en nanomaterialen, nanofabricage, functionalisatie van oppervlakken, zelfassemblage, karakterisering van nanodeeltjes, nano(eco)toxicologie en metrologie. Onderzoek binnen Materials richt zich onder andere op nano-complexiteit, op maat gemaakte eigenschappen, biomaterialen en chemische technologie. In het onderdeel New production wordt gekeken naar adaptieve productiesystemen, networked production en rapid manufacturing. De integratie van technologieën staat centraal in het laatste onderdeel Integration of technologies for industrial applications.In de onderdelen 1 en 4 is de bijdrage vanuit het thema NMP aan het publiek-private partnerschap Energy efficient Buildings ondergebracht. Met topics binnen het derde onderdeel wordt een bijdrage geleverd aan het publiek-private partnerschap Factories of the Future.
Vanuit het thema NMP wordt ook een bijdrage van 49 miljoen euro geleverd aan het Joint Technology Initiative (JTI) Fuel Cells and Hydrogen. Dit is een gezamenlijke JTI van de KP7-thema’s Energy, NMP, Environment en Transport met een totale bijdrage van 450 miljoen euro vanuit de vier thema-budgetten. De gegevens over de Nederlandse deelname in dit JTI is niet in deze analyse opgenomen.
2. Deelname 2.1. Nederland in Europa
De cijfers in deze analyse hebben betrekking op KP7-oproepen gepubliceerd in de periode tot en met 2010. Op basis van de toegekende financiering gedurende deze periode behaalt Nederland een zevende plaats in Europa (overzicht 1). Alleen de vijf grote Europese landen en Zwitserland halen een groter deel van de beschikbare financiering binnen. De door Nederland behaalde retour (4,9%) is laag in vergelijking met de gemiddelde retour voor Nederland in KP7 (6,7%). Uit de kerncijfers blijkt echter dat het slagingspercentage voor projecten met een Nederlandse deelnemer (29%) veel hoger is dan het gemiddelde slagingspercentage binnen het thema NMP (12%). Dat betekent dat Nederlandse organisaties beperkt, maar zeer efficiënt deelnemen binnen het thema NMP.
50 | Nanosciences, nanotechnologies, materials and new production technologies (NMP)
Overzicht 1: Top-10 deelnemende landen op basis van verkregen financiering
land land-code
Toegekende financiering
KP7-NMP (M€)
retour- percentage
retourpercentage
1 Duitsland DE 378,8 21,0%
FISEbENlCHFrESUKITDE
2 Italië It 192,0 10,6%
3 Verenigd Koninkrijk UK 191,7 10,6%
4 Spanje ES 162,4 9,0%
5 Frankrijk Fr 150,7 8,4%
6 Zwitserland CH 92,1 5,1%
7 Nederland NL 88,9 4,9%
8 België BE 84,5 4,7%
9 Zweden SE 68,9 3,8%
10 Finland FI 56,4 3,1%
top-10 deelnemende landen gerangschikt op basis van de toegekende KP7-NMP-financiering per land. Daarnaast wordt
het hieraan gerelateerde retourpercentage gegeven. Dit is het aandeel van het tot nu toe totaal toegekende KP7-NMP-budget
(1.805 miljoen euro). De figuur vergelijkt de ontvangen financiering.
Op basis van het aantal toegekende projecten behaalt Nederland (overzicht 2) een achtste plaats. Afgezien van Zwitserland behalen Nederlandse deelnemers het hoogste slagingspercentage van alle landen in de top-10.
Overzicht 2: Top-10 deelnemende landen op basis van deelname aan projecten
land land-code
Aantal toegekende KP7-NMP-projecten
waaraan een land deelneemt
Slagings- percentage
Aantal projecten en slagingspercentage
1 Duitsland DE 390 24,0%
Slagingspercentage
aantal projecten
FrIt UK
CHBE
SE
NL
DE
FI
ES
2 Italië It 287 21,3%
3 Verenigd Koninkrijk UK 282 23,0%
4 Frankrijk Fr 247 25,8%
5 Spanje ES 246 23,3%
6 Zwitserland CH 165 31,0%
7 België BE 162 29,0%
8 Nederland NL 156 29,4%
9 Zweden SE 110 23,0%
10 Finland FI 94 27,1%
top-10 deelnemende landen gerangschikt op basis van het aantal toegekende KP7-NMP-projectvoorstellen met één of meerdere
deelnemers uit het betreffende land. In totaal zijn 461 projectvoorstellen toegekend. Daarnaast worden ook de slagingspercen-
tages, een maat voor de efficiëntie van deelname, gegeven. In de figuur worden beide aspecten gerelateerd: hoe meer een land in
de rechterbovenhoek is gepositioneerd, des te beter de prestatie. In dat geval heeft het betreffende land zowel een hoog
slagingspercentage als een groot aantal succesvolle projectvoorstellen.
51 | Nanosciences, nanotechnologies, materials and new production technologies (NMP)
2.2. Financiering en projecten per onderdeel
In totaal ontvangt Nederland 89 miljoen euro financiering uit het NMP-thema voor deelname aan 156 projecten. In het onderdeel Materials wordt het hoogste retourpercentage (5,7%) behaald (overzicht 3). Nederlandse deelnemers halen ook absoluut gezien de meeste financiering uit het onderdeel Materials waarin zij vertegenwoordigd zijn in 45 succesvolle projecten. Het behaalde retourpercentage is laag in het onderdeel New production (3,9%). Ongeveer de helft van de aan Nederland toegekende financiering binnen het onderdeel Integration of technologies for industrial applications is toegekend aan projecten met een Nederlandse coördinator.
Overzicht 3: Toegekende financiering in NMP
KP7-NMP-onderdeel Toegekende financiering
KP7-NMP-deelnemers
(M€)
Toegekende financiering
Nl deelnemers
(M€)
retour- percentage
Nl
Toegekende financiering Nl coördinatoren
(M€)
Aangevraagde financiering Nl
deelnemers (M€)
Toegekende financiering Nl coördinatoren (M€)
Toegekende financiering Nl deelnemers (M€)
1. Nanosciences and nanotechnologies 357 18,4 5,2% 3,4 128,5
2. Materials 470 26,6 5,7% 9,6 229,4
3. New production 432 16,7 3,9% 3,4 50,9
4. Integration of technologies for industrial applications 400 20,9 5,2% 10,1 82,2
De toegekende financiering bij de Nederlandse deelname binnen de verschillende KP7-NMP-onderdelen. Hierbij wordt onder-
scheid gemaakt tussen de totaal verkregen financiering en de als coördinator verkregen financiering. Daarnaast worden
de totaal beschikbare KP7-NMP-financiering en de hieruit volgende retourpercentages voor de onderdelen gegeven. De figuur
vergelijkt de verkregen financiering voor de verschillende KP7-NMP-onderdelen. In dit overzicht ontbreekt een deel van de
informatie over de deelname aan de publiek-private partnerschappen Energy efficient Buildings en Factories of the Future. Het gaat
daarbij om 29 projecten, waarbij Nederlandse organisaties 16 maal succesvol deelnamen aan 8 van deze projecten. Daarvoor is
aan Nederlandse organisaties een bedrag van 6 miljoen euro toegekend.
Nederlandse organisaties namen deel aan 530 projectvoorstellen in KP7-NMP. Hiervan werden 156 projecten toegekend (29%). Daarnaast scoorden 89 projectvoorstellen (17%) wel de minimaal vereiste score, maar kwamen deze door het beperkte budget en de sterke concurrentie niet voor financiering in aanmerking. Nederlandse organisaties nemen 264 keer deel binnen de 156 succesvolle projecten. Met deze 156 projecten is Nederland vertegenwoordigd in 34% van alle 461 toegekende projecten. In vergelijking met de andere Cooperation-thema’s is dit aandeel lager dan gemiddeld (gemiddeld 41%). Het Nederlandse aandeel is het grootst in onderdeel 4 (39%) terwijl het aandeel in onderzoeksgebied 3 met 30% wat lager ligt.
Het slagingspercentage van Nederland is voor alle onderdelen een stuk hoger dan het gemiddelde KP7-NMP-slagingspercentage. Voor het onderdeel Integration of technologies for industrial applications is het gemiddelde slagingspercentage bijvoorbeeld slechts 19% terwijl het slagingspercentage voor projecten met Nederlandse deelnemers 46% is (overzicht 4).
52 | Nanosciences, nanotechnologies, materials and new production technologies (NMP)
Nederland coördineert 23 van de 461 toegekende projecten binnen dit thema. In vergelijking met de andere thema’s van Cooperation heeft Nederland in dit thema een klein aandeel van 5% als coördinator. Het slagingspercentage van Nederland als coördinator is met 18% laag in vergelijking met het gemiddelde voor alle Cooperation-thema’s (24%). Dit slagingspercentage varieert echter sterk per onderdeel, van 11% in onderzoeksgebied 1 tot 43% in onderzoeksgebied 3.
Overzicht 4: Deelname aan projecten in NMP
KP7-NMP-onderdeel Aantal toegekende
KP7-NMP- projecten
Aantal toegekende
projecten met Nl
deelnemers
Aantal aan-
gevraagde projecten
met Nl deelnemers
Slagings-percentage
Nl
Slagings-percentage
KP7
Aantal toegekende
projecten met Nl
coördinator
Aantal toegekende projecten met Nl coördinator
Aantal toegekende projecten met Nl deelnemers
1. Nanosciences and nanotechnologies 117 38 148 25,7% 11,4% 5
2. Materials 125 45 175 25,7% 8,9% 8
3. New production 94 28 80 35,0% 13,4% 3
4. Integration of technologies for industrial applications 96 37 81 45,7% 18,5% 6
De Nederlandse deelname aan projecten binnen de verschillende KP7-NMP-onderdelen. Hierbij wordt onderscheid gemaakt
tussen het aantal toegekende projecten met één of meerdere Nederlandse deelnemers en het aantal toegekende projecten met
een Nederlandse coördinator. Daarnaast wordt informatie gegeven over het totaal aantal toegekende KP7-NMP-projecten, het
aantal projectvoorstellen met Nederlandse deelname, de slagingspercentages voor projectvoorstellen met Nederlandse deelname
en het gemiddelde KP7-NMP-slagingspercentage. De figuur vergelijkt de deelname aan projecten binnen de verschillende
KP7-NMP-onderdelen. In dit overzicht ontbreekt een deel van de informatie over de deelname aan de publiek-private partner-
schappen Energy efficient Buildings en Factories of the Future. Het gaat daarbij om 29 projecten, waarbij Nederlandse organisaties 16
maal succesvol deelnamen aan 8 van deze projecten. Daarvoor is aan Nederlandse organisaties een bedrag van 6 miljoen euro
toegekend.
3. Nederlandse organisatiesEen groot deel van de aan Nederland toegekende financiering is bestemd voor organisaties gevestigd in de regio’s Eindhoven, Delft en Twente (overzicht 5). Nederlandse organisaties die veel deelnemen binnen het thema NMP zijn TNO, de drie technische universiteiten en Philips.
53 | Nanosciences, nanotechnologies, materials and new production technologies (NMP)
Overzicht 5: Herkomst Nederlandse deelnemers
geen deelname
�,� - �,� M€
�,� - �,� M€
�,� - �,� M€
�,� - ��,� M€
��,� - ��,� M€
De toegekende KP7-NMP-financiering voor de Nederlandse regio’s.
Van de aan Nederland toegekende financiering is 22% bestemd voor het Nederlandse mkb (overzicht 6). Daarnaast is 18% toegekend aan het groot bedrijfsleven. In vergelijking met de andere Cooperation-onderdelen gaat daarmee een groot deel van de aan Nederland toegekende financiering naar de industrie. Dit geldt ook voor het gehele KP7-thema NMP: van het totale budget gaat 23% naar het mkb en 15% naar het groot bedrijfsleven. De hoge deelname van het mkb is ten dele te verklaren door de specifieke mkb-oproepen die al sinds het begin van KP7 binnen dit thema worden uitgeschreven.
Overzicht 6: Toegekende financiering naar organisatietype
De toegekende financiering bij de Nederlandse deelname binnen het thema NMP voor verschillende organisatietypen. Er wordt
onderscheid gemaakt tussen de volgende categorieën: midden- en kleinbedrijf (mkb), groot bedrijfsleven, onderzoeksorganisaties,
hoger- en voortgezet onderwijs en overige organisaties (zoals overheid en stichtingen).
54 | Nanosciences, nanotechnologies, materials and new production technologies (NMP)
4. Internationale samenwerkingIn overzicht 7 zien we dat in de 156 projecten met Nederlandse deelnemers het meest wordt samengewerkt met organisaties afkomstig uit Duitsland (402 keer), het Verenigd Koninkrijk (224 keer), Italië (191 keer), Frankrijk (172 keer) en Spanje (170 keer).
Binnen deze landen werken Nederlandse organisaties het meest samen met het Fraunhofer Instituut (Duitsland), Commissariat à l’ Energie Atomique et aux Energies Alternatives (CEA; Frankrijk), Consiglio Nazionale delle Ricerche (CNR; Italië), Fundacion Tecnalia Research & Innovation (Spanje), Acciona Infraestructuras (Spanje), D’Appolonia (Italië), BASF (Duitsland) en de Universiteit van Cambridge (Verenigd Koninkrijk). Daarnaast wordt er veel samengewerkt met het Valtion Teknillinen Tutkimuskeskus (VTT; Finland), Technische Universiteit van Athene (Griekenland) en het Joint Research Centre (JRC) van de Europese Commissie.
Overzicht 7: Herkomst internationale samenwerkingspartners
geen partners
� - ��
�� - ��
�� -���
��� - ���
��� - ���
Het aantal Europese samenwerkingspartners van Nederlandse deelnemers in succesvolle KP7-NMP-projectvoorstellen per land.
55 | Nanosciences, nanotechnologies, materials and new production technologies (NMP)
5. Trends Nederlandse organisaties zijn niet zo sterk vertegenwoordigd in NMP, maar zij slagen erin de juiste consortia te kiezen en goede voorstellen in te dienen, zoals blijkt uit de hoge Nederlandse slagingspercentages in dit thema. Deze zijn in vergelijking met het KP7-gemiddelde onveranderd hoog door de jaren heen (overzicht 8). De door Nederland behaalde retour is in deze periode iets gedaald: van 5,5% tot 4,9% in de periode 2007-2010. In deze periode is de aan Nederland toegekende financiering iets achtergebleven bij de stijging van het totaal beschikbare budget binnen het thema NMP. Nederlandse organisaties hebben daar met een hoog en vrij constant slagingspercentage gebruik van gemaakt.
Overzicht 8: Trends
Periode Toegekende financiering
KP7-NMP (M€)
Toegekende financiering
Nl (M€)
retour- percentage
Nl
Aantal toegekende
projecten met Nl
deelnemers
Slagings-percentage
Nl
rechter schaal:Toegekende financiering KP7-NMP (M€)
begrote totaal beschikbare financiering KP7-NMP (M€) linker schaal:
Toegekende financiering Nl (M€)
2007 540 29,8 5,5% 54 28,3%
2007-2008 1.034 48,5 4,7% 91 27,9%
2007-2009 1.383 67,2 4,9% 120 29,3%
2007-2010 1.782 87,3 4,9% 148 28,7%
2007-2011* 2.225 88,9 4,9% 156 29,4%
2007-2012* 2.724 - - - -
2007-2013* 3.323 - - - -
De totaal beschikbare KP7-NMP-financiering en de aan Nederland toegekende financiering per jaar (cumulatief). In dit
overzicht worden ook de retourpercentages, het aantal succesvolle projectvoorstellen en de slagingspercentages gegeven.
De figuur vergelijkt het totaal beschikbare KP7-NMP-budget en de aan Nederland toegekende financiering voor deze periodes.
* Vanaf 2011 wordt de jaarlijks begrote totaal beschikbare KP7-NMP-financiering hierbij opgeteld. De overige cijfers voor
2011 zijn gebaseerd op de realisatie in 2011 voor zover die opgenomen is in de EC-databases.
56 | Nanosciences, nanotechnologies, materials and new production technologies (NMP)
Overzicht: Kerncijfers Nederland in het thema Energy
totaal toegekende KP7-Energy-financiering (M€) 1.167,6
toegekende financiering NL deelnemers (M€) 86,3
retourpercentage NL 7,4%
toegekende financiering NL mkb (M€) 20,5
totaal aantal toegekende KP7-Energy-projecten 254
aantal toegekende projecten met NL deelnemers 124
aandeel NL 48,8%
Slagingspercentage NL 29,2%
Slagingspercentage KP7-Energy 16,5%
Energy
57 | Energy
1. Het thema EnergyDe onderzoeksactiviteiten binnen het thema Energy dienen bij te dragen aan het bereiken van de Europese energiedoelstellingen: het reduceren van CO2-uitstoot, het verbeteren van de energie-efficiëntie, het versnellen van de ontwikkeling van duurzame energietechnologieën en de inzet hiervan, en het diversi-fiëren van Europa’s energiemix. Bovendien moet de Europese energiesector succesvol kunnen concurreren op mondiaal niveau. Om de doelstellingen voor 2020 te halen, moeten de nieuwe energietechnologieën gedemonstreerd en geïmplementeerd worden. De industrie wordt dan ook sterk aangemoedigd om deel te nemen.
Het thema is verdeeld in tien onderzoeksgebieden: 1. Hydrogen and fuel cells 2. Renewable electricity generation 3. Renewable fuel production 4. Renewables for heating and cooling 5. CO2 -capture and storage technologies for zero emission power generation 6. Clean coal technologies 7. Cross-cutting actions between activities Energy-5 and Energy-6 8. Smart energy networks 9. Energy efficiency and savings10. Knowledge for energy policy making11. Horizontal programme actions
Uit het onderzoeksgebied Hydrogen and fuel cells is sinds 2008 het budget van 300 miljoen euro overgeheveld naar het Joint Technology Initiative (JTI) Fuel Cells and Hydrogen. Dit is een gezamenlijke JTI van de KP7-thema’s Energy, NMP, Environment en Transport met een totale bijdrage van 450 miljoen euro vanuit de vier thema-budgetten. De gegevens over de Nederlandse deelname in dit JTI zijn niet in deze analyse opgenomen.Het onderdeel Renewable electricity generation richt zich op geïntegreerde technologieën ten behoeve van de elektriciteitsproductie uit hernieuwbare energiebronnen. Er wordt gezocht naar oplossingen toegespitst op de verschillende regionale omstandigheden, niet alleen in technisch, maar ook in economisch opzicht. Het doel van dit onderdeel is het verhogen van het aandeel hernieuwbare energie in de EU.Binnen het onderdeel Renewable fuel production is aandacht voor de verbetering van productiesystemen en conversietechnologieën ten behoeve van een duurzame productieketen van brandstoffen uit biomassa. Het vierde onderdeel, Renewables for heating and cooling, richt zich op technologieën en apparaten die het potentieel verhogen van actieve en passieve verwarming en koeling uit hernieuwbare energiebronnen.In het onderdeel CO2-capture and storage technologies for zero emission power generation, beter bekend als CCS, staan technologieën voor de afvang en opslag van CO2 centraal. Het doel van dit onderdeel is de reductie van de nadelige impact op het milieu van het gebruik van fossiele brandstoffen. Het zesde onderdeel, Clean coal technologies, richt zich op technologieën die een schoner en efficiënter gebruik van kolen (en andere vaste koolwaterstoffen) mogelijk maken. De nadruk ligt hierbij op het maximaal reduceren van emissies.Binnen het onderdeel Smart energy networks ligt de focus op de Europese elektriciteit- en gasnetwerken. Door het verbeteren van de efficiëntie, flexibiliteit, veiligheid, bedrijfszekerheid en kwaliteit van de netwerken, wordt gewerkt aan de transitie naar een duurzamer energiesysteem en een meer geïntegreerde Europese energiemarkt. Het negende onderdeel, Energy efficiency and savings, richt zich op energiebesparing. Door middel van onderzoek, optimalisatie, validatie en demonstratie van nieuwe en bestaande concepten en technologieën voor gebouwen, transport, diensten en industriële toepassingen wordt het effect van energie-efficiëntie vergroot. Het publiek-private partnerschap Energy efficient Buildings is ook ondergebracht in dit onderdeel. Het onderdeel Knowledge for energy policy making richt zich op de ontwikkeling van tools, methoden en modellen die gebruikt kunnen worden in het evalueren van de socio-economische impact van energietechnologieën.Het laatste onderdeel, Horizontal programme actions, beslaat onderwerpen met een ‘horizontaal’ karakter, die niet gerelateerd zijn aan een specifieke technologie.
58 | Energy
Binnen het thema Energy worden twee typen projecten ondersteund: onderzoeks- en demonstratie-projecten. Onderzoeksprojecten worden gefinancierd door middel van de RTD-oproepen, geleid door DG-RTD en zijn gericht op middellange en lange termijn onderzoek en ontwikkeling. Demonstratieprojecten worden gefinancierd door middel van demonstratie-oproepen, geleid door DG-ENERGY (voorheen DG-TREN) en zijn gericht op korte tot middellange termijn demonstratie (<5 jaar). Deze projecten dienen een bijdrage te leveren aan de doelstellingen op energiegebied, met nadruk op het verkorten van de tijd tot marktintroductie van veelbelovende technologieën en systemen.
2. Deelname 2.1. Nederland in Europa
De cijfers in deze analyse hebben betrekking op KP7-oproepen gepubliceerd in de periode tot en met 2010. Op basis van de toegekende financiering gedurende deze periode behaalt Nederland een zesde plaats in Europa na de de vijf grote Europese landen (overzicht 1). De behaalde retour binnen dit thema (7,4%) is hoger dan de gemiddelde retour voor Nederland in KP7 (6,7%).
