WikiTree · vDE EERLOOSHEIDONTMASKERD, OPENINBADEARE VERDEDIGINGE VANDE EEREENEIETGEHOUDENGEDRAG...
Transcript of WikiTree · vDE EERLOOSHEIDONTMASKERD, OPENINBADEARE VERDEDIGINGE VANDE EEREENEIETGEHOUDENGEDRAG...
Digitized by the Internet Archive
in 2016 with funding trom
University of Pretoria, Library Services
https://archive.org/details/deeerloosheidontOOrede
vD E
EERLOOSHEID ONTMASKERD,IN DE
OPEN BA AREVERDEDIGINGE
VAN DEEERE EN EIET GEHOUDEN GEDRAG
VANJOHANNES H E N R I C U $
REDERING ÉI UT S:\TEGEN
9 DE MISHANDELINGE ZYN.ER GEWEZENELASTGEEVERS EN DERZELVER MEDE-STAÜDEH*; EN INZOHDERHIJIDj DEZICH NOEMENDE REPRiESENTA N-„
TEN DER KLAAGENDE EN REDRES-VERZOEKENDE BURGER YE
VAN DE
KAAP DE GOEDE HOOP.Verrykt met authentyke en andere ftukken, ge-
deeltelyk berustende ter griffie van kunnehoog mog. en behoórende tot de ge- q J \/
fchiedenisfen der Verëenigde sj‘' A yy/Nederlanden. ' ^— : —— tP i ONa dit aJei zult gy niy wel willen toe/laan, dat men van /mart imet
flerven , of zich boysn de grilligheden der Fortuin verheffen. —
—
BELISARIUS, Ilde Hoofdftuk.
Te A M S T E.R D A M, by
J. A. C R A J E N S C H Ó T.
M D C C X C I I.
1
^ {./ L
o
O
Gedrukt voor rekeninge van den Autheur.
’£r warden geene exe**?*-**™» vnn- prUe rrbmd, dan dis
door den Autheur zelve ondertekend zyrt.
> „•
. / s cJ• V/Cl
1
c CC SZéf '< 7 7 11/ * ~*C&
MERENSKY-BIBLIOTEEKUNIVERSITEIT VAN PRETORIA
Klasnommer zffl. £È4 _
Registernommer l lt -d 6 — fc&ekivsHu is
O P D R A G T.
AAN DE HOOG EDELE GESTRENGE
HESSEN
Mr. SEBAST IAAN CORNELISNEDERBURGH,
SIMON HENDRIKFRYKENIUS
EN
EDUARD DAN IELS,
Commisfarisfen Generaal, en Secretaris , van
wegens de Generaale Nederlandfche Oost-
Indifche compagnie, na Indiën en de
Kaap de goede Hoop, &c. Sc. cic.
HOOG EDELE GESTR. HEERENÏ
Gedoog dat een flachtöffer dier bekende
volksbeweegingen, welke zedert eenige jaaren
de Volkplantinge van de Kaap de goede Hoop
ontrust hebben, Uw Hoog. Ed. Geftr. een
bewys van dien eerbied geeve, welke de gee-
* 2 nen,
IV O P D R A G T.
nen , die ons wettig en wel regeeren, het
recht hebben ,van ons te vorderen.
Zonder eene lofrede op Uw HoogEd.Geflr.
aller cbaraóter te maakcn, kal ik my eeniglyk
verftouten van te zeggen, dat, daar alle wel-
denkenden , die de belangen van het Neder-
landsch Gemeenebest, met opzicht tot haare
bezictingen in Indien , ter harte gaarl, zich in
de keuze, gevallen op Uw Hoog Ed. Geftr.
verheugd hebben , — ik ook in mynen geest
het gelukkig tydftip te gemoete zie, in welke
Uw Hoog Ed. Geftr., van hoogerhand met
eene genoegzaame magt voorzien, nevens de
nodige verbeteringen in de Oosterfche bezit-
tingen van dpn Staat, tcvono in myn vader-
land, die geregelde orde in ’t burgerlyk be-
ftuur vestigen zult, welke ik altoos als een
vreedzaam burger, vuurig gewenscht hebbe,
aldaar éénmaal te mogen zien heerfchen , en
welk gebrek myeigenlyk genoopt heeft, eenen
last op my te neemen , die my thans zó veele
onaangenaamheden veroorzaakt.
Het is daaróm , dat ik de vryheid neeme,
dit tegenwoordig fluk aanUwHoogEd. Geftr.
met alle behoorlyken eerbied op te draagen
,
met dééze nedrige béde, om, zo ’er in het-
islve eenige zaakea van wezenlyk aanbelang,
myn
O P D R A G T. v
myn ongelukkig vaderland betreffende , mog-
ten voorkomen , dezelve tot heil myner ver-
blinde en misleide mede-burgeren,in wyze en
gunflige overweeginge te neemen , en
voor ’t overige , de vryheid te vergeeven,die
genomen word , door
HOOG EDELE GESTR. HEEREN!
Uwer Hoog EdelGeflr. zeer
Amflerdam , ootmoedige en gehoorzaa-
rfcn 4d£n April me dienaar.
1792.
J* tl. £\.CCfcïüighuys.
% VOOR-
VI
VOORREDE.Onder alle de plichten van een goed burger , is ’cr
zekerlik geene , welke moeielyker te betrachten , aan
verfchillcnder uitleggingen , en daarom ook aan meer-
dere gevaaren onderhavig is , dan die , welke wy va-
derlandschlicfde noemen
.
Zommigcn , verftaan door deeze geneigdheid, eene
drift , die onberedeneerd is , om dat zy zig eeniglyk
bepaald, tot de plaatfclyke ligging, of het aangenaa-
me van eenig land, ftad of woonplaats , alwaar men
’t ccrfle levenslicht aanfehouwde.
Anderen weder , zyn zo flcrk verkleefd aan de Gods-
dienfige en 'bürgcrlykc vooröordeclcn en begrippen in
hun vaderland aangenomen of geëerbiedigd, dat zy
ter goeder trouwC' gelooven , ctat at 't geene , ’t welk
afwykt van de zeden,gewoonten en gebruiken hunner
landsgenooten , met de gezonde reders en goede orde
flrydig is. Dééze bekrompene denkbeelden omtrent
dien wezenlyken plicht, maaken nogthans wel zomtyds
plaats , voor gunftigcr indrukzelen , indien ons hart
door de opvoeding niet geheel bedorven is, en wy door
oefening de gelegenheid vinden , om onzen /'maak te
verbéteren , en in menschkennis te vorderen.
Dan , een derde heeft van deeze zó ménigmaal ver-
keerd begreepen deugd, in ’t geheel geen denkbeeld
met betrekking tot zich zelve ; — hy befpot veelcïl
allen itver , welken’
'er gebezigd word om de algemeens
belangen des flaats te helpen bevorderen , en memel
dit
,
VOORREDE. vil
dit burgerlyke gecstdryvcrye- Zyne byzondcre
oogmerken nogthans, overtuigen hem zclven te zeer
,
dat het perfoonlyk belang geen herfenfehim is , dan
dat hy ’er niet voor ieveren zoude ; zo dat men hem
in den {laat , dikwerf de partye zal zien kiezen van
den geenen , van wien hy cenig aanmerkelyk voordeel
hoopt; en déézen rol zal men hem voornaamelyk zien
vertoonen, intyden van [laats beroeringen. — Dier»
gelyke lieden zyn over ’t geheelgenomen , de gevaar-
lykjle leden eener burger-maatfehappye , en behooren ,
in onrustige tydpcrkcn, door den braaven Regent, en
vaderlandlieyenden burger , wel dógelyk in ’t ooge ge-
houden te worden,
Den man van goede beginzelen daarentegen , bc-
grypt door de liefde tot het vaderland , die deugd,
welke befiierd /Lm- wjaarj> nw^rliUcfde cn heldenmoed ,
geen andere bedoeling heeft , dan om het algemeene
nut en welzyn des {laats , van welke hy, ofdoor het
recht van geboorte, of dat der inwooningc , een der
bevoorrechte léden geworden is , te bevorderen ; en
zulks inzonderheid , wanneer de regeeringsform, of
de natiuirlykc voordeelen zynes vaderlands toebrengen
konnen tot de goeden zeden, en den algemeenen wel-
vaard.
Of den fchryver van het volgend [uk eenig recht
hebbe, om onder deeze laatfe klasfe gerangfehikt te
worden, zal een waarheicl-lievend lózer, wanneer hy
hetzelve met genoegzaame onzydigheid zal doorblader
d
hebben, zelve konnen beJUsfcn ; hy zal verder gaan ,
—* 4 by
vin VOORREDE.hy zal, indien hy der menfchen-woelingen immer met
een wysgecrig oog befchouwd hebbe, met den fchryver
eindclyk tot de erkentenis deezer treurige waarheid
komen
,
dat vecle onzer natuurgenooten zo ondeu-
gende zyn, dat zy de heiligde verplichtingen op
eene dartele wyze verbreeken konnen. Eene waar-
heid! welke een heilloozen invloed hebben zoude op de
zeden , zo hei den braayen man immer aan moed ont-
breeken kondc, om op eene voorzichtige wyze tegen
den firoom van belorvene begrippen te worflelen , ten
minften voor zich zelven vry en onbekrompen te han-
delen, en door een zedelyk voorbeeld te onderwyzcn:
maar niet te min eene waarheid ! die reeds gcheele
volken laag en veragtelyk heeft gemaakt ,om dat ’cr
oppervlakkig dit ongelukkig gevolg uit kan getrokken
worden, dat het dwaasheid is, iets anders dan ons
eigen rust cn weivaard te behartigen ; want decze
cnderfelling maakt den mensch onrechtvaardig jegens
een ieder , bchalvcn den Dwingeland cn zyneVifiers:
voor deezen zal hy als een verachtelykc . worm krui-
pen , om dat hy ’cr gunjlen van bedde! , terwyl hy
zynen broeder al het gewicht zyncr barbaarfche meer-
derheid doei gevoelen.
Deezc laatfle onderwerpen , hoe zeer ook, door dcr-
zelver gewicht , gefchikt, tot voorwerpen van onder-
zoek en befpiegeling aan eenen man , die met den
rampfpoed wot'jlcld, zullen evenwel het zaakclyke vo.n
het volgend verhaal niet uilmaaken. Zy zouden ech-
ter aan zynen geest , als geene redenen hebbende cm
de
VOORREDE. IX
de waereld van haare yoordceligfle zyde ie befchou-
wen , ecnig yoedzel konnen verfchafen , om zyne aan-
merkingen kracht by te zetten , en het onderwerp voor
den gevoeligen lézer , belangryk te manken ; maar dan
zal déózen , indien hy van voorfpoed en genoegen om-
ringd is , misfehien zeer veel geduld , en de 'groot(Ie
onzydigheid nodig hebben, om het publiek gedrag
van deti fchryver naar waarheid te bcöordeden : dog
dit is ook do eenige gunst , welke hy vraagd.
REGISTERDER
BYLAAGEN.Lt. A. Propofitie; gedaan aan de fcurgerye van
de Kaap de goede Hoop , en op den 4den
april 1786, ovcrgegeeven aan ijun i-ioog
mog. de lieeren Staaten Generaal der Ver-
eenigde Nederlanden.. pag. 10e,
Lt. B. Ade van qualificatie, en verbond der voor-
naamlle burgeren van de Kaap degoede Hoop,
op den 4den april i786,overgegeeven aan
hun hoog mog. de Heeren Staaten Ge-
neraal der Verëënlgdc Nederlanden. 106
Lt. C. Eerde afte van garantie, by welke eenige
der voornaamfte burgeren van de Kaap de
Hoop
,
zich hebben verklaard en gefield,
tot principaale contribuanten, in de zaak
der klaagende en redrès-verzoekende bur*
gerye aldaar 113
Lt. D. Tweede acte van garantie, waarby in ’t
byzonder, de gezamentlyke repreefentan-
ten der redrès-verzoekende burgerye van
de Kaap de goede Hoop zich , tot meerder
zekerheid hunner gecommitteerdens in
Nederland, verbonden hebben. . 116
Lt. E. Procuratie; gepasfeerd op de gevolmag-
tigden der burgerye van de Kaap de goede
Hoop-,
XïREGISTER.Hoop, en op den 4den april 1786, over-
gegeeven aan hun hoog mog. de Heeren
Staaten Generaal der Verëenigde Neder-
landen. . . • pag- 118
Lt. F. Advertentie van marthinus adrianus
bergh. . • • I2 3
Lt. G. Contra-advertentie, van johannes roos ,
JOHANNES HENRICUS REDELINGHUYS mJOHANNES AUGUSTUS BRESLER. IS5
Lt. II. Concept'interpreteerende notificatie vaii
m„ a. bergh, {trekkende tot herroepinge
zyner advertentie. . . 131
Lt. I. Request ; door de gecommitteerden der
burgerye van de Kaap de goede Hoop , op
den 4d*n april 1786, gepraefenteerd aan
hun hoog mog. de Heeren Staaten Ge-
neraal der Verëenigde Nederlanden. 133
Lt. K. Extract uit het register der refolutien van
de hoog mog. de Heeren Staaten Generaal
der Verëenigde Nederlanden, in dato den
4den april 1786. . . 149
Lt. L., M. en N. Extraéten, uit het register der
refolutien , van de hoog mog. Heeren
Staaten Generaal der Verëenigde Neder-
den, &c. . . 151, 153, 153.
