pure.tue.nl · - 2 - Dit rapport beschrijft de door roij uitgevoerde eindstudieopdracht bij Stork...
Transcript of pure.tue.nl · - 2 - Dit rapport beschrijft de door roij uitgevoerde eindstudieopdracht bij Stork...
Eindhoven University of Technology
MASTER
Onderzoek naar omsteltijdreduktie van bewerkingscentra
de Leeuw, T.Ph.
Award date:1987
Link to publication
DisclaimerThis document contains a student thesis (bachelor's or master's), as authored by a student at Eindhoven University of Technology. Studenttheses are made available in the TU/e repository upon obtaining the required degree. The grade received is not published on the documentas presented in the repository. The required complexity or quality of research of student theses may vary by program, and the requiredminimum study period may vary in duration.
General rightsCopyright and moral rights for the publications made accessible in the public portal are retained by the authors and/or other copyright ownersand it is a condition of accessing publications that users recognise and abide by the legal requirements associated with these rights.
• Users may download and print one copy of any publication from the public portal for the purpose of private study or research. • You may not further distribute the material or use it for any profit-making activity or commercial gain
ONDERZOEK NAAR CMSTELTIJDREDOKTIE
VAN BBWERKINGSCENTRA
T. Ph. de I.eeuw
OKTOBER 1987
Rapportn'UJ.lller WPA 0475
EindstudieoIXh"acht uitgevoerd met begeleiding van:
WE ing. F .L. Langen:eijer
Stork PM!' BV : ire T.G.M. Hoen
Technische Universitei t Eindhoven
Eindhoven
Faculteit : Werktuigbouwkunde
Vakgroep Werktuigbouwkundige
Produktietechnologie en -Autanatisering
Hoog1er?lar : prof. ir. J .G. Balkestein
S'IORK PM!' TN
OOXMEER
Sektor Voortbrenging
Afdeling Fabricagevoorbereiding
- 2 -
Dit rapport beschrijft de door roij uitgevoerde eindstudieopdracht bij
Stork mr rN. Deze opdracht vonnt de afsluiting van roijn studie aan de
Technische Umversiteit Eindhoven.
Door ui tvoering van de eindstudieopdracht in het bedri j fsleven is mi jn
theoretische kennis niet alleen verdiept, maar ook aangevuld net de
nooige praktische kennis. De aardappels zijn met aIleen gaar geworden,
maar ook van jus voorzien.
Iedereen die zijn nedewerking heeft verleend aan het door mij
uitgevoerde onderzoek wil ik bedanken. In het bijzonder ben ik dank
verschuldigd aan mijn begeleiders, de heer F.L. Langemeijer ('IDE) en de
heer T .G.M. Hoen (Stork mr rN), voor hun q:bouwende kritiek en
stimulerende adviezen. Tevens wil ik de heer E. Reinhard en
de heer H.P.H. Sinons bedanken voor hun "open" opstelling tijdens de
diverse evaluaties.
Tim de Leeuw
Boxneer, 21 septeni:ler 1987
- 3 -
INHOUDSOPGAVE
'VOO~)RD ................................................................... 2
~'ITING-............................................................ 6
RE:St.ll\1E.. • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • .. • • • • • • • • • • • • • • • .. • • 8
1 INIEIDING-•••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••• l 0
1.1 Aanleiding tot dit onderzoek ••••••••••••••••••••••••••••••••••• l0
1 • 2 0pI::x:)\lW" van di t r apJ?C>rt. • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • .. • • • • • • • • • • • • • • • • • .. • 11
2 l:'Nl:'OODt.JK'I'IE S'IO'RK J::MI' .BV ............................................ 12
2.1 Het Stork concern •••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••• 12
2.2 Stork J::MI' BV ••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••• 14
2.2.1 Historie ••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••• 14
2.2.2 Organisatiestruktuur ••••••••••••••••••••••••••••••••••••• 14
2 • 2 • 3 Proo:ukteIl.pa..kket •••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••• 16
3 ~ ~ BET OND~EK •••••••••••••••••••••••••••••••••••••••• 18
3.1 Doelstelling ••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••• 18
3. 2 Orl.derz~sgebied.en. ••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••• 19
3. 3 Afbaken.ing ••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••• 21
4 ANALYSE ~ BET OMSTELPBOCES ••••••••••••••••••••••••••••••••••••••• 23
4.1 Otltillage ••••••••••••••••••••••.•••••••••••••••••• ., •••••••••••• 23
4 • 2 Werl<::IJ:etl1ooiek •••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••• 25
4.2.1 Algemene besChrijving •••••••••••••••••••••••••••••••••••• 25
4.2.2 At1alyse •••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••• 27
4.2.3 Beoordeling meetresultaten ••••••••••••••••••••••••••••••• 30
4.3 Organisatie •••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••• 32
4.3.1 Beschouwde subafdelingen ••••••••••••••••••••••••••••••••• 32
4.3.2 Taak- en dataverantwoordelijkheden ••••••••••••••••••••••• 33
4.3.3 Terugkoppeling voor correctie van bewerkingsgegevens ••••• 39
- 4 -
5 REDtJK.TIE \TAN DE G1S~TIJD ••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••• 40
5.1 Gestructureerde werkrnethodiek •••••••••••••••••••••••••••••••••• 40
5.1.1 Verandering van de werkrnethodiek ••••••••••••••••••••••••• 40
5.1.2 Mogelijke besparingen •••••••••••••••••••••••••••••••••••• 45
5.2 Wijziging van de organisatie ••••••••••••••••••••••••••••••••••• .46
5.2.1 Taakverantwoordelijkheden •••••••••••••••••••••••••••••••• 46
5.2.2 Informatiestroom ••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••• 48
5.3 Aanpassing van de outillage •••••••••••••••••••••••••••••••••••• 49
5.3.1 hltenlatieven •••••••••.••.•••••••••••••.••••••••••••••••. 49
5.3.2 Beoordeling van de altenlatieven ••••••••••••••••••••••••• 50
6 EATEN \TAN DE G1S~TIJDREDUKTIE •••••••••••••••••••••••••••••••••••• 52
6.1 Invloed van de fabricageseriegrootte ••••••••••••••••••••••••••• 52
6.2 Bepaling van de fabricageseriegrootte bij Stork PM!' BV ••••••••• 55
6.2.1 Huidige situatie ••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••• 55
6.2.2 Tbekamstige situatie ••••••••••••••••••••••••••••••••••••• 56
6.3 Baten van amsteltijdreduktie bij Stork PM!' BV •••••••••••••••••• 57
6.4 Bepaling van de fabricageseriegrootte, enkele overwegingen ••••• 59
7 ~SIE •••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••• 63
7.1 Wijziging van de werkrnethodiek ••••••••••••••••••••••••••••••••• 63
7.2 Aanpassing van de organisatie •••••••••••••••••••••••••••••••••• 63
7.3 Transforrnatie van de outillage ••••••••••••••••••••••••••••••••• 64
7.4 Tbename van de flexibiliteit ••••••••••••••••••••••••••••••••••• 64
LI'I'EAA.'ItJtJRIJIJST •••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••• 65
- 5 -
BIJIAGEN
1 Verklarende woordenli j st
2 Lay-out produktie-afdeling en overzicht aanwezige machine's
3 Beschri jving van de SMED-methodiek
4 OVerzicht van de machine-uurtarieven
5 OVerzicht van de amstelfrequentie
6 Weergaven van de meetresultaten
7 Gehanteerde formulieren
8 Analyse van de terugmelding van de gewerkte tijden
9 Terugkoppeling voor correctie van bewerkingsgegevens
10 Toelichting amstellen volgens een gestructureerde werkmethodiek
11 De baten van amsteltijdreduktie
12 Controleren met behulp van een meetJnachine
13 Voorstellen voor wijziging van de informatiestroam
14 Alternatieven voor wijziging van de outillage
15 Voorbeeld: wijziging van een sparnnal
16 Wijziging van de positie van het klantorderontkoppelpunt
17 OVerzicht van methodieken voor bepaling van de seriegrootte
18 Het PPS-systeem
- 6 -
SAMENVA'ITING
Dit rapport verschijnt in het kader van rrdjn afstuderen aan de
Technische Universiteit Eindhoven. Het rapport beschrijft een
eindstudie-onderzoek dat bij Stork PMT BV is verricht (Stork Poultry
processing Machinery and Technology BV).
Binnen de sektor Voortbrenging (produktiesektor) wenst men, gegeven de
behoefte aan flexibiliteitstoerlaIre van de onderneming, de ansteltijd te
reduceren. Het anstelproces dient, an een produktiemiddel in gereedheid
te brengen voor fabricage van een serie onderdelen, die verschilt van
de voorgaande serie. De handelingen die tijdens het anstelproces worden
verricht onderscheiden zich als voIgt:
1 interne anstelhandelingen. Dit zijn anstelhandelingen die worden
ui tgevoerd bij stilstand van de machine.
2 externe anstelhandelingen. Dit zijn anstelhandelingen die worden
verricht terwi j 1 de machine onderdelen fabriceert.
Het primaire doel van dit onderzoek is derhalve concrete voorstellen te
genereren em de ansteltijd te reduceren. Onderzoek is verricht op de
gebieden; 'Werkmethodiek, organisatie en outillage. Daarnaast is
onderzocht of de ansteltijdreduktie bijdraagt aan een toenaIre van de
flexibiliteit van de onderneming.
Werkmethodiek
Te veel anstelhandelingen worden intern uitgevoerd. Door een juiste
scheiding van de interne en de externe anstelhandelingen in te voeren
wordt de interne ansteltijd met 23% gereduceerd.
Organisatie
Bij de uitvoering van de taken dienen accenten gelegd te worden.
De groepsleider en de eerste man rroeten de operators bewust maken van
de noodzaak onnodige machinestilstand te vennijden.
- 7 -
Tevens noeten zij de operators leren een juiste scheiding van interne
en externe anstelhandelingen te hanteren.
De produktieleiding noet hierbij als stimulator fungeren.
Ten aanzien van de infonnatiestrocm zijn voorstellen tot verbetering
gedaan, zodat ,de uitvoering van het anstelproces vlotter kan geschieden.
OUtillage
Alternatieven an anstelhandelingen te transfonneren of te strocmlijnen
zijn onderzocht en blijken weinig rendabel en bovendien kwetsbaar.
De ti jdwinst bedraagt slechts 1,5 a 4,5 minuten per anstelling.
Een geringe afwijking van de anstelprocedure reduceert de tijdwinst
"tot 0".
Flexibiliteit
Alleen ansteltijdreduktie geeft een geringe toename van de
flexibilitei t. Ben "capaciteitsoverschot" ontstaat.
Grotere flexibiliteitswinst ontstaat als het "capaci teitsoverschot"
wordt benut voor reduktie van de seriegrootte.
Analyse van de bij Stork PM!' BV gebruikte methodiek voor bepaling van
de fabricageseriegrootte leidt tot de aanbeveling deze methodiek te
herzien. Nader onderzoek is hiervoor noodzakelijk.
Ben juiste bepaling van de fabricageseriegrootte leidt tevens tot
flexibiliteitswinst.
- 8 -
RESUME
This report concludes my study at the University of Technology of
Eindhoven. The report deals with an investigation on setup times made
at Stork PM!' BV (Stork Poultry processing Machinery and Technology BV)
specifically in the department "Voortbrenging" (production).
In order to increase the flexibility one looks for methods to reduce
the time required to change over from one product to another (setup
tirre). The object of the setup process is to prepare a machine for the
production of accessories different from previous series. The actions
made during the setup process include:
- internal actions, made during a stop of the machine.
- external actions, made during running of the machine.
The investigation is aimed at reduction of the setup time. '1herefore
this report gives sore proposals affecting the areas: working method,
organisation and equiprent. Moreover the relation between the reduction
of the setup time and the increase of flexibility has been discussed.
Working method
Too many setup actions are made as internal actions. A proper
classification of internal and external actions decreases the setup
time with 23%.
Organisation
The execution of the various actions require specific attention.
The team leader and the forem:m have to make clear to the operators
that a unnecessary stop of the machine is to be avoided.
They also have to instruct the operators hC7tN to distinguish internal
fran external actions.
This is to be stimulated by the production management.
- 9 -
According to the data required for the setup proces proposals are made
referring to the extension of the data, to speed up the setup process.
;F.guipnent
Al ternati ve equipnent to be used for setup actions is considered but
appear to be less profitable and rroreover vulnerable. The gain in time
is only a few minutes. A small deviation of the setup procedure may
undo the gain.
Flexibility
Reduction of the setup time only gives a small increase of flexibility.
An excess of capacity is developed.
More flexibility is created if this capacity is used for the production
of smaller lot sizes.
An analyses of the method for the determination of the lot sizes used
at Stork PMT BV shows that this method should be reconsidered. Further
investigations in this respect are required. A proper determination of
the lot size also gives rrore flexibility.
- 10 -
1 INLEIDING
De aanleiding tot het uitgevoerde onderzoek wordt amschreven.
Vervolgens wordt de opbouw van het rapport toegelicht.
1.1 Aanleiding tot dit onderzoek
Di t rapport verschi jnt in het kader van mi jn afstuderen aan de
Technische Universiteit Eindhoven. Ret rapport beschrijft een
eindstudie-onderzoek dat bij Stork PM!' BV (Stork Poultry processing
Machinery and Technology BV) is verricht.
Stork PM!' BV is een producent van pluimvee verwerkende apparatuur. De
amvang van het produktenpakket, dat in de huidige situatie circa 1400
produkten amvat, neernt toe. De verkochte aantallen per eindprodukt
dalen. Ret prognotiseren van de afzet wordt daardoor noeilijker.
wil Stork PM!' BV haar marktaandeel behouden, danwel kunnen vergroten,
dan noet geconcurreerd worden op de volgende gebieden:
- de prijs van het produkt.
- de kwaliteit van het produkt.
- de duur en de betrouwbaarheid van de levertijd.
- de kwali teit van de service.
Deze concurrentieslag is steeds noeilijker te leveren, mede door de
toenemende noeilijkheidsgraad van het prognotiseren.
Flexibiliteit wordt gedefinieerd als de snelheid waa:rmee aangepast kan
worden aan verandering van een situatie. De bovengenoenrle problematiek
leidt tot de wenselijkheid flexibeler op veranderingen in de markt te
kunnen reageren.
De flexibiliteit wordt belnvloed door de amvang van de series
waarin onderdelen worden gefabriceerd. De flexibilitei t neemt toe,
naarmate de amvang van de series afneemt. Afname van de seriegrootte
geeft echter een toenane van de ansteltijd per onderdeel.
- 11 -
Ret anste1proces dient, an een produktiemidde1 in gereedheid te brengen
voor fabricage van een serie onderde1en, die verschilt van de
voorgaande serie. Door de anste1 ti jd te reduceren kan de seriegrootte
afnernen en de f1exibi1iteit toenemen zonder dat de anste1tijd per
onderdee1 stijgt. Dit rapport beschrijft het onderzoek naar
a1ternatieven an de anste1tijd te reduceren.
1.2 Opbouw van dit rapport
In hoofdstuk 2 wordt het Stork concern ge!ntroduceerd. Tevens
wordt Stork PMl' BV globaa1 anschreven, betreffende de historie en de
struktuur van het bedrijf, en haar produktenpakket.
De doe1ste11ing van het onderzoek wordt in hoofdstuk 3 toege1icht. De
onderzoeksgebieden, alsmede de afbakening van het onderzoek worden
anschreven.
Hoofdstuk 4 bevat een analyse van het huidige anstelproces.
Moge1ijke wijzigingen die 1eiden tot reduktie van de anste1tijd worden
in hoofdstuk 5 besproken.
In hoofdstuk 6 wordt nader ingegaan op het strategisch belang van de
anste1tijden. Gekeken wordt of ansteltijdenreduktie bij Stork PMl' BV
leidt tot een toename van de f1exibiliteit.
Hoofdstuk 7 bevat de conc1usies en de aanbeve1ingen.
Bij1age 1 bevat een verk1arende woorden1ijst.
- 12 -
2 INTRODUKTIE S'IDRK PMT BV
In dit hcofdstuk wordt het Stork concern gelntroduceerd.
Vervolgens wordt Stork PMT BV en haar produktenpakket omschreven.
2.1 Ret Stork concern
Ret Stork concern dateert uit 1954. In dat jaar fuseerden Stork en
vlerkspoor. De offici~le naam van het concern is VMF Stork
(Verenigde Machinefabrieken Stork).
Stork is een van de grootste concerns in Nederland op het gebied van de
machinebouw. In 1986 bedroeg de anzet 2,1 miljard gulden, bij een
totaal personeelsbestand van circa 12.000 mensen. Circa 5.000
arbeidsplaatsen zijn in het buitenland gevestigd.
De aktiviteiten van het concern omvatten specialismen als
textieldr:ukma.chines, rrontagewerk en pluimveeslachtmachines. Ret concern
bestaat uit de volgende divisies:
- voedingsrniddelenmachines.
- papier- en textielveredelingsmachines.
- industriele werktuigen en services.
- rrontage.
- wanrrt.e- en luchttechniek.
De divisies bestaan uit verschillende groepen van werkmaatschappijen.
De divisie voedingsrniddelenmachines bestaat uit de voedingsrniddelen- en
drankengroep en de vleesgroep.
Stork PM!' BV heeft de leiding over de vleesgroep. In 1986 bedroeg de
anzet van de vleesgroep 181 miljoen gulden, bij een personeelsbestand
van circa 900 mensen.
- 13 -
Tot de vleesgroep behoren tevens de volgende bed.rijven (figuur 2.1):
- Stork Gamcoi levert voorn.amelijk in de V.S. apparatuur voor de
witvleesverwerkende industrie (pluimvee).
- Stork Protecon; produceert apparatuur voor de
roodvleesverwerkende industrie (varkens, runderen, schapen).
- Stork Nijhuis Slachttechniek; produceert eveneens apparatuur
voor de roodvleesverwerkende industrie.
- Stork Duke; produceert apparatuur voor de verwerking van
slachtafval.
- Stork Alfra; produceert apparatuur voor de graanverwerkende- en
roongvoederindustrie
VOEDINGSMIDDELEN
EN DRANKENGROEP
DIVIS IE
VOEDINGSMIDDELEN
MArnINES
figuur 2.1 Stork PM!' BV binnen het Stork concern
- 14 -
2.2 Stork PMT BV
De beschrijving van Stork PMI' BV geschiedt aan de hand van drie
onderwerpen; de historie en de struktuur van het bedrijf en haar
produktenpakket.
2.2.1 Historie
In 1963 nam VMF Stork machinefabriek "De Wiericke" over en daa:rmee het
toen nog bescheiden pluimvee-slachtprogranma. Dit pakket werd bij
Stork Brabant ondergebracht.
In 1965 kwam onder de verkoopleiding van Stork Brabant een eigen
verkoopafdeling pluimvee tot stand. Produktie en ontwikkeling bleven
nog gelntegreerd in de Stork Brabant organisatie.
In 1968 werd Stork Dongen opgena:nen in de produktieorganisatie van
Stork Boxrreer en ging zich geleide1ijk aan toeleggen op de produktie
van pluimvee-slachtapparatuur.
In 1975 werd de pluimveegroep onder de naam "Stork PMI''' een
zelfstandige werkmaatschappij lOOt Stork Dongen als produktie-eenheid.
Rend 1980 is een tweede produktie-eenheid in Boxmeer geopend.
2.2.2 Organisatiestruktuur
Het bedri j f heeft een tweehoofdige direktie:
- een algemeen direkteur.
- een technisch direkteur.
Op basis van interne differentiatie (verbijzondering naar "bewerking")
worden de volgende vijf bedrijfssectoren onderscheiden (figuur 2.2):
Verkoop, Techniek, Voortbrenging, Sales Engineering & Service en
Financi~ & Autamatisering.
Ondersteuning vindt plaats varruit de stafafdelingen Personeelszaken en
Marketing & Publiciteit.
De technisch direkteur is tevens sectorleider Techniek.
De tweehoofdige direktie vonnt, tesamen lOOt de sectorleiders en het
hoofd Personeelszaken het managementteam.
- 15 -
~rektiel i
!personeelszaken l IMarketing & PubliciteitJ
I I I I
IVerkooPI I Techniek I I Voortbrenging I Sales eng. & Financi~n &
Service Autanatisering
figuur 2.2 : Stork PM!' BV
De sektor Voortbrenging (figuur 2.3) bestaat uit de volgende
afdelingen: Inkoop, Fabricagevoorbereiding & Technische Dienst,
Onderdelen Produktie en Assemblage & Emballage. Ondersteuning vindt
plaats vanuit de stafafdelingen Centrale Bedrijfsplanning en
Personeelszaken.
I I Inkoop
I Algemene
Werkvoor-
bereiding
Centrale
Bedrijfsplanning
I Fabricage
I Voortbrenging I I
I Onderdelen
Voorbereiding & Produktie
Techn. Dienst Dongen I
I I NC-program- Gereedschap-
mering constructie
figuur 2.3 : De sector Voortbrenging
Personeelszaken
,--- I ! Onderdelen Assemblage &
Produktie Emballage
Baxmeer I I I L
Groep Groe~ Groep jSlijperij
82 83 84
Igroepsleider!
lIe man I I
loperatorl
- 16 -
De afdeling Fabricagevoorbereiding bestaat uit de volgende
subafdelingen:
- algemene werkvoorbereiding.
- NC-programmering.
- gereedschapconstructie.
De afdeling Onderdelenproduktie is verdeeld over de vestigingen in
Dongen en in Boxrreer. In Boxmeer worden de volgende subafdelingen
onderscheiden (voor de layout en een overzicht van de aanwezige
machines zie bijlage 2):
- groep 82: seriematige plaatwerkproduktie.
- groep 83; NC-mechanisch bewerken (binnen deze subafdeling worden
onderscheiden; de groepsleider, de eerste man en de operator).
- groep 84; enkelfabricage.
- gereedschapafdeling (slijperij).
2.2.3 Produktenpakket
Stork PMl' BV ontwikkel t, produceert en levert apparatuur voor de
pluimveeverwerkende industrie. Zowel losse machines als canplete
slachtlijnen worden geleverd. Met een canplete slachtlijn wordt bedoeld
het traject vanaf de aanvoer van het levend pluimvee tot de afvoer van
de verkoopbare delen. Stork PMl' BV is marktleider op het gebied van de
pluimveeverwerkende apparatuur.
Het produktenpakket is opgebouwd uit ongeveer 120 machinesoorten met
circa 1400 eindprodukten. Dit produktenpakket is in de volgende vijf
groepen onder te verdelen:
- aanvoersystemen; voor de aanvoer van levend pluimvee.