Overzicht 1: Top-10 deelnemende landen op basis van verkregen financiering
land land-code
Toegekende financiering KP7-Energy
(M€)
retour- percentage
retourpercentage
1 Duitsland DE 171,8 14,7%
NOCHbEDKNlUKITFrESDE
2 Spanje ES 143,9 12,3%
3 Frankrijk Fr 117,0 10,0%
4 Italië It 101,0 8,7%
5 Verenigd Koninkrijk UK 95,0 8,1%
6 Nederland NL 86,3 7,4%
7 Denemarken DK 68,8 5,9%
8 België BE 55,6 4,8%
9 Zwitserland CH 48,7 4,2%
10 Noorwegen NO 38,7 3,3%
top-10 deelnemende landen gerangschikt op basis van de toegekende KP7-Energy-financiering per land. Daarnaast wordt het
hieraan gerelateerde retourpercentage gegeven. Dit is het aandeel van het tot nu toe totaal toegekende KP7-Energy-budget
(1.168 miljoen euro). De figuur vergelijkt de ontvangen financiering.
59 | Energy
Nederland behaalt een derde plaats wanneer we kijken naar het aantal toegekende projecten (overzicht 2). Na Duitsland en het Verenigd Koninkrijk neemt Nederland deel aan het grootste aantal toegekende projecten. Dit betekent dat Nederland in vergelijking met een aantal andere Europese landen vaker deelneemt aan projecten, maar hiervoor relatief kleinere bedragen ontvangt. Projecten met Nederlandse deelname hebben een hoog slagingpercentage (29%). Binnen de top-10 scoort alleen Zwitserland nog iets beter.
Overzicht 2: Top-10 deelnemende landen op basis van deelname aan projecten
land land-code
Aantal toegekende KP7-Energy-projecten
waaraan een land deelneemt
Slagings- percentage
Aantal projecten en slagingspercentage
1 Duitsland DE 184 21,6%
Slagingspercentage
aantal projecten
UKIt
SE
Fr
CH
BE
NL
DE
ES
DK
2 Verenigd Koninkrijk UK 125 21,3%
3 Nederland NL 124 29,2%
4 Frankrijk Fr 120 27,0%
5 Italië It 115 20,0%
6 Spanje ES 107 18,9%
7 België BE 86 27,7%
8 Zwitserland CH 64 30,0%
9 Denemarken DK 63 28,9%
10 Zweden SE 57 22,7%
top-10 deelnemende landen gerangschikt op basis van het aantal toegekende KP7-Energy-projectvoorstellen met één of
meerdere deelnemers uit het betreffende land. In totaal zijn 254 projectvoorstellen toegekend. Daarnaast worden ook de
slagingspercentages, een maat voor de efficiëntie van deelname, gegeven. In de figuur worden beide aspecten gerelateerd:
hoe meer een land in de rechterbovenhoek is gepositioneerd, des te beter de prestatie. In dat geval heeft het betreffende
land zowel een hoog slagingspercentage als een groot aantal succesvolle projectvoorstellen.
60 | Energy
2.2. Financiering en projecten per onderdeel
Nederland ontvangt 86 miljoen euro financiering uit het Energy-thema. Nederlandse deelnemers ontvangen de meeste financiering uit het onderzoeksgebied Renewable electricity generation (overzicht 3). Hiervoor is tot nu toe ook het meeste budget beschikbaar gesteld. Binnen dit onderdeel behalen Nederlandse deelnemers een retourpercentage van 7,4% en een slagingspercentage van 29%, die respectievelijk gelijk en hoger zijn dan de Nederlandse gemiddelden binnen Energy. Naast de Horizontal programme actions behaalt Nederland een zeer hoge retour binnen de onderdelen Renewables for heating and cooling en CO2-capture and storage technologies for zero emission power generation.
Overzicht 3: Toegekende financiering in Energy
KP7-Energy-onderdeel Toegekende financiering
KP7-Energy-deelnemers
(M€)
Toegekende financiering
Nl deelnemers
(M€)
retour- percentage
Nl
Toegekende financiering Nl coördinatoren
(M€)
Aangevraagde financiering Nl
deelnemers (M€)
Toegekende financiering Nl coördinatoren (M€)
Toegekende financiering Nl deelnemers (M€)
1. Hydrogen and fuel cells 23,9 0,7 2,9% - 10,3
2. renewable electricity generation 375,4 27,6 7,4% 5,8 148,4
3. renewable fuel production 161,5 8,3 5,2% 1,9 91,3
4. renewables for heating and cooling 48,0 4,9 10,2% 2,4 14,2
5. CO₂ capture and storage technologies for zero emission power generation
76,8 9,0 11,7% 3,3 18,7
6. Clean coal technologies 51,7 5,0 9,7% 0,9 6,4
7. Cross-cutting actions between activities Energy-5 and Energy-6
34,6 2,4 6,9% 0,5 6,4
8. Smart energy networks 176,1 10,3 5,9% 0,6 36,3
9. Energy efficiency and savings 149,5 10,1 6,8% 7,9 42,5
10. Knowledge for energy policy making 15,8 1,4 8,8% - 5,7
11. Horizontal programme actions 52,0 6,4 12,3% 3,5 27,7
De toegekende financiering bij de Nederlandse deelname binnen de verschillende KP7-Energy-onderdelen. Hierbij wordt
onderscheid gemaakt tussen de totaal verkregen financiering en de als coördinator verkregen financiering. Daarnaast worden
de totaal beschikbare KP7-Energy-financiering en de hieruit volgende retourpercentages voor de onderdelen gegeven.
De figuur vergelijkt de verkregen financiering voor de verschillende KP7-Energy-onderdelen. Informatie ontbreekt over
4 ondersteunende projecten binnen de ad hoc oproep. Nederland neemt deel aan 1 project (het European Energy Research
Alliance (EEra) Secretariaat).
61 | Energy
Nederlandse organisaties namen deel aan 425 projectvoorstellen in KP7-Energy. Hiervan werden 124 projecten toegekend (29%). Daarnaast scoorden 117 projectvoorstellen (28%) wel de minimaal vereiste score, maar kwamen deze door het beperkte budget en de sterke concurrentie niet voor financiering in aanmerking. In KP7-Energy als geheel behaalde 27% van de ingediende projecten wel de minimaal vereiste score, maar kwam niet voor financiering in aanmerking. Nederlandse organisaties nemen 204 keer deel binnen de 124 succesvolle projecten. Met deze 124 projecten is Nederland vertegenwoordigd in 49% van alle 254 toegekende projecten. In vergelijking met de andere Cooperation-thema’s scoort het thema Energy daarmee boven gemiddeld.
Overzicht 4: Deelname aan projecten in Energy
KP7-Energy-onderdeel Aantal toegekende
KP7-Energy-
projecten
Aantal toegekende
projecten met Nl
deelnemers
Aantal aan-
gevraagde projecten
met Nl deelnemers
Slagings-percentage
Nl
Slagings-percentage
KP7 Energy
Aantal toegekende
projecten met Nl
coördinator
Aantal toegekende projecten met Nl coördinator
Aantal toegekende projecten met Nl deelnemers
1. Hydrogen and fuel cells 8 2 22 9,1% 9,1% -
2. renewable electricity generation 70 36 123 29,3% 17,1% 5
3. renewable fuel production 36 19 86 22,1% 12,6% 3
4. renewables for heating and cooling 14 4 19 21,1% 18,9% 1
5. CO₂ capture and storage technologies for zero emission power generation
20 14 28 50,0% 25,3% 4
6. Clean coal technologies 7 5 9 55,6% 31,8% 1
7. Cross-cutting actions between activities Energy-5 and Energy-6
9 6 11 54,5% 30,0% 1
8. Smart energy networks 23 13 38 34,2% 24,2% 1
9. Energy efficiency and savings 31 7 33 21,2% 16,6% 2
10. Knowledge for energy policy making 9 5 18 27,8% 14,8% -
11. Horizontal programme actions 22 12 37 32,4% 11,2% 3
De Nederlandse deelname aan projecten binnen de verschillende KP7-Energy-onderdelen. Hierbij wordt onderscheid gemaakt
tussen het aantal toegekende projecten met één of meerdere Nederlandse deelnemers en het aantal toegekende projecten met
een Nederlandse coördinator. Daarnaast wordt informatie gegeven over het totaal aantal toegekende KP7-Energy-projecten, het
aantal projectvoorstellen met Nederlandse deelname, de slagingspercentages voor projectvoorstellen met Nederlandse deelname
en het gemiddelde KP7-Energy-slagingspercentage. De figuur vergelijkt de deelname aan projecten binnen de verschillende
KP7-Energy-onderdelen. Informatie ontbreekt over 4 ondersteunende projecten binnen de ad hoc oproep. Nederland neemt deel
aan 1 project (het European Energy Research Alliance (EEra) Secretariaat).
62 | Energy
Nederland neemt deel aan een groot aantal projecten in de onderdelen 2 en 3, de onderzoeksgebieden waar tot nu toe de meeste projecten zijn toegekend (overzicht 4). Het slagingspercentage van Nederlandse deelnemers is voor bijna alle onderdelen van het thema Energy hoger dan het gemiddelde slagingspercen-tage. Projecten met Nederlandse deelnemers hebben met name een hoog slagingspercentage in de onderdelen CO2-capture and storage technologies for zero emission power generation, Clean coal technologies en Cross-cutting actions.
Nederlandse deelnemers treden op als coördinator van 21 van de 254 toegekende projecten en ontvangen daarvoor 27 miljoen euro. In vergelijking met de andere thema’s van Cooperation heeft Nederland in dit thema een gemiddeld aandeel als coördinator. In onderzoeksgebied 5 heeft Nederland het grootste aandeel als coördinator, 4 van de 20 projecten worden door een Nederlandse organisatie gecoördineerd. Het slagingspercentage van Nederland als coördinator is met 23% ongeveer gelijk aan het gemiddelde voor alle Cooperation-thema’s (24%). Het slagingspercentage als coördinator het hoogste in de onderdelen 5 en 6 (respectievelijk 100% en 50%). Binnen de onderdelen 1 en 9 worden geen projecten gecoördineerd door Nederlandse organisaties.
3. Nederlandse organisatiesEen groot deel van de aan Nederland toegekende financiering is bestemd voor organisaties gevestigd in de regio’s Kop van Noord-Holland, Arnhem/Nijmegen, Delft en Twente (overzicht 5). Nederlandse organisaties die vaak en succesvol deelnemen aan dit thema zijn ECN, TNO, TU Delft, KEMA, Wageningen UR en de mkb-organisatie Biomass Technology Group (BTG).
Overzicht 5: Herkomst Nederlandse deelnemers
geen deelname
�,� - �,� M€
�,� - �,� M€
�,� - �,� M€
�,� - �,� M€
�,� - ��,� M€
De toegekende KP7-Energy-financiering voor de Nederlandse regio’s.
63 | Energy
Het Nederlandse mkb ontvangt 24% van de aan Nederland toegekende financiering in dit thema (overzicht 6). Hiermee voldoet dit thema ruimschoots aan de beleidsdoelstelling om 15% van het budget aan het mkb uit te keren. Het Nederlandse groot bedrijfsleven ontvangt 26% van de financiering. Voor het thema Energy als geheel gaat respectievelijk 20% en 36% naar het mkb en het groot bedrijfsleven.
Overzicht 6: Toegekende financiering naar organisatietype
De toegekende financiering bij de Nederlandse deelname binnen het thema Energy voor verschillende organisatietypen. Er wordt
onderscheid gemaakt tussen de volgende categorieën: midden- en kleinbedrijf (mkb), groot bedrijfsleven, onderzoeksorganisaties,
hoger- en voortgezet onderwijs en overige organisaties (zoals overheid en stichtingen).
64 | Energy
4. Internationale samenwerkingIn overzicht 7 zien we dat in de 85 projecten met Nederlandse deelname het meest wordt samengewerkt met organisaties afkomstig uit Duitsland (195 keer), het Verenigd Koninkrijk (165 keer), Frankrijk (139 keer), Spanje (120 keer) en Italië (117 keer).
Binnen deze landen werken Nederlandse organisaties het meest samen met het Fraunhofer Instituut (Duitsland), Forschungszentrum Juelich (Duitsland), Universiteit van Manchester (Verenigd Koninkrijk), Electricité de France (EDF, Frankrijk), IFP Energies nouvelles (Frankrijk), Enel Ingegneria e Innovazione (Italië), Ricerca sul Sistema Elettrico (RSE; Italië), Fundacion Tecnalia Research & Innovation (Spanje) en Imperial College of Science, Technology and Medicine (Verenigd Koninkrijk). Daarnaast wordt er veel samengewerkt met de Technische Universiteit van Denemarken, Sintef Energi (Noorwegen), Vattenfall Research and Development (Zweden), Noorse Technisch-Natuurwetenschappelijke Universiteit (NTNU) en Stiftelsen Sintef (Noorwegen).
Overzicht 7: Herkomst internationale samenwerkingspartners
geen partners
� - �
� - ��
�� - ��
�� - ��
�� - ���
Het aantal Europese samenwerkingspartners van Nederlandse deelnemers in succesvolle KP7-Energy-projectvoorstellen per land.
65 | Energy
5. Trends De behaalde retour binnen Energy is sinds het begin van KP7 (6,4%) gestegen tot 7,0% in de periode 2007-2010. Ook het slagingspercentage is gestegen van 21% tot 28% in de periode 2007-2010 (overzicht 8).In deze periode is de aan Nederland toegekende financiering dus gestegen ten opzichte van de stijging van het totaal beschikbare budget binnen het thema Energy. Nederlandse organisaties hebben daar met een toenemend slagingspercentage gebruik van gemaakt.
Overzicht 8: Trends
Periode Toegekende financiering KP7 Energy
(M€)
Toegekende financiering
Nl (M€)
retour- percentage
Nl
Aantal toegekende
projecten met Nl
deelnemers
Slagings-percentage
Nl
rechter schaal:Toegekende financiering KP7 Energy (M€)
begrote totaal beschikbare financiering KP7 Energy (M€) linker schaal:
Toegekende financiering Nl (M€)
2007 252 16,2 6,4% 39 21,4%
2007-2008 471 33,2 7,0% 61 22,9%
2007-2009 723 47,3 6,5% 85 25,0%
2007-2010 1.015 71,0 7,0% 110 27,6%
2007-2011* 1.284 86,3 7,4% 124 29,2%
2007-2012* 1.598
2007-2013* 1.967
De totaal beschikbare KP7-Energy-financiering en de aan Nederland toegekende financiering per jaar (cumulatief). In dit overzicht
worden ook de retourpercentages, het aantal succesvolle projectvoorstellen en de slagingspercentages gegeven. De figuur
vergelijkt het totaal beschikbare KP7-Energy-budget en de aan Nederland toegekende financiering voor deze periodes.
* Vanaf 2011 wordt de jaarlijks begrote totaal beschikbare KP7-Energy-financiering hierbij opgeteld. De overige cijfers voor 2011
zijn gebaseerd op de realisatie in 2011 voor zover die opgenomen is in de EC-databases.
66 | Energy
Overzicht: Kerncijfers Nederland in het thema Environment
totaal toegekende KP7-Environment-financiering (M€) 1.047,5
toegekende financiering NL deelnemers (M€) 109,8
retourpercentage NL 10,5%
toegekende financiering NL mkb (M€) 7,6
totaal aantal toegekende KP7-Environment-projecten 337
aantal toegekende projecten met NL deelnemers 190
aandeel NL 56,4%
Slagingspercentage NL 24,9%
Slagingspercentage KP7-Environment 16,4%
Environment
67 | Environment
1. Het thema EnvironmentDe onderzoeksactiviteiten binnen het thema Environment (including climate change) dienen om duurzaam beheer van zowel het natuurlijke milieu als de door de mens gemaakte omgeving te bevorderen. Centraal staat het vergroten van kennis over interacties tussen klimaat, biosfeer, ecosystemen en de menselijke activiteiten en de ontwikkeling van nieuwe technologieën, instrumenten en diensten om wereldomvat-tende milieuproblemen aan te pakken. Het accent wordt gelegd op het voorspellen van veranderingen in klimaat, ecologie, de aarde en haar oceanen.
Het thema is verdeeld in vijf onderdelen:1. Climate change, pollution and risks2. Sustainable management of resources3. Environmental technologies4. Earth observation and assessment tools5. Horizontal actions
Het onderdeel Climate change, pollution and risks richt zich op de effecten van klimaatverandering op de biodiversiteit, gezondheid en risico’s bij natuurrampen (overstromingen, droogtes, et cetera).Het onderdeel Sustainable management of resources richt zich op het duurzame management van natuurlijke en kunstmatige bronnen zoals water, voedsel en schaarse grondstoffen en de effecten van klimaatverandering op cultureel erfgoed.Het derde onderdeel, Environmental technologies, heeft als doel om technieken en processen te ontwikkelen en te testen voor het meten en simuleren van klimaatverandering en de effecten hiervan. Ook het ontwikkelen van goedkope en effectieve manieren voor waterzuivering, luchtzuivering, recycling en andere eco-innova-tieve technologieën wordt gesteund in dit onderdeel. In dit onderdeel is ook de bijdrage van het thema Environment aan het publiek-private partnerschap Energy efficient Buildings ondergebracht. Het vierde onderdeel, Earth observation and assessment tools, is bedoeld voor onderzoek naar betere observatie-systemen voor het aardoppervlak en de oceaan. Met name voor het in kaart brengen en voorspellen van mogelijke effecten van klimaatverandering. Het laatste onderdeel bestaat uit een klein horizontaal programma dat de uitvoering van het onderzoek over het gehele thema ondersteunt.
Vanuit het thema Environment wordt ook een bijdrage van 19 miljoen euro geleverd aan het Joint Technology Initiative (JTI) Fuel Cells and Hydrogen. Dit is een gezamenlijke JTI van de KP7 thema’s Energy, NMP, Environment en Transport met een de totale bijdrage van 450 miljoen euro vanuit de vier thema-budgetten. De gegevens over de Nederlandse deelname binnen dit JTI zijn niet in deze analyse opgenomen.
2. Deelname 2.1. Nederland in Europa
De cijfers in deze analyse hebben betrekking op oproepen gepubliceerd in de periode tot en met 2010. Op basis van de toegekende financiering gedurende deze periode behaalt Nederland in dit thema een derde plaats (overzicht 1). De behaalde retour in dit thema (10,5%) is hoog in vergelijking met de gemiddelde retour voor Nederland in KP7 (6,7%). Alleen Duitsland en het Verenigd Koninkrijk ontvangen meer financiering in dit thema.
68 | Environment
Overzicht 1: Top-10 deelnemende landen op basis van verkregen financiering
land land-code
Toegekende financiering
KP7-Environment (M€)
retour- percentage
retourpercentage
1 Duitsland DE 143,1 13,7%
DKSEbENOESITFrNlUKDE
2 Verenigd Koninkrijk UK 141,1 13,5%
3 Nederland NL 109,8 10,5%
4 Frankrijk Fr 81,8 7,8%
5 Italië It 77,6 7,4%
6 Spanje ES 60,8 5,8%
7 Noorwegen NO 44,9 4,3%
8 België BE 36,0 3,4%
9 Zweden SE 35,5 3,4%
10 Denemarken DK 35,5 3,4%
top-10 deelnemende landen gerangschikt op basis van de toegekende KP7-Environment-financiering per land. Daarnaast wordt het
hieraan gerelateerde retourpercentage gegeven. Dit is het aandeel van het tot nu toe totaal toegekende KP7-Environment-budget
(1.048 miljoen euro). De figuur vergelijkt de ontvangen financiering.
Nederland behaalt ook een derde plaats wanneer we kijken naar het aantal toegekende projecten (overzicht 2). Nederland haalt een slagingspercentage van 25%. In vergelijking met de andere landen in de top-10 behaalt Nederland het hoogste slagingspercentage.
Overzicht 2: Top-10 deelnemende landen op basis van deelname aan projecten
land land-code
Aantal toegekende KP7-Environment- projecten waaraan
een land deelneemt
Slagings- percentage
Aantal projecten en slagingspercentage
1 Duitsland DE 253 21,2%
Slagingspercentage
aantal projecten
DE
It ESFr
SE
BE
NLUK
at
EL
2 Verenigd Koninkrijk UK 245 20,6%
3 Nederland NL 190 24,9%
4 Frankrijk Fr 189 23,0%
5 Italië It 176 15,5%
6 Spanje ES 168 17,6%
7 België BE 115 21,0%
8 Zweden SE 107 21,7%
9 Oostenrijk at 101 22,2%
10 Griekenland EL 98 16,6%
top-10 deelnemende landen gerangschikt op basis van het aantal toegekende KP7-Environment-projectvoorstellen met één
of meerdere deelnemers uit het betreffende land. In totaal zijn 337 projectvoorstellen toegekend. Daarnaast worden ook de
slagingspercentages, een maat voor de efficiëntie van deelname, gegeven. In de figuur worden beide aspecten gerelateerd: hoe
meer een land in de rechterbovenhoek is gepositioneerd, des te beter de prestatie. In dat geval heeft het betreffende land zowel
een hoog slagingspercentage als een groot aantal succesvolle projectvoorstellen.
69 | Environment
2.2. Financiering en projecten per onderdeel
In totaal ontvangt Nederland 110 miljoen euro financiering uit het Environment-thema. Nederland behaalt een hoge retour in onderdeel 3 (13,2%). Iets minder dan de helft van het toegekende bedrag (50 miljoen euro) is bestemd voor Nederlandse coördinatoren (overzicht 3).
Overzicht 3: Toegekende financiering in Environment
KP7-Environment-onderdeel
Toegekende financiering
KP7-Environment-
deelnemers (M€)
Toegekende financiering
Nl deelnemers
(M€)
retour- percentage
Nl
Toegekende financiering Nl coördinatoren
(M€)
Aangevraagde financiering Nl
deelnemers (M€)
Toegekende financiering Nl coördinatoren (M€)
Toegekende financiering Nl deelnemers (M€)
1. Climate change, pollution, and risks 361,1 33,2 9,2% 13,4 101,1
2. Sustainable management of resources 271,7 27,5 10,1% 7,8 106,7
3. Environmental technologies 235,5 31,2 13,2% 18,9 122,5
4. Earth observation and assessment tools for sustainable development
162,5 17,5 10,8% 10,3 55,7
5. Horizontal activities 15,3 0,4 2,9% - 3,2
De toegekende financiering bij de Nederlandse deelname binnen de verschillende KP7-Environment-onderdelen. Hierbij wordt
onderscheid gemaakt tussen de totaal verkregen financiering en de als coördinator verkregen financiering. Daarnaast worden het
totaal beschikbare KP7-Environment-budget en de hieruit volgende retourpercentages voor de onderdelen gegeven. De figuur
vergelijkt de verkregen financiering voor de verschillende KP7-Environment onderdelen. Informatie ontbreekt over 3 kleine
projecten zonder Nederlandse deelname.
