Evaluatie van de duur van wondzorg volgens de VG-MZG ... · MMO : Multi moment opname MVG :...

83
UNIVERSITEIT GENT Faculteit Geneeskunde en Gezondheidswetenschappen Academiejaar 2008-2009 EVALUATIE VAN DE DUUR VAN WONDZORG VOLGENS DE VG-MZG-CODEERHANDLEIDING Masterproef voorgelegd tot het behalen van de graad van Master in de Verpleegkunde en de Vroedkunde Door Vanaudenaerde Valerie Defloor Tom Janssens Barbara Myny Dries

Transcript of Evaluatie van de duur van wondzorg volgens de VG-MZG ... · MMO : Multi moment opname MVG :...

Page 1: Evaluatie van de duur van wondzorg volgens de VG-MZG ... · MMO : Multi moment opname MVG : Minimale Verpleegkundige Gegevens N : grootte steekproef N200 : Zorgen en/of opvolging

UNIVERSITEIT GENT

Faculteit Geneeskunde en Gezondheidswetenschappen

Academiejaar 2008-2009

EVALUATIE VAN DE DUUR VAN WONDZORG

VOLGENS DE VG-MZG-CODEERHANDLEIDING

Masterproef voorgelegd tot het behalen van de graad van

Master in de Verpleegkunde en de Vroedkunde

Door Vanaudenaerde Valerie

Defloor Tom

Janssens Barbara

Myny Dries

Page 2: Evaluatie van de duur van wondzorg volgens de VG-MZG ... · MMO : Multi moment opname MVG : Minimale Verpleegkundige Gegevens N : grootte steekproef N200 : Zorgen en/of opvolging

I

Abstract

Background:

De overheid wil kwaliteitsindicatoren koppelen aan de verpleegkundige praktijk op

basis van de geactualiseerde VG-MZG. Eén van de klassen binnen VG-MZG

vertegenwoordigt wondzorg. Op het vlak van wondzorg bestaan weinig studies die de

tijdsinvestering onderzoeken.

Methode:

Een score-formulier voor wondzorg werd ontwikkeld in samenwerking met

wondzorgexperten. Daarna werd een observationeel onderzoek, dat de tijdsinvestering

van verpleegkundigen op het vlak van wondzorg registreert, op vier heelkundige

afdelingen in twee ziekenhuizen door zelfregistratie uitgevoerd. De resultaten worden

vergeleken met de resultaten van het WIN-project.

Resultaten:

In twee weken werden op vier heelkundige diensten 138 wondzorgen geregistreerd .

Deze wondzorgen vertegenwoordigen 320 wonden. Om de tijdsinvestering van

wondzorg te onderzoeken werden drie van de vijf wondzorg-items binnen VG-MZG

onderzocht. Binnen deze items werden verschillen waargenomen tussen de eenvoudige

en complexe zorg van wonden. De locatie van een wonde kan een verschil geven in de

tijdsduur van een wondzorg.

Conclusie:

Het type behandeling (eenvoudig of complex) dat werd toegepast, zorgde voor het

belangrijkste verschil in de tijdsinvestering van verpleegkundigen. Verschillende

factoren die momenteel niet voorkomen bij de registratie van wondzorg binnen VG-

MZG hebben een invloed op de tijdsduur van een wondzorg.

Page 3: Evaluatie van de duur van wondzorg volgens de VG-MZG ... · MMO : Multi moment opname MVG : Minimale Verpleegkundige Gegevens N : grootte steekproef N200 : Zorgen en/of opvolging

II

Abstract

Background:

The Belgium government wants to link quality of nursing practice based on the

updated minimal nursing dataset. One of the classes in the minimum nursing dataset

represented wound care. There are few studies that examine the time investment of

nurses in terms of wound care.

Method:

A wound scoringform was developed in cooperation with wound experts. It was an

observational study, that examines the time investment of nurses in the field of wound

care, on four surgical wards in two hospitals by self-registration. The results are

compared with the results of the WIN-project.

Results:

Hundreds thirty-eight wound cares were recorded in four surgical wards in two weeks.

These wound cares represent three hundred and twenty wounds. Three of the five

classifications in the minimum nursing dataset were used in the comparison of time

investment of wound care. Within these classifications there were differences found

between simple and complex care of a wound. The location of a wound can also make

a difference in the time investment of wound care.

Conclusion:

The type of treatment (simple or complex) that was created is responsible for the main

difference in the time investment of nurses. Several factors, not currently included in

the registration of wound care within the minimum nursing dataset, can have an effect

on the duration of wound care.

Page 4: Evaluatie van de duur van wondzorg volgens de VG-MZG ... · MMO : Multi moment opname MVG : Minimale Verpleegkundige Gegevens N : grootte steekproef N200 : Zorgen en/of opvolging

III

Lijst met afkortingen: VI

INLEIDING 1

HOOFDSTUK 1: LITERATUURSTUDIE 3

1.1. Inleiding 3

1.2. VG-MZG 3

1.2.1. Definitie 3

1.2.2. Methodologie 3

1.2.3. Historiek 4

1.2.4. Actualisatie 4

1.3. Wondzorg 8

1.3.1. Methodologie 8

1.3.2. Wondzorg 9

1.4. MVG en wondzorg 10

1.4.1. Het WIN-project 11

1.4.2. Het KCE 13

HOOFDSTUK 2: ONDERZOEKSVRAGEN 15

2.1. Inleiding 15

2.2. Onderzoeksvragen 15

2.3. Design 16

2.4. Keuze registratiemethode 16

2.4.1. Voor- en nadelen registratiemethoden 18

2.4.1.1. Directe Tijdsmetingen 18

2.4.1.2. Multimoment opname 18

2.4.1.3. Zelfregistratie 19

2.4.2. Keuze registratiemethode 20

2.5. Setting 20

2.6. Sample 20

2.7. Formulier 21

2.8. Procedure 21

2.9. Ethisch Comité 23

2.10. Statistische analyse 23

Page 5: Evaluatie van de duur van wondzorg volgens de VG-MZG ... · MMO : Multi moment opname MVG : Minimale Verpleegkundige Gegevens N : grootte steekproef N200 : Zorgen en/of opvolging

IV

HOOFDSTUK 3: ONTWIKKELING SCORE-INSTRUMENT

TIJDSREGISTRATIE WONDZORG 24

3.1. Inleiding 24

3.2. Doel 24

3.3. Methode 24

3.3.1. Identificatie van de beïnvloedende factoren 24

3.3.1.1. Literatuur 24

3.3.1.2. Wondzorgexperten 24

3.3.2. Ontwikkeling score-instrument 26

3.3.2.1. Geselecteerde factoren 26

3.3.2.2. Opmaken instrument 28

3.3.3. Valideren scoreformulier 28

3.3.4. Piloottesting 28

3.3.5. Ethisch Comité 29

HOOFDSTUK 4: RESULTATEN 30

4.1. Is er een verschil tussen de classificatie van VG-MZG en de combinaties

die kunnen worden gemaakt volgens het type behandeling (eenvoudig en

complex) en de diepte van een wonde (gesloten, oppervlakkig en diep)? 32

4.1.1. Verschil in tijdsinvestering tussen het type behandeling van wonden 32

4.1.2. VG-MZG 34

4.1.3. VG-MZG versus het soort behandeling en de diepte van een wonde 34

4.2. Zit er een verschil in de tijdsduur van een wondzorg, afhankelijk van het

aantal wonden die zich bevinden in eenzelfde wondzone? Is er een

verschil waarneembaar indien een wonde zich in één of meerdere

wondzones bevindt? 36

4.3. Zijn er factoren, die een invloed kunnen uitoefenen op de tijdsduur van

een wondzorg onderverdeeld volgens VG-MZG? 37

4.3.1. Factoren die wondzorg beïnvloeden volgens de classificatie VG-MZG : 37

4.3.2. Kan de locatie van een wondzorg een verschil geven in de tijdsduur van een

wondzorg? 39

4.4. Zijn de WIN-tijden verschillend van de tijden gevonden tijdens de

zelfregistratie van wondzorg binnen deze studie? 41

Page 6: Evaluatie van de duur van wondzorg volgens de VG-MZG ... · MMO : Multi moment opname MVG : Minimale Verpleegkundige Gegevens N : grootte steekproef N200 : Zorgen en/of opvolging

V

4.5. Hebben de wondzorgen binnen de classificatie van VG-MZG eenzelfde

tijdsduur op de verschillende heelkundige diensten? 42

4.6. Invloed van variabelen die in andere klassen voorkomen van de VG-

MZG 43

HOOFDSTUK 5: DISCUSSIE EN CONCLUSIE 45

5.1. Conclusie: 45

5.2. Discussie 46

5.3. Limits: 47

BIJLAGEN

Tabel 1: Resultaten bij eenvoudige behandeling van wonden

Tabel 2: Resultaten bij complexe behandeling van wonden

Tabel 3: Eenvoudige versus complexe behandeling van wonden

Tabel 4: Tijdsduur wondzorgen volgens de VG-MZG classificatie

Tabel 5: Aantal wondzorgen volgens verschillende onderverdelingen

Tabel 6: Verschil in tijdsduur in meer dan één wondzone

Tabel 7: De tijdsduur van wondzorgen waarop de factoren een invloed

hebben binnen L200

Tabel 8: De tijdsduur van wondzorgen waarop de factoren een invloed

hebben binnen L300

Tabel 9: De tijdsduur van wondzorgen waarop de factoren een invloed

hebben binnen L400

Tabel 10: Tijdsduur per locatie binnen L200

Tabel 11: Tijdsduur per locatie binnen L300

Tabel 12: Tijdsduur per locatie binnen L400

Tabel 13: Tijden WIN-project versus tijden binnen deze scriptie volgens VG-

MZG classificatie

Tabel 14: Tijdsduur wondzorg volgens L200 op de verschillende afdelingen

Tabel 15: Tijdsduur wondzorg volgens L300 op de verschillende afdelingen

Tabel 16: Verschil in tijdsduur bij het wel of niet ervaren van pijn bij een

wondzorg

Page 7: Evaluatie van de duur van wondzorg volgens de VG-MZG ... · MMO : Multi moment opname MVG : Minimale Verpleegkundige Gegevens N : grootte steekproef N200 : Zorgen en/of opvolging

VI

Woord vooraf

Bij het realiseren van deze scriptie heb ik de gelegenheid gekregen om hetgeen ik de

vorige twee jaar heb geleerd te integreren. Ik heb de gelegenheid gekregen om

ervaring op te doen in zowel kwalitatief als kwantitatief onderzoek.

Deze scriptie heb ik niet alleen kunnen maken. Eerst en vooral wil ik Prof. Defloor

bedanken voor de begeleiding en goede raad. De opmerkingen en adviezen van mijn

copromotoren Barbara Janssens en Dries Myny waren eveneens een grote steun.

Graag had ik de wondzorgexperten: Mevr. S. Schillemans, Mevr. S. Dellobelle. Dhr. J.

Verbelen, Dhr. P. Van Waeyenberghe, Dhr. B. Oosterlynck, Dhr. F. Deceur, Dhr. B.

Plubier en Dhr. M. Tack bedankt om mee te werken aan het ontwikkelen en valideren

van het scoreformulier voor wondzorg. Zonder hen had deze scriptie niet tot stand

kunnen komen.

De directies van het AZ St-Jan Brugge-Oostende AV campus Brugge, het Universitair

Ziekenhuis Gent, alle verpleegkundigen en alle patiënten die deelnamen aan deze

studie wil ik eveneens bedanken voor hun medewerking.

Zonder de psychologische en praktische steun van mijn moeder, vele vrienden en

collega’s had ik deze scriptie niet kunnen realiseren. Hen wil ik hierbij oprecht danken

voor alle hulp die ik van hen heb ontvangen.

Ten slotte wil ik iedereen danken die geholpen heeft tijdens mijn opleiding en het

maken van deze scriptie.

Valerie

Page 8: Evaluatie van de duur van wondzorg volgens de VG-MZG ... · MMO : Multi moment opname MVG : Minimale Verpleegkundige Gegevens N : grootte steekproef N200 : Zorgen en/of opvolging

VII

Gebruikte afkortingen:

B240 : Zorgen aan een urinair stoma

B250 : zorgen aan een urinaire verblijfssonde

C-dienst : Heelkundige dienst

cm : centimeter

CNC : Clinical Nursing Consulting

D-dienst : Interne dienst

DRG : Diagnostic Related Groups

DTM : Directe tijdsmeting

EC-UZG : Ethisch Comité Universiteit Gent

FCE : Federaal Kennis Centrum

G-dienst : Geriatrische dienst

IQR : Inter Quartiel Range

KB : Koninklijk Besluit

Klasse H : Zorg bij geneesmiddelengebruik

Klasse L : Huid- en wondverzorging

KUL : Katholieke Universiteit Leuven

L100 : Opvolging van een wonde en/of een verband en/of gebruikt materiaal

zonder verbandwissel

L200 : Verzorging van wonden met suturen en/of insteekpunten

L300 : Eenvoudige verzorging van een open wonde

L400 : Complexe verzorging van een open wonde

L500 : Verzorging van huidlaesies als gevolg van dermatologische

aandoeningen

min : minuten

MMO : Multi moment opname

MVG : Minimale Verpleegkundige Gegevens

N : grootte steekproef

N200 : Zorgen en/of opvolging van een toegangspoort

NIC : Nursing Intervention Classification

U : waarde van de Man Whitney U-test

Page 9: Evaluatie van de duur van wondzorg volgens de VG-MZG ... · MMO : Multi moment opname MVG : Minimale Verpleegkundige Gegevens N : grootte steekproef N200 : Zorgen en/of opvolging

VIII

UCL : l’Université Catholique de Louvain

ULg : l’Université de Liège

UZG : Universitair Ziekenhuis Gent

VG-MZG : Verpleegkundige Gegevens Minimale Gegevens

WIN : Workload Indicator for Nursing

Page 10: Evaluatie van de duur van wondzorg volgens de VG-MZG ... · MMO : Multi moment opname MVG : Minimale Verpleegkundige Gegevens N : grootte steekproef N200 : Zorgen en/of opvolging

1

Inleiding

De overheid wil kwaliteitsindicatoren aan de verpleegkundige praktijk koppelen. Aan

de hand van de recent geactualiseerde Verpleegkundige Gegevens Minimale

Ziekenhuis Gegevens (VG-MZG) wil de federale overheid nagaan of deze kunnen

worden gebruikt binnen het ziekenhuisfinancieringssysteem (Sermeus W., Gillet P.,

Tambeur W., Gillain D., Grietens J., Laport N., Michiels D., Thonon O., Vanden Boer

G., Van Herck P., Swartenbroekx N. & Ramaekers D.; 2007). Wondzorg is één van de

klassen binnen de VG-MZG waarbij echter weinig onderzoek is uitgevoerd naar de

tijdsinvestering ervan. Daarom werd voor deze masterproef gekozen. De titel is:

“Evaluatie van de duur van wondzorg volgens de VG-MZG-codeerhandleiding”.

In hoofdstuk één wordt de evolutie van de VG-MZG en de tijdsregistratie van

wondzorg weergegeven samen met de doelstellingen die de Federale Overheid heeft

opgesteld bij de actualisatie van VG-MZG.

Naar aanleiding van deze doelstellingen heeft het Federaal Kennis Centrum (FCE)

samen met l’Université de Liège (ULg) en de Katholieke Universiteit Leuven (KUL)

een studie opgezet om na te gaan hoe de nieuwe VG-MZG kunnen gebruikt en

geïntegreerd worden in het ziekenhuisfinancieringssysteem (Sermeus W., et al 2007).

De Federale Overheidsdienst Wetenschapsbeleid gaf de opdracht aan de Universiteit

Gent, het Universitair Ziekenhuis Gent (UZG) en l’Université Catholique de Louvain

(UCL) om een werklastinstrument te ontwikkelen om het verpleegkundig en

verzorgend personeel intern binnen het verpleegkundig departement van algemene

ziekenhuizen op een objectieve wijze te (her)verdelen. Dit resulteerde in het Workload

Indicator for Nursing (WIN-project) (Schouppe L., Defloor T., Gobert M. & Van

Goubergen D., 2007).

Vertrekkende vanuit een literatuurstudie worden de probleem- en doelstellingen (van

deze scriptie) in hoofdstuk twee besproken.

De gehanteerde methodiek wordt verduidelijkt in hoofdstuk drie. De

onderzoeksvragen, het onderzoeksdesign, de setting en de steekproef worden verder in

dit hoofdstuk uitgewerkt.

Page 11: Evaluatie van de duur van wondzorg volgens de VG-MZG ... · MMO : Multi moment opname MVG : Minimale Verpleegkundige Gegevens N : grootte steekproef N200 : Zorgen en/of opvolging

2

In hoofdstuk vier worden de resultaten van deze studie weergegeven en besproken.

De conclusie, discussie, problemen en beperkingen binnen deze studie en de verdere

aanbevelingen worden in hoofdstuk vijf verduidelijkt.

Page 12: Evaluatie van de duur van wondzorg volgens de VG-MZG ... · MMO : Multi moment opname MVG : Minimale Verpleegkundige Gegevens N : grootte steekproef N200 : Zorgen en/of opvolging

3

Hoofdstuk 1: Literatuurstudie

1.1. Inleiding

In dit hoofdstuk wordt de beschikbare literatuur met betrekking tot zowel de Minimale

Verpleegkundige Gegevens (MVG) als tot de wondzorg samengevat. In dit kader

worden eveneens de twee projecten beschreven waartoe de Federale Overheid

opdracht toe gaf.

1.2. VG-MZG

1.2.1. Definitie

“Minimale Verpleegkundige Gegevensregistratie is de systematische registratie van

een zo klein mogelijk aantal eenduidig gecodeerde gegevens, met betrekking tot of ten

behoeve van de uitoefening van de verpleegkunde. Hierbij wordt aan een zo groot

mogelijke groep van gebruikers informatie beschikbaar gesteld in functie van een

brede waaier van informatiebehoeften” (Sermeus W., 1992).