Lt. O. Extract van een brief; gefchreeven dooi-
den procureur matthys hendrik vanson HENDRiKz. in ’sHage, aan de repne-
fentanten der klaagende burgerye van de
Kaap de goede Hoop. , . . 156
Lt. P.
XII REGISTER.Lt. P. Brief; gefchreeven , door de gecommit-
teerden der klaagende burgerye van de
Kaap de goede Hoop
,
aan derzelver com-
mittenten aldaar. . . pag. 158
Lt. Q. en R. Extraéten van twee brieven ; ge-
fchreeven in ’sHage , door den procureur
MATTHYS HENDRIK VAN SON , HEN-
drikz. aan de reprrefentanten der bur-
gerye van de Kaap de goede Hoop. 161,
. . . .- . . i 62
Lt. S. Brief;gefchreeven door de gevolmagtig-
den der klaagende burgerye van de Kaap
de goede Hoop
,
aan vyf leden van derzel-
vcr committenten aldaar. . . 164
Lt. T. Brief;gefchreeven door de gecommitteer-
den der klaagende burgerye van de Kemp
de gneJo Hoop, aan cie repraelentanteu dier
burgerye in ’t generaal. . . 175
Lt. U. Declaratoir en Protest, gedaan en over-
gegeeven,aan de repnefentanten der klaa-
gende, en redrès - verzoekende burgerye
van de Kaap de goede Hoop , door en van
wegens een aanzienlyk gedeelte hunner
kiezers en committenten aldaar. 193
Lt. V. Particuliere brief, gefchreeven uit Hm-
[terdam ,naar de Kaap de goede Hoop. 1 96
OPEN-
OPENBAARE
VE RD E D I G I NGE.
Uit welk een der beide volgende gezigts-
punten , bet publiek gedrag van den fchry-
ver deezer verdediginge geduurende al den
tyd, dat by het belang van zyn ongelukkig
Vaderland , op eene wettige , en door zyn
Souverev: zelf goedgekeurde wyze , heeft ge-
tracht te behartigen, zal te befchouwen zyn,
laat hy met gerustheid over , aan het oor-
deel van den billyken lezer, ten \ oliën over-
luid zynde ,dat het den deugdzaamen man
in hetzelve aan geene Heffe ontbreeken zal
,
om den ftap , welken hy tegen eene geheels
menigte doet, volkomen te rechtvaardigen;
terwyl een nieuw bewys , van de boosheid
veeler onzer medefcbepzelen, hem misfehien
zal konnen overtuigen , dat wy noch verre
afzyn , van die algeméene befchaaving, en
de wysgeerige orde, van welke wy zo gaar-
ne droomen , om het verdriet te verzachten
,
welk wy over de noch te algemeen heer-
A • fchen-
fchende begrippen der ondeugd en der on-
verdraagzaamheid gevoelen.
,, De eerzucht , zo lange zy onder5
t ge-
bied der rede ons hart beheerscht, is zeker-
Jyk eene voornaame deugd. Zy is liet, wel-
ke den mensch verre boven het redenloos
dier verheft , daar zy zyne verftandelyke
vermogens ontwikkelende, hem vry en on-
bekrompen doet denken en handelen , en
hem dus nader aan zyne beftemming brengt.”
,, Zy is de dryfveêr onzer beste daaden,
en vind haare belooning altoos in zichzelf;
want, na dat wy door haar aangevuurd, iets
groots, iets edels verrigt hebben, word dit
in kalme oogcnblikken van Jc aangcnaamfte
gewaarwordingen voor onzen geest gevolgd;
om welke aandoeningen beftendig te maaken
de natuur het in ons zó gefchikt heeft,
dat wy onophoudelyk eene neiging tot deugd-
zaame bedryven ontwaar worden.”
„ Dit is deeze hartstogt van haare gunsti*
ge zyde befchouwd , doch vertegenwoordigd
u een flerveling ,wiens geest van geene be-
taamelyke eerzucht beftierd word , en gy zult
u een tegenovergefteld wezen vormen. Hyzal namelyk 3 ter verkryginge van den Afgod
ner verbeelding, het zy grootheid, magt,
ryk-
r'ykdom of eer, zyn wezenlyk belang uit ’t
oog verliezen , om dat by eene fcbeidinge za
willen maaken , tusfchen die algemeene be«
langen, welke de leden eener Maatfchappye
aan elkander moeten verbinden, en zyne by-
zondere oogmerken, of, by zal zich van bet
oogenblik af aan , dat by zyn byzonder doel-
wit, ten koste van het algemeene nut zal wil-
len behartigen,
zich zelf gaan befchouwen ,
als een op zich zelf flaande wezen , wier be-
langen in geen verband liaan , met die zyner
natuurgenooten , dan voor zo verre, déêze,
door gëene konnen bevorderd worden ; terwyl
het heilloos gevolg van dit eerzuchtig denk-
beeld zal zjm, dat by, indien by een afhan-
geling van anderen zy, door kuipery en laag-
heid , tot de vervullinge zyner wenfchen zal
trachten te geraaken, of dat by, indien hy
magts en aanziens genoeg hebbe, door ge-
weldige middelen zyne oogmerken zal zien
te bereiken.”
Eene uitzondering nochtans , kan ’er Hand
grypen,ten opzichte van ’t verkiesbaar be-
lang eener geheele maatfchappye , boven dat
van een derzelver leden , in gevallen n tree.
lyk , van openbaare mishandeling. Indien
een eerlyk en rechtfchapen man zich,op eene
A s bar-
C 4 )
baarfche wyze, door domme vooröordeelen
,
verbittering of haat, zodanig aangerand vind,
dat ’er zyn goede naam door zoude lyden , zo
hy zweeg , dan word het van hem een zuivere
plicht geacht, zyn charaéter te verdedigen,
en de mishandelinge , zelfs van het algemeen,
zonder vreeze , in haar waar daglicht te ver-
toonen.
Dit heeft nu plaats omtrent den fchryver
,
die door zyne mede- burgeren , tot op den
rand eenes afgronds voortgefluwd zynde ,
noch gaarne, voor dat hy het toneel verliet
,
zyn chara&er door de item van het achtbaar
algemeen beoordeeld zag, tegen de fchreeu-
wende onrechtvaardigheden, welke hem van
hen bejegenden, ter zelfder tyd, dat zy hem
door eene openlyke Commisjie lastigden , omin hunnen naam by den Souverein vertoogen
te doen, tegen de ondrukkingen, onder wel*
ke zy op hunne beurt zuchteden.
Het verlangen ondertusfchen van den onge-
lukkigen fchryver, om zich gerechtvaardigd
te zien , zal misfchien verwondering baa-
ren; doch zulks zal ophouden, wanneer
men ontwaaren zal, dat de mishandeling wel-
ke hem wedervaard , van dien aart is , dat zy
altoos ten gevolge zoude hebben, indien hy
niet
C 5 )
niet befluiten konde de waarheid hulde te
doen , dat zyne eer ’er het flachtöffer van
wierd. Zyn zaak is te rechtvaardig, de
mishandeling hem aangedaan, te ingewikkeld,
om niet nodig te hebben , ter zyner verdedi-
ging in ’t helderst daglicht geplaatst te wor-
den, en zyne eer hem te dierbaar, om die
door eene te ver gedreevene verdraagzaam-
heid, onder ’t bereik der vermetene laster-
zucht te Hellen. Laat hem derhalven een
begin maaken.
In den jaare 1784. vond de klaagende en
en redres - verzoekende burgerye van de Kaap
de goede Hoop , zich bezwaard, over een be-
fluit, genomen ie Hmfterdam op den derden
december des voorigen jaars, door de Be-
windhebberen der JSederlandfche Oost - Indifche
Maatfchappye , op de klagten in twee onder-
fcheidene Memoriën (*_) , bereids het jaar
1779 aan hen gedaan; als welk befluit, in
fiede van der onderdrukkinge , onder welke
zy reeds lange gezucht hadde, paaien te Hel-
len ,
(*) Deeze Memoriën werden met de daar nevens ge-
voegde bewysftukken,in den jaare 1785, op last der
Staaten, van Bewindhebberen afgeëisebt, en vervolgens,
ter diukkerye van hoogstdezelve ter persfe gebragt,
A 3
ien , in tegendeel haar meerder gefchikt-
fcheen , om een wyde deur te openen tot de
uitoeffening van het willekeurigst gezach.
Dit ongenoegen vervolgens tot eene vry al-
gemeene gisting overgeflagen zynde , was
evenwel niet van dien aart, dat het den ge-
tergden en misnoegden ingezeten , in zyne
beginzelen van trouwe en verknochtheid aan
de belangens der Republieke , konde doen
wankelen. Het bepaalde zich eeniglyk tot het
bellier der Maatfchappye , voor zo verre het»
zelve betrekking hadde tot de Volkplanting
zelve , ten aanzien van derzeiver burgerlyke
en rechterlyke Regeering;
gelyk blykt, uit
het ter neHergcftelde in het voorioopig ver-
zoekfchrift, aan hun hoog mog. overge-
geeven in ’s Hage, op den 4den April 1 786, en
welk Huk , onder verfcheide periodes van be-
zwaaren , de volgende aanmerkelyke behelzen
:
,, Dat tot dien tydtoe
,
aan het Voorgebergte
de goede Hoop ,geene wetten of inltellingen
hadden plaats gehad, waardoor de wederkee-
rige verplichting der Overheden en Regeerders
aan de eene zyde, en dat der ingezetenen aan
hun bellier onderworpen aan den anderen
kant , naauwkeurig wierd bepaald , en op een
duurzaamen voet gevestigd,”
33 Dat
,, Dat daarom de fupplianten de vryheid
hadden genomen , van aan h u n hoog m o g.
naar waarheid voor te draagen ,dat de twee
aanzienlykfte Collegien daar te lande, zynde
den Raad van Politie,
en den Raad van
Justitie , of het hoogfte Gerechtshof, tot op
dat oogenblik niet waaren voorzien geweest
,
van inJlruSHen of berichtfchriften , die der-
zelver gezach en plicht bepaalden.”
,, Dat het ’er ook zeer verre van daan
waare , dat daar te lande zekere en vastge-
Relde wetten voorhanden zouden zyn , wel-
ke inzonderheid konden ftrekken, tot een
richtfnoer der beflislinge van zodanige ge-
fchillen ,als uit de plaatfelyke gefteldheid , of
byzondere huishoudinge der Volkplantinge,
en uit den handel en kostwinninge van der-
zelver ingezetenen konnen voortvloeien. Endat , voor zo verre ’er al eenige Ordonnan-
tiën en Reglementen desaangaande mogten voor
handen zyn , de ingezeten dan noch wierden
verftoken van de gelegenheid, om daarvan
de nodige kennis te erlangen; ja zelfs te
meermaalen , niettegenflaande hunne ernfti-
ge poogingen en verzoeken,geene echte af-
fchriften hadden konnen bekomen van wet-
ten, door welker overtreeding zy geoordeeld
A 4 waa-
waaren geworden, misdaadig en flrafbaar te
zyn.”
„ Dat,
gelyk by mangel van vaste en
duurzaame wetten, de reehtpleginge, alleen-
]yk van het goedvinden der Rechteren had
afgehangen, de ingezetenen ook Reeds daar-
van de fmertelykfte ondervinding hadden ge-
voeld ;als waaruit te meermaalen waaren
voortgevloeid , die willekeurige en onrecht-
maatige beflisfingen over het lot der burge-
ren, welkers gewaand misdryf veelal daarin
beftaan had , dat zy vervallen waaren ge-
weest , in de ongenaade der Regeeringe enz.”
Eindeiyk werden alle deeze grieven befloo-
ten , met een onöpgefmukt tafereel van de
verkleefdheid der ingezetenen aan hunnen
Souverein; eene fchets , wel waardig,
om alhier woordelyk ingelascht te worden >
als behelzende : dat alle, de geledene verongely-
kingen niet in flaat waaren geweest , om den
metrgemelden Kaapfchen burgerftaat , ftceds in-
dachtig den eed van getrouwheid aan hunhoog mog. ah hunnen wettigen Souverein
plechtig afgelegd , te doen wankelen , in hunne
verknochtheid aan de belangens van den Staat g
terwyl zy in tegendeel , geduurende den fongften
oorlog , tusfchen de Kroon van Groot - Brittan-
nicn
uien en deeze Republiek gevoerd ,wanneer hunne
voorfchreeve k/agten aan Bewindhebberen reeds
•waaren ingebragt , alle poogingen hebben aan «
gewend , om den weërloozen toefland der Volk -
plantinge , door verkeerd befiier veroorzaakt ,
20 veel mogelyk te herflellen, en dezelve in flaat
ie brengen , o« , ingevalle van vyandlyken aan-
val , behoorlyken wederfland te kunnen bieden ,
en de bezittingen van deezen Staat kloekmoedig
te befchermen, offchoon in dien tyd , de onder-
drukkingen, hand aan hand bleeven toeneemen,
enz.