Nederlandse organisaties namen deel aan 762 projectvoorstellen in KP7-Environment. Hiervan werden 190 projecten toegekend (25%). Daarnaast scoorden 339 projectvoorstellen (44%) wel de minimaal vereiste score, maar kwamen deze door het beperkte budget en de sterke concurrentie niet voor financiering in aanmerking. In KP7-Environment als geheel behaalde 37% van de ingediende projecten wel de minimaal vereiste score, maar kwam niet voor financiering in aanmerking. Nederlandse organisaties nemen 349 keer deel binnen de 190 succesvolle projecten. Met deze 190 projecten is Nederland vertegenwoordigd in 56% van alle 337 toegekende projecten. In vergelijking met de andere Cooperation-thema’s is dit een groot aandeel (gemiddeld 41%). Nederland behaalt het grootste aandeel (67%) in onderzoeksgebied 2. Kijken we naar de absolute aantallen, dan is Nederland binnen het onderzoeksgebied over Climate change, pollution and risks vertegenwoordigd in de meeste projecten (overzicht 4).
Het Nederlandse slagingspercentage voor alle onderzoeksgebieden is hoger dan het gemiddelde slagings-percentage. Voor projecten op het gebied van Climate change en Earth observation tools behaalt Nederland een zeer hoog slagingspercentage van 28%.
Nederland coördineert 48 van de 337 toegekende projecten binnen dit thema. In vergelijking met de andere thema’s van Cooperation heeft Nederland in dit thema een zeer groot aandeel van 14% als coördinator. In de onderzoeksgebieden 3 en 4 coördineren Nederlandse organisaties 17% van het totaal aantal toege-kende projecten. Het slagingspercentage van Nederland als coördinator van projectvoorstellen is met 32% hoog in vergelijking met het gemiddelde voor alle Cooperation-thema’s.
70 | Environment
Overzicht 4: Deelname aan projecten in Environment
KP7-Environment-onderdeel
Aantal toegekende
KP7- Environment-
projecten
Aantal toegekende
projecten met Nl
deelnemers
Aantal aan-
gevraagde projecten
met Nl deelnemers
Slagings-percentage
Nl
Slagings-percentage
KP7- Environ-
ment
Aantal toegekende
projecten met Nl
coördinator
Aantal toegekende projecten met Nl coördinator
Aantal toegekende projecten met Nl deelnemers
1. Climate change, pollution, and risks 99 58 205 28,3% 17,1% 13
2. Sustainable management of resources 63 42 198 21,2% 13,8% 8
3. Environmental technologies 87 51 215 23,7% 13,7% 15
4. Earth observation and assessment tools for sustainable development
69 35 127 27,6% 22,7% 12
5. Horizontal activities 16 4 17 23,5% 20,5% -
De Nederlandse deelname aan projecten binnen de verschillende KP7-Environment-onderdelen. Hierbij wordt onderscheid gemaakt
tussen het aantal toegekende projecten met één of meerdere Nederlandse deelnemers en het aantal toegekende projecten met
een Nederlandse coördinator. Daarnaast wordt informatie gegeven over het totaal aantal toegekende KP7-Environment-projecten,
het aantal projectvoorstellen met Nederlandse deelname, de slagingspercentages voor projectvoorstellen met Nederlandse
deelname en het gemiddelde KP7-Environment-slagingspercentage. De figuur vergelijkt de deelname aan projecten binnen de
verschillende KP7-Environment-onderdelen. Informatie ontbreekt over 3 kleine projecten zonder Nederlandse deelname.
3. Nederlandse organisatiesEen groot deel van de aan Nederland toegekende financiering is bestemd voor organisaties gevestigd in de regio’s Veluwe, Delft, Utrecht en Amsterdam (overzicht 5). Organisaties die veel deelnemen binnen dit thema zijn Wageningen UR, TNO, Vrije Universiteit, Universiteit Utrecht, Deltares en het Nederlands Instituut voor Ecologie (NIOO-KNAW).
71 | Environment
Overzicht 5: Herkomst Nederlandse deelnemers
geen deelname
�,� - �,� M€
�,� - �,� M€
�,� - �,� M€
�,� - �,� M€
�,� - ��,� M€
De toegekende KP7-Environment-financiering voor de Nederlandse regio’s.
Van de aan Nederland toegekende financiering is 7% bestemd voor het mkb (overzicht 6). In dit thema als geheel gaat 9% van het totale budget naar het mkb. Het groot bedrijfsleven ontvangt een klein deel van de financiering: 4% in Nederland en 3% in totaal. De deelname van private partijen aan dit onderzoeksthema is daarmee beperkt. Het grootste deel van de toegekende financiering is bestemd voor onderwijs- en onderzoeksinstellingen.
Overzicht 6: Toegekende financiering naar organisatietype
De toegekende financiering bij de Nederlandse deelname binnen het thema Environment voor verschillende organisatietypen.
Er wordt onderscheid gemaakt tussen de volgende categorieën: midden- en kleinbedrijf (mkb), groot bedrijfsleven, onderzoeks-
organisaties, hoger- en voortgezet onderwijs en overige organisaties (zoals overheid en stichtingen).
72 | Environment
4. Internationale samenwerkingIn overzicht 7 zien we dat in de 190 projecten met Nederlandse deelnemers het meest wordt samengewerkt met organisaties afkomstig uit het Verenigd Koninkrijk (346 keer) en Duitsland (338 keer), gevolgd door Frankrijk (189 keer), Italië (189 keer) en Spanje (163 keer).
Binnen deze landen wordt vaak samengewerkt met de Natural Environment Research Council (NERC; Verenigd Koninkrijk), Consiglio Nazionale delle Ricerche (CNR; Italië), Max Planck Instituut (Duitsland), Agencia Estatal Consejo Superior de Investigaciones Cientificas (Spanje), Potsdam Institut fuer Klimafolgenforschung (Duitsland) en het Helmholtz-Zentrum fuer Umweltforschung (UFZ; Duitsland).Daarnaast wordt er veel samengewerkt met het Joint Research Centre (JRC, Europese Commissie), Eidgenössische Technische Hochschule Zürich (ETH; Zwitserland), Technische Universiteit Denemarken, Internationales Institut fuer Angewandte Systemanalyse (Oostenrijk) en Suomen Ymparistokeskus (Finland).
Overzicht 7: Herkomst internationale samenwerkingspartners
geen partners
� - ��
�� - ��
�� - ���
��� - ���
��� - ���
Het aantal Europese samenwerkingspartners van Nederlandse deelnemers in succesvolle KP7-Environment-projectvoorstellen
per land.
73 | Environment
5. Trends Nederland presteert goed in het thema Environment. De behaalde retour en het aandeel van Nederland in het totale aantal projecten is na het thema FAFB het hoogst van alle Cooperation-thema’s. De behaalde retour en het slagingspercentage in dit thema laten een stijgende lijn zien (overzicht 8).In de periode 2007-2010 is de aan Nederland toegekende financiering dus gestegen ten opzichte van de stijging van het totaal beschikbare budget binnen het thema Environment. Nederlandse organisaties hebben daar bovendien met een toenemend slagingspercentage gebruik van gemaakt.
Overzicht 8: Trends
Periode Toegekende financiering
KP7- Environment
(M€)
Toegekende financiering
Nl (M€)
retour- percentage
Nl
Aantal toegekende
projecten met Nl
deelnemers
Slagings-percentage
Nl
rechter schaal:Toegekende financiering KP7-Environment (M€)
begrote totaal beschikbare financiering KP7-Environment (M€) linker schaal:
Toegekende financiering Nl (M€)
`2007 207,3 20,0 9,6% 39 19,0%
2007-2008 434,9 41,0 9,4% 79 21,4%
2007-2009 643,8 64,2 10,0% 116 23,4%
2007-2010 1.033,9 109,6 10,6% 189 24,9%
2007-2011* 1.282,5 109,8 10,5% 190 24,9%
2007-2012* 1.562,3 - - - -
2007-2013* 1.880,4 - - - -
De totaal beschikbare KP7-Environment-financiering en de aan Nederland toegekende financiering per jaar (cumulatief). In dit
overzicht worden ook de retourpercentages, het aantal succesvolle projectvoorstellen en de slagingspercentages gegeven. De
figuur vergelijkt het totaal beschikbare KP7-Environment-budget en de aan Nederland toegekende financiering voor deze periodes.
* Vanaf 2011 wordt de jaarlijks begrote totaal beschikbare KP7-Environment-financiering hierbij opgeteld. De overige cijfers
voor 2011 zijn gebaseerd op de realisatie in 2011 voor zover die opgenomen is in de EC-databases.
74 | Environment
Overzicht: Kerncijfers Nederland in het thema Transport
totaal toegekende KP7-transport financiering (M€) 1.606,9
toegekende financiering NL deelnemers (M€) 87,2
retourpercentage NL 5,4%
toegekende financiering NL mkb (M€) 15,3
totaal aantal toegekende KP7-transport-projecten 488
aantal toegekende projecten met NL deelnemers 199
aandeel NL 40,8%
Slagingspercentage NL 28,8%
Slagingspercentage KP7-transport 22,8%
Transport
75 | transport
1. Het thema TransportHet thema Transport (including Aeronautics) ondersteunt onderzoek naar de ontwikkeling, productie en het gebruik van transportmiddelen zoals vliegtuigen, schepen, wegvoertuigen en treinen. Tevens wordt onderzoek gefinancierd naar het totale transportsysteem en de interactie tussen transportmiddelen. De doelstellingen die daarbij worden nagestreefd zijn onder andere duurzaamheid, efficiëntie en veiligheid van transportmiddelen en het transportsysteem en het vergroten van het concurrentievermogen van de Europese industrie.
Het onderzoek binnen het thema Transport vindt plaats op de volgende onderdelen:1. Aeronautics and air transport2. Sustainable surface transport (rail, road and waterborne) 3. Horizontal activities for implementation of the transport programme4. Support to the European global satellite navigation system (Galileo) and EGNOS
Het onderzoeksgebied Aeronautics and air transport (AAT) richt zich hoofdzakelijk op de ontwikkeling van nieuwe technologieën voor de Europese luchtvaartindustrie. Het onderzoek draait daarbij om het duur-zamer, efficiënter en veiliger maken van het gebruik en de ontwikkeling van vliegtuigen, zodat de Europese industrie een goede concurrentiepositie krijgt. Het onderdeel Sustainable surface transport (SST) omvat onderzoek naar transport over weg, spoor en water. Tevens zijn de verbindingen tussen de modaliteiten (logistiek en intermodaal transport) onderwerp van onderzoek. Ook hier richt het onderzoek zich op het verbeteren van de duurzaamheid, efficiëntie en veiligheid van vervoermiddelen en het vervoersysteem in Europa. Het derde onderdeel bestaat uit een klein horizontaal programma dat de uitvoering van het onderzoek over het gehele thema ondersteunt. Dit onderdeel draagt ook bij aan het publiek-private partnerschap European Green Cars Initiative, de cross-thematische oproepen van Oceans of Tomorrow en het demonstratiepro-gramma CIVITAS.Het vierde onderzoeksgebied richt zich op Galileo; het Europese alternatief voor het Amerikaanse GPS. De ontwikkeling van de Galileo-infrastructuur wordt door de Europese Commissie en de lidstaten gefinancierd. Het budget binnen KP7 wordt gebruikt om toepassingen voor Galileo te ontwikkelen. Deze toepassingen hoeven zich niet te beperken tot het transportdomein, maar kunnen binnen vrijwel elk domein gezocht worden. Binnen de Europese Commissie dragen twee DG’s bij aan dit thema, DG-RTD en DG-MOVE (voorheen DG-TREN). DG-RTD richt zich voornamelijk op onderzoeksprojecten waarin de industrie samenwerkt met kennisinstellingen. DG-MOVE neemt meestal zeer afgebakende onderwerpen in haar programma op, die bijdragen aan de kennis- en beleidsontwikkeling van DG-MOVE. Het vierde onderzoeksgebied Galileo komt geheel voor rekening van de Galileo Supervisory Agency (GSA). Begin 2011 sloot de laatste Galileo oproep.
Vanuit het thema Transport wordt ook een bijdrage van 800 miljoen euro geleverd aan het Joint Technology Initiative (JTI) Clean Sky. Daarnaast wordt vanuit het thema Transport ook het JTI Fuel Cells and Hydrogen mede gefinancierd. Dit is een gezamenlijke JTI van de KP7-thema’s Energy, NMP, Environment en Transport met een totale bijdrage van 450 miljoen euro vanuit de vier thema-budgetten. Vanuit het thema Transport wordt hieraan circa 80 miljoen euro bijgedragen. Tevens levert het thema Transport een bijdrage van 350 miljoen euro aan het SESAR-programma voor de ontwikkeling van de Single European Sky. De gegevens over de Nederlandse deelname in deze JTI’s zijn niet in deze analyse opgenomen.
76 | transport
2. Deelname 2.1. Nederland in Europa
De cijfers in deze analyse hebben betrekking op KP7-oproepen gepubliceerd in de periode tot en met 2010. Op basis van de toegekende financiering gedurende deze periode behaalt Nederland in dit thema een zesde plaats (overzicht 1). De behaalde retour in dit thema (5,4%) blijft achter bij de gemiddelde behaalde retour voor Nederland in KP7 (6,7%). Een verklaring hiervoor is dat Nederland weinig luchtvaart- en auto-industrie heeft, terwijl grote delen van dit programma bij uitstek gericht zijn op partijen uit deze industrieën.
Overzicht 1: Top-10 deelnemende landen op basis van verkregen financiering
land land-code
Toegekende financiering
KP7-Transport (M€)
retour- percentage
retourpercentage
1 Duitsland DE 324,8 20,2%
ElATSEbENlESITUKFrDE
2 Frankrijk Fr 257,5 16,0%
3 Verenigd Koninkrijk UK 197,4 12,3%
4 Italië It 169,4 10,5%
5 Spanje ES 95,0 5,9%
6 Nederland NL 87,2 5,4%
7 België BE 78,4 4,9%
8 Zweden SE 76,5 4,8%
9 Oostenrijk at 39,7 2,5%
10 Griekenland EL 39,6 2,5%
top-10 deelnemende landen gerangschikt op basis van de toegekende KP7-Transport-financiering per land. Daarnaast wordt het
hieraan gerelateerde retourpercentage gegeven. Dit is het aandeel van het tot nu toe totaal toegekende KP7-Transport-budget
(1.607 miljoen euro). De figuur vergelijkt de ontvangen financiering.
77 | transport
Nederland behaalt een zevende plaats wanneer we kijken naar het aantal toegekende projecten (overzicht 2). Nederland haalt een slagingspercentage van 29%. Dit slagingspercentage is hoger dan de slagingspercentages behaald door de meeste landen in de top-10.
Overzicht 2: Top-10 deelnemende landen op basis van deelname aan projecten
land land-code
Aantal toegekende KP7-Transport-
projecten waaraan een land deelneemt
Slagings- percentage
Aantal projecten en slagingspercentage
1 Duitsland DE 355 25,9%
Slagingspercentage
aantal projecten
DE
It
ELPL
Fr
BE
NL
SE
ES
UK
2 Verenigd Koninkrijk UK 306 25,5%
3 Frankrijk Fr 296 27,7%
4 Italië It 274 23,0%
5 Spanje ES 216 22,7%
6 België BE 212 28,0%
7 Nederland NL 199 28,8%
8 Zweden SE 156 30,5%
9 Griekenland EL 125 19,4%
10 Oostenrijk PL 108 23,9%
top-10 deelnemende landen gerangschikt op basis van het aantal toegekende KP7-Transport-projectvoorstellen met één of
meerdere deelnemers uit het betreffende land. In totaal zijn 488 projectvoorstellen toegekend. Daarnaast worden ook de slagings-
percentages, een maat voor de efficiëntie van deelname, gegeven. In de figuur worden beide aspecten gerelateerd: hoe meer een
land in de rechterbovenhoek is gepositioneerd, des te beter de prestatie. In dat geval heeft het betreffende land zowel een hoog
slagingspercentage als een groot aantal succesvolle projectvoorstellen.
78 | transport
2.2. Financiering en projecten per onderdeel
In totaal ontvangt Nederland 87 miljoen euro financiering uit het thema Transport. Iets meer dan de helft hiervan is afkomstig uit het onderzoekgebied Sustainable surface transport, het onderzoeksgebied waarvoor de meeste financiering beschikbaar is (overzicht 3). De behaalde retour op dit onderdeel is iets hoger dan in het onderzoeksgebied Aeronautics and air transport. De behaalde retour in onderzoeksgebied 4 Support to the European global satellite navigation system (Galileo) and EGNOS is met 3,5% laag. In de derde en laatste oproep voor Galileo scoorde Nederland overigens beter dan in de eerste Galileo-oproepen. De gegevens van deze oproep zijn echter nog niet beschikbaar in de EC-databases.
Overzicht 3: Toegekende financiering in Transport
KP7-Transport-onderdeel Toegekende financiering
KP7-Transport- deelnemers
(M€)
Toegekende financiering
Nl deelnemers
(M€)
retour- percentage
Nl
Toegekende financiering Nl coördinatoren
(M€)
Aangevraagde financiering Nl
deelnemers (M€)
Toegekende financiering Nl coördinatoren (M€)
Toegekende financiering Nl deelnemers (M€)
1. aeronautics and air transport 663,3 35,8 5,4% 7,6 168,8
2. Sustainable surface transport (rail, road and waterborne)
852,6 48,0 5,6% 14,8 168,3
3. Horizontal activities for implementation of the transport programme
38,4 1,7 4,4% 0,3 9,4
4. Support to the European global satellite navigation system (Galileo) and EGNOS
50,5 1,8 3,5% - 6,7
De toegekende financiering bij de Nederlandse deelname binnen de verschillende KP7-Transport-onderdelen. Hierbij wordt
onderscheid gemaakt tussen de totaal verkregen financiering en de als coördinator verkregen financiering. Daarnaast worden
de totaal beschikbare KP7-Transport-financiering en de hieruit volgende retourpercentages voor de onderdelen gegeven.
De figuur vergelijkt de verkregen financiering voor de verschillende KP7-Transport onderdelen. Informatie ontbreekt over
1 klein project zonder Nederlandse deelname.
Nederlandse organisaties namen deel aan 691 projectvoorstellen in Transport. Hiervan zijn 199 projecten toegekend (29%). Daarnaast scoorden 249 projectvoorstellen (36%) wel de minimaal vereiste score, maar kwamen deze door het beperkte budget en de sterke concurrentie niet voor financiering in aanmerking. In KP7-Transport als geheel behaalde 32% van de ingediende projecten wel de minimaal vereiste score, maar kwam niet voor financiering in aanmerking. Nederlandse organisaties nemen 336 maal deel aan de 199 succesvolle projecten in het thema Transport. Met deze 199 projecten is Nederland vertegenwoordigd in 41% van alle 488 toegekende projecten. In vergelijking met de andere Cooperation-thema’s is dit een gemiddeld resultaat. Nederland behaalt het grootste aandeel (51%) in het eerste onderzoeksgebied Aeronautics and air transport. Het aandeel van Nederland in het vierde onderzoeksgebied gericht op Galileo is laag (21%). Kijken we naar de absolute aantallen, dan is Nederland binnen Sustainable surface transport vertegenwoordigd in de meeste projecten (overzicht 4).
79 | transport
Het Nederlandse slagingspercentage voor alle onderzoeksgebieden is, met uitzondering van de Horizontal activities, hoger dan het gemiddelde slagingspercentage. Het slagingspercentage in onderdeel 4 is ondanks het kleine aandeel relatief hoog (38%).
Nederland coördineert 29 van de 488 toegekende projecten binnen dit thema. In de onderzoeksgebieden 1 (AAT) en 2 (SST) wordt 7% van alle toegekende projecten gecoördineerd door een Nederlandse organisatie. In vergelijking met de andere thema’s van Cooperation (7%) behaalt Nederland in dit thema als geheel met 6% een iets lager aandeel als coördinator. Het slagingspercentage van Nederland als coördinator is met 27% hoger dan het gemiddelde van alle Cooperation-thema’s (24%).
Overzicht 4: Deelname aan projecten in Transport
KP7-Transport-onderdeel Aantal toegekende
KP7- Transport-
projecten
Aantal toegekende
projecten met Nl
deelnemers
Aantal aan-
gevraagde projecten
met Nl deelnemers
Slagings-percentage
Nl
Slagings-percentage
KP7- Transport
Aantal toegekende
projecten met Nl
coördinator
Aantal toegekende projecten met Nl coördinator
Aantal toegekende projecten met Nl deelnemers
1. aeronautics and air transport 148 75 280 26,8% 20,7% 10
2. Sustainable surface transport (rail, road and waterborne)
250 103 330 31,2% 23,1% 18
3. Horizontal activities for implementation of the transport programme
36 10 51 19,6% 21,4% 1
4. Support to the European global satellite navigation system (Galileo) and EGNOS
53 11 29 37,9% 31,4% -
De Nederlandse deelname aan projecten binnen de verschillende KP7-Transport-onderdelen. Hierbij wordt onderscheid gemaakt
tussen het aantal toegekende projecten met één of meerdere Nederlandse deelnemers en het aantal toegekende projecten met
een Nederlandse coördinator. Daarnaast wordt informatie gegeven over het totaal aantal toegekende KP7-Transport-projecten, het
aantal projectvoorstellen met Nederlandse deelname, de slagingspercentages voor projectvoorstellen met Nederlandse deelname
en het gemiddelde KP7-Transport-slagingspercentage. De figuur vergelijkt de deelname aan projecten binnen de verschillende
KP7-Transport-onderdelen. Informatie ontbreekt over 1 klein project zonder Nederlandse deelname.
3. Nederlandse organisatiesEen groot deel van de aan Nederland toegekende financiering is bestemd voor organisaties gevestigd in de regio’s Delft, Amsterdam en Den Haag (overzicht 5). Organisaties die veel deelnemen aan dit thema zijn NLR, TNO en de Technische Universiteit Delft.