- machines voor het slacht- en plukproces; voor het slachten van
het pluimvee en het verwijderen van de verene
- machines voor het panklaarproces; zoals bijvoorbeeld het
vexwijderen van ingewanden.
- delensystemen; voor het in delen snijden van het pluimvee.
- machines voor koelen, wegen en verpakken.
- 17 -
Elke groep machines bevat verschillende machinesoorten. De groep
machines voor het panklaarproces bevat onder andere de volgende
machinesoorten:
- een openingsmachine; deze machine brengt een opening in het
pluimvee aan.
- een panklaarmachine i deze verwi jdert de ingewanden inklusief
de krop en de longen, sarren met het pakket eetbare organen.
- een nekkenknipperi deze knipt de nek van het pluimvee.
- een binnen/buitern¥asser: die het panklare produkt van binnen en
van buiten reinigt.
- 18 -
3 STRUKTUUR VAN HEr Or-.."DERZOEK
In dit hoofdstuk wordt het primaire doel van het onderzoek anschreven.
Hiervan uitgaande worden de onderzoeksgebieden aangeduid, waarna het
onderzoek wordt afgebakend.
3.1 Doelstelling
Zoals in hoofdstuk 1 is venneld bestaat de behoefte flexibeler op
veranderingen in de markt te kunnen reageren. Elke sektor van een
bedrijf be!nvloedt deze flexibiliteit.
Een ontwerpsektor levert een bijdrage door bijvoorbeeld ccmronality na
te streven. Ccmronali ty is een maat voor de frequentie waannee een
onderdeel in een gegeven assort:iment produkten voorkant. Bij een grote
commonality kan sneller op verandering in de samenstelling van de vraag
worden gereageerd.
Een marketingsektor heeft inv loed op de mate waarin deze CCIt'Ironali ty
kan worden nagestreefd, door het in de toekanst te voeren assortiment
tijdig te prognotiseren.
Een produktiesektor be!nvloedt de flexibiliteit met de
seriegrootte waarin de onderdelen worden gefabriceerd. Zoals in
hoofdstuk 1 is gesteld neemt de flexibiliteit toe naa::r:mate de amrang
van de seriegrootte afneemt. Door de ansteltijd te reduceren kan de
seriegrootte afnemen zonder dat de ansteltijd :per onderdeel toeneemt.
De produktiesektor bi j Stork PMl' BV wordt de sektor voortbrenging
genoetrd. Binnen deze sektor wenst men, gezien de behoefte aan
flexibiliteitstoename van de ondernaning, de ansteltijd te reduceren.
De door het bedrijf gestelde primaire doel van dit onderzoek is
derhalve concrete voorstellen te genereren, an de produktiviteit van
het anstelproces te kunnen vergroten.
- 19 -
3.2 Onderzoeksgebieden
Produktiviteit 'W'Ordt gedefinieerd als produktie per tijdseenheid. De
produktiviteit van een werknemer is afhaPkelijk van de prestatie die
hi j Ievert en de amstandigheden waaronder hi j werkt (figuur 3.1).
De werkgever is verantwoordeIijk voor de anstandigheden waaronder de
werknemer werkt. Deze anstandigheden worden bepaa1d door:
- de outillage. De produktiemiddelen die de werknemer ter
beschikking staan moeten zodanig zijn dat de werknemer zijn
taken goed kan vervullen.
- de organisatie waarin gewerkt wordt. Deze moet zodanig zijn dat
de werknemer zijn taken kan vervullen. De werknemer moet op het
juiste rranent over de, voor het uitvoeren van zijn taken
benodigde, produktiemiddelen beschikken.
De werknemer is zelf verantwoordeIijk voor de prestatie die hij 1evert.
De prestatie is afhankeIijk van:
- de gevolgde werkmethodiek. Deze kan door de werkgever
worden belnvIoed door het geven van een passende
werkinstruktie.
- het werktempo. Het werkterrpo is afhankelijk van de notivatie. De
rrotivatie wordt onder andere door de werkgever belnvIoed.
outiIIage
organisatie
praduktiviteit
prestatie
werktempo
figuur 3.1 De produktiviteit
-20 -
Produktiviteitstoename van het amstelproces, ofwel reduktie van de
amsteltijd, wordt bereikt door de vier aspecten outillage, organisatie,
werkmethodiek en werktempo, daar waar zij in relatie staan met het
aInstelproces, te optimaliseren. Bij Stork PMI' BV wordt verwacht dat
deze produktiviteitstoename van het amstelproces bijdraagt tot een
grotere flexibiliteit van de andernerning.
Gezien het, in paragraaf 3.1 gestelde doel van het onderzoek, wordt
primair gezocht naar rrogelijkheden an de produktiviteit van het
anstelproces te vergroten. In dat kader worden de autillage f de
arganisatie en de werkmethodiek onderzocht. Na een analyse worden op
elk van deze gebieden voorstellen tot verbetering gedaan. Bij het
onderzoeken van zowel de outillage als de werkmethodiek wordt gebruik
gemaakt van denkprincipes die gebaseerd zijn op de SMED-methode
(Single Minute Exchange of Dies; lit. 1). Een beschrijving van deze
methodiek is in bijlage 3 opgenanen.
Tenslotte wordt gekeken of de ansteltijdreduktie werkelijk bijdraagt
tot toename van de flexibilitei t.
- 21 -
3.3 Afbakening
Het onderzoek naar alternatieven am de amsteltijd te reduceren is
uitgevoerd met de onderstaande beperkingen.
- De outillage
Teneinde aan het onderzoek een concrete inhoud te geven is het
onderzoek beperkt tot de drie bij Stork PM!' BV aanwezige CNC-gestuurde
bewerkingscentra met 2 pallets (de Toshiba IS 5, 8 en 9).
Dit rnachinetype heeft het hoogste machine-uurtarief (bijlage 4).
Bovendien worden deze machines relatief vaak angesteld (bi j lage 5).
- De organisatie
Ten aanzien van de organisatie is het onderzoek beperkt tot de volgende
subafdelingen:
- groep 83. In deze afdeling bevinden zich de drie onderzochte
bewerkingscentra.
- slijperij.
- gereedschapconstructie.
- NC-programrering.
- algemene werkvoorhereiding.
- meetkamer. De meetkamer maakt deel ui t van de kwali tei tsdienst,
welke in de sektor Techniek is ondergebracht.
De kwaliteit van de wisselwerkingen tussen vooral deze subafdelingen
heeft invloed op de snelheid waarmee het amstelproces verloopt. Deze
wissel werking (waar deze in relatie staat met het amstelproces) is
onderzocht door zowel de info:rma.tiestroan als de taakverdeling op het
operationele niveau te analyseren.
- 22 -
- De werkmethodiek
De tijdens het anstelproces gevolgde werkmethodiek bij de
bewerkingscentra is onderzocht. De werkmethodiek die wordt gevolgd bij
rnetingen aan bewerkte onderdelen in de rneetkamer is niet nader
geananlyseerd. Interpretatie van de aanbevelingen die uit het onderzoek
van het anstelproces voortvloeien, kan hier door de betrokkenen
geschieden.
- Het werktemp:?
Het werktempo van de werknemers is in di t onderzoek niet beschouwd.
- De interne ansteltijd
De handelingen die tijdens het anstelproces worden verricht
onderscheiden zich als voIgt:
1 interne anstelhandelingen. Dit zijn anstelhandelingen die worden
uitgevoerd bij stilstand van de machine.
2 externe anstelhandelingen. Dit zijn anstelhandelingen die worden
verricht teI:wijl de machine onderdelen fabriceert.
De interne anstelhandelingen vertragen de fabricage van onderdelen.
Gezocht is naar xrogelijkheden an de interne ansteltijd te reduceren.
Reduktie van de interne anstel tijd geeft veelal een toename van de
externe ansteltijd. Gesteld wordt dat deze consequentie aanvaardbaar is.
- 23 -
4 ANALYSE Vf.N RET c.MSTELPRO:ES
De outillage wordt beschreven. Vervolgens worden de werkmethodiek en de
organisatie geanalyseerd.
4.1 OUtillage
Het anstelproces van de CNC-gestuurde bewerkingscentra is onderzocht.
In figuur 4.1 is zoln bewerkingscentrum afgebeeld. Zichtbaar zijn:
- de 2 rnachinepallets, waarop de spanmallen :rooeten worden
geplaatst.
- het snijgereedschapnagazijn; in elke "pot" kan een
snijgereedschap met basishouder worden aangebracht.
- de tape-recorder; an met behulp van een ponsband het
NC-progranma in te lezen.
jgereedschapmagazijn
_H----+-- tape-recorder
figuur 4.1 : Een bewerkingscentrum met twee pallets
- 24 -
In figuur 4.2 is een spanmal afgebeeld, met een ingespannen onderdeel.
De spanmal dient an het te bewerken onderdeel te positioneren en te
fixeren, "in te spannen". (De spanmal is meestal een geheel.)
Onderscheiden worden enkel voudige en meervoudige spanrnallen, waarin
respektievelijk een of meerdere gelijksoortige onderdelen worden
opgespannen.
De spanmal rroet op de machinepallet gemonteerd worden. In sarmige
gevallen is hierbij een stelstuk nodig.
In figuur 4.3 wordt een snijgereedschap met basishouder afgebeeld. Ret
sni jgereedschap wordt, opgebouwd in basishouders, aangeleverd. De
basishouder past in elke pot van het snijgereedschaprnagazijn.
Na opbouw van het sni jgereedschap in de basishouder, wordt het van een
lengtecorrectie voorzien (offset-waarde).
basishouder. snijgereedschap
figuur 4.2 : Een enkelvoudige figuur 4.3 : Een snijgereedschap
spanmal met ingespannen onderdeel opgebouwd in een basishouder
- 25 -
4.2 De werkIrethodiek
Het anste1proces wordt in a1gemene vonn anschreven. Vervo1gens wordt de
tijdens het anste1proces gehanteerde werkrnethodiek geana1yseerd. De
resu1taten van de daartoe uitgevoerde metingen worden gepresenteerd,
waarna conc1usies worden getrokken.
4.2.1 Algemene beschrijving
Het anste1proces amvat de vo1gende vijf fasen.
1 Voorbereiding
E1ementen die nodig zijn voor de uitvoering van het anstelproces worden
bij de machine verza:meld. Deze e1ementen zijn bijvoorbeeld:
- het spangereedschap.
- een stelstuk.
- het snijgereedschap.
- het meetgereedschap. Maatcontroles die eenvoudig zijn te
verrichten (bijvoorbee1d gatdia:meters) worden met behulp van dit
meetgereedschap bij de machine ui tgevoerd.
De overige maatcontroles geschieden in de meetkarner.
- de bewerkingsgegevens. Bij het anstelproces zijn een aantal
gegevens benodigd, zoals bijvoorbeeld het
NC-programma (zie ook 4.3.2).
2 Verwisseling
Teneinde het produktiemiddel in gereedheid te brengen voor fabricage
van een nieuwe serie onderdelen IOCleten elementen van de machine worden
verwisseld. De verwisseling betreft onder andere de spamnallen en de
snijgereedschappen, de stelstukken en het NC-programma.
- 26 -
3 Instelling
Alle benodigde instellingen rroeten gerealiseerd worden. Rieronder
vallen bijvoorbeeld:
- het uitrichten van de spanmal ten opzichte van de machinepallet.
- het bepalen van de hoogte van de spanmal ten opzichte van de
machinepallet (nulvlak), en het invoeren van deze waarde in het
machinegeheugen.
- het invoeren van de lengtecorrecties van de
sni jgereedschappen in het machinegeheugen.
- het invoeren van de potnurrmers in het machine geheugen (an aan
te geven in welke pot welk snijgereedschap is aangebracht).
4 Testrun
Door het uitvoeren van een testrun wordt gecontroleerd of de voorgaande
fasen juist zijn uitgevoerd. Tijdens de testrun wordt een onderdeel
gefabriceerd. Na meting van het onderdeel k:wu1en correcties in de
ui tvoering van de voorgaande fasen worden aangebracht.
5 Nazorg
Elementen die bij het uitvoeren van de vorige fasen zijn vrijgekaren,
zoals de spanmallen en de snijgereedschappen, ItDeten worden afgevoerd.
Ret bovenstaande is samengevat in figuur 4.4.
IVOOrbereiding~verwisselingHinstelling~ testrunHnazorgI If! " & I
grondstof r---~L::--___ ~ __ ---,~~~--=::=-I"""onderdelen I
figuur 4.4 : Ret anstelproces
- 27 -
4.2.2 J..nalyse
Voor de ui tvoering van het in par. 4.2.1 beschreven cmstelproces
bestaat geen vaste werkmethcx1iek.
Teneinde de werkmethcx1iek te analyseren zijn bij negen cmstellingen van
de onderzochte bewerkingscentra metingen verricht. De tijdsduur van de
verrichtte cmstelhandelingen is gemeten. De rreetresultaten zijn in
bijlage 6 weergegeven. De tijdsbesteding gedurende de interne
amsteltijd is in figuur 4.5 samengevat.
Het tijdsaandeel van de twee soorten amstelhandelingen die in het
omstelproces optreden is als voIgt verdeeld:
- interne amstelhandelingen; 99 % van de totale ti jdsduur •
- externe amstelhandelingen; 1 % van de tijdsduur.
Uit de metingen kan tevens de tijdsbesteding van de operator, gedurende
de gehele dag, worden afgeleid, zie figuur 4.6.
Gedurende de handtijd moeten bewerkte en niet bewerkte onderdelen
onder ling worden verwisseld. Deze periode behoort niet tot het
anstelproces. Onderscheiden worden:
- onderdelen die in een inspanning bewerkt worden. Slechts een
pallet van de machine is van een spanmal voorzien. Het
verwisselen van onderdelen geschiedt nu bij stilstand van de
machine, gedurende de interne handtijd.
- onderdelen die in twee inspanningen bewerkt worden. Beide
pallets van de machine zijn van (verschillende)
spanmallen voorzien. De onderdelen worden verwisseld
terwijl de machine "draait" (externe handtijd) •
- 28 -
1
figuur 4.5 : De tijdsbesteding gedurende de interne ansteltijd
Toelichting van de mmmers van de anstelhandelingen:
1 materiaal aan- of afvoeren; •••••••••••••••• tijdsaandee14,5%
2 werkplek opruimen, ponsband uitlezen; •••••••••••••••••••• 2,6%
3 informatie inwinnenj ..•............••.••........•....•... l,9%
4 spanmallen/onderdelen aanbrengen of verwijderen; •••••••• 10,6%
5 spanmallen uitrichteni ...•••.......•.•.•••.•.••.•.•....•• 2,O%
6 verwisselen snijgereedschappen; •••••••••••••••••••••••••• 1,0%
7 NC-programna, lengtecorrecties en potnurrmers inlezen; •••• 2,5%
8 machine uitklokken; •••.•.......•••.•..••••.••••.•..•••.•• l,O%
9 vertraging door onjuiste gereedschaplijst; ••••••••••••••• 2,5%
10 vertraging door vergeten uit te richten; ••••••••••••••••• 3,3%
11 vertraging door programnafouten; •••••••••••••••••••••••• 30,7%
12 afbramen van onderdelen i.v.rn. rnaatcontrole; ••••••••••••• 2,3%
13 oponthoud t. g • v. onderdeelcontrole in de rreetkaner; ••••• 10, 1 %
14 eenmalige aanpassingen aan de spanmal; •••••••••••••••••• 13,4%
15 langzaam verloop van het NC-programna; •••••••••••••••••• 11,6%
'IDTAAL: 100,0%
•
- 29 -
100%
starten en p:::>etsen 7% II "persoonlijke verzorging" 10%
ma.chine
stilstand 46% intern anstellen 29%
54%
diverse werkzaamheden 14%
ma.chine toezicht houden 40%
fabriceert 54%
0% I
figuur 4.6 De ti jdsbesteding gedurende de gehele dag
- 7%; starten en p:::>etsen van de ma.chine (ma.chine stilstand;
5 van de 80 beschikbare uren per week, de produktie
wordt in twee ploegendienst ui tgevoerd) •
- 10% ; genaarrd "persoonlijke verzorging" (ma.chine stilstand):
- verhelpen van ma.chinestilstand t. 9 • v. boorbreuk.
- niet benutte produktietijd (de laatste 10 minuten van
een dag worden geen nieuwe onderdelen ingespannen).
- interne handtijd.
- niet produktiviteit van de operator.
- 29% ; intern anstellen (ma.chine stilstand).
- 14% ; diverse werkzaamheden (ma.chine fabriceert) zoals:
- het afbramen van onderdelen.
- extern anstelleni verwaarloosbaar.
- externe handtijd.
- 40% i toezicht houden op de ma.chine (minima.le
lengte van het tijdsinterval dat de ma.chine fabriceert;
14 rninuten).
100% ('IOT.ML)
- 30 -
4.2.3 Beoordeling meetresultaten
Slechts 54% van de beschikbare tijd fabriceert de machine onderdelen.
Toename van di t percentage kan worden bereikt door reduktie van de
interne ansteltijd, maar ook door reduktie van bijvoorbeeld de interne
handtijd; zie par. 5.3.
Slechts 1% van de anstelhandelingen wordt extern uitgevoerd. Dit
aandeel wordt buiten beschouwing gelaten.
Ten aanzien van het anstelproces geldt dat veel anstelhandelingen
intern worden uitgevoerd. In de huidige situatie is het ("technisch
gezien") Il:Dgelijk een aantal van deze anstelhandelingen geheel of
gedeeltelijk extern te verrichten. Uit de tijdsbesteding van de
operator wordt opgemaakt dat di t voor wat betreft de benodigde ti jd
door deze man Il:Dgelijk is (gedurende de 40% van de tijd die aan
toezicht houden wordt besteed; de minimale duur van het tijdsinterval
dat de machine fabriceert, is 14 minuten).
De direkt betrokkenen zijn niet voldoende bewust van de nadelige
invloed van onnodige machinestilstand op de flexibiliteit en de
produkti vi tei t van de onderneming. Di t leidt tot "voor de hand liggende
fouten" bij uitvoering van het anstelproces, zoals:
- bij machinestilstand, sparnna.llen en snijgereedschappen, benodigd
voor fabricage van de "nieuwe onderdelen", verzamelen.
- de werkplek opru.imen terwi j 1 de machine stil staat.
- bewerkte onderdelen afbramen bij machinestilstand, voordat
begonnen wordt net anstellen.
De bewustwording kan tevens bijdragen aan minima1isering van de
machinestilstand die niet doorhet anstelproces wordt veroorzaakt.
De betrokkenen zijn zich onvoldoende bewust van de anstelhandelingen,
die geheel of gedeeltelijk extern kunnen worden uitgevoerd. Elke
interne anstelhandeling die extern kan geschieden rroet, hoe kort deze
ook duurt, extern worden ui tgevoerd.
- 31 -
Bovenstaande leidt tot "miIlder voor de hand liggende fouten" zoals het
intern:
- zoeken naar en aanbrengen van hijsogen in de spanmallen.
- aanbrengen van de ponsband in de tape-recorder.
- uitlezen van een nieuwe ponsband (na programnawijzigingen).
Het tijdsaandeel, veroorzaakt door NC-programnafouten, is groote
Gesteld wordt dat di t veroorzaakt wordt door een ongelukkige samenloop
van anstandigheden bij meting nunmer 4, en dat geen sprake is van een
struktureel probleem (de frequentie waannee de NC-programnafouten
optreden is in par. 4.3.3 nader onderzocht) •
- 32 -
4.3 Organisatie
Zeals in par. 3.3 is venreld, is voor een v lot ver loop van het
anstelproces met name de ,,,isselwerking tussen de volgende subafdelingen
(operationeel niveau) van belang: groep 83, slijperij,
gereedschapconstrucie, NC-prograrrmering, algemene werk:voorbereiding en
de meetkamer.
Deze subafdelingen 'WOrden beschreven, waarna de wissel werking 'WOrdt
geanalyseerd aan de hand van:
- taakverantwoDrdelijkheden.
- dataverantwoDrdelijkheden; verantwoDrdelijkheden ten aanzien
van het leveren van infonnatie, nodig voor een goede
taakvervulling.
4.3.1 Beschouwde subafdelingen
De werkzaamheden van de beschouwde subafdelingen (operationeel ni veau)
en de wisselwerkingen daartussen 'WOrden als voIgt anschreven:
- groep 83. Deze subafdeling fabriceert onderdelen. Groep 83 is
zelf verantwoDrdeIijk voor de kwaliteit van de gefabriceerde
onderdelen.
- sli jperi j. Deze subafdeling zorgt dat de spa.mnaIIen en
snijgereedschappen tijdig en in de juiste conditie beschikbaar
zijn voor groep 83. Tevens 'WOrden hier de Iengtecorrecties
van de snijgereedschappen gemeten.
- gereedschapconstructie. Deze subafdeling bedenkt het
inspanprincipe van elk onderdeel en ontwerpt aan de hand van di t
principe een spanmal. Als in groep 83 bIijkt dat het
}X)sitioneren van de spanmal op de rnachinepaIIet
moeiIijk is (vertragend werkt op het amstelproces) of dat het
FOsitioneren en fixeren van het onderdeel in de spanmal moeiIijk
gaat, dan kan de gereedschapconstructie het ontwerp wijzigen.
- 33 -
- NC-programmering. Deze subafdeling stelt de NC-programma's
sarren. Tevens bepaalt zij de opbouw van de snijgereedschappen
in de basishouders. Programmafouten die tijdens de testrun
worden ontdekt, kunnen, met advies van de NC-programnering
(ondersteuning), worden verholpen.
- algemene werkvoorbereiding. Deze subafdeling stelt de routing op
(bewerkingsvolgorde). Tevens Iegt zij de bewerkingstijden vast
(zie bijIage 8).
- meetkamer. Deze subafdeling adviseert groep 83 antrent het
uitvoeren van metingen aan onderdelen. Tevens stelt ze materiaal
beschikbaar em de metingen uit te voeren. Daarnaast voert de
meetkamer steekproefsgewijs controles uit, an te verifi~ren
of de produktie de gevraagde kwali teit levert.
4.3.2 Taak~ en dataverantwoordeIijkheden
Voor een overzicht van de taakverantwoordeIijkheden wordt ve.rwezen naar
figuur 4.7. De dataverantwoordelijkheden zoals deze in de huidige
situatie worden onderkend, zijn opgenanen in figuur 4.8.
Aan de dataverantwoordeli jkheden wordt operationele inhoud gegeven door
rniddel van het gebruik van fonnulieren. Voor een overzicht van de
gehanteerde fonnulieren, de infonnatie-itans die elk fonnulier bevat en
de gebruikers van de fonnulieren wordt verwezen naar figuur 4.9.