Dan , om den draad des verbaals niet uit ’t
oog te verliezen , zal ’er dienen te rug ge-
treeden te worden, tot het gedrag, welke de
burgerye in deezen zamenloop van omftandig-
heden hield, omftandigheden ! welke,
gefterkt door het zo evengemeld be fluit van
den jaare 1783 , haaren toefland in de groot*
fte onzekerheid dompelden , en haar daarom
wettigden , om de befcherminge van den Sou-
verein, als die van een weldaadig vader in te
roepen, tegen alle onderdrukkingen , welke
uit dien onzekeren toefland konden geboren
worden. Om dit naar waarheid te fchetfen
,
zal men in den fchryver moed en deugd moe-
ten vooronderftellen; trouwens, dit heeft hy.
A 5 Hy
C 10 )
Hy eerbiedigd de waarheid , en heeft zich ook
ontdaan van alle hoop en vreeze , die ons
maar vernederd en kleinmoedig maakt.
De burgerye hervatte dan haare zaak op de
volgende wyze. Voorgegaan door een aantal
aanzienlyke ingezetenen , die moeds genoeg
bezaten, om het gevaar, dat hen omringde
te verachten, wierd’er door haar in de maand
augustus des jaars 17 84, eene afte van ver-
eeniging goedgekend en getekend. Uit deeze
acle, welke om derzelver gewigt hier nevens
gevoegd is (*J ,blykt alreede het gevormd
ontwerp der burgerye , als behelzende , eene
genoegzaame duidelyke verklaaring, dat zy,
getergd en tot wanhoop gebragt zynde, door
het eigendunkelyk bellier der tegenwoordige
Regeering, het denkbeeld,
van zich langer
aan het Regeerings-flelfel der Maatfchappye
verbonden te rekenen , had laaten vaaren ,
voor het rechtmaatiger gevoelen , dat wan-
neer de Souvereiniteit den teugel der Regee-
ringe zelve in handen nam, en de Volkplan-
tinge aldus onmiddelyker onder het bellier
der Generaliteits - landen,gebragt wierde
,zy
haare inwooneren , onder de fchaduvve der
zach-
(*) Sub Lt. A.
(II
)
zachte wetten van hun hoog mog. ééns
gelukkig zoude zien.
Eene vraag zou hier natuurlyk konnen in-
vallen, namelyk, of dit ontwerp niet louter
herfénfchimmig waare? Maar laat dit
ééns zo zyn; voor het tegenwoordige noch-
tans,is deszelfs zegepraal misfchien niet verre
af, en dan zal het blyken, dat men eeniglyk
omtrent het juiste tydftip deezer gebeurtenis,
een weinig gedwaald hebbe. Doch Jaa-
ten wy de ernst hervatten : moet men niet
toeflaan , dat door eene zamenloop van onge-
lukkige omftandigheden voor de Maatfchap-
pye , het haar eindelyk eens ontbreeken zal
aan middelen , om haare zó uitgebreide als
kostbaare Heerfchappye in Indiën in diervoe»
gen te handhaaven , als zy noch tegenwoordig
tracht te doen,
door het bézigen van hulp-
middelen , welke misfchien by de uitkomst zul-
len blyken doodelyk te zyn? —— Immers,
indien het geoorloofd zy , zich van den toe-
ftand der Maatfchappye eenig denkbeeld te
vormen uit de verplichting welke haar in dee-
ze laatfte tyden heeft konnen opgelegd wor-
den, om, zo menigmaal zy de hulp van den
Staat nodig had , haaren wankelbaaren toe-
stand in alle derzelver gedeeltens open te leg-
gen,
( 12 )
gen , als mede uit het geene dienaangaande
door Bewindhebberen zelve is bericht gewor-
den , dan worden wy gedwongen het-
zelve hierop te laaten nederkomen , dat het
oogenblik eener üooping , met fnelle fchreden
naderd!
Dit wierd ook in den jaare 1784, in de
Volkplantinge gevreesd; en om deeze
vrees te gevoelen, had men niet meer nodig,
dan een weinig gezond verftand , en eene mid-
delbaare kennis van de zedelyke gefteldheid
van ’s Maatfchappy’s bellier. Daar van daan
ook misfchien,dat de burgery haare toevlugt
tot de Opperlte Magt willende neemen , ook
eindelyk het befluit, genomen in de vereeni-
gings aóte, ter uitvoer bragt, namelyk, omeenige haarer leden
, voorzien van eene be-
hoorlyke volmachtfchappinge, (procuratie
)
en
de nodige berichtfchriften, (jnftru&iën) naar
Europa af te zenden , ten einde by hunhoog mog. de algemeene klagtenin te bren-
gen, en derzelver befcherminge aftefmeeken-
Midlerwyl waaren die gekorene leden be-
dacht, om al zulke maatregelen te neemen,
als welken noodwendig vereischt wierden,om
den op zich genomen last , in eene geregelde
orde, en met ’t uitzicht, tot een gelukkigen
uit*
C 13 )
uitdag te behandelen. Zulks gaf op den 25 fte
February 1785 aanleiding , tot het neemen
van een plechtig befluit in de Vergadering der
geconftimeerden
,
meerder bekend onder de be-
naaminge van reprafentanten des klaagenden en
redres-vcrzoekenden burgerflaats van de Kaap de
goede Hoop, en welker leden in de maand no-
vember ’s voorigen jaars, door eene a&e wel-
ker inhoud hiernevens geveegd is (*) , door
het lichaam der burgerye verkoren en beroe-
pen waaren , ten einde uit haar naam , het
bellier der algemeene zaak op zich te nee-
men.
Het evengemeld befluit wierd vervolgens
van een tweede gevolgd , gedagtekend den
8 fte Maart 1785. Beide hadden zy betrek-
king tot de reeds gedaane verkiezinge der ge-
magtigden, tot derzelver jaargelden, derzel-
ver gewoone en buitengewoone uitrusting
,
belooning, en de kosten, welke tot de uit-
voeringe van hunne last zouden vereischt
worden ; invoege dat bepaald wierde
:
„ Ten eerffce, dat door de burgerye, aan
een ieder der gemagtigden zoude te goéd ge-
daan worden , al het geene ’er tot eene bui-
\ ten-
C*) Sub Lt. B.
( 4 )
tengewoone uitrusting voor de tafel , door
hen zelve zoude nodig geoordeeld werden.”
„ Ten tweede , dat buiten dien ook de
kosten tot de overvaart, en ’tgewoone tafel-
geld voor de heen - en -weder -rcize , aan de
Oost - Indifche Maatfchappye zoude betaald
werden.”
,, Ten derde , dat dit mede zoude plaats
hebben, omtrent de kosten, welke met het
aanvangen en voortzetten haarer klagten en
het eisfchen van herftel,het zy in of buiten
’t proces zouden dienen gemaakt te worden ;
en waaromtrent verder vastgefteld wierd, dat
dezelve kosten jaarlyksch door de gemagtig-
den afzonderlyk in rekening gebragt, en van
de Kaap de goede Hoop , in wis fels zouden
overgemaakt werden.”
„ Ten vierde , dat de afgevaardigden,hoofd
Voor hoofd, zouden genieten, een bepaald
jaargeld , mede woordelyk uitgedrukt in de
bovengemelde befl uiten; met eene nadere
verklaaring, dat dezelve jaargelden te zamen
genomen, als mede de reeds vermelde proces-
kosten, jaarlyksch, zonder eenig uitftel, en
vry en onbezwaard , of zonder eenige kor-
ting, door wisfels als anderzints, aan hen zou-
den overgemaakt werden ; en dat dit
jaar-
( *5 )
jaargeld eenen aanvang zoude neemen van den
dag der benoeming, (qualificatk) en voorts
zo lange ftandgrypen , als de Commisfie zelve
zoude duuren ;of, zo als de reprtefentanten
zich in eene volgende a&e, (van welke nader
gewag zal gemaakt worden) uitdrukken : dat
hetzelve, niet zoude ophouden , voor de volledige
iiiteindiging van zaaken.”
„ Ten vyfde, dat de gemagtigden de vry-
heid hadden, byaldien de toegelegde jaargel-
den, door hen mogten geoordeeld werden,
tot hun beftaan en onderhoud in Europa, niet
toerykende te zyn, eene biliyke vermeerde-
ring te eisfchen;met belofte van der burgeren
zyde ,dat hen zulks niet zoude geweigerd
werden.”
,, En laatftelyk, dat by de te rug komst
der afgevaardigden, aan dezelve, en ingevalle
van overlyden aan derzelver erfgenaamen ,
eene aanzienlyke belooning, de hoeveelheid
van welke, in ’t befluit uitgedrukt ftaat, zou-
de werden gefchonken.”
Maar om de zaak der burgerye, nog al
meerder voor de ongelegenheden der menfche-
lyke wispeltuurigheid , en de gevolgen van
een baatelyk zelfs-voordeel te beveiligen, zo
wierd ’er in’t befluit van den 8 fle maart 1785
nog
C NS)
nog vastgelleld, dat ’er door een honderd -tal
vermogende burgeren , eene afte van vrywaa-
ring ('garantie
)
zoude getekend worden, waar-
by dezelve zich plechtig verbonden, om op
eerfte afvraage der gekorene reprEefentanten,
daadelyk, en zonder eenig uitftel, by voor-
fchietinge te zaam te brengen,eene fom van
vyftig duizend gulden. Dit capitaal by de alge-
meene intekening gebleeken zynde, reeds voor
handen te zyn , zo verplichteden deeze hon-
derd tekenaaren (onder welke deeze reprte-
fentanten der burgerye zelve gevonden wor-
den) zich hiertoe, om te verhoeden, dat aan
de afgevaardigden , in de uitoeffening van
hunnen last ,eenigen hinder wierde toege-
bragt. — Deeze voorzorge was des te nood-
zaakelyker , dewyl de bewooneren van het
platte land , door de gefteldheid der Volkplan-
tinge, zo wyd en zyd van den anderen ver-
fpreid zyn, dat eene langwyligheid omtrent
de inzamelinge, niet, dan het natuurlyk ge-
volg van deezen hinderpaal moest weezen.
Deeze acte wierd dan in diervoegen ontwor-
pen, en ook getekend, zo als uit het hier
nevens gevoegd affchrift blykt (*) 9 en deed
ver-7
(*) Sub. Lt. C.
C u )
vervolgens , tot noch meerder zekerheid der
gemagtigden , eene tweede te voorfchyn ko-
men. Dit laatfte ftuk , van welke reeds met
•een enkel woord gerept is , mede van gewigt
genoeg zynde , om den lézer over de mishan-
deling welke den fchryver wedervaart , te
doen oordeelen, zo is hetzelve mede hier ne-
vens geplaatst (*).
Uit deeze laatfte aiïe zal het moeten bly-
ken,dat de repraefentanten der burgerye zich
,
zo voor zich zelven ,als voor hunne kiezers
en committenten ,op de plechtigfte wyze
verbonden hebben ,•— immers zo eene ver-
klaaring in den naam van het Opperwézen ge-
daan , iets te beduiden hebbe,en van een
verbindende kracht geoordeeld worde ,-—
—
dat dan, uit de befchouwinge van ditverband-
fchrift zal moeten blyken ,dat deeze zo naauw-
gezette , en omtrent het oppERwézEN zo eer-
biedvolle lieden zich, ten fterkften verbon-
den hebben, om van deeze by voorraad in te
brengen ƒ 50000 - : - (waartoe zy zich voor
hun aandeel mede verplicht hadden} ter on»
derfteuning hunner gemagtigden , en ter voort-
zettinge haarer zaak in Europa , een eerlyk en
deugd»
£*) Sub. Lt. D.
B
C 18 )
deugdzaam gebruik te maaken : houdende dee-
ze plechtige verklaaring tevens in , dat de re.
prEefentanten, volgens den last hen opgedra-
gen , wilden zy hunnen eed niet op de fchan-
delykfte wyze breeken , verbonden waaren
,
tot de opeisfching deezerƒ 50,000 - : on-
middelyk naar het vastftellen en tekenen dier
tweede afte.
Voorts , werden alle deeze bewysftukken
(infirumenten
)
beflooten , met de afgaave der
algemeene en byzondere volmagtfchappinge
(generaals en fpeciaale procuratie) der reproe-
fentanten, uit naam en last hunner kiefers en
committenten,
op de gekorene afgevaardig-
den , en welk ftuk ook van gewigt genoeg
zynde , om hier nevens gevoegd te worden ,
den lézer in ftaat zal ftellen, om over den
last hen opgedraagen , te kunnen oordee-
ien (*).