1.2.2. Methodologie

Om na te gaan welke artikels er beschikbaar zijn omtrent de ontwikkeling van VG-

MZG binnen België werden de termen (niet als MesH-termen) “minimum dataset” en

“Belgium” gecombineerd d.m.v. ‘and’ in Pubmed, Web of Science en Cochrane

Library. In de zoekstrategieën werd de literatuur van de laatste 10 jaar doorzocht. Deze

zoektocht leverde 17 artikels op in Pubmed, 13 artikels in Web of Science en vier

artikels in de Cochrane Library. De artikels werden op titel geselecteerd indien

minimum dataset en Belgium erin voorkwamen. Daarna werd het abstract

doorgenomen om de relevantie van het artikel na te gaan. Indien de historiek en de

ontwikkeling van VG-MZG in het abstract naar voor kwam, werd het artikel

weerhouden. De internetsite van de Federale Overheid https://portal.health.fgov.be

werd geraadpleegd voor publicaties en rapporten m.b.t. de actualisatie van VG-MZG.

Uiteindelijk werden vier van de 26 artikels weerhouden op basis van titel en abstract.

Page 13: Evaluatie van de duur van wondzorg volgens de VG-MZG ... · MMO : Multi moment opname MVG : Minimale Verpleegkundige Gegevens N : grootte steekproef N200 : Zorgen en/of opvolging

4

1.2.3. Historiek

Een nieuwe financieringswijze werd opgezet op basis van de perfomantie van de

ziekenhuizen. Performantie is de mate waarin de gestelde doelstellingen efficiënt en

effectief worden uitgevoerd (https://www.encyclo.nl). Op vraag van de

verpleegkundige beroeps- en ziekenhuisorganisaties werd een minimale dataset met

verpleegkundige interventies aan de financiering van de ziekenhuizen toegevoegd.

Daarom werd in 1983 de eerste stap gezet in de ontwikkeling van Minimale

Verpleegkundige Gegevens (MVG). Deze dataset bestond uit 23 items. In het KB van

14 augustus 1987 werd de registratie verplicht in alle algemene ziekenhuizen (Sermeus

W., Delesie L., Van Landuyt J., Wuyts, Vanden Boer G. & Manna M., 1994). Deze

verpleegkundige gegevens dienden om de behoefte aan verpleegkundige zorg te

kunnen onderzoeken, meer bepaald:

� het onderzoeken van de relatie tussen verpleegkundige diagnosestelling en

verpleegkundige behandeling;

� het evalueren van de verpleegkundige zorg op het vlak van outcome en

financiële kost;

� het anticiperen op de evoluties binnen het verpleegkundig beroep;

� het toewijzen van de beschikbare financiële middelen aan de ziekenhuizen

(Sermeus W. et al., 1994).

1.2.4. Actualisatie

Aangezien de MVG sinds 1985 niet meer werden aangepast aan de verpleegkundige

ontwikkeling, drong een actualisatie zich op. Bij deze actualisatie werden de volgende

basisprincipes vooropgesteld door de Federale Overheid aan de werkgroep

Actualisatie1, bestaande uit Vlaamse en Waalse deelnemers:

� De verpleegkundige terminologie aanpassen aan de internationale terminologie

en aan de recente en toekomstige veranderingen binnen de gezondheidszorg en

vooral binnen de verpleegkunde;

1 Prof. Dr. W. Sermeus, Prof. Dr. L. Delesie, K. Van den Heede, D. Michiels (KULeuven), Prof. Dr. P. Gillet, J. Cocognotto, O. Thonon (CHU Liège).

Page 14: Evaluatie van de duur van wondzorg volgens de VG-MZG ... · MMO : Multi moment opname MVG : Minimale Verpleegkundige Gegevens N : grootte steekproef N200 : Zorgen en/of opvolging

5

� De VG-MZG registratie baseren op de internationale verpleegkundige

taalontwikkeling zodat communicatie duidelijk wordt binnen eigen en andere

professies en ook voor de overheid;

� De ontwikkeling van toepassingen mogelijk maken voor de overheid, directies

en managers;

� De registratie integreren binnen het geheel van de ziekenhuis- en

patiëntenregistratiesystemen;

� De ontwikkeling van deze actualisatie in voordurende dialoog met de

ziekenhuizen en verpleegkundigen.

(Sermeus W., Van den Heede K., Michiels D., Delesie L., Gillet P., Codognotto

J., Thonon O., Van Boven C.; 2005).

Deze basisprincipes werden opgesteld om een beeld te vormen van de interventies die

worden uitgevoerd door zorgverleners. De VG-MZG evolueerden van de

oorspronkelijke 23 items naar de huidige 78 items. Deze 78 items zijn gebaseerd op de

Nursing Intervention Classification (NIC) en werden door experten geselecteerd uit de

huidige 542 NIC labels. De VG-MZG bevatten vier niveaus. Deze niveaus werden

overgenomen vanuit de NIC waar deze structuur werd gehanteerd voor de

gebruiksvriendelijkheid (opgehaald op 30 juni, 2009, van

http://www.nursing.uiowa.edu/excellence/excellence.htm). Deze niveau’s stellen een

hiërarchie voor waarbij de domeinen voor de eerste onderverdeling zorgen. De

domeinen worden onderverdeeld in klassen en de VG-MZG-items verdelen de klassen

onder in de mogelijke te scoren handelingen van verpleegkundigen (zie bijlage 1).

De domeinen verdelen de verpleegkundige interventies in zes grote groepen, nl.:

� zorg bij de elementaire fysiologische functies;

� complexe fysiologische functies;

� gedrag;

� veiligheid;

� gezin en familie;

� gezondheidszorgbeleid.

Page 15: Evaluatie van de duur van wondzorg volgens de VG-MZG ... · MMO : Multi moment opname MVG : Minimale Verpleegkundige Gegevens N : grootte steekproef N200 : Zorgen en/of opvolging

6

De 23 klassen, die worden voorgesteld door de letters van het alfabet, zorgen voor de

onderverdeling binnen deze domeinen. Per klasse zijn er verschillende score-items

mogelijk en deze worden voorgesteld door het eerste cijfer dat volgt op de letter. Ieder

item bestaat uit:

� de naam van het item (Bijv.: Verzorging van wonden met suturen en/of

insteekpunten)

� de definitie: (Bijv.: Het geheel van activiteiten m.b.t. de zorgen aan een

gesloten wonde en/of insteekpunt bestaande uit:

Het reinigen en/of ontsmetten van een chirurgische

gesloten wonde

OF

Het reinigen en/of ontsmetten van een insteekpunt

EN

De opvolging van de wonde en/of het insteekpunt

Bepalen van het aantal zones met dat type wonde (zie

wondzonekaart, zie bijlage 4))

� de scoremogelijkheden: (Bijv.: Frequentie van de wonde die het meest

verzorgd werd per zone (= score per zone)

Optellen van de scores per zone)

� de controle-elementen: (Bijv.: Het soort wonde en/of insteekpunt

De klinische beschrijving van de wonde

(lokalisatie, grootte, kleur, eventueel aanwezig

materiaal: hechtingen, drainage, …);

De toegediende activiteiten (werkwijze, gebruikte

materialen en producten);

De observatie van de wonde of het insteekpunt

tijdens de verzorging;

De gewijzigde manier van verzorgen, het gebruik

van andere materialen en producten.)

� de opmerkingen: (Bijv.: De verzorging van een gehechte episiotomienaad

of perineumscheur d.m.v. een vulvatoilet of een

zitbad kan gescoord worden binnen dit item;

Page 16: Evaluatie van de duur van wondzorg volgens de VG-MZG ... · MMO : Multi moment opname MVG : Minimale Verpleegkundige Gegevens N : grootte steekproef N200 : Zorgen en/of opvolging

7

De zorgen aan de toegangspoorten met of zonder

bevestigingsdraad worden gescoord in N200 (=

zorgen en/of opvolging toegangspoot);

Deze wonden zijn geen eenvoudige (L300) of

complexe (L400) verzorgingen aan open wonden

of dermatologische laesies (L500);

De zorgen aan slijmvliezen en ogen worden niet

gescoord.)

Per item zijn één of meerdere coderingsmogelijkheden. Elke codering bestaat uit drie

cijfers na de letter die de klasse vertegenwoordigt. Sommige items hebben

verschillende coderingsmogelijkheden, bij deze verschillen de tientallen van getal. Vb:

B240 (= Zorgen aan een urinair stoma), B250 (= Zorgen aan een urinaire

verblijfssonde), … Per item is slechts één codatie per zorgperiode mogelijk, de

hoogste in tientallen wordt gescoord.

De Federale Overheid wil deze geactualiseerde VG-MZG gebruiken voor de

financiering van de verpleegkundige ziekenhuiszorg, de ontwikkeling van

kwaliteitsindicatoren en indicatoren van verantwoorde hospitalisatie. De ziekenhuizen

kunnen deze geactualiseerde VG-MZG gebruiken voor de personeelsverdeling op hun

afdelingen. Om een werklast aan de items uit VG-MZG te kunnen toewijzen werd in

het WIN-project voor elk item, behandeld in het project, een normtijd bepaald

(Schouppe L. et al, 2007).

Page 17: Evaluatie van de duur van wondzorg volgens de VG-MZG ... · MMO : Multi moment opname MVG : Minimale Verpleegkundige Gegevens N : grootte steekproef N200 : Zorgen en/of opvolging

8

1.3. Wondzorg

Wondzorg is één van de items binnen VG-MZG en wordt in deze masterproef verder

onderzocht.

1.3.1. Methodologie

Om na te gaan wat in de literatuur terug te vinden is rond wondzorg en werkbelasting

werd gekozen om in Pubmed de volgende MesH-termen te gebruiken: ‘wounds and

injuries’, ‘workload’, ‘time and motion studies’ en ‘nurses’.

Aangezien er in eerste instantie werd gezocht naar artikels op het vlak van wondzorg,

werd de meshterm ‘Wounds and Injuries’ geselecteerd. Deze term werd door de

MesH-database gedefinieerd als: schade aan het lichaam als gevolg van directe of

indirecte externe krachten met of zonder onderbreking van de structurele integriteit

(opgehaald 01 juni, 2009, van http://www.ncbi.nlm.nih.gov/sites/entrez?db=mesh).

In tweede instantie werden de artikels geselecteerd die verwezen naar de werklast of

tijdsbesteding van verpleegkundigen op het vlak van wondzorg. Om die reden werd

gekozen voor ‘Workload’. Dit wordt door de MesH-database gedefinieerd als: ‘Het

werk dat door een individu, een organisatie of een andere groep van arbeiders wordt

uitgevoerd gedurende een bepaalde tijd’. Deze term werd ingevoerd in 1992 in de

MesH-databank:

(opgehaald 01 juni, 2009, van http://www.ncbi.nlm.nih.gov/sites/entrez?db=mesh).

Ook de term ‘Time and Motion studies’ werd geselecteerd. Deze term wordt in de

MesH-database gedefinieerd als: ‘de observatie en analyse van een taak met de nadruk

op de tijd nodig om deze taak uit te voeren’. Deze term werd in 1991 geïntroduceerd

(opgehaald 01 juni, 2009, van http://www.ncbi.nlm.nih.gov/sites/entrez?db=mesh).

Aangezien wondzorg een onderdeel is van VG-MZG en deze de verpleegkundige

interventies in kaart wil brengen, werd de term ‘Nurses’ eveneens in het

literatuuronderzoek gebruikt. Met de term Nurses wordt door de MesH-database

verwezen naar de professioneel opgeleide verpleegkundigen die diensten verlenen aan

personen die hulp nodig hebben om hun fysische of mentale gezondheid te behouden

Page 18: Evaluatie van de duur van wondzorg volgens de VG-MZG ... · MMO : Multi moment opname MVG : Minimale Verpleegkundige Gegevens N : grootte steekproef N200 : Zorgen en/of opvolging

9

of te herstellen. Deze term werd voor het eerst gebruikt in het jaar 1967 (opgehaald 01

juni, 2009, van http://www.ncbi.nlm.nih.gov/sites/entrez?db=mesh).

De bovenvermelde termen werden afzonderlijk en door het woord ‘and’ in combinatie

met elkaar ingevoerd in Pubmed, Web of Science en de Cochrane Library. Enkel

artikels in het Frans, Engels en Nederlands werden weerhouden.

Van deze artikels werd een eerste selectie gemaakt op basis van de titel. Indien de titel

verwees naar de tijdsduur, de tijdsinvestering of de werklast bij wondzorg werd het

abstract nagelezen. Pubmed leverde 482 artikels op, Web of Science 40 artikels en de

Cochrane Library 130 artikels.

Van alle gevonden artikels bleek geen enkel artikel de tijdsduur, de tijdsinvestering of

de werklast van wondzorg te onderzoeken.

1.3.2. Wondzorg

Wondzorg is een ruim gedocumenteerd onderwerp in de wetenschappelijke literatuur.

Er is echter zeer weinig literatuur terug te vinden over de tijdsinvestering van

verpleegkundigen met betrekking tot wondzorg. Daarom mocht de bibliotheek van

Prof. Defloor geraadpleegd worden.

Er werd één studie gevonden die de tijdsinvestering van verpleegkundigen op het vlak

van wondzorg aanhaalde. In het doctoraat van Ester Vermeulen (2006) werden enkele

verwijzingen naar de tijdsduur van wondzorg teruggevonden in het hoofdstuk met als

titel: “Occlusieve versus gauze dressings for local wound care in surgical patients: A

randomised clinical trial.” Dit hoofdstuk werd nog niet gepubliceerd.

Vermeulen (2006) vergeleek het gebruik van occlusieve verbanden versus

gaasverbanden. Dit werd in een gerandomiseerde studie bij 285 gehospitaliseerde

chirurgische patiënten met open wonden onderzocht. De patiënten werden door een

computer gerandomiseerd voor het gebruik van gaas- of occlusieve verbanden.

Occlusieve verbanden bestonden uit verbandmaterialen die niet gebaseerd waren op

gaas, zoals foamverbanden, alginaten, hydrogels, hydrocolloïden, hydrofibers en

filmverbanden. Gaasverbanden konden in droge, natte of geparafineerde vorm

Page 19: Evaluatie van de duur van wondzorg volgens de VG-MZG ... · MMO : Multi moment opname MVG : Minimale Verpleegkundige Gegevens N : grootte steekproef N200 : Zorgen en/of opvolging

10

voorkomen. Binnen deze studie werden geslacht, leeftijd, onderliggende pathologie en

de grootte van de grootste wonde geregistreerd. De eerste variabele in dit onderzoek

was de tijdsduur die nodig was om epithelisatie van de wonde te bereiken. De andere

variabelen waren de ervaren pijn tijdens de verbandwissels, de kosten van de

verpleegkundige tijd en wondzorgmaterialen, de verblijfsduur van de patiënt in het

ziekenhuis en eventuele nevenwerkingen van de gebruikte verbanden. Bovenstaande

variabelen werden door een externe observator waargenomen vanaf het moment dat de

verpleegkundige haar handschoenen aantrok tot wanneer ze deze weer uitdeed. De tijd

nodig om een verbandwissel uit te voeren bij de occlusieve verbanden bedroeg 4.8

minuten2 en voor de gaasverbanden 5.0 minuten3. De kosten van occlusieve verbanden

(€ 6.43) waren hoger dan bij gaasverbanden (€ 1.85, p < 0.001). In haar onderzoek

besloot Vermeulen dat de kosten per dag voor verpleegkundige tijdsinvestering van

gaasverbanden hoger waren dan de kosten bij occlusieve verbanden4. De lagere

tijdsinvestering van verpleegkundigen bij occlusieve verbanden woog niet op tegen de

hogere verbandkosten in de totale kostprijs-berekening5 (Vermeulen E., 2006).

1.4. MVG en wondzorg

De geactualiseerde VG-MZG worden ingedeeld in zes domeinen waarvan wondzorg

een klasse is binnen het domein ‘Complexe fysiologische functies’ (zie bijlage 1).

Klasse L: ‘Huid- en wondverzorging’ bevindt zich binnen dit domein. Deze klasse

bevat vijf items en deze werden in deze masterproef onderzocht. De items zijn:

� L100: het toezicht op een wonde, wondomgeving en verbandmateriaal (zonder

verzorging);

� L200: de verzorging van wonden met suturen en insteekpunten;

� L300: de eenvoudige verzorging van een open wonde;

� L400: de complexe verzorging van een open wonde;

� L500: de verzorging van huidlaesies als gevolg van dermatologische

aandoeningen. (FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de voedselketen

en Leefmilieu DG1 Dienst Datamanagement, 2009)

2 mediaan 4.8 min, IQR: 3.0 min – 8.1 min 3 mediaan 5.0 min, IQR: 3.0 min – 7.8 min 4 occlusieve verbanden mediaan: €1.28 versus gaas verbanden mediaan: € 2.41, p = 0.0002 5 occlusieve verbanden mediaan: €7.48 versus mediaan: € 3.98 voor gaasverbanden, p = 0.0021

Page 20: Evaluatie van de duur van wondzorg volgens de VG-MZG ... · MMO : Multi moment opname MVG : Minimale Verpleegkundige Gegevens N : grootte steekproef N200 : Zorgen en/of opvolging

11

Tijdens de actualisatie van VG-MZG werd een werkgroep opgericht voor de klasse

huid- en wondverzorging. Tijdens de eerste testfase van de nieuwe VG-MZG werden

problemen ervaren bij de wondzorgitems. Een gebrek aan eenduidigheid en

detaillering werd ervaren binnen deze klasse. De werkgroep gaf aan dat er een tekort

was aan expertise om een globaal overzicht te kunnen geven voor alle types van

wondzorg. Een werkgroep van 10 wondzorgexperts kreeg de opdracht om de items te

herwerken en te definiëren. De volgende doelstellingen werden vooropgesteld vanuit

de problemen uit de eerste testfase:

� eenduidigheid en eenvoud in de te scoren items;

� in functie van de toepassingen;

� toepasbaar in de meerdere zorgprogramma’s in acute ziekenhuizen (Sermeus W. et al,

2005).

Dit resulteerde in de huidige opzet binnen de klasse L: huid- en wondverzorging.