De gehanteerde fonnulieren zijn in bijIage 7 opgenanen. Figuur 4.10
bevat een weergave van de infonnatie- en de materiaalstroan tussen de
beschouwde subafdelingen, met betrekking tot het anstelproces.
Oprerking
Op het hoven het operationele ni veau gelegen afdelingsniveau en
managementniveau dienen tevens verantwaordelijkheden te worden vervuld.
Op deze hovenliggende niveau's worden de in het onderliggende niveau
verlopende processen gec08rdineerd en gecontroleerd.
- 34 -
groepsleider · · · · · · · · + Ie man · · · · · · · + · operator · · · · · · + · · slijperij · · · · + · · · · meetkamer · · · + · + · · · alg. werkvoorbereiding · · + + · · · · · NC-programmering · + · + · · · · · gereedschapconstructie + · · + · · · · · VERANTWOORDELIJK / (J)
.j..l
4-; .,.., 0() .j..l .,.., ::l
0() · (J)
(J) c:: ..c:: .j..l 0() .,.., .,.., u 4-; c:: .j..l c:: rtJ .,.., .,.., u ....... N ::l '" 00 '" ::l (J) (J) .j..l .,.., r... 00 00 .j..l (J) 'r-i (J) Q)
.j..l c:: c:: rtJ r... ::l ,.-; ,.-; 1;1) rtJ 'r-i .,.., r... Q) P< 0 Q)
J:LI c:: '" '" Q) 0() a:1 r... 0()
U 0 .,.., .,.., '" '1'""') ..c:: .j..l ,,-....
0 u (J) Q) c:: .,.., u c:: Q)
~ P< r... r... 0 c:: rtJ 0 ,.0
0... a:1 (J) (J) I (fJ 't:I U ........ ..c:: ,.0 ,.0 (J) (J) (J) Q) Q)
u r... r... 'r-i c:: (J) 'r-i .,.., .,.., (fJ 0 0 .j..l Q) r... .j..l .j..l .j..l
't:I 0 0 ..::.:: (J) ..::.:: ..::.:: ..::.:: (J) > > ::l I 00 ::l ::l ::l (]) ..::.:: ..::.:: 't:I c:: .j..l 't:I '" 't:I r... r... r... 0 a:1 Q) 0 0 0
-~ (J) (J) (J) r... P< (J) r... r... r...
TAAK 00 ::: ::: P< (fJ S P< P< P<
spanmalontwerp_ + · · · · · · · · NC-programmaverzorging · + · · · · · · · snijgereedschapopbouw bepaling · + · · · · · · · routing be paling · · + · · · · · · bewerkingstijd vastleggen · · + · · · · · · adviseren bij storingen · · · + · · · · · spanmal conditionering en
uitgifte · · · · + · · · · spangereedschap conditionering
en uitgifte · · · · + · · · · meetgereedschap conditionering
en uitgifte · · · · · + · · · produktie · · · · · · + · · produktcontrole bij machine · · · · · · + · · produktcontrole in de meetkamer · · · · · · · + · produktie(be)geleiding · · · · · · · · +
figuur 4.7 De taakverantwoordelijkheden
- 35 -
groepsleider · · · · · · · · + le man · · · · · · · + · operator · · · · · · + · · slijperij · · · · + · · · · meetkamer · · · + · + · · · alg. werkvoorbereiding · · + + · · · · · NC-programmering · + · + · · · · · gereedschapconstructie + · · + · · · · · VERANTWOORDELIJK / <U
+J 4-1
00 'r! <U <U !: 00 +J 00
'r! 'r! +J 4-1 !: +J !: 'r! 'r! 'r! <.J .-I N ;:1 ;:1 00 "tl ;:1 <U +J 'r! ~ 00 00 +J . 'r! <U <U +J !: !: 00 ~ ;:1 ~ ~
(/) 00 'r! .r! ~ <U Q.. 0 <U ~ !: "tl "tl <U 00 <t:l ~ 00 Co) 0 'r! 'r! "tl .,...., ..c: +J ,........ 0 <.J <U <U !: .r! <.J !: <U P::: Q.. ~ ~ 0 !: 00 0 .0 p.. <t:l <U Q) I 00 "tl <.J '-'
..c: .0 .0 Q) <U <U <U <U <.J ~ ~ 'r! !: Q) 'r! 'r! 'r! 00 0 0 +J Q) ~ +-l +-l +-l "tl 0 0 ~ <U ~ ~ ~ <U > > ;:1 I 00 ;:1 ;:1 ;::l <U ~ ~ "tl ~ +-l "tl "tl "tl I-< I-< I-< 0 <t:l <U 0 0 0 Q) <U <U ~ Q.. <U ~ I-< ~
DATAKLASSE ""- 00 ~ ~ Q.. 00 E Q.. Q.. Q..
spanmal + · · · · · · · · programma · + · · · · · · · snijgereedschap · + · · · · · · · bewerkingsvolgorde · · + · · · · · · bewerkingstijden · · + · · · · · · advies bij verhelpen storingen · · · + · · · · · lengtecorrecties · · · · + · · · · advies procesbeheersing · · · · · + · · · produktievoortgang · · · · · + · · kwaliteit geleverd materiaal · · · · · · + · · meetwaarden Ie onderdeel · · · · · · · + · produktie(be)geleiding · · · · · · · · +
figuur 4.8 De dataverantwoordeli jk:heden
- 36 -
groepsleider · · · I Ie I man 0 · · · operator 0 0 0 0
slijperij · · · 0= 0
alg. werkvoorbereiding 0 · · · · NC-programmering 0 0 == == gereedschapconstructie 0 · · VERANTWOORD IJK ~
J:il +J C,!) OJ) [fJ
<t! .::: +J ''1
P<: .,.., .::: .,.., Cl .::: .,.., ..-i
I Q.) H ~
J:il ,..:.: [fJ ~ +J co H Q.) +J co [fJ ..c: E-< +J Q.) E ''1 U <t! +J ..c: E .,.., [fJ
~ ,..:.: u Ci) ..-i "c;1
P<: ::l [fJ H .::: Q.)
0 "c;1 ~ OJ) Q.) (!)
~ 0 co 0 +J H Z H ~ H co (!)
H ~ [fJ 0. E OJ)
~ ITEM ~ onderdeelnaam + + · + + materiaal + · · + +
i tekeningnummer + + + i+ :'
· onderdeelbemating I
+ · · · · Ii or bouw spanmal · + · · · I Ii nummers spanmallen · + · + +
nul punt · + · · · programmanummer · · + + + machinenaam · · · + + programma · · + · ·
Isantal inspanningen · · · + + lengtecorrecties · · · + · toolnummers · · · + :+ meetgereedschap · · · + · opbouw snijgereedschap · · · · + programmacorrecties · · · · · spanschetscorrecties · · · · · spangereedschapcorrecties · · · · · snijgereedschapcorrecties · · · · · bewerkingstijd · · · · · storingen (duur, oorzaak) · · · · · ordernummer · · · · · aantal (fabricageseriegrootte)I · · · · · leverdatum · · · · · geschatte bewerkingstijd · · · · · volgnummer bewerking · · · · · bankgroepcode · · · · · bewerkingsomschrijving · · · · · afkeuraantal, oorzaak · · · · · nominale maten · · · · · werkelijke maten · · · · ·
figuur 4.9 : Infonnatie-items per infonnatiedrager
In natrixvonn weergegeven:
· 0
· · == :::
0= · · 0
0 · 0 ·
Q.) OJ) .,.., .::: +J .,.., co
..-i H Q.) +J ~ [fJ
0. .,.., 0 OJ)
,..:.: (!) OJ) H :::I ~ H Q.) Q.) H +J ::l
· · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · + · + · + · + · · + + +
· · · · · · · · · · · · · · · · · · · ·
- wie welke infonnatiedrager invult (verantwoordelijk) =
- wie welke infonnatie gebruikt : 0
0 · == ·
0 · 0 · == · · · · ·
I: !I
i
+J tIj
OJ) Ci)
.::: +J .,.., I:Jl
+J +J ::l Q.)
0 (l,)
H S
[ + +
· · + +
· · · · · · · · + · · +
· · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · + · + · + · + · + · + · + · · · · +
· +
Opgemerkt -wordt dat de verantwoordelijkheden voor de produkttekening en
de routing (afkanstig van respektievelijk het constructiebureau
en de planning) niet zijn aangegeven.
INPUT INFORMATIEDRAGER INPUT MATERIAAL produkttekenmg
SUBAFDELING NC-programmering
OUTPUT INFORMATIEDRAGER programmaprint matenlijst gereedschaplijst
OUTPUT NATERlAAL
produktiekeriing matenlijst gereedschaplijst
~~----------~~--~~---____ ---lIG~reedschapconstructie spanschets _ Slijperij matenlijst+offset Waarddn snijgereedschap
spanmal ~ ________ --lI(;!'o~P 83, 1e man jmeetstaat+9nderdeel gegevens
l ----
Groep 83, operator terugkoppeling QIlderdeel produkttekening programmaprint - snijgereedschap matenlijst spanmal gereedschaplijst meetgereedschap I spanschets grondstof routing urenregistratie , ll!eetstaat+onderdeelge&._ o'nderdeel Groep 83, 1e man meetstaat+meetwaarden 1.' onderdeel terugkoppeling Slijperij terugkoppeling .
. _.. --'j----
terugkoppeling NC-programmering I-urenregistratie_ algemene werkvoorber _ I ___ +
terugkoppeling gereedschapconstructie
:i1.Qgll~ ~
gj ~ ~ [~ en Ii ~ a rJ 1-'-
~ ; ~- ~ ~ ~ : ~ ~ ~ ~1 (I) - 0.. iti ~ m ::P IT OJ IT (I) '"' rI" I-' ..... N ~ ~- Ii (I) 1-'- 0.. u_ (I) rI" g!:j-::1 (I) ~ en t:I\ OJ 1-''' eno $ 11 ~ ~ ~ ~ ~ITft~!. m en (I) 1-'. I
0.. ~
~ ~ 1-'-
~ ~ rI" ~ 1-'- •
~ ::; ~ ft ~ ~ ~ ~ 1-'- <: ~ § ~ ft §
W -J
I
- 38 -
Met name de terugkoppeling is belangrijk. Tijdens de testrun, fase 4
van het omstelproces, controleert de operator of hi j het omstelproces
juist heeft uitgevoerd. Tevens wordt gecontroleerd of de gegevens die
hij hiervoor gebruikte, juist zijn. Onjuiste gegevens leiden tot
vert-.xaging van het anstelproces. Dit is storend voor de operator, daar
hijzelf deze vertragingen met verooorzaakt. Derhalve rroet gestreefd
worden naar aanlevering van juiste gegevens. De terugkoppeling rroet
onjuiste gegevens corrigeren en dient goed te funktioneren (figuur
4.11). Zo wordt voorkamen dat foutieve gegevens onjuist blijven, en bij
herhaling voor vertraging zorgen. Ret funktioneren van deze
terugkoppeling wordt derhalve nader beschreven (par. 4.3.3).
IV I correcties ~ ..::::. ·1
vastleggen controle
bewerkingsgegevens _bewerkingsgegevens
(fabricagevoorbereiding) i
! (groep 83)
figuur 4.11 : Terugkoppeling van groep 83 naar fabricagevoorbereiding
Terugmelding ten behoeve van bestanden met correcte bewerkingsti jden
dient voor de algehele beheersing van het prodliktieproces, en behoort
met tot het eigenlijke onderzoek. Een analyse is toch opgenaren, zie
bijlage 8.
- 39 -
4.3.3 Terugkoppeling voor correctie van bewerkingsgegevens
Uit de analyse die in bijlage 9 is opgena:nen voIgt dat de terugrrelding
vanuit groep 83 aan de fabricagevoorbereiding "slordig" wordt
aangeleverd. Dit maakt het doorvoeren van wijzigingen bij de
fabricagevoorbereiding anslachtig. Hierdoor stagneert het doorvoeren
van wijzigingen. Deze stagnatie wordt in groep 83 gesignaleerd. ~..en
mist responsie op de wijzigingsvoorstellen. "Steeds dezelfde
wijzigingen rooeten worden genoteerd", is een vaak gehoorde uitspraak.
De terugrrelding "WOrdt daardoor wederan slordig ingevuld. Samenvattend
wordt gesteld dat de terugrrelding niet goed funktioneert (figuur 4.12).
produktie
mist respons
slordige
terugrrelding
wijZigin: I doorvoeren l?ta eert
wijzigingen
doorvoeren anslachtig
figuur 4.12 De problernatiek als cyclus weergegeven
~king
Slechts 5% van de terugmeldingen vraagt an wijziging van het
NC-prograrrma. Deze noodzakelijke wijzigingen zijn te wijten aan
":n:enselijke" vergissingen. Gesteld wordt dat mer geen sprake is van
een struktureel problea:n.
- 40 -
5 REDUKTIE VAN DE Clv'BTELTIJD
In dit hoofdstuk worden voorstellen gedaan am de ornsteltijd te
reduceren. De werkrnethodiek, de organisatie en de outillage worden
behandeld.
5.1 Gestructureerde werkmethodiek
Een alternatieve werkrnethodiek die leidt tot reduktie van de interne
ornsteltijd wordt beschreven. Tevens worden de voordelen van de reduktie
van deze ornsteltijd toegelicht.
5.1.1 Verandering van de werkmethodiek
Reduktie van de interne ornsteltijd kan worden bereikt door de huidige
werkrnethode, die tijdens het ornstelproces wordt toegepast, te wijzigen.
In figuur 5.1 wordt een werkrnethode weergegeven waarbij aIle
ornstelhandelingen intern worden verricht. Tijdens het uitvoeren van
alle ornstelhandelingen staat de machine stil (extreI!E weergave
"IST-toestand"). Tevens wordt een "gestructureerde" werkrnethode
afgebeeld. De voo:rbereiding, een gedeelte van de verwisseling, en de
gehele nazorg worden extern uitgevoerd. De machine fabriceert, tijdens
het verrichten van deze handelingen, onderdelen (weergave
"SOLL-toestand"). De werkrnethode is voor de onderzochte
bewerkingscentra ui tgewerkt in figuur 5.2. In een toelichting worden de
handelingen nader ornschreven, zie bijlage 10.
Men xooet met gericht zijn op sneller werken (direkte
produktiviteitsverhoging), maar op beter werken (effectlviteits
verhoging). Toenam: van de effectiviteit resulteert autanatisch in een
toenam= van de produktiviteit (indirekt).
- 41 -
FABRICAGE
EXTERN OMSTELLEN
~~]ITNGl
figuur 5.1 : Scheiding van interne en externe cmstelhandelingen
(boven) : Alle cmstelhandelingen YJOrden intern uitgevoerd; extrerre
weergave "IST"-toestand.
(onder) : De voorbereiding I een gedeelte van de vezwisseling en de
gehele nazorg YJOrden extern uitgevoerd, weergave "SOLL"-toestand.
INTERN OMSTELLEN
TESTRUN
A
FABRICAGE FABRICAGE
EXTERN QMSTEIJ.RN EXTERN OOSTET J EN ~------
VOQRBEREIDING VERWISSELING
figuur 5.2 : Een gestructureerde werkmethodiek voor bet anstellen
(Als voorbeeld uit.gewerkt voor de bewerkingscentra.)
- 42 -
De "gestructureerde" werkrnethode reduceert de interne ansteltijd van de
bewerkingscentra met circa 23% (figuur 5.3), als voIgt verdeeld:
- 20,5%; te bereiken door de operator bij de
machine.
- 2,5%; te bereiken door in de meetkamer te
verrichten metingen voor te bereiden, hetgeen· de
verantwoordelijkheid is van de eerste man.
Als de verandering van werkmethodiek is doorgevoerd kan tevens worden
ove:rwogen an het interne anstelproces parallel te gaan uitvoeren (zie
bijlage 2d). De operator kan geassisteerd worden door een collega,
zodat de verwisseling van het sni jgereedschap en het
bewerkingsprogranma gelijktijdig met ve:rwisseling van de spanmal kan
geschieden (zie figuur 5.4). Naar schatting kan zo 3,5% per anstelling
worden bespaard.
Verwisseling spanmal
Verwisseling progranma
snijgereedschap
Instellingl------; 1..------'
figuur 5.4 : Parallel anstellen (intern)
Inmiddels is de voorgestelde verandering van werkrrethodiek aan de
betrokkenen geintroduceerd. Voor de invoering van de nie\l'lNe
werkmethodiek wordt nu "gefocust" op de onderzochte bewerkingscentra.
Eind 1987 wordt de bereikte voortgang ge§valueerd, binnen de
sektor Voortbrenging. Tevens zal de produktieleiding dan een plan
presenteren voor invoering van deze nie\l'lNe werkmethod.iek bij de andere
machines. Eveneens noet op dat m:m:mt worden overwogen of het praktisch
uitvoerbaar is de bewerkingscentra met twee man gelijktijdig an te
stellen.
- 43 -
2 \
1
15
14
figuur 5.3 : De tijdsbesteding gedurende de interne ansteltijd
(Het aandeel dat extern kan worden ui tgevoerd., wordt gearceerd.
aangegeven. )
De item:n.urmers worden onderstaand toegelicht:
1 materiaal van de werkplek aan- of afvoeren; tijdsaandeel 4,5%
geschat extern mogelijk (4,5%)
2 werkplek oprui.rren, ponsbarrl uitlezen; •••••••••••••••••••• 2,6% (2,6%)
3 informatie inwinnen; ••••••••••••••••••••••••••••••••••••• 1,9% (1,9%)
4 spanmallen/onderdelen aanbrengen of verwijderen; •••••••• 10,6% (2,7%)
5 spanmallen uitrichten: •••.••••••••••••••••••••••••••••••• 2,O%
6 verwisselen snijgereedschappen; •••••••••••••••••••••••••• I,O%
7 NC-programna, lengtecorrecties en pot.n.unners inlezen; •••• 2,5%
8 machine uitklOkkeni •••••••••••••••••••••••••••••••••••••• 1,O%
9 vertraging door onjuiste gereedschaplijst; ••••••••••••••• 2,5% (2,5%)
10 vertraging door vergeten uit te richten; ••••••••••••••••• 3,3% (3,3%)
11 vertraging door NC-programmafouten; ••••••••••••••••••••• 30,7%
12 afbramen van onderdelen i.v.m. maatcontrole; ••••••••••••• 2,3%
13 oponthoud t.g.v. onderdeelcontrole in de meetkamer; ••••• 10,1% (2,5%)
14 eenmalige aanpassingen aan de spanmal; •••••••••••••••••• 13,4% (3,4%)
15 langzaam verloop van het NC-programna; •••••••••••••••••• 11,6%
~: 100,0% 23,0%
- 44 -
Basisregel is dat elke anstelhandeling die extern kan worden verricht,
niet intern noet worden uitgevoerd. De vertaling van deze basisregel in
de praktijk noet geschieden door de operators. Via een leerproces zal
men zich noeten bekwarnen in het uitvoeren van het arnstelproces volgens
de "gestructureerde" werkmethode. Begeleiding door de eerste man en de
operator is benodigd. De prociuktieleiding noet hierbij als stimulator
fungeren.
De basisregel is tevens toepasbaar op:
- het verrichten van metingen die in de meetk.amer geschieden.
Voorbereidingen rroeten \liIOrden ui tgevoerd voordat de machine stil
staat.
- het verwisselen van bewerkte tegen onbewerkte produkten.
Afbramen noet niet bij stilstand van de ma.chine geschieden.
- 45 -
5.1.2 De moge1ijke besparingen
Een reduktie van de interne anste1tijd Il:'et 23% geeft een besparing van
f1 73.000,- per jaar voor de drie machines samen (zie bijlage 11).
De berekeningswijze van de besparing, na:ITelijk ansteltijdwinst
venrenigvuldigd Il:'et het machine-uurtarief is gelijk aan
anstelkostenredu.ktie, is aanvechtbaar. De werkeli jke besparingen kunnen
veel groter zijn, maar ook veel kleiner. In paragraaf 6.3 wordt dit
nader toegelicht.
Ret werken volgens de "gestructureerde" werkmethode heeft echter nag
Il:'eer voordelen. De betrokkenen zullen door het werken volgens een
duidelijke werkmethode Il:'et Il:'eer zelfvertrouwen te werk gaan. De
notivatie en de prestatie nemen hierdoor toe. Men zal hierdoor zaNel de
gesignaleerde fouten in de bewerkingsgegevens als de gewerkte uren
beter registreren, zodat de bijbehorende terugneldingen worden
verbeterd. De bewerkingsgegevens kunnen sneller en nauwkeuriger worden
gecorrigeerd. De juistheid van daze gegevens neant daardoor toe, zodat
bet anstellen Il:'et minder vertraging kan worden uitgevoerd. Dit werkt
weer notivatie verhogend. Bovenstaande wordt gesche:natiseerd
weergegeven in figuur 5.5. De gegevensbestanden voor wat betreft de
bewerkingstijden worden tevens nauwkeuriger.
[istructureerd anstellen I
ltoenane zelfvertrouwenl
toenaIOO notivatie
en prestatie
figuur 5.5 : De voordelen van gestructureerd werken
- 46 -
5.2 Wijziging van de organisatie
Infonnatie I verkregen uit gesprekken net de betrokkenen, gecanbineerd
met eigen waarnemingen leidden tot de onderstaande aanbevelingen voor
wijziging van de taakverdeling en de infonnatiestroan.
5.2.1 Taakverantwoordelijkheden
Ten aanzien van taakverantwoordelijkheden wordt gesteld dat wijziging
van de huidige situatie niet noodzakelijk is. Bij uitvoering van de
taken dienen echter onderstaande accenten gelegd te worden.
1 De eerste man en de groepsleider m:::>eten de operator bewust maken van
het feit dat onnodige ma.chinestilstarrl noet worden ventEden.
'!'evens dienen zij de operators te leren effici@nt(er) an te
stellen en te produceren (zie par. 5.1.1).
Daarnaast m:::>eten de eerste man en de groepsleider zorgen dat de
operators de terugkoppelfODllllieren (correct) invullen. De juistheid
van de bewerkingsgegevens wordt daardoor vergroot. Het uitvoeren van
werkzaamheden in de produktie wordt daardoor vergemakkelijkt en dus
versneld.
2 De groepsleider en de produktieleider noeten zorgen dat de netingen
aan de produkten (uit te voeren door de eerste man) effici@nt
geschieden. Met een effici@nte neting wordt een neting bedoeld die
minimale ma.chinestilstand veroorzaakt.
Begeleiding van de eerste man is derhalve noodzakelijk.