Aldus toegerust ,naamen de gevolmagtigden
de reize herwaarts aan , met het zuiver oog-
merk van des fchryvers zyde,om de zaak
zyner medeburgeren zo belangeloos te behar-
tigen,
als hy , by meer dan eene gelegenheid
,
door het aanwenden eeniger zwakke poogin-
gin-
(*) Sub. Lt. E.
C 19)
gen, getoond had, zyn hooghe bedoeling te
zyn , namelyk , zyne vervolgde en onderdruk*
te landsgenooten , zo veel in zyn gering ver-
mogen hond, een gunhiger lot te bezorgen,
dan dat geene , onder welke zy reeds omtrent
eene eeuw lang gezucht hadden: een
tydverloop ,—- in welke den Kaapfchen bur-
gerhaat , de behendige fpeeibal is geweest
,
van eene baldaadige en geweldige Regeering
!
Het vertrouwen ondertusfchen, welke hy,
geherkt door alle de genomene maarregelen,
en door het plechtige , ’t welk ’er by elk ge-
nomen befluit had plaats gegreepen , in de op-
rechtheid en goede trouwe zyner lastgeevers
helde , moge onbepaald genoemd vrorden.
Geen enkele gedachte heeg ’er geduurende
zyne reize herwaarts , en zelfs eenigen tyd
naar zyne aankomst hier te lande, in hem
op , welke ’t vertrouwen op zyner medebur-
geren eerlyke hand vastigheid, maar eenigzints
zoude hebben konnen doen wankelen. Zo ’er
eenig ontrustend vermoeden by hem opgeree-
zen waare, zou hy hetzelve verflikt hebben
,
door de volgende bedenkingen.
„ Myne medeburgeren zyn niet, dan door
de herkhe beweegredenen van eer, aan de
vol'handige aankleeving hunner burgerlyke
B 2 bê-
C 20 )
belangen verbonden; want, indien ik my gaa
vertegenwoordigen, het geene zy lieden on-
der hunne naamtekening in de verëenigings-
afte en elders bevestigd hebben, dan vinde
ik , dat de geringfte terug- treeding , hunne
gedachtenis, niet, dan met onuitwischbaare
fchande moet bevlekken. De nakomeling-
fchap zou deeze woorden leezen : wy zweeren ,
nimmer onze goede zaak te zullen laaten vaa-
ren, maar dezelve naar al ons vermogen , door
een cerlyk gedrag te onderjleunen en te beharti-
gen ; en zy zou daar nevens aangetekend
vinden : deeze burgeren verbraaken hunnen eed,
op de lichtvaardigfle en onwettigfte wyze! Welkeene beledigende onderftelling ! Welk een
laffe vrees ! Zyt deugdzaam en behartigd het
waar belang uwer ongelukkige landsgenoo-
ten ;zy zullen u daar voor , fchoon uwe
poogingen ook mislukten , als hunnen deugd-
zaamen vriend waardeeren.
„ Indien de kracht eh de hoeveelheid der
woorden in eene plechtige gelofte, den dége-
lykeïi mensch , nader aan zyne plichten kon-
nen verbinden, dan heb ik altans geene re-
den , om my over de mogelykheid ééner
fchandelyke plichtverbreekinge te ontrusten
:
immers, wanneer ik my de verkiezings-aóte
her-
( 21 )
herïnnere , dan vinde ik , dat myne medebur*
geren vrywilliglyk * en op de plechtigfte wy-
ze, onder hunne naamtekening hebben ver-
klaard, tot den uiteinde toe , in haare zaak te
zullen blyven deelneemen,
en daar toe de alge-
meene lasten en kosten te helpen draagen;ja 3
des noods, als mannen van eer , het iiiterfle tot
’s Vaderlands algemeen welwezen op te zetten.
„ Daarenboven : heeft niet een honderd-
tal hunner, in de aóte van vrywaaring (ga-
rantie
)
, in den naam van den almachti.GEN BEHEERSCHER DER WAERELD,zich zelven vrywilliglyk verklaard en gefield ,
tot borgen en zekerfielders der penningen , welke
de geheele burgerye reeds by intekeninge, ter voort*
zettinge haarer zaake , en ter onderfleiminge
hunner gemagtigden bekend gefield had P .
Hebben deeze honderd tekenaaren in dit ge-
fchrift , mede niet verklaard , dat zy deeze
penningen, op eerfte afvraage, aan hunne
repraefentanten ,door hen zelve daar toe ver-
koren, zouden in handen Hellen; en zulks,
om geene vertraaging aan de nodige jaarlyk-
fche remifies , zo tot onderhoud hunner gevol-
magdgden in Europa,
als tot de kosten van
't geding te weege te brengen ? En dee-
ze burgeren zouden naar deezen plechtigen
B 3 Hap
,
C 2* )
ihp ,in koelen moede , bedaard , en met
helsch overleg gaan berekenen, dat het voor»
deeliger waare,met het 0PPERwézEN, dien
zy tot eene getuige hunner daaden hadden
aangeroepen,
openlyk den fpot te dryven
,
dan aan hunne verbintenisfen te voldoen ! —j, Hebben ondertusfchen de repraefentanten
der burgerye ook niet , op gelyke wyze , by
den al machtigen , en onder hunne
naamtekening en hun aangenomen zegel , zo
voor zich zelven , als voor hunne kiezers en
lastgeevers beloofd , hunne afgevaardigden ,
geduurende hun aamvézen in de Republiek , en
dat haare zaak aldaar , onafgedaan en onbeflist
zoude weezen , aan geen' ophouding, gebrek , of
uitfel, in hunne toegelegde jaargelden, noch in
de kosten van ’t geding bloot te feilen , maar op
zich te noemen, dezelve jaarlyksch , tydiglyp, en
vry aan hen over te manken
P
—
„ En wanneer ik voor ’t overige te raade
gaa, met die beweegredenen , welke door het
algemeen belangd en de byzondere veiligheid,
mynen medeburger voorgefchreeven worden,
dati kan de vrees voor eene laffe eerloosheid
van zyne zyde , niet dan de herzenfchim my-
ner angstvallige verbeelding zyn. Zou hy
ooit uit ’t oog konnen verliezen , dat eene
on-
( 2 3 )
onwettige verbreeking der verbintenisfen, aan*
gegaan met zynen gemagtigden,moet gevolg^
worden , van die welverdiende verachting,
onaffcheidelyk van een eerloos bedryf ? .
Het lichaam der burgerye zou dit uit ’t oog
verliezen, en ook niet letten op het gevolg,
welk uit die eerlooze daad, met betrekking
tot haare zaak zoude moeten voortvloeien?—Na een zwart register van fnoode bedryven
,
ten laste der Regeeringe te hebben opgete.
kend, en na zich te hebben durven onder-
winden, zich deswegens by hun hoog
m o g. te beklaagen en hoogstderzelver gewig-
tige raadpleegingen te ftooren, zou dit lig-
chaam, zelve naar den prys der eerloosheid
dingen, en daar door zich zelven, en haare
zaak in ’t fchroomlykst gevaar willen ftor-
ten ! Welk een’ ongereimde en zinneloo-
ze verdenking 1”
Zodanig zou den fchryver hebben konnen
redenkavelen ,indien zyn gemoed beftormd
waare geworden door de vrees , over de mo-
gelykheid eener veranderinge in de denkwyze
zyner medeburgeren,en hy zou dezelve ver-
bannen hebben.
Dat toekomftige gebeurtenisfen nochtans,
door het menfchelyk verfland zeer onzeker
B 4 te
C 24 )
te bepaalen zyn , voornamelyk , wanneer wydezelve afmeeten willen, naar den geest van
lichtvaardigheid , welke by de nakomelingfchap
onze eeuw misfchien zal kenfchetzen , zal
men eenigzints konnen beflisfen uit ’t gedrag,
welk de burgerye van de Kaap de goede Hoop
,
zedert denjaare 1*85, naar alle haare gedaa-
ne ftappen , en genomene maatregelen , heeft
gehouden ;een gedrag , welke wy nu zullen
gaan befchouwen , en het welke, hoe weinig
opmerking ook verdienende , in den rang der
tegenwoordige groote gebeurtenisfen , die den
aandacht van geheele volken naar zich trek-
ken , echter tot eene geringe bydraage zoude
konnen verftrekken ter bevestiging van deeze
waarheid: dat Tiu menschdom over het algemeen,
noch zeer verre af is, van die wysgeerige orde ,
van welke wy zo gaarne droomen, om het ver-
driet te verzachten , welke wy over de dwaasheid
veder onzer medemenfchen gevoelen. Zou
het ter deezer plaatze ook, als een ftout en
onvoegzaam inwerpzel konnen befchouwd
worden, indien men vraagde: beantwoorde*
ren van geleerde prysvraagen ! wat verfchafte
toch zedert onheugelyke tyden het waare
voedzel aan de dvvingelandy ? •— was het de
dwaasheid of de wysheid der volden?
Den
C 25 >
Den lezer vergeeve den fchryver deezen bui-
tenfpoorigen uitftap. Hy wilde daarmede
eeniglyk, zyne Route gelykftelling van den
dommen Afrikaan , met den befchaafden en
lydelyken Europeaan eenigermaate verzach-
ten. — Doch ter zaake getreeden.
De gevolmachtigden hier te lande aange-
komen zynde , draalden ook niet , om aan
het voorneemen hunner lastgevers te beant-
woorden. Drie leden derzelver , wilden zich
ten dien einde, tot gemak hunner gekorene
rechtsgeleerden verlédigen ,met een uitge-
breid verhaal te vervaardigen van de klagten
der burgerye tegen de Regeeringe,en van de
beweegredenen welke haar genoopt hadden,
de beflisling derzelver van deu Suuverein af
te lmeeken. Dit verhaal moest ondertusfchen
ook de middelen behelzen , door welke de
vryheid der volkplanteren , eenen zékeren
grondflag konden bekomen , en welke midde-
len, inderdaad ook zo gefchikt waaren, dat
zy verre van als nadeelig befchouwd te wor-
den ,integendeel door elk onbevooroordeeld
Regent zouden zyn opgemerkt geworden ,
als haare ftrekking te hebben , om het wach-
gelend gevaarte der maatfchappye voor een
B 5 ge-
C 26 j
gering deel ,zo lange te fchraagen , als zulks
over het geheel doenlyk waare.
Maar het bleek den drie afgevaardigden al
ras , dat dit ontwerp niet fmaakte aan hunnen
medegemagtigden , die waarfchynlyk reeds
voor zyn vertrek van de Kaap , het ontwerp
gefmeed had, om zyne mede -gecommitteer-
den ,door een lomp bedrog te verfchalken
,
in de meening ongetwyffeld , dat dit hem met
meerder roem zoude overlaaden , dan wanneer
hy met omzichtigheid zyn voorneemen ter
uitvoer bragt. Dan, hierby bepaalde zich het
grootsch ontwerp van den man niet alleen.
Hy beftond zelfs de fijn gefponnen Européfche
ftaatkunde dienstbaar te maaken , aan zyne
grove denkbeelden van eigen grootheid en
voordeel, in zo verre zelfs, dat hy zich over-
tuigd hield , dat het aan zyne bekwaamheden
niet moeielyk zoude vallen , na ’t vermaak
genooten te hebben , van het bellier der Oost-
Indifche maatfchappye in eenige adresfen,door
hem zelve ontworpen, en in het laatst van
den jaare 1784, aan hvn hoog mog. cver-
gezonden , op een’ vry ruuwe en onbefchofte
wyze gelaakt te hebben , eene belooning te
bedingen, voor het verraad, dat hy aan zyne
me-
C 27 )
medeburgeren zoude willen pleegen. Uit
deezen vuilen bron ,had het bericht , opge-
vuld van fnorkery en wartaal, en geplaatst in
de Leydfche courant van den 2ó ften december
1785, haaren oorfprong. Deeze eerloosheid
ook verdienende der vergetelheid ontrukt te
worden, zo zal den lezer het ftuk zelve hier- '
nevens geplaatst vinden (*). In hetzelve ver-
klaardeMARTHiMus adrianus bergh,de klagten der burgerye van de Kaap de goede
Hoop, in wier zaak hy zelve deelde, en omwelke te behartigen , hy zich onder eenen
plechtigen eed had laaten volmachtigen, en
wier voorneemen, om zich aan den Souverein
te vervoegen, door hem zelve tot fland was
gebragt geworden, •— voor onwettig, en der.
zei ver Regeerders, die door hem zelve, in
evengemelde adresfen als eerloos afgefchilderd
waaren , voor braaf :1— lezer ! oordeel. —
—
Spreekende van het lompe middel, waarvan
deezen man zich bediende, om tot zyn oog-
merk te geraaken , zal het den lezer niet dan
vermaak konnen verfchaffen , wanneer wykortelyk gewag maaken van de prooi , welke
hy zich ten loon zyner verraderye voorflelde.
Laa*
(*} Sub. Lt. F.
C 28 )
Laaten wy ten dien einde, een weinig të rug*
waards treeden.
