SECUNDAIR ONDERWIJS - pro.g-o.bepro.g-o.be/blog/documents/2006-042.pdf · 2e graad economie...

52
SECUNDAIR ONDERWIJS Onderwijsvorm: ASO Graad: derde graad Jaar: eerste en tweede leerjaar SPECIFIEK GEDEELTE Economie-moderne talen Economie-wetenschappen Economie-wiskunde Vak(ken): AV Economie 4/4 lt/w Leerplannummer: 2006/042 (vervangt 2004/047) Nummer inspectie: 2004 / 49 // 1 / J / SG / 2H / III / / D/ (vervangt 2004 / 49 // 1 / J / SG / 1 / III / / V/06)

Transcript of SECUNDAIR ONDERWIJS - pro.g-o.bepro.g-o.be/blog/documents/2006-042.pdf · 2e graad economie...

SECUNDAIR ONDERWIJS

Onderwijsvorm: ASO

Graad: derde graad

Jaar: eerste en tweede leerjaar

SPECIFIEK GEDEELTE

Economie-moderne talen Economie-wetenschappen Economie-wiskunde

Vak(ken): AV Economie 4/4 lt/w

Leerplannummer: 2006/042 (vervangt 2004/047) Nummer inspectie: 2004 / 49 // 1 / J / SG / 2H / III / / D/ (vervangt 2004 / 49 // 1 / J / SG / 1 / III / / V/06)

ASO – 3e graad – Economie – wiskunde; Economie-wetenschappen; Economie – moderne talen 1 AV Economie (1e jaar: 4 lestijden/week, 2e jaar: 4 lestijden/week)

INHOUD

Visie ..........................................................................................................................................................2 Beginsituatie .............................................................................................................................................3 Algemene doelstellingen ..........................................................................................................................4 Leerplandoelstellingen / leerinhouden ......................................................................................................6 Pedagogisch-didactische wenken ..........................................................................................................34 Minimale materiële vereisten ..................................................................................................................44 Evaluatie .................................................................................................................................................45 Bibliografie ..............................................................................................................................................46

ASO – 3e graad – Economie – wiskunde; Economie-wetenschappen; Economie – moderne talen 2 AV Economie (1e jaar: 4 lestijden/week, 2e jaar: 4 lestijden/week)

VISIE

De lessen Micro- en Macro-economie laten de leerlingen toe na te denken over actuele sociaal-economische verschijnselen. Zij moeten ertoe komen, de maatschappij waarin wij leven te begrijpen en te waarderen. Cijfers en gegevens zijn er genoeg, maar de betekenis ervan blijft al te dikwijls onbegrijpelijk en ontoegankelijk. Het vak Micro- en Macro-economie moet de samenhang duidelijk maken tussen het beschikbare cijfer- en feitenmateriaal in dagbladen, tijdschriften en het internet en de theoretische benadering in boeken en cursussen. Het economisch gebeuren en de informatie zal er transparanter door worden.

De economische wetenschappen kunnen een aanzienlijke bijdrage leveren tot het streven naar persoonlijkheidsontplooiing en een maatschappelijk engagement.

Bij de opmaak van het leerplan is er zowel rekening gehouden met de specifieke eindtermen economie als met de omzendbrief “Leerstof bedrijfsbeheer in het secundair onderwijs” (SO 44 van 20/09/2005).

Indien het voornemen van de Minister van onderwijs uitgevoerd wordt om de leerlingen uit de studierichtingen Economie – wiskunde en Economie – moderne talen het attest bedrijfsbeheer niet langer automatisch toe te kennen, moet elke school, vooraleer het attest aan deze leerlingen kan worden uitgereikt, aantonen dat alle leerdoelen uit de meest recente SO 44 (voor de meest recente versie: zie www.ond.vlaanderen.be/edulex) door de leerlingen gerealiseerd zijn. Deze leerdoelen kunnen niet in hun totaliteit in het basispakket economie worden aangeboden. Daarom dient de school de ontbrekende items die (op basis van SO 44 van 20/09/2005) opgenomen zijn in het pakket “complementair gedeelte – bedrijfsbeheer” aan te bieden in het complementair gedeelte, bij voorkeur in de derde graad.

ASO – 3e graad – Economie – wiskunde; Economie-wetenschappen; Economie – moderne talen 3 AV Economie (1e jaar: 4 lestijden/week, 2e jaar: 4 lestijden/week)

BEGINSITUATIE

De leerlingen komen in hoofdzaak uit de 2e graad Economie. Leerlingen uit andere opleidingen dienen de attituden doorzettingsvermogen, zin voor zelfstandig werken en een positieve ingesteldheid te bezitten om hiaten in de voorkennis onder begeleiding van de vakgroep Economie weg te werken.

Met het oog op het toekennen van het attest bedrijfsbeheer werden een aantal items die vermeld zijn in de omzendbrief “Leerstof bedrijfsbeheer in het secundair onderwijs” (SO 44 van 20/09/2005) in de 2e graad economie behandeld. Het gaat om:

• Leasingcontract (“6.3.5” leerplan Handelseconomie tweede graad)

• Aankoop en verkoopverrichtingen (“4.1” en “4.2” leerplan Handelseconomie tweede graad)

• De verkoopsvoorwaarden (“4.3” leerplan Handelseconomie tweede graad)

• Betaling en inning (“5” leerplan Handelseconomie tweede graad)

• Courante kredietvormen (“6” leerplan Handelseconomie tweede graad)

• De ondernemingsvormen (“2.6” leerplan Handelseconomie tweede graad)

• Verzekeringen (“7” leerplan Handelseconomie tweede graad)

• De boekhoudkundige verwerking (leerplan boekhouden tweede graad)

Indien een leerling niet uit de richting Economie komt, gaat de leraar na in welke mate de leerling deze leerplandoelstellingen reeds gerealiseerd heeft. Indien er leerplandoelstellingen zijn die nog niet gerealiseerd zijn, zal de leerkracht de leerling in het complementair gedeelte via extra taken en gedifferentieerd lesgeven deze doelstellingen alsnog aan de leerling aanbieden met het oog op het uitreiken van het attest bedrijfsbeheer.

ASO – 3e graad – Economie – wiskunde; Economie-wetenschappen; Economie – moderne talen 4 AV Economie (1e jaar: 4 lestijden/week, 2e jaar: 4 lestijden/week)

ALGEMENE DOELSTELLINGEN

Via het vak economie maken de leerlingen kennis met het boeiend economisch leven. Het doel van het vak is de leerlingen inzicht te verschaffen in de economische mechanismen, hun entiteiten en instellingen.

De leerlingen dienen de volgende vaardigheden te verwerven:

- analytisch en kritisch vermogen;

- sociale en communicatieve vaardigheden;

- vaardigheden in het zien van details;

- het raadplegen van relevante en actuele informatiebronnen;

- een argumentatie kunnen opbouwen en verwoorden.

In aansluiting op het Pedagogisch Project van het Gemeenschapsonderwijs wordt van de leerlingen verwacht dat ze onder begeleiding de volgende attitudes, die gericht zijn op de vereiste beroepshoudingen, ontwikkelen en nastreven:

- zin voor samenwerking: willen bijdragen tot een leef- en werkomgeving als gemeenschap van mensen;

- leergierigheid: actief zoeken naar situaties om zijn competentie te verbreden en te verdiepen, zich door middel van actualiteit op de hoogte houden van nieuwe gegevens;

- resultaatgerichtheid: gedreven naar het einddoel van de activiteit toewerken;

- zelfstandigheid en zin voor initiatief: zelfstandig aan een taak kunnen werken en problemen durven aanpakken;

- ruime en actieve belangstelling tonen voor alle aspecten van economie, de theorie kunnen toetsen aan de werkelijkheid.

De klemtoon moet liggen op de middelen tot kennisopname en kennisverwerving, op het ordenen en hanteren van die kennis en op de wervings- en verwerkingstechnieken ervan en dit als voorbereiding én op het hoger onderwijs én op het professioneel leven.

Naast de kennishouding moeten de leerlingen:

- adequate attitudes vertonen om hen in staat te stellen actief deel te nemen aan het leven als individu en als lid van de samenleving en organisaties;

- de nodige realiteits- en verantwoordelijkheidszin bezitten om uit verschillende toekomstperspectieven een eigen weg te kiezen;

- leren nadenken over actuele economische, sociale en culturele verschijnselen om via deze weg de maatschappij waarin zij leven beter te doorgronden en te waarderen;

- zelfstandig problemen kunnen aanpakken door het aankweken van onder andere de volgende attitudes:

o aanpassingsvermogen;

o kritisch-ethische opstelling;

o efficiëntie, productiviteit en zelfwerkzaamheid;

o zin voor afwerking, orde, netheid en nauwkeurigheid (ook op het vlak van talen);

o algemene belangstelling, breeddenkendheid en openheid;

o concentratievermogen, doorzettingsvermogen en beslissingsvermogen;

ASO – 3e graad – Economie – wiskunde; Economie-wetenschappen; Economie – moderne talen 5 AV Economie (1e jaar: 4 lestijden/week, 2e jaar: 4 lestijden/week)

o kunnen luisteren, afspraken naleven;

o verantwoordelijkheidszin;

o zin voor objectiviteit, waarheid en eerlijkheid, rechtvaardigheid;

o zin voor bescheidenheid;

o bereidheid eigen fouten te verbeteren.

- blijk kunnen en willen geven van creativiteit en expressiviteit;

- actief deelnemen aan een positieve democratische opbouw van een maatschappij met al haar problemen;

- leren ontwikkelen en hanteren van een bewuste rationele houding.

Het is essentieel dat het leerplan als een geheel geïnterpreteerd wordt, m.a.w. naast de leerinhouden en leerplandoelstellingen zijn de pedagogisch-didactische wenken duidende en waardevolle aanvullingen.

ASO – 3e graad – Economie – wiskunde; Economie-wetenschappen; Economie – moderne talen 6 AV Economie (1e jaar: 4 lestijden/week, 2e jaar: 4 lestijden/week)

LEERPLANDOELSTELLINGEN / LEERINHOUDEN

MICRO- EN MACRO-ECONOMIE 1e jaar: 2 lestijden/week, 2e jaar: 2 lestijden/week

DSET LEERPLANDOELSTELLINGEN

De leerlingen kunnen LEERINHOUDEN

1

• de taak van de economische wetenschap omschrijven;

• welvaart en welzijn begripsmatig omschrijven en het verschil tussen welvaart en welzijn toelichten via voorbeelden;

• micro- en macro-economie onderscheiden;

• de in de economische wetenschap aangewende methodes bespreken en de betekenis van de beperktheid van het economisch model verklaren (kort).

Deel I: Inleiding en economische modellen

1 Situering van het vak

1.1 Definitie economie

1.2 Welvaart en welzijn

1.3 Onderscheid micro- en macro-economie

1.4 Methodes in de economie en economische modellen

DSET 3

DSET 12

2

per bijkomende economische agent (gezinnen, bedrijven, overheid en buitenland):

• de economische kringloop construeren en bespreken;

• macro-economische grootheden en deelevenwichten verklaren, situeren en evalueren;

• de berekeningwijze van het nationaal product, het nationaal inkomen, de nationale bestedingen toelichten;

• relevante informatie afleiden uit de nationale rekeningen op basis van actueel cijfermateriaal, evoluties schetsen en becommentariëren.

2 De economische kringloop en de nationale rekeningen

Per bijkomende economische agent (gezinnen, bedrijven, overheid en buitenland): • Kringloop • Evenwicht • Nationaal product – nationaal inkomen – nationale

bestedingen • Nationale rekeningen

ASO – 3e graad – Economie – wiskunde; Economie-wetenschappen; Economie – moderne talen 7 AV Economie (1e jaar: 4 lestijden/week, 2e jaar: 4 lestijden/week)

DSET LEERPLANDOELSTELLINGEN

De leerlingen kunnen LEERINHOUDEN

DSET 1

3

• aan de hand van voorbeelden de begrippen nut, preferentie en indifferentie verklaren, met cijfervoorbeelden komen tot de grafische afbeelding van een indifferentiecurvenveld;

• het begrip budgetlijn omschrijven en aan de hand van een cijfervoorbeeld komen tot de grafische afbeelding van de budgetlijn;

• de optimale goederencombinatie van de consument grafisch bepalen, berekenen en verantwoorden, de gevolgen van een prijsverandering en een inkomensverandering afbeelden;

• grafisch komen tot de afbeelding van de individuele en de collectieve vraagcurve en op basis hiervan de begrippen individuele en collectieve vraagcurve omschrijven;

• het begrip elasticiteit van de vraag omschrijven, de elasticiteit van de vraag berekenen en de bekomen elasticiteitscoëfficiënt interpreteren.