3 De produktieleider dient nauw betrokken te zijn bij het verloop van
het produktieproces. Hij zal dan in staat zijn an bijvoorbeeld:
- te beoordelen of het produktieproces geed verloopt (optjma.al
is). Gesteld wordt dat in de huidige situatie onnodig veel
handelingen worden verricht terwijl de machines stil staan.
- 47 -
Ret verloop van het produktieproces is derhalve niet optimaal.
De proCluktieleider kan, als hij betrokken is bij het verloop van
het produktieproces, zelf deze constatering doen en zijn mensen
derhalve gerichte instrukties geven am deze situatie te
verbeteren (zie ook 1).
- te constateren of de mensen die direkt bij het proCluktieproces
betrokken zijn hun funktie-amschrijving op een juiste wijze
interpreteren. Gesteld wordt dat veel ve:rwarring heerst antrent
de meting van het eerste produkt. Deze neting Iroet door de
eerste man worden uitgevoerd. Vragen antrent deze neting, die de
eerste man niet kan beantwoorden, rooet hij net hulp van de
produktieleider oplossen. Ondersteuning kan daarbij worden
verleend door de kwaliteitsdienst.
(De ve:rwarring betreft vragen als; 'Welke naten Iroeten worden
gecontroleerd; 'Welke naten worden in de neetkamer gecontroleerd
en 'Welke bij de nachine; wie voert 'Welke netingen uit; 'Welke
dOCUJ:renten rooeten bij een controlemeting worden ingevuld; Iroet
tijdens de meting de produktie wachten of doorgaan; wat kan aan
de neting worden voorbereid.)
- de direkt bij het produktieproces betrokkenen te stimuleren en
te rrotiveren. Daardoor ontstaat een vertrouwensband.
ldee&l die de betrokkenen hebben net betrekking tot
verbetering van het produktieproces kunnen dan door de
produktieleider gesignaleerd en doorgevoerd worden. Enige, op
dit m:m:mt waargenanen ideeful, zijn in aanbeveling 2
ve:rwerkt.
Doorvoering van deze voorstellen is geen strukturele
oplossing. Het produktieproces wijzigt continu, steeds nieuwe
probla:nen ontstaan. De produktieleider client derhalve IlaUW'
betrokken te zijn bij het verloop van het produktieproces an
voorstellen tot verbetering te signa1eren, d.a.m-lel zelf probIa:nen
te elimineren.
- 48 -
Wijziging van de toestand van het produktieproces treedt
bi jvoorbeeld op als een meetmachine wordt geinsta1leerd
(zie bijlage 12). De problematiek rond het voorbereiden van de
rnetingen wijzigt dan.
Een voorbeeld van een niet gesignaleerd prob1eernveld is het niet
funktioneren van de terugne1dingen (betreffende
bewerkinsgegevens zie par. 4.3.3, en bewerkingstijden zie
bij1age 8).
5.2.2 Infor.matiestroam
Mede door de beschri jving van de si tuatie rand de terugkoppeling van
bewerkingsgegevens heeft tot onderstaande wijzigingen geleid:
- de terugkoppelingen worden bi j de fabricagevoorbereiding
dage1ijks verwerkt.
- twee lTICla1 per lTICland wordt overleg gevoerd tussen produktie en
fabricagevoorbereiding teneinde wijzigingen of verbeteringen te
kunn.en doorvoeren.
Ten aanzien van de terugnelding ten behoeve van de bewerkingstijden
wordt opgemarkt dat een procedure is opgezet voor verwerking van deze
i:el:ugma1ding •
Voor wat betreft de infor.matiestroam worden 7 voorstellen gedaan voor
wijziging van de huidige situatie. De voorstellen worden in bijlage 13
anschreven.
Inmiddels wordt getracht de accentverschuiving ten aanzien van de
taakverantwoorde1ijkheden door te voeren. De fabricagevoorbereiding is,
in overleg net de produktie, bezig bovenstaande 7 wijzigingen van de
infor.matiestroan aan te brengen.
- 49 -
5.3 Aanpassing van de outillage
In deze paragraaf worden al ternatieven besproken die de
anstelhandelingen transfonneren. De ansteltijd kan zo verder worden
gereduceerd. Vervolgens worden deze alternatieven beoordeeld.
5.3.1 Alternatieven
Uitgegaan wordt van een situatie waarbij de interne en de externe
anstelhandelingen correct zijn gescheiden (zie paragraaf S.l). Het
verder reduceren van de interne anstel tijd kan geschieden door interne
anstelhandelingen te transfonneren in externe anstelhandelingen, en
door interne anstelhandelingen te stroanlijnen (zie bijlage 3). De
volgende nogelijkheden voor aanpassing van de outillage worden
voorgesteld:
1 Het verwisselen van spanrnallen
Ben keuze uit een van de onderstaande alternatieven is nogelijk:
a het gebruik van reserve pallets. De spannallen k:unnen dan
extern op de machinepallet worden gE!lOOnteerd.
b de spanmallen net behulp van rolblokken op de pallet plaatsen.
De spanmallen k:unnen dan op de pallet worden gereden.
2 Het snijgereedschap autanatisch verwisselen
Het verwisselen van de snijgereedschappen kan ga:rechaniseerd worden,
zodat deze interne anstelhandeling sneller kan geschieden.
3 Het invoeren van bewerkingsgegevens
OVerwogen kan worden an de potrnm:mers in het bewerld.ngsprogranma vast
te leggen.
- 50 -
Daarnaast kan een van de volgende wijzigingen worden overwogen:
a lengtecorrecties invoeren via een ponsband.
b lengtecorrecties invoeren via de ponsband met het
NC-prC>g'ranma.
c het NC-prC>g'ranma en de lengtecorrecties via DNC laden.
De bovenstaande alternatieven worden in bijlage 14 nader toegelicht. In
deze bi j lage 'WOrdt tevens aan de hand van de geschatte tijdwinst een
terugverdientijd berekerrl.
Opnerking
In paragraaf 4.1 is veIl1eld dat interne handtijd tevens
machinestilstand. veroorzaakt. Bij onderdelen die in 1 opspanning
bewerkt 'WOrden geschiedt deze verwisseling intern. In dit geval is het
zinvol bij het ontwe:x:p van de produktgelx::>nden spanmal de SMED-filosofie
toe te passen. De constructie IOOet dusdanig zijn dat bet verwisselen
van onderdelen snel kan geschieden. Deze oprerking 'WOrdt aan de hand
van een voorbeeld in bijlage 15 toegelicht.
5.3.2 Beoordeling van de altematieven
Zoals in bijlage 14 is toegelicht, 'WOrdt gesteld dat verdere overweging
van alternatief 1a niet zinvol is. Reservepallets zijn nuttig als de te
rronteren spanmal uit meerdere delen bestaat. In de toekanst zullen de
meeste spanmallen echter als geheel 'WOrden geleverd.
Voor altematief 2 geldt (bijlage 14) dat een investering niet rendabel
is.
Ten aanzien van de onder 3 veIl1elde rrogelijkheid an de potn1..llll1m'S in
het prC>g'rantna vast te leggen 'WOrdt gesteld dat uitvoering van dit
altematief IJDet 'WOrden overwogen.
- 51 -
De baten bedragen fl 450,- per jaar, terwijl geen investering behoeft
te worden gedaan.
Van de alternatieven 1b, 3a, 3b en 3c staat in figuur 5.6 de tijdwinst
per anstelling en de terugverdientijd.
alternatief tijd- terugver-
winst dientijd
[sec] [jaar]
1b de spanroal :rret behulp van rolblokken op
de pallet plaatsen 90 6,7
3a lengtecorrecties invoeren via een PO~ 155 2,3
3b lengtecorrecties invoeren via een ponsband i
:rret het bewerkingsprogramna 210 2,6
3c het bewerkingsprogramna en de lengte-
correcties via ONe sturing laden 275 6,6
figuur 5.6 : Tijdwinst en teruqyerdientijd ven enkele alternatieven
Voor de bovenstaande alternatieven geldt dat de terugverdientijd vrij
lang is (2,3 tot 6,7 jaar). De tijdwinst is gering (circa 1,5 a 4,5
minuten per anstelling). Wil de tijdwinst ook werkelijk behaald worden
dan zal de operator gedisciplineerd m:>eten anstellen. Een geringe
afwijking· van de anstelprocedure (andere volgorde van de handelingen)
reduceert de tijdwinst "tot 0". De alternatieven lijken derhalve weinig
zinvol.
- 52 -
6 'EATEN VAN DE ~TIJDREDUKTIE
In di t hoofdstuk wordt de invloed van de seriegrootte op de toestand
van het produktieproces beschreven. Duidelijk wordt dat een juiste
bepaling van de seriegrootte belangrijk is.
Na een analyse van de bi j Stork IMI' BV gehanteerde methodiek voor
bepaling van de seriegrootte worden de baten van de ansteltijdreduktie
zichtbaar. Uit de analyse voIgt tevens dat door wijziging van de
bepalingsmethodiek flexibiliteitswinst kan worden behaald.
6.1 Invloed van de fabricageseriegrootte
De fabricageseriegrootte is het aantal onderdelen dat in een
aaneengesloten serie op een produktiemiddel wordt gefabriceerd. De
anvang van de fabricageserie be!nvloedt de toestand van het
produktieproces (flexibiliteit). Deze toestand kan aan de hand van de
volgende vier faktoren worden geneten.
1 De effectiviteit van het gebruik van de produktiemiddelen
(bezetting)
De ansteltijd per onderdeel kan als maat worden beschot:l'i«l voor de
effectiviteit van het gebruik van de produktiemiddelen. De grootte van
de fabricageserie belnvloedt de ansteltijd per onderdeel. Bij
afname van de fabricageseriegrootte neemt de ansteltijd per onderdeel
toe I volgens het onderstaande verband:
[ansteltijd per fabrica.geserie]
ansteltijd per onderdeel = grootte van de fabricageserie
Het gebruik van het produktiemiddel is dan minder effectief naannate de
benodigd.e ansteltijd per onderdeel langer is, ofwel bij kleinere amrang
van de fabricageserie.
De afdelingen die de produktie ondersteunen worden neer belast door
reduktie van de fabricageseriegrootte.
- 53 -
ZO zal bijvoorbeeld de slijperij meer snijgereedschappen moeten
"verwerken" per tijdseenheid (samenbouwen, uitgifte, inname, derrontage,
slijpen). oak bier daalt de effectiviteit.
2 De doorlooptijd van het fabricagetraject
Deze doorlooptijd is de ti jdsduur tussen het m::::nent van afname van het
ruw materiaal uit het magazijn en het m:::ment van aankanst van het
bewerkte materiaal in het onderdelernnagazijn. De doorlooptijd is
opgebouwd uit een bewerkingstijd (bij Stork :EMI' BV 2% tot 6% van de
doorlooptijd) en een wachttijd. Afnarne van de fabricageseriegrootte
geeft een afname van de doorlooptijd. De bewerkingstijd per serie neemt
.i.Irn'ers af, de machines zijn korter bezet, zodat ook de wachttijden
afnerren. Consequenties van een korte doorlooptijd zijn:
- de planhorizon "ligt dicht bij". Een, in verhouding tot de
levertijd, korte doorlooptijd biedt de m::>gelijkheid an Deer op
klantorder te produceren en minder op prognosebasis te werken.
(Verschuiving van het klantorderontkoppelpunt strc:x:m::>pwaar 1
bet klantorderontkoppelpunt (KOOP) scheidt de op prognose
gebaseerde aktivitei ten van de op klantorder gerichte
aktiviteiten.) Minder op prognose fabriceren inpliceert dat
minder voorraad behoeft te worden aangehouden terwij 1 tach
tijdig aan de klantvraag kan worden voldaan. De voorraadda1ing
bestaat uit:
- volUl1'eVOOrraad. Voor afwijkingen van bet geprognotiseerde
van het werkelijk gevraagde volurre.
- mixvoorraad. Voor afwijkingen van de geprognotiseerde van
de werkelijk gevraagde mix.
- de voorraad onderhanden werk neemt af.
- de flexibiliteit ten aanzien van bet doorvoeren van wijzigingen
neemt toe. Versnelde doorvoering van wijzigingen veroorzaakt
minder snel incourante voorraad.
- 54 -
3 De anvang van de voorraad
Door de seriegewijze fabricage van onderdelen ontstaat
frequentievoorraad ("onderdelen die in het magazijn wachten op een
klantlt). Bij een fabricageseriegrootte n en een gelijkmatig
afnarnepatroon is de gemiddelde anvang van de frequentievoorraad n/2.
Afnarne van de fabricageseriegrootte geeft een daling van de
voorraadanvang (zCMel roix- en volunevoorraad als frequentievoorraad),
alsrrede de daannee samenhangende kosten voor nlimte- en kapitaalbeslag
en het risioo dat gefabriceerde onderdelen incourant worden.
4 De leverbetrouwbaarheid
Zoals reeds vemeld, wordt door afnarne van de fabricageserie de
doorlooptijd korter. Bij een kortere doorlooptijd is de
leverbetrouwbaarheid hoger (lit. 2, pag. 18).
Sanenvattend wordt gesteld dat de anvang van de fabricageserie de
flexibiliteit van de ondernani.n.g belnvloedt. Een juiste bepaling
van de fabricageseriegrootte is derhalve belangrijk.
- 55 -
6.2 Bepaling van de fabricageseriegr(X)tte bi j Stork mr BV
Bi j Stork mr BV vindt de produktiebesturing plaats volgens de
"Manufacturing Resources Planning" filosofie (MRP 2). De
materiaalbehoeftebepaling geschiedt volgens de prograrrmabestuurde
bestelmethode "Material Require.rrents Planning" (MRP 1).
De ootto materiaalbehoefte volgt uit vergelijking van de bruto
materiaalbehoefte (vastgelegd in bet afleverschema; en heeft een
gril1ig verl(X)p) met het beschikbaar materiaal (aanwezig in bet
magazijn of besteld) •
De prograrrmabestuurde bestelmethode MRP1 genereert v(X)r deze ootto
materiaalbehoefte met behulp van leverdata en pland(X)rl(X)ptijden
besteladviezen. V(X)r elk onderdeel ontstaat zo een niet-continu
tijdgebonden behoeftepatr(X)n. Hiermee wordt bedoeld een ongelijkmatig
behoeftepatroon, waarbi j de vraag ti jdsafhankelijk varieert.
Ui tgaande van het behoeftepatroon rroet de fabricageseriegrootte bepaald
worden. Dit inpliceert dat beslist rroet worden over 'Welke tijdsperiode
de ootto dagbehoeften worden sanengevoegd.
6.2.1 Huidige situatie
De bepaling van de fabricageseriegrootte geschiedt als volgt:
- Discreet of partijgewijs bestellen
De netto dagbehoefte is nu gelijk aan de fabricageseriegrootte. Oeze
methodiek wordt toegepast bij onderdelen "aflopend naar nul". Dit zijn
onderdelen die vervangen gaan worden door een gewijzigde versie of
geheel verdwijnen. (V(X)r circa 10% van de omerdelen wordt deze
methodiek toegepast.)
- 56 -
- Vaste periode series
De fabricageseriegrootte voIgt uit de scmnatie van de netto
dagbehoeften over een bepaald tijdsinterval. (Voor circa 90% van de
onderdelen wordt deze rrethodiek toegepast.) Voor de lengte van het
tijdsinterval geldt:
- 120 dagen voor grijpvoorraad (bouten, m:>eren enz.).
- 70 dagen voor werk dat altijd wordt uitbesteed.
- 55 dagen voor gietwerk.
- 20 dagen voor onderdelen die duur of volumineus zijn.
- 40 dagen voor aIle overige onderdelen.
De lengte van de tijdsintervallen is ervaringsafhankelijk bepaald.
Hierbij is gestreefd naar het verkrijgen van een gunstig evenwicht
tussen frequentievoorraad- en anstelkosten. (De anstelkosten volgen uit
vennenigvuldiging van de interne crnstel ti jd met het machine-uurtarief.)
6.2.2 Tbekanstige situatie
Een invoer voor de progranmabestuurde bestelrrethode is de bruto
materiaalbehoefte die maandelijks wordt vastgelegd in het
afleverschema. Bij het opstellen van het afleverscha:na wordt circa 6
maanden vooruit gekeken. De inschrijvingen in het afleverscha:na bestaan
voor 80% uit prognoses (lit. 4, pag. 17). Dit afleverscha:na is
onbetrouwbaar, vonnt geen realistische weergave van de afzet (lit. 4,
pag. 20).
In de huidige si tuatie bevindt het klantorderontkoppelpunt zich in het
onderdelenmagazijn. De fabricage van de onderdelen vindt op
prognosebasis plaats, assanblage geschiedt op klantorder.
an de betrouwbaarheid van het afleverscha:na te vergroten wordt de
positie van het klantorderontkoppelpunt voor een aantal onderdelen
gewijzigd (zie bijlage 16). '!Wee groepen onderdelen ontstaan:
1 onderdelen die op klantorder worden gefabriceerd.
2 onderdelen die op prognosebasis worden gefabriceerd.
- 57 -
Voor onderdelen die op klantorder worden gefabriceerd (groep 1) geldt
dat de seriegrootte 1NOrdt bepaald door de anvang van de op dat :acment
aanwezige klantorders. Voor onderdelen die op prognosebasis worden
gefabriceerd (groep 2) geldt dat de grootte van de fabricageserie wordt
vastgesteld op de wijze zeals dit nu voor aIle onderdelen gebeurt.
(Deze nethodiek blijft gehandhaafd.)
6.3 Baten van ansteltijdreduktie bij Stork PM!' BV
De beschrijving van de gebruikte nethodiek an de fabricageseriegrootte
te bepalen (par. 6.2) toont aan dat de ansteltijdreduktie geen direkte
invloed heeft op de anvang van de fabricageserie bij
Stork PM!' BV. I1l:mers een direkt verband tussen de anstelkosten en de
fabricageseriegrootte is met aanwezig. De baten van de
ansteltijdreduktie zijn nu als voIgt:
- als aIleen de ansteltijd wordt gereduceerd, terwijl grootheden als
het produktie-aantal en de fabricageseriegrootte constant blijven, dan:
- daalt de ansteltijd per onderdeel, zodat een
"capacitei tsoverschot" ontstaat.
- m::>et het rna.chine-uurtarief worden verhoogd, an kostendekkend te
blijven fabriceren.
- blijven de anstelkosten per onderdeel constant.
Een reduktie van de doorlooptijd treedt ope Imners de doorlooptijd is
opge.bouwd uit:
- bewerkingstijd = fabricagetijd (71%) + ansteltijd (29%)
net : bewerkingstijd = tijd dat de machine "bezet" is.
fabricagetijd = tijd dat de machine onderdelen fabrioeert.
ansteltijd = tijd dat de machine wordt angesteld (intern).
- wachttijd.
Verbetering treedt ook op ten aanzien van het voorraadniveau, de
levertijdoverschrijding en de bezettingsgraad (zie toelichting
par. 6.1).
- 58 -
De effecten zijn echter gering. Immers de amsteltijd bedraagt slechts
29% van de totale bewerkingstijd. Derhalve is sprake van een geringe
flexibiliteitswinst. Een direkte amstelkostenreduktie treedt niet op.
- kostenreduktie ontstaat als een eenheid produktiemiddel kan worden
afgestoten, of als het "capaciteitsoverschot" wordt benut.
Het "capaciteitsoverschot" kan worden benut om het produktie-aantal te
verhogen, da.rl'iNel om minder uit te besteden. Dit gaat echter ten koste
van de geringe reduktie van de doorlooptijd. Nu treedt geen
flexibiliteitswinst op. Gezien de bij Stork PMl' BV gewenste toename van
de flexibiliteit is dit geen zinvol alternatief.
De omstelkostenreduktie kan nu als benadering worden gezien voor de
amsteltijdreduktie.
- gesteld wordt dat de baten van de amsteltijdreduktie veel groter zijn
dan de amstelkostenreduktie als het "capaciteitsoverschot" wordt benut
voor reduktie van de seriegrootte. De verbeteringen ten aanzien van de
doorlooptijd, het voorraadniveau, de levertijdoverschrijding en de
bezettingsgraad, dus ten aanzien van de flexibiliteit, zijn dan groter.
Indien neIl een werkelijke flexibiliteitswinst wenst te bereiken dan
zullen de fabricageseriegroottes rroeten worden gereduceerd. Voor een
verantwoorde reduktie is een andere bepalingsmethodiek voor de anvang
van de fabricageserie noodzakelijk.
- 59 -
6.4 Bepaling van de fabricageseriegrootte, enkele overwegingen
Canp leidde in 1915 een fonnule at voor bepaling van de "econanische
seriegrootte lt (bijlage 18). Deze "econanische seriegrootte"
minimaliseert de san van de cmstelkosten en de
frequentievoorraadkosten. Andere gangbare methodieken voor bepaling van
de fabricageseriegrootte zijn onder andere:
- vaste periode series (variant discreet of partijgewijs
bestellen) •
- minimale kosten per stuk.
- minimale totaalkosten (variant artikel-periode evenwicht).
- de Silver-Meal methodiek.
- de methode van Wagner-Within.
De methodieken worden in bijlage 18 nader toegelicht.
Ret gebruik van een van de bovenstaande methodieken kent de volgende
bezwaren.
1 Keuzeproblematiek
Een probleem bij het besluit zoln methodiek te gaan gebruiken is hoe
een keuze uit een van de methodieken rooet worden gemaakt.
De Bodt (lit. 5, pag. 3) stelt dat de methode van Wagner-Within leidt
tot de beste oplossing. Deze methodiek vergt echter zoveel rekenwerk
dat een benaderende oplossingstechniek rooet worden gekozen. Via
simulatie rooet worden nagegaan welke methodiek leidt tot de beste
benadering van de beste oplossing (lit. 5, pag. 6).
Ret optimaal zijn van een methodiek hangt af van:
- het behoeftepatroon. Voor elke methodiek kan een behoeftepatroon
worden gevonden waarvoor de nethodiek de beste benadering geeft
(voor een onderdeel net een bepaalde verhouding van
anstelkosten en voorraadkosten) •
- de verhouding van de anstelkosten en de voorraadkosten per
artikel. Voor elk behoeftepatroon kan een verhouding van de
voorraadkosten en de anstelkosten worden gevonden die een
bepaalde methodiek de beste benadering geeft.
- 60 -
Ret simuleren is h<X.lgstens zinvol als per onderdeel een simulatie wordt
uitgevoerd (voor een constante waarde van de verhouding anstelkosten en
voorraadkosten). Elk onderdeel dient een karakteristiek behoeftepatroon
te bezitten. Dit kamt nooit voor.
Ret uitvoeren van een simulatie lijkt derhalve weinig zinvol.