1.4.1. Het WIN-project

De Federale Overheidsdienst Wetenschapsbeleid (= Prioritaire Overheids Diensten)

gaf in overleg met de Federale Overheidsdienst Volksgezondheid, Leefmilieu en

Veiligheid van de voedselketen in het kader van het programma ‘Actie ter

ondersteuning van de strategische prioriteiten van de Federale Overheid’ op één juni

2006 de opdracht om een werklastinstrument te ontwikkelen. Dit instrument had als

doelstelling om het verpleegkundig en verzorgend personeel intern binnen het

verpleegkundig departement van algemene ziekenhuizen op een objectieve wijze te

(her)verdelen. Deze opdracht werd gegeven aan de Universiteit Gent, het Universitair

Ziekenhuis Gent en de l’Université Catholique de Louvain. Dit resulteerde in het

WIN-project (Schouppe L. et al, 2007).

Page 21: Evaluatie van de duur van wondzorg volgens de VG-MZG ... · MMO : Multi moment opname MVG : Minimale Verpleegkundige Gegevens N : grootte steekproef N200 : Zorgen en/of opvolging

12

Binnen dit onderzoeksproject werden een aantal concrete doelstellingen geformuleerd:

� het bepalen van het aandeel in de tijdsbesteding aan verpleegkundige activiteiten

dat verklaard wordt door de items VG-MZG;

� het vaststellen van normtijden per item VG-MZG ;

� het construeren van een aangepast instrumentarium dat toelaat het verplegend en

verzorgend personeel objectief te (her)verdelen, meer bepaald op basis van de

VG-MZG (Schouppe L. et al, 2007).

Deze studie werd op heelkundige (= C-dienst), interne (= D-dienst) en geriatrische (=

G-dienst) diensten uitgevoerd. Deze diensten vertegenwoordigen 70% van alle acute

ziekenhuisbedden in België.

In eerste instantie werden de definities van de codeerhandleiding omgezet in

herkenbare en registreerbare activiteiten. Deze werden via de Delphimethode6

gevalideerd door een expertengroep die 57 leden bevatte.

Om tijden te bepalen per item werd, afhankelijk van het item, gebruik gemaakt van

zelfregistratie, subjectieve inschatting of multimoment opname (MMO).

Zelfregistratie en/of subjectieve inschatting werden gebruikt indien het om sterk

gefractioneerde deelactiviteiten ging, indien het om een item ging dat zelden

voorkwam, of wanneer het door samenvallen met andere activiteiten moeilijk kon

worden begrensd. MMO werd gebruikt bij de items van VG-MZG die frequent

voorkwamen, die door externe observatoren waarneembaar waren, die te classificeren

zijn en die afzonderlijk uitvoerbaar en van korte duur zijn (Schouppe L. et al, 2007).

Deze methoden worden verder beschreven in hoofdstuk twee.

Op deze manier werd nagegaan wat de ‘covering’ is van alle verpleegkundige

activiteiten door de VG-MZG items. Bovendien werden normtijden vastgelegd per

VG-MZG-item. De normtijden staan voor een tijd in minuten die verpleegkundigen

nodig hebben om een VG-MZG item uit te voeren. Na het bepalen van de finale

normtijden werd de expertengroep gevraagd om deze tijden te valideren (Schouppe L.

et al, 2007).

6 De kern van de Delphi-methode is een herhaalde bevraging van deskundigen (opgehaald 22 juli, 2009, van

http://www.viwta.be/files/MethDelphi.pdf).

Page 22: Evaluatie van de duur van wondzorg volgens de VG-MZG ... · MMO : Multi moment opname MVG : Minimale Verpleegkundige Gegevens N : grootte steekproef N200 : Zorgen en/of opvolging

13

Voor de klasse L: ‘Huid- en wondverzorging’ werd gekozen om de normtijden binnen

deze klasse via MMO te bepalen aan de hand van externe observatoren. De normtijden

binnen de klasse ‘Huid- en wondverzorging’ voor de heelkundige diensten die

voorgesteld worden met kenletter C zijn:

� L200: de verzorging van wonden met suturen en insteekpunten (7

minuten/wondzone);

� L300: de eenvoudige verzorging van een open wonde (9 minuten/wondzone);

� L400: de complexe verzorging van een open wonde (16 minuten/wondzone).

Deze WIN-tijden zullen later in deze scriptie worden gebruikt om een vergelijking te

kunnen maken met de tijden uit deze studie.

Daarna werd er een informaticamodule ontwikkeld voor de (her)verdeling van het

verpleegkundig en verzorgend personeel op basis van de VG-MZG (Schouppe L. et al,

2007).

1.4.2. Het KCE

Het Federaal Kennis Centrum heeft samen met het ULg en de KUL een studie opgezet

om na te gaan hoe de geactualiseerde VG-MZG kunnen worden geïntegreerd en

gebruikt in het ziekenhuisfinancieringssysteem. Er werd nagegaan hoe de VG-MZG

een antwoord kunnen bieden op de kritiek van de ziekenhuisadministraties en de

professionele gezondheidswerkers (Sermeus L. et al., 2007).

Deze kritiek bestond uit volgende elementen:

� De ziekenhuisfinanciering is niet verbonden aan DRG’s (Diagnosis Related

Groups);

� De kostenweging gebeurt op basis van de effectieve staffingsratio’s waardoor

afdelingen met veel personeel worden bevoordeeld;

� De kostenweging is onvoldoende gevoelig voor de wijzigingen in de

verpleegkundige praktijk;

� De zorgintensieve verpleegafdelingen, zoals geriatrie, zijn niet opgenomen in het

aanvullende financieringsplan (Sermeus W. et al, 2007).

Page 23: Evaluatie van de duur van wondzorg volgens de VG-MZG ... · MMO : Multi moment opname MVG : Minimale Verpleegkundige Gegevens N : grootte steekproef N200 : Zorgen en/of opvolging

14

Binnen deze studie heeft men in eerste instantie nagegaan welke methoden er in het

buitenland werden gebruikt voor de financiering van verpleegkundige zorg. Daarna

werd de literatuur geraadpleegd m.b.t. de items die terug te vinden zijn in de VG-

MZG-codeerhandleiding. Als laatste werd onderzocht hoe de VG-MZG kunnen

worden gebruikt in de financiering van de verpleegkundige zorg binnen de

ziekenhuizen (Sermeus W. et al, 2007).

Om de variabiliteit in de verpleegkundige noden te kunnen beoordelen werden 112

casussen ontwikkeld. Deze werden gebaseerd op echte patiëntendossiers,

gecombineerd met de informatie die verpleegkundigen opgaven (Sermeus W. et al,

2007).

Deze casussen vertegenwoordigden een volledige dag van 24u. Alle items van de

vorige en de nieuwe VG-MZG konden worden gescoord. De casussen werden voor

heelkundige, pediatrische, intensieve en geriatrische diensten uitgewerkt (Sermeus W.

et al, 2007).

De beoordeling van de casussen gebeurde door 202 verpleegkundigen over heel België

namen deel aan. De verpleegkundigen die deelnamen dienden minimum vijf jaar

werkervaring als verpleegkundige te hebben en één jaar als leidinggevende. De

casussen werden gerandomiseerd toegewezen aan de verpleegkundigen. Iedere

verpleegkundige kreeg minimaal acht en maximaal twaalf casussen om te beoordelen.

Het doel was om tien beoordelingen per casus te bekomen zonder dat een

verpleegkundige een casus tweemaal beoordeelde (Sermeus W. et al, 2007).

Voor iedere casus werd gevraagd om in te schatten hoeveel tijd een verpleegkundige

nodig zou hebben om de zorg uit te voeren, beschreven in de casus. Dit resulteerde in

tijden die worden toegekend per VG-MZG-item (Sermeus W. et al, 2007).

Page 24: Evaluatie van de duur van wondzorg volgens de VG-MZG ... · MMO : Multi moment opname MVG : Minimale Verpleegkundige Gegevens N : grootte steekproef N200 : Zorgen en/of opvolging

15

Hoofdstuk 2: Onderzoeksvragen

2.1. Inleiding

De VG-MZG coördinatoren en de verpleegkundigen op de werkvloer hebben het

gevoel dat de VG-MZG onvoldoende de verschillen in zorgzwaarte van wondzorgen

naar voor brengen. Aangezien binnen de actualisatie van de VG-MZG een werkgroep

werd opgericht voor de klasse huid- en wondverzorging, kan worden aangenomen dat

deze klasse geen eenvoudige materie is om in kaart te brengen.

Momenteel zijn weinig studies verricht naar de tijdsduur van wondzorg uitgevoerd

door verpleegkundigen. Om beter inzicht te verwerven welke directe factoren een

invloed uitoefenen op de tijdsduur, wordt in deze scriptie een scoringsinstrument voor

wondzorg ontwikkeld dat in hoofdstuk drie verder wordt uitgewerkt.

2.2. Onderzoeksvragen

Volgende onderzoeksvragen worden beantwoord in deze scriptie:

� Kan een verschil worden waargenomen tussen de classificatie van VG-MZG en

de combinaties die kunnen worden gemaakt volgens het type behandeling

(eenvoudig en complex) en de diepte van een wonde (gesloten, oppervlakkig en

diep)?

� Wordt een verschil vastgesteld in de tijdsduur van een wondzorg, afhankelijk

van het aantal wonden dat zich bevindt in eenzelfde wondzone? Is er een

verschil waarneembaar indien een wonde zich in één of meerdere wondzones

bevindt?

� Zijn er factoren die een invloed kunnen uitoefenen op de tijdsduur van een

wondzorg onderverdeeld volgens VG-MZG?

� Hebben factoren zoals isolatiemaatregelen, gewaarwording van pijn, psychische

toestand (zoals angst, verwardheid, …), die in andere klassen voorkomen binnen

de VG-MZG een invloed op de tijdsinvestering van wondzorg uitgevoerd door

verpleegkundigen?

Page 25: Evaluatie van de duur van wondzorg volgens de VG-MZG ... · MMO : Multi moment opname MVG : Minimale Verpleegkundige Gegevens N : grootte steekproef N200 : Zorgen en/of opvolging

16

� Tijdens het WIN-project werden tijden toegekend aan de items binnen de klasse

huid- en wondverzorging. Zijn deze tijden verschillend van de tijden gevonden

tijdens de zelfregistratie van wondzorg binnen deze studie?

� Hebben de wondzorgen binnen de classificatie van VG-MZG eenzelfde tijdsduur

op de verschillende heelkundige diensten?

2.3. Design

In deze scriptie werd van een observationeel design gebruik gemaakt dmv

zelfregistratie van de verpleegkundigen op de deelnemende heelkundige afdelingen.

2.4. Keuze registratiemethode

Wondzorg kan via directe tijdsmeting (DTM) of via multimomentopname (MMO)

worden geregistreerd.

Directe tijdsmeting omvat het uitvoeren van continue tijdsobservaties door één

observator bij één persoon gedurende één shift, representatief voor een ‘normale’

werkdag. Deze directe vorm van observatie voor tijdsmetingen registreert de tijdsduur,

gespendeerd aan een welomschreven taak, d.m.v. een instrument voor datacollectie.

Het registreren van gedetailleerde informatie rond de precieze tijdsbesteding wordt

door directe tijdsmeting mogelijk. Er dient aan een aantal voorwaarden te worden

voldaan, nl. het te observeren werk dient opgesplitst te zijn in gedetailleerde acties met

een logische volgorde, een beperkte tijdsduur en duidelijk observeerbare begin- en

eindpunten (Burke T.A., McKee J.R., Wilson H.C., Donahue R., Batenhorst A.S. en

Pathak D.S., 2000).

Multimomentopname vindt zijn oorsprong in de industriële ingenieurswetenschappen.

Het is een methode waarbij verschillende onmiddellijke observaties van individuele

activiteiten kunnen worden geregistreerd en geanalyseerd door externe observatoren.

Deze methode meet enkel taken en activiteiten zonder de kwaliteit en de complexiteit

ervan te beoordelen (Wirth P., Kahn L., Perkoff G.T., 1978).

Zelfregistratie is een alternatief voor de traditionele MMO. Het individu observeert en

registreert zelf de uitgevoerde acties zonder de aanwezigheid van een externe

Page 26: Evaluatie van de duur van wondzorg volgens de VG-MZG ... · MMO : Multi moment opname MVG : Minimale Verpleegkundige Gegevens N : grootte steekproef N200 : Zorgen en/of opvolging

17

observator. Het individu wordt voordien zoals een externe observator opgeleid en het

registratie-instrument wordt aan de specifieke studie-omstandigheden aangepast

(Everhart N., 1997; Pelletier D. & Duffield C., 2003).

Delobelle S. en Smet K. (2007) hebben in hun masterproef: “Zelfregistratie via

multimoment-opname, een betrouwbare registratiemethode binnen de

verpleegkunde?” onderzoek naar tijdstudies binnen de verpleegkunde verricht. Zij

concludeerden dat: “Het vaststellen van een bepaalde tijdsduur van een activiteit het

best door directe tijdsmetingen wordt uitgevoerd” (Delobelle S. & Smet K., 2007). Bij

17 van de 19 hoofdcategorieën werd er geen verschil gevonden tussen de resultaten

van externe observatoren en de resultaten van zelfregistratie. Enkel bij ‘hygiënische

zorgen’ en ‘communicatie’ werd er een verschil tussen de aanwezigheid versus

afwezigheid van externe observatoren waargenomen. Hieruit kan worden besloten dat

zelfregistratie dezelfde resultaten kan opleveren als observatie door externe

observatoren (Delobelle S. & Smet K., 2007).

Deze onderzoekers verwoordden echter dat de resultaten gevonden uit hun

literatuurstudie met enige voorzichtigheid dienden te worden gehanteerd. In de

literatuur werden de resultaten niet altijd ondersteund door de validiteit van de

gegevens en/of de betrouwbaarheid van de resultaten (Dellobelle S. & Smet K., 2007).

In het onderzoek van Burke et al. (2000) werd geen verschil gevonden tussen directe

tijdsmetingen door zelfregistratie van verpleegkundigen en directe tijdsmetingen door

externe observatoren.

Ampte et al. (2007) rapporteerden echter dat verpleegkundigen onderrapporteren met

betrekking tot patiëntenzorg7 terwijl ze overrapporteren ten opzichte van hoe ze de

zorg uitvoerden. Handelingen in direct contact met de patiënt werden

overgerapporteerd8, terwijl geen verschil werd gevonden in de rapportage van waar de

zorg werd uitgevoerd9 en met wie de verpleegkundige contact had10. In deze studie

werd een significantieniveau van 99% gehanteerd. De auteurs geven aan dat de

7 (32.8% zelfrapportage tegenover 40.3% extern geobserveerd met een significantie van p < 0.001)

8 (51.9% zelfrapportage tegenover 44.8% extern geobserveerd met een significantie van p = 0.001)

9 (42.3% zelfrapportage tegenover 46. 3% extern geobserveerd met een significantie van p > 0.072)

10 (36.8% zelfrapportage tegenover 32.3% extern geobserveerd met een significantie van p = 0.032)

Page 27: Evaluatie van de duur van wondzorg volgens de VG-MZG ... · MMO : Multi moment opname MVG : Minimale Verpleegkundige Gegevens N : grootte steekproef N200 : Zorgen en/of opvolging

18

techniek van de datacollectie de hoofdreden was van de verschillen die ze aantroffen

tussen de zelfregistratie en de extern geobserveerde registratie. De lage compliance bij

zelfrapportage (56%) vooral tijdens drukke periodes, het verschil in de interpretatie

van de te registreren acties tussen de verpleegkundigen versus de observatoren en de

ondersteuning van het management, werden als problemen ervaren. Deze studie

suggereert dat verpleegkundigen de neiging hebben om onder te rapporteren op het

vlak van hun uitgevoerde activiteiten bij de patiënt (Ampt A., Westbrook J., Creswick

N., Mallock N., 2007).

Beide studies raadden verder onderzoek naar deze methodologie aan, daar dit

onderwerp nog weinig werd onderzocht.

2.4.1. Voor- en nadelen registratiemethoden

2.4.1.1. Directe Tijdsmetingen

� Te observeren werk moet opgedeeld worden in gedetailleerde elementen met een

logische volgorde;

� Beperkte tijdsduur;

� Fysieke observeerbare start- en eindpunten (Rascatti K.L. et al, 1986; Nickman

N.A., Guerrero R.M. & Bair J.N., 1990);

� Gedetailleerde beschrijving van de activiteiten van een beperkte aantal personen

(Wirth P. et al, 1978);

� Observator beïnvloeding (Burke T.A. et al, 2000; Pelletier D. & Duffield C.,

2003).

2.4.1.2. Multimoment opname

� Externe observatoren registreren en analyseren verschillende observaties van

individuele activiteiten (Wirth P. et al, 1978);

� Minder observatoren nodig dan bij DTM, waardoor dit een goedkopere methode

is (Pelletier D. & Duffield C., 2003);

� Meet enkel taken en activiteiten (Pelletier D. & Duffield C., 2003);

Page 28: Evaluatie van de duur van wondzorg volgens de VG-MZG ... · MMO : Multi moment opname MVG : Minimale Verpleegkundige Gegevens N : grootte steekproef N200 : Zorgen en/of opvolging

19

� De activiteiten of taken dienen op vaste of gerandomiseerde tijdstippen gemeten

te worden (Finkler S.A., Knickman J.R., Hendrickson G., Lipkin M., Thompson

W.G., 1993);

� De aanwezigheid van een externe observator zorgt voor een bias;

� Indien de geobserveerde persoon zich veel verplaatst kan de externe observator

moeilijkheden ondervinden om de activiteiten of taken te registreren en/of een

probleem ervaren bij het herkennen van de te registreren activiteiten of taken

(Everhart N., 1997; Pelletier D. & Duffield C., 2003).