Deel II: Marktwerking

3 Consumentengedrag

3.1 Preferentieschaal van de consument en indifferentiecurven

3.2 Budgetlijn

3.3 Optimale goederencombinatie 3.4 Individuele en collectieve vraag

3.5 Elasticiteit van de vraagcurve

ASO – 3e graad – Economie – wiskunde; Economie-wetenschappen; Economie – moderne talen 8 AV Economie (1e jaar: 4 lestijden/week, 2e jaar: 4 lestijden/week)

DSET LEERPLANDOELSTELLINGEN

De leerlingen kunnen LEERINHOUDEN

DSET 1

4

• aan de hand van een cijfervoorbeeld de wet van de toe- en afnemende meeropbrengsten grafisch voorstellen en verklaren;

• uit de voorgaande wet, door omkering, de variabele kostenfunctie afleiden, de gemiddelde en de marginale kosten berekenen, de variabele, vaste en totale kosten omschrijven, grafisch afbeelden en het verloop bespreken;

• de totale opbrengsten, de gemiddelde opbrengsten en de marginale opbrengsten omschrijven, berekenen, grafisch afbeelden en het verloop bespreken;

• de optimale productiegrootte van de producent begripsmatig omschrijven, op grafische en analytische wijze afleiden en verantwoorden;

• de begrippen isoquanten en isokosten verklaren en hieruit het lange termijnevenwicht afleiden;

• de individuele en collectieve aanbodcurve grafisch afleiden en op basis hiervan de begrippen individuele en collectieve aanbodcurve omschrijven;

• het begrip elasticiteit van het aanbod omschrijven, de elasticiteit van het aanbod berekenen en de bekomen elasticiteitscoëfficiënt interpreteren.

4 Producentengedrag

4.1 Wet van de toe- en afnemende meeropbrengsten

4.2 Het kostenverloop

4.3 Het opbrengstenverloop

4.4 Evenwicht op korte termijn

4.5 Evenwicht op lange termijn: isoquanten en isokosten 4.6 Individueel en collectief aanbod

4.7 Elasticiteit van de aanbodcurve

ASO – 3e graad – Economie – wiskunde; Economie-wetenschappen; Economie – moderne talen 9 AV Economie (1e jaar: 4 lestijden/week, 2e jaar: 4 lestijden/week)

DSET LEERPLANDOELSTELLINGEN

De leerlingen kunnen NHOUDEN LEERI

DSET 1

DSET 14

5

• de prijsvorming bij volkomen concurrentie en bij onvolkomen concurrentie (monopolie, monopolistische concurrentie en oligopolie) grafisch toelichten;

• de concentratievormen beschrijven en hun gevolgen evalueren;

• het begrip beurs toelichten;

• de rol van de beurs in de economie bespreken;

• de meest courante verhandelde waarden opzoeken in de media;

• de prijsvorming op de beurs cijfermatig toelichten;

• oorzaken van schommelingen van een concreet aandeel becommentariëren.

5 Prijsvorming

5.1 Prijsvorming bij volkomen concurrentie en onvolkomen concurrentie

5.2 Concentratie: vormen, gevolgen 5.3 Effectenbeurs

5.3.1 Begrip

5.3.2 Rol

5.3.3 Verhandelde waarden

5.3.4 Prijsvorming

5.3.5 Oorzaken van schommelingen

DSET1

DSET 4

6

• het begrip grondrente verklaren en de prijsvorming grafisch toelichten;

• het begrip kapitaalrente verklaren, de prijsvorming onder de hypothese van volmaakte concurrentie en in de praktijk (invloed van de ECB) toelichten;

• de prijsvorming op de arbeidsmarkt onder de hypothese van volmaakte concurrentie en in de praktijk (sociaal overlegmodel) toelichten;

6 Vergoeding van de productiefactoren

6.1 Natuur: grondrente

6.2 Kapitaal: kapitaalrente

6.3 Arbeid: loonvorming

ASO – 3e graad – Economie – wiskunde; Economie-wetenschappen; Economie – moderne talen 10 AV Economie (1e jaar: 4 lestijden/week, 2e jaar: 4 lestijden/week)

DSET De leerlingeLEERPLANDOELSTELLINGEN

n kunnen LEERINHOUDEN

• het ontstaan van ondernemerswinst als vergoeding voor organisatie en initiatief toelichten en argumenteren;

• een personele inkomensverdeling toelichten aan de hand van actueel cijfermateriaal en grafische voorstellingen;

• een categoriale inkomensverdeling toelichten aan de hand van actueel cijfermateriaal en grafische voorstellingen;

• uit het bekomen materiaal een standpunt formuleren in verband met inkomensverdeling en inkomensongelijkheid.

6.4 Organisatie en initiatief: ondernemerswinst

6.5 Inkomensverdeling en inkomensongelijkheid

6.5.1 Personele inkomensverdeling

6.5.2 Categoriale inkomensverdeling

6.5.3 Ethische overweging

DSET 14

DSET 15

7

• de rol van de Europese Centrale Bank bespreken en de plaats / taak van de nationale centrale banken duiden;

• de techniek van de geldschepping en geldvernietiging door de financiële instellingen en de Europese Centrale Bank op basis van cijfermateriaal verduidelijken;

• de begrippen inflatie- en deflatieverschijnsel toelichten;

• de oorzaken van inflatie verklaren (o.a. vergelijking van Fisher);

• de gevolgen van inflatie illustreren;

• de bestrijdingsmiddelen voor inflatie bespreken;

• het anti-inflatiebeleid van de ECB kaderen tegenover stimuleringsmaatregelen van de economie.

Deel III: Marktregulering

7 Het monetair beleid

7.1 De rol van de Europese Centrale Bank / nationale centrale banken

7.2 Geldschepping en geldvernietiging

7.3 Inflatie en deflatie

7.3.1 Begrippen inflatie en deflatie

7.3.2 Oorzaken van inflatie

7.3.3 Gevolgen van inflatie

7.3.4 Bestrijding van inflatie

7.3.5 Economisch beleid

ASO – 3e graad – Economie – wiskunde; Economie-wetenschappen; Economie – moderne talen 11 AV Economie (1e jaar: 4 lestijden/week, 2e jaar: 4 lestijden/week)

DSET LEERPLANDOELSTELLINGEN

De leerlingen kunnen HOUDEN LEERIN

DSET 14

DSET 15

8

• het totstandkomen van het evenwicht in de economie (steunend op de wet van Say) volgens de Klassieke opvattingen verklaren;

• de relatie tussen enerzijds inkomen, sparen en consumeren (inclusief de wet van Engel) en anderzijds de relatie tussen inkomen en investeren verklaren en grafisch weergeven volgens de opvattingen van de keynesiaanse theorie;

• onder- en overbesteding verklaren, grafisch weergeven en de rol van de overheid schetsen;

• de werking van de multiplicator verklaren en de multiplicator berekenen met inschakeling van de consumptiequote en de spaarquote;

• het economisch denken onder Say en Keynes vergelijken met de hedendaagse economische politiek in Europa en de VS.

8 Evenwicht in de economie

8.1 De klassieke theorie 8.2 De Keynesiaanse theorie

8.2.1 Evenwicht 8.2.2 Onder- en overbesteding

8.2.3 Multiplicator

8.3 Hedendaagse economische politiek

DSET 1

DSET 2

DSET 14

DSET 15

9

• de werking van de wisselmarkt toelichten en historisch plaatsen (vanaf EMS);

• uit de betalingsbalans relevante informatie afleiden met betrekking tot de economische toestand, de redenen van onevenwicht op de betalingsbalans en de middelen tot herstel ervan bespreken en evalueren;

• de problemen van de ontwikkelingslanden verklaren met hun oorzaken en de mogelijkheden ter verbetering.

9 Internationale economische relaties

9.1 Wisselkoers en wisselmarkt: werking en historische evolutie

9.2 Handels- en betalingsbalans: verstoringen en herstel

9.3 Problematiek van de ontwikkelingslanden

ASO – 3e graad – Economie – wiskunde; Economie-wetenschappen; Economie – moderne talen 12 AV Economie (1e jaar: 4 lestijden/week, 2e jaar: 4 lestijden/week)

DSET LEERPLANDOELSTELLINGEN

De leerlingen kunnen HOUDEN LEERIN

DSET 13

DSET 14

DSET 15

10

• het begrip conjunctuur omschrijven, de conjunctuurgolf voorstellen met beschrijving van de kenmerken van de fasen en de huidige economische toestand in de conjunctuurgolf situeren op basis van enkele conjunctuurindicatoren;

• het begrip economische groei naar absolute en relatieve zin

omschrijven, het onderscheid verklaren tussen nominale en reële groei;

• enkele groeiindicatoren kritisch beoordelen en vergelijken;

• de groeideterminanten aanduiden en verklaren;

• de mogelijkheden van de overheid (nationaal, Europees en mondiaal) om de conjunctuur te beïnvloeden, schetsen.

10 Groei en conjunctuur

10.1 Conjunctuur

10.2 Groei

10.2.1 Begrip

10.2.2 Indicatoren

10.2.3 Determinanten

10.3 Conjunctuurpolitiek

DSET 16

DSET 17

DSET 18

11 een onderzoeksopdracht uitwerken over een zelf te kiezen thema, naar de suggesties in het hoofdstuk ‘Onderzoekscompetenties’ in de pedagogisch – didactische wenken:

• voor een gegeven onderwerp onderzoeksvragen (probleemstelling) formuleren;

• als voorbereiding op de uitvoering van de opdracht een onderzoeksplan (inclusief methode) opstellen;

11 Onderzoeksopdracht

Over een economisch thema een onderzoeksopdracht uitwerken met betrekking tot een zelf te kiezen thema (volgens een stappenplan): 11.1 Formuleren van onderzoeksvragen 11.2 Voorbereiding

ASO – 3e graad – Economie – wiskunde; Economie-wetenschappen; Economie – moderne talen 13 AV Economie (1e jaar: 4 lestijden/week, 2e jaar: 4 lestijden/week)

DSET LEERPLANDOELSTELLINGEN

De leerlinge LEERINHOUDEN n kunnen

• op basis van geselecteerde bronnen voor een gegeven of zelfgekozen onderzoeksvraag, op een gerichte wijze informatie verzamelen (o.a. via elektronische weg), ordenen en verwerken (grafisch, in tabelvorm, wiskundig / rekenkundig, verbaal);

• onderzoeksresultaten interpreteren en conclusies formuleren; • over de onderzoeksresultaten en conclusies rapporteren;

• de onderzoeksresultaten confronteren met andere standpunten;

• reflecteren over de bekomen onderzoeksresultaten en over de aangewende methode.

Opmerking:

Hoewel de onderzoeksvaardigheden in elk vakleerplan zijn opgenomen, dienen ze niet in elk vak gerealiseerd te worden, maar afhankelijk van de onderzoeksopdracht gebeurt dit in samenspraak binnen het geheel van de pool. De concretisering gebeurt op het niveau van de vakgroep. Met betrekking tot de tweepolige studierichting zijn geïntegreerde projecten mogelijk. Daarin komen de onderzoeksvaardigheden uit beide polen aan bod.

11.3 Uitvoering

11.3.1 Verzameling, ordening en verwerking van informatie

11.3.2 Conclusies

11.3.3 Rapporteren

11.3.4 Confrontatie met andere standpunten

11.4 Reflectie

ASO – 3e graad – Economie – wiskunde; Economie-wetenschappen; Economie – moderne talen 14 AV Economie (1e jaar: 4 lestijden/week, 2e jaar: 4 lestijden/week)

BEDRIJFSBELEID 1e jaar: 2 lestijden/week, 2e jaar: 2 lestijden/week

DSET LEERPLANDOELSTELLINGEN

De leerlingen kunnen LEERINHOUDEN

De cursief gedrukte leerplandoelstellingen (U) zijn uitbreidingsdoelstellingen en kunnen worden aangeboden wanneer de overige leerplandoelstellingen zijn gerealiseerd of wanneer de school economie aanbiedt in het complementair gedeelte.

DSET 5

1

• de begrippen onderneming en bedrijf onderscheiden op basis van concrete voorbeelden en het belang van het winstprincipe toelichten;

• het begrip organisatie toelichten op basis van haar definitie-elementen (hierbij is het van belang te wijzen op de organisatie als samenwerkingsverband van mensen);

• aantonen dat naast het winstprincipe een onderneming ook een verantwoordelijkheidsopdracht heeft m.b.t. zorg voor het milieu, klantgerichtheid en welbevinden van de werknemer;

• aantonen dat ondernemingen ook andere doelstellingen kunnen nastreven zoals ethisch en duurzaam ondernemen.