Resultaten van simulaties leiden tot conclusies die strijdig zijn met
uitspraken die elders in de literatuur worden gedaan. Zo concludeert de
BOOt (lit. 6, page 9) na een simulatie, uitgevoerd bij een bedrijf waar
de programnabestuurde bestelmethodiek MRP1 wordt toegepast, dat de
econanische seriegrootte de beste methodiek is. Een ui tspraak die
strijdig is met de conclusie dat toepassing van de fonnule van Camp bij
het gebruik van MRP1 systemen slechtere resultaten levert dan elke
andere benaderingSlrethodiek (Silver and Meal, lit. 7 en Berl:y, lit. 8).
Orlicky stelt dat de beste berekeningSlrethodiek niet bestaat. Het is
niet verantwoord uitvoerige debatten te wijden aan het kiezen van een
berekeningSlrethodiek voor bepaling van de fabricageseriegrootte
(lit. 9, page 155). Afgezien van de zwakke punten van elke methodiek en
de rroeilijkheid tot een zinvolle vergelijking van de verschillende
methodieken te kanen is de behoefte-onzekerheid een bezwaar
{"Achilleshiel"}. Door wijziging van de behoeften, danwel het
verschijnen van nieuwe behoeften aan het eind van de planhorizon,
kunnen reeds uitgegeven planopdrachten niet meer optimaal blijken te
zijn.
2 Econanische seriegrootte
Minimalisatie van aIleen de anstelkosten en de frequentievoorraadkosten
(gangbare methodieken) leidt tot een suboptima.le fabricageseriegrootte
Deze afweging is te beperkt en leidt tot te grote fabricageseries en
dus tot een te lage flexibiliteit.
- 61 -
De toe stand van het produktieproces kan aan de hand van de volgende
factoren worden bekeken (lit. 2; pag. 22):
- de doorlooptijd.
- de leverbetrouwbaarheid.
- de voorraadClTlV'ang (onderhanden werk).
- de effectiviteit van het gebruik van de produktierniddelen.
Zoals reeds in paragraaf 6.1 is ve:rmeld, be!nvloedt de
fabricageseriegrootte de bovenstaande factoren. Gesteld wordt derhalve
dat sprake is van een optimale fabricageseriegrootte als de verhouding
van de bovengenoenrle factoren optimaal is.
Het PPS-systeem (bijlage 19) geeft de mogelijkheid am de toestand.,
waarin het produktieproces zich bevindt, te controleren. Afwijkingen
van de "SOLL"-toestand. worden duidelijk als de "IST"-toestand. bekend
is. Daarnaast kan het systeem een hulpniddel zijn bij het stellen van
een diagnose amtrent de oorzaak van de afwijking.Gesteld wordt dat
aIleen al door invoering van dit systeem de flexibiliteit van de
onderneming kan worden vergroot. Imners men weet door invoering van het
systeem dat het produktieproces zich in een met optimale toestand.
bevindt en kan gerichte aktie ondernemen am deze situatie te verbeteren.
Oak wordt het DDgelijk de fabricageseriegrootte te bepalen, waarbij
met aIleen rekening wordt gehouden root de faktoren amstelkosten en
voorraadkosten (frequentievoorraad), maar ook root de doorlooptijd, de
leverbetrouwbaarheid, de voorraad onder handen werk, en de
effectiviteit van het gebruik van de produktierniddelen.
De mate van spreiding van de inhoud van een order (in uren) is van grote
invloed op de doorlooptijd (duur en spreiding). Bet verband tussen de
mate van harrromsering van de fabricageseriegrootte en de duur en de
ClTIV'ang van de spreiding van de doorlooptijd voIgt uit de
diagnoserniddelen van het PPS-systeem. Dit verband leidt tot richtlijnen
voor begrenzing van de fabricageseriegrootte. Deze richtlijnen kunnen
periodiek worden vastgesteld.
- 62 -
Invoering van het PPS-systeem is een ccmplex gebeuren. Aan de invoering
dient een analyse vooraf te gaan betreffende de vragen:
- welke detailleringsgraad van het PPS-systeem wordt toegepast.
(registratie per machine of per afdeling)
- welke kentallen periodiek bewaakt worden.
- hoe diepgaand het diagnosesysteem meet zijn.
- hoe de kentallen worden weergegeven (ivm. overzichtelijkheid)
- of het zinvol is na invoering van het controlesysteem de
produktiebesturing te wijzigen. Overwogen kan worden an te gaan
sturen op doorlooptijd, door regulatie van de werkvoorraad toe
te passen.
- wat de kosten en wat de baten zijn.
- of de kostprijsberekening meet worden gewijzigd.
- of andere vergelijkbare systemen bestaan.
Opnerkingen
1 Bij Stork PM!' BV is sinds kort een registratie van de doorlooptijd en
de werkvoorraad ingevoerd (weergave in "Z-diagranmen";
lit. 10, page 32).
De doorlooptijd wordt echter per afdeling geregistreerd. Derhalve
kunnen slechts indikaties worden verkregen antrent het funktioneren van
afdelingen. Infonnatie over de doorlooptijd per bankgroep kan niet aan
deze diagranmen worden ontleend.
Bovendien worden de orders in aantallen geregistreerd, en niet in
ureninhoud. Dit werkt vertekenend op de amrang van de doorlooptijd.
2 Bet PPS-systeem kan gek:walificeerd worden als "gestandaardiseerde
slirnheid". In het bedrijf beschikbare infonnatie wordt, met behulp van
eenvoudige software, op een zodanige manier verwerkt dat een duidelijk
overzicht ontstaat antrent de toestand waarin het produktieproces zich
bevindt.
- 63 -
7 CONCLUSIE
Teneinde concrete voorstellen te genereren, die de produktiviteit van
het anstelproces kunnen vergroten, is op de volgende gebieden onderzoek
verrichti werk:rIEthodiek, organisatie en outillage.
Daarnaast is onderzocht of de ansteltijdreduktie bijdraagt aan een
toena:rre van de flexibili tei t van de onderneming ~ Ten aanzien van de
bovenstaande onderwerpen worden conclusies getrokken.
7.1 Wi j ziging van de werk:rIEthodiek
Uit de verrichte metingen blijkt dat de machine 29% van de totaal
beschikbare tijd stil staat ten gevolge van het anstellen (intern).
Door een juiste scheiding van interne en externe anstelhandelingen te
realiseren wordt de interne ansteltijd naar schatting met 23%
gereduceerd (7% van de totaal beschikbare tijd).
Daartoe dienen de operators bewust gemaakt te worden van de nadelige
invloed van machinestilstand op de produktivi teit van de onderneming.
'!'evens rooeten zij worden geattendeerd welke anstelhandelingen geheel of
gedeeltelijk extern kunnen geschieden.
7.2 ~ssing van de organisatie
Wijziging van taakverantwoordelijkheden is met nodig. Bij de
uitvoering van de taken dienen accenten gelegd te worden.
De operators rooeten een juiste scheiding van interne en externe
anstelhandelingen realiseren. Daartoe is begeleiding, te geven door de
eerste man en de groepsleider, benodigd.
De produktieleider rooet hierbij als stimulator fungeren.
Tevensdient de produktieleider betrokken te zijn bij het verloop van
het produktieproces, zodat hij in staat is: storingen te signaleren en
te eliroineren, de betrakkenen te stimuleren en te ootiveren, en
id~n tot verl::letering van het produktieproces die de betrokkenen
hebben door te voeren.
- 64 -
Ten aanzien van de inforrnatiestroam zijn voorstellen tot verbetering
gedaan, zodat de uitvoering VaIl het amstelproces vlotter kan geschieden.
7.3 Transforrnatie van de outillage
Na realisatie van een juiste scheiding van interne en externe
anstelhandelingen kunnen alternatieven 'WOrden overwogen an
anstelhandelingen te transfonneren of te stroamlijnen. Mogelijkheden
daartoe zijn onderzocht, en blijken weinig rendabel en bovendien
kwetsbaar. De tijdwinst bedraagt slechts 1,5 a 4,5 minuten per
anstelling. Een geringe afwijking van de anstelprocedure reduceert de
tijdwinst "tot 0".
7 • 4 'I'oenaIre van de flexibili tei t
Bij Stork PMT BV leidt de ansteltijdreduktie niet tot afname van de
fabricageseriegrootte. Een geringe flexibiliteitswinst treedt op, een
trcapaciteitsoverschot" ontstaat.
Wordt het capacitei tsoverschot benut voor reduktie van de
fabricageseriegrootte dan ontstaat een grotere flexibiliteitswinst.
Analyse van de bij Stork PMl' BV gebruikte methodiek voor bepaling van
de fabricageseriegrootte leidt tot de aanbeveling deze methodiek te
herzien. Ret PPS-systean lijkt hierbij een aantrekkelijk alternatief.
Nader onderzoek is hiervoor benodigd.
Een juiste bepaling van de fabricageseriegrootte leidt tevens tot
flexibiliteitswinst.
- 65 -
LlTERATUURLIJST
1 Shingo, S.
A revolution in manufacturing the SMED system
Produktivity Press, 1985
2 Wiendahl, H.P.
Belastungsorientierte fertigungssteuerung
carl Hanser Verlag, 1987
3 Muller, J.
Doorlooptijden onderzoek Stork PM!'
Stageverslag HTO Eindhoven, 1986
4 Aangenendt, B.F.
Produktstruktuur en afleverschema
Afstudeerverslag TOO Delft, rapportnun:mer 227-2, 1987
5 Bodt, M. de, Wassenhove, L. van
lotgroottebepaling bij materiaal behoefte planning
CUrsus produktieplanning KUL Leuven, 1984
6 Bodt, M. de, Wassenhove, L. van
lot sizes and safety stocks in MRP
Production and inventory management, 1-1983
7 Silver, E.A., Meal, H.C.
A heuristic for selecting lot size quantities
Production and inventory management, 2-1973
8 Berry, W.L.
lot sizes procedures of requirements planning systems
Production and inventory management, 2-1979
9 Orlicky, J.
Materiaal behoefte planning
Kluwer, 1981
10 Heezernans, W.W.M.
- 66 -
Doorlooptijdenregistratie bij Stork PMT BV
Eindhoven, 1987
ONDERZOEK NAAR CMSTELTIJDREDUKTIE
VAN BEWERKINGSCENTRA; BIJIAGEN
Verklarende woordenlij st. Bijlage 1
Flexibiliteit .•.•••• De snelheid waarmee aangepast kan worden aan
verandering van een si tuatie.
Randtijd •••••••••••• Tijd benodigd voor het verwisselen van onbewerkte
tegen bewerkte onderdelen.
Omstellen •••••••...• Ret arnstelproces dient am een produktiemiddel in
gereedheid te brengen voor fabricage van een serie
onderdelen die verschilt van de voorgaande serie.
Ret anstelproces cmvat twee soorten handelingen:
- interne arnstelhandelingen; deze worden verricht
terwijl de machine stil staat.
- externe arnstelhandelingeni deze worden verricht
terwijl de machine draait.
Inspanningen •••••.•• Onderdelen 'WOrden in een of in twee inspanningen
bewerkt. Daartoe zijn per onderdeel resp. een
of twee produktgebonden sparroallen beschikbaar.
Produktiviteit •••••• Produktie per tijdseenheid.
Spangereedschap ••••• De spanrnal dient am het te bewerken onderdeel te
positioneren en te fixeren. Onderscheiden worden
enkelvoudige en neervoudige spamallen, waarin
resp. een of neerdere gelijksoortige onderdelen
kunnen worden opgespannen.
Stelstuk •••••••••••• Dit is in sarmige gevallen nodig voor montage van
het spangereedschap op de machinepallet.
Steltijd •••••••••••• Deze tijd kamt overeen met de interne amsteltijd.
Stuktijd .••••••••••• Deze tijd kamt overeen met de machinecyclustijd.
Taaktijd •••••••.•••• Totaal benodigde tijd van de machine voor levering
van de order.
Lay-out produktie-afdeling en overzicht
aanwezige machines(te BoxnEer)
I ;
i
i I
ZAGERIJ I I
4 , ,-- --.l I
\ I \
I I , I I
I I
l, __ J I , ,
r-·' I I \
RE!;fARCH& L.,
I
OEVE1OPHfNT I
5 I
GROEP84 I GROEP 83 I
3 , Z.
I , GROEP82 I 1 B I
I : I
I I ;
-- I I I I i I I I ,
II GEREEOSCHAPMAKERU
l.A
Iv1AGAZ IJN
QRQEP82
cxrz::J
tJ r;:w
!Ii!J
Bijlage 2a
.... ---~
zn
r-I I I I I I I
.J
GEREED5CHAPMAKt.~1 J
m
lI'i_-=l l0
~
§]
[~
, I
-I
n ! I
I: JJ
r-s\~ GROEP83 1-7 -
~J');
~ B G EJ EJ ~ B X14
~ EJ
~ IX041
00 B ~
~11
, I I , I I RESEARCH EN DEVELOPMENT AFDELING
ORQE? 84 : I ,
I [ill' I L, I B! ~Q~ I
___ ...I
r-::.t ~ I [i-I [:] I
. ! I I
L_-, 006
'001,
§] , I : :oolJ , I t a I I ! --j
I iD~
't] I YlO ! roo~
YOl \ ' 'o~ c::m:::J I
--j u
Zagerij
z1 hydraulische knipschaar
z2 draadsnijma.chine
z3 cirkelzaagmachine
z4 lintzaagmachine
Groep 82 / gereedschapnakerij
s8 exenterpers 150 ton
s10 puntlasma.chine
sl1 ringenwals
s14 kolanboonnachine
s15, 17, 19 ,20 lastrafo's
s25 freesbank
s27 draaibank
s28 radiaalboonnachine
s30, 31, 32 lastrafo's
s34 hydraulische pers 300 ton
s39 draaibank
s41 lastrafo
s42 freesbank
s45 exenterpers 450 ton
s46 bandslijpnachine
s47 lastrafo
s49 vlakslijpnachine
s52 boorslijpnachine
s54 slijpnachine
s58 afwikkelfreesma.chine
s60 slijpnachine
s61 cirkelzaagslijpnachine
s62 voorinstelmeetJnachine
s63, 64 slijpmachines
Bijlage 2b
s65 lastrafo
s70 uitvonkmachine
s71 galsstraalmachine
s72 pons-laser.machine
s73 kantbank
s79, 80 lastrafo's
81 platenwals
s82 universele slijpmachine
s83, 84 lastrafo
Groep 83
xl, 9, 14, 20 NC-bewerkingscentra
x2 afwikkelfreesbank
x4 afbraamtrcmnel
x6 steekbank
x7 boonnachine
x10, 11 afwikkelfreesbank
xl2 NC-draaibank
xl3 kotterbank
xIS opzuigapparaat
x16 kopdraaibank
x17 centraal koelsystean
xI8 freesbank
x19 draaibank
x2I afbraamtrcmrel
Groep 84
y1 nippelmachine
y2 plasrnabrander
y3, 4 draadbuigmachines
yS, 6, 7 lastrafo's
y8 bandschuunnachine
y9 platenwals
yI0 kantbank
Bijlage 2c
yll, 12 uithoekmachines
y13 radiaalboonnachine
y14 pijpbuigmachine
Research en developrent
dl draaibank
d2, 3 freesbank
d4 radiaalboonnachine
d5 sli jpnachine
d6 cirkelzaagmachine
d7, 8, 9, 10, 11 lastrafo's
d12 autoc;Jeen lasapparaat
Bijlage 2d
Beschri jving van de SMED-methodiek Bijlage 3a
1 Inleiding
SMED (Single Minute Exchange of Dies) is een methodiek an te kcm:m tot
ansteltijdverkorting. Toepassing van de SMED-methode levert Lh.a. een
forse reductie van de ansteltijd op (bij persen 97,5% reductie) en is
Lh.a. te realiseren met lage investeringen. De SMED-methode is
gebaseerd op het doorlopen van de volgende drie fasen:
1 fase waarin een sCheiding wordt aangebracht tussen
anstelhandelingen die nneten worden ui tgevoerd bi j stilstand van
de machine (interne anstelhandelingen) en bij het in bedrijf
zijn van de machine (externe anstelhandelingen).
2 fase waarin zoveel mogelijk interne in externe anstelhandelingen
worden getransfor.meerd.
3 fase waarin aIle anstelhandelingen zoveel mogelijk worden
gestrCXll1lijnd.
Voorafgaand aan de toepassing van deze methodiek nnet de bestaande
situatie worden geanalyseerd.
1.1 De analysefase van het huidige anstelproces
Deze fase anvat het vaststellen van aIle te verrichten
anstelhandelingen bij een anstelling, de daarvoor benodigde tijdsduur
en het intern of extern zijn. Dit kan men op de volgende drie manieren
realiseren:
1 men kan ter plekke tijdens het anstellen alle handelingen
signaleren en m.b. v. een sto}?Watch de tijdsduur op:neten.
2 de anstelhandelingen kan men op film vastleggen. Deze kan daarna
aan de operator die de anstelhandeling uitvoerde, worden
getoond. Uit een daarop volgende evaluatie kunnen vaak bruikbare
inzichten voortvloeien.
3 de operator (s) die bij de anstelling betrokken is (zijn)
interviewen.
Bijlage 3b
1.2 Ret scheiden van interne en externe amstelhandelingen
Vastgesteld moet worden of de huidige verdeling tussen interne en
externe anstelhandelingen juist is aangebracht. Indien dit niet juist
is aangebracht dient di t gecorrigeerd te worden. Ret is nuttig deze
scheiding te bewaken, bijvoorbeeld m.b. v. een checklist. Di t an te
voorkanen dat externe anstelhandelingen als interne amstelhandelingen
worden uitgevoerd, waardoor de machine onnodig stil staat.
1.3 Ret transfo:rmeren van interne in externe amstelhandelingen
D.m. v. vaak eenvoudige constructieve wijzigingen kan men interne
anstelhandelingen geheel of gedeeltelijk transfo:rmeren in externe
anstelhandelingen zodat de stilstandtijd van de machine verder wordt
verkort. Enkele nngelijkheden hiervoor zullen nu worden besproken.
1.3.1 Bewerkingskondities vooraf realiseren
Door de gewenste bewerkingskondities vooraf te realiseren kan men de
stilstandtijd reduceren. Dit wordt aan de hand van het volgende
voorbeeld geillustreerd.
VOORBEEID: Spuitroatrijzen dienen een bepaalde temperatuur te hebben. De
matrijs eerst nvnteren en dan pas op de gewenste tanperatuur brengen
resulteert in een lange stilstandtijd van de machine. Door de matrijs
eerst op temperatuur te brengen (externe amstelhandeling) en dan pas te
nvnteren (interne ansteThandeling) kan men de stilstandtijd reduceren.
Bijlage 3c
1.3.2 Funktionele standaardisatie
AIle te verrichten anstelhandelingen noeten worden ontleed in
elementaire handelingen (funkties) als; klemnen, oentreren, afstellen
enz. Men bepaal t vervolge:ns of het zinvol en mogeli jk is an deze
funkties geheel of gedeeltelijk te standaardiseren. Ter illustratie
volgen twee voorbeelden.
VOORBEEID 1: '!Wee verschillende persgereedschappen worden op dezelfde
pers gebruikt, zie fig. 1. Door de hoogte van het persgereedschap te
standaardiseren (op 320 nm.) hoeft de sluithoogte van de pers niet
versteld te worden als deze persgereedschappen worden uitgewisseld. De
hiervoor gebruikte blokjes die bij gereedschap B gebruikt worden geven
een klemhoogte van dit gereedschap van 80 nm. D.m.v. het aanbrengen van
blokjes op gereedschap A kan deze klemhoogte ook gestandaardiseerd
worden.
VOORBEEID 2: Voor het verzinken van een gaatje noet de boordiepte
nauwkeurig worden ingesteld nadat men een nieuwe boor inspant, zie fig.
2. Deze instelling hoeft men niet meer te veranderen als men zorgt dat
de boor altijd dezelfde lengte (h) uit de opname steekt. Dit kan men
realiseren door bij het inspannen van de boor van een mal gebruik te
maken.
blokje voor standaardisatie gereedschaphoogte en tevens standaardisatie klemhoogte
figuur 1 : Voorbeeld van standaardisatie bij persgereedschap
Bijlage 3d
oorhouder
veer :' <"~I
; /--./..h
£:~ boor
blokje voor bepaling boordiept
figuur 2 : Voorbeeld van standaardisatie van de boorlengte
1.4 Het stroomlijnen van aIle handelingen.
1.4.1 EXTERNE anstelhandelingen
De aan- en afvoer van onderdelen en gereedschappen kan vaak versneld
worden d.m.v. bijvoorbeeld het gebruik van autanatische
transportsystemen. Vooral bij zware gereedschappen is di t nuttig. De
stilstandtijd van de machine kan zo niet verkort worden, de totale
anstelti jd weI.
1.4.2 INl'ERNE anstelhandelingen
- Tbepassing van parallel Ie gperaties
Als de operator tijdens het anstellen steeds van de voorzijde naar de
achterzijde van de machine rroet lopen dan kan een tijdsbesparing
bereikt worden door de anstelling niet net een maar net twee man uit te
voeren.
- Funktionele klemnen
Dit zijn bevestigingselementen die net minimale inspanningen zijn te
nnnteren en te denx:>nteren. Drie verschillende soorten worden
onderscheiden.
Bijlage 3e
1 One-turn bevestigingselementen
Dit zijn funktionele klenroen die door een slag te verdraaien
kunnen 'WOrden losgemaakt of vastgemaakt. Rieronder vallen:
- de peervonnige gat-methodei zie fig. 3. Door de bout een
slag los te draaien kan het onderdeel verschoven 'WOmen
zodanig dat het onderdeel over de rooer heen getrokken
kan 'WOrden.
- de U-vonnige sluitringmethode; zie fig. 4. Door de rooer
een slag los te draaien kan de sluitring verwijderd
worden. Ret te lossen ondemeel kan nu over de rooer heen
getrokken worden.
- de C-vonnige sluitringmethode, zie fig. 5. Men kan de
sluitring nu niet kwijt raken.
- de U-slot methode, zie fig. 6.
- de klemnethode, zie fig. 7.
- de gedeelde schroefdraadn:ethode, zie fig. 8. 0 .m. v. het
wegsnijden van schroefdraad (in lengterichting) op de
steel van de bouten en in de schacht van de rooer kan men
deze aan elkaar bevestigen door de bout in de rooer te
schuiven en ze ten opzichte van elkaar een slag te
verdraaien.
2 One-notion bevestigingselementen
Dit zijn o.a. de zogena.a:rrde "snapsluitingen", zie fig. 9. Door
het onderdeel in de sluiting te duwen. womt het gefixeerd..