2.4.1.3. Zelfregistratie

� Biedt een alternatief binnen de MMO (Dellobelle S. & Smet K., 2007);

� Geen extra kosten voor externe observatoren (Everhart N., 1997; Pelletier D. &

Duffield C., 2003);

� Het individu observeert en registreert zelf de uitgevoerde acties waardoor de

kost lager is (Everhart N., 1997; Pelletier D. & Duffield C., 2003; Burke T.A. et

al, 2000);

� Geen beïnvloeding externe observatoren (Everhart N., 1997; Pelletier D. &

Duffield C., 2003; Burke T.A. et al, 2000)

� De kans op vals registreren is niet groter dan de registratiefouten bij DTM of de

registratiefouten bij MMO door een externe observator (Burke T.A. et al, 2000,

Everhart N., 1997);

� Extra belasting voor de deelnemers (Burke T.A. et al, 2000);

� Niet aanbevolen om een schatting te doen om het totaal activiteiten te berekenen

(Burke T.A. et al, 2000);

� Beïnvloeding van de registrator, doch observator bias verdwijnt (Everhart N.,

1997; Pelletier D. & Duffield C., 2003);

� De registrators kunnen eigen activiteiten nauwkeuriger in categorieën indelen

(Everhart N., 1997; Pelletier D. & Duffield C., 2003);

� Anonimiteit en zekerheid dat de studie geen persoonlijke beoordeling is,

verhoogt de medewerking (Everhart N., 1997).

Page 29: Evaluatie van de duur van wondzorg volgens de VG-MZG ... · MMO : Multi moment opname MVG : Minimale Verpleegkundige Gegevens N : grootte steekproef N200 : Zorgen en/of opvolging

20

2.4.2. Keuze registratiemethode

Binnen deze scriptie werd voor M.M.O. d.m.v. zelfregistratie gekozen. Het betreft één

specifieke handeling die goed kan worden afgebakend. Deze registratiemethode is

praktisch de meest haalbare methode in functie van de onderzoeksvragen.

2.5. Setting

Binnen deze scriptie werd voor het Universitair Ziekenhuis te Gent en het groot

regionaal ziekenhuis AZ St-Jan Brugge-Oostende AV campus Brugge gekozen. In

beide settings werd de toestemming voor deze registratie aan de Directie Nursing

gevraagd.

In overleg met de ziekenhuisdirecties werden twee heelkundige afdelingen

geselecteerd waar wondzorg frequent voorkomt. In het universitair ziekenhuis waren

dit de afdelingen plastische heelkunde en digestieve heelkunde. In het regionaal

ziekenhuis waren dit de afdelingen orthopedie en algemene heelkunde.

2.6. Sample

Het streefdoel was om per deelnemende afdeling 100 wondzorgen te registreren bij

patiënten die een heelkundige ingreep ondergingen. Dit streefdoel werd na advies van

Prof. Van Maele bepaald en rekening houdend met de haalbaarheid voor de

verpleegkundigen op de afdelingen. In beide settings werd de registratie gedurende 15

dagen uitgevoerd. Er werd gebruik gemaakt van een convenience sample.

Binnen de klasse huid- en wondverzorging bevat het item L100: ‘het toezicht op een

wonde, wondomgeving en verbandmateriaal (zonder verzorging)’. Binnen deze

scriptie wordt enkel de effectieve verzorging van een wonde bestudeerd, daarom zal

dit item niet worden geregistreerd.

Page 30: Evaluatie van de duur van wondzorg volgens de VG-MZG ... · MMO : Multi moment opname MVG : Minimale Verpleegkundige Gegevens N : grootte steekproef N200 : Zorgen en/of opvolging

21

2.7. Formulier

Het formulier bevat de volgende variabelen:

� wondzones;

� kamernummer, bednummer, leeftijd en geslacht;

� isolatiemaatregelen, verschil in taal en verschil in cultuur;

� datum van wondzorg met begin- en einduur;

� het soort wonde, de dimensies van de wonde;

� het soort behandeling, verwijderen van materiaal, het soort verband en de manier

van fixeren;

� infectietekenen aanwezig, cultuurafname;

� wondomgeving, bescherming, niet gebruiken kleefpleisters;

� doordrongen verband, pijnlijk, angstig, verward/dementerend;

� wondzorgvoorschrift, wondzorgmateriaal, eerste verzorging door de

verpleegkundige, reeds verzorgd door de verpleegkundige, hulp tweede

verpleegkundige;

� onderbreking wondzorg, aantal, duur, reden.

Deze variabelen worden in het volgende hoofdstuk besproken bij de ontwikkeling van

het scoreformulier.

2.8. Procedure

Patiënten die werden opgenomen op de betreffende afdelingen, die een chirurgische

ingreep ondergingen, kwamen in aanmerking voor deelname aan deze studie. De

patiënten werden bij opname geïnformeerd en gevraagd om deel te nemen aan de

studie door de verpleegkundigen werkzaam op de deelnemende afdelingen. De

wondzorg van patiënten die bereid waren om deel te nemen, werd aan de hand van het

scoreformulier voor wondzorg geregistreerd. Tijdens hun shift registreerden de

verpleegkundigen de wondzorg bij deze patiënten.

Dit gebeurde in het regionaal ziekenhuis tijdens de periode van 14 tot en met 28

februari 2009. In het Universitair ziekenhuis gebeurde dit van 23 maart 2009 tot en

met 5 april 2009. Oorspronkelijk was het de bedoeling om deze registratie tijdens een

Page 31: Evaluatie van de duur van wondzorg volgens de VG-MZG ... · MMO : Multi moment opname MVG : Minimale Verpleegkundige Gegevens N : grootte steekproef N200 : Zorgen en/of opvolging

22

officiële VG-MZG periode te laten uitvoeren. Dit bleek in de praktijk niet haalbaar

daar de registratie van VG-MZG nog te recent werd ingevoerd en deze extra

inspanningen vergden van het personeel. De registratie van het scoreformulier voor

wondzorg werd hierdoor juist voor en juist na een officiële VG-MZG-periode gepland.

De hoofdverpleegkundigen van de deelnemende afdelingen werden telefonisch of via

mail gecontacteerd. Tijdens het eerste contact werd de doelstelling van de studie

uitgelegd. Eveneens werd besproken hoe dit zou worden gecommuniceerd naar de

verpleegkundigen. In het regionaal ziekenhuis werden er vier vormingsmomenten

voorzien van één uur waarop de verpleegkundigen van de deelnemende afdelingen

werden uitgenodigd. Tijdens deze vormingsmomenten werd de studie uitgelegd met de

vooropgestelde doelstellingen. Dit gaf de verpleegkundigen de gelegenheid om vragen

te stellen en te verwachte problemen voor te leggen. In het Universitair Ziekenhuis

werden contactmomenten na een overdrachtsmoment voorzien met de

verpleegkundigen. Daar werden kort de studie en de doelstellingen naar voor gebracht.

De verpleegkundigen konden de onderzoeker telefonisch of via mail contacteren bij

problemen of vragen. In de eerste week van de wondzorg registratieperiode is de

onderzoeker langs geweest op de diensten om te informeren naar problemen of vragen.

Het ging toen voornamelijk om bevestiging naar de verpleegkundigen toe dat het

formulier correct werd gebruikt. Tijdens de registratieperiode heeft de onderzoeker

meerdere malen telefonisch contact gehad met de hoofdverpleegkundigen of

verantwoordelijken van de afdelingen.

De tijdsduur van een wondzorg werd berekend door de begintijd van de wondzorg af

te trekken van de eindtijd. Indien er onderbrekingen waren tijdens de wondzorg werd

de tijd van deze onderbrekingen afgetrokken van de tijd die hierboven werd berekend.

De uiteindelijke tijd werd gedeeld door het aantal wondzones die verzorgd werden

tijdens de wondzorg. Deze tijd werd uitgedrukt in decimale getallen en vormt de basis

binnen dit onderzoek.

Om de classificatie van een wonde te bepalen binnen de codeerhandleiding VG-MZG

gaat men uit van twee variabelen, nl. is een wonde gesloten of open en welke

behandeling wordt toegepast. De items van de klasse huid- en wondverzorging die

Page 32: Evaluatie van de duur van wondzorg volgens de VG-MZG ... · MMO : Multi moment opname MVG : Minimale Verpleegkundige Gegevens N : grootte steekproef N200 : Zorgen en/of opvolging

23

effectief een verzorging registreren, nl. L200, L300, L400 en L500 zullen in deze

scriptie worden gebruikt. Alle wonden die geregistreerd werden door de

verpleegkundigen, worden door de onderzoeker zelf gescoord volgens de richtlijnen in

de codeerhandleiding van VG-MZG.

Binnen VG-MZG worden insteekpunten van drainage systemen gezien binnen de

verzorging van gesloten wonden. Om die reden worden deze wonden als gesloten

gescoord binnen VG-MZG ondanks dit om een diepe wonde gaat. Binnen deze scriptie

werden deze wonden als open diepe wonden gescoord.

Alle mogelijke beïnvloedende factoren van het scoringsformulier werden omgezet in

getallen in SPSS. Indien een factor niet voorkwam kreeg deze het getal 0 en bij de

aanwezigheid ervan het getal 1. De codatie van alle factoren kan teruggevonden

worden in bijlage 10.

2.9. Ethisch Comité

De verpleegkundigen die werkzaam waren op de deelnemende afdelingen en de

patiënten die in aanmerking kwamen tot deelname aan deze studie, werden

geïnformeerd en gevraagd een informed consent te ondertekenen. Zowel de

verpleegkundigen als de patiënten kregen bij het vragen van hun medewerking aan

deze studie, een informatiebrief waarin beschreven stond wat van hen werd verwacht.

Deze studie werd voorgelegd en goedgekeurd door het Ethisch Comité van het

Universitair Ziekenhuis Gent (EC-UZG) op drie februari 2009 (B67020095310),

(bijlage 5). Het advies werd gevraagd aan de Commissie voor Ethiek te Brugge van

het AZ St-Jan AV. Het wondzorgregistratieformulier en de handleiding werden na de

validatie bezorgd aan het EC te Gent.

2.10. Statistische analyse

Binnen deze scriptie werden niet-parametrische testen gebruikt omdat de steekproef

niet normaal verdeeld was. De Chi-square, de pearson correlatie, de Mann-Whithney

U test en de Kruskal-Wallis test werden uitgevoerd (Brace N., Kemp R. & Snelgar R.,

2003). Voor deze testen werd het programma SPSS (SPSS 15.0, SPSS Inc., USA)

gebruikt.

Page 33: Evaluatie van de duur van wondzorg volgens de VG-MZG ... · MMO : Multi moment opname MVG : Minimale Verpleegkundige Gegevens N : grootte steekproef N200 : Zorgen en/of opvolging

24

Hoofdstuk 3: Ontwikkeling score-instrument tijdsregistratie

wondzorg

3.1. Inleiding

In dit hoofdstuk wordt beschreven hoe met de medewerking van wondzorgexperten

het instrument werd ontwikkeld dat de tijdsduur van wondzorg met de beïnvloedende

factoren in kaart kan brengen.

3.2. Doel

De opzet is het ontwikkelen en valideren van een score-instrument waarmee de tijd

gemeten kan worden die nodig is om een wondzorg uit te voeren. Het instrument dient

bovendien de beïnvloedende factoren van de tijdsduur in kaart te brengen.

3.3. Methode

3.3.1. Identificatie van de beïnvloedende factoren

3.3.1.1. Literatuur

In de literatuur werd geen instrument teruggevonden dat de tijdsduur van wondzorg in

kaart brengt. Daarom werd dit score-instrument ontwikkeld.

3.3.1.2. Wondzorgexperten

Uitnodigen wondzorgexperten

Drie wondzorgexperten in het groot regionaal ziekenhuis en drie wondzorgexperten in

het Universitair Ziekenhuis werden aangeschreven. Er werd hen gevraagd of ze bereid

waren om deel te nemen aan de ontwikkeling van een instrument dat de tijdsduur van

wondzorg, uitgevoerd door verpleegkundigen in een ziekenhuis, kan registreren. Ook

Clinical Nursing Consulting vzw (CNC vzw) werd gecontacteerd met de vraag of er

twee wondzorgexperten wilden participeren. Dit resulteerde in de samenwerking van

acht wondzorgexperten.

Page 34: Evaluatie van de duur van wondzorg volgens de VG-MZG ... · MMO : Multi moment opname MVG : Minimale Verpleegkundige Gegevens N : grootte steekproef N200 : Zorgen en/of opvolging

25

Individuele interviews

Tijdens de individuele interviews kregen de experten de gelegenheid om vanuit hun

visie beïnvloedende factoren op de tijdsinvestering van een wondzorg te formuleren

(bijlage 3). Een semi-gestructureerde interviewguide werd gebruikt bij de individuele

interviews (bijlage 2). Om deze op te maken werd de literatuur doorgenomen die de

recente ontwikkelingen op het vlak van wondzorg beschrijft en werd een beroep

gedaan op de praktijkervaring van de onderzoeker. De recente literatuur werd

verkregen via het literatuuronderzoek van wondzorg en de cursus ‘permanente

vorming wondzorg’ (Gryson L., 2009).

Door middel van de individuele gesprekken werd een selectie gemaakt van de factoren

die de tijdsduur van een wondzorg beïnvloeden. Bij deze selectie werd de nadruk

gelegd op de items die een rechtstreekse invloed uitoefenen op de uitvoering van een

wondzorg.

Voorbereiding groepsgesprekken

Tijdens de groepsgesprekken werden de eerder geselecteerde factoren in vraag gesteld

en werd gestreefd naar consensus. Welke invloed hebben deze factoren op de

tijdsmeting en welk nut kan de registratie ertoe bijdragen?

Hoe het type wonde in het formulier kan worden weergegeven werd besproken.

Uiteindelijk werd gekozen om vier types van wondzorg te vermelden met de

mogelijkheid om het type te verduidelijken. De vier gekozen types zijn acute wonde,

chronische wonde, brandwonde en dermatologische wonde.

Hoe de afmetingen van de wonden dienden te worden gerapporteerd werd besproken.

De lengte van het verband werd gekozen als referentie voor de lengte van een wonde.

De lengte kon hierdoor per vijf centimeter worden opgegeven. Voor de breedte werd

gekozen voor de opsplitsing van een gesloten wonde, een losgekomen hechting (0 - 3

cm) en een wonde die meer dan drie cm breed is. Voor de diepte werd gekozen voor

de opsplitsing van een gesloten wonde, een oppervlakkige wonde (= < 0,5 cm) of een

diepe wonde (> 0,5 cm) (Gryson L.,2009).

Page 35: Evaluatie van de duur van wondzorg volgens de VG-MZG ... · MMO : Multi moment opname MVG : Minimale Verpleegkundige Gegevens N : grootte steekproef N200 : Zorgen en/of opvolging

26

3.3.2. Ontwikkeling score-instrument

3.3.2.1. Geselecteerde factoren

Aangezien de actualisatie van de VG-MZG het uitgangspunt vormde voor deze studie,

werden de grote lijnen van de VG-MZG overgenomen in dit instrument. Binnen de

VG-MZG-registratie van wondzorg wordt gebruik gemaakt van wondzones om

wondzorg te registreren. Deze wondzones kunnen worden teruggevonden in het

scoringsformulier (bijlage 4).

Om de geregistreerde wondzorgen nadien te kunnen herkennen, werd gevraagd om het

kamernummer, het bednummer, de leeftijd en het geslacht in te vullen.

Het begin- en einduur van de wondzorg zijn essentieel binnen deze studie. De meting

start wanneer de verpleegkundige het wondzorg materiaal begint te verzamelen en

eindigt wanneer het wondzorgmateriaal is opgeruimd.

De volgende mogelijke invloeden kunnen worden aangeduid op het scoreformulier:

� Isolatiemaatregelen: het gebruik van minimum twee isolatiemaatregelen die

ervoor zorgen dat het contact met de patiënt wordt beperkt, zoals het gebruik van

handschoenen, beschermende schort, masker, enz.;

� Een andere taal of een andere cultuur kan door een moeilijke communicatie een

invloed hebben op de tijdsduur van een verzorging;

� Het type wonde werd zoals eerder aangegeven in vier types onderverdeeld. Bij

het aanduiden van het type wonde wordt ook een verduidelijking gevraagd (zie

handleiding bijlage 6). Er kunnen verschillende soorten wonden zijn bij elk type

wonde;

� De dimensies van de wonde: lengte, breedte en diepte, zijn belangrijk om het

onderscheid te kunnen maken binnen de classificaties die binnen de VG-MZG

gebruikt worden om een wonde te registreren;

Page 36: Evaluatie van de duur van wondzorg volgens de VG-MZG ... · MMO : Multi moment opname MVG : Minimale Verpleegkundige Gegevens N : grootte steekproef N200 : Zorgen en/of opvolging

27

� De meest voorkomende behandelingen van een wonde (zie bijlage 6) werden

voorzien op het formulier. Ruimte werd opengelaten om een behandeling te

noteren die niet voorkomt in de lijst, bvb. Het gebruik van bloedzuigers;

� Het verwijderen van materiaal uit een wonde: bvb. haakjes, draadjes, zachte

drain, enz.;

� Het gebruik van een bedekkend of een absorberend verband;

� Het aanpassen van het verband aan de vorm van de wonde;

� De manier waarop het verband wordt gefixeerd;

� Indien één of meerdere van volgende infectietekenen voorkomen: rubor, calor,

dolor en tumor, kan dit als infectie gescoord worden;

� Een cultuurafname;

� Het wel of niet aanbrengen van bescherming aan de wondomgeving of de

noodzaak van andere fixatiematerialen dan kleefpleisters;

� Een verband verzadigd met wondvocht;

� De pijn tijdens de wondzorg;

� Een angstige patiënt;

� Een verwarde/dementerende patiënt;

� De aanwezigheid van het voorschrift of het materiaal voor een wondzorg op de

afdeling;

� Het feit dat de verpleegkundige de wondzorg voor de eerste keer of deze reeds

heeft uitgevoerd volgens het huidige wondzorgvoorschrift;

� De hulp van een tweede verpleegkundige om de wondzorg vlotter te laten

verlopen;

Page 37: Evaluatie van de duur van wondzorg volgens de VG-MZG ... · MMO : Multi moment opname MVG : Minimale Verpleegkundige Gegevens N : grootte steekproef N200 : Zorgen en/of opvolging

28

� De mogelijke onderbrekingen tijdens de wondzorg, het aantal onderbrekingen,

de duur van de onderbreking en de reden voor de onderbreking kunnen worden

genoteerd.