80 | transport
Overzicht 5: Herkomst Nederlandse deelnemers
geen deelname
�,� - �,� M€
�,� - �,� M€
�,� - �,� M€
�,� - �,� M€
�,� - ��,� M€
De toegekende KP7-Transport-financiering voor de Nederlandse regio’s.
Aan het thema Transport nemen relatief veel bedrijven deel. In Nederland is respectievelijk 15% en 16% van de toegekende financiering bestemd voor het mkb en het groot bedrijfsleven (overzicht 6). Wanneer we kijken naar de verdeling van de tot nu toe toegekende financiering in het gehele Transport-programma dan blijkt dat in totaal respectievelijk 18% en 36% is toegekend aan het mkb en het groot bedrijfsleven. In vergelijking met de overige KP7-thema’s en -onderdelen gaat binnen Transport een uitzonderlijk groot bedrag naar de industrie. In vergelijking met het gehele KP7-Transport-programma gaat er in Nederland relatief weinig financiering naar het groot bedrijfsleven. In Nederland bestaat namelijk weinig grote luchtvaart- en auto-industrie. Het Nederlandse mkb verkrijgt de meeste financiering (8 miljoen euro) voor projecten in het onderzoeks-gebied Sustainable surface transport. Relatief gezien krijgt het mkb de meeste financiering binnen het vierde onderzoeksgebied gericht op Galileo. Hier komt 46% van de financiering ten goede aan het mkb.
Overzicht 6: Toegekende financiering naar organisatietype
De toegekende financiering bij de Nederlandse deelname binnen het thema Transport voor verschillende organisatietypen. Er wordt
onderscheid gemaakt tussen de volgende categorieën: midden- en kleinbedrijf (mkb), groot bedrijfsleven, onderzoeksorganisaties,
hoger- en voortgezet onderwijs en overige organisaties (zoals overheid en stichtingen).
81 | transport
4. Internationale samenwerkingIn overzicht 7 zien we dat in de 199 projecten met Nederlandse deelnemers het meest wordt samengewerkt met organisaties afkomstig uit Duitsland (448 keer), Frankrijk (415 keer) Verenigd Koninkrijk (304 keer) en Italië (264 keer).
Binnen deze landen werken Nederlandse organisaties het meest samen met het Deutsches Zentrum Fuer Luft- und Raumfahrt (DLR; Duitsland), Office National d’Etudes et de Recherches Aerospatiales (ONERA; Frankrijk), EADS Deutschland, Airbus Operations (Frankrijk), Centro Italiano Richerche Aerospaziali (Italië), Alenia Aeronautica (Italië) en de Universiteit van Southampton (Verenigd Koninkrijk).Daarnaast wordt er veel samengewerkt met Chalmers Tekniska Hoegskola (Zweden).
Overzicht 7: Herkomst internationale samenwerkingspartners
geen partners
� - ��
�� - ��
�� - ��
�� - ���
��� - ���
Het aantal Europese samenwerkingspartners van Nederlandse deelnemers in succesvolle KP7-Transport-projectvoorstellen per land.
82 | transport
5. Trends Nederland heeft na de stijging in 2008 een stabiel retourpercentage van 5,4% (overzicht 8). In 2009 is er geen grote oproep geweest waardoor de toegekende bedragen in die periode maar zeer beperkt zijn gestegen. Ook het slagingspercentage is stabiel. Het gemiddelde slagings-percentage in de periode 2007-2010 is 29%. In deze periode is de aan Nederland toegekende financiering dus licht gestegen ten opzichte van de stijging van het totaal beschikbare budget binnen het thema Transport. Nederlandse organisaties hebben daar met een vrij constant slagingspercentage gebruik van gemaakt.
Overzicht 8: Trends
Periode Toegekende financiering
KP7- Transport
(M€)
Toegekende financiering
Nl (M€)
retour- percentage
Nl
Aantal toegekende
projecten met Nl
deelnemers
Slagings-percentage
Nl
rechter schaal:Toegekende financiering KP7-Transport (M€)
begrote totaal beschikbare financiering KP7-Transport (M€) linker schaal:
Toegekende financiering Nl (M€)
2007 520,5 25,3 4,9% 54 30,3%
2007-2008 1.029,7 55,1 5,4% 118 28,4%
2007-2009 1.061,4 56,4 5,3% 126 28,8%
2007-2010 1.572,8 85,4 5,4% 196 28,8%
2007-2011* 1.883 87,2 5,4% 199 28,8%
2007-2012* 2.311 - - - -
2007-2013* 2.747 - - - -
De totaal beschikbare KP7-Transport-financiering en de aan Nederland toegekende financiering per jaar (cumulatief). In dit
overzicht worden ook de retourpercentages, het aantal succesvolle projectvoorstellen en de slagingspercentages gegeven. De
figuur vergelijkt het totaal beschikbare KP7-Transport-budget en de aan Nederland toegekende financiering voor deze periodes.
* Vanaf 2011 wordt de jaarlijks begrote totaal beschikbare KP7-Transport-financiering hierbij opgeteld. De overige cijfers voor
2011 zijn gebaseerd op de realisatie in 2011 voor zover die opgenomen is in de EC-databases.
83 | transport
Overzicht: Kerncijfers Nederland in het thema SSH
totaal toegekende KP7-SSH-financiering (M€) 281,1
toegekende financiering NL deelnemers (M€) 22,2
retourpercentage NL 7,9%
toegekende financiering NL mkb (M€) 0,6
totaal aantal toegekende KP7-SSH-projecten 156
aantal toegekende projecten met NL deelnemers 69
aandeel NL 44,2%
Slagingspercentage NL 13,0%
Slagingspercentage KP7-SSH 9,1%
Socio-economic sciences and the humanities (SSH)
84 | Socio-economic sciences and the humanities (SSH)
1. Het thema SSHHet thema Socio-economic sciences and the humanities (SSH) beoogt inzicht te krijgen in de sociale en economi-sche uitdagingen waarmee Europa geconfronteerd wordt. Doel van dit thema is om bij te dragen aan de ontwikkeling van nieuw beleid als antwoord op actuele Europese problemen. Voorbeelden van onder-werpen die aan de orde komen zijn de ontwikkeling van de Europese kennismaatschappij, de diensten-economie, stadsontwikkeling, de gevolgen van veranderend consumptiegedrag, culturele diversiteit binnen Europa en het Europese burgerschap.
Het thema Socio-economic sciences and the humanities bestaat uit acht onderzoeksgebieden:1. Growth, employment and competitiveness in a knowledge society 2. Combining economic, social and environmental objectives in a European perspective –
Paths towards sustainable development3. Major trends in society and their implications4. Europe in the world5. The citizen in the European Union6. Socio-economic and scientific indicators7. Foresight activities8. Horizontal actions
Binnen dit thema worden vooral kleine en middelgrote onderzoeksprojecten gefinancierd. Vaak zijn hierbij ook zogenoemde ‘civil society’-organisaties betrokken.
2. Deelname 2.1. Nederland in Europa
De cijfers in deze analyse hebben betrekking op KP7-oproepen gepubliceerd in de periode tot en met 2010. Op basis van de toegekende financiering gedurende deze periode behaalt Nederland een vierde plaats in Europa (overzicht 1). De behaalde retour in dit thema (7,9%) is hoog in vergelijking met de gemiddelde retour voor Nederland in KP7 (6,7%).
85 | Socio-economic sciences and the humanities (SSH)
Overzicht 1: Top-10 deelnemende landen op basis van verkregen financiering
land land-code
Toegekende financiering
KP7-SSH (M€)
retour- percentage
retourpercentage
1 Verenigd Koninkrijk UK 50,2 17,8%
SEATESFIFrbENlITDEUK
2 Duitsland DE 31,4 11,2%
3 Italië It 24,4 8,7%
4 Nederland NL 22,2 7,9%
5 België BE 19,9 7,1%
6 Frankrijk Fr 18,9 6,7%
7 Finland FI 13,8 4,9%
8 Spanje ES 11,5 4,1%
9 Oostenrijk at 10,6 3,8%
10 Zweden SE 8,7 3,1%
top-10 deelnemende landen gerangschikt op basis van de toegekende KP7-SSH-financiering per land. Daarnaast wordt het
hieraan gerelateerde retourpercentage gegeven. Dit is het aandeel van het tot nu toe totaal toegekende KP7-SSH-budget
(281 miljoen euro). De figuur vergelijkt de ontvangen financiering.
Nederland behaalt een vijfde plaats op basis van het aantal toegekende projecten (overzicht 2). In vergelijking met de andere landen in de top-10 behaalt Nederland een hoog slagingspercentage (13%). Echter, in vergelijking met de andere thema’s van Cooperation (24%) is dit slagingspercentage laag.
Overzicht 2: Top-10 deelnemende landen op basis van deelname aan projecten
land land-code
Aantal toegekende KP7-SSH-projecten
waaraan een land deelneemt
Slagings- percentage
Aantal projecten en slagingspercentage
1 Verenigd Koninkrijk UK 125 11,7%
Slagingspercentage
aantal projecten
UK
It Fr
BE
NL
FIat SE
ES
DE
2 Duitsland DE 104 11,3%
3 Italië It 88 9,9%
4 Frankrijk Fr 84 13,8%
5 Nederland NL 69 13,0%
6 België BE 59 14,1%
7 Spanje ES 58 8,2%
8 Zweden SE 43 12,5%
9 Oostenrijk at 42 11,3%
10 Finland FI 31 9,6%
top-10 deelnemende landen gerangschikt op basis van het aantal toegekende KP7-SSH-projectvoorstellen met één of
meerdere deelnemers uit het betreffende land. In totaal zijn 156 projectvoorstellen toegekend. Daarnaast worden ook de
slagingspercentages, een maat voor de efficiëntie van deelname, gegeven. In de figuur worden beide aspecten gerelateerd:
hoe meer een land in de rechterbovenhoek is gepositioneerd, des te beter de prestatie. In dat geval heeft het betreffende
land zowel een hoog slagingspercentage als een groot aantal succesvolle projectvoorstellen.
86 | Socio-economic sciences and the humanities (SSH)
2.2. Financiering en projecten per onderdeel
In het thema SSH behaalt Nederland een retourpercentage van 7,9% en ontvangt 22 miljoen euro financiering. Nederlandse organisaties ontvangen de meeste financiering in het onderzoeksgebied Combining economic, social and environment objectives in a European perspective. Het retourpercentage voor dit onderdeel is hoog (12,9%; overzicht 3). Nederlandse deelnemers coördineren drie projecten in dit onder-zoeksgebied en ontvangen drie miljoen euro. Nederland behaalt echter een lage retour in de grote onderdelen Growth, employment and competitiveness in a knowledge society en The citizen in the European Union.
Overzicht 3: Toegekende financiering in SSH
KP7-SSH-onderdeel Toegekende financiering
KP7-SSH- deelnemers
(M€)
Toegekende financiering
Nl deelnemers
(M€)
retour- percentage
Nl
Toegekende financiering Nl coördinatoren
(M€)
Aangevraagde financiering Nl
deelnemers (M€)
Toegekende financiering Nl coördinatoren (M€)
Toegekende financiering Nl deelnemers (M€)
1. Growth, employment and competitiveness in a knowledge society
47,3 2,7 5,8% 0,8 33,2
2. Combining economic, social and environmental objectives in a European perspective
53,8 6,9 12,9% 3,2 47,4
3. Major trends in society and their implications 43,8 4,3 9,7% 1,5 31,9
4. Europe in the world 45,7 3,3 7,3% 0,9 26,1
5. the citizen in the European Union 43,1 1,8 4,2% 0,6 30,9
6. Socio-economic and scientific indicators 16,5 2,0 11,9% 0,7 5,8
7. Foresight activities 9,4 0,6 6,6% 0,3 2,8
8. Horizontal actions 21,2 0,5 2,6% 0,0 2,8
De toegekende financiering bij de Nederlandse deelname binnen de verschillende KP7-SSH-onderdelen. Hierbij wordt onderscheid
gemaakt tussen de totaal verkregen financiering en de als coördinator verkregen financiering. Daarnaast worden de totaal
beschikbare KP7-SSH-financiering en de hieruit volgende retourpercentages voor de onderdelen gegeven. De figuur vergelijkt
de verkregen financiering voor de verschillende KP7-SSH-onderdelen. Informatie ontbreekt over 2 kleine projecten zonder
Nederlandse deelname.
Nederlandse organisaties namen deel aan 529 projectvoorstellen in KP7-SSH. Hiervan werden 69 projecten toegekend (13%). Daarnaast scoorden 316 projectvoorstellen (60%) wel de minimaal vereiste score, maar kwamen deze door het beperkte budget en de sterke concurrentie niet voor financiering in aanmerking. In KP7 als geheel behaalde 51% van de ingediende projecten wel de minimaal vereiste score, maar kwam niet voor financiering in aanmerking. Nederlandse organisaties nemen 98 keer deel binnen de 69 succesvolle projecten. Met deze 69 projecten is Nederland vertegenwoordigd in 42% van alle 156 toegekende projecten. In vergelijking met de andere Cooperation-thema’s waarin Nederland een gemiddeld aandeel van 40% behaalt is dit een gemiddeld aandeel. Nederland behaalt het grootste aandeel in de onderzoeksgebieden 2 (58%) en
87 | Socio-economic sciences and the humanities (SSH)
6 (55%). Het aandeel van Nederland in de onderzoeksgebieden 5 (29%) en 8 (31%) is kleiner. In absolute aantallen is Nederland in de onderdelen 2 en 3 vertegenwoordigd in de meeste projecten.
Het thema SSH wordt gekenmerkt door een hoge concurrentie en daarmee een zeer laag gemiddeld slagingspercentage. Voor de eerste vijf onderzoeksgebieden is het KP7-SSH-slagingspercentage lager dan 10% (overzicht 4). Het slagingspercentage voor Nederland is voor alle onderzoeksgebieden hoger dan het gemiddelde slagingspercentage. Nederland behaalt een relatief hoog slagingspercentage in de onderdelen 6 en 7. Het slagingspercentage voor Nederland binnen de onderdelen Growth, employment and competitiveness in a knowledge society en The citizen in the European Union, is nauwelijks hoger dan het gemiddelde KP7-SSH-slagingspercentage op deze onderdelen.
Nederland coördineert 16 van de 156 toegekende projecten binnen dit thema (10%), een boven gemiddeld aandeel in vergelijking met de andere thema’s van Cooperation (7%). Nederlandse organisaties coördineren vijf projecten binnen het onderdeel Major trends in society and their implications. Nederland behaalt een slagingspercentage van 16% als coördinator: 16 van de 101 ingediende projectvoorstellen komen in aanmerking voor financiering. Dit is lager dan het gemiddelde Nederlandse slagingspercentage als coördinator binnen KP7-Cooperation (24%).
Overzicht 4: Deelname aan projecten in SSH
KP7-SSH-onderdeel Aantal toe-
gekende KP7-SSH- projecten
Aantal toegekende
projecten met Nl
deelnemers
Aantal aan-
gevraagde projecten
met Nl deelnemers
Slagings-percentage
Nl
Slagings-percentage
KP7-SSH
Aantal toegekende
projecten met Nl
coördinator
Aantal toegekende projecten met Nl coördinator
Aantal toegekende projecten met Nl deelnemers
1. Growth, employment and competitiveness in a knowledge society
22 9 96 9,4% 8,6% 1
2. Combining economic, social and environmental objectives in a European perspective
24 14 114 12,3% 7,0% 3
3. Major trends in society and their implications 25 13 100 13,0% 7,6% 5
4. Europe in the world 23 11 73 15,1% 8,5% 2
5. the citizen in the European Union 24 7 95 7,4% 6,9% 1
6. Socio-economic and scientific indicators 11 6 24 25,0% 15,1% 2
7. Foresight activities 9 4 10 40,0% 32,1% 1
8. Horizontal actions 16 5 16 31,3% 24,6% 1
De Nederlandse deelname aan projecten binnen de verschillende KP7-SSH-onderdelen. Hierbij wordt onderscheid gemaakt
tussen het aantal toegekende projecten met één of meerdere Nederlandse deelnemers en het aantal toegekende projecten
met een Nederlandse coördinator. Daarnaast wordt informatie gegeven over het totaal aantal toegekende KP7-SSH-projecten,
het aantal projectvoorstellen met Nederlandse deelname, de slagingspercentages voor projectvoorstellen met Nederlandse
deelname en het gemiddelde KP7-SSH-slagingspercentage. De figuur vergelijkt de deelname aan projecten binnen de verschillende
KP7-SSH-onderdelen. Informatie ontbreekt over 2 kleine projecten zonder Nederlandse deelname.
88 | Socio-economic sciences and the humanities (SSH)
3. Nederlandse organisatiesEen groot deel van de aan Nederland toegekende financiering is bestemd voor organisaties gevestigd in de regio Amsterdam, gevolgd door de regio’s Utrecht en Groningen (overzicht 5). De universiteiten van Amsterdam, Utrecht, Maastricht en Groningen nemen vaak deel aan dit thema.
Overzicht 5: Herkomst Nederlandse deelnemers
geen deelname
�,� - �,� M€
�,� - �,� M€
�,� - �,� M€
�,� - �,� M€
�,� - �,� M€
De toegekende KP7-SSH-financiering voor de Nederlandse regio’s.
89 | Socio-economic sciences and the humanities (SSH)
Van de aan Nederland toegekende financiering is 3% bestemd voor het mkb (overzicht 6). Voor het totale thema SSH gaat gemiddeld 5% naar het mkb. Het groot bedrijfsleven ontvangt een nog kleiner deel van de financiering: 1% in Nederland en 4% in KP7-SSH. Verreweg het grootste deel van de toegekende financiering is bestemd voor onderwijsinstellingen.
Overzicht 6: Toegekende financiering naar organisatietype
De toegekende financiering bij de Nederlandse deelname binnen het thema SSH voor verschillende organisatietypen. Er wordt
onderscheid gemaakt tussen de volgende categorieën: midden- en kleinbedrijf (mkb), groot bedrijfsleven, onderzoeksorganisaties,
hoger- en voortgezet onderwijs en overige organisaties (zoals overheid en stichtingen).
90 | Socio-economic sciences and the humanities (SSH)
4. Internationale samenwerkingIn overzicht 7 zien we dat in de 69 projecten met Nederlandse deelnemers het meest wordt samengewerkt met organisaties afkomstig uit het Verenigd Koninkrijk (97 keer), Duitsland (81 keer), Italië (56 keer), België (50 keer) en Frankrijk (47 keer).
Binnen deze landen werken Nederlandse organisaties het meest samen met London School of Economics and Political Science (Verenigd Koninkrijk), Katholieke Universiteit Leuven (België), Centre for European Policy Studies (CEPS; België), Universita Commerciale ‘Luigi Bocconi’ (Italië), Université Libre de Bruxelles (België) en de Universiteit van Manchester (Verenigd Koninkrijk).Daarnaast wordt er veel samengewerkt met de Universiteit van Ljubljana (Slovenië), Kozep-Europai Egyetem (Hongarije) en de Universiteit van Lunds (Zweden).
Overzicht 7: Herkomst internationale samenwerkingspartners
geen partners
� - �
� - ��
�� - ��
�� - ��
�� - ��
Het aantal Europese samenwerkingspartners van Nederlandse deelnemers in succesvolle KP7-SSH-projectvoorstellen per land.
91 | Socio-economic sciences and the humanities (SSH)
5. Trends De prestaties van Nederland in SSH laten een lichte daling zien. De behaalde retour is in de afgelopen jaren gedaald van 8,6% tot 7,9% in de periode 2007-2010. Ook het slagingspercentage is in diezelfde periode gedaald van 16% tot 13% (overzicht 8). In deze periode is de aan Nederland toegekende financiering dus licht gedaald ten opzichte van de stijging van het totaal beschikbare budget binnen het thema SSH. Nederlandse organisaties hebben daar met een iets afnemend slagingspercentage gebruik van gemaakt.
Overzicht 8: Trends
Periode Toegekende financiering
KP7-SSH (M€)
Toegekende financiering
Nl (M€)
retour- percentage
Nl
Aantal toegekende
projecten met Nl
deelnemers
Slagings-percentage
Nl
rechter schaal:Toegekende financiering KP7-SSH (M€)
begrote totaal beschikbare financiering KP7-SSH (M€) linker schaal:
Toegekende financiering Nl (M€)
2007 134,6 11,6 8,6% 43 16,0%
2007-2008 140,6 11,6 8,3% 44 16,3%
2007-2009 213,8 17,3 8,1% 61 14,3%
2007-2010 280,9 22,2 7,9% 68 13,0%
2007-2011* 365 22,2 7,9% 69 13,0%
2007-2012* 457 - - - -
2007-2013* 565 - - - -
De totaal beschikbare KP7-SSH-financiering en de aan Nederland toegekende financiering per jaar (cumulatief). In dit overzicht
worden ook de retourpercentages, het aantal succesvolle projectvoorstellen en de slagingspercentages gegeven. De figuur
vergelijkt het totaal beschikbare KP7-SSH-budget en de aan Nederland toegekende financiering voor deze periodes.
* Vanaf 2011 wordt de jaarlijks begrote totaal beschikbare KP7-SSH-financiering hierbij opgeteld. De overige cijfers voor 2011 zijn
gebaseerd op de realisatie in 2011 voor zover die opgenomen is in de EC-databases.
92 | Socio-economic sciences and the humanities (SSH)
Overzicht: Kerncijfers Nederland in het thema Space
totaal toegekende KP7-Space-financiering (M€) 478,2
toegekende financiering NL deelnemers (M€) 20,0
retourpercentage NL 4,2%
toegekende financiering NL mkb (M€) 4,7
totaal aantal toegekende KP7-Space-projecten 161
aantal toegekende projecten met NL deelnemers 50
aandeel NL 31,1%
Slagingspercentage NL 46,7%
Slagingspercentage KP7-Space 31,2%
Space
93 | Space
1. Het thema SpaceOnderzoek binnen dit thema richt zich op het vergroten van observatiemogelijkheden voor milieuveilig-heid, landbouw, bosbouw, meteorologie, burgerbescherming en risicobeheer, de verdere exploratie van de ruimte en het versterken van de fundamenten van de ruimtevaart om de concurrentiekracht en onafhanke-lijkheid van Europa te vergroten.