Ook vallen hieronder bevestigingen die gerealiseerd women
d.m.v. rnagnetisrre (zie fig. 10) en bevestigingen d.m.v. een
vacuum.. Dit zijn praktische rnethodes als er geen ruimte is voar
bevestigingselerrenten
fig. 3
fig. 5
hier bevestigen . .
hier aanbrengen en verwijderen
Peervonnige gat:methode
~~ ~
C-vonnige sluitringmethode
klem
fig. 7 Klentrethode
verend lipje
fig. 9 Snapsluitingen
Bijlage 3f
fig. 4 u-vonnige slui tringrrethode
~ I~ fig. 6 u-slot methode
weggeS~raad
fig. 8 : Gedeelde schroefdraad
pen
groef rondom
Bijlage 3g
3 Bevest;igingen te realiseren d.m. v. het in elkaar schuiven van
twee onderdelen
Deze nethode wordt toegepast an matrijzen aan een machine te
bevestigen, zie fig. 11. De matrijs kan bevestigd worden door
hem in of uit het raanwerk, dat zich aan de machine bevindt, te
schuiven.
- Venuijd instellingen
Door het verbeteren van instellingen etc. die tijdens het anstellen
rroeten worden uitgevoerd kunnen instellingen worden vereenvoudigd,
waardoor ze sneller zijn uit te voeren, of zelfs geheel verdwijnen.
- Realiseer numerieke instellingen.
Instellingen rroeten niet op het gevoel worden uitgevoerd.
Bet instellen op een bepaalde waarde gaat vaak sneller,
is eenvoudiger en maak:t testruns minder noodzakelijk.
- Denkbeeldige centreerlijnen en referentievlakken.
Als bij het anstellen gebruik wordt gemaakt van
denkbeeldige centreerlijnen en referentievlakken dan is
deze situatie te verbeteren door deze lijnen en vlakken
zichtbaar te maken.
matrijs
magneet
~
fig. 10 Magnetisme fig. 11 Matrijs in houder schuiven
Bijlage 3h
- Meervoudige opspansystemen.
Instellingen kunnen ook worden venreden door
opspangereedschappen niet am te stellen d.m.v.
uitwisseling van onderdelen maar d.m.v. het gebruik van
opspangereedschap dat voor meerdere of aIle onderdelen
geschikt is of geschikt is te maken.
VOORBEEID: Een opspanrnal voor wasmachines kan snel en
eenvoudig voor een ander type wasmachine geschikt
gemaakt worden door de vier positioneerblokjes te
verdraaien, zie fig. 12.
wasmachine lichaam A
fig. 12 : Opspanrnal geschikt voor meerdere produkten
- Mechanisatie
Nadat een anstelproces is gestroamlijnd kan als laatste
verbeteringsrrogelijkheid mechanisatie worden toegepast.
- Mechanisatie van gereedschap aan- en afvoer.
Dit is vaak nuttig bij zware gereedschappen.
- Mechanisatie van gereedschapfixatie's.
Gereedschapfixatie I s kunnen worden gerealiseerd m.b. v.
hydraulisch of pneumatisch aangedreven spangereedschap.
OVerzicht van de machine-uurtarieven Bijlage 4
In groep 83 staan de machines met de hoogste uurtarieven. Deze bedragen:
NC-bewerkingscentra •••••.. f1114,
afwikkelfreesbank •••••••.• f1106,50
kotterbank •••••••••••••••.• f193,25
NC-draaibank (LH 35) ••••••• fl 89,25
NC-draaibank (LH 20) ••••••• fl 88,25
freesbank .................. fl 86,-
kopdraaibank •••••••••••••.• f185,
afwikkelfreesbank •••••••••• f163,25
steekbank •••••••••••••••••• f162,50
boorrnachine ••••••.••••••••• f157,50
afbraamtrarnmel ••••••••••••• f151,-
Overzicht van de omstelfreguentie Bijlage 5
Het aantal keren amstellen van de machines in groep 83 in de ma.and
april en de eerste helft van de ma.and I.rei.
NC-bewerkingscentra (2 pallets) ••••••• 93
kotterbank ••••...••••••.•.••••••.••••• 52
koJ?Clraaibank ...•.••••.•••.•••••.•••••• 45
NC-draaibank (LH 35) •••••••••••••••••• 40
freesbarik:.. • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • 27
NC-bewerkingscentra (9 pallets) ••••••• 20
afwikkelfreesbank ••••••••••••••••••••• 16
NC-draaibank (Ill 20) •••••••••••••••••• 13
afwikkelfreesbarik:. •••••••••••••••••••••• 3
Weergave van de meetresultaten Bijlage 6a
Teneinde het amstelproces te analyseren zijn bij 9 amstellingen
metingen verricht. Vastgelegd is welke handelingen zijn verricht, of
deze intern of extern zijn uitgevoerd en de daarvoor benodigde
tijdsduur, zie figuur 1.
Opnerkingen:
- ti jdseenheden in minuten.
- I = intern.
- E = extern.
- de totale "amsteltijd" is met de nonnale produktietijd van het in de
testrun gefabriceerde onderdeel verrninderd, am te kamen tot de
werkelijke amsteltijd.
meting 1 2 3 4 5 ,---
6 7 8 9 ,taal
I materiaal aanvf"u:'r T I 3.2 §,2 5,2 .... 17.4 35.5 ~2QL~ 12.0 12,7 10.e:; 124,8 l'Werknlek onruimen E 7,5 2 5 10.0 19,0 l'Werknlek onrl1imen I 6,1 8,4 22.5 4,3 _~ __ LJt 5,5 10,5
7 ~ f'-'~"-"'-- 8 0 , 9 . ; nfnrrnl'lr; P ; nw; nnpn T 5,0 13,5 10.5 7 5
-_ .. -15,3 11.3 70,S
Ie snl'lnrnAl lossen I 4,2 5,3 3,0 8,6 l~d 17,5 __ ~Q.,O 18.4 :UL5 100,9 ~
F. 13.7 13,7 ?p I'lnl'!nrn~l 1nl'l~pn T ~22
------..
19.0 4 5 5 46,0 F. :~ __ 8J_Q_
11 ~L~L 16,0 -- .- -~ -'--' .. __ . - --~--- ,..--_ ..
19,2 ,.~ Ie snanmal fixeren I 7,5 17,8 2 8 1 ,5_ 13,5 E 30,0
.- -
30 ~b-2e snanmal fivprpn T 6.5 11,0 1§,7 1~ ____ IQL4 62,9 ...... .... --....
E 20 0 4!Q&.. onderdelen inSDannen 7,0 4,3 11,0
------..
6,4 .-~ -
I 5 i Q __ ~o. ___ .. lL-J!' 2,9 7:3:i-snanma] uitrichten T 3 0 38,0 8.4 20,1 :3 , nonl'lhl'lnn l1irlp'7.pn T 11.1 1.3 12,4 .... - _ ...
F. t--. 4.0 c-- 4 JL sniiQer ver'Wisselen I 4,2 4,7 2,4 3,9 4.5 .. 2LQ 6,2 2,2 203 3 nons hand inlezen T 5.8 7,3
...
7.7 _~. =e 5~-~ 7,9 lI..t.:l ~_17.1 ..... LL4 ... ~~_LL = . ,,; t-k1 nkkpn T 35.5 35...L5 bou'Wtiid TOTAAL I T 59,9 1.47,9 2.41,7 ~_2.55,6 1.44,0 ~i~l1-1~~~~% _!..07 5
.~- .--=-= 15.16
R 43.7 7 5 .... .-
1.35 nn ;ld ~rp opr 1; iRt 90 -~Q~~--.--~--. "-'-' .... _--- ... f-vergeten uit te richten 121 1 1 .nrOQrRmmafollten 2.4
.. ~ . ~---.--~ f- . .-------
-1119,2 1104 14,8 ... _-+-~~.:I"'~1.elen afbrampn T 15 26 11 2 30 84_ lcontrole meetkamer T 60 115 __ f--~ 48..L7 f-
100 368,7 RnFlnmFll FlFInnAQQPn T 51 271 30 134,3 486.3 materiaal aanvoer T 12 13 11 3 36,3 l~no'7l'1l'1rnlnnn T
. -' --- --160 's-1---.
56,5 78 ~180 179L 8 112.L~ 40. 65 5 9l?~ .
testrun TOTAAL I 58,9 1. 30 .L ~l.- 30. _ _ 19~·9~..L..t3.. 6.49 5 1. 43 5 .7~!.I.2.L 4 1.O5,~]8.6 ----"" .. __ L_c _ _ cc _. ___ ._.1_ ..
normale fabricagetiid 36 66 1. 2.14 1.12 57 22 55 1 • ~ t---6~-~-~~-1 id T .12.8 1 2:1 q ? 4.13.7 11.48 8 7.32,5 2.37 9 8.13 9
n/uitsoannen onderdelen E 2 10 10 10 10 8 50 fbramen onderdelen E 5 6 "'10 5 5 ... 10 ~=t 5 6 57
helicoil montROP R 10 15 4 29
totale 'Werkzaamheden E 17 6 35 19 15 20 5 13 6 136
Gehanteerde formulieren
In deze bijlage zijn de volgende formulieren opgenarnen:
- produkttekening.
- spanschets.
- matenlijst.
- gereedschaplijst.
- terugkopppeling.
- urenregistratie.
- routing.
- Ireetstaat.
Bijlage 7a
A
--..'" f)"'O'"
~Et. ;;;;~22Z,_ ~=.-- · I --L - - - -i':_~. ~( ~j
~·I1r.F
-m'lt ill t
--------rl 1.,: .
"'1 ---'-0,--;-
--.L..-~~r'-'
6f»_-.J
({'2'-0
Iff :itl ;PIl6G 1to!, " ,:
U' ,
20
4:.5
xo I
aR loe-I/-OO35 (Stel""l:ul.< 120) --~
~-- - - if l L._ ._. I
I
I
I-I . . I I ' L_._.
L L
OMSC",FU;iH-iC!
Ef>anschels Lbv 'ElIck Bev: 1 - e.
I:::~I~~~:~S~~I~~J:C~;~' !--=!:!!WIJl~~~ AlJt.r.lrs.reet>tet\. ... ord.n ¥ootbeN>uden KOMI" BESlANO
Stork PMT B.V. ov~rflltl.Qm!OlIO: <Ie III'"
Matenlijst
ULNf'lI'lJNI3 ~ BE ~JF h'i< I Nt·;:;
t ? ;.: .. j I U. ;.) (jj h ::.) 1'1·';' it
** H1 <") .. ';" ::: BUOR VERLENGD 3.9
.:3 ::: BOOI~ 1. () • 4
4 ::: BOOR 20. ~j ** H4
::; ::: l)LAHBODR
6 ::: DRIESNIJDER ~O .~* H6
l ::: T-GLEUFFR" 45.5X1.0 (+:(+: H7
8 ::: SPIES.FR. VERL. 12.3** H8
9 = BOOR 4.2 ** H9
10 ::: SPIEBAANFREES SGF006** Hl0 :::
bl .. UI< 1 +:,.,
Bijlage 7d
PAS OP
F'AS OP
PAS OP
PAS OP
******************************************************************* *********** =) MEETGEREEDSCHAP <= *~******************************* =). -
(
******************************************************************* =) PAS OP <= in gereedschaplijst kijken bij opmerking!!!!!!!!!!!!
Gereedschaplijst Bijlage 7e
2R 560409 BENAMING : BLOK .:f..:JAfil.. ~OER • TIE
~A6G BEWfRKING: 1+2 : SM424+SM425+ 2X STELSfUK SM44 : -
CENTERf!.ODR NC
BOOR VERLENGD
:.: 10
;.: 3.9 ;.:
:.: BOORKOPAD. 63-16 + BOORKOP 1-13' ;.: OF'!'1 ~
* BOORKOPAO. 63-16 + BOORKOP 1-13 * C)Ptq:
BOOR :.: 10.4 * BOORKOPAD. 63-16 + BOORKOP 1-13
~-----------------:----------:-~~~~------------------------------------------: BOOR
VL.A!{BOOR
DRJESNIJDER
T-GLEUFFR.
* 35 ~:
;.: 30
;.: MK3 HOUDER + VERLENGHULS ;.: OPt"l:
* MK4 HOUDER * OPr\:
* SPANT.AD. 63-25 * OPM;.
;.: 45.5Xl0 * SPf\NT.AD. 63-25 + VERL .. ST. 63-80 * * OF41; UITSPANLENGTE 30('\M
-----------------------------------------------------------------------------SPIES.FR. VERL.. ;.: 12.3 * SPANT.AD. 63-20
* OPM: TOTALE LENGTE MIN. => 185"". -----------------------------------------------------------------------------.
BOOR .:1: 4.2
* ;.: BOORKOPAD. 63-16 + BOORKOP 1-13 * OPM: TOTALE LENGTE MIN. => 190M"
--------------------------------------------------------------------------~-~-SF'IEBAANFREES 90 GRADEN
;.: SGF006 * SPANT.AD. 63-25 * OPM: UITSPANLENGTE 40M"
---------------------------------------------------------------------------~~. :.:*;.:****-:.:-*;.:;.:;.:*;.:;.:*****;.:*******************************************************.
Tcrugkoppeling tUJ..Lage II
TERUGKOPPELING.
Produkt nummer: . R . . . . . .
Prog rammanummer: . . . . . . . . . . .
Bedieningsman: .................. . -----------------
Programma goed I I
I I Programma . . .
wlJzlgen
I I Spanschets .. .
wlJzlgen
Spangereedschap wijzigen I I
I I Snijgereedschop .. .
wlJzlgen
Opmerking:
v L' ......... ''''''-' ... " ... .L-..n. ............ \ .................. = ......... ,
• BANKGROEPNUID1ER. · . · · · . · ..... · · · . · · .. · · · · · . · · . · · · · · · . · . · · · . · · · · · · · . · . · · · . · · · · · · · . · · · · · · · · · · · · . · · · · · · · · · . .AANTAL PRODUKTEN PER OPSPANNING. · · · · · . · · · · . · · · · · .. · . · · · · · .... · · .. · .. · · · · . · · · · . · · · · · . · · · · · · · . · · · · · · · . · ..
c:: 1-1
. START ORDER ••• · · · · . · · · · · .. · · . · · · · · . · .. · · · .... · · · . · · · · · . · · · · · · · · · · . · · · · · · · . · · · · · · · · · . · · · · . · . · · · · · · · · · · . J .INSTELTIJD bij machinestilstand + 1-'-(Jl rt
eerste produkt(en) Ii · · · · · . · · · · · · · · · · .. · . · · · · · .. · .. · . · . · · . · . · · · · · · · · · . · · · · · · · . · · . · · . · · · · · .. n' rt 1-'-
.MACHINECYCLUSTIJD produkt(en) (\) · · · · · · · · · · · · · ....... · . · · · · · · . · · . · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · . • STOP ORDER . · . . . · · · · ... · · · · · · · .... · ... · · · · ... · · · . · · · · · . · · .. · · · · . · . · · · · · · · · · · · · . · · · · . · · · · · · · · · · · .. · . · · · · .
.TAAKTIJD EXTRA LANG DOOR (vermeld tijdsduur · uren.minuten) ,
.MACHINESTORING. · · ... · · · · · · . · · · · · · · .. · · · · · · · .. · · . · • I- • · . · · · · · · · · . · · . · . · . · · · · · · .. · . · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · . • ONDERHOUD •• · . . · · . · · · ... · · · · · · · · .. · · · · · · · . · . · · · · . · . · · · · · · · · ... · · . · · . · · · · . · · · · · · · · · · · . · · · · · · · · · · · · · · · · · . .PROGRAMMAFOUT, WIJZIGINGEN. · .... · · · . · .. · . · · · · · . · · · · · · · · · · . · · · . · · · .. · . · · .. · · · · · . · · · · · · · . · . · . · .. · · · · · · · . .SNIJGEREEDSCHAP. · · · .. · · · . · . · · · · · · · · .. · · · · · · · · · .. · · · · · · · .. · . · · · · · . · .. · · . · · · · .. · .. · · · · · · · . · · · · · .. · . · · . · . .SPANGEREEDSCHAP ••• · · · · · · .. · · · · · · · · . · · .. · · · . · · · · · · · · . · . · . · · · · · · . · · · · · · . · · . · · · · · · · · ... · . · · · · · · · · · . · · · · .. .POETSTIJD IVM. ANDER MATERlAAL. · . · · · · · . · · .. · · · · · · . · · . · · · · · · · .. · · · · · . · .. · · · · · · · · · · · . · · · · · · · · . · . · · . · · · · . .SNIPPERDAG, ZIEKTE. · · · · · .. · ..... · · · · .... · · · · · · · · . · · · · · · · · · . · · · . · · · . · . · · .. · · · · . · · · . · · · · . · · . · · · · · · · · · · · · . to
1-'. LJ.
.diversen. t-' .. · .. · .. · · · · .. · · .. · · · · · . · .. · · · · ... · ...... · · · · · · · . · · . · · · · .. · . · · .. · · · · . · · · · · · · · . · · · · · · · · · · · · · · · . ,25 CD
· · · · · · . · · · . · · · · · · .. · .. · . · · · · · · ... · · · · · · · · · · · · · . · · · . · · · · · · · · . · · .. · · · · · · . __ I
1.0
Routing
STUKLIJST-/ BE~ERKINGEN8LAO
OR 0::: R : M 69 1 5 70 CLIENT: P~T MAGAIIJN DE!1.NR:
ART. \lR: lR 534320 ClI~VE flOVEN- LIN,,5
WIJL: F8 AANT AL : 1
PR lOR I TE IT: PLANNER: 852
Bijlage 7h
>lLAD: 1
5TAHTOD: 22-0l-87
LEVEROD: 13-02-87
SE R I E MI N: MAX:
MUL T:
1
5
------------------------------------------------------------------------VLG POSe SAM.TEK.NR NR. ~R. ARTIKELNR.
1 1 R 534320
1 4R 534321
AANTAL OMSCHRI.lV(NG
1,0 CURVETROMMEL
HFO EC RO
ST 83
======================================================================== BEw. VLGNR
BANKGROEP
0010 71"Jl
0020 8314
0030 8329
0040 7194
BEWERKINGSOMSCHRI.lVING
UITGIFTE TROM~EL
BEW.CENTR. TOS eaR PROGRAMMA SPANGER. SM0025
KONTROLE
MAGAZI.lN
TBCODE INSTEL TIJO
1,00
STUK TIJO
2,50
TAAK T I.fD
'ROOUCTNR. /::,- SERIECROOffl I ,:>'() S rul-c S AFDILINC: S!lHDATUI: I "3.... 0 (/:... 1 EIIfDOl'1'UI : STlUPROIFCIOO'rTI: BCRINE: To S
lPlEIIINCEN:
I IETING I 1 I 2 1 3 1 , lsi , I 7 I 8 1 9 I 10 lIEf NR. 1 NOI. IllT IOPST~JJfI~IOPST/~~IOPST~8;JfPIOPST~8~IOPST~J<STPIOPST/Jtf/8~PloPST/S~BJ'fPIOPS'/~IB~IOPST~/8~IOPST/~! =====:==1==============1==============1==============1==============1==============1==============1==============1==============1==============1==============1=========:
1 I , I I . 1. () () . I 2. () CJ<)' I· 11) 0 'i
2 I ,4; ::~ ~ I 1tJ U"{ I ~ 0 I 2.v 01 1 .to 0
3
4
5
6
7 I / I 'j 'it I ~l IJ I I I I I If 55 'r ~2. Ir ~2.ro3 I~ "3,/. '1<9 'r 1z' I' 1 I I
8
9
12
13
14 I I I I I I I I I 10 1 / 0, ~6 q,81 C3 .86 ,10 I I I I I
15 • ~ ':S 6 t ~ u Z : ~ s: Cs Z-. --r--~"";"~-~":".t--r--:::~:......s:-. ~-2--T-: '1-. -t-~-,--i--~--r6. -S-1>--i--f ~-61-r---!J"'f--;-\ t1-&r-S~':'t(--jSi-::-1 7"",-=~~-I-: -g---:6-. o--Ir-, ~-s:--~ q-~-:---""
Analyse van de terugrnelding van de gewerkte tijden Bijlage 8a
De fabricagevoorbereiding bepaal t voor elk nieuw onderdeel de volgende
bewerkingstijden:
- steltijd. Deze tijd kamt overeen met de gemiddelde interne
crnsteltijd (onderdeel afhankeIijk).
- stuktijd. Deze tijd kant overeen met de netto nachinecyclustijd,
venneerderd met 10%. Deze toeslag dient voor het uitvoeren van
werkzaarrheden genaarrd "}?ersoonlijke verzorging"
(zie par. 4.2.1).
Deze tijden worden worden benut voor bepaling van:
- de capaci tei tsplanning. Voor elke order voIgt de benodigde
taaktijd (totale bewerkingstijd) uit de stuk- en de steItijd:
taaktijd = steItijd + n x stuktijd
met:
n = seriegrootte
- de nachinebezetting (achteraf). De werkelijke produktietijd
voIgt na sacmering van de taaktijden van de verwerkte orders.
- de kostpri j s. Hiervoor wordt gebruik ganaakt van een standaard
Iotsize (stIz), een gemiddelde seriegrootte. De
kostprijsberekening van een onderdeel geschiedt als voIgt:
kostprijs = materiaalkosten + (stuktijd + (steItijd/stIz» x machineuurtarief
'!Wee soorten afwijkingen tussen gemeten en beschikbare waarden kunnen
voorkcrcen:
1 systematische afwijkingen. Deze afwijkingen zullen, als ze niet
gecorrigeerd worden, bij herhaling voorkanen (re}?eterend).
2 toevallige afwijkingen. Deze eenmalige afwijkingen ontstaan door
bi jvoorbeeld opstartproblemen van een nieuw onderdeel of door
storingen.
Bijlage 8b
In de huidige situatie meet de operator een forrnulier invullen, zodat
de juistheid van de gegeven bewerkingstijden kan worden gecontroleerd
(zie bijlage 8e). De groepsleider laat aan de hand van dit forrnulier,
indien nodig, de waarden corrigeren en geeft eenmalige afwijkingen aan
de financiele afdeling door.
De terugkoppeling heeft de volgende bezwaren:
- A1leen de werkelijke taaktijd wordt bekend. Aan de hand van de
taaktijd kan men de juistheid van de stel- en stuktijd niet
afleiden. Inrners ook al is de werkelijke taaktijd in
overeenstemrning met de geschatte taaktijd (toetsingseriterium
ligt niet vast) dan betekent dit niet dat de stel- en stuktijd
correct zijn. Bij het aanbrengen van correcties is niet bekend
of en in welke mate deze tijden aangepast :rtl')E!ten worden.