1 Situering van onderneming en bedrijf

1.1 Onderneming en bedrijf: onderscheid – winstprincipe

1.2 Onderneming en bedrijf als zelfstandige entiteit: het begrip organisatie op basis van samenwerkingsverband van mensen, structuur, levenscyclus

1.3 Onderneming en bedrijf in hun omgeving

1.4 Ethisch en duurzaam ondernemen

DSET 8

2

• enkele voor- en nadelen van de belangrijkste ondernemingsvormen aanduiden;

2 Facetten uit de levensloop van een onderneming

2.1 Oprichting

2.1.1 Inleiding: korte herhaling van de belangrijkste ondernemingsvormen (eenmanszaak, BVBA, NV en CV)

ASO – 3e graad – Economie – wiskunde; Economie-wetenschappen; Economie – moderne talen 15 AV Economie (1e jaar: 4 lestijden/week, 2e jaar: 4 lestijden/week)

DSET LEERPLANDOELSTELLINGEN

De leerlinge NHOUDEN n kunnen LEERI

• aangeven wanneer een persoon rechtsonbekwaam is;

• het verschil tussen beperkte en onbeperkte aansprakelijkheid omschrijven en mogelijke gevolgen ervan illustreren;

• de meest voorkomende huwelijksvermogensstelsels bondig omschrijven en het gepaste stelsel in concrete situaties verantwoorden;

• de soorten belastingen omschrijven, indelen en illustreren met voorbeelden;

• aantonen dat er een verband is tussen de keuze van de ondernemingsvorm en het fiscaal regime;

• de componenten van de fiscale winst van de eenmanszaak, de BVBA en de NV weergeven;

• de begrippen management, beheer, beleid, marketing en human resources management inhoudelijk situeren;

• een aantal managementmethoden (zoals MBO, MBWA, teammanagement) op een eenvoudige wijze omschrijven en daarbij de kracht van het teammanagement vooropzetten;

• het marktonderzoek begripsmatig omschrijven, het nut van een marktonderzoek aantonen en de werkwijze bij het voeren van een marktonderzoek omschrijven en toepassen;

• de noodzaak van de strategische marketing evalueren en toepassen aan de hand van teksten (o.a. SWOT-analyse);

• een aantal marketingstrategieën voor bestaande producten analyseren en evalueren op basis van de marketingmix;

2.1.2 Juridische criteria

2.1.2.1 Rechtsbekwaamheid

2.1.2.2 Aansprakelijkheid

2.1.2.3 Huwelijksvermogensstelsels (bondig)

2.1.3 Fiscale criteria

2.1.3.1 Soorten van belastingen

2.1.3.2 Keuze van de ondernemingsvorm en fiscaal statuut

2.1.3.3 Het begrip fiscale winst 2.2 Beheer en beleid van de onderneming

2.2.1 Situering van de begrippen

2.2.2 Managementmethoden

2.2.3 Marketing

2.2.3.1 Marktonderzoek: begrip – nut – werkwijze

2.2.3.2 SWOT-analyse

2.2.3.3 Uitwerking van de marketingmix

ASO – 3e graad – Economie – wiskunde; Economie-wetenschappen; Economie – moderne talen 16 AV Economie (1e jaar: 4 lestijden/week, 2e jaar: 4 lestijden/week)

DSET LEERPLANDOELSTELLINGEN

De leerlinge HOUDEN n kunnen LEERIN

• de doelstellingen van Human Resources Management toelichten vanuit het managementdenken;

• de instrumenten bij selectie bondig omschrijven;

• de instrumenten bij werving bondig omschrijven;

• het belang van een degelijke introductie van ‘nieuw’ personeel aantonen;

• de stelsels van vergoeding van de arbeid omschrijven, onderling vergelijken (tijd- en stukloon, premiestelsels) en aantonen dat ook sociale en ethische factoren een rol spelen;

• aan de hand van het organogram van de RSZ de werking van het systeem weergeven;

• personeelsbegeleiding versus personeelsbeoordeling plaatsen;

• een voorbeeld van reorganisatie aanhalen en de impact ervan op de stakeholders verduidelijken;

• het belang aantonen van een gerechtelijk akkoord;

• een aantal redenen van stopzetting aangeven en de sociaal-economische gevolgen aantonen;

• een aantal oorzaken van overname en fusie toelichten en de sociaal-economische gevolgen (stakeholders) aantonen;

• de belangrijkste oorzaken van faillissement weergeven en de sociaal-economische gevolgen aantonen.

2.2.4 Personeelsbeleid

2.2.4.1 Human Resources Management: doelstellingen

2.2.4.2 Selectie van personeel

2.2.4.3 Werving van personeel

2.2.4.4 Introductie van personeel

2.2.4.5 Vergoeding van arbeid

2.2.4.6 Sociaal zekerheidsstelsel: situeringsschema m.b.t. structuur en werking

2.2.4.7 Begeleiding en beoordeling 2.3 Handelen in crisissituaties

2.3.1 Reorganisatie

2.3.2 Gerechtelijk akkoord

2.4 Einde van de onderneming

2.4.1 Stopzetting

2.4.2 Overname of fusie

2.4.3 Faillissement

ASO – 3e graad – Economie – wiskunde; Economie-wetenschappen; Economie – moderne talen 17 AV Economie (1e jaar: 4 lestijden/week, 2e jaar: 4 lestijden/week)

DSET LEERPLANDOELSTELLINGEN

De leerlingen kunnen LEERINHOUDEN

DSET 11 3

• de structuur van de actiefzijde van de balans verantwoorden en afleiden uit het rekeningstelsel;

• de structuur van de passiefzijde van de balans verantwoorden en afleiden uit het rekeningstelsel;

• uit het rekeningstelsel de resultatenrekening afleiden;

• een aantal elementen uit de toelichting verduidelijken;

• gegevens uit de sociale balans interpreteren;

• de kengetallen winstmarge en bedrijfscoëfficiënt aan de hand van een formularium berekenen, ze evalueren met het oog op de ondernemingsdoelstellingen en vergelijken met een andere onderneming uit de sector;

• het kengetal bedrijfskapitaal aan de hand van een formularium berekenen, evalueren met het oog op de ondernemingsdoelstellingen en vergelijken met een andere onderneming uit de sector;

• kengetallen voor liquiditeit aan de hand van een formularium berekenen, ze evalueren met het oog op de ondernemingsdoelstellingen en vergelijken met een andere onderneming uit de sector;

• de omloopsnelheid en omlooptijd (algemeen, van de voorraden, van de vorderingen, van de leveranciers) aan de hand van een formularium berekenen, ze evalueren met het oog op de ondernemingsdoelstellingen en vergelijken met een andere onderneming uit de sector;

3 Analyse van de jaarrekening

3.1 Vorm en inhoud van de jaarrekening

3.1.1 Balans

3.1.1.1 Actieve kapitaalstructuur

3.1.1.2 Passieve kapitaalstructuur

3.1.2 Resultatenrekening

3.1.3 Toelichting

3.1.4 Sociale balans

3.2 Kengetallen

3.2.1 Winstmarge en bedrijfscoëfficiënt

3.2.2 Bedrijfskapitaal

3.2.3 Liquiditeit

3.2.4 Omloopsnelheid en omlooptijd (algemeen, van de voorraden, van de vorderingen, van de leveranciers)

ASO – 3e graad – Economie – wiskunde; Economie-wetenschappen; Economie – moderne talen 18 AV Economie (1e jaar: 4 lestijden/week, 2e jaar: 4 lestijden/week)

DSET De leerlinge LEERINHOUDEN LEERPLANDOELSTELLINGEN

n kunnen

• kengetallen voor solvabiliteit aan de hand van een formularium berekenen, ze evalueren met het oog op de ondernemingsdoelstellingen en vergelijken met een andere onderneming uit de sector;

• de cashflow aan de hand van een formularium berekenen, evalueren met het oog op de ondernemingsdoelstellingen en vergelijken met een andere onderneming uit de sector;

• het kengetal zelffinanciering aan de hand van een formularium berekenen, evalueren met het oog op de ondernemingsdoelstellingen en vergelijken met een andere onderneming uit de sector;

• kengetallen voor rendabiliteit aan de hand van een formularium berekenen, ze evalueren met het oog op de ondernemingsdoelstellingen en vergelijken met een andere onderneming uit de sector;

• de financieringswinst aan de hand van een formularium berekenen, evalueren met het oog op de ondernemingsdoelstellingen en vergelijken met een andere onderneming uit de sector.

3.2.5 Solvabiliteit 3.2.6 Cashflow

3.2.7 Zelffinanciering

3.2.8 Rendabiliteit

3.2.9 Financieringswinst

DSET 6

DEST 7

DSET 9

4

• het belang van een financieel plan aantonen en een eenvoudig financieel plan opstellen;

• financieringsbegrippen toelichten;

• de financiering van de vaste en de vlotte activa verduidelijken;

• een aantal financieringsmogelijkheden onderling vergelijken en beoordelen

• de financiële buffers toelichten;

4 Financiering

4.1 Financieel plan

4.2 Financieringsvraagstukken

4.2.1 Begrippen

4.2.2 Vaste en vlottende activa

4.2.3 Mogelijkheden

4.2.4 Financiële buffers

ASO – 3e graad – Economie – wiskunde; Economie-wetenschappen; Economie – moderne talen 19 AV Economie (1e jaar: 4 lestijden/week, 2e jaar: 4 lestijden/week)

DSET De leerlingeLEERPLANDOELSTELLINGEN

n kunnen LEERINHOUDEN

• aan de hand van een concreet voorbeeld een investeringsbeslissing op basis van verschillende methoden (terugverdientijd, gemiddeld rendement - ROI, netto contante waarde – NPV …) motiveren;

• de noodzaak van budgettering aantonen en de voornaamste aspecten weergeven.

4.3 Investeringsbeslissingen - methoden

4.4 Budgettering: noodzaak - voornaamste aspecten

DSET 9

(U)

5

• een andere indeling van de kosten (kostensoorten) in vergelijking met het MAR verklaren en hanteren;

• het begrip kostenplaatsen verklaren, het nut aanduiden en het gebruik ervan illustreren;

• het verschil tussen directe en indirecte kosten aantonen;

• het break-evenpunt, in relatie tot vaste en variabele kosten berekenen en grafisch voorstellen;

• door middel van de intracomptabele (zelfstandige analytische boekhouding) of extracomptabele (kostenverdeelstaat) werkwijze het exploitatieresultaat berekenen;

• het belang van de verstrekkingswijze (o.a. FIFO, LIFO) verklaren;

5 Kostprijsberekening

5.1 Begrippen

5.1.1 Kostensoorten

5.1.2 Kostenplaatsen

5.1.3 Directe en indirecte kosten

5.1.4 Break-evenpunt 5.2 Berekening van het exploitatieresultaat: intra- of

extracomptabel

5.3 Voorraadberekening via LIFO- en FIFO-methode, gebruik van omslagsleutels

ASO – 3e graad – Economie – wiskunde; Economie-wetenschappen; Economie – moderne talen 20 AV Economie (1e jaar: 4 lestijden/week, 2e jaar: 4 lestijden/week)

DSET De leerlingeLEERPLANDOELSTELLINGEN

n kunnen LEERINHOUDEN

• de principes, mogelijkheden en beperkingen van twee calculatiemethodes situeren, evalueren en toepassen;

• een voorbeeld bespreken van een methode die een onderneming toepast om haar productie- of voorraadbeleid te optimaliseren (bijvoorbeeld JIT).

5.4 Calculatiemethoden: principes, mogelijkheden en beperkingen; keuze uit (minimum 2):

• Directe kostenmethode

• Neutralisering van bezettingsverschillen

• Differentiële kostprijs

• Standaardkostprijsmethode

• Activity based costing 5.5 Productie- en voorraadbeleid

DSET 16

DSET 17

DSET 18

6 6 Onderzoeksopdracht

Zie "Micro- en macro-economie" hoofdstuk 11 en de pedagogisch-didactische wenken. Het staat de leraar/vakgroep vrij om een keuze te maken waar de opdracht aan bod komt en eventueel met integratie van andere vakken.

ASO – 3e graad – Economie – wiskunde; Economie-wetenschappen; Economie – moderne talen 21 AV Economie (1e jaar: 4 lestijden/week, 2e jaar: 4 lestijden/week)

COMPLEMENTAIR GEDEELTE: RECHT

LEERPLANDOELSTELLINGEN

De leerlingen kunnen LEERINHOUDEN

De cursief gedrukte leerplandoelstellingen (U) zijn uitbreidingsdoelstellingen en kunnen worden aangeboden wanneer de overige leerplandoelstellingen zijn gerealiseerd of wanneer de school economie aanbiedt in het complementair gedeelte.

(U) 1

• het nut van het recht verklaren;

• de bronnen van het recht met voorbeelden illustreren;

• de indeling van het recht en de gerechtelijke inrichting situeren en illustreren.

Deel I: Inleiding tot het recht

1 Algemene begrippen van het recht en de gerechtelijke instellingen

1.1 Nut van het recht

1.2 Bronnen van het recht

1.3 Gerechtelijke inrichting

(U) 2

• de begrippen “natuurlijke personen” en “rechtspersonen “ omschrijven en met concrete voorbeelden verduidelijken;

• de begrippen in verband met de staat van een persoon in de gemeenschap, in de familie en als individu omschrijven en met concrete voorbeelden verduidelijken.

2 Personenrecht

2.1 Natuurlijke en rechtspersoon

2.2 Staat van een persoon in de gemeenschap, in de familie, als individu

(U) 3

• het juridisch begrip “goed” omschrijven, de indeling van de goederen met voorbeelden illustreren;

• het begrip “eigendomsrecht” verklaren, de wijzen van verkrijging van eigendom illustreren, het onderscheid tussen “eigendom en bezit” aantonen.

3 Zakenrecht

3.1 De goederen

3.2 De eigendom, het bezit

ASO – 3e graad – Economie – wiskunde; Economie-wetenschappen; Economie – moderne talen 22 AV Economie (1e jaar: 4 lestijden/week, 2e jaar: 4 lestijden/week)

LEERPLANDOELSTELLINGEN

De leerlingen kunnen LEERINHOUDEN

(U) 4

• het begrip “koopcontract “ omschrijven;

• de geldigheidsvereisten omschrijven;

• de rechten en plichten van koper en verkoper omschrijven aan de hand van concrete voorbeelden;

• de gevolgen van een koopcontract omschrijven aan de hand van concrete voorbeelden;

• de bewijsmiddelen begripsmatig omschrijven en de waarde ervan bespreken;

• de mogelijke oorzaken van tenietgaan van een koopcontract opsommen en toelichten aan de hand van concrete voorbeelden.