De onderzoeksactiviteiten binnen dit thema richten zich op de volgende gebieden:1. Space-based applications at the service of the European society 2. Strengthening the foundations of space science and technology 3. Cross-cutting activities
Het eerste onderzoeksgebied richt zich op de ontwikkeling van op satelliettechnologie gebaseerde observatiesystemen en -technieken voor milieu- en veiligheidsbeheer op de grond, op zee en in de lucht. In het tweede onderzoeksonderdeel worden projecten gefinancierd die zich richten op versterking van de fundamenten van de ruimtevaart. Het gaat hierbij onder meer om onderzoek op het gebied van ruimte-exploratie en nieuwe concepten voor ruimtetransport. De activiteiten in het derde domein omvatten onder meer disseminatieprojecten, projecten gericht op het stimuleren van internationale samenwerking met landen buiten de EU en projecten die mkb-participatie bevorderen.
2. Deelname 2.1. Nederland in Europa
De cijfers in deze analyse hebben betrekking op KP7-oproepen gepubliceerd in de periode tot en met 2010. Op basis van de toegekende financiering gedurende deze periode behaalt Nederland een zevende plaats in Europa (overzicht 1). De voor Nederland behaalde retour (4,2%) is laag in vergelijking met de gemiddelde retour voor Nederland in KP7 (6,7%) en de behaalde retour in de andere Cooperation-thema’s. Opmerkelijk is de hoge retour die door Frankrijk is behaald. Dit komt met name doordat in 2007 de European Space Agency (ESA, geregistreerd in Frankrijk) met een groot deel van het Space-budget (48 miljoen euro) is gefinancierd. Vanaf 2008 wordt de ESA direct gefinancierd middels de ‘ESA delegation agreement’. Deze financiering is niet zichtbaar in dit hoofdstuk. Het gaat daarbij om activiteiten die niet binnen een specifieke oproep vallen en beschouwd kunnen worden als aanvulling op de jaarlijkse werkprogramma’s, de ad hoc oproep (niet opgenomen in overzicht 3 en 4). Daarbij kunnen drie activiteiten onderscheiden worden: Coordinated provision of space-based observation data for GMES, Development of GMES-dedicated space infrastructure en Risk-sharing Finance Facility (RSFF).
94 | Space
Overzicht 1: Top-10 deelnemende landen op basis van verkregen financiering
land land-code
Toegekende financiering
KP7-Space (M€)
retour- percentage
retourpercentage
1 Frankrijk Fr 135,0 28,2%
ATFINONlESbEITUKDEFr
2 Duitsland DE 59,2 12,4%
3 Verenigd Koninkrijk UK 51,8 10,8%
4 Italië It 41,7 8,7%
5 België BE 25,0 5,2%
6 Spanje ES 25,0 5,2%
7 Nederland NL 20,0 4,2%
8 Noorwegen NO 15,9 3,3%
9 Finland FI 11,7 2,4%
10 Oostenrijk at 11,4 2,4%
top-10 deelnemende landen gerangschikt op basis van de toegekende KP7-Space-financiering per land. Daarnaast wordt het
hieraan gerelateerde retourpercentage gegeven. Dit is het aandeel van het tot nu toe totaal toegekende KP7-Space-budget
(478 miljoen euro). De figuur vergelijkt de ontvangen financiering.
Op basis van het aantal toegekende projecten behaalt Nederland een zevende plaats (overzicht 2). Het slagingspercentage van projecten met Nederlandse deelnemers is het hoogste in vergelijking met de slagingspercentages van de andere landen in de top-10.
Overzicht 2: Top-10 deelnemende landen op basis van deelname aan projecten
land land-code
Aantal toegekende KP7-Space-projecten
waaraan een land deelneemt
Slagings- percentage
Aantal projecten en slagingspercentage
1 Duitsland DE 104 34,4%
Slagingspercentage
aantal projecten
DEFr
It
BE
PL at
NL
FI
ES
UK
2 Frankrijk Fr 99 37,5%
3 Verenigd Koninkrijk UK 87 33,9%
4 Italië It 72 26,8%
5 Spanje ES 63 33,9%
6 België BE 56 39,2%
7 Nederland NL 50 46,7%
8 Oostenrijk at 37 41,6%
9 Polen PL 34 36,2%
10 Finland FI 30 46,2%
top-10 deelnemende landen gerangschikt op basis van het aantal toegekende KP7-Space-projectvoorstellen met één of meerdere
deelnemers uit het betreffende land. In totaal zijn 161 projectvoorstellen toegekend. Daarnaast worden ook de slagingspercen-
tages, een maat voor de efficiëntie van deelname, gegeven. In de figuur worden beide aspecten gerelateerd: hoe meer een land in
de rechterbovenhoek is gepositioneerd, des te beter de prestatie. In dat geval heeft het betreffende land zowel een hoog
slagingspercentage als een groot aantal succesvolle projectvoorstellen.
95 | Space
2.2. Financiering en projecten per onderdeel
In totaal ontvangt Nederland 20 miljoen euro financiering uit het Space-thema voor deelname aan 50 projecten. In het onderdeel Space-based applications wordt naast het onderdeel Cross-cutting activities het hoogste retourpercentage (4,7%) behaald (overzicht 3). Nederlandse deelnemers halen ook absoluut gezien de meeste financiering binnen in dit onderdeel, waar zij vertegenwoordigd zijn in 25 succesvolle projecten. Binnen het thema Space is dit het onderdeel met het hoogste budget (249 miljoen euro). Het behaalde retourpercentage is het laagste in het onderdeel Strengthening the foundations of space science and technology (3,9%). Iets minder dan de helft van de aan Nederland toegekende financiering binnen het eerste onderdeel is toegekend aan projecten met een Nederlandse coördinator.
Overzicht 3: Toegekende financiering in Space
KP7-Space-onderdeel Toegekende financiering KP7-Space- deelnemers
(M€)
Toegekende financiering
Nl deelnemers
(M€)
retour- percentage
Nl
Toegekende financiering Nl coördinatoren
(M€)
Aangevraagde financiering Nl
deelnemers (M€)
Toegekende financiering Nl coördinatoren (M€)
Toegekende financiering Nl deelnemers (M€)
1. Space-based applications at the service of the European society
248,5 11,8 4,7% 4,3 19,0
2. Strengthening the foundations of space science and technology
153,9 6,0 3,9% 1,0 17,6
3. Cross-cutting activities 24,4 2,3 9,3% 0,5 5,1
De toegekende financiering bij de Nederlandse deelname binnen de verschillende KP7-Space-onderdelen. Hierbij wordt
onderscheid gemaakt tussen de totaal verkregen financiering en de als coördinator verkregen financiering. Daarnaast worden
de totaal beschikbare KP7-Space-financiering en de hieruit volgende retourpercentages voor de onderdelen gegeven. De figuur
vergelijkt de verkregen financiering voor de verschillende KP7-Space-onderdelen.
Nederlandse organisaties namen deel aan 107 projectvoorstellen in het thema Space. Hiervan werden 50 projecten toegekend (47%). Daarnaast scoorden 36 projectvoorstellen (34%) wel de minimaal vereiste score, maar kwamen deze door het beperkte budget en de sterke concurrentie niet voor financiering in aanmerking. In KP7-Space als geheel behaalde 42% van de ingediende projecten wel de minimaal vereiste score, maar kwam niet voor financiering in aanmerking. Nederlandse organisaties nemen 82 keer deel binnen de 50 succesvolle projecten. Met deze 50 projecten is Nederland vertegenwoordigd in 31% van alle 161 toegekende projecten. In vergelijking met de andere Cooperation-thema’s behaalt Nederland een laag aandeel in Space (gemiddeld 41%). Het Nederlandse aandeel is het hoogst de onderdelen 2 en 3 (respectievelijk 58% en 63%), terwijl het aandeel in het tweede onder-zoeksgebied 32% bedraagt.
Het slagingspercentage van Nederland is voor alle onderzoeksgebieden een stuk hoger dan het gemiddelde KP7-Space-slagingspercentage (overzicht 4). Nederland coördineert 7 van de 161 toegekende projecten binnen dit thema. In vergelijking met de andere thema’s van Cooperation heeft Nederland in dit thema een klein aandeel van 4% als coördinator. Het slagingspercentage van Nederland als coördinator is met 47% hoog in vergelijking met het gemiddelde voor alle Cooperation-thema’s (24%).
96 | Space
Overzicht 4: Deelname aan projecten in Space
KP7-Space-onderdeel Aantal toegekende KP7-Space-
projecten
Aantal toegekende
projecten met Nl
deelnemers
Aantal aan-
gevraagde projecten
met Nl deelnemers
Slagings-percentage
Nl
Slagings-percentage KP7 Space
Aantal toegekende
projecten met Nl
coördinator
Aantal toegekende projecten met Nl coördinator
Aantal toegekende projecten met Nl deelnemers
1. Space-based applications at the service of the European society
48 25 43 58,1% 30,2% 4
2. Strengthening the foundations of space science and technology
80 16 50 32,0% 27,3% 1
3. Cross-cutting activities 28 9 14 64,3% 50,0% 2
De Nederlandse deelname aan projecten binnen de verschillende KP7-Space-onderdelen. Hierbij wordt onderscheid gemaakt
tussen het aantal toegekende projecten met één of meerdere Nederlandse deelnemers en het aantal toegekende projecten
met een Nederlandse coördinator. Daarnaast wordt informatie gegeven over het totaal aantal toegekende KP7-Space-projecten,
het aantal projectvoorstellen met Nederlandse deelname, de slagingspercentages voor projectvoorstellen met Nederlandse
deelname en het gemiddelde KP7-Space-slagingspercentage. De figuur vergelijkt de deelname aan projecten binnen de verschil-
lende KP7-Space-onderdelen.
3. Nederlandse organisatiesEen groot deel van de aan Nederland toegekende financiering is bestemd voor organisaties gevestigd in de regio’s Delft en Utrecht (overzicht 5). Daarna volgen de regio’s Veluwe, Amsterdam en Leiden. Nederlandse organisaties die veel deelnemen aan het Space-thema zijn TNO, KNMI en Wageningen UR.
Overzicht 5: Herkomst Nederlandse deelnemers
geen deelname
�,� - �,� M€
�,� - �,� M€
�,� - �,� M€
�,� - �,� M€
�,� - �,� M€
De toegekende KP7-Space-financiering voor de Nederlandse regio’s.
97 | Space
In Nederland is respectievelijk 24% en 2% van de toegekende financiering bestemd voor het mkb en het groot bedrijfsleven (overzicht 6). Wanneer we kijken naar de verdeling van de tot nu toe toegekende financiering in het gehele KP7-Space-thema dan blijkt dat in totaal respectievelijk 13% en 14% is toegekend aan het mkb en het groot bedrijfsleven. Ongeveer de helft van de toegekende financiering voor Nederlandse organisaties is bestemd voor onderwijsinstellingen.
Overzicht 6: Toegekende financiering naar organisatietype
De toegekende financiering bij de Nederlandse deelname binnen het thema Space voor verschillende organisatietypen. Er wordt
onderscheid gemaakt tussen de volgende categorieën: midden- en kleinbedrijf (mkb), groot bedrijfsleven, onderzoeksorganisaties,
hoger- en voortgezet onderwijs en overige organisaties (zoals overheid en stichtingen).
98 | Space
4. Internationale samenwerkingIn overzicht 7 zien we dat in de 50 projecten met Nederlandse deelnemers het meest wordt samengewerkt met organisaties afkomstig uit Frankrijk (88 keer), Duitsland (86 keer), Italië (81 keer) en het Verenigd Koninkrijk (78 keer).
Binnen deze landen werken Nederlandse organisaties het meest samen met het Deutsches Zentrum Fuer Luft- und Raumfahrt (DLR; Duitsland), Consiglio Nazionale delle Ricerche (CNR; Italië), Meteo-France (Frankrijk), Met Office (Verenigd Koninkrijk) en het European Centre for Medium-range Weather Forecasts (Verenigd Koninkrijk).Daarnaast wordt er veel samengewerkt met het Joint Research Centre (JRC; Europese Commissie), Suomen Ymparistokeskus (Finland) en het Institut d’Aeronomie Spatiale de Belgique (BIRA-IASB; België).
Overzicht 7: Herkomst internationale samenwerkingspartners
geen partners
� - �
� - ��
�� - ��
�� - ��
�� - ��
Het aantal Europese samenwerkingspartners van Nederlandse deelnemers in succesvolle KP7-Space-projectvoorstellen per land.
99 | Space
5. Trends Nederlandse organisaties zijn niet zo sterk vertegenwoordigd in Space, maar zij slagen erin de juiste consortia te kiezen en goede voorstellen in te dienen, zoals blijkt uit de hoge Nederlandse slagingspercen-tages in dit thema. Het Nederlandse retourpercentage binnen Space (4,2% in de periode 2007-2010) is laag in vergelijking met het gemiddelde Nederlandse retourpercentage in KP7 (6,7%). De afgelopen jaren is er wel een sterke stijging geweest van de cumulatieve retour (overzicht 8). Hiermee is de aan Nederland toege-kende financiering dus gestegen ten opzichte van de stijging van het totaal beschikbare budget binnen het thema Space. Nederlandse organisaties hebben daar met een vrij constant en hoog slagingspercentage gebruik van gemaakt.
Overzicht 8: Trends
Periode Toegekende financiering
KP7-Space (M€)
Toegekende financiering
Nl (M€)
retour- percentage
Nl
Aantal toegekende
projecten met Nl
deelnemers
Slagings-percentage
Nl
rechter schaal:Toegekende financiering KP7-Space (M€)
begrote totaal beschikbare financiering KP7-Space (M€) linker schaal:
Toegekende financiering Nl (M€)
2007 189,9 2,6 1,4% 7 43,8%
2007-2008 244,7 6,2 2,5% 14 31,8%
2007-2009 370,5 14,2 3,8% 37 45,1%
2007-2010 478,1 20,0 4,2% 50 46,7%
2007-2011* 711,1 20,0 4,2% 50 46,7%
2007-2012* 961,5 - - - -
2007-2013* 1.260,5 - - - -
De totaal beschikbare KP7-Space-financiering en de aan Nederland toegekende financiering per jaar (cumulatief). In dit overzicht
worden ook de retourpercentages, het aantal succesvolle projectvoorstellen en de slagingspercentages gegeven. De figuur
vergelijkt het totaal beschikbare KP7-Space-budget en de aan Nederland toegekende financiering voor deze periodes.
* Vanaf 2011 wordt de jaarlijks begrote totaal beschikbare KP7-Space-financiering hierbij opgeteld. De overige cijfers voor 2011
zijn gebaseerd op de realisatie in 2011 voor zover die opgenomen is in de EC-databases.
100 | Space
101 | Security
Security
Overzicht: Kerncijfers Nederland in het thema Security
totaal toegekende KP7-Security-financiering (M€) 745,7
toegekende financiering NL deelnemers (M€) 44,6
retourpercentage NL 6,0%
toegekende financiering NL mkb (M€) 7,7
totaal aantal toegekende KP7-Security-projecten 186
aantal toegekende projecten met NL deelnemers 76
aandeel NL 40,9%
Slagingspercentage NL 22,5%
Slagingspercentage KP7-Security 16,4%
102 | Security
1. Het thema SecurityBinnen het thema Security worden de wetenschap en de industrie uitgedaagd om oplossingen te bedenken voor het Europese vraagstuk van veiligheid. De ontwikkelde kennis en technologie dragen bij aan de veiligheid van burgers door het verminderen van dreigingen van terrorisme of georganiseerde criminaliteit, en beter crisismanagement bij aanslagen, natuurrampen en grootschalige industriële ongelukken.
Op aanbeveling van het ESRAB (European Security Research Advisory Board)-rapport kent het thema veiligheid vier ‘missies’ die zijn gerelateerd aan specifieke veiligheidsdreigingen. Daarnaast zijn er drie gebieden om dwarsverbanden aan te brengen tussen de verschillende projecten.
Het thema Security is verdeeld in 8 onderzoeksgebieden:1. Increasing the security of citizens2. Increasing the security of infrastructures and utilities3. Intelligent surveillance and border security4. Restoring security and safety in case of crisis5. Improving security systems integration, interconnectivity and interoperability6. Security and society7. Security research coordination and structuring8. Security systems integration, interconnectivity and interoperability
In het onderzoeksgebied Increasing the security of citizens komt een breed spectrum van technologie aan bod om de burger beter te beschermen tegen criminaliteit en terrorisme. In dit onderdeel is er bijvoorbeeld aandacht voor het integreren van complexe ICT-systemen, detectie van gevaarlijke stoffen, forensisch onderzoek en een studie over chemische stoffen die potentieel misbruikt kunnen worden.In het onderdeel Increasing the security of infrastructures and utilities wordt gezocht naar oplossingen om de kwetsbaarheid van vitale infrastructuur te verminderen. Hierbij gaat het om (massa)transportmiddelen zoals de trein, de metro of het vliegtuig en de daarbijbehorende infrastructuur, maar ook om energie-netwerken en -centrales, waterleidingnetwerken, datanetwerken en ICT-systemen. Voor de bewaking van de Europese land- en kustgrenzen worden in het onderdeel Intelligent surveillance and border security technologieën en methoden ontwikkeld om zowel personen, voertuigen, als goederen te monitoren. De interoperabiliteit tussen systemen van verschillende landen en organisaties speelt hier een grote rol. Beter gebruik van technologie en samenwerking tussen verschillende instanties om de veiligheid na een crisis te herstellen staan centraal in het onderzoeksgebied Restoring security and safety in case of crisis. Het vijfde onderdeel, Improving security systems integration, interconnectivity and interoperability, over het integreren en koppelen van systemen, is in de afgelopen financieringsrondes niet open geweest voor voorstellen. Wel kwam dit onderwerp integraal terug in de vier eerste onderzoeksgebieden van Security en in onderdeel 8.Technologische innovatie en systeemintegratie dragen in de praktijk alleen succesvol bij aan de veiligheid als de juiste randvoorwaarden worden gecreëerd. Dit onderwerp staat centraal binnen het onderzoeksge-bied Security and society. Hierbij gaat het om sociale aanvaarding, de perceptie van veiligheid, standaardisatie en aspecten van juridische, economische, bestuurlijke en culturele aard.Het onderdeel Security research coordination and structuring biedt onder meer mogelijkheden voor projecten om internationaal veiligheidsonderzoek te coördineren, en om de activiteiten van onderzoekers, industrie en andere belanghebbenden beter op elkaar af te stemmen. Het onderdeel Security systems integration, interconnectivity and interoperability bevat de resultaten van een gezamenlijke oproep met het ICT-thema in 2007 voor onderzoek op het gebied van de thema’s die ook in onderdeel 5 centraal staan.
103 | Security
2. Deelname 2.1. Nederland in Europa
De cijfers in deze analyse hebben betrekking op KP7-oproepen gepubliceerd in de periode tot en met 2010. Aan Nederlandse organisaties is gedurende deze periode 44,6 miljoen euro toegekend en daarmee staat Nederland op een zesde plaats na de vijf grote landen (overzicht 1). Nederland presteert redelijk in dit thema met een behaalde retour van 6,0%. De behaalde retour is iets lager dan de gemiddelde retour voor Nederland in KP7 (6,7%).
Overzicht 1: Top-10 deelnemende landen op basis van verkregen financiering
land land-code
Toegekende financiering
KP7-Security (M€)
retour- percentage
retourpercentage
1 Frankrijk Fr 102,5 13,7%
NOElbESENlESITUKDEFr
2 Duitsland DE 90,4 12,1%
3 Verenigd Koninkrijk UK 84,9 11,4%
4 Italië It 67,2 9,0%
5 Spanje ES 64,0 8,6%
6 Nederland NL 44,6 6,0%
7 Zweden SE 40,2 5,4%
8 België BE 30,0 4,0%
9 Griekenland EL 25,5 3,4%
10 Noorwegen NO 22,4 3,0%
top-10 deelnemende landen gerangschikt op basis van de toegekende KP7-Security-financiering per land. Daarnaast wordt het
hieraan gerelateerde retourpercentage gegeven. Dit is het aandeel van het tot nu toe totaal toegekende KP7-Security-budget
(746 miljoen euro). De figuur vergelijkt de ontvangen financiering.
104 | Security
Op basis van het aantal toegekende projecten staat Nederland op een zesde plaats (overzicht 2). Het Nederlands slagingspercentage (22%) ligt boven het gemiddelde KP7-Security slagingspercentage (16%). Enkele kleinere landen slaagden er in een nog hoger slagingspercentage te behalen.
Overzicht 2: Top-10 deelnemende landen op basis van deelname aan projecten
land land-code
Aantal toegekende KP7-Security-
projecten waaraan een land deelneemt
Slagings- percentage
Aantal projecten en slagingspercentage
1 Verenigd Koninkrijk UK 126 18,8%
Slagingspercentage
aantal projecten
UK
Fr
SEBE
ItNL
DE
ES
PL at
2 Duitsland DE 122 19,6%
3 Frankrijk Fr 113 23,8%
4 Italië It 100 16,8%
5 Spanje ES 96 18,1%
6 Nederland NL 76 22,5%
7 Zweden SE 67 23,7%
8 België BE 65 20,3%
9 Oostenrijk at 50 24,4%
10 Polen PL 45 20,2%
top-10 deelnemende landen gerangschikt op basis van het aantal toegekende KP7-Security-projectvoorstellen met één of
meerdere deelnemers uit het betreffende land. In totaal zijn 186 projectvoorstellen toegekend. Daarnaast worden ook de
slagingspercentages, een maat voor de efficiëntie van deelname, gegeven. In de figuur worden beide aspecten gerelateerd: hoe
meer een land in de rechterbovenhoek is gepositioneerd, des te beter de prestatie. In dat geval heeft het betreffende land zowel
een hoog slagingspercentage als een groot aantal succesvolle projectvoorstellen.