Een der voorwerpen, tegen welke de bur-
gerye van de Kaap de goede Hoop , haare klag-
ten hadde doen hooren, en waarover zy zich
het meeste te beklaagen hadde, was ’t Inde-
pendent Fiscalaat. Een ampt , welke den be-
zitter ’er van , in de eerfte plaats verheft ,
tot reprsefentant van de Staaten Generaal der
Verëenigde Nederlanden. Aan deeze waardig-
heid is niet alleen verbonden , ’t recht , van
met ’er daad te zyn, de bewaarder der hoog-
heden en gerechtigheden van den Souverein
;
maar aan dezelve is nog gehecht, de uitge-
flrekte magt,om in hoogstderzelver naam
te mogen opfchurten alle befluiten, genomen
wordende in de gewettigde raadsvergaderin-
gen der Volkplantinge, als daar zyn
1. Den Raad van Politie , of die der Wet-
geevende Magt.
2. Den Raad van Juflitie, of het hoogde
Gerechts-hof.
3. Den Raad der Weeskamer.
4 . Den Burger-Krygsraad.
5. Den Raad van Kleine Zaaken ; en
P. De Vergaderingen der Land-diflxiéten ,
bekend onder den naam van die der
Deern»
( 29 )
Heemraaden , en Krygs-Officieren , en in
welke de Drosten , elk voor hun byzon-
der rechtsgebied , als voorzitters werk-
zaam zyn , zonder dat men met eenige
zekerheid weet , of zy ’er eenig oor-
fprongelyk (primitif) recht toe bezitten.
Laaten wy nu zien, welken invloed dien
amptenaar, behalven dit zyn uitgeftrekt ver-
mogen van opfchortende magt noch heeft, in
de voornaamften dier Raadsvergaderingen.
Hy is het tweede ftemhebbend lid der
Wetgeevende Magt, of den Raad van Politie
^
en in dezelve noch daarenboven , de gerech-
tigde ontwerper van alle zodanige keuren en
bevelen, als hy tot het burgerlyk bellier der
Volkplantinge , en ter handhaavinge van ’t
gezach der Regeeringe , noodzaakelyk oor-
deeld.
Hy is in den Raad van JuJiitie niet alleen
’t eerfte ftemhebbend lid,en in gevallen van
verbreekinge der wetten den openbaaren aan-
klaager (Accufator publicus) , maar hy is me-
de ,wanneer den aangeklaagden
, door hemgeoordeeld werd , ftrafbaar te zyn , noch
daarënboven eisfcher in rechten. Hy is dien-
volgende wel de eerfte Officier der Juftitie-,
maar is nochtans door zyne voorrechten , zo
on-
C 30 )
onbepaald verhéven boven ’t gezach van den
Raad zelve ,dat men tot op het tegenwoor-
dig tydftip , noch niet de grenspaal der magt
weet , welke hy in veele omzichten uitöef-
fend; in zo verre zelfs, dat hy voorzien is,
van dat vreeslyk vermogen,om zonder al-
vorens van den Raad eenig rechterlyk bevel
(mandement) te behoeven, zich onverhoeds,
door middel van gerechtsdienaars te mogen
verzekeren van elk burger, welke hy ftraf-
baar oordeeld, fchoon ook derzelver misdaad
zeer gering of zelfs onbeweezen waare, en
denzelve zich in zyn eigene wooning bevond,
’t Is deeze magt , aan welke de mishandelin-
gen , da ongehoorde knevelaryen en wille-
keurige boetens moet toegefchreeven werden,
aan welke de ingezetenen der Volkplantinge
zich ter aller uure blootgefteld zien.
Eindelyk vind dien amptenaar , behalven
den invloed, welke hy als voorzitter in den
Raad der Weeskamer verkrygt, noch een
Herken fteun voor zyn onbepaald gezach in
de vergaderingen der Heemraaden en Krygs-
Officieren van5
t platte land, en dit wel
eigenlyk door middei der Land-drosten , die
in dezelve voorzitten. Deeze zyn, als de
Officieren dier afgelegene diftridlen, zo vol-
trekt
/
C 31 )
ftrekt verbonden aan de voorfchriften (in.
jiruEHen) van den Independent Fiscaal , dat zy
in alle gewichtige gevallen gehouden zyn ,
denzelven als de verklaarder der wet 5 vooraf
raad te pleegen, zodanig, dat dien onafhang-
lyken amptenaar over deeze Drosten een veel
onbepaaldere magt uitöeffend, als de Graaf-
lykheid van Holland en Wespriesland , aan
haar’ Algemeenen Rechtsvorderaar (Procureur
Generaal') over de aan hem ondergefchikte
Officieren toekend./
Deeze prooi was het, welke den eerften
afgevaardigde zich ten loon zyns gedrags
voorilelde , en welke hem zodanig verhittede
,
dat hem die behoedzaamheid ontflipte, welke
hem had konnen te ftade komen, toen ’t ont-
werp om ’er jagt op te maaken, by hem be-
ilooten was. Geen’ geringe belooning onder-
tusfehen, welke hy bedoelde, en die hem ze-
kerlyk , zyne gevaarlyke reize herwaarts , en
zyne onvermoeide poogingen , om toch ééns
met luister in de waereld te verfchynen, ry-
kelyk zoude vergoed hebben.
Doch , daar de lucht-kasteelen onzer ver-
beelding, ’t zy ten goede, ’t zy ten kwaade,
ménigmaal al zo ras verdwynen als zy gebo-
ren worden , zo was dit ook hier *t geval van
den
( 32 )
den grooten ontwerper; want genoegzaam on-
middelyk naar den reeds befchreeven trouw-
Joozen aanval, waaren zyne medeafgevaar-
digden ook bedacht , om de zaak der bur-
gerye zo niet geheelyk te redden, ten min-
llen voor haare toekomflige veiligheid te
zorgen, en haar gefchondene eer te herflel-
len , door het neemen van zodanig eene
voldoening, als waar door den aangetygden
laster by het algemeen haare klem konde
verliezen , en hy volftrekt verftoken blyven
van den prys, welke hy zich ten loon zy-
ner fnoodheid voorgefteld hadde , en welke
in zyne handen gevaarlyker moest worden,
dan in die van eenig ander onzydig voor.
werp , niet bezield met die onwaardige voor-
neemens, welke wy vastflellen moeten, dat
zedert zyne toetreeding tot der burgeren
klagten, zyn hart beheerscht hebben: want
wie bemerkt niet , daar hy in den beginne
zyne waare bedoelingen zo behendig en zo
huichelachtig wist te verbergen, dat hy zich
met geen’ ander oogmerk voor de burgerye
in de bresfe gefield hadde , dan om ’t wille.
keurig gezach te bevestigen ? Maar —dit was misfchien ook de wraak , welke hy
neemen wilde over de klagten, door de
bur- -
(33 )
burgerye tegen zynen vader, als lid der Re-
geeringe , in den fchoot der vergaderinge van
Bewindhebberen in den jaare 1779 uitg®"
ftort. —— Dan , de klaagende burgeren van
de Kaap de goede Hoop , of die eerlyke lieden
,
welken ’er noch onder zyn , zyn gewro-
ken ! De gedachtenis van deezen mar.THINÜS ADRIANUS BERGH, zal by de
nakomelingfchap lang genoeg gebrandmerkt
zyn! (*)
Dan , hoe zeer ook deezen man , door zyn
byzonder gedrag toegebragt hebbe , tot het
verlies der zaake zyner gewézene lastgee-
vers, en de omflandigheden van den fchry-
ver , zo is de eerfie echter niet de eenige oor-
zaak deezer beide gebeurtenibfeu. De vol-
doeninge ondertusfehen , welke de laatfle zou-
de gehad hebben „ indien zyne medeburgeren
,
geduurende dat zy hem met hun vertrouwen
hebben willen vereeren , beflendig de deugd
en braafheid geëerbiedigd hadden, zal hy al-
hier
(*) Den lézer begeerig zynde, te weeten, op welken
grond alhier zo beflisfende over deezen perfoon ge-
fproken word,
leeze hier over nd,
de nevensgevoegd®
bylaage. Sub. Lt. G. Dit was eigenlyk ’t antwoord op
\ voorgaande ftuk , Sub. Lt. F.
c
C 34 )
hier niet fchetfen; Jiy zal eeniglyk de
waare gevoelens van zyn hart doen kennen
,
en met de zuiverfie oprechtheid belyden, dat
deeze voldoening by hem de plaats van denroem zoude bekleed hebben; of liever: in-
dien by immer zo gelukkig geweest waare ,
van zyn ongelukkig Vaderland van de banden
onder welken het zucht, door die* gewettigde
middelen, — gewettigd door zynen Souverein
,
en van welke hy zich met zyne medegemag-
tigden heeft bediend, te verlosfen, zou hy
naar ’t zelve zyn terug gekeerd, om aldaar
in de ftilte van een ampteloos leven zyne
dagen te eindigen , en die aandoeningen, wel-
ken ’t gezicht van gelukkig gemaakte voor-
werpen in een gevoelig hart konnen veroor-
zaaken , onbelemmerd te genieten.'— Maar,—
hoe moet het hem niet grieven , ook veelen
vatl deeze zyne medeburgeren te moeten Hel-
len, in den rang dier eerloozen, wier onzui-
vere handen niet bevoegd zyn , het heilig
vuur der vryheid te bewaaren
!
Om die befchuldiging te flaaven , en zo veel
mogelyk in een helder daglicht te Hellen , zal
den fchryver toevlucht moeten neemen , tot
die bewyzen, welke hy in handen heeft, en
die eigenlyk beHaan ,in de wederkeerige fchrif-
te-
C 35 )
telyke onderhandelingen , we]ken ’er zedert
den tyd , dat Iiy met zyne mede-gemagtigden
in de zaak der burgerye is werkzaam geweest,
plaats gehad hebben. Om ondertusfchen ook
den loop der gebeurtenisfen, met betrekking
tot de uitvoering der zaak zelve, niet uit ’t
oog te verliezen , zal den fchryver de orde
vervolgen , welke hy zich reeds in den begin-
ne voorflelde , om namelyk , daar zulks te
pasfe komt , ook zodanige geloofwaardige
(authentique) Hukken aan te haaien, en kor-
telyk op te helderen, als door welken den
opmerkzaamen lézer zich tevens , een gefcbied-
kundig begrip zal kennen vormen , van het
geene door de gemagtigden in de zaak der
burgerye , hier te lande is verrigt geworden.
Doch om dit behoorlyk te doen , zal ’er voor-
af dienen gezegt te worden, wat ’t beiluit
der afgevaardigden , omtrent den meergemeï-
den bergh, wegens den befchreeven aanval
op de klagten zyner lastgeevers , behalven
het geene zy dienaangaande met het aange-
haald tegen-bericht (*), reeds tegen hem in
’t werk gefield hadden, behelsde.
Het was dan niet alleen , dat zy beflooten
,
de
C 2
(*) Sub. Lt. G.
C 30de aangerande eer der burgerye , tegen den
aangewreeven laster van deezen man te ver-
dédigen , en zyne ontwerpen , van zich hier
door een weg tot den zetel van ’t Independent
Fiscalaat te baanen, te veriedelen; maar zy
ondernaamen ook , zich terftond op eene re-
gelrechte wyze van denzelve te ontdoen , in
de onderftelling, dat men van hoogerhand
niet tot dien gewichtigen post zoude benoe-
men eenen man,dien men openbaar een eer-
looze daad had te laste gelegt , zonder dat hy
’er zich tegen konde verdédigen, fcTioon men
hem ook tot de verkryginge van denzelven al
eenige verzekeringe mogt gegeeyen hebben en
ook wierd dit ontflag noodzaakelyk geoor-
deeld , ten einde onbelemmerd te konnen
overgaan tot de uitvoeringe van den wil en
de begeerte hunner zenders, zonder onop-
houdelyk afgetrokken te worden van dit
nuttig werk , door de haatelyke eerzucht
van eenen man, die niet zoude opgehouden
hebben,aan hunne poogingen ten uiterften
hinderlyk te zyn;
gelyk zulks aan hun en
hunne yerkorenc pra&ifyns ,meer dan by eene
gelegenheid gebleeken was. Het was dan dien-
volgende, dat zy hem uit krachte der alge-
meene volmagtfchappinge ,by gefchrifte van
des-
C 37 )
deszelfs verplichtinge ontfloegen , om zich
voortaan met de zaak zyner gewézene last-
geevers bezig te houden. Doch zyne oog-
merken op deeze wyze mislukt ziende, nam
hy toevlucht tot het hulpmiddel van alle val-
fche zielen , tot hardnekkigheid; zó zelfs ,
dat hy de'n afgevaardigden een nader bericht,
onder den naam van interpreteerende notifica-
tie , om hetzelve in een publiek dagblad te
plaatzen in handen ftelde , en op welke hy
Vermeende met voegzaamheid in de commisjis
te konnen herfteld worden ; dog welk be-
richt, wel ingezien wordende, eigenlyk zou-
de geftrekt hebben , om het doel te bereiken
,
dat hy zich voorgelteld hadde: dit blykt ge-
noegzaam uit ’t ftuk zelve, welke hier ne-
vens gevoegd is (*) ; want hy erkende daarin,
wel den misflag dien hy begaan had, maar hytrachtede evenwel in hetzelve noch het ver-
klaarde op den 26ften december 1785, in haar
volle kracht te behouden. Doch de afgevaar-
digden lieten zich daarmede niet misleiden,
maar hielden de zaak voor afgedaan.