Deel II: Contracten : praktijkgerichte benadering

4 Het koopcontract

4.1 Begrip en terminologie

4.2 Geldigheidsvereisten

4.3 Rechten en plichten van koper en verkoper 4.4 Gevolgen

4.5 Bewijsmiddelen

4.6 Einde

(U) 5 op basis van een drietal contracten:

• het begrip “huurcontract” omschrijven;

• de geldigheidsvereisten omschrijven;

• de rechten en plichten van huurder en verhuurder omschrijven aan de hand van concrete voorbeelden;

• de duur van een huurcontract afleiden en de mogelijkheden om het te beëindigen bespreken.

5 Het huurcontract

5.1 Begrip en terminologie

5.2 Geldigheidsvereisten

5.3 Rechten en plichten van huurder en verhuurder 5.4 Duur en einde

ASO – 3e graad – Economie – wiskunde; Economie-wetenschappen; Economie – moderne talen 23 AV Economie (1e jaar: 4 lestijden/week, 2e jaar: 4 lestijden/week)

LEERPLANDOELSTELLINGEN

De leerlingen kunnen LEERINHOUDEN

(U) 6 op basis van een drietal contracten:

• frequent voorkomende begrippen en partijen in een verzekeringscontract beschrijven;

• de geldigheidsvereisten omschrijven;

• de rechten en plichten van de partijen omschrijven;

• de meest courante verzekeringen omschrijven en hun belang aantonen m.b.t. het mogelijke risico;

• de beëindiging van een verzekeringscontract bespreken.

6 Het verzekeringscontract

6.1 Begrip en terminologie

6.2 Geldigheidsvereisten

6.3 Rechten en plichten

6.4 Soorten verzekeringen

6.5 Einde

(U) 7 op basis van een drietal contracten:

• het begrip “arbeidscontract” omschrijven en de soorten toelichten aan de hand van concrete situaties;

• het begrip “schorsing” en de oorzaken omschrijven aan de hand van concrete situaties;

• de wijze van beëindiging van de AO toelichten.

7 Arbeidscontract

7.1 Begrip – soorten

7.2 Schorsing van de uitvoering

7.3 Einde van de arbeidsovereenkomst (AO)

(U) 8 • de fiscale wetgeving situeren in het geheel van de rechtstakken.

Deel III: Fiscale wetgeving

8 Situering van de fiscale wetgeving

(U) 9 • het belang van het opstellen van een begroting op de verschillende staatkundige niveaus aantonen en de samenstelling van één ervan bespreken.

9 De begroting

ASO – 3e graad – Economie – wiskunde; Economie-wetenschappen; Economie – moderne talen 24 AV Economie (1e jaar: 4 lestijden/week, 2e jaar: 4 lestijden/week)

LEERPLANDOELSTELLINGEN

De leerlingen kunnen HOUDEN LEERIN

(U) 10

• vanuit een schematische voorstelling de verschillende componenten van het belastbaar inkomen, met hun voorheffing bepalen;

• het belang van de voorafbetaling aantonen;

• het aangifteformulier aan de hand van documenten invullen;

• het aanslagbiljet analyseren;

• het begrip “vennootschapsbelasting” omschrijven.

10 Directe belastingen

10.1 Personenbelasting

10.1.1 Samenstelling belastbaar inkomen

10.1.2 Voorafbetalingen

10.1.3 Aangifteformulier

10.1.4 Aanslagbiljet

10.2 Vennootschapsbelasting: begrip

(U) 11

• d.m.v. een bedrijfskolom het systeem van de BTW-heffing verklaren;

• aantonen dat de BTW een verbruiksbelasting;

• de administratieve verwerking toelichten en de BTW-aangifte invullen en toelichten;

• het begrip “erfenisrechten” verklaren;

• de tariefstructuur gebruiken, rekening houdend met de omvang van de erfenis en de graad van verwantschap;

• fiscale gevolgen van de erfenisrechten toelichten.

11 Indirecte belastingen

11.1 BTW

11.1.1 Begrip

11.1.2 Verbruiksbelasting

11.1.3 Administratieve verwerking 11.2 Erfenisrechten

11.2.1 Begrip

11.2.2 Tariefstructuur

11.3 Fiscale gevolgen

ASO – 3e graad – Economie – wiskunde; Economie-wetenschappen; Economie – moderne talen 25 AV Economie (1e jaar: 4 lestijden/week, 2e jaar: 4 lestijden/week)

LEERPLANDOELSTELLINGEN

De leerlingen kunnen LEERINHOUDEN

(U) 12

een actueel thema via diverse invalshoeken benaderen en situeren.

Deel IV: Actualiteit

12 Actueel thema (niet-limitatieve lijst)

• Inflatie • Beurs en beleggingen • Faillissement en gerechtelijk akkoord • Fusies en overnames • Concurrentierecht • Wet op de handelspraktijken • Globalisering • Europese Unie • …

ASO – 3e graad – Economie – wiskunde; Economie-wetenschappen; Economie – moderne talen 26 AV Economie (1e jaar: 4 lestijden/week, 2e jaar: 4 lestijden/week)

COMPLEMENTAIR GEDEELTE: PROJECT BEDRIJFSSIMULATIE

LEERPLANDOELSTELLINGEN

De leerlingen kunnen LEERINHOUDEN

De cursief gedrukte leerplandoelstellingen (U) zijn uitbreidingsdoelstellingen en kunnen worden aangeboden wanneer de overige leerplandoelstellingen zijn gerealiseerd of wanneer de school economie aanbiedt in het complementair gedeelte.

(U) 1 • een overzicht geven van haalbare projecten die een bijdrage kunnen leveren tot hun ervaring in het ondernemerschap en organisatietalent.

1 Inleiding

(U) 2

• een brainstorm organiseren waaruit een definitieve keuze van project(en) volgt.

2 Brainstorm

Keuze projecten

(U) 3

• het begrip ondernemingsplan verklaren;

• een originele naam bedenken en motiveren alsook een logo

ontwikkelen en motiveren voor hun werkgroep

• de missie van de werkgroep invullen

• de doelstellingen weergeven om deze missie te realiseren;

• de inhoud van het project of de projecten weergeven en een planning opmaken (met deadlines) om deze te realiseren;

• de omgeving beschrijven waarbinnen ze hun project(en) moeten realiseren en het belang van hun omgeving inschatten;

• een organisatiestructuur (organogram) voor de werkgroep opstellen, functiebeschrijvingen opmaken en een duidelijke taakverdeling toekennen binnen de werkgroep.

3 Ondernemingsplan

3.1 Begrip

3.2 Werkgroep

3.2.1 Naam werkgroep – Logo

3.2.2 Missie

3.2.3 Doelstellingen

3.2.4 Inhoud project(en) – planning (deadlines)

3.2.5 Omgeving: vastlegging en belang

3.3 Organisatie (Organogram / Functiebeschrijvingen /Taakverdeling)

ASO – 3e graad – Economie – wiskunde; Economie-wetenschappen; Economie – moderne talen 27 AV Economie (1e jaar: 4 lestijden/week, 2e jaar: 4 lestijden/week)

LEERPLANDOELSTELLINGEN

De leerlingen kunnen LEERINHOUDEN

(U) 4

• een logboek bijhouden;

• een vergadering organiseren, waarbij vergadertechnieken toegepast worden;

• hun prestaties evalueren en bijsturen (= zelfevaluatie);

• een multimediapresentatie samenstellen en demonstreren;

• een SWOT-analyse opstellen en interpreteren;

• een marktonderzoek organiseren en de bekomen resultaten interpreteren;

• een marketingmix samenstellen voor hun project(en) en toelichten;

• een originele publiciteitscampagne bedenken en ten uitvoer brengen in een vorm (of combinatie) naar keuze (affiche, website, etalage …);

• een prijsberekening uitvoeren en toelichten, een breakevenanalyse opstellen en toelichten;

• een budget opstellen;

• aan de hand van een eenvoudige (boekhouding een toelichting geven over de financiële prestaties van hun project(en);

• de resultaten van de opdrachten schriftelijk weergeven in de vorm van een paper en daarover rapporteren bij minstens 2 van de 3 publieke presentaties.

4 Economische en ondersteunende werkinstrumenten

4.1 Logboek

4.2 Vergaderen 4.3 Evaluatie

4.4 Multimediapresentatie

4.5 SWOT-analyse

4.6 Marktonderzoek 4.7 Marketingmix

4.8 Publiciteit (Affiche / Website / Etalage / …)

4.9 Prijsberekening – breakevenanalyse 4.10 Budgetbeheer

4.11 Boekhouding

4.12 Rapport

ASO – 3e graad – Economie – wiskunde; Economie-wetenschappen; Economie – moderne talen 28 AV Economie (1e jaar: 4 lestijden/week, 2e jaar: 4 lestijden/week)

COMPLEMENTAIR GEDEELTE: BEDRIJFSBEHEER

DECR. NR.LEERPLANDOELSTELLINGEN

De leerlingen kunnen LEERINHOUDEN

(U) 1

• formuleren wie zich als zelfstandige ondernemer (handelaar, ambachtsman/-vrouw) kan vestigen;

• de voorwaarden opzoeken om zich als zelfstandige te kunnen vestigen (handelaar, ambachtsman/-vrouw) m.b.t. bekwaamheid, faillissement en bankbreuk en de begrippen hanteren;

• actuele informatie opzoeken over de wettelijke verplichtingen die vooraf moeten vervuld worden bij het starten van een eigen zaak;

• de instellingen noemen waar de formaliteiten moeten vervuld worden om aan de gestelde verplichtingen te voldoen; informatie opzoeken m.b.t. reglementering i.v.m. de handelsnaam; het doel van de kruispuntbank toelichten; het doel van het ondernemingsloket toelichten; het ondernemingsloket raadplegen; de voor- en/of nadelen van verschillende huwelijksstelsels evalueren in functie van het beroep van zelfstandig ondernemer; opzoeken hoe er kan aangesloten worden bij een sociale verzekeringskas en een mutualiteit en het belang ervan verwoorden;

1 De zelfstandige ondernemer

1.1 De zelfstandige ondernemer (handelaar,

ambachtsman/vrouw) 1.2 De voorwaarden om zich te kunnen vestigen

1.2.1 Algemene voorwaarden (bekwaamheid, faillissement, bankbreuk)

1.2.2 Voorafgaande verplichtingen

1.2.2.1 Actuele informatie

1.2.2.2 Verplichtingen (handelsnaam, Kruispuntbank van ondernemingen, ondernemingsnummer, ondernemingsloketten, financieel rekeningnummer, BTW-inschrijving, huwelijksstelsel, aansluiting sociale verzekeringskas, aansluiting mutualiteit)

ASO – 3e graad – Economie – wiskunde; Economie-wetenschappen; Economie – moderne talen 29 AV Economie (1e jaar: 4 lestijden/week, 2e jaar: 4 lestijden/week)

DECR. NR.LEERPLANDOELSTELLINGEN

De leerlingen kunnen LEERINHOUDEN

• de beroepsuitoefeningsvoorwaarden opsommen en weten hoe de zelfstandige ondernemer eraan moet voldoen m.b.t. de vestigingswet;

• de specifieke beroepsuitoefeningsvoorwaarden (voor de toekomstige eigen zaak) opzoeken en toelichten;

• informatie met betrekking tot de controleorganen opzoeken;

• de keuze van een mogelijke vestigingsplaats motiveren;

• de voor- en nadelen van een mogelijke vestigingsplaats beoordelen in een concrete situatie;

• de voor- en nadelen afwegen bij het keuzeprobleem: kopen, leasen of huren van een onroerend goed;

• uit een concreet koopcontract vijf elementen analyseren;

• uit een concreet huurcontract vijf elementen analyseren;

• in de wetgeving op de handelsvestigingen de vereisten voor de eigen vestiging opzoeken;

• de rechten van de handelaar omschrijven bij moeilijkheden in het bedrijf;

• de instellingen (financiële instellingen, beroepsverenigingen ...) waar startende ondernemers informatie en ondersteuning kunnen bekomen en waar advies voor starters kan bekomen worden, opzoeken en omschrijven;

• de steunmaatregelen voor startende ondernemers opzoeken (oprichting van de zaak, aanwerving personeel ...);

1.2.3 Beroepsuitoefeningsvoorwaarden

1.2.3.1 Vestigingswet (vorming, beroepservaring, vestigingsgetuigschrift, distributieattest)

1.2.3.2 Andere reglementeringen en vergunningen m.b.t. de toekomstige eigen zaak of sector

1.2.3.3 Controleorganen (Economische inspectie, Arbeidsinspectie, Eetwareninspectie)

1.2.4 Vestigingsplaats

1.2.4.1 Keuze van de vestigingsplaats.

1.2.4.2 Voor- en nadelen van een mogelijke vestigingsplaats

1.2.4.3 Aankoop, huur of leasing van een gebouw of grond: voordelen en nadelen

1.2.4.4 Concreet koopcontract

1.2.4.5 Concreet huurcontract

1.2.4.6 Wet op de handelsvestigingen

1.2.5 Rechten van de handelaar (rechtbank van koophandel, gerechtelijk akkoord, bescherming tegen oneerlijke concurrentie)

1.3 Tegemoetkomingen

1.3.1 Advies startersdiensten – Instellingen 1.3.2 Steunmaatregelen voor starters

ASO – 3e graad – Economie – wiskunde; Economie-wetenschappen; Economie – moderne talen 30 AV Economie (1e jaar: 4 lestijden/week, 2e jaar: 4 lestijden/week)

DECR. NR.LEERPLANDOELSTELLINGEN

De leerlingen kunnen LEERINHOUDEN

• de wettelijke verplichtingen opzoeken inzake vergunningen, heffingen en attesten met betrekking tot milieu en ruimtelijke ordening, waaraan een ondernemer moet voldoen;

• het principe van de terugnameplicht van verpakkingsafval (FOST PLUS en VAL-I-PAC) verklaren;

• het principe van de aanvaardingsplicht van elektro verklaren;

• het milieuloket raadplegen;

• de basisprincipes van de wet op de handelspraktijken en op de voorlichting en de bescherming van de consument opzoeken;

• verwoorden dat er speciale reglementeringen in verband met de openingstijden bestaan en kunnen deze opzoeken en toelichten;

• verwoorden dat door de wet op de privacy bestanden moeten worden aangegeven en formuleren wat men moet doen om aan de verplichtingen te voldoen;

• formuleren wat de reglementering inhoudt van de wet op de auteursrechten;

• de werking van SABAM en Reprobel opzoeken en toelichten;

• verwoorden dat er softwarelicenties bestaan en de juiste betekenis ervan omschrijven.