2.2. Financiering en projecten per onderdeel
In totaal ontvangt Nederland 45 miljoen euro financiering uit het Security-thema. Nederland ontvangt de meeste financiering in onderzoeksgebied Security and society en behaalt hier een hoge retour (10,3%; overzicht 3). Dit is vooral te danken aan drie projecten die gecoördineerd worden door Nederlandse organisaties. Nederland behaalt ook een hoge retour in onderdeel 2 (7,4%). Nederland presteert minder goed in het eerste onderdeel, Increasing the security of citizens, waar een retour van 4,0% wordt behaald. Ook de retour voor onderdelen 5, 7 en 8 is lager dan gemiddeld (4,6%, 2,6% en 3,2%).
105 | Security
Overzicht 3: Toegekende financiering in Security
KP7-Security-onderdeel Toegekende financiering
KP7-Security- deelnemers
(M€)
Toegekende financiering
Nl deelnemers
(M€)
retour- percentage
Nl
Toegekende financiering Nl coördinatoren
(M€)
Aangevraagde financiering Nl
deelnemers (M€)
Toegekende financiering Nl coördinatoren (M€)
Toegekende financiering Nl deelnemers (M€)
1. Increasing the security of citizens 156,0 6,3 4,0% 1,3 32,3
2. Increasing the security of infrastructures and utilities 118,3 8,8 7,4% 3,4 25,8
3. Intelligent surveillance and border security 142,7 7,7 5,4% 5 27,6
4. restoring security and safety in case of crisis 169,1 11,2 6,6% - 56,2
5. Improving security systems integration, interconnectivity and interoperability
21,0 1,0 4,6% - 6,8
6. Security and society 77,1 7,9 10,3% 5,8 30,8
7. Security research coordination and structuring 39,2 1,0 2,6% - 10,0
8. Security systems integra-tion, interconnectivity and interoperability
21,8 0,7 3,2% - 9,8
De toegekende financiering bij de Nederlandse deelname binnen de verschillende KP7-Security-onderdelen. Hierbij wordt
onderscheid gemaakt tussen de totaal verkregen financiering en de als coördinator verkregen financiering. Daarnaast worden
de totaal beschikbare KP7-Security-financiering en de hieruit volgende retourpercentages voor de onderdelen gegeven.
De figuur vergelijkt de verkregen financiering voor de verschillende KP7-Security-onderdelen. Informatie ontbreekt over
3 kleine projecten zonder Nederlandse deelname.
Nederlandse organisaties namen deel aan 338 projectvoorstellen in het thema Security. Hiervan werden 76 projecten toegekend (22%). Daarnaast scoorden 132 projectvoorstellen (39%) wel de minimaal vereiste score, maar kwamen deze door het beperkte budget en de sterke concurrentie niet voor financiering in aanmerking. In KP7-Security als geheel behaalde 34% van de ingediende projecten wel de minimaal vereiste score, maar kwam niet voor financiering in aanmerking. Nederlandse organisaties nemen 131 keer deel aan de 76 succesvolle projecten. Met deze 76 projecten is Nederland vertegenwoordigd in 41% van alle 186 toegekende projecten. Dit is gelijk aan het gemiddelde aandeel voor alle Cooperation-thema’s (gemiddeld 41%). Nederland behaalt een groot aandeel (57%) in Increasing the security of infrastructures and utilities. Nederlandse organisaties zijn met een aandeel van 33% minder sterk vertegenwoordigd in Increasing the security of citizens, Intelligent surveillance and border security, Security systems integration, interconnectivity and interoperability.
Nederland behaalt in Security een slagingspercentage van 22%, dit is hoger dan het gemiddelde slagingspercentage (16%). Het Nederlandse slagingspercentage is hoog in het onderdeel Increasing the security of infrastructures and utilities (33%).
106 | Security
Overzicht 4: Deelname aan projecten in Security
KP7-Security-onderdeel Aantal toegekende
KP7- Security-
projecten
Aantal toegekende
projecten met Nl
deelnemers
Aantal aan-
gevraagde projecten
met Nl deelnemers
Slagings-percentage
Nl
Slagings-percentage
KP7- Security
Aantal toegekende
projecten met Nl
coördinator
Aantal toegekende projecten met Nl coördinator
Aantal toegekende projecten met Nl deelnemers
1. Increasing the security of citizens 42 14 68 20,6% 18,7% 2
2. Increasing the security of infrastructures and utilities 23 13 39 33,3% 14,9% 2
3. Intelligent surveillance and border security 18 6 25 24,0% 19,4% 1
4. restoring security and safety in case of crisis 31 16 77 20,8% 12,7% -
5. Improving security systems integration, interconnectivity and interoperability
8 3 17 17,6% 17,4% -
6. Security and society 31 12 61 19,7% 16,3% 4
7. Security research coordination and structuring 21 9 29 31,0% 25,9% -
8. Security systems integra-tion, interconnectivity and interoperability
9 3 22 13,6% 9,6% -
De Nederlandse deelname aan projecten binnen de verschillende KP7-Security-onderdelen. Hierbij wordt onderscheid gemaakt
tussen het aantal toegekende projecten met één of meerdere Nederlandse deelnemers en het aantal toegekende projecten met
een Nederlandse coördinator. Daarnaast wordt informatie gegeven over het totaal aantal toegekende KP7-Security-projecten, het
aantal projectvoorstellen met Nederlandse deelname, de slagingspercentages voor projectvoorstellen met Nederlandse deelname
en het gemiddelde KP7-Security-slagingspercentage. De figuur vergelijkt de deelname aan projecten binnen de verschillende
KP7-Security-onderdelen. Informatie ontbreekt over 3 kleine projecten zonder Nederlandse deelname.
Nederland coördineert 9 van de 186 toegekende Security-projecten en behaalt als coördinator een slagingspercentage van 19%. In vergelijking met de andere Cooperation-thema’s waar een gemiddeld slagingspercentage als coördinator van 24% wordt behaald, presteert Nederland in dit thema iets minder goed als coördinator. In het onderdeel Security and society heeft Nederland een groot aandeel als coördinator (33%), maar in het thema als geheel is het Nederlandse aandeel als coördinator beperkt.
107 | Security
3. Nederlandse organisatiesEen groot deel van het aan Nederland toegekende financieringsbedrag (21 miljoen euro) gaat naar organisaties gevestigd in de regio Delft (overzicht 5). De grootste Nederlandse speler in dit thema is TNO.
Overzicht 5: Herkomst Nederlandse deelnemers
geen deelname
�,� - �,� M€
�,� - �,� M€
�,� - �,� M€
�,� - �,� M€
�,� - ��,� M€
De toegekende KP7-Security-financiering voor de Nederlandse regio’s.
Van het aan Nederland toegekende financiering is 17% bestemd voor het Nederlandse mkb (overzicht 6). Daarnaast gaat 7% naar het groot bedrijfsleven. In vergelijking met de andere Cooperation-thema’s gaat een relatief groot deel naar private deelnemers. Echter, in vergelijking met de gegevens voor dit thema voor alle landen blijft Nederland achter. In totaal gaat in het thema Security 21% van het budget naar het mkb en 26% naar het groot bedrijfsleven.
Overzicht 6: Toegekende financiering naar organisatietype
De toegekende financiering bij de Nederlandse deelname binnen het thema Security voor verschillende organisatietypen. Er wordt
onderscheid gemaakt tussen de volgende categorieën: midden- en kleinbedrijf (mkb), groot bedrijfsleven, onderzoeksorganisaties,
hoger- en voortgezet onderwijs en overige organisaties (zoals overheid en stichtingen).
108 | Security
4. Internationale samenwerkingIn overzicht 7 zien we dat in de 76 projecten met Nederlandse deelnemers het meest wordt samengewerkt met organisaties afkomstig uit Frankrijk (128 keer), het Verenigd Koninkrijk (104 keer) en Duitsland (91 keer).
Binnen deze landen wordt het meest frequent samengewerkt met het Fraunhofer Instituut (Duitsland), Commissariat à l’ Energie Atomique et aux Energies Alternatives (CEA; Frankrijk), Sagem Securité (Frankrijk), Thales Communications (Frankrijk), Ingeniera de Sistemas para la Defensa de Espana (Spanje) en Cassidian (Frankrijk).Daarnaast wordt er veel samengewerkt met het Totalforsvarets Forkningsinstitut (FOI, Zweden), Joint Research Centre (JRC; Europese Commissie), Center for Security Studies (Griekenland), Valtion Teknillinen Tutkimuskeskus (VTT; Finland) en Selex Sistemi Integrati (Italië).
Overzicht 7: Herkomst internationale samenwerkingspartners
geen partners
� - ��
�� - ��
�� - ��
�� - ��
�� - ���
Het aantal Europese samenwerkingspartners van Nederlandse deelnemers in succesvolle KP7-Security-projectvoorstellen per land.
109 | Security
5. Trends De behaalde retour is gestegen van 3,2% in 2007 tot 6,0% in de periode 2007-2010 (overzicht 8). Ook het slagingspercentage is in dezelfde periode iets gestegen van 16,2% in 2007 tot 22,5% in de periode 2007-2010. In deze periode is de aan Nederland toegekende financiering dus gestegen ten opzichte van de stijging van het totaal beschikbare budget binnen het thema Security. Nederlandse organisaties hebben daar bovendien met een toenemend slagingspercentage gebruik van gemaakt.
Overzicht 8: Trends
Periode Toegekende financiering
KP7-Security (M€)
Toegekende financiering
Nl (M€)
retour- percentage
Nl
Aantal toegekende
projecten met Nl
deelnemers
Slagings-percentage
Nl
rechter schaal:Toegekende financiering KP7-Security (M€)
begrote totaal beschikbare financiering KP7-Security (M€) linker schaal:
Toegekende financiering Nl (M€)
2007 183,5 5,9 3,2% 19 16,2%
2007-2008 319,8 17,5 5,5% 35 20,1%
2007-2009 527,0 31,2 5,9% 55 22,7%
2007-2010 745,7 44,6 6,0% 76 22,5%
2007-2011* 971,4 44,6 6,0% 76 22,5%
2007-2012* 1.213,4 - - - -
2007-2013* 1.501,0 - - - -
De totaal beschikbare KP7-Security-financiering en de aan Nederland toegekende financiering per jaar (cumulatief). In dit
overzicht worden ook de retourpercentages, het aantal succesvolle projectvoorstellen en de slagingspercentages gegeven. De
figuur vergelijkt het totaal beschikbare KP7-Security-budget en de aan Nederland toegekende financiering voor deze periodes.
* Vanaf 2011 wordt de jaarlijks begrote totaal beschikbare KP7-Security-financiering hierbij opgeteld. De overige cijfers voor
2011 zijn gebaseerd op de realisatie in 2011 voor zover die opgenomen is in de EC-databases.
110 | Ideas
IdeasOverzicht: Kerncijfers Nederland in Ideas
totaal toegekende KP7-Ideas-financiering (M€) 2.905,5
toegekende financiering NL deelnemers (M€) 212,3
retourpercentage NL 7,3%
toegekende financiering NL mkb (M€) -
totaal aantal toegekende KP7-Ideas-projecten 1.784
aantal toegekende projecten met NL deelnemers 133
aandeel NL 7,5%
Slagingspercentage NL 11,0%
Slagingspercentage KP7-Ideas 8,8%
111 | Ideas
1. Het onderdeel IdeasDe European Research Council (ERC), het orgaan achter het programma Ideas, is het eerste Europese instituut dat werd opgericht om ‘grensverleggend onderzoek’ te ondersteunen. De onderzoeksonderwerpen worden door de onderzoekers zelf aangedragen. Doel van de raad is het wetenschappelijke niveau binnen Europa te verhogen door de allerbeste wetenschappers te ondersteunen met financiering voor overwegend fundamenteel onderzoek.
Er zijn twee typen onderzoeksbeurzen, toegespitst op de behoeften van jongere en van meer gevorderde wetenschappers, respectievelijk de ERC Starting Independent Researcher Grant (Starting Grant) en de ERC Advanced Investigator Grant (Advanced Grant). Voor deelname aan het Ideas-programma is geen internationaal consortium vereist omdat dit programma draait om persoonlijke beurzen. Het merendeel van de projecten heeft één deelnemende organisatie, hoewel sporadisch ook samenwerkingspartners worden opgenomen in het contract. Ondersteunende activiteiten voor de European Research Council worden gefinancierd onder Other activities.
Voor de evaluatie van de projectvoorstellen wordt, zowel voor de Starting Grants als de Advanced Grants, onderscheid gemaakt tussen verschillende onderzoeksdomeinen: Physical Sciences & Engineering (PE), Social Sciences & Humanities (SH) en Life Sciences (LS). Projectvoorstellen die niet binnen één van deze domeinen vallen, worden binnen het Interdisciplinary Domain (ID) geplaatst.
2. Deelname 2.1. Nederland in Europa
De cijfers in deze analyse hebben betrekking op oproepen gepubliceerd in de periode tot en met 2010. Op basis van de toegekende financiering gedurende deze periode behaalt Nederland in dit thema een vijfde plaats (overzicht 1). De behaalde retour in dit onderdeel (7,3%) is hoger dan de gemiddelde retour voor Nederland in KP7 (6,7%).
Overzicht 1: Top-10 deelnemende landen op basis van verkregen financiering
land land-code
Toegekende financiering
KP7-Ideas (M€)
retour- percentage
retourpercentage
1 Verenigd Koninkrijk UK 594,1 20,4%
ATSEIlESITNlCHFrDEUK
2 Duitsland DE 407,5 14,0%
3 Frankrijk Fr 390,0 13,4%
4 Zwitserland CH 246,8 8,5%
5 Nederland NL 212,3 7,3%
6 Italië It 176,0 6,1%
7 Spanje ES 165,8 5,7%
8 Israël IL 152,9 5,3%
9 Zweden SE 140,8 4,8%
10 Oostenrijk at 77,7 2,7%
top-10 deelnemende landen gerangschikt op basis van de toegekende KP7-Ideas-financiering per land. Daarnaast wordt het
hieraan gerelateerde retourpercentage gegeven. Dit is het aandeel van het tot nu toe totaal toegekende KP7-Ideas-budget
(2.906 miljoen euro). De figuur vergelijkt de ontvangen financiering.
112 | Ideas
Op basis van het aantal toegekende projecten staat Nederland op de vijfde plaats (overzicht 2). Nederland haalt een slagingspercentage van 11%. Het slagingspercentage van Nederlandse deelnemers is gemiddeld in vergelijking met het slagingspercentage van de andere landen uit de top-10. Zwitserland behaalt een opmerkelijk hoog slagingspercentage binnen Ideas.
Overzicht 2: Top-10 deelnemende landen op basis van deelname aan projecten
land land-code
Aantal toegekende KP7-Ideas-projecten
waaraan een land deelneemt
Slagings- percentage
Aantal projecten en slagingspercentage
1 Verenigd Koninkrijk UK 378 11,9%
Slagingspercentage
aantal projecten
FrDE
CH
ILIt ES
SE
NL
UK
BE
2 Frankrijk Fr 259 13,3%
3 Duitsland DE 251 10,3%
4 Zwitserland CH 146 20,9%
5 Nederland NL 133 11,0%
6 Italië It 127 3,8%
7 Spanje ES 111 7,5%
8 Israël IL 104 14,6%
9 Zweden SE 81 8,6%
10 België BE 57 8,1%
top-10 deelnemende landen gerangschikt op basis van het aantal toegekende KP7-Ideas-projectvoorstellen met één of meerdere
deelnemers uit het betreffende land. In totaal zijn 1.784 projectvoorstellen toegekend. Daarnaast worden ook de slagingspercen-
tages, een maat voor de efficiëntie van deelname, gegeven. In de figuur worden beide aspecten gerelateerd: hoe meer een land in
de rechterbovenhoek is gepositioneerd, des te beter de prestatie. In dat geval heeft het betreffende land zowel een hoog
slagingspercentage als een groot aantal succesvolle projectvoorstellen.
113 | Ideas
2.2. Financiering en projecten per onderdeel
In totaal ontvangen Nederlandse organisaties 212 miljoen euro uit KP7-Ideas, 91 miljoen euro voor de Starting Grants en 121 miljoen euro voor de Advanced Grants (overzicht 3). De omvang van een Starting Grant is voor Nederlandse deelnemers gemiddeld 1,2 miljoen euro. Een gemiddelde Advanced Grant bedraagt voor Nederlandse deelnemers 2,2 miljoen euro. De behaalde retourpercentages voor de Starting Grants en de Advanced Grants liggen met 7,3% hoger dan de gemiddelde behaalde retour voor Nederland in KP7 (6,7%).
Overzicht 3: Toegekende financiering
KP7-Ideas-onderdeel Toegekende financiering KP7-Ideas-
deelnemers (M€)
Toegekende financiering
Nl deelnemers
(M€)
retour- percentage
Nl
Toegekende financiering Nl coördinatoren
(M€)
Aangevraagde financiering Nl
deelnemers (M€)
Toegekende financiering Nl coördinatoren (M€)
Toegekende financiering Nl deelnemers (M€)
Starting Grants 1240,8 90,7 7,3% 90,0 1.119,5
advanced Grants 1662,8 121,5 7,3% 120,4 680,1
Other activities 1,0 0,1 10,9% - 0,4
De toegekende financiering bij de Nederlandse deelname binnen de verschillende KP7-Ideas-onderdelen. Hierbij wordt
onderscheid gemaakt tussen de totaal verkregen financiering en de als coördinator verkregen financiering. Het merendeel
van de projecten heeft maar één deelnemende organisatie; deze wordt als coördinator beschouwd. Daarnaast worden de
totaal beschikbare KP7-Ideas-financiering en de hieruit volgende retourpercentages voor de onderdelen gegeven. De figuur
vergelijkt de verkregen financiering voor de verschillende KP7-Ideas-onderdelen. Informatie ontbreekt over 4 kleine projecten
zonder Nederlandse deelname.
Nederlandse organisaties namen deel aan 1.204 projectvoorstellen binnen KP7-Ideas. Hiervan zijn 133 projecten toegekend (11%). Daarnaast werden 163 projectvoorstellen (14%) wel uitgenodigd voor een interview, maar kwamen deze door het beperkte budget en de sterke concurrentie niet voor financiering in aanmerking. In KP7-Ideas als geheel werden 9% van de ingediende projectvoorstellen uitgenodigd voor een interview, maar kwamen niet voor financiering in aanmerking.Nederlandse organisaties verkregen 76 Starting Grants. Met deze 76 projecten is Nederland vertegenwoordigd in 8% van alle 985 toegekende projecten. Voor de Advanced Grants ligt dit aandeel met 56 succesvolle projecten van alle 793 toegekende projecten op 7%. Voor zowel de Starting Grants als de Advanced Grants is het Nederlandse aandeel binnen KP7-Ideas het grootste binnen het onderzoeksdomein Social Sciences & Humanities (15% en 9%, respectievelijk). Nederland nam één maal deel aan een ondersteunend project binnen Other activities.
Voor de Starting Grants was de verdeling van succesvolle projecten met Nederlandse deelname over de onderzoeksdomeinen als volgt:- Physical Sciences & Engineering: 32 projecten; 39,3 miljoen euro- Social Sciences & Humanities: 27 projecten; 26,2 miljoen euro- Life Sciences: 16 projecten; 23,5 miljoen euro- Interdisciplinary Domain: 1 project; 1,7 miljoen euro
Voor de Advanced Grants was deze verdeling als volgt:- Physical Sciences & Engineering: 27 projecten; 60,0 miljoen euro- Social Sciences & Humanities: 12 projecten; 27,5 miljoen euro- Life Sciences: 15 projecten: 29,3 miljoen euro- Interdisciplinary Domain: 2 projecten; 4,8 miljoen euro
114 | Ideas
Hieruit blijkt dat aan Nederland het grootste aantal projecten is toegekend binnen Physical Sciences & Engineering. Van de succesvolle projectvoorstellen met Nederlandse deelname binnen KP7-Ideas valt 45% binnen het onderzoeksdomein Physical Sciences & Engineering, gevolgd door Social Sciences & Humanities (29%) en Life Sciences (23%).
Het slagingspercentage van Nederlandse aanvragers ligt voor beide typen beurzen boven het KP7-Ideas-gemiddelde. Met name voor de Advanced Grants presteren Nederlandse onderzoekers goed (18% versus 14% gemiddeld; overzicht 4)4.
Overzicht 4: Deelname aan projecten
KP7-Ideas-onderdeel Aantal toegekende KP7-Ideas-
projecten
Aantal toegekende
projecten met Nl
deelnemers
Aantal aan-
gevraagde projecten
met Nl deelnemers
Slagings-percentage
Nl
Slagings-percentage KP7-Ideas
Aantal toegekende
projecten met Nl
coördinator
Aantal toegekende projecten met Nl coördinator
Aantal toegekende projecten met Nl deelnemers
Starting Grants 985 76 892 8,5% 6,8% 71
advanced Grants 793 56 308 18,2% 13,8% 54
Other activities 2 1 3 33,3% 15,4% -
De Nederlandse deelname aan projecten binnen de verschillende KP7-Ideas-onderdelen. Hierbij wordt onderscheid gemaakt
tussen het aantal toegekende projecten met één of meerdere Nederlandse deelnemers en het aantal toegekende projecten
met een Nederlandse coördinator. Het merendeel van de projecten heeft maar één deelnemende organisatie; deze wordt
als coördinator beschouwd. Daarnaast wordt informatie gegeven over het totaal aantal toegekende KP7-Ideas-projecten, het
aantal projectvoorstellen met Nederlandse deelname, de slagingspercentages voor projectvoorstellen met Nederlandse deelname
en het gemiddelde KP7-Ideas-slagingspercentage. De figuur vergelijkt de deelname aan projecten binnen de verschillende
KP7-Ideas-onderdelen. Informatie ontbreekt over 4 kleine projecten zonder Nederlandse deelname.
3. Nederlandse organisatiesEen groot deel van het aan Nederland toegekende bedrag (63 miljoen euro) is bestemd voor organisaties gevestigd in de regio Amsterdam. Daarnaast ontvangen ook de overige regio’s waarin universiteiten gevestigd zijn een behoorlijk deel van het toegekende bedrag (overzicht 5). Organisaties met veel Ideas-contracten zijn de Radboud Universiteit Nijmegen, Universiteit Utrecht en de Vrije Universiteit.
