Bob Hoogenboom: Banking on Trust
-
Upload
wim-assink -
Category
Economy & Finance
-
view
347 -
download
0
description
Transcript of Bob Hoogenboom: Banking on Trust
The Blame Game
Bob Hoogenboom4 November 2013
2
Pandora’s Box
3
4
5
1- Greed is good
“The point is, ladies and gentleman, that 'greed' — for lack
of a better word — is good. Greed is right. Greed works.
Greed clarifies, cuts through, and captures the essence of
the evolutionary spirit.
Greed, in all of its forms — greed for life, for money, for
love, knowledge — has marked the upward surge of
mankind. And greed — you mark my words — will not
only save Teldar Paper, but that other malfunctioning
corporation called the USA”
6
2. Risk appetite
Averse Avoidance of risk and uncertainty is a key organisation objective.
Minimal Preference for ultra-safe options that are low risk and only have a
potential for limited reward.
7
Cautious: Preference for safe options that have a low degree of risk and may
only have limited potential for reward.
Open Willing to consider all potential options and choose the one most likely to
result in successful delivery, while also providing an acceptable level of
reward and value for money.
Hungry Eager to be innovative and to choose options offering potentially higher
business rewards, despite greater inherent risk.
8
3. Mismanagement
9
10
11
4. Regulatory capture
Bernstein, M. 1955. Regulating Business by Independent Commission.
Princeton: Princeton University Press.
Glover, P. 2007. "A Crime Not a Crisis: Why Health Insurance Costs So Much"'.
Huntington, S. 1952. The Marasmus of the ICC: The Commission, the Railroads,
and the Public Interest. Yale Law Journal 614:467-509.
Laffont, J. J., &Tirole, J. 1991. The politics of government decision making. A
theory of regulatory capture. Quarterly Journal of Economics 106(4): 1089-
1127
12
Lee, Timothy B. (August 3, 2006). "Entangling the Web". The New York Times.
Retrieved April 1, 2011.
Levine, M. E., &Forrence, J. L. 1990. Regulatory capture, public interest, and the
public agenda. Toward a synthesis. Journal of Law Economics &
Organization 6: 167-198
Stigler, G. 1971. The theory of economic regulation. Bell J. Econ. Man. Sci. 2:3-
21.
13
5. Business Schools
De fundamentele problemen waarmee topmanagers worstelen onderwerp van
een groot aantal artikelen op ManagementSite. Het ontbreken van ethische
normen en waarden bij topbestuurders lijkt daarbij de grote boosdoener te
zijn. Universiteiten rollen inmiddels over elkaar heen om ethiek als vakgebied
op het curriculum te zetten. Maar zijn het niet juist diezelfde
onderwijsinstellingen geweest die voor onethisch handelende managers
hebben gezorgd door onjuiste theorieën te doceren?
14
Financial Times (July 18, 2003) Sumantra Ghoshal, hoogleraar aan de
London Business School:
- verklaart onverantwoorde gedrag van managers van Enron, Tyco en vele
andere bedrijven aan de hand van theorieën die vol overgave worden
gedoceerd op topuniversiteiten als Harvard, Berkeley en Stanford. Na
afstuderen brengen managers deze gedachten natuurlijk in de praktijk.
- Business Schools moeten stoppen met het doceren van een groot aantal oude
theorieën: agency-theorie, de transactiekostentheorie en de theorieën van
Michael Porter.
15
http://www.managementsite.nl/440/strategie-
bestuur/mismanagement-schuld-business-schools.html
16
Agency theorie
Stelt dat men aan topmanagers niet hun belangrijkste
taak kan toevertrouwen: het creëren van
aandeelhouderswaarde. Het „wezen van de mens‟ is
tenslotte eigenbelang. Het belang van aandeelhouders
en topmanagers dient volgens deze theorie dan ook
gelijkgesteld te worden. Dat kan door het verstrekken van
opties. Door het belang van de aandeelhouders te
„alignen‟ met het eigenbelang van de manager wordt het
creëren van aandeelhouderswaarde gediend.
17
Geen wonder dat deze theorie een warm onthaal kreeg
bij zowel studenten als (toekomstig) topmanagers. Het
heeft echter ook geleid tot optieregelingen die niet in
verhouding staan tot de prestaties van de managers, tot
frauduleuze praktijken en tot het oppoetsen van
jaarcijfers. Hebben financiële prikkels eigenlijk wel het
gewenste effect op het presteren van managers?
18
Transactie theorie
Stelt dat ondernemingen kunnen bestaan doordat
managers invloed en autoriteit kunnen uitoefenen op de
medewerkers, die alleen daardoor doen wat ze moeten
doen. Het fundament van performance indicatoren,
balanced scorecards en andere monitoring-tools is op
deze theorie gebaseerd. Medewerkers moeten zoveel
mogelijk worden gecontroleerd, anders lopen ze uit de
pas. Vaak met tegengesteld effect.
19
Porter
richt zich op het feit dat niet alleen geconcurreerd moet
worden met de bekende directe concurrenten, maar ook
met leveranciers, klanten, medewerkers en de wetgevers.
De hoogste winst wordt gehaald door die bedrijven die
concurrentie zoveel mogelijk uitsluiten, hoewel dit voor de
maatschappij als geheel vaak slecht is. De klant is in dit
concept net zozeer een concurrent als een leverancier.
Geen wonder dat u als klant of leverancier vaak slecht
wordt behandeld!
20
6. De rol van de staat
- Verzorgingsstaat (belasting, sociale lasten) en
spaartegoeden
- Deregulering en privatisering (Reagan, Thatcher, Lubbers
en Kok)
- Paul Frentrop in „Gorilla‟s‟
21