Aldus van deezen Hechten tegenftreever
ontlast zynde, was eene van de eerfte ver-
rich-
C 5
(*) Sub. Lt. H.
C 38 )
richtingen der gevolmachtigden , hunne ge-
korene rechtsgeleerden de floffe te verfchaf-
fen tot het vervaardigden van een voorloopig
verzoekfchrifc aan den Souverein , ten einde
van hoogstdezelve, tot het inbrengen der al-
gemeene klagten, en de middelen tot ’t her-
Hel der grieven , eene behoorlyke vryheid te
erlangen: om al het welke gunftiglyk te kon-
nen verkrygen , men ook onderling voor be-
flooten hield, hun hoog mog. in hetzel-
ve een waar tafereel te maaien , van den be-
klaagenswaardigen toeftand van ’t burgerlyk
bellier der Volkplantinge. Midlerwyl was ’t
Independent Fiscalaat ledigltaande ,en deeze
omftandighéid werd door de gemagtigden en
die van hunnen raade opgemerkt, als een ge-
paste gelegenheid aan de hand geevende , omter gelyker tyd van het Opperlle Gezach
een provifitneele opfchorfing van de begeevin-
ge deezes ampts af te fmeeken ,en dit wel tot
zolange, als nodig waare, om hoogstdezelve
onder de algemeene bczwaaren , ook dat gee-
ne te vertoonen, wat de voortduuring van
hetzelve, zo als het thans ingericht was , en
bekleed werd, voor de rust der Volkplantin-
ge gevaarlyk maakte. Dit fmeekichrift wel
waar-
C 39 )(
•
waardig zynde,
geleezen te worden, zo is
hetzelve hiernevens geplaatst (*).
Op dit verzoekfchrift , van welke reeds
gewag gemaakt is , vonden de Algemeene
Staaten in hunne wysheïdgoed, het nevens-
gevoegd gewichtig befluit te neemen (f).
Intusfchen was hetzelve by drie leden van ’t
Bondgenootfchap noch voorafgegaan van eeni-
ge Provinciaale refoluticn , en welke ter ver-
gaderinge van de Unie ingebragt zynde, waar-
fchynlyk veel zullen toegebragt hebben, dat
hun hoog mog. hoogstderzelver verlan-
gen , om zelve de klagten der burgerye te
willen onderzoeken , en daarover uitfpraak te
doen, zo gunftig aan den dag leiden, als uit
dit laatlle befluit van den 4den april 1786,
zo volmaaktelyk komt te blyken. Deeze ft uk.
ken den aandacht des lezers niet minder dan
alle de voorige verdienende , zo zyn dezelve
mede hiernevens gevoegd (§).
Thans zal het ons te onderzoeken ftaan,
welk een gedrag de burgerye van de Kaap
de goede Hoop,of liever haare reprtefentanten
,
ge*
c*; sub. Lt. 1.
(t) Sub. Lt. K.
(S) Sub. Lt, L,, M. en N.
c 4
C 40 )
geduurende den loop deezer gebeurtenisfen
in acht naamen.
Zo ras de tyding van bet provifioneel ont-
flag van den eerften afgevaardigden aldaar
aangekomen was, vond de meerderheid dier
geconfliLueerden ,de handelwyze hunner gevol-»
machtigden omtrent deezen hunnen gunfte-
ling zo regelrecht flrydende met hunne, ont-
werpen , dat zy al terflond door de duidelykfte
bewyzen aan den dag leiden, dat hun doei
nimmer geweest waare , hunner mede-burge-
ren wezenlyke belangen , volgens eene plech-
tige verbintenis, waaraan zy zich vrywillig-
lyk onderworpen hadden , te behartigen ;
neen : maar dat zy in tegendeel het billyk
misnoegen van ?
t algemeen, eeniglyk aange-
vuurd hadden, om hetzelve te doen dienen
ter bereikinge hunner onderlinge ontwerpen
van eigen grootheid en voordeel. Ten be-
wyze deezer flrafwaardige fchurkerye, zal den
fchryver zich vooraf bepaalen, tot den inhoud
van eenen brief, gedagtekend den i4den maart
1786. In dezelve gaaven drie leden van het
lichaam der repraefentanten , in ’t denkbeeld
dat hunnen gunfteling bergh noch in de
commisjie waare , den afgevaardigden te zamen
kennisfe, van de volgende zaaken.
1. Dat
C 4 1 )
1. Dat den Raad van Politie, voor altoos
was afgefcheiden geworden van den Raad
van Juftitie , als voorheen genoegzaam in
dezelfde leden behaan hebbende , behalven
het lichaam van burgerraaden ,welke nim-
mer tot den eerstgenoemden raad eenigen
toegang gehad heeft.
2. Dat den Raad van Jufiitie , ten op-
zichte der burgerraaden , cf die leden welke
in dezelve den burgerhaat verbeelden , was
permanent verklaard.
3. Dat voorts beflooten was, deeze ver-
gadering voortaan te doen behaan uit zes
leden van wegen de maatfchappye , ofhaare
dienaaren , en even zo veel uit den burger-
haat.
4. Dat de twee eerfte teken aaren des
briefs zich onder andere perfoonen , tot de
bekleeding van dit permanent burgerraadfchap
hadden Jaaten verkiezen , met zekeren janKOENRAAD GIEJ en
5. Zeggen zy noch, dat de aanneeming
van dit burgerraadfchap door hen , wel voor-
namelyk gefchied waare, om aan het ver-
langen eeniger hunner mede-burgeren te vol-
doen, met deeze veel betekenende verklaa-
ring : dat zij ter verkrijginge deezer waar-
C 5 dig-
C 42 )
digheid, geene dringende verzoeken in ’c werk
gefield hadden.
Om den lezer in Haat te Hellen, zich een
klaar denkbeeld van de eerloosheid deezes
bedryfs te vormen , zal den fchryver de be-
denkingen opgeeven , welke zy hadden be-
hooren te maaken , wilden zy niet by ’t
nagedacht bekend Haan , als verachtelyke
voorwerpen, die eene braave menigte op de
fchandelykfle wyze hadden aangehitst , omhunne Hrafwaardige bedoelingen te bereiken.
Zy hadden, alvorens tot eene misdaadige
afwyking hunner eigene klagten , en die van
hunne lastgeevers te komen ,zich zelven
eerst deeze vraagen behooren te doen: „Zynwy tot de flrikte en gemoedelyke beharti-
ging van den last , ons met het zuiverst’
en onbepaaldst’ vertrouwen , door eene ge-
drukte en mishandelde burgery opgedraagen
,
niet ten flerkfle verplicht? Hebben
wy niet, om alle wantrouwende verdenkin-
gen ,zo die ’er mogten geweest zyn , uit
te roeien , en elk braaf burger ,omtrent
ons gedrag ten vollen gerust te Hellen , een
plechtig verbond aangegaan, in welke wy by
den al machtigen! de getrouwe en be-
langelooze waarneeming onzer plichten, be-
zvvo-
C 43 )
zworen hebben ? Hebben wy ons ook
niet durven onderwinden, de Regeeringe van
de Kaap de goede Hoop ,en bepaal deiyk de
vergaderingen van Politie en Juftitie , aan
hun hoog m o g. te befchryven , als te za-
inen gefield uit flechte, boosaardige en on-
deugende lieden ? —-— Hebben wy ons ook
daarom niet durven verfhouten , hoogstder-
zelver magtige befcherminge , tegen deeze
geweldaadige Regeering in te roepen ?
Zou het dus, en voor onze eer, en onze ei-
gene veiligheid wel voorzichtig gehandeld
zyn, wanneer wy immer in eene dier beide
Raadsvergaderingen door eene fchikking of
roeping van den Gouverneur en den Raad van
Politie , zittinge naarnen , voor dat derzelver
regeeringe door de Opperfte Macht zelve, op
een anderen vöet gebragt waare ? —. Zou-
den wy, wanneer wy ons al door eene laage
eerzucht, onvoorzichtiglyk zo verre hadden
laaten vervoeren, dat wy vrywilliglyk aan-
deel hadden genomen ,aan dit door ons als
eerloos verklaard beftier,
(en in welke wydan ook noch door eene groote minderheid,
toch nimmer aan ’t oogmerk om onzer mede-
burgeren belangen bevorderlyk te zyn, iets
toebrengen kunnen) ons zelven niet in aan.
fchouw
C 44 )
fchouiv doen komen , als verachtelyke enftraf-
waardige lieden, wier ongenoegen eeniglyk
aan ’t gisten was geraakt, om dat men van
de zyde der Regeeringe , niet genoeg aan hen
gedacht hadde ? —- Kortom : zou deeze ön-
voorzichtigheid niet kunnen gevolgd worden,
van de uiterfre gevaaren voor ons ze! ven? —Zou men ons niet, ingevalle wy ons vry wil-
lig met dééze door ons als eerloos verklaarde
lieden verëenigden , ten einde het rechterlyk
beltuur der Volkplantinge te aanvaarden, op
de wettigfte gronden , van de ftrafwaardigfte
lastering mogen befchuldigen , en als pesten
der maatfchappye en volksbedriegers, eene
welverdiende ftraffe kunnen doen onder-
gaan ?”
Hadden dééze repraefentanten elkanderen
door deeze bedenkingen omtrent hunnen
plicht, willen verlichten, zo zouden eenigen
derzelver ,de opwellingen hunner eerzucht
hebben konnen beteugelen ,en geen naam op
den lyst der fchelmen nagelaaten hebben.
Doch , daar het den afgevaardigden niet
bleek, dat zy dien eertytel niet wilden ver-
dienen , zo moesten déézen zich wel de moeite
geeven , om hen in eenige brieven,onbewim-
peld over het bedrog aan de burger ye ge-
pleegd 3
( 45 )
pleegd, te onderhouden, en hen te verklaa-
ren , welk denkbeeld zy van hunne perfoonen
en charaéters hadden opgevat ;invoegen, dat
zy hen op den ioden july 1786, eenen brief
zonden , welke onder andere zaaken, ook een
antwoord behelsde , op het voorwaards ge-
melde bericht van den i4den maart, en hierop
nederkwam : ,, Dat hunnes bedunkens , de
„ ingevoerde nieuwe fchikkingen in het Jufti-
„ tie-wézen, als zo -veele inbreuken dienden
,, befchouwd te worden, welken ’er onder-
„ nomen wierden op het beroep, aan hun„ hoog mog. gedaan; want dat hoogs tde-
„ zelve uit krachte van dit beroep,
alles
,, hadden opgefchort ; en dat dus ook alles ,
,, tot een kennelyfc wederzeggen van den
„ Souverein, moest blyven in dien ftand, als
waarin de zaaken van de Kaap waaren ,
,, toen dit beroep gefchiede,en voor ’t ove-
„ rige zo lange duuren, tot dat hun hoog,, mog. zelve eene verbetering in het be*
„ ftuur der Volkplantinge, zouden hebben
: , vastgefteld. Dat het echter den gevolmag-
„ tigden door den gedaanen flap toefcheen,
j, dat men aldadr niet lettede, op hetgeene
„ men gedaan had; en dat men door een ge-
, s drag welk alle mispryzing verdiende, de
,, Z3Ej
C 46 )
,, zaaken aan de Kaap, hoe langer hoe meer-
,,der verwarren wilde, en dus doende, zich
„ de verontwaardiging van den Souverein op
„ den halze laaden. Dat, zo de reprae-
3 ,fentanten der burgerye van de Opperfte
,, Macht zelve, de afgefmeekte verbéterin-
„ gen niet wilden afwachten, maar dezelve
„ redenloos aanneemen van die geenen, over
5 , wien zy zelfs op eene buitenfpoorige wyze
„ geklaagd hadden ,en zodanig de zaak te
„ brengen uit haar geheel, de zendinge als
,, dan niet alleen vruchteloos wierd gemaakt
,
,, maar ten hunnen opzichte, zelfs als ver-
,, métel en ftrafwaardig moest werden be~
,, fchouwd. Dat de afgevaardigden daar-
,, om derzelver verbaasdheid nier konden
,,ontveinzen over dien onberaaden ftap,van
„ welke de gevolgen onberekenbaar waaren,
„ indien men daar tegen ftelde de adresfen ,
,, in het laatst van den jaare 17 84. door hen
,
„ aan hun hoog mog. gezonden; als in
„ welke zy, (gelyk alreede hier vooren, op
„ meer dan eene plaats gefchetst isj) de Re-
„ geeringe der Volkplantinge , als gewéten-
„ loos en onderdrukkende befchreeven had*
„ den. En eindelyk, dat dit hun gedrag
„ noch redenloozer moest geoordeeld wor-
j, den.