- de toevallige afwijkingen (tijdsduur en oorzaak) :rtl')E!ten via de
rubriek "opnerkingen" op het forrnulier gesigna.leerd worden.
Indien men "vergeet" deze rubriek in te vullen dan leiden
eenmalige afwijkingen tot "correcties" van de stel- en de
stuktijd. Door het open karakter van de rubriek opnerkingen
wordt de juistheid van het invullen betwij feld.
Na uitvoering van de negen metingen kunnen de gerreten stel- en
stuktijden worden vergeleken met waarden die in de gegevensbestanden
aanwezig zijn (figuur 1).
Gewerkte nren per order Bijlage 8e
STOAK F'mT groep 83.
REGISTRATIE VAN GE\'lERKTE UREN PER ORDER.
machine :
prod.benaming :
tekeningnr. :
ordernr. :
dag datum tijd
Begonnen met order · / / · Gestopt met order · / I ·
Opmerkingen betreffende gewerkte tijd . .
Eventuele oorzaken van afw:tjk:tngen taaktijd . . snipperdag I poetsen t machinestoring , spangereedschap , programma , snijgereedschap .
Bijlage 8d
meting serie- steltijd stuktijd taaktijd
grootte gegeven gemeten • gegeven I gemeten gegeven gemeten
1 10 2.00 1.13 *1
2 10 1.00 1.24 *1
3 10 2.30 2.15 1.12 1.22 14.30 15.55
4 I
12 3.00 24.14 1.12 1.06 17.24 37.26
5 150 2.30 11.49 0.24 0.19 62.30 59.19
6 200 2.00 7.33 j *1
7 30 2.00 2.38 0.21 0.22 12.30 13.38
8 150 2.00 8.13 *1
9 2 2.00 1.36 0.36 0.34 3.12 2.44
*1 gegevens niet aanwezig
figuur 1 : Stel-, stuk- en taaktijden de gemeten en de beschikbare
waarden (tijdsaanduiding uren.minuten).
Voor de steltijd geldt dat de metingen 4, 5, 6 en 8 extreem afwijken
van de schattingen. Hiervoor zijn speciale oorzaken aan te wijzen, op
grond waarvan gesteld wordt dat mer sprake is van opstartproblemen
(toevallige afwijkingen). Voor de overige steltijden geldt dat men niet
kan concluderen dat de schattingen niet correct zijn, zonder deze aan
gemiddelde waarden te toetsen. De gegeven waarde varieert bij de
metingen van circa 70% tot 165% van de gemeten waarde. Voor de stuktijd
geldt dat men met meer zekerheid kan concluderen dat de gegeven waarden
afwijken, doordat voor een order over alle prcxiukten is gemiddeld. De
gegeven waarde varieert van 75% tot 125% van de gemeten waarde. Zowel
voor de steltijd als ~r de stuktijd is het waarschijnlijk dat
afwijkingen optreden, gezien de huidige terugkoppeling.
Na beschrijving van de problematiek is het fonnulier bijlage 8c
vervangen door het fonnulier urenregistratie (bijlage 7f). Tevens is
een procedure opgestart voor ve:rwerking van de afwijkingen.
Terugkoppeling voor correctie van bewerkingsgeaevens Bijlage 9a
- Beschrijving van de terugkoppeling
De fabricagevoorbereiding levert bij een order de volgende
bewerkingsgegevens aan de groep 83:
- produkttekening. (Af'kanstig van het constructieburo.)
- spanschets.
- matenlijst. (Via slijperij waar offset~aarden worden ingevuld.)
- prograrnmaprint.
- ponsband.
Volgens afspraak dient (na bewerking van de onderdelen) een envelop
vanui t groep 83 naar de fabricagevoorbereiding te worden teruggezonden
net daarin:
- de prograrnmaprint. Wijzigingen in het prograrnma kunnen hierop
worden aangegeven.
- de spanschets. Gewenste wijzigingen kunnen hierop worden
aangegeven.
- de matenlijst. Op de matenlijst kunnen de benodigde
:rreetgereedschappen door de operator worden ingevuld. In de
toekanst zal net behulp van deze informatie de
:rreetgereedschappen in de :rreetkamer vooraf worden klaargelegd. De
operator hoeft dan bij het ophalen van de :rreetgereedschappen
niet :rreer te wachten.
- wijzigingsfonnulier (indien nodig). Eventuele wijzigingen van de
snijgereedschapopbouw kunnen op een bijgevoegd
wijzigingsfonnulier (bijlage 9c) worden venoold.
Indien wijziging van de bE.!werkingsgegevens noodzakelijk is, dient door
de operator op de envelop een vemelding te worden aangebracht.
De fabricage hoeft dan aileen de enveloppen te openen welke van een
venoolding zijn voorzien.
Bijlage 9b
- Ret funktioneren van de terugkoppeling
Van de teruggekanen enveloppen zijn 63 stuks bekeken. Voor wat betreft
de wijzigingen van de bewerkingsgegevens geldt:
- 37 stuks (59%); geen wijzigingen noodzakelijk.
- 4 stuks (6%); de terugmelding is met canpleet. Aangencmen
- 3 stuks
- 16 stuks
- 3 stuks
Ret blijkt dat:
- 2 stuks
(5%) ;
(25%);
(5%) ;
100%
(3%);
I\'Det worden dat wijzigingen met ncxlig zijn.
de gereedschaplijst I\'Det worden gewijzigd
een wijziging in de spanschets is noodzakelijk.
een prograrrmawijziging I\'Det worden aangebracht.
een rnatenlijst bevatten waarop de benodigde
rreetgereedschappen zijn ingevuld.
- 22 stuks (35%); een wijziging behoeven. Dit wordt bij slechts 2
enveloppen aangegeven (2 / 22 * 100% = 9%).
Beschri jving van de si tuatie rond de terugkoppeling van
bewerkingsgegevens heeft tot onderstaande wijzigingen geleid:
- de terugkoppelingen worden bij de fabricagevoorbereiding
dagelijks verwerkt.
- de operator I\'Det op het meuwe formulier "terugkoppeling"
aangeven welke wijzigingen noodzakelijk zijn.
- het "wijzigingsformulier" vervalt. Wijzigingen van het
snijgereedschap kunnen op het fonnulier "terugkoppeling" worden
aangegeven.
- twee rnaal per rnaand wordt overleg gevoerd tussen produktie en
fabricagevoorbereiding teneinde wijzigingen of verbeteringen te
kunnen doorvoeren.
Tbelichting amsteIIen volgens een
gestructureerde werk:lrethodiek
BijIage lOa
V(X)RBEREIDING (EXTERN)
Opru:imen werkplek
Aanvoeren benodigdheden
Informatie verzorgen
Spanmal verzorgen
- gereedschap voor afbramen en
helicoil.rrontage opru:imen, Iuchtspuit
gereed maken.
- tekeningen, rnatenIijst enz. van de
voorgaande bewerking opru:imen.
- bouten, gereedschap, afval enz.
verwijderen.
- tekeningen, ponsband enz.
- spanmal en snijgereedschap (kar bij de
machine zetten met schroevedraaier voor
verwisselen van het snijgereedschap).
- stelstukken.
- te bewerken rnateriaal.
- taster, meetklokken voor uitrichten van de
spanmal.
- tekening, matenIijst ophangen.
- nieuwe ponsband ui tlezen.
- ponsband in tape-recorder aanbrengen.
- spanschets bestuderen.
- vaststeIIen uit te klokken waarden.
- hijsogen aanbrengen.
- reinigen, wetten; mits IlOJeIijk.
- spanmal van onderdelen voorzien;
mits IlOJeIijk.
- bouten, spi~, paspennen,
gereedschappen bi jeen zoeken.
- hijskraan haIen, van benodigd gereedschap
voorzien.
VElM.[SSELING (EXTERN)
Pallet 1 vrijrnaken
Pallet 1 opbouwen
VEIw.[SSELING (INTERN)
Urenregistratie
Pallet 2 vrijrnaken
Pallet 2 opbouwen
Progranma inlezen
Bijlage lOb
- spanmal, stelstuk verwijderen; pas later
reinigen, hijsogen verwijderen enz.
- bouten, gereedschap in spanenopvangbak
leggen.
- pallet reinigen, wetten, drogen en
olil!n.
- stelstuk, spanmal wetten; indien nog niet
ged.aan, en op pallet nonteren.
- paspennen, spi~n, hijsogen,
gereedschap in spanenopvangbak leggen.
- formu1ier invullen.
- indien nodig prcxlukten uitspannen; niet
afbramen.
- spanrnal, stelstuk verwijderen; pas later
reinigen, hijsogen verwijderen enz.
- bouten, gereedschap in spanenopvangbak
leggen.
- pallet reinigen, wetten, drogen en
oli&1.
- stelstuk, spanmal wetten; indien nog niet
gedaan en op pallet nonteren.
- paspennen, spie&1, hijsogen,
gereedschap in spanenopvangbak leggen.
- machinegeheugen legen.
- start inlezen ponsband.
Bijlage IOc
Snijgereedschap verwis- - uitwisselen snijgereedschap (1 erin, I
selen emit)
INSTEILING (INTERN)
Prograrrma verzorging
Mal uitrichten
TESTRUN (INTERN)
Urenregistratie
Onderdeel inspannen
Snijgereedschap
Spanmal
Programna.
NAZOR; (EXTERN)
Fonnulieren invullen
Pallet 2 vrijrnaken
- controle of het prograrrma in het geheugen
staat.
- gereedschapcorrecties invoeren.
- potnumners invoeren.
- uitrichteni indien nodig.
- taster, meetklok, gereedschap niet
opm:imen.
- formulier invullen.
- indien nag niet gebeurd, prograrrma
langzaam laten aflopen.
- wijzigingen noteren.
- wijzigingen noteren.
- wijzigingen.
- urenregistratie invullen.
- meetgereedschap op matenlijst noteren.
- terugkoppeling invullen.
- spanrnal, stelstuk verwijderen en reinigen.
- pallet reinigen.
Opruimen werkplek
Bijlage lOd
- p::msband terugspoelen en in doosje; of
nieuwe uitlezen.
- spanmal, stelstuk van pallet 1 reinigen.
- spanen opzuigen, afvoeren.
afvoeren fonnulieren, ponsband,
stelstukken, taster, meetklokken, bewerkt
materiaal, spanmal en snijgereedschap.
De baten van amsteltijdreduktie Bij1age 11
De baten zijn als voIgt berekend:
net:
3 x 0,23 x 0,29 x 40 x 80 x fl 114,- = fl 73.000,-
3 = het aantal bewerkingscentra met twee pallets
0,23 = het te besparen deel interne amsteltijd
0,29 = het aandeel interne ansteltijd in de taaktijd
40 = het aantal werkweken; gebaseerd op het aantal werkbare dagen
80 = het aantal beschikbare uren per week (inclusief poetstijd)
f1 114,- = het machine-uurtarief
Controleren rret behulp van een rneetrnachine Bijlage 12
In de rneetkamer wordt een meetrnachine ge!nstalleerd. Deze
meetrnachine kan snel nEten. Ret aandeel van de controletijd in de
interne anstel ti jd zal naar veIWachting niet afnemen maar constant
blijven of toenerren. Argumenten hiervoor zijn:
- de meetmachine meet de rneetcapaciteit vergroten. Men wil elk
eerste produkt gaan nameten. Ret gerreten aandeel van 10,1% van
de controletijd in de interne ansteltijd (item 13, par. 4.2.1)
wordt veroorzaakt door nEtingen bij slechts 5 van de 9 testruns;
Iren gaat dus meer produkten nEten.
- via nEtingen uitgevoerd nEt de meetrnachine wil !lEn het
produktieproces zodanig bijsturen dat de produkten volgens de op
de tek.ening vennelde toleranties worden gefabriceerd. Men hoopt
zo optredende storingen bij de nontage te reduceren. Aa.n een
produkt zal vaker worden gemeten.
Voorkanen dient te worden dat de nEtingen niet worden voorbereid. Als
nEtingen die op een nEetmachine worden verricht weI worden voorbereid
kan het aandeel van de controletijd in de ansteltijd beperkt blijven.
Voorstellen voor wijziging van de informatiestroom Bijlage 13a
1 De fonnulieren "urenregistratie" en "terugkoppeling" kurmen worden
sarrengevoegd tot een fonnulier (bijlage 13c). De operator kan, door
beperking van het aantal fonnulieren waarover hi j beschikt, beter
overzicht houden. Tevens is het wenselijk op dit fonnulier het aantal
afgekeurde produkten te vennelden. De groepsleider kan met behulp van
deze infonnatie een zogenaanrl keuringsrapport invullen.
2 Ret registreren van de door de operator benodigde meetgereedschappen.
Deze informatie kan op de matenlijst worden venneld. In de toekanst kan
met behulp van deze informatie het meetgereedschap worden klaargelegd
op de kar met snij- en spangereedschappen.
3 Bij wijzigingen van de bewerkingsgegevens door de
fabricagevoorbereiding op de envelop aangeven indien iets gewijzigd is.
De operator weet dan waar hij bij het anstellen extra op nDet letten.
4 De op de spanschets en het routingblad vennelde numrers van het
spangereedschap en de stelstukken zijn vaak niet juist (nog afkanstig
van een oud registratiesysteem). Aktie nDet worden ondernaren an deze
nurrmers te corrigeren. Onnodig oponthoud veroorzaakt door het zoeken
naar het juiste gereedschap of het gebruik van het verkeerde
gereedschap kan zo voorkanen worden.
5 In het bewerkingsprogramna kanen machinestops voor (MOO-opdracht).
Deze stops menen als overgang voor:
- tappen, ruim:m met ander smeenniddel;
- spanen verwijdereni
- produkt lossen.
Uitleg van de bedoeling van zo'n opdracht maakt de operator duidelijk
wat hij rooet doen. Aanbevolen wordt an deze uitleg te vennelden,
bijvoorbeeld op de matenlijst.
Bijlage 13b
6 Op de spanschets in een kader ui tleg geven over:
- hoe de opsparnna.l op de rnachinepallet rnoet worden geplaatst:
- welke assen rnoeten worden uitgericht (de X, Y, Z en/of de
B-as).
- of paspennen (welke gaten) of spieful rnoeten worden
gebruikt.
- boutgaten aangeven.
- het opspannen van een produkt in de sparnnal:
- of het gebruik van een m:::mentsleutel nodig is.
- volgorde van het aandraaien van de bevestigingsbouten.
7 Op de produkttekening in een kader aangeven hoe de rnaatcontrole, uit
te voeren door de produktie, rnoet plaats vinden. Duidelijkheid op dit
gebied zorgt dat de operator kan doo:rwerken.
Nleuw rOrnU~ler ~erugKOppeLlng Bijlage 13c r===~==========~~==--~.---~----=~==========-=======,
ING (aanduiding tijdsduur; uren.m
INSTELTIJD bij machinestilstand +
BEWERKINGSTIJD EERSTE produkt(en} _____________________________ ,
MACHINECYCLUSTIJD PRODUKT(EN)
,AANTAL PRODUKTEN PER OPSPANNING
TAAKTIJD EXTRA LANG DOOR
PROGRAMMAFOUT
SNIJGEREEDSCHAP
SPANGEREEDSCHAP
SNIPPERDAG, ZIEKTE, diversen
PRODUKTIE-AANTAL
OORZAAK AFWIJKING GEVRAAGD AANTAL
GOED JVING
PROGRAMMA
SNIJGEREEDSCHAP
SPANSCHETS
SPANGEREEDSCHAP
OPMERKINGEN __________________________________________________ _
Alternatieven voor wijziging van de outillage Bijlage 14a
1 Bet verwisselen van spanrnallen
Een keuze uit een van de onderstaande alternatieven is rnogelijk.
a Bet gebruik van reserve pallets. Irl de huidige situatie worden
spanrnallen, neestal met behulp van een stelstuk, op de pallet
bevestigd (intern).
De interne amsteltijd wordt gereduceerd door de spanrnal en het
stelstuk een geheel te laten vo:rmen (extern), en dit geheel te
verwisselen (intern) met de nog op de pallet staande "oude"
spanrnal. Eenzelfde effekt wordt bereikt door de spanrnal op een
reserve pallet te plaatsen (extern). Men kan deze reserve
pallet net spanrnal erop verwisselen (intern).
Bij Stork 1?MI' BV wordt een flexibel spansysteem ingevoerd. Dit
systeem reduceert het gebruik van produktgebonden spanrnallen.
Ui tgaande van een standaard stelstuk wordt net behulp
van standaard elanenten een spangereedschap opgebouwd. Een
spanrnal die op deze manier wordt samengesteld vonnt dus al een
geheel net het stelstuk. Qrrlat in de toekanst de rreeste
spanrnallen net behulp van dit systeem worden opgebouwd is het
gebruik van reserve pallets geen interessant alternatief.
b De spanrnal net behulp van rolblokken op de pallet plaatsen. De
spanrnallen en de stelstukken worden op een transportkar naar de
machine gereden (extern). Me!t behulp van een hijskraan worden de
spanrnallen en de stelstukken c:nfloog gehesen (intern). De
Irontagevlakken worden gewet (vlakgeslepen) waarna de spanrnallen
en de stelstukken op de pallet worden geplaatst (intern).
Bijlage 14b
Deze methode heeft de volgende drie bezwaren:
1 de spanmallen en de stelstukken kurmen niet extern "WOrden
gavet.
2 de hijskraan maakt langzame bewegingen (uit
veiligheidsoverweging). Ret plaatsen van een mal op de
pallet duurt daardoor relatief lang.
3 slechts 1 hijskraan is aanwezig. Rierdoor kunnen
vertragingen ontstaan.
Men kan overwegen de transportkar en de pallet met behulp van
rolblok:k.en zodanig aan te passen dat men de sparrnal op de pallet
kan rollen. Deze constructie kan zo gemaakt "WOrden dat men
extern kan wetten. Een ander voordeel hiervan is dat men
onafbankelijk wordt van de hijskraan.
In figuur 1 "WOrden voorbeelden getoond van rolblokken en hun
toepassingSIrog'elijkbeden. De rolblokken zijn in de pallettafel
van een pers aangebracht. Het plaatsen van matrijzen is hierdoor
verbeterd.
Na overleg mat de gereedschapconstructeurs "WOrdt geschat dat de
aanpassing van 1 pallet en 1 kar fl 2000,- kost. Per machine
worden twee pallets en twee karren aangepast. De totale
investeringskosten per machine bedragen derhalve fl 4000,-.
Aangenaoon "WOrdt dat per anstelling per machine een tijdwinst
van gemiddeld 90 sec. kan"WOrden bereikt (zie tabel 1).
In geld uitgedrukt bedraagt de besparing per jaar:
217 * (90 / 3600) * fl 114,- = fl 600,
De terugverdientijd bedraagt 6,7 jaar.
gereedschap Ingerold
Bijlage 14c
figuur 1 : Het gebruik van rolblokken an de matrijs op de
machinepallet van een pers aan te brengen.
I
Bijlage 14d
TABEL 1 : Ui t onderstaande tabel voIgt voor elk al tematief (mi ts van
toepassing) een geschatte tijdsbesparing, door vergelijking van de
benodigde interne anstelbandelingen voor een altematief in de oude CO)
en in de nieuwe (N) situatie.
altematief ..
3a 3b 3c 3c 3
handeling en ti jdsduur (seconde) I C N 0 N 0 I :t\ d Ni 0 N
-met DNC sturing geheugen machine
legen en nieuw prograrrrna laden 30 * * -het machinegeheugen legen 40 * * * * * * -start iniezen ponsband 10 * *~ * * * * -controle of ponsband met het
NC-prograrrrna is ingelezen 45 * * * * * * -controle of ponsband met de
gereedschapcorrecties is ingelezen 15 * ,
I -ponsband op spoel verwijderen 10 * -ponsband op spoel aanbrengen 20 *
-lengtecorrecties (15) invoeren 150 11'1 * 11'1
-controle invoer lengtecorrecties 60 11'1 * I * -potnunmers invoeren 45 i *
-controle invoer potnunmers 20 * I -'roI'AAL 30~150 ~05 95 95 3C 305 30 65 0
TI~ST 155 210 65 275 65
OPMERKINGEN - De tijdsduur van de handelingen is aan de hand van
metingen afgeschat.
- Bi j onderstaande berekeningen wordt, op basis van een
telling uitgegaan van een gemidd.eld aantal keren
anstellen van een machine van 217 keer per jaar.
Ret machine-uurtarief bedraagt fl 114, -.
Bij1age 14e
2 Bet snijgereedschap autamatisch verwisse1en
Bet verwisselen van een set snijgereedschappen in het magazijn van de
de machine gebeurt bij elke anstelling. Deze verwisse1ing wordt met de
hand uitgevoerd (intern). Technisch gezien is het rrogelijk deze
verwisse1ing extern uit te voeren, echter uit veiligheidsoverwegingen
wordt dit niet gedaan. Bet mechaniseren van deze verwisseling maakt
deze handeling extern.
Uit item 6 (figuur 4.2) voIgt dat de amsteltijdbesparing maximaal 1%
kan zijn. Bieruit vo1gen maxirnale baten van f1 1.060,- (73.000/23/3).
Zonder een nadere schatting van de kosten te geven wordt verondersteld
dat deze mechanisatie niet rendabel is.
3 Bet invoeren van bewerkingsgegevens
De bewerkingscentra hebben een magazijn waarin de snijgereedschappen
worden geplaatst. Bet magazijn bestaat uit gen'l.RllOOrde potten. De
sni jgereedschappen hebben een tooln'l.RllOOr. Bi j elke anstelling worden de
snijgereedschappen veJ:Wisseld. De operator geeft in het geheugen in
welke toolmmmers met welke potrn.:mJrers correspanderen.
De tooln'l.RllOOrs en de bijbehorende potrnmmers hebben echter elke keer
dezelfde waarde. De potn'l.RllOOrs kunnen daaran in het progranma worden
vastgelegd. Deze infonnatie kan via de ponsband worden ingelezen.
Voor realisatie van dit alternatief is geen investering nodig.
De besparing bedraagt per machine per jaar:
217 * (65 / 3600) * fl 114,- = fl 450,-
a I.engtecorrecties invoeren via een ponsband
Bij de snijgereedschappen die in de slijperij worden
sarrengebouwd horen lengtecorrecties. Deze correctiewaarden
worden in de slijperij op een matenlijst genoteerd. De operator
geeft deze correctiewaarden in het ge1leugen van de machine in
(intern) •
Bijlage 14f
Het is mogelijk in de slijperij opgemeten correctiewaarden op
een ponsband vast te leggen. De operator voert de waarden dan in
door deze ponsband in te lezen. Het invoeren van verkeerde
correctiewaarden wordt nu voorkomen.