3.3.2.2. Opmaken instrument

Bij de opmaak van het scoreformulier werd gekozen om zoveel mogelijk factoren

weer te geven op het scoreformulier. Bij de factoren werden vakjes voorzien die

dienden aangekruist te worden bij de aanwezigheid ervan. Om het gemakkelijk te

kunnen gebruiken werd gekozen voor een A4-formaat. Zo kon het eventueel in een

papieren versie van een verpleegkundig dossier passen. Per bladzijde werd de

mogelijkheid voorzien om zes wonden te registreren, dit om het formulier

overzichtelijk te houden.

Bij het scoreformulier werd een gebruikershandleiding voorzien voor de

verpleegkundige. Dit werd zo opgemaakt dat bij de uitleg telkens een afbeelding van

het scoringsformulier werd voorzien. Het gedeelte, waar de uitleg naar verwees, werd

omcirkeld op de afbeelding (zie bijlage 7).

3.3.3. Valideren scoreformulier

Dezelfde experten die meewerkten aan de ontwikkeling van het scoreformulier en de

gebruikershandleiding werden gevraagd om het bekomen resultaat te valideren.

De meeste opmerkingen betroffen verduidelijkingen bij de definitie van de factoren en

spelling- en/of grammaticafouten. Bij de voorstelling van het project werd gevraagd de

nadruk te leggen op de behandeling van de verschillende wonden binnen eenzelfde

wondzorg.

Alle experten keurden het scoreformulier en de gebruikershandleiding goed.

3.3.4. Piloottesting

Twee verpleegkundigen werden gevraagd om het formulier uit te testen. Ze kregen de

gebruikershandleiding en het scoreformulier. Deze verpleegkundigen verwoordden

geen problemen te ervaren bij het invullen van het formulier.

Page 38: Evaluatie van de duur van wondzorg volgens de VG-MZG ... · MMO : Multi moment opname MVG : Minimale Verpleegkundige Gegevens N : grootte steekproef N200 : Zorgen en/of opvolging

29

3.3.5. Ethisch Comité

Het ontwikkelen van het instrument werd goedgekeurd door het EC-UZG

B67020095303 op drie februari 2009 (zie bijlage 5) na advies van het Comité voor

Ethiek te Brugge.

Page 39: Evaluatie van de duur van wondzorg volgens de VG-MZG ... · MMO : Multi moment opname MVG : Minimale Verpleegkundige Gegevens N : grootte steekproef N200 : Zorgen en/of opvolging

30

Hoofdstuk 4: Resultaten

In het regionaal ziekenhuis namen 19 verpleegkundigen deel aan de studie waarvan

acht verpleegkundigen op de afdeling algemene heelkunde en 11 verpleegkundigen op

de afdeling orthopedie.

Op de afdeling algemene heelkunde waren er 21 verpleegkundigen werkzaam waarvan

er 14 verpleegkundigen konden scoren. De overige verpleegkundigen werkten in de

nachtdienst of hadden een andere functie. Van deze 14 namen 57 percent deel aan deze

studie. De overige verpleegkundigen hadden minder dan vier dagen gewerkt

gedurende de 14 dagen van de registratie.

Op de afdeling orthopedie waren er 23 verpleegkundigen en twee studenten

werkzaam. Twee derden van de verpleegkundigen konden om verschillende redenen

niet deelnemen, drie waren werkzaam als hulp in de verpleging, vier verpleegkundigen

waren werkzaam als vaste nachtdienst, drie verpleegkundigen waren afwezig en twee

verpleegkundigen hadden op het moment van de registratie een andere functie. Van

deze 25 mogelijke deelnemers konden uiteindelijk 11 verpleegkundigen deelnemen.

Van de verpleegkundigen die konden registreren hebben 82 percent deelgenomen aan

de studie.

In het Universitair Ziekenhuis waren vier verpleegkundigen op de afdeling digestieve

heelkunde en vijf verpleegkundigen op de afdeling plastische heelkunde bereid om

deel te nemen aan deze studie. De beperkte bereidheid tot deelname aan deze studie

werd verklaard door de afwezigheid van collega’s en door de toenemende werkdruk

die dit met zich meebracht.

Tijdens de registratie in het regionaal ziekenhuis werden in totaal 93 wondzorgen

geregistreerd waarvan 44 wondzorgen op de afdelingen algemene heelkunde en 49

wondzorgen op de afdeling orthopedie. De 44 wondzorgen op de afdeling algemene

heelkunde vertegenwoordigden de zorgen aan 159 verschillende wonden en de 49

wondzorgen op de afdeling orthopedie 87 verschillende wonden.

Page 40: Evaluatie van de duur van wondzorg volgens de VG-MZG ... · MMO : Multi moment opname MVG : Minimale Verpleegkundige Gegevens N : grootte steekproef N200 : Zorgen en/of opvolging

31

Tijdens deze periode verbleven 95 patiënten op de afdeling algemene heelkunde,

waarvan 24 patiënten werden geïncludeerd in deze studie. Op de dienst orthopedie

verbleven 98 patiënten waarvan 17 patiënten werden geïncludeerd.

In het Universitair ziekenhuis werden in totaal 47 wondzorgen geregistreerd op de

afdelingen digestieve en plastische heelkunde. Op de dienst digestieve heelkunde

waren 28 wondzorgen geregistreerd die 49 verschillende wonden vertegenwoordigden

en op de dienst plastische heelkunde waren dit 19 wondzorgen die 25 verschillende

wonden bevatten.

Op de afdeling digestieve heelkunde werden vijf patiënten en op de afdeling plastische

heelkunde negen patiënten geïncludeerd in deze studie.

De geregistreerde wonden kregen een classificatie volgens de codeerhandleiding VG-

MZG. Voor de verzorging van wonden met suturen en insteekpunten (L200) bleken er

193 wonden geregistreerd te kunnen worden, voor de eenvoudige verzorging van een

open wonde (L300) 101 wonden, voor de complexe verzorging van een open wonde

(L400) 24 wondzorgen en voor de verzorging van huidlaesies als gevolg van

dermatologische aandoeningen (L500) 2 wonden.

Doordat er slechts 2 wonden geregistreerd werden binnen deze studie van het item

L500 zal dit item niet gebruikt worden bij de statistische verwerking van deze

gegevens.

Alle wonden binnen deze geregistreerde wondzorgen werden afzonderlijk

geregistreerd, wat resulteerde in 320 geregistreerde wonden.

Alle wonden die als behandeling alleen ontsmet en/of gereinigd werden, kregen een

eenvoudig zorg als score. Indien vette gaasverbanden werden gebruikt, in combinatie

met reinigen en ontsmetten van een wonde, kreeg deze eveneens als score een

eenvoudig zorg. Andere behandelingen die voorkwamen bij deze drie basis

verzorgingen werden als complexe zorg aanzien. Het aanbrengen van zalf werd als een

complexe behandeling aanzien daar dit bij 22 van de 36 wondzorgen in combinatie

met complexe behandelingen werd toegepast.

Page 41: Evaluatie van de duur van wondzorg volgens de VG-MZG ... · MMO : Multi moment opname MVG : Minimale Verpleegkundige Gegevens N : grootte steekproef N200 : Zorgen en/of opvolging

32

4.1. Kan een verschil worden waargenomen tussen de classificatie

van VG-MZG en de combinaties die kunnen worden gemaakt

volgens het type behandeling (eenvoudig en complex) en de

diepte van een wonde (gesloten, oppervlakkig en diep)?

4.1.1. Verschil in tijdsinvestering tussen het type behandeling van wonden

De wonden werden onderverdeeld in zes categorieën die de combinatie maken van het

type behandeling en de diepte van de wonde, nl.:

� Eenvoudige behandeling gesloten wonde (EG);

� Eenvoudige behandeling open oppervlakkige wonde (EOO);

� Eenvoudige behandeling open diepe wonde (EOD);

� Complexe behandeling gesloten wonde (CG);

� Complexe behandeling open oppervlakkige wonde (COO);

� Complexe behandeling open diepe wonde (COD).

Om het verband na te gaan tussen de tijdsinvestering en de mogelijke combinaties die

hierboven worden beschreven, werd een Kruskal-Wallis-test uitgevoerd. Dit toonde

een verband aan (x² = 35.629, df = 5, p < 0.001). Om uit te zoeken waar het verband

zich precies bevond, werd voor elke mogelijke combinatie een Mann-Whithney-U-test

uitgevoerd.

EENVOUDIGE BEHANDELING Gesloten wonde

EG Oppervlakkige wonde EOO

Diepe wonde EOD

EENVOUDIGE BEHANDELING

Gesloten wonde

EG

/

N1 = 21 N2 = 184

p < 0.988 two-tailed

N1 = 55 N2 = 184

p < 0.114 two-tailed

Oppervlakkige wonde EOO

N1 = 184 N2 = 21

p < 0.988 two-tailed

/

N1 = 55 N2 = 21

p = 0.395 two-tailed

Diepe wonde EOD

N1 = 184 N2 = 55

p < 0.114 two-tailed

N1 = 21 N2 = 55

p = 0.395 two-tailed

/

N1: steekproef grootte van de wonden vertikaal in de tabel N2: steekproef grootte van de wonden horizontaal in de tabel

Tabel 1: resultaten bij eenvoudige behandeling van wonden

Page 42: Evaluatie van de duur van wondzorg volgens de VG-MZG ... · MMO : Multi moment opname MVG : Minimale Verpleegkundige Gegevens N : grootte steekproef N200 : Zorgen en/of opvolging

33

Indien een eenvoudige behandeling werd toegepast bij de wondzorg werden er geen

verschillen gevonden (zie tabel 1).

COMPLEXE BEHANDELING Gesloten wonde

CG Oppervlakkige wonde COO

Diepe wonde EOD

COMPLEXE BEHANDELING

Gesloten wonde

CG

/

N1 = 14 N2 = 10

p < 0.608 two-tailed

N1 = 33 N2 = 10

p < 0.371 two-tailed

Oppervlakkige wonde COO

N1 = 10 N2 = 14

p < 0.608 two-tailed

/

N1 = 33 N2 = 14

p = 0.186 two-tailed

Diepe wonde COD

N1 = 10 N2 = 33

p < 0.371 two-tailed

N1 = 14 N2 = 33

p = 0.186 two-tailed

/

N1: steekproef grootte van de soort wonde vertikaal in de tabel N2: steekproef grootte van de soort wonde horizontaal in de tabel

Tabel 2: resultaten bij complexe behandeling van wonden

Indien een complexe behandeling werd toegediend aan de wonden werden kon

eveneens geen verschil binnen de categorieën worden gevonden (zie tabel 2).

EENVOUDIGE BEHANDELING

Gesloten wonde EG

Oppervlakkige wonde EOO

Diepe wonde EOD

COMPLEXE BEHANDELING

Gesloten wonde

CG

N1 = 184 (10 min) N2 = 10 (22.5 min)

p = 0.002 **

N1 = 21 (10 min) N2 = 10

p = 0.011 *

N1 = 55 (12.5 min) N2 = 10

p = 0.019 * Oppervlakkige

wonde COO

N1 = 184 (10 min) N2 = 14 (30 min)

p < 0.001 ***

N1 = 21 N2 = 14

p = 0.001 **

N1 = 55 N2 = 14

p = 0.001 **

Diepe wonde COD

N1 = 184 (10 min) N2 = 33 (15 min)

p < 0.001 ***

N1 = 21 N2 = 33

p = 0.015 *

N1 = 55 N2 = 33

p = 0.012 *

N1: Aantal wonden die een eenvoudige verzorging ondergingen N2: Aantal wonden die een complexe verzorging ondergingen * p < 0.05 ** p < 0.01 *** p < 0.001

Tabel 3: Eenvoudige versus complexe behandeling van wonden.

Tussen de twee type behandelingen werden verschillen aangetroffen in alle

categorieën (zie tabel 3).

Page 43: Evaluatie van de duur van wondzorg volgens de VG-MZG ... · MMO : Multi moment opname MVG : Minimale Verpleegkundige Gegevens N : grootte steekproef N200 : Zorgen en/of opvolging

34

Aan de hand van deze resultaten kan worden besloten dat een eenvoudige of complexe

behandeling (U 3935.500, N1 = 260, N2 = 58, p < 0.001) zorgt voor de verschillen in

de tijdsduur die werden aangetroffen bij de verzorging van wonden. Een complexe

behandeling duurt langer dan een eenvoudige behandeling van wonden.

4.1.2. VG-MZG

Binnen de classificaties van wondzorg volgens VG-MZG werd een verschil tussen de

classificaties onderling vastgesteld (x² = 17.193, df = 2, p < 0.001).

De tijdsduur van een wondzorg neemt toe naarmate de classificatie volgens VG-MZG

toeneemt (zie tabel 4). Een verzorging van een wonde volgens L200 duurt minder lang

dan een verzorging van een wonde volgens L400.

N Mediaan IQR

Gesloten wonde (L200) 188 10 min 8.25 – 15 min

Eenvoudige open wonde (L300) 103 14 min 10 – 20 min

Complexe open wonde (L400) 27 15 min 12.5 – 22 min

Tabel 4: Tijdsduur wondzorgen volgens de VG-MZG classificatie

Geen verschil in tijdsduur werd waargenomen in de eenvoudige verzorging van een

open wonde en de complexe verzorging van een open wonde (U 1392.500, N1 = 103,

N2 = 27, p = 0.201).

Aan de hand van deze resultaten kan besloten worden dat verschillen werden

vastgesteld tussen de verzorging van gesloten wonden en de verzorging van open

wonden volgens de classificatie van VG-MZG, ongeacht de behandeling van open

wonden.

4.1.3. VG-MZG versus het soort behandeling en de diepte van een wonde

Om na te gaan of er een verband bestaat tussen de VG-MZG-classificatie en de

onderverdeling die gemaakt kan worden door de combinaties van diepte van een

wonde en het type behandeling, wordt gebruik gemaakt van Spearman correlatie.

Er werd een verband (rs = 0.952, p < 0.001) aangetroffen tussen de classificatie van

wondzorg volgens VG-MZG en de onderverdeling met de soort behandeling en de

diepte van een wonde.

Page 44: Evaluatie van de duur van wondzorg volgens de VG-MZG ... · MMO : Multi moment opname MVG : Minimale Verpleegkundige Gegevens N : grootte steekproef N200 : Zorgen en/of opvolging

35

L200 L300 L400

Eenvoudige

zorg

Gesloten 184 0 0

Oppervlakkig 0 21 0

Diep 4 51 0

Complexe

zorg

Gesloten 2 7 1

Oppervlakkig 0 12 2

Diep 0 10 23

Tabel 5: Aantal wondzorgen volgens de verschillende onderverdelingen

Ongeveer 10.7% van de wondzorgen (= 34 wondzorgen) bevindt zich buiten de VG-

MZG-classificatie (zie tabel 5).

Binnen de verzorging van wonden met suturen en insteekpunten (L200) bevinden zich

twee wonden waar voor de eerste maal bloedzuigers worden geplaatst. Bij een eerste

toepassing van bloedzuigers is de huidbarrière nog niet doorbroken, waardoor dit als

een gesloten wonde wordt geregistreerd. Bloedzuigers worden gezien als een

complexe behandeling. Binnen deze classificatie bevinden zich vier wonden met

insteekpunten van wonddrainagesystemen (zie tabel 5). Insteekpunten van

wonddrainagesystemen zijn diepe wonden, doch worden volgens de

codeerhandleiding ingedeeld binnen L200.

In de eenvoudige verzorging van open wonden (L300) komen 29 wonden voor, die

volgens de indeling van deze scriptie een complexe behandeling krijgen. Deze

behandelingen betreffen de applicatie van zalf of gel, applicatie van vette gaas en/of

gecombineerd met het aanbrengen van vochtige compressen.

De complexe verzorging van een open wonde (L400) bevat binnen deze scriptie drie

onderverdelingen volgens diepte die niet terug te vinden zijn in de VG-MZG

classificatie.

Deze resultaten geven een verband weer tussen de classificatie van VG-MZG en de

classificatie gemaakt in deze scriptie volgens type behandeling en diepte van een

wonde.

Page 45: Evaluatie van de duur van wondzorg volgens de VG-MZG ... · MMO : Multi moment opname MVG : Minimale Verpleegkundige Gegevens N : grootte steekproef N200 : Zorgen en/of opvolging

36

4.2. Wordt een verschil vastgesteld in de tijdsduur van een

wondzorg, afhankelijk van het aantal wonden dat zich bevindt

in eenzelfde wondzone? Is er een verschil waarneembaar indien

een wonde zich in één of meerdere wondzones bevindt?

Indien een wondzorg zich beperkt tot één wondzone werd geen verschil aangetroffen

naargelang één of meerdere wonden werden verzorgd (U 3684.500, N1 = 43, N2 = 194,

p < 0.229 two-tailed). Een verschil in de tijdsduur van een wondzorg wordt

teruggevonden in een wondzorg, die één of meerdere wonden bevat, plaatsvindt

binnen meer dan één wondzone (U 187.500, N1 = 14, N2 = 67, p < 0.001 two-tailed).

> 1 wondzone

1 - 2 wonden > 2 wonden

N N = 119 N = 199

Mediaan 11 min 13 min

IQR 6.5 min – 15 min 10 min – 17 min

Tabel 6: Verschil in tijdsduur in meer dan één wondzone

Als er een onderverdeling wordt gemaakt tussen het aantal wonden - op basis van de

mediaan waarden - binnen de groep waar de wonden zich in meer dan één wondzone

bevinden, kan men een verschil vinden tussen de groep tot twee wonden en de groep

vanaf drie wonden (U 9958.500, N1 = 119, N2 = 199, p = 0.017). Een wondzorg tot

twee wonden neemt minder tijd in beslag dan een wondzorg die meer dan twee

wonden bevat.

Page 46: Evaluatie van de duur van wondzorg volgens de VG-MZG ... · MMO : Multi moment opname MVG : Minimale Verpleegkundige Gegevens N : grootte steekproef N200 : Zorgen en/of opvolging

37

4.3. Zijn er factoren, die een invloed kunnen uitoefenen op de

tijdsduur van een wondzorg onderverdeeld volgens VG-MZG?

4.3.1. Factoren die wondzorg beïnvloeden volgens de classificatie VG-MZG :

In de eenvoudige verzorging van gesloten wonden en insteekpunten (L200) werd een

verschil waargenomen tussen twee factoren die geregistreerd konden worden via het

scoreformulier.. Het fixeren van een verband met kleefstroken (zoals vb.: Mefix®,

Tegaderm®, …) neemt minder tijd in beslag dan het fixeren van een verband met een

zwachtel (zie tabel 5).