1.4 Bijzondere reglementeringen

1.4.1 Milieu en ruimtelijke ordening

1.4.1.1 Verplichtingen (stedenbouwkundige vergunning, socio-economische vergunning, milieuvergunning vergunning m.b.t. afvalstoffen, milieuheffingen, bodemattest)

1.4.1.2 Terugnameplicht (FOST PLUS en VAL-I-PAC)

1.4.1.3 RECUPEL

1.4.1.4 Elektronisch milieuloket

1.4.2 Wet op de handelspraktijken en op de voorlichtingen en de bescherming van de consument (prijs- en hoeveelheids-aanduiding, voorlichting consument, koopjes, uitverkoop, verkoop met verlies, oneerlijke handelspraktijken, gezamenlijk aanbod, reclame, bedenktijd bij aankopen)

1.4.3 Openingstijden (wekelijkse rustdag, zondagssluiting, openingsuren, nachtwinkels)

1.4.4 De wet op de privacy

1.4.5 Auteursrechten

1.4.5.1 Inhoud van de wet

1.4.5.2 Sabam/Reprobel

1.4.5.3 Softwarelicenties (bestaan, betekenis, bewijs)

ASO – 3e graad – Economie – wiskunde; Economie-wetenschappen; Economie – moderne talen 31 AV Economie (1e jaar: 4 lestijden/week, 2e jaar: 4 lestijden/week)

DECR. NR.LEERPLANDOELSTELLINGEN

De leerlingen kunnen LEERINHOUDEN

(U) 2

• het begrip BTW-belastingplichtigen toelichten;

• de gegevens uit de boekhouding afleiden om de BTW-aangifte in te vullen;

• toelichten hoe de aangifte ingediend wordt.

2 Dubbel boekhouden: BTW

2.1 Belastingplichtigen

2.2 Aangifte invullen

2.3 Aangifte indienen

(U) 3

• aankoopfacturen en creditnota’s in het aankoopboek registreren;

• leverancierskaarten opmaken en bijhouden op basis van de verantwoordingsstukken;

• verkoopfacturen en creditnota’s in het verkoopboek registreren;

• klantenkaarten opmaken en bijhouden op basis van de verantwoordingsstukken;

• verrichtingen met de kas, bank en Bank van de Post in het financieel dagboek registreren op basis van de verantwoordingsstukken;

• de verrekening van de BTW registreren;

• aan de hand van het aankoopboek en het verkoopboek een kwartaalaangifte invullen (eenvoudig);

• aan de hand van de klantenkaarten een klantenlisting opstellen.

3 Enkelvoudig boekhouden

3.1 Aankoopboek

3.2 Leverancierskaarten

3.3 Verkoopboek

3.4 Klantenkaarten

3.5 Financieel dagboek

3.6 BTW

3.6.1 Verrekening

3.6.2 Kwartaalaangifte

3.7 Klantenlisting

ASO – 3e graad – Economie – wiskunde; Economie-wetenschappen; Economie – moderne talen 32 AV Economie (1e jaar: 4 lestijden/week, 2e jaar: 4 lestijden/week)

DECR. NR.LEERPLANDOELSTELLINGEN

De leerlingen kunnen LEERINHOUDEN

(U) 4

• de belangrijkste sociale rechten en verplichtingen van de zelfstandige (in hoofd- en bijberoep, helper, echtgeno(o)t(e)-help(st)er) opzoeken en formuleren;

• het sociaal statuut van een werknemer (arbeider / bediende) situeren ten opzichte van het sociaal statuut van een zelfstandige;

• de diensten van een sociale verzekeringsmaatschappij opzoeken;

• de belangrijkste fiscale verplichtingen en rechten van een zelfstandige (in hoofd- en bijberoep) opzoeken;

• de inkomstencategorieën toelichten;

• het systeem van voorafbetalingen toelichten;

• het systeem van voorheffingen toelichten;

• een eenvoudige, ingevulde belastingaangifte toelichten;

• uit een aanslagbiljet relevante informatie afleiden;

• de diensten die een fiscaal raadgever (onder andere een accountant) kan vervullen, opzoeken;

• opzoeken en toelichten waarvoor men bij aanwerving van personeel beroep kan doen op een sociaal secretariaat;

• steunmaatregelen noemen en de nodige inlichtingen opzoeken bij de aanwerving van personeel.

4 Werken als zelfstandige of als werknemer

4.1 Sociaal statuut

4.1.1 Zelfstandige in hoofd- of bijberoep, helper, echtgeno(o)t(e) – help(st)er

4.1.2 Verschil werknemer (arbeider/bediende) zelfstandige

4.1.3 Sociale verzekeringsmaatschappij

4.2 Fiscaal statuut

4.2.1 Zelfstandige in hoofd- of bijberoep 4.2.2 Inkomstencategorieën

4.2.3 Voorafbetalingen

4.2.4 Voorheffingen

4.2.5 Belastingaangifte

4.2.6 Aanslagbiljet

4.2.7 De fiscaal raadgever 4.3 Tegemoetkomingen bij aanwerving van personeel

4.3.1 Adviesmogelijkheden sociale secretariaten

4.3.2 Steunmaatregelen bij aanwerving

ASO – 3e graad – Economie – wiskunde; Economie-wetenschappen; Economie – moderne talen 33 AV Economie (1e jaar: 4 lestijden/week, 2e jaar: 4 lestijden/week)

DECR. NR.LEERPLANDOELSTELLINGEN

De leerlingen kunnen LEERINHOUDEN

(U) 5

• het begrip koopcontract omschrijven;

• in een koopcontract de geldigheidsvereisten terugvinden en toelichten;

• voor een koopcontract de vormvereisten aanduiden en toelichten;

• in een koopcontract de rechten en plichten van koper en verkoper terugvinden en toelichten;

• mogelijke bewijsmiddelen in verband met een koopcontract opzoeken en concretiseren;

• het tenietgaan van een koopcontract concretiseren;

• de specifieke aankoopkanalen (groothandel, gezamenlijke aankoop, tussenpersonen, invoer, franchising) voor een bepaalde sector opzoeken en omschrijven.

5 De handelsverrichtingen

5.1 Het koopcontract

5.1.1 Begrip

5.1.2 Geldigheidsvereisten

5.1.3 Vormvereisten

5.1.4 Rechten en plichten van koper en verkoper 5.1.5 Bewijsmiddelen

5.1.6 Einde

5.2 Aankoopkanalen

(U) 6

• voor enkele concrete problemen in een onderneming het voordeel van informaticatoepassingen omschrijven (bijvoorbeeld met betrekking tot tekstverwerking, gegevensbeheer, elektronische rekenbladen, e-mail …);

• aspecten van elektronische handel omschrijven en illustreren met een voorbeeld (bijvoorbeeld e-commerce, e-business, e-marketing …).

6 Informatica

6.1 Informaticatoepassingen binnen de zeer kleine

onderneming

6.2 Enkele technische begrippen

ASO – 3e graad – Economie – wiskunde; Economie-wetenschappen; Economie – moderne talen 34 AV Economie (1e jaar: 4 lestijden/week, 2e jaar: 4 lestijden/week)

PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN

1 ALGEMENE PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN ICT Wat?

Onder ICT verstaan we het geheel van computers, netwerken, internetverbindingen, software, simulatoren ... Telefoon, video, televisie en overhead worden in deze context niet expliciet meegenomen.

Waarom?

De recente toevloed van informatie maakt levenslang leren een noodzaak voor iedereen die bij wil blijven. Maatschappelijke en onderwijskundige ontwikkelingen wijzen op het belang van het verwerven van ICT. Enerzijds speelt het in op de vertrouwdheid met de beeldcultuur en de leefwereld van jongeren. Anderzijds moeten jongeren niet alleen in staat zijn om nieuwe media efficiënt te gebruiken, maar is ICT ook een hulpmiddel bij uitstek om de nieuwe onderwijsdoelen te realiseren. Het nastreven van die competentie veronderstelt onderwijsvernieuwing en aangepaste onderwijsleersituaties. Er wordt immers meer en meer belang gehecht aan probleemoplossend denken, het zelfstandig of in groep leren werken, het kunnen omgaan met enorme hoeveelheden aan informatie ...

In bepaalde gevallen maakt ICT deel uit van de vakinhoud en is ze gericht op actieve beheersing van bijvoorbeeld een softwarepakket binnen de lessen informatica. In de meeste andere vakken of bij het nastreven van vakoverschrijdende eindtermen vervult ICT een ondersteunende rol. Door de integratie van ICT kunnen leerlingen immers:

− het leerproces in eigen handen nemen;

− zelfstandig en actief leren omgaan met les- en informatiemateriaal;

− op eigen tempo werken en een eigen parcours kiezen (differentiatie en individualisatie).

Hoe te realiseren?

In de eerste graad van het SO kunnen leerlingen onder begeleiding elektronische informatiebronnen raadplegen. In de tweede en nog meer in de derde graad kunnen de leerlingen “spontaan” gegevens opzoeken, ordenen, selecteren en raadplegen uit diverse informatiebronnen en –kanalen met het oog op de te bereiken doelen.

Er bestaan verschillende mogelijkheden om ICT te integreren in het leerproces.

Bepaalde programma’s kunnen het inzicht verhogen d.m.v. visualisatie, grafische voorstellingen, si-mulatie, het opbouwen van schema’s, stilstaande en bewegende beelden, demo ...

Sommige cd-roms bieden allerlei informatie interactief aan, echter niet op een lineaire manier. De leerling komt via bepaalde zoekopdrachten en verwerkingstaken zo tot zijn eigen “gestructureerde leerstof”.

Databanken en het internet kunnen gebruikt worden om informatie op te zoeken. Wegens het grote aanbod aan informatie is het belangrijk dat de leerlingen op een efficiënte en een kritische wijze leren omgaan met deze informatie. Extra begeleiding in de vorm van studiewijzers of instructiekaarten is een must. Om tot een kwaliteitsvol eindresultaat te komen, kunnen leerlingen de auteur (persoon, organisatie ...) toevoegen alsook de context, andere bronnen die de inhoud bevestigen en de onderzoeksmethode. Dit zal het voor de leraar gemakkelijker maken om het resultaat en het leerproces te beoordelen.

De resultaten van individuele of groepsopdrachten kunnen gekoppeld worden aan een mondelinge presentatie. Een presentatieprogramma kan hier ondersteunend werken. Men kan resultaten en/of informatie uitwisselen via e-mail, blackboard, chatten, nieuwsgroepen, discussiefora ... ICT maakt immers allerlei nieuwe vormen van directe en indirecte communicatie mogelijk. Dit is zeker een meerwaarde omdat ICT op die manier niet alleen de mogelijkheid biedt om interscolaire projecten op te zetten, maar ook om de communicatie tussen leraar en leerling (uitwisselen van cursusmateriaal, planningsdocumenten, toets- en examenvragen ...) en leraren onderling (uitwisseling lesmateriaal, …) te bevorderen. Sommige programma’s laten toe op graduele niveaus te werken. Ze geven de leerling de nodige feedback en remediëring gedurende het leerproces (= zelfreflectie en -evaluatie).

ASO – 3e graad – Economie – wiskunde; Economie-wetenschappen; Economie – moderne talen 35 AV Economie (1e jaar: 4 lestijden/week, 2e jaar: 4 lestijden/week)

VOET Wat?

Vakoverschrijdende eindtermen (VOET) zijn minimumdoelstellingen, die – in tegenstelling tot de vak-gebonden eindtermen – niet gekoppeld zijn aan een specifiek vak, maar door meerdere vakken of onderwijsprojecten worden nagestreefd.

De VOET worden volgens een aantal vakoverschrijdende thema's geordend: leren leren, sociale vaardigheden, opvoeden tot burgerzin, gezondheidseducatie, milieueducatie en muzisch-creatieve vorming.

De school heeft de maatschappelijke opdracht om de VOET volgens een eigen visie en stappenplan bij de leerlingen na te streven (inspanningsverplichting).

Waarom?

Het nastreven van VOET vertrekt vanuit een bredere opvatting van leren op school en beoogt een accentverschuiving van een eerder vakgerichte ordening naar meer totaliteitsonderwijs. Door het aanbieden van realistische, levensnabije en concreet toepasbare aanknopingspunten, worden leerlingen sterker gemotiveerd en wordt een betere basis voor permanent leren gelegd.

VOET vervullen een belangrijke rol bij het bereiken van een voldoende brede en harmonische vorming en behandelen waardevolle leerinhouden, die niet of onvoldoende in de vakken aan bod komen. Een belangrijk aspect is het realiseren van meer samenhang en evenwicht in het onderwijsaanbod. In dit opzicht stimuleren VOET scholen om als een organisatie samen te werken.