I( 47 )
„ den, wanneer men in aanmerkinge nam,
,, dat zy zich tot de bekleedinge dier bur-
5» gerlyke :waardigheid , hadden laaten verkie-
„ zen en aanftellen , met noch twee per-
„ foonen , welken zy in den jaare 1781,
,, door middel van overgezondene bewys-
„ Rukken en verklaaringen,
gezonden aan
„ hunne toenmaalige gemagtigden, ter ver-
„ gaderinge van Bewindhebberen , openbaar
„ hadden verklaagd, als werktuigen in de
,, handen eeniger compagnies dienaaren, om
,, de burgeren door een onwettigen alleen-
handel (monopoli
)
te knevelen; terwyl zy
,, noch daarenboven aan deeze afgevaardig-
,, den, een dier twee perfoonen hier vooren
,, reeds genoemd (JF. C. Gic als eerloos af-
„ gefchilderd hadden, ter zaake dat denzel-
,, ve in den beginne, dat is, in den jaare
?j x 779» om te toonen, dat hy de algemee*
„ ne klagten der burgerye tegen de Regee-
„ ringe wettigde, en dezelve daarom onder
„ fteunen wilde , vrywilliglyk eene fom van
,, vyftig ryksdaalders toegebragt hadde, doch
„ daar na weder een gefchrift ter reddin-
„ ge (delivrance) der Regeeringe had gete r
,, kend; als waarin hy de perfoonen tegen
„ wien geklaagd wierd, voor onberispelyk,
5> en
(48 )
„ en de klagten tegen haar aangevoerd
,
,, voor onwettig verklaarde.” •
Dit zy vooreerst genoeg ten betooge, dat
de reprcefentanten door hun gedrag , omtrent
de nieuwlings ingevoerde verbeteringen, of
het deel , ’t welk zy *er aan naamen, ten
duidelykfte beweezen hebben , dat zy het
biilyk misnoegen der ménigte eeniglyk aan.
gevuurd hebben , om hunne flrafwaardige
bedoelingen te bereiken; bedoelingen!
welke door de gelykwerkende poogingen
van den gewézenen eerflen afgevaardigden
alhier, moesten bevorderd worden. Dit leid
ons dan van zelve te rug, tot hetgeen’ wyvoor dit betoog met een enkel woord aan.
flipten ons oogmerk te zyn, de omfchiy-
vinge naraelyk ,van de uitwerkzelen , wel.
ken het provifoneel ontflag van dien ofgevaor-
den >in de gemoederen der repnefentanten
veroorzaakten , en van de gevolgen , welke uit
het byzonder goedvinden dier geconflitueer-
den ten deezen opzichte ,met betrekkinge tot
den last der gevolmagtigden ,en de uitvoe-
ringe van denzelve zyn voortgevloeid; waar-
na dit ftuk zal beflooten worden, met een©
fchets van den toeftand des fchryvers,
in zo
verre dezelve veroorzaakt is , door het gedrag
zyner zenders en lastgevers.
In
C 49 )
Ia aanmerkinge dan genomen wordende >
het geen’ ten opzichte van de oogmerken der
reprsefentanten reeds is te kennen gegeeven
,
namelyk, dat zy in ’t ooge hadden , hunnen
eerffcen afgevaardigden nevens hen in het
rechterlyk bellier der Volkplantinge, en wel
in geen minderen graad, dan die van Indepen-
dent-Fiscaal geplaatst te zien , zo zal het eer-
fte uitwerkzel van de verïedeling deezes ont-
werps, zich ras aan den geest van den lézer
moeten vertoonen , als te beftaan in eene ver-
koeling van hunne zogenaamde patriottifche
gezindheid 5 en zodanig was het ’er Gok mede
gelegen.
Het eerfle bewys , welk de afgevaardigden
van deeze verandering in de geneigdheid der
repraefentaüten tot het algemeen welzyn ont-
fingen, beftond in eenen brief van deeze lie-
den zelve,gedagtekend den 29
ften juny 1786,
en welke zy, om hunnen gunlleling een blyk
van hunne verknochtheid aan zyn perfoon te
geeven , aan elk der vier gevolmagtigden in
het byzonder, en dus mede aan denzelve af-
zonden. In dien brief gelieten zy zich ,een
perfoonlyk recht te bezitten , om de volmagt-
fchappinge te mogen vernietigen ,en op eenen
anderen over te draagen 5 en wel in deezer
D Vóe»
C 50 )
voegen : dat zy ter behoudenisfe hunner zo-
genaamde eere, den vier afgevaardigden gelas-
teden, „om alle zaaken hunnen last betref-
„ fende , over te geeven aan derzelver ver-
j, korene pra&ifyns; ten einde déézen in Haat
„ te Hellen, om de algemeene klagten, zon-
„ der eenige tusfchenkomst te hervatten ;
,, terwyl zy noch daarenboven aan zich wil-
„ den verbleeven hebben, de magt, om by
„ eene eerst invallende gelegenheid te ver-
,, klaaren, hoe zylieden de zaak hunner last-
„ gevers, zo ten aanzien* der te doene klag-
„ ten, als het verzoeken van herltel, wilden
,, voortgezet hebben.”
Een’ oppervlakkige beöordeeling deezer
laatfte zinfnéde, zou den lózer ondertusfchen
in het denkbeeld konnen doen vallen, dat de
gevolmagtigden uit hun vaderland vertrokken
waaren ,zonder voorzien geweest te zyn
, van
behoorlyke berichtfchriften (inflruiïien
)
, wel-
ke derzelver werkzaamheid en pligt, in de
uitvoeringe van hunnen last, of de begeerte
des volks bepaalden :—— doch , dat hy zich
eeniglyk de moeite geeve, van weder eenige
Hukken, hiernevens geplaatst, en inzonder-
heid de a&e van verëeniginge (*) , en de al-
ge-
(*) Sub. Lt. A.
/
C 51 )
gemeene en byzondere volmagtfchappingë
('generaals en fpeciaale -procuratie) (*) , te her-
leezen: -— hy zal als dan moeten befluiten,
dat deeze repraefentahten door hunne tegen-
ftrydigheden , of de grootfte botterikken zyn
,
die heden niet weeten , wat zy gisteren ver-
richt hebben * of dat deeze woorden , van eerst
hy eene volgende 'gelegenheid hunnen volftrekten
wil, omtrent dewyze, hoe de algemeehe klagien
der burgerye te behandelen, duidelyk te yerklaa-
ren, een opzettelyk voorneemen aankondigd,
om in alle opzichten , den hun opgedraage-
nen last, te willen misbruiken, en dus doen.
de, de billyke verwagtingen hunner kiezers
en lastgeevers , in rook f-e Hoen vcrdwyneil.
—
Dan, behalven dit aangehaald bewys, van
eene verflaauwing hunner gewaande vader*
landfche gezindheid, gaaven zy den afgevaar-
digden ook noch, door een’ eerlooze verbree-
king hunner beledigde belofte, raakende de j aar-
lykfche remifes , zo tot derzeiver perfonneel
onderhoud , als tot de kosten aan pra&icyns,
en andere büitengewoone uitgaaven, tot de uit-
voeringe der zaak zelve betrekkelyk , redenen
genoeg , om te vermoeden , dat zy bezield
waa*
(*) Sub. Lt. £*
D è
( 5* )
waaren , van eene vuile wraakzucht over het
lot, ’t welk hunnen eerflen afgevaardigden
zich zelve , door zyn gedrag had waardig ge-
maakt. Immers, zonder iets, hoegenaamd,
te antwoorden op het geen’ hen dienaangaan-
de reeds in verfcheide afgezondene brieven
was verzogt geworden , zo bepaalden zy zich
eeniglyk , tot de bovengemelde opfchorting
van den last der gevolmagtigden , met eene
onbefchaamdheid die geene wedergaa heeft,
namelyk, zy droegen, (hoewel zonder eenige
vrugt) de uitvoeringe van de zaak der bur-
gerye op , aan de vier rechtsgeleerden , welke
reeds door de afgevaardigden verkooren waa-
ren ,zoiidci aan dezelve eenige penningen
hoegenaamd te zenden , of hen de gevraagde
bewysflukken en verklaaringen , ter voortzet-
tinge dier zaake te doen geworden.
Dit alles dan , verfchafte den gevolmagtig-
den ftoffe genoeg, om dééze reprtefentanten
in twee brieven, gedagtekend den 2 7ften de-
cember 1786, en den 4den january 1787, in
deezer voegen te antwoorden
:
„ Dat de afgevaardigden niet dan met de
uiterfte verontwaardiging van hunnen procu-
reur vernomen hadden, dat zy repraefentanten
zich van hunnen wézenlyken plicht zo verre
ver-
C53 )
verwyderd hadden, dat zy zich tot dien heer,
over hun gehouden gedrag tegen den fchande-
lyken eergh, gewend hadden , en zulks in
twee brieven,gedagtekend den 3
den july , en
den n den july 1786; dan, dat dien heer, in
wiens charaéler zy zich vergist hadden,goed-
gevonden had , hen van deeze brieven de
woordelyke affchriften te bezorgen , met vry-
laating daar nevens , om met dezelve zodanig
te handelen , als zy zouden konnen goedvin-
den.”
,, Dat die welmeenende daad, hen ook had
doen bedacht zyn,om deeze brieven te beant-
woorden , fchoon zy zelve noch geen fchrif-
telyk bericht over deeze ftoffe van de Kaap
ontfangen hadden 5doch dat zy , op het punt
ftaande , om hun antwoord af te zenden ,
eenen brief, omtrend van denzelfden inhoud
als die aan den heere procureur, ontfangen
hadden (*) , en dus genoodzaakt waaren ge-
weest, hetzelve zodanig te veranderen en af
te zenden , als het nu door hen zoude gelee-
zen worden.”
„ Dat het vooraf noodzaakelyk waare,hun
ge-
(*) Dezelve was, gelyk reeds gemeld is, gedagtekend
den juny 1786.
D 3
C 54 J
gehouden gedrag, zedert het vertrek der ge*
magtigden van de Kaap, of dien tusfchentyd
waarin den meergemelden bergh noch niet
ontflagen was, en in welken tyd men aldaar
noch met geene mogelykheid van dit ontflag
konde onderricht zyn, naauwkeurig naar te
gaan. Dat men aldus tot het begin der uit-
voeringe van hunnen last opklimmende , hen
al terflond van wanbeftier moest befchuldi-
gen ; want dat
,
fchoon de afgevaardigden
reeds omtrent vyfthien maanden hier te lande
waaren aanwezig geweest , zy nochtans van
hen geen noemenswaardig naricht bekomen
hadden , .en zulks in weêrwil eener belofte
door hen zelve gedaan , in eenen brief van
den 26ften feptembci
„ Dat het hen alzó min had behaagd, de
brieven te beantwoorden , welke aan hen , in
dien tusfchentyd , (den meergenoemden
bergh toen noch in de commisfic zynde} by
verfcheidene gelegenheden waaren afgezonden
geworden. Dat zy evenwel daartoe waaren
verplicht geweest , om dat deeze brieven ver.
zoeken behelsden , welke van dien aart waa-
ren , dat wanneer aan dezelven niet voldaan
wierde , ’er in de zaak hunner mede - burge-
ren niets zoude konnen verricht worden; en
dat
(SS)
dat deeze handelwyze dus reeds duidelyk
genoeg aan den dag leide , dat zylieden
met de aanneeming van den last hen opge-
draagen , oneerlyke oogmerken gekoesterd
hadden.”
„ Dat zy afgevaardigden, hen reprcefen-
tanten echter moesten doen opmerken , dat
hunne hoofden7
er 'mede gemoed waaren , indien
men hen overtuigen tonde, de aandryvers ge-
weest te zyn van beroertens , welke voor
de Volkplantinge van de fchrikbaarendfte ge-
volgen hadden konnen zyn;
en dat het be-
wys, van met dit alles, niet, dan fchandely-
ke oogmerken gehad te hebben, beftond, in
de aanneeming van het -permanent burgerraad-
fchap , en die van cene ikegeenng welke zy
by den Souverein , als godloos en geweldaadig
hadden durven aanklaagen.”
„ Dat zy ondertusfehen wel dienden in ’t
ooge te houden , welke perfoonen zy in hunne
adresfen aan hun hoog mog. hadden dur-
ven lasteren ! want dat door het aandeel welk
zy aan ’t rechterlyk bellier der Volkplantinge,
door dit burgerraadfehap hadden willen nee-
men,(eeniglyk om hunne heerschlust te be-
vredigen) de uitdrukkingen in gemelde adres-
fen, zo onbetaamelyk waaren geworden, dat
D 4 de-
C 56 )
dezelve niet dan met den fnoodflen laster
moesten gelyk gefield worden.”