Indien het materiaal voor de wondzorg aanwezig was op de afdeling duurde de

wondzorg minder lang dan indien het materiaal niet aanwezig was op de afdeling (zie

tabel 5).

Mediaan IQR

Fixeren verbanden

Zwachtels

Kleefstroken

15 min

11.25 min

10 min – 30 min

7.5 min – 15 min

Materiaal aanwezig

Materiaal niet aanwezig 12 min

13 min

8 min – 15 min

10 min – 20 min

Tabel 7: De tijdsduur van wondzorgen waarop de factoren een invloed

hebben binnen L200.

Bij de eenvoudige verzorging van open wonden (L300) hadden volgende factoren een

invloed op de tijdsinvestering van een wondzorg (zie tabel 6):

� Het verwijderen van nietjes en/of draadjes ten opzichte van het verwijderen van

wonddrains;

� Het wel of niet aanpassen van het verband aan de wondgrootte;

� Het fixeren van een verband met een kleefstrook of met een zwachtel;

� Het wel of niet onderbreken van een wondzorg;

� Het wel of niet verzadigd zijn van een verband.

Page 47: Evaluatie van de duur van wondzorg volgens de VG-MZG ... · MMO : Multi moment opname MVG : Minimale Verpleegkundige Gegevens N : grootte steekproef N200 : Zorgen en/of opvolging

38

Mediaan IQR

Verwijderen haakjes

Verwijderen drains

10 min

13.5 min

6.5 min – 12.5 min

10 min – 15 min

Aanpassen verband

Niet aanpassen verband

15 min

10 min

12.5 min – 28.5 min

7.5 min – 15 min

Zwachtels

Kleefstroken

23 min

12.5 min

14 min – 35 min

7.5 min – 17.5 min

Onderbreking

Geen onderbreking

30 min

12.5 min

14 min – 35 min

7.5 min – 15 min

Verzadigd verband

Niet verzadigd verband

8.75 min

15 min

6.5 min – 12.45 min

10 min – 20 min

Tabel 8: De tijdsduur van wondzorgen waarop de factoren een invloed

hebben binnen L300

De status van de wondomgeving bleek een verschil uit te maken in de tijdsduur van

een wondzorg (x² = 11.182, df = 2, p = 0.002).

Het beschermen van de wondomgeving vergde minder tijd van de verpleegkundigen

dan het niet gebruiken van kleefpleisters om de verbanden te fixeren (U 4.500, N1 = 7,

N2 = 9, p = 0.002). Wanneer er bescherming diende aangebracht te worden aan de

wondomgeving in combinatie met het niet gebruiken van kleefpleisters (U 14.000, N1

= 7, N2 = 15, p = 0.004) kostte dit meer tijd dan enkel het beschermen van de

wondomgeving.

Bij de complexe zorg van een open wonde (L400) speelden volgende factoren een rol:

� de aanwezigheid van het wondzorgvoorschrift op de afdeling;

� de eerste keer versus reeds verzorgd volgens het huidige wondzorgvoorschrift;

� het gebruik van een bedekkend verband;

� het gebruik van een absorberend verband.

Page 48: Evaluatie van de duur van wondzorg volgens de VG-MZG ... · MMO : Multi moment opname MVG : Minimale Verpleegkundige Gegevens N : grootte steekproef N200 : Zorgen en/of opvolging

39

Mediaan IQR

Bedekkend verband

Geen bedekkend verband

22 min

13.5 min

14 min -30 min

11.5 min – 15min

Absorberend verband

Geen absorberend verband

13 min

16 min

11 min – 14 min

13 min – 24 min

Voorschrift aanwezig

Voorschrift niet aanwezig

14 min

30 min

12 min – 19.25 min

15 min – 35 min

Eerste verzorging

Reeds verzorgd

13 min

17.5 min

11.5 min – 16 min

14 min – 22 min

Tabel 9: De tijdsduur van wondzorgen waarop de factoren een invloed

hebben binnen L400

Deze resultaten tonen aan dat verschillende factoren, die momenteel niet bevraagd

worden in de VG-MZG,een invloed kunnen uitoefenen in de tijdsduur van een

wondzorg afhankelijk van de classificatie.

4.3.2. Kan de locatie van een wondzorg een verschil geven in de tijdsduur van

een wondzorg?

Een vermoeden uit de groep van wondzorgexperten was dat er een verschil zou zijn

tussen de verschillende locaties van een wonde in de tijdsduur van een wondzorg.

Er werd een verschil (x² = 36.393, df = 9, p < 0.001) teruggevonden tussen

verschillende wondzones van het lichaam bij de verzorging van gesloten wonden

(L200). Binnen deze classificatie van wondzorg volgens de VG-MZG duurde een

wondzorg aan de knie (zie tabel 8) het kortst en een wonde aan de rug het langst (U

0.000, N1 = 8, N2 = 2, p = 0.022).

Page 49: Evaluatie van de duur van wondzorg volgens de VG-MZG ... · MMO : Multi moment opname MVG : Minimale Verpleegkundige Gegevens N : grootte steekproef N200 : Zorgen en/of opvolging

40

Wondzone Mediaan IQR

Thorax+ Abdomen 4 min 4 – 4 min

Knie 4.25 min 3.5 – 4.5 min

Thorax 5.5 min 5 – 10 min

Bovenbeen 9 min 4 – 15 min

Onderbeen 10 min 6.25 – 13.75 min

Hand 10 min 8 – 12 min

Abdomen 11 min 10 – 15 min

Bovenarm 12.5 min 10 -15 min

Intieme zone 13.5 min 10 – 14.5 min

Rug 14 min 14 – 14 min

Tabel 10: Tijdsduur per locatie binnen L200

Bij de eenvoudige verzorging van open wonden werd een verschil (L300) (x² =

31.650, df = 12, p = 0.002) geconstateerd tussen de verschillende locaties van het

lichaam. Een wondzorg aan het abdomen samen met de intieme zone neemt het minst

tijd in beslag (U 0.000, N1 = 1, N2 = 29, p = 0.033) binnen deze classificatie, terwijl

een wondzorg aan het onderbeen het meest tijd in beslag neemt (zie tabel 9).

Wondzone Mediaan IQR

Abdomen + intieme zone 4.5 min 4.5 – 4.5 min

Stuit 5 min 4.5 – 12.5 min

Knie 8.5 min 4.5 – 12.5 min

Onderarm + hand 8.25 min 7 – 9.5 min

Onderbeen + voet 8.5 min 8.5 min – 12.5 min

Bovenbeen 10 min 5.75 – 14.25 min

Thorax 10.75 min 7.5 – 14 min

Voet 12 min 10 – 14 min

Rug 14 min 14 – 14 min

Abdomen 15 min 9.375 – 20 min

Onderbeen 23 min 14.5 – 35 min

Tabel 11: Tijdsduur per locatie binnen L300

Binnen de complexe verzorging van open wonden (L400) werden verschillen (x² =

10.310, df = 5, p = 0.023) teruggevonden in de verzorging van wonden. Wonden aan

het abdomen nemen meer tijd (U 1.000, N1 = 16, N2 = 2, p = 0.026) in beslag in hun

verzorging dan wonden aan het onderbeen samen met de voet (zie tabel 10). Binnen

deze classificatie werden er minder verschillen waargenomen binnen de verschillende

Page 50: Evaluatie van de duur van wondzorg volgens de VG-MZG ... · MMO : Multi moment opname MVG : Minimale Verpleegkundige Gegevens N : grootte steekproef N200 : Zorgen en/of opvolging

41

lichaamszones, daar er binnen deze classificatie slechts 27 wondzorgen konden

worden geregistreerd. Binnen de andere classificaties werden meer wondzorgen

geregistreerd waardoor meer verschillen konden worden teruggevonden in de locaties

van de wonden binnen de andere classificaties van VG-MZG.

Wondzone Mediaan IQR Abdomen 14 min 12.5 – 18.5 min Bovenbeen 30 min 30 - 30 min Knie 8.5 min 4.5 – 12.5 min Onderbeen 17 min 13 – 35 min Stuit 20 min 20 – 20 min

Tabel 12: Tijdsduur per locatie binnen L400

De locatie van een wonde kan een rechtstreekse invloed uitoefenen op de tijdsduur van

een wondzorg.

4.4. Zijn de WIN-tijden verschillend van de tijden gevonden tijdens

de zelfregistratie van wondzorg binnen deze studie?

Om na te gaan of deze twee projecten met elkaar kunnen vergeleken worden, werd een

Levènes-test (zie tabel 8). Enkel voor de classificatie L200 is de Levènes test niet

significant. M.a.w. enkel de wondzorgen binnen L200 van deze twee projecten kunnen

met elkaar vergeleken worden. Er is een verschil (p < 0.001) aanwezig tussen de data

van het WIN-project en de data verzameld in het kader van deze scriptie voor de

eenvoudige verzorging van een gesloten wonde. Een wondzorg binnen deze studie

neemt meer tijd in beslag dan een wondzorg binnen het WIN-project door

zelfregistratie en dan een wondzorg met de gecorrigeerde WIN-tijden.

Levène’s test zelfregistratie WIN

Man Whitney U WIN tijden

Tijdsduur

F value p-value zelfregistratie gecorrigeerde Mean Stand.dev L 200 WIN

0.034 0.853 < 0.001*** < 0.001*** 7.3 min 7.6 min

Scriptie 11.6 min 5.7 min

L 300 WIN 8.163 0.005 0.27 < 0.001***

16.9 min 16.2 min Scriptie 15.7 min 8.9 min

L 400 WIN 12.286 0.001 0.002** 0.42

34.5 min 28.5 min Scriptie 17.6 min 8.1 min

* p < 0.05 ** p < 0.01 *** p < 0.001

Tabel 13: Tijden WIN-project versus tijden binnen deze scriptie volgens VG-

MZG classificatie

Page 51: Evaluatie van de duur van wondzorg volgens de VG-MZG ... · MMO : Multi moment opname MVG : Minimale Verpleegkundige Gegevens N : grootte steekproef N200 : Zorgen en/of opvolging

42

Hieruit kan besloten worden dat een wondzorg binnen de classificatie L200 op het

vlak van tijdsduur (de verzorging van wonden met suturen en insteekpunten) meer tijd

vergt in deze studie dan binnen het WIN-project.

4.5. Hebben de wondzorgen binnen de classificatie van VG-MZG

eenzelfde tijdsduur op de verschillende heelkundige diensten?

Om na te gaan of er een verschil aanwezig is op de verschillende diensten op het vlak

van tijdsduur van een wondzorg volgens de classificatie van VG-MZG werd de niet

parametrische test Kruskal-Wallis test uitgevoerd. Voor de verzorging van wonden

met suturen en insteekpunten (x² = 15.654, df = 3, p = 0.001) en de eenvoudige

verzorging van een open wonde (x² 19.098, df = 3, p < 0.001) werd een verschil

gevonden tussen de verschillende afdelingen.

Aan de hand van de Mann-Whitney U test werd nagegaan op welke diensten dit

verschil zich bevond.

Er is een verschil gevonden bij de verzorging van gesloten wonden (L200) op de

afdeling:

� Orthopedie (AZ) en algemene heelkunde (AZ) (U 1316.500, N1 = 35, N2 = 114,

p = 0.001

� Algemene heelkunde (AZ) en digestieve heelkunde (UZ) (U = 867.500, N1 =

114, N2 = 27, p < 0.001).

N Mediaan IQR

Algemene heelkunde 116 11,7 min 10 – 15 min

Orthopedie 35 10 min 4.5 – 15 min

Digestieve heelkunde 27 7 min 5 – 13 min

Plastische heelkunde 12 11 min 5.5 – 17.5 min

Tabel 14: Tijdsduur wondzorg volgens L200 op de verschillende afdelingen

Bij de eenvoudige verzorging van een open wonde (L300) werd een verschil gevonden

tussen de afdelingen:

Page 52: Evaluatie van de duur van wondzorg volgens de VG-MZG ... · MMO : Multi moment opname MVG : Minimale Verpleegkundige Gegevens N : grootte steekproef N200 : Zorgen en/of opvolging

43

� Orthopedie (AZ) en algemene heelkunde (AZ) (U 617.500, N1 = 43, N2 = 45, p

= 0.007);

� Orthopedie (AZ) en digestieve heelkunde (UZ) (U = 30.500, N1 = 43, N2 = 6, p

= 0.001);

� Orthopedie (AZ) en plastische heelkunde (UZ) (U = 90.500, N1 = 43, N2 = 9, p =

0.011);

� Algemene heelkunde (AZ) en digestieve heelkunde (UZ) (U = 55.000, N1 = 45,

N2 = 6, p = 0.005).

N Mediaan IQR

Algemene heelkunde (AZ) 43 13 min 10 – 15 min

Orthopedie (AZ) 43 15 min 12.5 – 30 min

Digestieve heelkunde (UZ) 7 7.5 min 4.75 – 10.5 min

Plastische heelkunde (UZ) 9 11.6 min 6.75 – 14.5 min

Tabel 15: Tijdsduur wondzorg volgens L300 op de verschillende afdelingen

Uit deze resultaten kan besloten worden dat de tijdsduur van wondzorgen kan

verschillen naargelang de specialiteit van de heelkundige afdeling.

4.6. Invloed van variabelen die in andere klassen voorkomen van de

VG-MZG

U N p-waarde mediaan IQR

L200 Pijn

Geen pijn 561.500

9

181 0.057

14 min

10 min

7.5 min – 30 min

7.25 min – 15 min

L300 Pijn

Geen pijn 559.500

15

87 0.191

14 min

15 min

7 min – 20 min

10 min – 20 min

L400 Pijn

Geen pijn 29.000

6

20 0.029*

22 min

14 min

15 min – 24 min

12.1 min – 19.2 min

* p < 0.05 ** p < 0.01 *** p < 0.001

Tabel 16: Verschil in tijdsduur bij het wel of niet ervaren van pijn bij een wondzorg.

Pijn bleek een verschil te vormen in de uitvoering van de wondzorgen binnen de

complexe verzorging van open wonden (U 29.000, N1 = 6, N2 = 20, p = 0.029). Een

wondverzorging binnen dit item duurt langer indien de patiënt pijn ervaart dan indien

de patiënt geen pijn ervaart (zie tabel 11). Bij de verzorging van gesloten wonden heeft

Page 53: Evaluatie van de duur van wondzorg volgens de VG-MZG ... · MMO : Multi moment opname MVG : Minimale Verpleegkundige Gegevens N : grootte steekproef N200 : Zorgen en/of opvolging

44

een trend tot significantie. Dit illustreert dat de toediening van pijnstilling een

belangrijke rol kan spelen in de tijdsduur van een wondzorg. Het toedienen van

pijnstilling via intraveneuze, intramusculaire of subcutane weg kan worden

teruggevonden in een andere klasse H: ‘zorg bij geneesmiddelengebruik’ (zie bijlage

1).

Hieruit kan besloten worden dat hoe de patiënt de wondverzorging ervaart kon een rol

spelen in de tijdsduur van een wondzorg.

Page 54: Evaluatie van de duur van wondzorg volgens de VG-MZG ... · MMO : Multi moment opname MVG : Minimale Verpleegkundige Gegevens N : grootte steekproef N200 : Zorgen en/of opvolging

45

Hoofdstuk 5: Discussie en conclusie

5.1. Conclusie:

Binnen deze studie werden verschillen teruggevonden tussen het soort behandeling dat

werd toegediend en de diepte van de wonden (gesloten, oppervlakkige en diepe). Een

complexe verzorging duurt langer dan een eenvoudige verzorging van wonden. Er is

een verband aanwezig tussen de classificatie van VG-MZG en de verdeling binnen

deze scriptie. Binnen VG-MZG ontbreekt de mogelijkheid echter om bij gesloten

wonden een complexe behandeling te kunnen registreren. Deze mogelijkheid dient

verder onderzocht te worden.

Wanneer de wondzorg plaatsvindt in meer dan één wondzone werd een verschil in de

tijdsduur vastgesteld, naargelang het twee, of meer dan twee wonden betreft.

Verschillende factoren die momenteel niet bevraagd worden in de VG-MZG kunnen

een invloed uitoefenen op de tijdsduur van een wondzorg, afhankelijk van de

classificatie van de wondzorg zoals:

� de manier van fixeren van een verband;

� de aanwezigheid van het materiaal op de afdeling ;

� het verwijderen van nietjes en/of draadjes ten opzichte van het verwijderen van

wonddrains;

� het wel of niet aanpassen van het verband aan de wondgrootte;

� het fixeren van een verband met een kleefstrook of met een zwachtel;

� het wel of niet onderbreken van een wondzorg;

� het wel of niet verzadigd zijn van een verband;

� de wondomgeving;

� de aanwezigheid van het voorschrift voor de wondzorg op de afdeling;

� het feit of een verpleegkundige de wondzorg al dan niet voor de eerste keer

uitvoert volgens het huidige wondzorgvoorschrift;

� het gebruik van een bedekkend verband;

� het gebruik van een absorberend verband.

Page 55: Evaluatie van de duur van wondzorg volgens de VG-MZG ... · MMO : Multi moment opname MVG : Minimale Verpleegkundige Gegevens N : grootte steekproef N200 : Zorgen en/of opvolging

46

De locatie van een wonde kan een invloed uitoefenen op de tijdsduur van een

wondzorg. Binnen L200 duurt een wondzorg aan de knie het kortst en een wonde aan

de rug het langst. Voor een wonde met classificatie L300 duurt een wondzorg aan het

abdomen samen met de intieme zone het kortst en een wonde aan het onderbeen het

langst, een wonde aan het abdomen binnen de classificatie L400 het langst terwijl een

wonde aan het onderbeen samen met de voet het kortst. Niet alle wondzones werden

echter vertegenwoordigd in deze studie.

Enkel binnen de wondclassificatie L200 kunnen de data van het WIN-project en de

data van deze scriptie met elkaar vergeleken worden. Een wonde binnen deze studie

neemt meer tijd in beslag dan een wondzorg binnen het WIN-project.