De VOET verstevigen de band tussen onderwijs en samenleving, omdat ze tegemoetkomen aan belangrijk geachte maatschappelijke verwachtingen en een antwoord proberen te formuleren op actuele maatschappelijke vragen.

Hoe te realiseren?

Het nastreven van VOET is een opdracht voor de hele school, maar individuele leraren kunnen op verschillende wijzen een bijdrage leveren om de VOET te realiseren. Enerzijds door binnen hun eigen vakken verbanden te leggen tussen de vakgebonden doelstellingen en de VOET, anderzijds door thematisch onderwijs (teamgericht benaderen van vakoverschrijdende thema's), door projectmatig werken (klas- of schoolprojecten, intra- en extra-muros), door bijdragen van externen (voordrachten, uitstappen).

Het is een opdracht van de school om via een planmatige en gediversifieerde aanpak de VOET na te streven. Ondersteuning kan gevonden worden in pedagogische studiedagen en nascholingsinitiatieven, in de vakgroepwerking, via voorbeelden van goede school- en klaspraktijk en binnen het aanbod van organisaties en educatieve instellingen.

Begeleid zelfgestuurd leren Wat?

Met begeleid zelfgestuurd leren bedoelen we het geleidelijk opbouwen van een competentie naar het einde van het secundair onderwijs, waarbij leerlingen meer en meer het leerproces zelf in handen gaan nemen. Zij zullen meer en meer zelfstandig beslissingen leren nemen in verband met leerdoelen, leeractiviteiten en zelfbeoordeling.

Dit houdt onder meer in dat:

− de opdrachten meer open worden;

− er meerdere antwoorden of oplossingen mogelijk zijn;

− de leerlingen zelf keuzes leren maken en verantwoorden;

− de leerlingen zelf leren plannen;

− er feedback wordt voorzien op proces en product;

− er gereflecteerd wordt op leerproces en leerproduct.

De leraar is ook coach, begeleider.

De impact van de leerlingen op de inhoud, de volgorde, de tijd en de aanpak wordt groter.

ASO – 3e graad – Economie – wiskunde; Economie-wetenschappen; Economie – moderne talen 36 AV Economie (1e jaar: 4 lestijden/week, 2e jaar: 4 lestijden/week)

Waarom?

Begeleid zelfgestuurd leren sluit aan bij enkele pijlers van ons PPGO, o.m.

− leerlingen zelfstandig leren denken over hun handelen en hierbij verantwoorde keuzes leren maken;

− leerlingen voorbereiden op levenslang leren;

− het aanleren van onderzoeksmethodes en van technieken om de verworven kennis adequaat te kunnen toepassen.

Vanaf het kleuteronderwijs worden werkvormen gebruikt die de zelfstandigheid van kinderen stimuleren, zoals het gedifferentieerd werken in groepen en het contractwerk.

Ook in het voortgezet onderwijs wordt meer en meer de nadruk gelegd op de zelfsturing van het leer-proces in welke vorm dan ook.

Binnen de vakoverschrijdende eindtermen, meer bepaald “Leren leren”, vinden we aanknopingspunten als:

− keuzebekwaamheid;

− regulering van het leerproces;

− attitudes, leerhoudingen, opvattingen over leren.

In onze huidige (informatie)maatschappij wint vaardigheid in het opzoeken en beheren van kennis voortdurend aan belang.

Hoe te realiseren?

Het is belangrijk dat bij het werken aan de competentie de verschillende actoren hun rol opnemen:

− de leerling wordt aangesproken op zijn motivatie en “leer”kracht;

− de leraar krijgt de rol van coach, begeleider;

− de school dient te ageren als stimulator van uitdagende en creatieve onderwijsleersituaties.

De eerste stappen in begeleid zelfgestuurd leren zullen afhangen van de doelgroep en van het moment in de leerlijn “Leren leren”, maar eerder dan begeleid zelfgestuurd leren op schoolniveau op te starten is “klein beginnen” aan te raden. Vanaf het ogenblik dat de leraar zijn leerlingen op min of meer zelfstandige manier laat

− doelen voorop stellen;

− strategieën kiezen en ontwikkelen;

− oplossingen voorstellen en uitwerken;

− stappenplannen of tijdsplannen uitzetten;

− resultaten bespreken en beoordelen;

− reflecteren over contexten, over proces en product, over houdingen en handelingen;

− verantwoorde conclusies trekken;

− keuzes maken en verantwoorden

is hij al met een of ander aspect van begeleid zelfgestuurd leren bezig.

ASO – 3e graad – Economie – wiskunde; Economie-wetenschappen; Economie – moderne talen 37 AV Economie (1e jaar: 4 lestijden/week, 2e jaar: 4 lestijden/week)

ONDERZOEKSCOMPETENTIE Wat?

In de specifieke eindtermen voor de verschillende polen in het ASO komt er telkens een onderdeel onderzoekscompetentie voor. Het onderdeel onderzoekscompetentie wordt geconcretiseerd in drie specifieke eindtermen (SET):

• zich oriënteren op een onderzoeksprobleem door gericht informatie te verzamelen, te ordenen en te bewerken;

• een onderzoeksopdracht voorbereiden, uitvoeren en evalueren;

• de onderzoeksresultaten en conclusies rapporteren en confronteren met andere standpunten.

Deze drie SET kunnen vertaald worden naar een aantal onderzoeksvaardigheden die samen een onderzoekscyclus uitmaken.

Waarom?

Het ontwikkelen van onderzoeksvaardigheden sluit aan bij het PPGO, waarbij we “streven naar de totale ontwikkeling van de persoon: kennisverwerving, vaardigheidsontwikkeling, attitudevorming met bijzondere aandacht voor een kritische en creatieve ingesteldheid ten aanzien van mens, natuur en samenleving”.

Het nastreven van onderzoeksvaardigheden sluit aan bij de noodzaak om lerenden efficiënt en effectief te leren omgaan met de veelheid aan informatie. Meer en meer is men genoodzaakt om die informatie te kunnen omzetten van beschikbare naar bruikbare kennis.

Het werken aan onderzoeksvaardigheden ontwikkelt het probleemoplossend vermogen van leerlingen.

Het werken aan onderzoeksvaardigheden is een aanzet tot een wetenschappelijke attitude, nodig voor het vervolgonderwijs.

Naast een kennismaking met elementaire onderzoeksvaardigheden van een bepaald wetenschapsdomein dient maximale transfer van deze vaardigheden naar andere contexten nagestreefd te worden.

In het kader van de vakoverschrijdende eindtermen kan het een aangewezen sluitstuk zijn van de leerlijn “leren leren” over de drie graden heen en tevens een belangrijke bijdrage leveren aan “sociale vaardigheden”.

Het werken aan onderzoeksvaardigheden geeft de school mogelijkheden om aan begeleid zelfgestuurd leren te doen.

Hoe te realiseren?

Samenwerking tussen leraren

Om de studielast van de leerlingen en de planlast van de leraren beheersbaar te houden, zijn afspraken en samenwerking met betrekking tot een aantal aspecten onontbeerlijk.

Studielast van leerlingen, bijv.:

• afspraken rond het aantal en de spreiding van de onderzoeksopdrachten;

• transfer van vaardigheden (zie onderzoekend leren in de eindtermen van de basisvorming, bepaalde deelvaardigheden zoals verslaggeving, informatieverwerving en -verwerking, bibliografische verwerking …);

• voortbouwen op verworven kennis en vaardigheden;

• coöperatief leren;

• …

Planlast van de leraren, bijv.:

• afspraken over wie welke deelvaardigheden realiseert;

• gelijkgerichte didactische visie;

• ontwikkelen van bepaalde begeleidings- en evaluatiemodellen, bijv. portfolio, logboek, zelfevaluatie …;

ASO – 3e graad – Economie – wiskunde; Economie-wetenschappen; Economie – moderne talen 38 AV Economie (1e jaar: 4 lestijden/week, 2e jaar: 4 lestijden/week)

• efficiënt gebruik van bepaalde lokalen, materialen en werkingsmiddelen;

• afspraken over wie wat wanneer begeleidt;

• …

Een gestructureerde aanpak: het OVUR-schema

Om de SET te realiseren in de verschillende polen van het ASO kan het OVUR-schema (Oriënteren, Voorbereiden, Uitvoeren en Reflecteren) een goede leidraad zijn.

In dit schema kan de onderzoekscyclus in een aantal stappen worden uitgewerkt.

Stappen

1 Oriënteren Oriënteren op het onderzoeksprobleem

Formuleren van onderzoeksvragen

2 Voorbereiden Maken van een onderzoeksplan

3 Uitvoeren Verwerven van informatie

Verwerken van informatie

Beantwoorden van vragen en formuleren van conclusies

Rapporteren

4 Reflecteren Eigen evaluatie van het onderzoeksproces en het onderzoeksproduct.

De onderzoeksopdracht als proces

Het werken met onderzoeksopdrachten biedt mogelijkheden om procesmatig aan de ontwikkeling van onderzoekscompetentie te werken.

Een onderzoeksopdracht is een (begeleid) zelfstandig onderzoek binnen een onderzoeksthema dat aansluit bij één of meerdere vakken van de pool.

Hoewel de onderzoeksvaardigheden in elk vakleerplan zijn opgenomen, dienen ze niet in elk vak gerealiseerd te worden, maar afhankelijk van de onderzoeksopdracht gebeurt dit in samenspraak binnen het geheel van de pool. De concretisering gebeurt op het niveau van de vakgroep.

Met betrekking tot de tweepolige studierichtingen zijn geïntegreerde projecten mogelijk. Daarin komen de onderzoeksvaardigheden uit beide polen aan bod.

Evaluatie

Bij de evaluatie van onderzoekscompetentie gaat het om de mate waarin de leerling de hierboven vermelde eindtermen heeft gerealiseerd. Hierbij kan de leraar het stappenplan als leidraad gebruiken. Bij elke stap zal een aantal beoordelingscriteria moeten opgesteld worden.

ASO – 3e graad – Economie – wiskunde; Economie-wetenschappen; Economie – moderne talen 39 AV Economie (1e jaar: 4 lestijden/week, 2e jaar: 4 lestijden/week)

2 SPECIFIEKE PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN MICRO- EN MACRO-ECONOMIE

NR. PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN

1 In de tweede graad werden een hele reeks begrippen aangebracht. In de derde graad ligt de nadruk op het inzicht in die begrippen, het kunnen verbanden leggen tussen deze begrippen.

2 Het is aangeraden elk onderwerp te beginnen met een korte herhaling van deze begrippen, zeker wanneer er leerlingen in de klas zitten die de tweede graad niet in een economische richting gevolgd hebben. Voor hen is het zinvol deze basisbegrippen toch te herhalen of te laten opzoeken en toepassen via bijvoorbeeld een ICT-taak. In het bijzonder moet hierbij gedacht worden aan de omvang en de kenmerken van de beroepsbevolking, de werkgelegenheid en de werkloosheid (onder andere de verschillende vormen van werkloosheid).

3 Het is aangeraden de leerstof te benaderen vanuit een actualiteitsvisie. De begrippen én de verbanden worden regelmatig besproken in de media. Er is bijgevolg materiaal genoeg voorhanden dat kan bijeengezocht worden door de leerkracht of de leerlingen. Vanuit de actualiteit of aan de hand van actuele onderwerpen kan de theorie afgeleid worden.

4 De leerstof wordt telkens opgebouwd van eenvoudig naar meer complex, dikwijls via modellen. Zo leert de leerling stilaan abstracter te redeneren.

5 Bij de didactische aanpak is het aangewezen een variatie van werkvormen te hanteren in functie van de leerinhoud en doelstellingen. Daartoe rekenen we het onderwijsleergesprek, het groepswerk en de opdrachtvorm (al dan niet in een open leercentrum) op basis van tekst, cijfermateriaal, grafieken ...

Deze werkvormen bevatten de principes van leerlingenmotivatie, aanschouwelijkheid en actieve participatie aan het lesgebeuren.

6 Gezien de snelle ontwikkelingen in de elektronische mediawereld wordt verondersteld dat de leerkracht de interesse voor het leervak bevordert via de zelfwerkzaamheid van de leerlingen (opzoeken van actuele gegevens en uitwerken van opdrachten via het internet).

7 Aansluitend leveren goed voorbereide didactische uitstappen een waardevolle bijdrage tot de praktijkgerichte kennis. De leerlingen worden actief betrokken bij de organisatie ervan, zowel vóór, tijdens als na de uitstap. Tevens kunnen gastsprekers uitgenodigd worden om actuele thema’s te behandelen.

8 Jaarplanning: op voorgaande pagina’s werd een graadsplan voorgesteld. Het staat de leerkracht vrij de verschillende onderwerpen in een alternatieve maar verantwoorde volgorde te behandelen. Wanneer de voorgestelde volgorde gevolgd wordt, zou de leerstof van de eerste vijf hoofdstukken kunnen behandeld worden in het eerste jaar van de derde graad. De volgende vijf hoofdstukken worden dan in het laatste jaar behandeld.

Het biedt pedagogisch een meerwaarde als dezelfde leraar voor dit vak aangeduid wordt in het eerste jaar en in het tweede jaar. Indien verschillende leraars optreden, is samenspraak binnen de vakgroep noodzakelijk.