4) Door ontbreken van gedetailleerde informatie in de EC-databases is het niet mogelijk de slagingspercentages verder te
specificeren per onderzoeksdomein.
115 | Ideas
Overzicht 5: Herkomst Nederlandse deelnemers
geen deelname
�,� - �,� M€
�,� - �,� M€
�,� - ��,� M€
��,� - ��,� M€
��,� - ��,� M€
De toegekende KP7-Ideas-financiering voor de Nederlandse regio’s.
Aan het Nederlandse mkb en groot bedrijfsleven is geen Ideas-financiering toegekend (overzicht 6). Binnen het onderdeel Ideas gaat voor alle landen gezamenlijk 0,2% naar het mkb (onderzoeksorganisaties die voldoen aan de mkb-definitie) en 0,8% naar het groot bedrijfsleven. Omdat het programma gericht is op excellent fundamenteel onderzoek, is het niet opmerkelijk dat vooral onderwijs- en onderzoeksinstellingen aan dit onderdeel deelnemen.
Overzicht 6: Toegekende financiering naar organisatietype
De toegekende financiering bij de Nederlandse deelname binnen het thema Ideas voor verschillende organisatietypen. Er wordt
onderscheid gemaakt tussen de volgende categorieën: midden- en kleinbedrijf (mkb), groot bedrijfsleven, onderzoeksorganisaties,
hoger- en voortgezet onderwijs en overige organisaties (zoals overheid en stichtingen).
116 | Ideas
4. Trends Uit overzicht 7 blijkt dat Nederland in de oproepen van 2007 zeer succesvol was en een retour van 9,1% heeft behaald. In de daaropvolgende jaren is het niet gelukt om deze prestatie te evenaren. De behaalde retour is gedaald naar 7,3% in de periode 2007-2010. Het slagingspercentage is in dezelfde periode gestegen van 5% in 2007 tot 11% in de periode 2007-2010. Ook de gemiddelde slagingspercentages voor KP7-Ideas zijn gestegen van 3% in 2007 tot 9% in de periode 2007-2010. In deze periode is de aan Nederland toegekende financiering minder sterk gegroeid dan het beschikbare budget binnen het onderdeel Ideas. Nederlandse organisaties hebben daar met een toenemend slagingspercentage gebruik van gemaakt.
Overzicht 7: Trends
Periode Toegekende financiering
KP7-Ideas (M€)
Toegekende financiering
Nl (M€)
retour- percentage
Nl
Aantal toegekende
projecten met Nl
deelnemers
Slagings-percentage
Nl
rechter schaal:Toegekende financiering KP7-Ideas (M€)
begrote totaal beschikbare financiering KP7-Ideas (M€) linker schaal:
Toegekende financiering Nl (M€)
2007 335,9 30,4 9,1% 28 4,9%
2007-2008 1.219,6 98,3 8,1% 68 8,2%
2007-2009 2.312,5 175,6 7,6% 116 10,6%
2007-2010 2.905,1 212,3 7,3% 133 11,0%
2007-2011* 4.203,8 212,3 7,3% 133 11,0%
2007-2012* 5.751,4 - - - -
2007-2013* 7.384,0 - - - -
De totaal beschikbare KP7-Ideas-financiering en de aan Nederland toegekende financiering per jaar (cumulatief). In dit overzicht
worden ook de retourpercentages, het aantal succesvolle projectvoorstellen en de slagingspercentages gegeven. De figuur
vergelijkt het totaal beschikbare KP7-Ideas-budget en de aan Nederland toegekende financiering voor deze periodes.
* Vanaf 2011 wordt de jaarlijks begrote totaal beschikbare KP7-Ideas-financiering hierbij opgeteld. De overige cijfers voor 2011
zijn gebaseerd op de realisatie in 2011 voor zover die opgenomen is in de EC-databases.
117 | People
PeopleOverzicht: Kerncijfers Nederland in het onderdeel People
totaal toegekende KP7-People-financiering (M€) 2.016,9
toegekende financiering NL deelnemers (M€) 123,8
retourpercentage NL 6,1%
toegekende financiering NL mkb (M€) 6,6
totaal aantal toegekende KP7-People-projecten 6.383
aantal toegekende projecten met NL deelnemers 543
aandeel NL 8,5%
Slagingspercentage NL 21,4%
Slagingspercentage KP7-People 28,0%
118 | People
1. Het onderdeel PeopleMet het People-programma wil de Europese Commissie onderzoeksvaardigheden van onderzoekers ontwikkelen, kennisoverdracht stimuleren en carrièreperspectieven voor Europese onderzoekers verbeteren. De algemene doelstelling van het People-programma is om Europa aantrekkelijker te maken voor onderzoekers in alle fasen van hun carrière. Er zijn fellowships voor aio’s, postdocs en onderzoekers met meer dan tien jaar onderzoekservaring.
People is verdeeld in de volgende onderdelen:1. Initial training of researchers2. Life-long training and career development3. Industry-academia partnerships and pathways4. World fellowships5. Specific actions
Binnen onderdeel 1 worden Initial training networks (ITN) gefinancierd. Gastinstellingen dienen een gezamenlijk voorstel in en recruteren jonge onderzoekers (aio’s of vergelijkbaar niveau) voor de vacatures die gecreëerd worden in een ITN. De ITN’s zijn een middel om deze jonge onderzoekers op te leiden en aanvullende vaardigheden te leren. De aanwezigheid van bedrijven in deze netwerken wordt sterk gestimuleerd.Onderdeel 2 biedt mogelijkheden voor zowel individuele beurzen als cofinancieringsprojecten. De Intra-European fellowships for career development (IEF) zijn bedoeld om ervaren onderzoekers in staat te stellen onderzoek te doen in een ander EU- of met KP7 geassocieerd land. De European reintegration grants (ERG) bieden ondersteuning voor terugkeer en reïntegratie na een verblijf in het buitenland met een Marie Curie fellowship. Verder kunnen beursverstrekkende organisaties cofinanciering aanvragen voor hun eigen internationale beurzenprogramma voor postdocs (CO-FUND).De actielijn Industry-academia partnerships and pathways (IAPP) is gericht op samenwerking tussen kennis- instellingen en het bedrijfsleven. In de projecten wordt personeel uitgewisseld en een gezamenlijk onderzoeksplan uitgevoerd. Het onderdeel World fellowships is gericht op samenwerking met niet-Europese landen. Ervaren onderzoekers kunnen financiering krijgen voor een verblijf in een derde land via een International Outgoing fellowship for career development (IOF). Andersom kunnen onderzoekers uit een derde land met een International incoming fellowship (IIF) onderzoek doen in de EU. Ook zijn er beurzen (International reintegration grants; IRG) voor de voortzetting van de onderzoekscarrière in Europa na een verblijf in een derde land. Door middel van het International research staff exchange scheme (IRSES) kunnen Europese organisaties samenwerken met gastinstellingen in niet-Europese landen.
In het onderdeel Specific actions worden een aantal ondersteunende projecten gefinancierd. Ook wordt ieder jaar geld beschikbaar gesteld voor het organiseren van een Researchers night. In tegenstelling tot het KP7-onderdeel Cooperation heeft dit programma een bottom-up benadering: de onderzoekers zijn vrij in de keuze van het onderzoeksgebied.
119 | People
2.1. Nederland in Europa
De cijfers in deze analyse hebben betrekking op KP7-oproepen gepubliceerd in de periode tot en met 2010. Op basis van de toegekende financiering gedurende deze periode behaalt Nederland in dit thema een zesde plaats (overzicht 1). De behaalde retour in dit onderdeel (6,1%) is lager dan de gemiddelde retour voor Nederland in KP7 (6,7%).
Overzicht 1: Top-10 deelnemende landen op basis van verkregen financiering
land land-code
Toegekende financiering
KP7-People (M€)
retour- percentage
retourpercentage
1 Verenigd Koninkrijk UK 424,5 21,0%
DKbESEITNlCHESFrDEUK
2 Duitsland DE 253,3 12,6%
3 Frankrijk Fr 219,6 10,9%
4 Spanje ES 165,4 8,2%
5 Zwitserland CH 135,7 6,7%
6 Nederland NL 123,8 6,1%
7 Italië It 120,9 6,0%
8 Zweden SE 76,3 3,8%
9 België BE 73,6 3,7%
10 Denemarken DK 49,6 2,5%
top-10 deelnemende landen gerangschikt op basis van de toegekende KP7-People-financiering per land. Daarnaast wordt het
hieraan gerelateerde retourpercentage gegeven. Dit is het aandeel van het tot nu toe totaal toegekende KP7-People-budget
(2.017 miljoen euro). De figuur vergelijkt de ontvangen financiering. aangezien de financiering in KP7-People alleen bekend is
voor afgesloten contracten zijn de genoemde bedragen uitsluitend daarop gebaseerd.
120 | People
Op basis van het aantal toegekende projecten staat Nederland opnieuw op de zesde plaats (overzicht 2). Nederland haalt een slagingspercentage van 21%. Het slagingspercentage van Nederlandse deelnemers is ongeveer gelijk aan het slagingspercentage van de meeste andere landen uit de top-10. Het Verenigd Koninkrijk is vertegenwoordigd in veruit het grootste aantal projecten en behaalt een relatief hoog slagingspercentage. Ook Israël behaalt een zeer hoog slagingspercentage. Deelnemers uit dit land nemen relatief vaak deel aan de oproepen voor Reintegration grants die gekenmerkt worden door een hoog slagings-percentage.
Overzicht 2: Top-10 deelnemende landen op basis van deelname aan projecten
land land-code
Aantal toegekende KP7-People-projecten
waaraan een land deelneemt
Slagings- percentage
Aantal projecten en slagingspercentage
1 Verenigd Koninkrijk UK 1.789 25,6%
Slagingspercentage
aantal projecten
ESDE
It
IL
Fr
NL
UK
CHBESE
2 Frankrijk Fr 962 22,1%
3 Duitsland DE 896 20,3%
4 Spanje ES 814 22,2%
5 Italië It 596 18,4%
6 Nederland NL 543 21,4%
7 Zwitserland CH 447 23,3%
8 Israël IL 315 36,1%
9 België BE 290 18,6%
10 Zweden SE 289 18,3%
top-10 deelnemende landen gerangschikt op basis van het aantal toegekende KP7-People-projectvoorstellen met één of meerdere
deelnemers uit het betreffende land. In totaal zijn 6.383 projectvoorstellen toegekend. Daarnaast worden ook de slagingspercen-
tages, een maat voor de efficiëntie van deelname, gegeven. In de figuur worden beide aspecten gerelateerd: hoe meer een land in
de rechterbovenhoek is gepositioneerd, des te beter de prestatie. In dat geval heeft het betreffende land zowel een hoog
slagingspercentage als een groot aantal succesvolle projectvoorstellen.
121 | People
2.2. Financiering en projecten per onderdeel
In totaal ontvangt Nederland 124 miljoen euro financiering uit People. Hiervan is 70 miljoen euro toegekend uit het onderdeel Initial training of researchers (overzicht 3). In dit onderdeel be- haalt Nederland een hoge retour (8,4%). De behaalde retour is laag in de onderdelen 3, 4 en 5.
Overzicht 3: Toegekende financiering in People
KP7-People-onderdeel Toegekende financiering
KP7-People- deelnemers
(M€)
Toegekende financiering
Nl deelnemers
(M€)
retour- percentage
Nl
Toegekende financiering Nl coördinatoren
(M€)
Aangevraagde financiering Nl
deelnemers (M€)
Toegekende financiering Nl coördinatoren (M€)
Toegekende financiering Nl deelnemers (M€)
1. Initial training of researchers 837,9 70,3 8,4% 26,7 70,3
2. Life-long training and career development 692,2 35,9 5,2% 35,9 80,2
3. Industry-academia partnerships and pathways 154,1 5,7 3,7% 2,4 5,7
4. World fellowships 301,7 11,2 3,7% 10,6 27,4
5. Specific actions 29,2 0,7 2,3% 0,4 1,4
De toegekende financiering bij de Nederlandse deelname binnen de verschillende KP7-People-onderdelen. Hierbij wordt
onderscheid gemaakt tussen de totaal verkregen financiering en de als coördinator verkregen financiering. Daarnaast
worden de totaal beschikbare KP7-People-financiering en de hieruit volgende retourpercentages voor de onderdelen
gegeven. De figuur vergelijkt de verkregen financiering voor de verschillende KP7-People-onderdelen. aangezien de
financiering in KP7-People alleen bekend is voor afgesloten contracten zijn de genoemde bedragen uitsluitend daarop
gebaseerd. Informatie ontbreekt over 9 kleine projecten zonder Nederlandse deelname.
Nederlandse organisaties namen deel aan 2.539 projectvoorstellen in People. Hiervan werden 543 projecten toegekend (21%). Daarnaast scoorden 1.153 projectvoorstellen (45%) wel de minimaal vereiste score, maar kwamen deze door het beperkte budget en de sterke concurrentie niet voor financiering in aanmerking. Nederlandse organisaties nemen 655 keer deel aan de 543 succesvolle projecten. Met deze 543 projecten is Nederland vertegenwoordigd in 9% van de 6.383 toegekende KP7-People-projecten. Dit aandeel is relatief laag, doordat een groot deel (80%) van de toegekende projecten in KP7-People individuele beurzen betreft. Het aandeel van Nederland is met name laag in de onderdelen 2 en 4, waar de nadruk ligt op individuele beurzen (respectievelijk 6% en 5%). Het Nederlandse aandeel is met 50% hoog in Initial training of researchers.
Het Nederlandse slagingspercentage is voor alle onderdelen hoger dan het gemiddelde KP7-slagings-percentage. Nederland neemt veel deel aan Initial training of researchers en behaalt hier een slagingspercentage van 11%. Dit is hoger dan het gemiddelde van 9% voor dit type beurzen. Dit slagingspercentage van 9% is veel lager in vergelijking met slagingspercentages in de andere onderdelen (overzicht 4). Doordat Nederland relatief veel deelneemt aan dit onderdeel wordt het Nederlandse slagingspercentage in People als geheel re- latief sterk beïnvloed door het lage slagingspercentage in het eerste onderdeel. Daardoor heeft Nederland in People als geheel een slagingspercentage dat lager ligt dan het gemiddelde slagingspercentage (overzicht 4).
Nederland coördineert 348 van de 543 toegekende projecten binnen dit thema. Nederlandse organisaties coördineren 49 keer een netwerkproject in de onderdelen 1 en 3. Binnen Initial training of researchers coördi-
122 | People
neert Nederland 10% van het totaal aantal projecten, een behoorlijk groot aandeel. Het aandeel van Nederland als coördinator in Industry-academia partnerships and pathways is met 4% beperkt. De individuele beurzen binnen de onderdelen 2 en 4 kennen over het algemeen slechts één projectdeelnemer die ook als coördinator wordt beschouwd. Binnen onderdeel 2 valt ook het Cofund-programma, waarbinnen Nederland 2 van de in totaal 80 projecten coördineert. Binnen onderdeel 3 valt ook IRSES, waarbinnen Nederland deelneemt aan 33 van de 265 projecten. Daarvan coördineren Nederlandse organisaties 6 projecten.
Overzicht 4: Deelname aan projecten in People
KP7-People-onderdeel Aantal toegekende
KP7- People-
projecten
Aantal toegekende
projecten met Nl
deelnemers
Aantal aan-
gevraagde projecten
met Nl deelnemers
Slagings-percentage
Nl
Slagings-percentage
KP7- People
Aantal toegekende
projecten met Nl
coördinator
Aantal toegekende projecten met Nl coördinator
Aantal toegekende projecten met Nl deelnemers
1. Initial training of researchers 331 166 1.444 11,5% 9,2% 33
2. Life-long training and career development 3.575 213 657 32,4% 31,8% 213
3. Industry-academia partnerships and pathways 363 52 105 49,5% 47,3% 16
4. World fellowships 1.855 100 316 31,6% 27,5% 78
5. Specific actions 250 12 17 70,6% 53,9% 8
De Nederlandse deelname aan projecten binnen de verschillende KP7-People-onderdelen. Hierbij wordt onderscheid gemaakt
tussen het aantal toegekende projecten met één of meerdere Nederlandse deelnemers en het aantal toegekende projecten
met een Nederlandse coördinator. Daarnaast wordt informatie gegeven over het totaal aantal toegekende KP7-People-projecten,
het aantal projectvoorstellen met Nederlandse deelname, de slagingspercentages voor projectvoorstellen met Nederlandse
deelname en het gemiddelde KP7-People-slagingspercentage. De figuur vergelijkt de deelname aan projecten binnen de
verschillende KP7-People-onderdelen. Informatie ontbreekt over 9 kleine projecten zonder Nederlandse deelname.
3. Nederlandse organisatiesEen groot deel van de aan Nederland toegekende financiering is bestemd voor organisaties gevestigd in de regio Amsterdam. Daarnaast ontvangen ook de overige regio’s waarin universiteiten gevestigd zijn een behoorlijk deel van de toegekende financiering (overzicht 5). Organisaties die veel deelnemen zijn Universiteit Utrecht en Wageningen UR. Ook de andere universiteiten en medische centra nemen regel-matig deel aan People.
123 | People
Overzicht 5: Herkomst Nederlandse deelnemers
geen deelname
�,� - �,� M€
�,� - �,� M€
�,� - �,� M€
�,� - ��,� M€
��,� - ��,� M€
De toegekende KP7-People-financiering voor de Nederlandse regio’s.
Van de aan Nederland toegekende financiering is 5% bestemd voor het mkb (overzicht 6). Dit is iets minder dan het percentage dat in KP7-People naar het mkb gaat (6%). Het groot bedrijfsleven in Nederland ontvangt 6% van de financiering, dit is meer dan voor KP7-People totaal (4%). Meer dan 80% van de toegekende financiering is bestemd voor onderwijsinstellingen.
Overzicht 6: Toegekende financiering naar organisatietype
De toegekende financiering bij de Nederlandse deelname binnen het onderdeel People voor verschillende organisatietypen.
Er wordt onderscheid gemaakt tussen de volgende categorieën: midden- en kleinbedrijf (mkb), groot bedrijfsleven, onderzoeks-
organisaties, hoger- en voortgezet onderwijs en overige organisaties (zoals overheid en stichtingen).
124 | People
4. Internationale samenwerkingIn overzicht 7 zien we dat in de 359 projecten met Nederlandse deelnemers het meest wordt samen gewerkt met organisaties afkomstig uit het Verenigd Koninkrijk (327 keer) en Duitsland (300 keer), gevolgd door Frankrijk (163 keer) en Italië (122 keer).
Binnen deze landen werken Nederlandse organisaties het meest samen met het Max Planck Instituut (Duitsland), Universiteit van Oxford (Verenigd Koninkrijk), Universiteit van Cambridge (Verenigd Koninkrijk), University College Londen (Verenigd Koninkrijk), Consiglio Nazionale delle Ricerche (Italië), Universiteit van Birmingham (Verenigd Koninkrijk) en Institut National de la Recherche Agronomique (Frankrijk).Daarnaast wordt er veel samengewerkt met het Agencia Estatal Consejo Superior de Investigaciones Cientificas (CSIC; Spanje), Katholieke Universiteit Leuven (België), Universiteit van Kopenhagen (Denemarken), Eidgenössische Technische Hochschule Zürich (ETH; Zwitserland), Universiteit van Lund (Zweden).
Overzicht 7: Herkomst internationale samenwerkingspartners
geen partners
� - ��
�� - ��
�� - ���
��� - ���
��� - ���
Het aantal Europese samenwerkingspartners van Nederlandse deelnemers in succesvolle KP7-People-projectvoorstellen per land.
125 | People
5. Trends Ten opzichte van de retour in 2007 is de gemiddelde retour in de periode 2007-2010 gelijk gebleven op 6,7%. Het slagingspercentage schommelt rond 21%. In de periode 2007-2010 is de aan Nederland toegekende financiering iets achtergebleven bij de stijging van het totaal beschikbare budget binnen het onderdeel People. Nederlandse organisaties hebben daar met een ongeveer gelijkblijvend slagingspercentage gebruik van gemaakt.
Overzicht 8: Trends
Periode Toegekende financiering KP7-People
(M€)
Toegekende financiering
Nl (M€)
retour- percentage
Nl
Aantal toegekende
projecten met Nl
deelnemers
Slagings-percentage
Nl
rechter schaal:Toegekende financiering KP7-People (M€)
begrote totaal beschikbare financiering KP7-People (M€) linker schaal:
Toegekende financiering Nl (M€)
2007 437,0 29,5 6,7% 101 20,4%
2007-2008 1.078,4 73,9 6,9% 224 21,1%
2007-2009 1.720,1 109,4 6,4% 383 22,0%
2007-2010 1.988,1 122,6 6,7% 483 21,4%
2007-2011* 2.752,5 123,8 6,1% 543 21,4%
2007-2012* 3.638,8 - - - -
2007-2013* 4.561,0 - - - -
De totaal beschikbare KP7-People-financiering en de aan Nederland toegekende financiering per jaar (cumulatief). In dit overzicht
worden ook de retourpercentages, het aantal succesvolle projectvoorstellen en de slagingspercentages gegeven. De figuur
vergelijkt het totaal beschikbare KP7-People-budget en de aan Nederland toegekende financiering voor deze periodes. aangezien
de financiering in People enkel bekend is voor afgesloten contracten zijn de genoemde bedragen met name gebaseerd op de
resultaten van de oproepen met sluitingsdata in 2007– circa medio 2010.
* Vanaf 2011 wordt de jaarlijks begrote totaal beschikbare KP7-People-financiering hierbij opgeteld. De overige cijfers voor 2011
zijn gebaseerd op de realisatie in 2011 voor zover die opgenomen is in de EC-databases.