De verzorging van gesloten wonden (L200) nam op de afdeling algemene heelkunde

(AZ) meer tijd in beslag dan op de afdelingen orthopedie (AZ) en digestieve

heelkunde (UZ). De eenvoudige verzorging van een open wonde (L300) op de dienst

orthopedie (AZ) duurde in deze studie het langst, terwijl een wondverzorging binnen

deze klasse op algemene heelkunde (AZ) langer duurde dan op digestieve heelkunde

(UZ).

De wondzorgen duurden langer indien de patiënten pijn ervaarden bij de gesloten en

open complexe wondzorgen.

5.2. Discussie

Het feit dat een groot aantal mogelijke beïnvloedbare factoren worden bevraagd zorgt

ervoor dat een grotere steekproef noodzakelijk is. Eveneens om op een valide manier

vast te kunnen stellen of de conclusies uit deze studie veralgemeend kunnen worden

voor heelkundige diensten.

Dit onderzoek zou herhaald moeten worden om een duidelijker beeld te krijgen

hoeveel tijd verpleegkundigen effectief aan wondzorg besteden op heelkundige,

interne, geriatrische en intensieve diensten volgens de classificatie van de VG-MZG.

Dit laat toe de werklast die uiteindelijk aan deze klasse (huid- en wondverzorging)

wordt gekoppeld de effectieve werklast op de werkvloer vertegenwoordigt.

Page 56: Evaluatie van de duur van wondzorg volgens de VG-MZG ... · MMO : Multi moment opname MVG : Minimale Verpleegkundige Gegevens N : grootte steekproef N200 : Zorgen en/of opvolging

47

Is de keuze van behandelingen tussen de eenvoudige zorg en complexe zorg correct

vastgelegd binnen deze studie?

Kunnen dezelfde resultaten op het vlak van de wondzones teruggevonden worden bij

een herhaling van deze studie?

Indien een grotere steekproef verkregen wordt, volgens de methodiek beschreven in

deze studie, kunnen de andere classificaties van VG-MZG vergeleken worden met de

verkregen resultaten?

Verder onderzoek op verpleegkundige afdelingen zal steeds moeilijker worden in de

praktijk daar de werkdruk steeds toeneemt. Door het beperkt afstuderen van nieuwe

verpleegkundigen, de complexiteit van de pathologie en de zorgzwaarte van de

patiënten toeneemt zal onderzoek hoe langer hoe moeilijker worden.

Nochtans is onderzoek de enige manier waarop de werkdruk in beeld kan worden

gebracht.

5.3. Limits:

Op het vlak van tijdsinvestering van wondzorg door verpleegkundigen zijn weinig

studies uitgevoerd, waardoor een goede basis voor de methodiek ontbreekt.

De korte duur van de registratie binnen deze studie zorgde ervoor dat de

verpleegkundigen niet konden wennen aan de manier van registreren.

De verhoogde werkdruk voor de verpleegkundigen door:

� De deelname aan de studie diende door de verpleegkundigen aan de patiënten

gevraagd te worden. Dit zorgde voor een barrière bij de verpleegkundigen zelf

om deel te nemen aan de studie;

� De patiënten die in het ziekenhuis verblijven hebben intensievere zorg nodig

(Sermeus W. et al., 2009);

� Tekort aan verpleegkundigen op de werkvloer;

� Recente veranderingen van de VG-MZG.

Page 57: Evaluatie van de duur van wondzorg volgens de VG-MZG ... · MMO : Multi moment opname MVG : Minimale Verpleegkundige Gegevens N : grootte steekproef N200 : Zorgen en/of opvolging

48

Literatuurlijst

Ampt A., Westbrook J., Creswick N., Mallock N.(2007). A comparison of self-

reported and observational work sampling techniques for measuring time in nursing

tasks. Journal of health services research and policy, 12 (1) 18-24.

Brace N., Kemp R. & Snelgar R. (2003) SPSS for Psychologists: A guide to data

analysis using SPSS for Windows. Hampshire, Macmillan Publishers Limited.

Burke T.A., McKee J.R., Wilson H.C., Donahue R.M.J., Batenhorst A.S. en Pathak

D.S. (2000). A comparison of time-and-motion and selfreporting methods of work

measurement. Journal of Nursing Administration, 30 (3) 188-125.

Definitie MesH-termen. Opgehaald 15 mei, 2009, van

http://www.ncbi.nlm.nih.gov/sites/entrez?db=mesh

Definitie performantie. Opgehaald 22 juni, 2009, van https://www.encyclo.nl

Dellobelle S. & Smet K. (2007) Zelfregistratie via multimoment-opname, een

betrouwbare registratiemethode binnen de verpleegkunde? Universiteit te Gent,

Masterproef tot het behalen van de graad in master in de verpleegkunde en

vroedkunde.

Everhart N. (1997) Work Sampling: The application of an industrial research

technique to school library media centers. Library & Information Science Research, 19

(1) 53 – 69.

Finkler S.A., Knickman J.R., Hendrickson G., Lipkin M., Thompson W.G. (1993) A

comparison of work-sampling and time-and-motion techniques for studies in health

services research. Health services research, 28 (5) 577 – 597.

FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de voedselketen en Leefmilieu DG1 Dienst

Datamanagement (2009) Codeerhandleiding: Verpleegkundige Gegevens van de

MZG. VG-MZG. Officiële versie 1.5. Brussel, Cel Verpleegkundige Audits.

Page 58: Evaluatie van de duur van wondzorg volgens de VG-MZG ... · MMO : Multi moment opname MVG : Minimale Verpleegkundige Gegevens N : grootte steekproef N200 : Zorgen en/of opvolging

49

Gryson L. (2009) De ‘care cycle’ en het TIME(D) concept en zijn evolutie. Cursus

Permenante Vorming Wondzorg, Brugge KHBO.

http://www.ebnursing.ugent.be/win/ afgehaald 16 januari 2009

Nickman N.A., Guerrero R.M., Bair J.N. (1990) Self-reported work-sampling methods

for evaluating pharmaceutical services. American Journal of Hospital Pharmaceutics,

47 (9) 2026 – 2030.

Pelletier D. & Duffield C. (2003) Work sampling: Valuable methodology to define

nursing practice patterns. Nursing and Health Sciences, 5, 31 – 38.

Rascati K.L., Komberlin C.L., McCormick W.C. (1986) Work Measurement in

pharmacy research. American Journal of Hospital Pharmacy, 43 (10) 2445 – 2452.

Schouppe L., Defloor T., Gobert M. en Van Goubergen D. (2007). Eindrapport:

Workload Indicator for Nursing. Federaal Overheidsdienst Wetenschapsbeleid ten

behoeve van de Federale Overheidsdienst Volksgezondheid, Leefmilieu en Veiligheid

van de voedselketen: Brussel, p322.

Sermeus W. (1992). Variabiliteit van de verpleegkundige verzorging in algemene

ziekenhuizen. Acta Hospitalia, 32 (4) 5-13.

Sermeus W., Delesie L., Van den Heede K., Michiels D., Gillet P., Codognotto J. &

Thonon O. (2003) Actualisatie Minimale Verpleegkundige Gegevens. Opgehaald 22

juli, 2009, van https://portal.health.fgov.be

Sermeus W., Delesie L., Van den Heede K., Michiels D., Gillet P., Codognotto J.,

Thonon O. & Van Boven C. (2003) Actualisatie MVG-Begeleidingscommissie

19/11/2003. Opgehaald 22 juli, 2009, van https://portal.health.fgov.be

Sermeus W., Delesie L., Van Landuyt J., Wuyts Y., Vanden Boer G. en Manna M.

(1994). Minimale Verpleegkundige Gegevens in België: basis voor het

gezondheidszorgbeleid van morgen. KUL: Leuven, p79.

Sermeus W., Gillet P., Gillain D., Grietens J., Laport N., Michiels D., Thonon O.,

Vanden Boer G., Van Herck P. & Van den Heede K. (2009) Development and

Page 59: Evaluatie van de duur van wondzorg volgens de VG-MZG ... · MMO : Multi moment opname MVG : Minimale Verpleegkundige Gegevens N : grootte steekproef N200 : Zorgen en/of opvolging

50

validation of nursing resource weights for the Belgium Nursing Minimum Dataset in

general hospitals: A Delphi questionnaire survey approach. International Journal of

Nursing Studies, 46, 256-267.

Sermeus W., Gillet P., Tambeur W., Gillain D., Grietens J., Laport N., Michiels D.,

Thonon O., Vanden Boer G., Van Herck P., Swartenbroekx N. & Ramaekers D.

(2007) Financiering van verpleegkundige zorg in ziekenhuizen. Health Services

Research (HSR) Brussel: Federaal Kenniscentrum voor de gezondheidszorg (FCE);

KCE reports 53A (D/2006/10.273/06).

Sermeus W., Michiels D., Van den Heede K., Van Herck P., Vanlanduyt J.,

Codognotto J., Thonon O., Van Boven C. & Gillet P. (2005) Actualisatie MVG:

Begeleidingscommissie 20/09/2005. Opgehaald 22 juli, 2009, van

https://portal.health.fgov.be

Sermeus W., Van den Heede K., Michiels D., Delesie L., Gillet P., Codognotto J.,

Thonon O. en Van Boven C. (2005) Actualisatie MVG (deel II en slot). Nursing

(nieuwseditie) 11 (1) 3-4.

Slocum N. (2005). Participatory Methods Toolkit. A practitioner’s manual. opgehaald

28 april, 2009, van http://www.viwta.be/files/MethDelphi.pdf

The University of Iowa (1996). Nursing Interventions Classification. Opgehaald 30

juni, 2009, van http://www.nursing.uiowa.edu/excellence/excellence.htm

Ubbink D.T., Vermeulen H., Schreuder S.M. en Lubbers M.J. (2006) Disagreement

among doctors and nurses as to the choice of dressing in surgical patients with open

wounds: An inter- and intra observer analysis. Wounds, 18, 286 – 293.

Vermeulen H. (2006) Evidence-based improvements in postoperative care. On the

cutting edge between nursing and medicine. Amsterdam: Buiten & Schipperheijn,

p283.

Vermeulen H., Ubbink D.T., Goossens A., de Vos R. en Legemate D. (2005).

Dressings and topical agents for surgical wounds healing by secondary: A Cochrane

systematic review. British Journal of Surgery, 92, 665 – 672.

Page 60: Evaluatie van de duur van wondzorg volgens de VG-MZG ... · MMO : Multi moment opname MVG : Minimale Verpleegkundige Gegevens N : grootte steekproef N200 : Zorgen en/of opvolging

51

Wirth P., Kahn L., Perkoff G.T. (1978) Comparability of two methods of time and

motion study used in a clinical setting: work sampling and continuous observation.

Medical care, 16 (1) 61 – 71.

Page 61: Evaluatie van de duur van wondzorg volgens de VG-MZG ... · MMO : Multi moment opname MVG : Minimale Verpleegkundige Gegevens N : grootte steekproef N200 : Zorgen en/of opvolging

Bijlage

Bijlage 1: VG-MZG classificatie

Bijlage 2: Semi-gestructureerd interviewguide

Bijlage 3: Voorstellen geformuleerd door experten

Bijlage 4: Wondzones

Bijlage 5: Topics groepsgesprek

Bijlage 6: Goedkeuring Ethisch Comité

Bijlage 7: Scoringsformulier voor wondzorg

Bijlage 8: Handleiding scoringsformulier

Bijlage 9: Infoflyer Patiënten Gent

Bijlage 10: Codatie gegevens

Page 62: Evaluatie van de duur van wondzorg volgens de VG-MZG ... · MMO : Multi moment opname MVG : Minimale Verpleegkundige Gegevens N : grootte steekproef N200 : Zorgen en/of opvolging

1

BIJLAGE 1: VG-MZG CLASSIFICATIE

DOMEIN 1: ZORG BIJ DE ELEMENTAIR FYSIOLOGISCHE FUNC TIES Klasse A: Bevorderen van activiteiten en lichaamsbeweging A1: Lichamelijke oefeningen A100: Gestructureerde lichamelijke oefeningen

Klasse B: Zorg voor uitscheiding B1: Zorgen m.b.t. uitscheiding aan het kind jonger dan 5 jaar B100: Zorgen m.b.t. uitscheiding aan het kind jonger dan 5 jaar B2: Zorg bij urinaire uitscheiding B210: Opvolging van de mictie bij een patiënt continent voor urine B220: Ondersteuning van de urinaire uitscheiding bij een patiënt continent voor urine B230: Zorgen bij de urinair incontinente patiënt B240: Zorgen aan een urinair stoma B250: Zorgen aan een urinaire verblijfssonde B3: Uitvoeren van een blaassondage B300: Uitvoeren van een blaassondage B4: Zorgen bij Faecale uitscheiding B410: Opvolging van de defaecatie bij de patiënt continent voor faeces B420: Ondersteuning van de faecale uitscheiding bij de patiënt continent voor faeces B430: Zorgen bij de faecaal incontinente patiënt B440: Zorgen m.b.t.een faecaal stoma/pouch B5: Zorgen bij toediening lavement en/of verwijderen faecalomen en/of het plaatsen van een rectale

sonde/canule ter preventie of ter behandeling van obstipatie B500: Zorgen bij toediening lavement en/of verwijderen faecalomen en/of het plaatsen van een rectale

sonde/canule ter preventie of ter behandeling van obstipatie B6: Educatie m.b.t. urinaire of/en faecale uitscheiding B600: Sensibilisatie/Educatie m.b.t. urinaire en/of faecale uitscheiding

Klasse C: Zorg voor de mobiliteit C1: Installeren van de patiënt C110: Installatie van de bedlegerige patiënt C120: Installatie van de NIET bedlegerige patiënt C200: Hulp bij verplaatsen van de patiënt binnen de afdeling of de kamer C4: Aanwezigheid van tractie C400: Aanwezigheid van tracties(s)

Klasse D: Zorg voor voeding D1: Zorgen m.b.t. de voeding D110: Zorgen bij de voeding in de patiëntenkamer D120: Zorgen bij de voeding in de eetzaal D130: De patiënt is nuchter gedurende de verpleegkundige zorgperiode D2: Zorg bij fles- en/of borstvoeding aan een kind D200: Zorg bij fles- en/of borstvoeding aan een kind D4: Toedienen van Totale Parenterale Nutritie (TPN) D400: Toedienen van Totale Parenterale Nutritie (TPN) D5: Educatie m.b.t. voeding D500: Sensibilisatie/Educatie m.b.t. voeding

Klasse E: Bevorderen van lichamelijk comfort E1: Symptoommanagement: pijn E100: Symptoommanagement: pijn E2: Symptoommanagement: nausea & braken E200: Symptoommanagement: nausea en/of braken E3: Symptoommanagement: moeheid

Page 63: Evaluatie van de duur van wondzorg volgens de VG-MZG ... · MMO : Multi moment opname MVG : Minimale Verpleegkundige Gegevens N : grootte steekproef N200 : Zorgen en/of opvolging

2

E300: Symptoommanagement: moeheid E4: Symptoommanagement: sedatie E400: Symptoommanagement: sedatie

Klasse F: Ondersteunen van de persoonlijke zorg F1: Hygiënische verzorging F110: Hygiënische zorgen: toilet aan lavabo/bed/couveuse F120: Hygiënische zorgen: toilet in bad of douche F2: Educatie m.b.t. verzorging F200: Sensibilisatie/Educatie m.b.t. hygiënische verzorging F3: Dagkledij F300: Hulp bij dagkledij F4: Zorgen m.b.t. het zelfbeeld F400: Zorgen m.b.t. het zelfbeeld F5: Bijzondere mondzorg F500: Bijzondere mondzorg

DOMEIN 2: COMPLEXE FYSIOLOGISCHE FUNCTIES Klasse G: Zorg voor de elektrolytenbalans en het zuur-base-evenwicht G1: Beleid van de vocht- of voedingsbalans G100: Beleid van de voedings- of vochtbalans G2: Beleid bij een evacuerende maagsonde G200: Beleid bij een evacuerende maagsonde G3: Glycemiebeleid G300: Glycemiebeleid G4: Bloedwaardenbeleid: bloedgassen, stolling, hemoglobine of ionen G400: Beleid van het zuur-base evenwicht en/of de ionen en/of het hemoglobine en/of de stolling G5: Beleid m.b.t. dialyse G500: Beleid m.b.t. dialyse

Klasse H: Zorg bij geneesmiddelengebruik H1: Toediening van geneesmiddelen IM/SC/ID H100: Toediening van de verschillende geneesmiddelen IM/SC/ID H2: Toediening van geneesmiddelen IV H200: Toediening van de verschillende geneesmiddelen IV: aantal H3: Toediening van geneesmiddelen IV H300: Het meest toegediende geneesmiddel IV: frequentie H4: Toediening van geneesmiddelen via aërosol, puff of zuurstoftent H400: Toediening van geneesmiddelen via inhalatie (aërosol/puff/tent) H5: Toediening van geneesmiddelen via vaginale weg H500: Toediening van geneesmiddelen via vaginale weg

Klasse I: Neurologische zorg I1: Bewaking van de neurologische functie d.m.v. een meetinstrument I100: Opvolging van de neurologische functie d.m.v. een meetinstrument I2: Intracraniële drukmeting met of zonder drainage I200: Opvolging van de intracraniële druk met of zonder drainage

Klasse K: Zorg voor de ademhaling K1: Aspiratie van de luchtwegen K100: Aspiratie van de luchtwegen K2: Ondersteunende middelen voor de ademhalingsfunctie K200: Verbeteren van de ademhaling: ondersteunende middelen K3: Kunstmatige ventilatie K300: Verbeteren van de ventilatie: kunstmatige ventilatie

Klasse L: Huid- en wondverzorging L1: Opvolging van een wonde en/of een verband en/of gebruikt materiaal zonder verbandwissel

Page 64: Evaluatie van de duur van wondzorg volgens de VG-MZG ... · MMO : Multi moment opname MVG : Minimale Verpleegkundige Gegevens N : grootte steekproef N200 : Zorgen en/of opvolging