9 De vermelde doelstellingen zijn minimumdoelstellingen. De leerkracht kan naar eigen inzicht bepaalde onderdelen grondiger behandelen of uitbreiden, onder andere via onderzoeksopdrachten.

10 Het gebruik van ICT bij het opstellen van grafieken (in bijvoorbeeld hoofdstuk 8) levert een behoorlijke tijdswinst op en is duidelijker en realistischer. Dit neemt niet weg dat de leerlingen nog steeds in staat moeten zijn manueel een grafiek te construeren.

ASO – 3e graad – Economie – wiskunde; Economie-wetenschappen; Economie – moderne talen 40 AV Economie (1e jaar: 4 lestijden/week, 2e jaar: 4 lestijden/week)

BEDRIJFSBELEID

NR. PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN TIMING

1 Ook hier geldt dat begrippen die in de tweede graad aangebracht werden, herhaald worden, vooral wanneer er leerlingen in de klas zitten die uit een niet-economische richting komen.

2 Het actualiteitsprincipe is zeer belangrijk. Het aanleggen van een actualiteitsmap kan ondersteunend werken. Enkele leerstofitems kunnen perfect opgebouwd worden, vertrekkende vanuit een actueel onderwerp of case, bijvoorbeeld ‘marketing’ of ‘gerechtelijk akkoord’.

3 Het onderdeel marketing moet zoveel mogelijk praktisch aangepakt worden, het kan heel goed via een onderzoeksopdracht. De leerlingen kunnen ook zelf de marketingmix van een bepaald product of dienst opzoeken en daarvan een presentatie maken.

4 Voor de analyse van de jaarrekening verdient het aanbeveling te starten met een herhaling van de balansstructuur en de resultatenrekeningen en de berekening en de analyse van de kengetallen aan te leren d.m.v. een bestaande jaarrekening. Het is noodzakelijk dat er een ‘formularium’ opgesteld wordt dat de leerlingen steeds kunnen gebruiken om de kengetallen te berekenen. In een later stadium kan gebruik gemaakt worden van een boekhoudpakket voor de analyse.

5 Bij het deel ‘Kostprijsberekening’ kan de leerkracht zelf bepalen of de uitbreiding Voorraadberekening d.m.v. LIFO- en FIFO-methode behandeld wordt of niet, afhankelijk van de beschikbare tijd.

6 Bij de didactische aanpak is het aangewezen een variatie van werkvormen te hanteren in functie van de leerinhoud en doelstellingen. Daartoe rekenen we het onderwijsleergesprek, het groepswerk en de opdrachtvorm op basis van tekst, cijfermateriaal, grafieken ...

Deze werkvormen bevatten de principes van leerlingenmotivatie, aanschouwelijkheid en actieve participatie aan het lesgebeuren.

7 Jaarplanning: op voorgaande pagina’s werd een graadsplan voorgesteld. Het staat de leerkracht vrij de verschillende onderwerpen in een alternatieve maar verantwoorde volgorde te behandelen. Wanneer de voorgestelde volgorde gevolgd wordt, zou de leerstof van de eerste twee delen kunnen behandeld worden in het eerste jaar van de derde graad. De volgende drie delen worden dan in het laatste jaar behandeld.

Het biedt pedagogisch een meerwaarde als dezelfde leraar voor dit vak aangeduid wordt in het eerste jaar en in het tweede jaar. Indien verschillende leraars optreden, is samenspraak binnen de vakgroep noodzakelijk.

8 We wijzen er op dat de vermelde doelstellingen minimumdoelstellingen zijn. De leerkracht kan naar eigen inzicht, bepaalde onderdelen grondiger behandelen of uitbreiden, eventueel via onderzoeksopdrachten. Voor onderzoeksopdrachten wordt steeds een vaste procedure gevolgd.

ASO – 3e graad – Economie – wiskunde; Economie-wetenschappen; Economie – moderne talen 41 AV Economie (1e jaar: 4 lestijden/week, 2e jaar: 4 lestijden/week)

COMPLEMENTAIR GEDEELTE: RECHT

NR. PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN

1 Indien de school kiest voor economie in het complementair gedeelte of wanneer de overige leerplandoelstellingen zijn gerealiseerd, kan de leraar kiezen voor of inspiratie halen uit de aangeboden leerstofitems. Andere items en / of projecten zijn steeds mogelijk.

2 Wanneer er een klas (groep) is van uitsluitend leerlingen uit niet-economische richtingen, kunnen leerstofonderdelen van de eerste 11 hoofdstukken korter gezien worden en in de vrijgekomen tijd kan ingegaan worden op actuele thema’s of items uit het leerplan Economie (fundamenteel gedeelte).

3 De leerstof onderdelen worden zoveel mogelijk praktisch benaderd. Het leerplan leent er zich toe. In geen geval wordt uitsluitend klassikaal lesgegeven. De leraar zal gebruik maken van wisselende werkvormen in functie van de leerinhoud en de doelstellingen en de zelfwerkzaamheid van de leerlingen stimuleren.

4 Het actualiteitsprincipe is zeer belangrijk. Enkele leerstofitems kunnen perfect opgebouwd worden, vertrekkend vanuit een actueel onderwerp of case.

5 Tijdens evaluatiemomenten zal de leraar zorg dragen dat er een spreiding is in de aard van de vragen (kennis, inzicht, synthese, toepassing). Bovendien zullen ook attituden en vaardigheden geëvalueerd worden.

6 Het is aangewezen de leerlingen een documentatiemap te laten samenstellen met informatie over de verschillende leerinhouden en de bedrijfseconomische actualiteit.

7 Het laten samenstellen van een documentatiemap door de leerlingen geeft een meerwaarde aan de verschillende leerinhouden.

ASO – 3e graad – Economie – wiskunde; Economie-wetenschappen; Economie – moderne talen 42 AV Economie (1e jaar: 4 lestijden/week, 2e jaar: 4 lestijden/week)

COMPLEMENTAIR GEDEELTE: PROJECT BEDRIJFSSIMULATIE

NR. PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN

1 De minionderneming, ondersteund door de Kamers van Handel en Nijverheid, is bijzonder geschikt en geniet de voorkeur om als invulling te dienen van dit project. Scholen die echt niet in de mogelijkheid zijn om een minionderneming op te starten (bijvoorbeeld te beperkt aantal leerlingen), kunnen (uitzonderlijk) een gelijkwaardig project formuleren. Dit mag een schooljaarvullend project zijn of een combinatie van enkele kleinere projecten (bijvoorbeeld sportdag, quizavond, tentoonstelling, debatavond, opendeurdag, restaurantdag). Elk project is slechts aanvaardbaar als er duidelijk een economisch karakter bestaat, zodat er telkens een kostprijs kan berekend worden, een boekhouding kan gevoerd worden, met geld kan omgegaan worden …

2 De voorziene lestijden per week dienen optimaal aangewend te worden voor het (de) project(en). In geen geval mag de beschikbare tijd onrechtmatig gebruikt worden voor andere vakken, tenzij bij hoge en gemotiveerde uitzondering.

3 Voorzie duidelijke taakverdeling (verantwoordelijke, penningmeester, secretaris ...)

4 Waak erover dat efficiënte vergaderingen georganiseerd worden: uitnodiging – agenda – taakverdeling – verslag – afspraken – evaluatie

5 Las regelmatig evaluatiemomenten in. Attituden zijn zeer belangrijk en kunnen geëvalueerd worden d.m.v. schalen voor attitudemeting (bijvoorbeeld SAM-schaal aangepast aan het onderwijs)

6 Organiseer minstens 2 openbare vergaderingen buiten de klasomgeving. Een mogelijk publiek kan zijn: leerlingen, leerkrachten, directie, ouders …

Maak bij de presentatie gebruik van actueel didactisch materiaal: multimediapresentatie, film/video, transparanten, micro …

7 Het is aangewezen dat de leerkracht voor zijn activiteiten m.b.t. het project bijkomende ondersteuning krijgt. Veel activiteiten zullen immers toch nog buiten de lessenrooster plaatsvinden. Deze hulp kan zich situeren op allerlei gebied: hulp van collega's (zeker de vakgroep, maar ook daarbuiten); de leraar klasvrij maken voor één of meer uren;vrijstelling van vervangingen en toezichten; niet opnemen als klastitularis; ondersteuning bij verplaatsingen ...

ASO – 3e graad – Economie – wiskunde; Economie-wetenschappen; Economie – moderne talen 43 AV Economie (1e jaar: 4 lestijden/week, 2e jaar: 4 lestijden/week)

COMPLEMENTAIR GEDEELTE: BEDRIJFSBEHEER

Nr. Pedagogisch-didactische wenken Timing

1 Om te kunnen garanderen dat de programmavereisten van het bedrijfsbeheer volledig worden behandeld en om overheidscontrole hierop mogelijk te maken, zal de onderwijsinstelling een zogenaamde "checklist" opstellen. Deze checklist, waarvan de vorm vrij wordt gelaten (maar waarvoor de omzendbrief SO 44 of het leerplan Toegepaste economie/bedrijfsbeheer inspirerend kunnen werken), moet aantonen enerzijds waar de diverse leerinhouden worden gegeven en anderzijds dat de leerstof evenwichtig is verdeeld (jaarplanning).

De leraar en de vakgroep waken er over dat voor het uitreiken van het attest van bedrijfsbeheer de meest recente omzendbrief SO 44 in aanmerking wordt genomen. De omzendbrief is te raadplegen op www.ond.vlaanderen.be. Eventuele wijzigingen en / of aanvullingen in vergelijking met SO 44 van 20/09/2OO5 zullen eveneens via de website van de Pedagogische Begeleidingsdienst van het Gemeenschapsonderwijs worden aangegeven.

Nuttige informatie kan bekomen worden op de websites en/of in de tijdschriften van de beroepsverenigingen, de Kamers van Koophandel en van Ambachten en Neringen, economisch georiënteerde ministeries …

Eventueel kan leerstof aangebracht worden via een gevallenstudie, via gerichte studie-uitstappen of via gastsprekers (bijvoorbeeld voor oprichting, inrichting van bedrijfslokalen, specifieke wetgeving, notarisaangelegenheden, sociaal secretariaat, financiële instellingen …).

2 Een aantal van de doelstellingen uit bedrijfsbeheer kunnen ook gerealiseerd worden via het project bedrijfssimulatie. Het is daarom mogelijk de beide componenten gelijktijdig in het complementair gedeelte te realiseren.

ASO – 3e graad – Economie – wiskunde; Economie-wetenschappen; Economie – moderne talen 44 AV Economie (1e jaar: 4 lestijden/week, 2e jaar: 4 lestijden/week)

MINIMALE MATERIËLE VEREISTEN1

Een uitgerust leslokaal met bord, prikbord of magneetbord, kast (voor en met documentatie en tijdschriften, documenten, naslagwerken en boeken) en overheadprojector. Het lokaal wordt zodanig "aangekleed" dat het geheel het uitzicht heeft van een "economische leeromgeving". Daarnaast is er een leerboek, werkschrift of cursus. De leerlingen leggen een documentatiemap aan voor aanvullende informatie en voor de opdrachten. Er wordt gestreefd naar de aanwezigheid van computermateriaal in het vaklokaal. De leerlingen hebben alleszins toegang tot een informaticalokaal met internetaansluiting.

1 Inzake veiligheid is de volgende wetgeving van toepassing:

- Codex - ARAB - AREI - Vlarem.

Deze wetgeving bevat de technische voorschriften die in acht moeten genomen worden m.b.t.:

- de uitrusting en inrichting van de lokalen; - de aankoop en het gebruik van toestellen, materiaal en materieel.

Zij schrijven voor dat:

- duidelijke Nederlandstalige handleidingen en een technisch dossier aanwezig moeten zijn; - alle gebruikers de werkinstructies en onderhoudsvoorschriften dienen te kennen en correct kunnen toepassen; - de collectieve veiligheidsvoorschriften nooit mogen gemanipuleerd worden; - de persoonlijke beschermingsmiddelen aanwezig moeten zijn en gedragen worden, daar waar de wetgeving het vereist.

ASO – 3e graad – Economie – wiskunde; Economie-wetenschappen; Economie – moderne talen 45 AV Economie (1e jaar: 4 lestijden/week, 2e jaar: 4 lestijden/week)

EVALUATIE

De evaluatie dient te passen binnen het eigen evaluatiebeleid dat de school heeft uitgewerkt. Het staat de school vrij om te kiezen voor om het even welke vormen van evaluatie, zoals permanente evaluatie. Daarnaast zal de vakgroep afspraken maken en nakomen binnen de krijtlijnen van dit coherent evaluatiebeleid.

Een goede evaluatie vertrekt vanuit de leerplandoelstellingen.

De evaluatie zal vooral dienen om de leerlingen een spiegel voor te houden m.b.t. de mate waarin ze in staat zijn de leerplandoelstellingen te realiseren.

Problemen met betrekking tot de leerinhouden en doelstellingen worden gedurende het schooljaar deskundig opgevolgd en geremedieerd.

In aansluiting op het Pedagogisch Project wordt van de leerlingen verwacht dat zij de vermelde attitudes ontwikkelen en/of nastreven.

Indien het programma bedrijfsbeheer wordt gespreid over meer dan één jaar, dan steunt de delibererende klassenraad van het jaar waarin uiteindelijk over de toekenning van het aanvullend getuigschrift wordt beslist, op schriftelijke bevindingen die zijn aangebracht door de delibererende klassenraad, fungerend in het voorafgaand jaar of jaren, eventueel over de onderwijsinstellingen heen bij schoolverandering door de leerling.