Overzicht: Kerncijfers Nederland in het onderdeel Capacities
totaal toegekende KP7-Capacities-financiering (M€) 2.713,2
toegekende financiering NL deelnemers (M€) 147,9
retourpercentage NL 5,5%
toegekende financiering NL mkb (M€) 37,7
totaal aantal toegekende KP7-Capacities-projecten 1.395
aantal toegekende projecten met NL deelnemers 383
aandeel NL 27,5%
Slagingspercentage NL 28,7%
Slagingspercentage KP7-Capacities 18,0%
Capacities
126 | Capacities
1. Het onderdeel CapacitiesOnder Capacities valt een aantal uiteenlopende programma’s die erop zijn gericht de Europese capaciteit voor het verrichten van onderzoek te versterken:
1. Research infrastructures2. Research for the benefit of SMEs3. Regions of knowledge4. Research potential5. Science in society6. Support for the coherent development of research policies7. Activities of international cooperation
Met het programma Research infrastructures wordt de onderzoeksinfrastructuur in Europa verbeterd. Het programma richt zich op versterking van bestaande infrastructuren en op het realiseren van nieuwe infrastructuren. Belangrijke bestaande onderzoeksinfrastructuren in de verschillende landen worden gestimuleerd samen te werken en de toegang tot infrastructuren te verbeteren. De Europese Commissie ondersteunt daarnaast de realisatie van nieuwe infrastructuren door het financieren van voorbereidings-activiteiten hiervoor. Aanvankelijk stond het programma open voor alle onderwerpen, maar nu worden de oproepen gebonden aan topics in verschillende thema’s variërend van Life sciences, Physics, Astronomy tot Social sciences and humanities.
Het programma Research for the benefit of SMEs stimuleert het midden- en kleinbedrijf om internationaal samen te werken en onderzoek te laten uitvoeren door universiteiten, kennisinstellingen of andere onderzoeksorganisaties. Met de resultaten van deze projecten kunnen mkb-ondernemingen hun producten of productieprocessen vernieuwen en op die manier hun concurrentiepositie versterken. Het programma ondersteunt zowel projecten waarin individuele mkb’s uit verschillende landen samenwerken als projecten die opgezet worden door brancheverenigingen. Het is een bottom-up programma dat open staat voor alle onderzoeksgebieden.
Het programma Regions of knowledge richt zich op de versterking van de onderzoekscapaciteit in Europese regio’s, door samenwerking tussen bedrijven, kennisinstellingen en regionale of lokale overheden te stimuleren. Doel van dit programma is het opstellen van een actieplan om universitaire kennis naar de markt te brengen.
Het programma Research potential richt zich op het ontsluiten en ontwikkelen van onderzoekspotentieel in achtergebleven regio’s in Europa, zodat ook onderzoekers uit deze regio’s kunnen deelnemen aan KP7. Onderzoekers uit deze regio’s krijgen financiering voor de begeleiding door organisaties met KP7-ervaring.
Science in society wil een bijdrage leveren aan verbetering van het wetenschapssysteem, door wetenschappe-lijke publicaties toegankelijker te maken voor het publiek en door beschermingsmaatregelen te treffen voor wetenschappelijke gebieden die blootstaan aan misbruik. Het programma beoogt onderzoekers en het grote publiek dichter bij elkaar te brengen; voorbeelden hiervan zijn de maatschappelijke discussies over ethische kwesties. Verder wil het programma de rol van vrouwen in onderzoek vergroten en de jeugd enthousiasmeren voor wetenschappelijk onderzoek. Het programma Support for the coherent development of research policies is bedoeld om de effectiviteit en samen-hang van het onderzoeksbeleid van de EU-lidstaten en de Europese Commissie te versterken. Ook richt het programma zich op de versterking van de betekenis van publiek onderzoek voor de industrie.
Het onderdeel Activities of international cooperation beoogt de concurrentiepositie van de Europese Unie te versterken door de samenwerking met landen buiten de Europese Unie te bevorderen. De focus ligt daarbij op het vormen van strategische samenwerkingsverbanden, het faciliteren van netwerken wereldwijd en het aanpakken van specifieke problemen van derde landen of problemen op wereldschaal. Het zijn vooral overheden en onderzoeksinstellingen die van dit onderdeel gebruik kunnen maken.
127 | Capacities
2. Deelname 2.1. Nederland in Europa
De cijfers in deze analyse hebben betrekking op oproepen gepubliceerd in de periode tot en met 2010. Binnen Europa neemt Nederland op basis van de verkregen retour gedurende deze periode een zesde plaats in na de vijf grote Europese landen (overzicht 1). De behaalde retour in dit thema (5,5%) is iets lager in vergelijking met de gemiddelde retour voor Nederland in KP7 geheel (6,7%).
Overzicht 1: Top-10 deelnemende landen op basis van verkregen financiering
land land-code
Toegekende financiering
KP7-Capacities (M€)
retour- percentage
retourpercentage
1 Verenigd Koninkrijk UK 388,2 14,3%
bEPlCHElNlESITFrDEUK
2 Duitsland DE 379,9 14,0%
3 Frankrijk Fr 267,9 9,9%
4 Italië It 237,7 8,8%
5 Spanje ES 189,9 7,0%
6 Nederland NL 147,9 5,5%
7 Griekenland EL 112,7 4,2%
8 Zwitserland CH 90,2 3,3%
9 Polen PL 75,9 2,8%
10 België BE 72,0 2,7%
top-10 deelnemende landen gerangschikt op basis van de toegekende KP7-Capacities-financiering per land. Daarnaast wordt het
hieraan gerelateerde retourpercentage gegeven. Dit is het aandeel van het tot nu toe totaal toegekende KP7-Capacities-budget
(2.713 miljoen euro). De figuur vergelijkt de ontvangen financiering.
128 | Capacities
Uit overzicht 2 blijkt dat Nederland ook op basis van het aantal toegekende projecten op de zesde plaats staat. Nederland heeft een hoger slagingspercentage (29%) dan de meeste andere landen uit de top-10. Het gemiddelde slagingspercentage voor KP7-Capacities is 18%.
Overzicht 2: Top-10 deelnemende landen op basis van deelname aan projecten
land land-code
Aantal toegekende KP7-Capacities-
projecten waaraan een land deelneemt
Slagings- percentage
Aantal projecten en slagingspercentage
1 Verenigd Koninkrijk UK 760 25,7%
Slagingspercentage
aantal projecten
Fr
SEBE
ES
ELNL
UKDE
PL
It
2 Duitsland DE 701 24,3%
3 Spanje ES 649 22,1%
4 Italië It 645 22,6%
5 Frankrijk Fr 582 28,4%
6 Nederland NL 383 28,7%
7 Griekenland EL 322 19,4%
8 België BE 267 24,5%
9 Zweden SE 265 30,6%
10 Polen PL 259 21,4%
top-10 deelnemende landen gerangschikt op basis van het aantal toegekende KP7-Capacities-projectvoorstellen met één of
meerdere deelnemers uit het betreffende land. In totaal zijn 1.395 projectvoorstellen toegekend. Daarnaast worden ook de
slagingspercentages, een maat voor de efficiëntie van deelname, gegeven. In de figuur worden beide aspecten gerelateerd:
hoe meer een land in de rechterbovenhoek is gepositioneerd, des te beter de prestatie. In dat geval heeft het betreffende land
zowel een hoog slagingspercentage als een groot aantal succesvolle projectvoorstellen.
2.2. Financiering en projecten per onderdeel
In totaal ontvangt Nederland 148 miljoen euro financiering uit Capacities. Ongeveer de helft van het budget dat tot nu toe is toegekend binnen Capacities werd toegekend binnen Research infrastructures. In totaal is er in dit onderdeel al meer dan 1,3 miljard euro aan financiering toegekend (overzicht 3). Aan Nederlandse organisaties is 7,7% van dit bedrag toegekend, een hoge retour in vergelijking met de gemiddelde Nederlandse retour in Capacities (5,5%). Dit kan verklaard worden door het hoge niveau van de infrastructuur bij Nederlandse organisaties en kennisinstellingen. Voor deelname aan 162 projecten ontvangen de Nederlandse organisaties 103 miljoen euro. De gemiddelde bijdrage per project voor Nederlandse partijen is hoog, circa 640.000 euro. Vaak gaat het om kostbare investeringen in onderzoeks-infrastructuur. Dit is een stuk hoger dan de gemiddelde bijdrage voor Nederlandse deelnemers in Research for the benefit of SMEs die ongeveer 200.000 euro bedraagt. Slechts 3,6% van het totaal beschikbare bedrag in Research for the benefit of SMEs gaat naar Nederlandse organisaties. Dit komt door de hoge drempel die het mkb ervaart voor deelname aan dit programma en terughoudendheid bij de kennisinstellingen. De door Nederland behaalde retour in de onderdelen Research potential en Activities of international cooperation is laag. Deze programma’s richten zich met name op deelnemers uit achtergebleven Europese regio’s en landen buiten de Europese Unie.
129 | Capacities
Overzicht 3: Toegekende financiering in Capacities
KP7-Capacities-onderdeel Toegekende financiering
KP7-Capacities- deelnemers
(M€)
Toegekende financiering
Nl deelnemers
(M€)
retour- percentage
Nl
Toegekende financiering Nl coördinatoren
(M€)
Aangevraagde financiering Nl
deelnemers (M€)
Toegekende financiering Nl coördinatoren (M€)
Toegekende financiering Nl deelnemers (M€)
1. research infrastructures 1.335,7 103,1 7,7% 34,6 245,5
2. research for the benefit of SMEs 736,8 26,7 3,6% 5,3 154,1
3. regions of knowledge 90,4 3,3 3,7% 2,5 12,4
4. research potential 205,2 - 0,0% - 0,8
5. Science in society 221,1 12,6 5,7% 3,7 52,6
6. Support for the coherent development of research policies
17,7 0,3 1,8% 0,2 0,4
7. activities of international cooperation 106,3 1,8 1,7% 0,8 5,2
De toegekende financiering bij de Nederlandse deelname binnen de verschillende KP7-Capacities-onderdelen. Hierbij wordt
onderscheid gemaakt tussen de totaal verkregen financiering en de als coördinator verkregen financiering. Daarnaast worden
de totaal beschikbare KP7-Capacities-budget en de hieruit volgende retourpercentages voor de onderdelen gegeven. De figuur
vergelijkt de verkregen financiering voor de verschillende KP7-Capacities-onderdelen.
Nederlandse organisaties namen deel aan 1.333 projectvoorstellen binnen KP7-Capacities. Hiervan werden 383 projecten toegekend (29%). Daarnaast scoorden 342 projectvoorstellen (26%) wel de minimaal vereiste score, maar kwamen deze door het beperkte budget en de sterke concurrentie niet voor financiering in aanmerking. In KP7 als geheel behaalde 26% van de ingediende projecten wel de minimaal vereiste score, maar kwam niet voor financiering in aanmerking. Nederlandse organisaties nemen 592 keer deel binnen de 383 succesvolle projecten. Met deze 383 projecten is Nederland vertegenwoordigd in 28% van de 1.395 toegekende projecten binnen Capacities. Nederland behaalt een hoger aandeel (56%) in Research infrastructures. Nederlandse organisaties nemen 267 keer deel aan de in totaal 162 succesvolle projecten met Nederlandse deelnemers. Nederlandse organisaties zijn vertegenwoordigd in 135 van de 592 toegekende projecten in Research for the benefit of SMEs, een aandeel van 23%. In deze projecten nemen Nederlandse organisaties 203 maal deel.
De door Nederland behaalde slagingspercentages zijn hoger dan de gemiddelde KP7-slagingspercentages in alle Capacities-onderdelen met uitzondering van Research potential (overzicht 4). Hoewel organisaties uit de West-Europese landen hier enkel als subcontractor en niet als partner kunnen deelnemen, zijn er voor 6 projecten binnen Research potential Nederlandse organisaties als samenwerkingspartner opgegeven.
130 | Capacities
Nederlandse organisaties treden op als coördinator van 49 toegekende projecten in Capacities. De helft daarvan betreft projecten binnen Research infrastructures: Nederland coördineert 24 van de 288 projecten, een aandeel van 8%. Nederlandse organisaties coördineren slechts 11 van de 592 toegekende projecten binnen Research for the benefit of SMEs en behalen daarmee een aandeel als coördinator van 2%. Nederland coördineert 5 van de 8 projecten met Nederlandse deelnemers in Regions of knowledge en behaalt een aan deel als coördinator van 8%. Het slagingspercentage van Nederland als coördinator bedraagt 25%: van de 194 door Nederlandse coördinatoren ingediende projectvoorstellen komen er 49 in aanmerking voor financiering.
Overzicht 4: Deelname aan projecten in Capacities
KP7-Capacities-onderdeel Aantal toegekende
KP7- Capacities-
projecten
Aantal toegekende
projecten met Nl
deelnemers
Aantal aan-
gevraagde projecten
met Nl deelnemers
Slagings-percentage
Nl
Slagings-percentage
KP7 - Capacities
Aantal toegekende
projecten met Nl
coördinator
Aantal toegekende projecten met Nl coördinator
Aantal toegekende projecten met Nl deelnemers
1. research infrastructures 288 162 367 44,1% 35,6% 24
2. research for the benefit of SMEs 592 135 669 20,2% 16,9% 11
3. regions of knowledge 65 8 37 21,6% 19,8% 5
4. research potential 147 - 6 0,0% 7,8% -
5. Science in society 174 66 217 30,4% 24,4% 7
6. Support for the coherent development of research policies
16 2 3 66,7% 57,1% 1
7. activities of international cooperation 113 10 34 29,4% 23,6% 1
De Nederlandse deelname aan projecten binnen de verschillende KP7-Capacities-onderdelen. Hierbij wordt onderscheid
gemaakt tussen het aantal toegekende projecten met één of meerdere Nederlandse deelnemers en het aantal toegekende
projecten met een Nederlandse coördinator. Daarnaast wordt informatie gegeven over het totaal aantal toegekende
KP7-Capacities-projecten, het aantal projectvoorstellen met Nederlandse deelname, de slagingspercentages voor project-
voorstellen met Nederlandse deelname en het gemiddelde KP7-Capacities-slagingspercentage. De figuur vergelijkt de
deelname aan projecten binnen de verschillende KP7-Capacities-onderdelen.
131 | Capacities
3. Nederlandse organisatiesEen groot deel van het aan Nederland toegekende bedrag is bestemd voor organisaties gevestigd in de regio Amsterdam, gevolgd door de regio’s Utrecht en Den Haag (overzicht 5). Ook wordt opvallend veel financiering toegekend aan de regio Zuidwest-Drenthe, vanwege de aanwezigheid van astronomische onderzoeksfaciliteiten aldaar. De meeste Capacities-financiering gaat naar organisaties actief in het Research infrastructures-programma-onderdeel.
Overzicht 5: Herkomst Nederlandse deelnemers
geen deelname
�,� - �,� M€
�,� - �,� M€
�,� - ��,� M€
��,� - ��,� M€
��,� - ��,� M€
De toegekende KP7-Capacities-financiering voor de Nederlandse regio’s.
132 | Capacities
Binnen Capacities is 26% van het toegekende bedrag aan Nederland bestemd voor het mkb (overzicht 6). Van de 38 miljoen euro die naar het mkb gaat is 27 miljoen euro toegekend aan private commerciële mkb-organisaties, het resterende deel is bestemd voor andere organisaties die voldoen aan de mkb- definitie. Van de 27 miljoen euro toegekend aan private commerciële mkb-organisaties is 20 miljoen euro afkomstig uit Research for the benefit of SMEs en 6 miljoen euro uit Research infrastructures.
Binnen Research for the benefit of SMEs krijgt het mkb de mogelijkheid om onderzoek te laten uitvoeren door onderzoeksinstellingen. Van de voor Nederland beschikbare financiering (27 miljoen) binnen dit programma is 88% toegekend aan het mkb. Een groot deel van deze financiering komt daarbij ten goede aan de Nederlandse of buitenlandse onderzoeksinstellingen die het contractonderzoek uitvoeren. Het budget voor buitenlandse mkb-organisaties die contractonderzoek laten verrichten bij Nederlandse onderzoeksinstellingen is niet zichtbaar in het financiële aandeel van Nederland.
Binnen Capacities als geheel gaat 31% van de toegekende financiering naar het mkb. Nederland blijft hier met 26% iets bij achter. Het groot bedrijfsleven ontvangt een klein deel van de toegekende financiering (2% voor Nederland versus 3% voor Capacities als geheel).
Overzicht 6: Toegekende financiering naar organisatietype
De toegekende financiering bij de Nederlandse deelname binnen het onderdeel Capacities voor verschillende organisatietypen.
Er wordt onderscheid gemaakt tussen de volgende categorieën: midden- en kleinbedrijf (mkb), groot bedrijfsleven, onderzoeks-
organisaties, hoger- en voortgezet onderwijs en overige organisaties (zoals overheid en stichtingen).
133 | Capacities
4. Internationale samenwerkingIn overzicht 7 zien we dat in de 383 projecten met Nederlandse deelnemers het meest wordt samengewerkt met organisaties afkomstig uit Duitsland (657 keer), het Verenigd Koninkrijk (643 keer), Frankrijk (372 keer), Spanje (375 keer), Italië (365 keer) en België (216 keer).
Binnen het programma Research infrastructures wordt er vaak samengewerkt met het Max Planck Instituut (Duitsland), Science and Technology Facilities Council (STFC; Verenigd Koninkrijk), Consiglio Nazionale delle Ricerche (CNR; Italië), Commissariat à l’ Energie Atomique et aux Energies Alternatives (CEA; Frankrijk), Agencia Estatal Consejo Superior de Investigaciones Cientificas (CSIC; Spanje), Natural Environment Research Council (Verenigd Koninkrijk) en Instituto Nazionale di Fisica Nucleare (Italië).Voor het onderdeel Research for the benefit of SMEs werken Nederlandse organisaties het meest samen met het Fraunhofer Instituut (Duitsland), the UK Intelligent Systems Research Institute (Verenigd Koninkrijk), Centre de Recerca i Investigacio de Catalunya (Spanje), The UK Materials Technology Research Institute (Verenigd Koninkrijk) en TWI (Verenigd Koninkrijk).Binnen Science in society wordt er vaak samengewerkt met de Universiteit van Tartu (Estland), Universiteit van Ljubljana (Slovenië), Karlsruher Institut fuer Technologie (Duitsland), Association Européenne des Expositions Scientifiques, Techniques et Industrielles (België), Fraunhofer Instituut (Duitsland) en het Agencia Estatal Consejo Superior de Investigaciones Cientificas (CSIC; Spanje).
Overzicht 7: Herkomst internationale samenwerkingspartners
geen partners
� - ��
�� - ��
�� - ���
��� - ���
��� - ���
Het aantal Europese samenwerkingspartners van Nederlandse deelnemers in succesvolle KP7-Capacities-projectvoorstellen per land.
134 | Capacities
5. TrendsDe prestaties van Nederlandse organisaties in Capacities hebben zich sinds het begin van KP7 positief ontwikkeld: vergeleken met 2007 is de retour in de daaropvolgende jaren behoorlijk gestegen tot een retour van 5,5% voor de periode 2007-2010 (overzicht 8). Het slagingspercentage fluctueert iets voor de verschillende periodes en is 29% voor de periode 2007-2010.In deze periode is de aan Nederland toege-kende financiering dus gestegen ten opzichte van de stijging van het totaal beschikbare budget binnen het onderdeel Capacities. Nederlandse organisaties hebben daar met een ongeveer gelijk gebleven slagings-percentage gebruik van gemaakt.
Overzicht 8: Trends
Periode Toegekende financiering
KP7- Capacities
(M€)
Toegekende financiering
Nl (M€)
retour- percentage
Nl
Aantal toegekende
projecten met Nl
deelnemers
Slagings-percentage
Nl
rechter schaal:Toegekende financiering KP7-Capacities (M€)
begrote totaal beschikbare financiering KP7-Capacities (M€) linker schaal:
Toegekende financiering Nl (M€)
2007 560,3 23,8 4,2% 93 30,6%
2007-2008 1.170,0 57,3 4,9% 161 28,4%
2007-2009 1.937,3 105,3 5,4% 273 29,2%
2007-2010 2.642,1 144,6 5,5% 369 28,7%
2007-2011* 3.201,5 147,9 5,5% 383 28,7%
2007-2012* 3.711,2 - - - -
2007-2013* 4.309,4 - - - -
De totaal beschikbare KP7-Capacities-financiering en de aan Nederland toegekende financiering per jaar (cumulatief). In dit
overzicht worden ook de retourpercentages, het aantal succesvolle projectvoorstellen en de slagingspercentages gegeven. De
figuur vergelijkt het totaal beschikbare KP7-Capacities-budget en de aan Nederland toegekende financiering voor deze periodes.
* Vanaf 2011 wordt de jaarlijks begrote totaal beschikbare KP7-Capacities-financiering hierbij opgeteld. De overige cijfers voor
2011 zijn gebaseerd op de realisatie in 2011 voor zover die opgenomen is in de EC-databases.
135 | Capacities
ColofonContact
Voor meer informatie over KP7 en de cijfers in deze publicatie kunt u terecht bij het Expertisecentrum internationaal Onderzoek en Innovatie van Agentschap NL. Binnen dit expertisecentrum bevindt zich het Nederlandse ‘National Contact Point’ dat bijdraagt aan een zo goed mogelijke aansluiting van Nederlandse organisaties bij KP7.T +31 (0)88 602 52 50E [email protected]
Meer informatieDe publicatie ‘Nederland in KP7, 2011’ is ook terug te vinden op www.agentschapnl.nl/kp7. Hier vindt u ook meer informatie over KP7.
Dit is een publicatie van:
Agentschap NLNL Innovatie Prinses Beatrixlaan 2Postbus 93144 | 2509 AC Den HaagT +31 (0)88 602 90 00www.agentschapnl.nl
© Agentschap NL | november 2011
Agentschap NL is een agentschap van het ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie. Agentschap NL voert beleid uit voor diverse ministeries als het gaat om duurzaamheid, innovatie en internationaal. Agentschap NL is hét aanspreekpunt voor bedrijven, kennisinstellingen en overheden. Voor informatie en advies, financiering, netwerken en wet- en regelgeving.
De divisie NL Innovatie helpt ondernemend Nederland bij innovaties. Met geld, kennis en contacten.
Hoewel deze publicatie met de grootst mogelijke zorg is samengesteld, kan Agentschap NL geen enkele aansprakelijkheid aanvaarden voor eventuele fouten.