3

L100: Opvolging van een wonde en/of een verband en/of gebruikt materiaal zonder verbandwissel L2: Verzorging van wonden met suturen en/of insteekpunten L200: Verzorging van wonden met suturen en/of insteekpunten L3: Eenvoudige verzorging van een open wond L300: Eenvoudige verzorging van een open wond L4: Complexe verzorging van een open wonde L400: Complexe verzorging van een open wonde L5: Verzorging van huidlaesies als gevolg van dermatologische aandoeningen L500: Verzorging van huidlaesies als gevolg van dermatologische aandoeningen

Klasse M: Temperatuurregeling M1: Opvolgen van de thermoregulatie M100: Beleid van de thermoregulatie van de baby in de couveuse

Klasse N: Zorg voor de weefseldoorbloeding N1 Toediening van bloed en bloedcomponenten N100: Toediening van bloed en bloedcomponenten N2: Toediening en/of verzorging van een artificiële toegangspoort: veneus, arterieel, subcutaan,

intramusculair, intrapleuraal, intrathecaal, epiduraal, intraperitoneaal, intro-osseus, intra umbilicaal

N200: Zorgen en/of opvolging van een toegangspoort N3: Veneuze bloedafname N300: Veneuze bloedafname N4: Arteriële bloedafname N400: Arteriële bloedafname N5: Capillaire bloedafname N500: Capillaire bloedafname N6: Cardio-circulatoire ondersteuning: elektrisch hulpmiddel N600: Opvolging van een elektrische cardio-circulatoire ondersteuning N7: Cardio-circulatoire ondersteuning: mechanisch hulpmiddel N700: Opvolging van een mechanische cardio-circulatoire ondersteuning

DOMEIN 3: GEDRAG Klasse O: Gedragstherapie O1: Activiteitenbegeleiding 0100: Beleid m.b.t. activiteiten 02: Zorg m.b.t. gedragsstoornissen O200: Zorg m.b.t. gedragsstoornissen

Klasse P: Cognitieve therapie P1: Zorgen aan de patiënt met een cognitief verminderd functioneren P100: Zorgen aan de patiënt met een cognitief verminderd functioneren

Klasse Q: Bevorderen van de communicatie Q1: Bevorderen van de communicatie bij communicatiemoeilijkheden Q100: Bevorderen van de communicatie

Klasse R: Ondersteunen bij probleemhantering R1: Emotionele ondersteuning R110: Emotionele basisondersteuning R120: Gerichte emotionele ondersteuning R130: Opvang van een emotionele crisis

Klasse S: Patiëntenvoorlichting S1: Gerichte educatie en voorlichting S100: Specifieke sensibilisatie/Educatie S2: Voorlichting bij operatie of onderzoek S200: Sensibilisatie/Educatie m.b.t. een heelkundige ingreep of onderzoek

Page 65: Evaluatie van de duur van wondzorg volgens de VG-MZG ... · MMO : Multi moment opname MVG : Minimale Verpleegkundige Gegevens N : grootte steekproef N200 : Zorgen en/of opvolging

4

DOMEIN 4: VEILIGHEID Klasse V: Risicobestrijding V1: Decubituspreventie: gebruik van dynamische antidecubitusmaterialen V100: Decubituspreventie: gebruik van dynamische antidecubitusmaterialen V2: Decubituspreventie: wisselhouding V200: Decubituspreventie: wisselhouding V3: Bewaken van de biologische vitale parameters m.b.t. hart, longen, lichaamstemperatuur:

continue monitoring V300: Opvolging van de biologische vitale parameters (hart, longen en/of lichaamstemperatuur):

continue monitoring V4: Bewaken van de biologische vitale parameters m.b.t. hart, longen, lichaamstemperatuur:

discontinue monitoring V400: Opvolging van de biologische vitale parameters (hart, longen en/of lichaamstemperatuur):

discontinue monitoring V5: Staalafname van weefsel of lichamelijk excretiemateriaal V500: Staalafname van weefsel of organisch materiaal V6: Isolatiemaatregelen: bijkomende voorzorgsmaatregelen V600: Isolatiemaatregelen: bijkomende voorzorgsmaatregelen V7: Beschermingsmaatregelen bij desoriëntatie V700: Zorgen m.b.t. desoriëntatie: beschermingsmaatregelen

DOMEIN 5: GEZIN EN FAMILIE Klasse W: Zorg rondom geboorte W1: Zorgen i.v.m. relaxatie, gebonden aan de voorbereiding op de bevalling W100: Zorgen m.b.t. relaxatie ter voorbereiding van de bevalling W2: Zorgen ante-partum: opvolging uterine activiteit W200: Zorgen ante-partum: opvolging uterine activiteit W3: Bevalling uitgevoerd door een vroedkundige W300: Bevalling uitgevoerd door een vroedkundige W4: Post-partum opvolging W400: Zorgen post-partum: opvolging post-partum W5: Kangoeroezorg W500: Kangoeroezorg

Klasse X: zorg voor gezin en familie X1: Rooming-in van familie of significante naaste X100: Rooming-in

DOMEIN 6: GEZONDHEIDSZORGBELEID Klasse Y: Bemiddeling in de zorg Y1: Interculturele bemiddeling Y100: Interculturele bemiddeling Y2: Verpleegkundige anamnese Y200: Verpleegkundige anamnese

Klasse Z: Beheer van zorgvoorzieningen & informatiebeheer Z1: Assessment functioneel, mentaal, psychosociaal Z100: Evaluatie functioneel, mentaal, psycho-sociaal Z2: Ondersteuning van de arts bij niet delegeerbare medische handelingen Z200: Ondersteuning van de arts bij niet delegeerbare medische handelingen Z3: Multidisciplinair overleg Z300: Multidisciplinair overleg Z4: Contact met andere instellingen Z400: Overleg met andere instellingen

Page 66: Evaluatie van de duur van wondzorg volgens de VG-MZG ... · MMO : Multi moment opname MVG : Minimale Verpleegkundige Gegevens N : grootte steekproef N200 : Zorgen en/of opvolging

1

BIJLAGE 2: SEMIGESTRUCTUREERDE INTERVIEW GUIDE:

VRAGEN INDIVIDUELE INTERVIEWS: Semi gestructureerd Welke items kunnen een mogelijke invloed hebben op de tijd die verpleegkundigen besteden aan wondzorg? Kan het type wonde de duur van de wondzorg voorspellen? In hoever kan de TIME classificatie de tijdsduur van de wondzorg voorspellen? In welke mate wordt de tijd die een verpleegkundige aan wondzorg besteed beïnvloed door het wel of niet gestoord worden van de verpleegkundige door vb.: zoemer/bel, materiaal vergeten, … Volgende items wil ik zeker aan bod laten komen: Aantal wonden? 1e maal dat de wonde verzorgd wordt door de verpleegkundige? Medewerking van de patiënt? Pijnlijke wondzorg? Diepte van de wonde? Behandeling van de wonde? Soort verband? Onderdeel totaalzorg? Patiënt die veel of weinig uitleg vraagt? Tijd registreren volgens de richtlijnen VG-MZG of anders?

Page 67: Evaluatie van de duur van wondzorg volgens de VG-MZG ... · MMO : Multi moment opname MVG : Minimale Verpleegkundige Gegevens N : grootte steekproef N200 : Zorgen en/of opvolging

1

BIJLAGE 3: VOORSTELLEN GEFORMULEERD DOOR

EXPERTEN

Voorstellen voor variabelen en/of aanvullingen door meerdere experten

geformuleerd:

� Het soort wonde meer onderverdelen dan enkel chirurgisch of traumatische wonde. Het voorstel varieerde van de verpleegkundigen het soort wonde te laten noteren of de classificatie van de VG-MZG voor te drukken;

� Het soort wondbehandelingen nog meer aanvullen en specificeren; � Rood Geel Zwart classificatie vervangen door granulerend, fibrineus en

necrotisch; � De taalbarrière en het cultuurverschil kunnen een invloed hebben op de tijdsduur

van een wondzorg; � De mogelijke onderbrekingen tijdens een wondzorg werd als belangrijke factor

naar voor gebracht die de tijdsduur kan beïnvloeden; � Aanwezigheid van het wondzorgmateriaal op dienst.

Voorstellen voor variabelen en of aanvullingen door één expert geformuleerd:

� Baseer je op de meest gebruikte registratiemethoden en de recentste ontwikkelingen binnen wondzorg zoals het Rood Geel Zwart principe en TIME (Tissue Infection Moisture Edge) principe;

� Observatie van het verwijderde verband; � Duidelijk definiëren van start en eindtijd; � Het type verbanden meer uitsplitsen; � Wondomgeving; � Medicatie; � Mobiliteit van de patiënt; � Advies van een arts of van derden; � Aanwezigheid van het wondzorgvoorschrift op de dienst? � Isolatiemaatregelen; � Hoge complexiteit van de wondzorg; � Afmetingen van de wonden; � Locatie van de wonde. Is deze plaats vlot te behandelen? � Ontsmetten van wondzorgmateriaal inbegrepen in de wondzorgtijd? � Deskundigheid van de verpleegkundige? � Is er een wondzorgbeleid aanwezig in het ziekenhuis? � Gecombineerde pathologie aanwezig? � Zijn er psychologische factoren die de wondzorgtijdsduur kunnen beïnvloeden?

Page 68: Evaluatie van de duur van wondzorg volgens de VG-MZG ... · MMO : Multi moment opname MVG : Minimale Verpleegkundige Gegevens N : grootte steekproef N200 : Zorgen en/of opvolging

2

Knelpunten vanuit de individuele gesprekken:

� Onderverdeling van de soort wonde: acuut, chronisch, brandwonde en dermatologische wonde?

� TIME principe: welk nut heeft dit binnen deze studie? Vertaling naar tijdsduur? � Onderbrekingen wondzorg: vanaf wanneer documenteren? Geschatte tijd of

objectief vaststellen? � Start- en eindtijd: wanneer starten en stoppen met de tijd van een wondzorg? � Betrouwbaarheid van de gegevens? Problemen bij zelfregistratie? Hoe werd in het

buitenland zelfregistratie studies opgezet? � Afmetingen van de grootste wonde? � Onderdeel van een totaalzorg? � Tijdsregistratie zeer arbeidsintensief! � Pijndrempel van de patiënt? � Andere pathologieën? � Onderscheidt maken bij negatieve druktherapie tussen eerste toepassing,

verbandwissel en lekkage? � Fixatie van het verband: op welke manier? � Bescherming wondranden? � Soorten verbanden vermelden?

Page 69: Evaluatie van de duur van wondzorg volgens de VG-MZG ... · MMO : Multi moment opname MVG : Minimale Verpleegkundige Gegevens N : grootte steekproef N200 : Zorgen en/of opvolging

1

BIJLAGE 4: WONDZONES

Page 70: Evaluatie van de duur van wondzorg volgens de VG-MZG ... · MMO : Multi moment opname MVG : Minimale Verpleegkundige Gegevens N : grootte steekproef N200 : Zorgen en/of opvolging

1

BIJLAGE 5: TOPICS GROEPSGESPREK

TOPIC’S OM TE BESPREKEN:

Type wonde: Acuut, chronisch, brandwonden en brandwonden???

Breedte wonde: 0 – 0,5 cm; 0,5 – 1 cm; 1 – 2 cm; 2 - 3 cm en < 3cm OF gesloten wonde, 0 – 1cm, 1 – 3 cm en > 3cm

Observatie verband ??? invloed op tijdsduur ??? Wondvocht Mate wondvocht -- JA – Uitzicht wondvocht ??? invloed op tijdsduur ??? Geurend – niet geurend ??? invloed tijdsduur ???

Tissue (weefsel) ??? invloed op de tijdsduur van een wondzorg ???

Onderbroken werkduur? Hoe dit best in kaart brengen? Vanaf 5 min onderbreking? Geschatte tijd?

Formaat formulier A4 – A3?

Page 71: Evaluatie van de duur van wondzorg volgens de VG-MZG ... · MMO : Multi moment opname MVG : Minimale Verpleegkundige Gegevens N : grootte steekproef N200 : Zorgen en/of opvolging

1

BIJLAGE 6: GOEDKEURING ETHISCHE COMITÉ

Page 72: Evaluatie van de duur van wondzorg volgens de VG-MZG ... · MMO : Multi moment opname MVG : Minimale Verpleegkundige Gegevens N : grootte steekproef N200 : Zorgen en/of opvolging

2

Page 73: Evaluatie van de duur van wondzorg volgens de VG-MZG ... · MMO : Multi moment opname MVG : Minimale Verpleegkundige Gegevens N : grootte steekproef N200 : Zorgen en/of opvolging

3

Page 74: Evaluatie van de duur van wondzorg volgens de VG-MZG ... · MMO : Multi moment opname MVG : Minimale Verpleegkundige Gegevens N : grootte steekproef N200 : Zorgen en/of opvolging

4

Page 75: Evaluatie van de duur van wondzorg volgens de VG-MZG ... · MMO : Multi moment opname MVG : Minimale Verpleegkundige Gegevens N : grootte steekproef N200 : Zorgen en/of opvolging

5

Page 76: Evaluatie van de duur van wondzorg volgens de VG-MZG ... · MMO : Multi moment opname MVG : Minimale Verpleegkundige Gegevens N : grootte steekproef N200 : Zorgen en/of opvolging

1

BIJLAGE 7: WONDZORGREGISTRATIEFORMULIER

Page 77: Evaluatie van de duur van wondzorg volgens de VG-MZG ... · MMO : Multi moment opname MVG : Minimale Verpleegkundige Gegevens N : grootte steekproef N200 : Zorgen en/of opvolging

1

BIJLAGE 8: HANDLEIDING WONDZORGREGISTRATIE-

FORMULIER

Page 78: Evaluatie van de duur van wondzorg volgens de VG-MZG ... · MMO : Multi moment opname MVG : Minimale Verpleegkundige Gegevens N : grootte steekproef N200 : Zorgen en/of opvolging

2

Page 79: Evaluatie van de duur van wondzorg volgens de VG-MZG ... · MMO : Multi moment opname MVG : Minimale Verpleegkundige Gegevens N : grootte steekproef N200 : Zorgen en/of opvolging

3

Page 80: Evaluatie van de duur van wondzorg volgens de VG-MZG ... · MMO : Multi moment opname MVG : Minimale Verpleegkundige Gegevens N : grootte steekproef N200 : Zorgen en/of opvolging

4

Page 81: Evaluatie van de duur van wondzorg volgens de VG-MZG ... · MMO : Multi moment opname MVG : Minimale Verpleegkundige Gegevens N : grootte steekproef N200 : Zorgen en/of opvolging

1

BIJLAGE 9: INFOFLYER PATIËNTEN GENT

Page 82: Evaluatie van de duur van wondzorg volgens de VG-MZG ... · MMO : Multi moment opname MVG : Minimale Verpleegkundige Gegevens N : grootte steekproef N200 : Zorgen en/of opvolging

2

BIJLAGE 10: CODATIE GEGEVENS Wondzorg registratieformulier: Ziekenhuis 1 = UZ

2 = AZ Afdeling 1 = Orthopedie

2 = Algemene heelkunde 3 = digestieve heelkunde 4 = Plastische heelkunde

Kamernummer Bed Leeftijd ruimte openlaten om in te vullen = max 3 getallen Geslacht 1 = man 2 = vrouw Isolatiemaatregelen 1 = ja 0 = nee Andere taal 1 = ja 0 = nee Andere cultuur 1 = ja 0 = nee Wondzones ruimte openlaten om in te vullen = letters Aantal wonden /wondzone: ruimte openlaten om in te vullen Datum dag/maand Begintijd u/min Eindtijd u/min Soort wonde 1 = acute wonden

2 = chronische wonden 3 = brandwonden 4 = dermatologische wonden

Lengt wonde 1 = 0-5cm 2 = 5-10cm 3 = 10-15cm 4 = 15-20cm 5 = 20-25cm 6 = 25-30cm 7 = > 30cm

Diepte wonde 0 = Gesloten 1 = oppervlakkig 2 = diep

Breedte 0 = gesloten 1 = 0-3cm 2 = >3cm 35 = > 10 cm

VG-MZG 200: Verzorging wonden met suturen en insteekpunten 300: Eenvoudige verzorging open wonden 400: Complexe verzorging open wonden 500: Verzorging dermatologische wonden

Behandeling 1 = reinigen 2 = ontsmetten 3 = mechanisch debrideren 4 = tulle

Page 83: Evaluatie van de duur van wondzorg volgens de VG-MZG ... · MMO : Multi moment opname MVG : Minimale Verpleegkundige Gegevens N : grootte steekproef N200 : Zorgen en/of opvolging

3

5 = zalven 6 = spoelen 7 = wieken 8 = douchetherapie 9 = Vochtige kompressen 10 = Neg Druk 1e toep 11 = Neg Druk Verband Wissel 12 = Neg Druk Lekkage 13 = Bloedzuigers

Verwijderen/Inkorten 1 = draadjes 2 = haakjes 3 = zachte drain 4 = harde drain

Aanpassen volgens wondgrootte 1 = ja 0 = nee Bedekkend 1 = Ja 0 =Nee Absorberend 1 =Ja 0 = Nee Fixatie 1 = compressietherapie

2 = zwachtels 3 = fixomul 4 = polyurethaan 5 = tubigrip

Infectie 1 = ja 0 = nee Cultuurname 1 = ja 0 = nee Aanbrengen bescherming 1 = Ja 0 = Nee Geen kleefpleisters gebruiken 1 = Ja 0 = Nee Verband doordrongen 1 = ja 0 = nee Pijnlijk 1 = ja 0 = nee Verward/dementerend 1 = ja 0 = nee Angstig 1 = ja 0 = nee Voorschrift aanwezig 1 = ja 0 = nee Materiaal aanwezig 1 = ja 0 = nee 1e verzorging 1 = ja 0 = nee reeds verzorgd 1 = ja 0 = nee Onderdeel uitgebreidere zorg 1 = ja 0 = nee 2 verpleegkundigen 1 = ja 0 = nee Onderbreking Zorg 1 = ja 0 = nee Aantal onderbrekingen = een getal max 2 getallen Duur onderbreking Tijd in minuten Reden onderbrekingen 1 = Infuus

2 = bel 3 = tekort materiaal 4 = dokter 5 = advies derden 6 = toilet 7 = telefoon 8 = Bloedzuigers