De investeringskosten worden geschat op fl 10.000,-.
Deze voorziening kan voor 4 bewerkingscentra worden gebruikt.
In geld uitgedrukt bedraagt de besparing per jaar:
4 * 217 * (155 / 3600) * fl 114,- = f1 4.300,
De terugverdienti jd bedraagt 2,3 jaar.
b I.engtecorrecties invoeren via de ponsband met het
bewerkingsprogramma. Bij dit a1ternatief meet de
fabricagevoorbereiding, elke keer dat een onderdeel wordt
gefabriceerd, een nieuwe ponsband van het J::>e..rerkingsprogramma
rnaken. Deze ponsband wordt dan in de s1ijperij voorzien van de
lengtecorrecties. Het verschi1 tussen dit alternatief en het in
paragraaf4.4.1 genoemde alternatief is dat de operator niet 2
maar s1echts 1 ponsband meet inlezen.
De investeringskosten worden geschat op f1 10.000,-.
Deze voorziening kan voor 4 J::>e..rerkingscentra worden gebruikt.
Elke keer dat een produkt wordt gemaakt nDet de
fabricagevoorbereiding een nieuwe ponsband rnaken. Dit kost naar
schatting 2,5 minuten bij een uurtarief van f1 55,-.
De besparing bedraagt per a:nste11ing:
«210 / 3600) * f1 114,-)-«2,5 / 60) * f1 55,-)= f1 4,36
Op jaarbasis bedraagt de besparing:
4 * 217 * f1 4,36 = fl 3.800,-
De terugverdientijd bedraagt 2,6 jaar.
c Het bewerkingsprogramma en de lengtecorrecties via DNC
sturing1aden. Het J::>e..rerkingsprogramma wordt nu met behulp van
een ponsband in het machinegeheugen inge1ezen. Een ONe sturing
kan tijdwinst op1everen.
Bijlage 14g
Als aIleen het :bewerkingsprogranma wordt geladen dan geldt voor
de terugverdientijd de onderstaande schatting. De
investeringskosten worden geschat op fl 10.000,-. per
bewerkingscentrum.
De besparingen op jaarbasis worden geschat op:
217 * (65 / 3600) * fl 114,- = fl 450,
De terugverdientijd bedraagt 22 jaar.
Als niet aIleen het bewerkingsprograrrma maar ook de
lengtecorrecties van de snijgereedschappen via DNC
sturing worden geladen wordt de terugverdientijd gereduceerd.
De investeringskosten worden geschat op eemalig fl 10.000,- en
per machine fl 10.000,-. Dit alternatief is bruikbaar voor 4
bewerkingscentra. De totale investeringskosten bedragen dus:
fl 10.000,- + 4 * fl 10.000,- = fl 50.000,
De besparing per j aar bedraagt:
4 * 217 * (275 / 3600) * fl 114,- = fl 7600,
De terugverdientijd is 6,6 jaar.
Ret is derhalve aIleen zinvol een alternatief te
overwegen waa:rbij zowel de lengtecorrecties als het
bewerkingsprograrrma worden geladen
..
Voorbeeld; wij ziging van een spanmal Bijlage 15
Het voorbeeld betreft wijziging van de opspanmal voor curves (figuur 1).
Fixatiemoererl (4 stuks) drukken de curve vast tussen het fixatiekruis
en de ondersteunende plaat. Voor verwisseling van de bewerkte tegen een
onbewerkte curve m:>eten de vier fixatierroeren worden verwijderd waarna
het kruis kan worden verwijderd. De curves kunnen nu worden verwisseld
waarna de mJeren weer IOC>eten worden aangebracht.
De C-vonnige sluitringen (figuur 2) kunnen worden toegepast. Voor
verwisseling van de curves behoeven de m:>eren dan slechts een slag
gelost te worden, waarna de C-ring wordt weggedraaid. Het kruis kan nu
worden afgenamen.
De wijziging is simpel en niet kostbaar. Het verwisselen van de curves
kan nu veel sneller geschieden. Bovendien raken tijdens de verwisseling
de mJeren niet meer zoek.
fixatiemoer bovenaanzicht
fixatiekruis ...;;..;;;~--:::-~
zijaanzicht
figuur 1 De opspanmal voor curves
figuur 2 : C-vonnige sluitringen
curve onderdeel
~----- onderste~n~nde ~laat voor posLtLonerLng curve
"------ machine pallet
Wijziging van de positie van het
klantorderontkoppelpunt
Bijlage 16a
Een onderzoek, dat tot doel had de betrouwbaarheid van het
afleverschema te vergroten, resul teerde in twee aanbevelingen die
zullen worden opgevolgd. Deze aanbevelingen luiden:
1 het onderkennen van een basisdeel per machinesoort.
Het produktassortiment bestaat uit circa 1400 verschillende
eindprodukten en is opgebouwd uit circa 120 machinesoorten. Per
machinesoort worden op basis van aspecten als capaciteit, pluimveesoort
en draairichting machinetypen onderscheiden. Het basisdeel anvat de
onderdelen die in alle machinetypen van een machinesoort voorkotren. Elk
machinetype bestaat dan ui t een basisdeel en een restdeel (met
typegevoelige delen).
Uitgangspunt voor deze aanbeveling is dat gescmneerd.e voorspellingen
betrouwbaarder zijn. Inm:::u"s het voorspellen van het aantal basisdelen
(is gelijk aan het aantal machines van een soort) is eenvoudiger dan
het aantal machines van een type.
2 het op klantorder gaan fabriceren en eventueel inkopen van onderdelen
ui t het restdeel.
Het op klantorder fabriceren betekent dat gefabriceerd en geleverd
wordt wat nodig is, zonder dat (veel) voorraad m:::let worden aangehouden
in verband met onzekerheid van de vraag. De m:::>gelijkheid van het op
klantorder gaan fabriceren en inkopen wordt bepaald door de lengte van
de doorlooptijd, gerelateerd aan de levertijd.
Uit aanbeveling 2 voIgt dat de postitie van het klantorderontkoppelpunt
voor bepaalde onderdelen van het restdeel van een machine
strcx:m::>]?W'aarts verschuift. Dit betekent dat minder aktiviteiten op
prognosebasis en meer op klantorder worden verricht. De volgende drie
groepen onderdelen met elk een verschillende positie van het
klantorderontkoppelpunt ontstaan (zie figuur 1):
Bijlage 16b
1 onderdelen uit het restdeel waarvoor op klantorder het ruw materiaal
wordt ingekocht en bewerkt.
Als voorwaarde voor zo I n onderdeel geIdt:
doorlooptijd (produktie) < levertijd
Onderdelen die aan ooze voorwaarde voldoen hebben een
klantorderontkoppelpunt nunmer 3 (KOOP 3).
2 onderdelen ui t het restdeel die op klantorder worden bewerkt.
Als voorwaarde geldt nu:
doorlooptijd (produktie-inkoop) < levertijd
Onderdelen die aan deze voorwaarde voldoen hebben een
kIantorderontkoppelpunt nunmer 2 (KOOP 2).
3 aIle onderdelen uit het basisdeel en de overige onderdelen uit het
restdeel.
Deze onderdelen worden op prognosebasis ingekocht en bewerkt en hebben
een klantorderontkoppelpunt nunmer 1 (KOOP I). ,..---------. onderdelen
a basisdeel
ja ..."KOOP31
ja -:;.jKOOP21
assemblag
PItCf)(,U(t'ie
figuur 1 Toekanstige posti ties van het klantorderontkoppelpunt
OVerzicht van methcdieken voor bepaling
van de seriegrootte
Bijlage 17a
In deze bijlage 'WOrdt een opsarming gegeven van de meest gangbare
methcdieken voor bepaling van de fabricageseriegrootte.Elke besproken
methcdiek 'WOrdt aan de hand van een rekenvoorbeeld toegelicht (met
ui tzondering van de Wagner-Wi thin methcdiek) .
1 De econcmische seriegrootte
Naarmate de fabricageserie is groter zijn de arnstelkosten per onderdeel
lager. De voorraadkosten per onderdeel nemen echter toe.
De seriegrootte 'WOrdt verondersteld optimaal te zi jn als de san van de
voorraad en de arnstelkosten minimaal is. De jaarlijks uitgaven voor
deze kosten per onderdeel bedragen:
met:
C = (D/Q) * F + (Q/2) * I
D = het jaarverbruik
Q = de fabricageseriegrootte
F = de arnstelkosten
I = de voorraadkosten per onderdeel per jaar
Het optimum 'WOrdt bereikt als aan de volgende voorwaarde 'WOrdt voldaan:
(dC/dQ) = 0
Deze voorwaarde is geldig voor de "econanische seriegrootte":
Q = V (2*D*F/I)1
Deze fonnule staat bekend als de fonnule van Camp, en dateert uit 1915.
Bovenstaande formule is geldig als het behoeftepatroon constant en
bekend is.
2 Vaste periode series
Deze methcdiek bepaalt de fabricageseriegrootte door de netto behoefte
gedurende een vast aantal planperioden te scmneren. Het aanta1 perioden
'WOrdt op basis van ervaringsgegevens of a.annam:m bepaald.
Bijlage 17b
Hierbij worden anstelkosten en voorraadkosten tegen elkaar afgewogen.
(Als het aantal perioden 1 is dan spreekt nen van discreet of
partijgewijs bestellen.)
3 Periode aantallen
De fabricageseriegrootte wordt bepaald door de netto behoefte gedurende
een vast aantal perioden te sonmeren. Het vast aantal perioden wordt
berekend door de econanische seriegrootte te delen door het
jaarverbruik •
4 Minimale kosten per stuk
De fabricageseriegrootte dekt de vraag gedurende een variabel aantal
perioden. De scmnering van de behoeften vind.t plaats over dat aantal
periooen dat leidt tot minimale voorraadkosten en anstelkosten per
onderdeel. Gezocht wordt naar die waarde van p waarvoor geldt:
net:
net:
C(ptl) )C(p)
C(p) =
p
F + I * j~ (i-I) * d; <£ i .. , d1
F = de anstelkosten
I = de voorraadkosten per onderdeel per periode
d = de behoefte per periode
p = het aantal perioden
5 Minimale totaalkosten
Deze techniek tracht de voorraadkosten en de anstelkosten voor aIle
fabricageseries die in een jaar gemaakt worden te minimaliseren.
Daartoe wordt per partijgrootte getracht de voorraadkosten gelijk te
Iaten zijn aan de anstelkosten.
Bijlage 17c
Hiertoe wordt gebruik ganaakt van een zogenaanrle economische
artikelperiodefaktor EAP. Deze factor is dat aantal van een onderdeel
waarvan, als het een periode in voorraad wordt gehouden, de
voorraadkosten gelijk zijn aan de amstelkosten:
EAP = (F/I)
net:
F = amstelkosten
I = voorraadkosten per onderdeel per periode
Het scmneren van de netto dagbehoeften vindt plaats over het aantal
perioden p waarvoor de funktie C(p) minimaal is: i"
C(p) = [EAP-L: (i-I) * d] \,,1
net:
d = het aantal perioden
Een variant op deze nethodiek is de artikel-periode-evenwicht nethode.
Deze nethodiek berekent of de totaalkosten voor twee opeenvolgende
fabricageseries dalen als:
- de behoefte van (p-l) in plaats van p perioden wordt gedekt
(achterwaartse aanpassing). Dit kan het geval zijn als in
periode p een behoeftepiek optreed. Het is nu gunstig an te
vennijden dat deze behoeftepiek lang "op voorraad ligt".
- de behoefte van (p+ 1) in plaats van p perioden wordt gedekt
(voorwaartse aanpassing). Dit kan voorkanen als in periode (p+l)
een lage behoefte optreedt, te.rwijl in periode (p+2) een
behoeftepiek voorkant. Het is nu gunstig an te vennijden dat de
behoeftepiek uit periode (P+2) "op voorraad ligt".
Een nadeel van deze aanpassingstechnieken is dat ze niet de nadelige
invloeden op de overige perioden berekenen.
Bijlage 17d
6 De Silver-Meal methodiek
De fabricageseriegrootte dekt nu de vraag voor het geheel aantal
perioden p waarbij de funktie C (p), bevattende de anstelkosten en de
voorraadkosten, wordt geminimaliseerd: p
F + I *.L(i-l} * d 1;;;\
C(p) = p
met:
F = de anstelkosten
I = de voorraadkosten per onderdeel per periode
d = de behoefte per periode
7 De :rrethode van Wagner-Wi thin
Via een wiskundige optimaliseringsprocedure zoekt deze :rrethodiek naar
een canbinatie van fabricageseries binnen de planhorizon die rninimale
voorraad en anstelkosten levert. Een nadeel van deze :rrethodiek is dat
wanneer aan het eind van de planhorizon een nieuwe behoefte verschijnt
door herberekening de al eerder vastgestelde fabricageseriegrootten
kunnen wijzigen.
Enkele rekenvoorbeelden
Kostprijs van een produkt:
Voorraadkosten per stuk per jaar:
Onstelkosten:
Jaarverbruik:
Behoeftepatroon:
lI1MND: 1 2 3
VRAAG: 20 50 100
4
80
5 6
o 100
fl 150,-
0,25 x fl 150,- = fl 37,50
fl 1500,-
600 stuks
7
40
8
40
9
20
10
50
11
70
12
30
Bij1age 17e
De econamische seriegrootte
seriegrootte: ((2 x 600 x 1500) I (0,25 x 150» = 220 stuks
Beste11ingen:
MAAND: 1 2 3 4 5 6 7 BESTEL:220 . 220
VOORR: 200 150 50 190 190 90 50
Voorraadkosten:
(1450 / 12) x 0,25 x 150 = f1 4.531,
Onste1kosten:
3 x 1.500 = f1 4.500,
Tota1e kosten:
4.531 + 4.500 = f1 9.031,-
Vaste periodeseries
Aanta1 perioden: 2 (wi11ekeurige aanname)
Beste11ingen :
MAAND: 1 2 3 4 5 6 7
BESTEL: 70 180 140
VOORR: 50 80 40
Voorraadkosten:
(260 / 12) x 0,25 x 150 = f1 812,50
Onstelkosten:
6 x 1.500 = f1 9.000,
'lbta1e kosten:
812,50 + 9.000 = f1 9.812,50
8 9 10 11 12
. 220
10 210 160 90 60
8 9 10 11 12
60 . 120 30
20 70
Periode aantal1en
Periode-aanta1:
12 x (220 I 600) = 4,4 ~ 4
Beste11ingen:
MAAND: 1 2 3 4 5 6 7
BESTEL:250 . 200
VOORR: 230 180 80 100 60
Voorraadkosten:
(800 I 12) x 0,25 x 150 = f1 2.500,
Onste1kosten:
3 x 1.500 = f1 4.500,
Tota1e kosten:
2.500 + 4.500 = f1 7.000,-
Bijlage 17f
8 9 10 11 12
150
20 100 30
Minimale kosten per stuk
Periode Behoefte Order- Voorr. kost. Crostel kost.
grootte per stuk per stuk
1 20 20 0 75
2 50 70 2,2 21,4
3 100 170 4,6 8,8
4 80 250 6,1 6
5 0 250
6 100 350 8,8 4,3
6 100 100 0 15
7 40 140 0,9 10,7
8 40 180 2,1 8,3
9 20 200 2,8 7,5
10 50 250 4,8 6
10 50 50 0 30
11 70 120 1,8 12,8
12 30 150 2,7 10
Beste11ingen:
MAAND: 1 2 3 4 5 6 7 8 9
BESTEL:2S0 . 200
Voorraadkosten:
250 x 6,1 + 200 x 2,8 + 150 x 2,7 = f1 2.490,
Qnstelkosten: " 3 x 1.500 = f1 4.500,-
Tota1e kosten:
2.490 + 4.500 = £1 6.990,-
10
150
Bijlage 17g
Totale kosten
per stuk
75
23,6
13,4
12,1
13,1
15
11,6
10,4
10,3
10,8
30
14,3
12,7
11 12
Minimale totaalkosten
Econamische artikelperiodefaktor:
(1.500 x 12 / (150 x 0,25 » = 480
Periode Behoefte Ordergrootte
1 20 20
2 50 70
3 100 170
4 80 250
5 0
6 100 100
7 40 140
8 40 180
9 20 200
10 50 250
11 70 320
11 70 70
12 30 100
Beste11ingen:
MMND: 1 2 3 4 5 6 7
BESTEL:250 • 250
Voorraadkosten:
Bijlage 17h
Voorraadaantal
0
50
250
490
0
40
120
180
380
720
0
30
8 9 10 11 12
• 100
(490 + 380 + 30) / 12 x .25 x 150 = f1 2812,50
cmstellrosten:
3 x 1.500 = f1 4.500,
'Ibta1e kosten:
2812,5 + 4.500 = f1 7.312,50
De Silver-Meal methooiek
Periooe Behoefte
1 20
2 50
3 100
4 80
5 0
6 100
6 100
7 40
8 40
9 20
10 50
10 50
11 70
12 30
Bestellingen:
MAAND: 1 2 3
BESTEL:250
Voorraadkosten:
Ordergrootte
4 5
• 200
20
70
170
250
250
350
100
140
180
200
250
50
120
150
6 7
Bij1age 17i
'lbta1e kosten
per periooe
1500
828
760
758
766
1500
813
625
516
538
1500
860
635
8 9 10 11 12
• 150
(800 I 12 ) x 0,25 x 150 = f1 2.500,
Onstelkosten:
3 x 1.500 = f1 4.500,
'lbta1e kosten:
2.500 + 4.500 = f1 7.000,-
Het PPS-systeem Bijlage 18a
Het PPS-systeem (Produktions Planungs- und Steurungssystem) is
gebaseerd op het vo1gende algemeen geldige model van een
produktieproces.
Een produktieproces (machine, afdeling of bedrijf) wordt in dit model
als trechter beschouwd (figuur 1) waarbij:
- orders aanka:nen (aanvoer).
- orders wachten op gereedrrelding (werkvoorraad).
- orders gereed (bewerkt) zijn (afvoer).
I toevoer toevoer- periode
r4~=:-:-"""~~-.,..,.....j.- ~erop ~_ begin- "\(j
voorraad voorraadni veau t----I------ - .1 - - - --~----...... -~+_-'--
..c> afvoer UUK
figuur 1 : Het trechter:model figuur 2 : Het doorstrocm:Uagram
Het verloop van de toestand van dit proces kan grafisch worden
weergegeven in een doorstroc:miiagram (figuur 2). De aan- en afvoer van
orders (in uren uitgedrukt) in de tijd weergegeven VOnteIl
respectievelijk de aan- en a£Voercurve. Op elk tijdstip is de
VJerkvoorraad af te lezen (afstand vertikaal gemeten tussen de aan- en
de afvoercurve). De doorlooptijd voIgt tevens uit het diagram (de
afstand horizontaal gemeten tussen aan- en a£Voercurve. Ook de totale
aan- en afvoer gedurende de periode waarover de waameming wordt
verricht volgen ui t het diagram.
Bijlage l8b
Het PPS-systeem leidt kentallen af met een logische samenhang. De zo
verkregen infomratie van de "IST"-toostand ma.akt duidelijk hoover
afgeweken wordt van de "SOu."-toestand. Deze vergelijking geschiedt
periodiek.
Als voorbeeld worden drie karponenten weergegeven die tesamen een
kontrolesysteem vomen. Op:Jemerkt \VOrdt dat de wijze van weergave en de
aard van de gebruikte kentallen afhankelijk is van de eisen en wensen
die door de gebruiker worden gesteld.
In de kontroletabel (figuur 3a) worden per periode weergegeven:
- de aanvoer van orders: per periode (3) en cumulatief (4) 11JUISl. - de afvoer van orders: per periode (5) en (6) ~.
- de verandering van de werkvoorraad (7) (lJU$. - de gemiddelde werkvoorraad (8) (UUR).
- de gemiddelde werkvoorraad (9) bij de afvoersnelheid op dat
manent (DAGEN).
- de gemiddelde doorlooptijd (10) (DAGEN).
Duidelijk wordt dat de doorlooptijd aan sterke schamelingen
onderhevig is. Indien gewenst kan dit verschijnsel door een
betere regulatie gereduceerd worden.
Op:Jemerkt wordt dat bi j Stork PM!' BV per bankgroep een schatting
wordt gehanteerd voor de doorlooptijd. Door het ontbreken van
een registratiesysteem kan niet gecontroleerd worden in hoeverre
de geschatte doorlooptijd afwijkt van de werkelijkheid.
- de gemiddelde levertijdafwijking van de afvoer (11) (pAGEN).
- de bezetting (12).
De doorstraning van de opdrachten wordt in figuur 3b gevisualiseerd.
Enkele belangrijke kentallen (bezetting, doorlooptijd en
levertijdafwijking) worden in een staafdiagram getoond (figuur 3c).
Naast de bovengenoemcle kentallen die nuttig zijn periodiek te
aanschouwen kwmen neg diverse kentallen worden a£geleid die bij
£outenanalyses een hulpniddel vomen an een diagnose te stellen (zie
lit. 2, par. 5.4).
Bijlage l8c
KENTALLEN periodel periode2 periode3 periode4
j 1 kalenderdagen dag 205-211 212-218 219-225 226-232 dagen 7 1 7 7 7
2 werkdagen dag 30-34 i 35-39 40-44 45-49 j
dagen' 5 5 5 5 :3 toevoer
I uur 34,9 24,4 96,3 29,3
1'4 toevoer cum. uur 130,7 155,1 251,4 280,7 5 afvoer uur 37,9 31,4 30,1 46,6 , 6 afvoer cum. I uur 37,9 69,3 99,4 146,0 7 voorraad wijziging uur -3,0 -7,0 +66,2 -17,3 8 gem. voorraad uur 104,1 83,7 86,3 147,0 9 gem. werkvoorraad dagenl 13,7
I 13,3 14,3 15,8
10 gem. doorlooptijd dagen! 16,5 8,1 IS,S 8,2 11 gem. levertijdafwijking dagen -9,5 1,2 -15,4 -1,3 [12 gem. bezetting % 95 79 75 117
a controletabel
1 2 3 4
UUR::EI : I~_l'0evoer IDoi-f~-=~ afvoer
b controlediagraro 0 +-----; I : UUR 30r---.---..---'~=---' 120
obezetting ~doorlooptijd 1
1IllD1evertijd-1
afwijking
c staafdiagram
, til. ~OO ,60
40 20
O~~~~~~~~~~~ 0
figuur 3 : Een voorbeeldopzet van een controlesysteem
periodel-4
"'-205-232 28
30-49 20
184,9 280,7 146,0 146,0 +38,9 105,3 14,4 11,8 -5,8 93
!