ASO – 3e graad – Economie – wiskunde; Economie-wetenschappen; Economie – moderne talen 46 AV Economie (1e jaar: 4 lestijden/week, 2e jaar: 4 lestijden/week)

BIBLIOGRAFIE

De onderstaande bronnen zijn in hoofdzaak bedoeld als achtergrondinformatie voor de leerkracht. Bij gebruik in de klas dient de leraar er over te waken dat de informatie op het niveau van de leerlingen wordt aangeboden.

Uitgeverijen

www.pelckmans.be Pelckmans

www.deboeck.com Deboeck

www.woltersplantyn.be Wolters Plantyn

www.novum.be Novum

www.kluwer.nl Kluwer

www.denarend.be Den Arend

Onderwijs

www.ond.vlaanderen.be Departement onderwijs

www.gemeenschapsonderwijs.be Gemeenschapsonderwijs

www.ond.vlaanderen.be/edulex Wetten, decreten en omzendbrieven voor het Vlaamse onderwijs

www.ond.vlaanderen.be/dbo Dienst beroepsopleiding van het departement onderwijs

www.ond.vlaanderen.be/adiovwww Automatisch documentatie- en informatiesysteem voor onderwijs in Vlaanderen

www.onderwijsinspectie.be Onderwijsinspectie

www.vlor.be Vlaamse Onderwijsraad

www.vl-leonardo.be Europese projecten

www.viabo.be Vlaams Instituut voor Advies in Bedrijfsbeheer en Opleiding

www.klasse.be Tijdschrift klasse

Federale -, Europese - en Vlaamse overheid

www.fgov.be Portaalsite van de federale overheid

www.vlaanderen.be Portaalsite van de Vlaamse overheid

www.fed-parl.be Federaal parlement

www.vlaamsparlement.be Vlaams parlement

www.staatsblad.be Het Belgisch staatsblad

www.europa.eu.int Europese Unie

www.europarl.eu.int Europees parlement

Internationaal

www.imf.org IMF

www.worldbank.org Wereldbank

www.oecd.org OESO

www.ryckevelde.be Internationaal vormings- en informatiecentrum

ASO – 3e graad – Economie – wiskunde; Economie-wetenschappen; Economie – moderne talen 47 AV Economie (1e jaar: 4 lestijden/week, 2e jaar: 4 lestijden/week)

Kranten en tijdschriften

www.krantenkoppen.be Artikels uit de belangrijkste kranten

www.destandaard.be De Standaard

www.tijd.be De Tijd

www.hbvl.be Het Belang van Limburg

www.hln.be Het Laatste Nieuws

www.gva.be Gazet van Antwerpen

www.demorgen.be De Morgen

www.hetvolk.be Het Volk

www.nieuwsblad.be Het Nieuwsblad

www.freemetro.be Metro

www.knack.be Knack

www.trends.be Trends

www.trends.be/trendsopschool Trends op school

www.test-aankoop.be Testaankoop

www.vacature.com Vacature

www.jobat.be Jobat

www.econict.be Didactisch tijdschrift

Bedrijfsleven, bedrijfseconomie en bedrijfsbeheer

www.mineco.fgov.be Ministerie van economische zaken

www.banvlaanderen.be Business angels netwerk

www.ondernemen.vlaanderen.be Ondernemend Vlaanderen

www.startersservice.be Startersservice van UNIZO

www.unizo.be UNIZO

www.vbo.be VBO

www.lvz.be Liberaal verbond voor zelfstandigen

www.voka.be Vlaams netwerk van ondernemingen

www.kmobizz.be/ Portaalsite voor de ondernemer

www.dvo.be De Vlaamse ondernemer

www.europages.com Gids voor bedrijven

www.acv-csc.be ACV

www.abvv.be ABVV

www.aclvb.be ACLVB

www.marketing.pagina.nl Portaalsite over marketing

http://marketing.startkabel.nl/ Portaalsite over marketing

www.stichtingmarketing.be Stichting marketing

www.marketing-online.nl Website over marketing

http://management.pagina.nl/ Portaalsite over management

www.pouseele.be Actuele bedrijfsinformatie

ASO – 3e graad – Economie – wiskunde; Economie-wetenschappen; Economie – moderne talen 48 AV Economie (1e jaar: 4 lestijden/week, 2e jaar: 4 lestijden/week)

Verzekering, bank en beurs

www.abb-bvb.be Belgische Vereniging van Banken

www.assuralia.be Beroepsvereniging van verzekeringsondernemingen

www.febelfin.be Belgische federatie van financiewezen

www.bnb.be Belgische Nationale Bank

www.ecb.int Europese Centrale Bank

www.ethias.be Ethias

www.kbc.be KBC

www.fortis.be Fortis

www.dexia.be Dexia

www.ing.be ING

www.axa.be Axa

www.euronext.com Euronext

Economie en ethiek

www.dirkbarrez.be Economie en ethiek

www.menscentraal.nl Economie en ethiek

Sociaal recht

www.inami.fgov.be RIZIV

www.onprvp.fgov.be Rijksdienst voor pensioenen

www.svmb.be Sociaal zekerheidsfonds voor zelfstandigen

Economie

www.meta.fgov.be Ministerie van tewerkstelling en arbeid

www.mineco.fgov.be Ministerie van economische zaken

http://ecodata.mineco.fgov.be/ Ecodata

www.statbel.fgov.be/ Nationaal instituut voor de statistiek

www.plan.be Federaal planbureau

www.begroting.be Ministerie van begroting

www.serv.be SERV

www.vdab.be VDAB

http://economie.pagina.nl Portaalsite economie

http://www.xs4all.nl/~mkalk/economie.htm Portaalsite economie

http://economie.2link.be/ Portaalsite economie

http://nu.nl/rubriek.jsp?n=99&c=30 Economische artikels

http://home.wanadoo.nl/econworld/index.htm

Economische artikels

www.mesotten.be Portaalsite voor economie

ASO – 3e graad – Economie – wiskunde; Economie-wetenschappen; Economie – moderne talen 49 AV Economie (1e jaar: 4 lestijden/week, 2e jaar: 4 lestijden/week)

Burgerlijk – en handelsrecht

http://www.cass.be/ Portaalsite van de rechtbanken

www.notaris.be Belgisch notariaat

www.advocaat.be/ Orde van Vlaamse balies

www.just.fgov.be Federale overheidsdienst justitie

www.notaris-moyson.be/ Juridische sites

www.gerechtsdeurwaarders.be Nationale kamer van gerechtsdeurwaarders

Fiscaal recht

www.fiscalcedities.be Actuele bedrijfseconomische en fiscale informatie

www.fiscalnet.be Actuele informatie over fiscaliteit

www.taxtoday.be Actuele informatie over fiscaliteit

www.hamburg-mannheimer.be Actuele informatie over fiscaliteit

www.dvv.be/taxweb belastingprogramma

www.finform.fgov.be Ministerie van financiën

www.taxup.com Actuele informatie over fiscaliteit

Toerisme

http://www.ping.be/~tori0060/Toerisme_Verkeer.htm

Portaalsite voor toerisme

www.toervl.be Toerisme Vlaanderen

www.belgie-toerisme.net Tourisme Wallonie-Bruxelles

Kantoor

www.managementsupport.nl Secretariaat

http://kantoor.startkabel.nl/ Portaalsite voor kantoorbenodigdheden

http://users.online.be/~sk002697/ Het virtuele kantoor

Virtuele leeromgevingen

www.openleerhuis.be Digitale toepassingen voor economie

www.digikids.be E-learning

www.smartbit.be E-learning

www.digitaledidactiek.nl E-learning

www.leerhof.be Centrum voor levenslang leren

http://web.uvic.ca/hrd/hotpot/ Hot patatoes

Lerarenverenigingen

www.vlew.be VLEW

www.vecon.nl VECON

www.vvl-onderwijs.be VVL

ASO – 3e graad – Economie – wiskunde; Economie-wetenschappen; Economie – moderne talen 50 AV Economie (1e jaar: 4 lestijden/week, 2e jaar: 4 lestijden/week)

Didactiek

www.cito.nl Instituut voor toetsontwikkeling

www.lweo.nl Werkgroep economie-onderwijs

http://leerkrachten.start.be Portaalsite voor leraren

http://www.docentenplein.nl/ Portaalsite voor leraren

http://klascement.net Onderwijssite voor leraren

www.pienternet.be Onderwijssite voor leraren

www.bin.be Belgisch Instituut voor Normalisatie

http://www.o-twee.be/o2/attitude.asp Sam-schaal

http://www.spelinfo.be/ Educatieve spelen

http://www.motherearth.org/bulletin/01_10/gec.htm

Educatieve spelen

http://www.vecon.nl/software/lijst_software.html

Educatieve spelen

Projecten

www.vlaamse-jongeondernemingen.be Vlaamse jonge ondernemingen

www.rys.be Responsible young starters

www.vives-comito.be Onderwijs en ondernemen

Tijdschriften

Macro-Micro, Tijdschrift van de vereniging voor leraren in de economische wetenschappen

Trends Op School

Premium, Assuralia, Brussel

Budget en Recht

Test Aankoop

Bedrijfssimulaties

Actief ondernemen, Uitgeverij Pelckmans, Kapellen, 2005

Jieha!, VLAJO, Kapeldreef 60, 3001 Heverlee, www.vlajo.org

Bizzkidz, http://bkinschr.bitpresseducatie.nl/be/

Bizzgames, http://www.bizzgames.be/

Top Team Starters, Uitgeverij de boeck, Antwerpen, 2005

Teddytronic, http://www.kuleuven.ac.be/alo-etew/ttartikel.htm

Bedrijfssimulatie ING, www.futuris.be

ASO – 3e graad – Economie – wiskunde; Economie-wetenschappen; Economie – moderne talen 51 AV Economie (1e jaar: 4 lestijden/week, 2e jaar: 4 lestijden/week)

Boeken

De Cnuydt, I., e.a., “Economie vandaag”, Gent, Academia Press

Lernhout, B., e.a., “Economische Topper 5 – Algemene economie”, Uitgeverij de boeck, Antwerpen, 2005

Smekens, K., e.a., “Economische Topper 6 – Algemene economie”, Uitgeverij de boeck, Antwerpen, 2005

Hoye, T., e.a., “Economische Topper 5 – Bedrijfswetenschappen”, Uitgeverij de boeck, Antwerpen, 2005

Bulcmans, D., e.a., “Economische Topper 5 – Bedrijfswetenschappen”, Uitgeverij de boeck, Antwerpen, 2005

Beliën, V., e.a., “Economix 5 – Algemene economie”, Uitgeverij Pelcmans, Kapellen, 2005

Beliën, V., e.a., “Economix 6 – Algemene economie”, Uitgeverij Pelcmans, Kapellen, 2005

Beliën, V., e.a., “Economix 5 – Bedrijfswetenschappen”, Uitgeverij Pelcmans, Kapellen, 2005

Beliën, V., e.a., “Economix 6 – Bedrijfswetenschappen”, Uitgeverij Pelcmans, Kapellen, 2005

Coppieters, André, e.a., "Economie on Line – 1e jaar van de 3e graad", Uitgeverij Wolters Plantyn, Mechelen, 2005

Coppieters, André, e.a., "Economie on Line – 2e jaar van de 3e graad", Uitgeverij Wolters Plantyn, Mechelen, 2005

“Syllabus Economische Theorie”, Universiteit Leiden, http://www.let.leidenuniv.nl/history/res/eco/

Carton, Geert, e.a., “Voor eigen rekening – Bedrijfsbeheer 1”, Uitgeverij Pelckmans, Kapellen, 2005

Carton, Geert, e.a., “Voor eigen rekening – Bedrijfsbeheer 2”, Uitgeverij Pelckmans, Kapellen, 2005

Verberckt, Frank, e.a., “Bedrijfsbeheer”, Uitgeverij de boeck, Antwerpen, 2005

Smekens, Koenraad, e.a., “Bedrijfsbeheer”, Uitgeverij de boeck, Antwerpen, 2005

Govaerts, An, e.a., “Praktisch basisboek bedrijfsbeheer”, Uitgeverij de boeck, Antwerpen, 2005

Debbaut, D., “Bedrijfsbeheer voor het beroepsonderwijs”, Uitgeverij Wolters Plantyn, Mechelen, 2005

De Troyer, W., “Bedrijfsbeheer”, Uitgeverij Wolters Plantyn, Mechelen, 2005

Bouckaert, B., e.a., “Beginselen van het handelsrecht”, Uitgeverij Novum

Van Rompaey, Marcel, “Burgerlijk - en handelsrecht”, Uitgeverij de boeck, Antwerpen, 2005

Hertveldt, Frans, e.a., “Wetgeving – Sociaal en fiscaal recht”, Uitgeverij de boeck, Antwerpen, 2005

Van Rompaey, Marcel, “Handelsrecht”, Uitgeverij de boeck, Antwerpen, 2005

Van Rompaey, Marcel, “Wetgeving – Inleiding tot het recht en burgerlijk recht”, Uitgeverij de boeck, Antwerpen, 2005

Hertveldt, Frans, e.a., “Wetgeving – Sociaal recht”, Uitgeverij de boeck, Antwerpen, 2005

Van Rompaey, Marcel, “Wetgeving – Fiscaal recht”, Uitgeverij de boeck, Antwerpen, 2005