„ Dat terwyl het uit hun fchryven aan den
hcere procureur van son kwaame te bly-
ken, dat zy repraffentanten zich van ’t ver-
fchil tusfchen den geweezen eerflen afgevaar-
digden en de andere gemagtigden, geen denk*
beeld konden vormen, (quafie) om dat de pa-
pieren dit verfchil betreffende , maar van eene
zyde ingekomen waaren ,*— de gevolmagtig-
den hen dan dienden te vraagen, of den ver-
raadelyken aanflag van dien man hen, niet
genoeg gebleeken waare, uit zyn eigen be-
richt,geplaatst in de Leydfe courant van den
26ften december 1785 ? (*) en of zy lieden dit
bericht leezende, de b urgeryc daaiiu uiet be-
fchuldigd vonden ,van ten onrechte tegen
’s maatfchappy’s bellier geklaagd te hebben ?—
>
en dat zy derhalven, met voor te wenden van
over het gefchil niet te konnen oordeelen,
toonden , den last hen opgedraagen , eeniglyk
ter bereiking hunner vuile oogmerken te heb-
ben willen doen dienen/’
„ En eindelyk, dat de afgevaardigden daar-
om ook niet zouden afzien?om in de uitvoe.
rin*
(*) §ub Lt. F,
c 57 )
n'nge van hunnen last voorttegaan , doch dat
zy, daarin gedwarsboomd wordende , zich tot
hun hoog mog. zouden wenden , om tot
hoogstderzelver kennisfe en onderzoek te
brengen , de zo zeer verdachte oogmerken der
repraefentanten , als konnende ilrekken, omde bezittinge van de Kaap de goede Hoop, aan
een blykbaar gevaar bloot te Hellen.”
Dat ondertusfchen de overdragt der vol-
magt , door de gekorene praóHfyns niet konde
goedgekeurd worden , kan genoeg blyken uit
eenen brief , van welke hier nevens een uit-
trekzel gevoegd is (*). Trouwens , deeze
braave lieden, waaren van ’t eerloos gedrag
des eerften afgevaardigdens, in tegenoverftel-
linge van dat, ’t weilc door zyne geweezene
vrienden in acht genomen wierd , ook zo
zeer overtuigd , dat , al hadden zy zich vpor-
af daaromtrent niet zo duidelyk verklaard ,
dit toch nimmer by de gevolmagtigden eenige
vreeze zoude verwekt hebben.
En nu overgaande tot eene befchryving
van het geen’ de verïedeling hunnes ontwerps,
(om namelyk met medewerking van hunnen
gunsteling de Regeering te overheenen ,) vervol-
gens
D 5
(*) Sub. Lt. O.
C 58 )
gens tot een uitwerkzel had , zo zal den
fchryver dienaangaande zeggen, dat het be-
lfond , in een’ opzettelyke te loorftelling van
alle de billyke wenfchen hunner lastgeevers.
Om dit te bewerken , hadden de reprtefentan-
ten van hunne zyde niet meerder nodig , dan
vooreerst hunne afgevaardigden van hunne
toegelegde jaargelden te berooven, en ook
niets tot de betaalinge der aangenomene prac-
tifyns over te maaken; en dan ten tweede,
hunne mede -burgeren van alle voorgevallene
zaaken, zo ten aanzien van het geene, dat
omtrent den eerften gemagtigden was gebeurd
,
als ten opzichte van dat geene, hetwelk ter
voortzetting van de zaak der burgerye reeds
met goed gevolg begonnen was , volftrekt on-
kundig te houden , of door verwarde en een-
zydige berichten hunnen iever te doen ver-
flaauwen ,en hunne zo hoognodige itandvas-
tigheid aan het wankelen te brengen; het
geene eigenlyk de gevolgen waaren, welke
uit deeze fchurkerye van de zyde der reprae-
fentanten moesten voortvloeien;
en dit eer-
loos befluit naamen zy ook: •— invoegen ,
dat de afgevaardigden weder verplicht wier-
den, op den 2otol augustus 1787, hen den
brief te zenden welke hier nevens gevoegd
is
( 59 )
is (*). Dit fchryven werd des te noodzaake-
Jyker geoordeeld, dewyl de prcictifyns over de
proces -kosten hun gevoelen hadden te ken-
nen gegeeven.
Doch , niettegenflaande alle deeze groote
beletzelen , waarvan een eenige op zich zelve
,
genoegzaam zou geweest zyn , om het geheel
oogmerk der zendige te verïedelen, voeren
de afgevaardigden nochtans voort, om door
een gelykvormig gedrag de zaak der burgerye
voorttezetten , en zo ras mooglyk ten einde
te brengen. Dit deed hen dan ook onder an-
dere zaaken befluiten , om alle de flukken
,
de klagten van den jaare 1779 en vervolgens
betreffende , en van welke zy eenige gedrukte
exemplaaren ontfangen hadden, aan hunne
lastgeevers af te zenden , ten einde hen in
flaat te Hellen, zich door eenige verklaarin-
gen en andere flukken , tegen de lasterlyke
verantwoordingen van ’s maatfchappy’s die-
naaren , onder dezelve gedrukte flukken voor-
komende y te verdédigen , en dezelve in de
commisfie, als bewyzen te doen dienen. Danom de moeite en zorge der gevolmagdgden
,
daaromtrent noch al van meerder vrucht te
doen
(*) Sub. Lt. P.
c
doen zyn , zo vond derzelver procureur, die
hun deeze Hukken,(gedrukt ter griffie van
hun hoog mog.) had bezorgd, goed, alle
hunne verzoeken en vertoogen te onderlteu-
nen , door twee ernflige brieven, gedagte-
kend den i3 den december 1787, en den 3i ften
july 1788 , en van welke hier nevens ook
twee uittrekzels gevoegd zyn (*_).
Nochtans wierden alle deeze poogingen
door een opzettelyk plichtverzuim van de zy-
de der reprasfentanten te loor gefteld. Niets
hoegenaamd wierd door hen ter kennisfe der
burgerye gebragt , zelfs niet op haare dringen-
de verzoeken. Dit kon echter niet lang voor
de afgevaardigden verholen blyven; zo
dat zy op ’t laatst verplicht waaren , zich over
het bellier der zaake aan de Kaap , in eenige
brieven , welken zy aan de aanzienlykllen en
welmeenendlten onder de burgerye richteden,
ten llerkllen te beklaagen , en een affchrift
van de geheele briefwisfeling,gehouden met
hunne geconllitueerden aldaar, geduurende al
den tyd in welken zy hier te lande aanwézig,
en in de uitvoeringe van hunnen last , werk-
zaam geweest waaren , aan de burgerye af te
zenden.
(*_) Sub Lt. Q & R.Dan,
C tfi )
Dan j dit wierd,
gelyk wel te voorzien
waare , door eenige der meestfchuldige reprte-
fentanten ,met naame christiaan geor.
GE MAASDORP, GERRIT HENDRIKMEYER, HENDRIK PIETER WARNEC-KE, HENDRIK LOUW, en PIETER VANbreda, zeer ongunstig beoordeeld: wes-
h ilven zy ook terftond eenen brief aan hunne
gevolmagtigden afzonden, doch van zulk een
verwarden inhoud , dat den fchryver door
fchaamte wederhouden word, dezelve open-
baar te maaken. Hy houd dit bewys eener
grove onkunde, gedagtekend den i^ den februa-
ry 1788, echter in handen ,om ’er in der tyd
dat gebruik van te maaken, hetwelk hy zal
goedvinden , om deeze zyne landsgenooten
met verachting op zich zelve te doen neder-
zien. Doch dit was het niet alleen. *— Dien
brief ging noch verzeld van eenen anderen ,
gefchreeven door den laatstgemelden vanbreda, en welk verachte!yk mensch , voor-
heen in eenige brieven, den afgevaardigden
lof had willen toezwaaiën , over derzelver
werkzaamheid en oprechtheid, welke hy in
hunne handeiwyze omtrent den meergemelden
bergh voornamelyk, had konnen ontdek-
ken , doch welk nietsbediiidend wezen in den
jaa-
t tfa
)
jaare 1788, by gelegenheid van het overlyderj
van een der geconfticueerden. door het goed
vertrouwen zyner mede- burgeren, in deszelfs
plaatfe verkooren zynde , en nu meenende
zich te moeten fchikken naar de voorbeelden
van eerloosheid , welke zyne medgezellen hemgaaven , weder van gevoelen veranderde , zo
dat hy befloot, het gehouden gedrag der ge-
magtigden , welk hy te vooren op eene laffe
wyze gepreezen had, nu weder op de onbe-
fchaamdfte maniere te veroordeelen. Dit
noodzaakte hen dan ook , in hun antwoord
aan deeze vyf perfoonen , hem afzonderlyk
over zyne vreemde kuuren te onderhouden ,
gelyk gezien zal konnen worden uit den hier
nevens gevoegden brief, gedagtekend den 25^augustus 1788 CO; in welken ook voorkomt,
den zaakelyken inhoud van bovengemelden
verwarden brief, en welks kort begrip voor
den lezer voldoenend genoeg zal zyn , om ’er
over te kunnen oordeeien.
Maar behalven deezen brief, werd ’er door
de afgevaardigden noch éénen afgezonden aan
de gezamentlyke repriten tan ten , met het
oogmerk eigenlyk, om hun gehouden gedrag,
ge-
(*) Sub. Lt. S.
C 63 )
geduurende het geheele tydvak der Commisfie
door te loopen , en dan aan ’t oordeel der
burgerye over te laaten , of zy in het beharti-
gen haarer zaake , al of niet overeenkomstig
hunnen plicht gehandeld hadden. Dee-
zen brief moest eenvoudig ingericht worden
,
en gefchikt zyn naar den regel , dien elk braaf
mensch in het verdédigen eener rechtvaardige
zaak volgen moet, en deeze is: de waarheid
en onfchuld te verdédigen , zonder den byfiand van
het gewoon hulpmiddel in de meeste gefchillen , na-
melyk , eene fyne en ingewikkelde redeneering.
Den lézer zal derhalven in deezen brief niet
moeten zoeken , een cierlyk en opgefmukt
verhaal van het gebeurde in de commisfie
;
neen : hy zal ’er eeniglyk In ontmoeten , de
ronde taal des eerlyken mans, die niets vreesd,
dan de verachting welke op ’t misdryf volgt.
Dezelve gedagtekend den 2 8 fte augustus 1788 ,
is dan in zyn geheel en woordelyk, uitgezon-
derd eenige gedeeltens ,welke voor den lézer
van geen belang zyn , hier nevens geplaatst (*).
Dat den onzydigen opmerker , dezelve leeze
,
en dan oordeele. —*
—
Zou den lézer ondertusfchen niet, als eeni-
ge
(*) Sub Lt. T.
C 64. )
ge opmerking verdienende, flil geflaan heb»
ben , by een kleen gedeelte des briefs van den
25 (icn augustus 1788. (*), en het geen hierop
nedcrkomt : dat dm angst welken de representan-
ten in hunnen brief van den I4den fébruary des-
zelfden jaars , lieten hlyken , hunne afgevaardigden
had doen vallen in het denkbeeld, dat de poogin-
gen deezer laatften , om de eerften aan de burge-
rye in hunne waare gedaante te vertoonen , niet
vruchteloos geweest waaren? Dit zal zeker-
lyk uitgewerkt zyn, gelyk reeds gemeld is,
door de overzendige der geheele briefwisfe-
ling, (correspondentie) gehouden tusfehen de
geconftitueerden , en hunne gevolmagtigden ,
als mede door die afzonderlyke brieven aan
eenige der voornaamfle burgeren , welke die-
nen moesten ter opheldering van het gedrag,
dat door hunne voorgangers in acht genomen
wierd. Een hierin vonden de afgevaardigden
zich ook niet bedroegen. Want niet veele
dagen verliepen ’er naar de afzending der brie-
ven van den 25ften en 28 ften augustus, (en in
de eerfte van welke de bovengemelde pasfagie
geleezen word) ofzy ontfingen uit het lichaam
der burgerye eenen brief, getekend door vier
daar.
(*) Sub Lt. s.
C «5 )
daartoe benoemde perfoonen 5 berichtende ,
op welk eene wyze een groot aantal burge-
ren, eene fchriftelyke aankondiging, en te-
genverklaring ('declaratoir en protest) gete-
kend hadden, en door eenige daartoe be-
noemde lieden , aan hunne reprasfentanten
hadden laaten overgeeven ,met een daarne-
vens gevoegd verhaal , van het geene ’er ter
dier gelegenheid was voorgevallen.
Uit dien brief gedagtekend den I5 den mai
1788, bleek het den afgevaardigden op de
overtuigendfte wyze , dat ’er een byzonder
plan had plaats- gehad , tusfchen eenige der
geconftitueerden aan de Kaap,
en hunnen
gunfteling den eerflen gemagtigdem Doch,
om dit den lézer noch, met al fterkere bewy-
zen dan de voorigen aan te toonen, zal den
fchryver kortelyk opgeeven, het geene door
de tekenaaren deezes briefs, ter kennisfe der
gevolmagtigden gebragt wierd, en hierin be-
lfond:
,, Eerftelyk, dat zy uit de berichten wel-
ken hen van tyd tot tyd door de gemagtigden
der burgerye, uit Europa waaren toegezon-
den geworden,gezien hadden , in welke op-
zichten al, hunne reprcefentanten, de eerlyke
belangen der burgerye, hen met zo veel goed
C 66 )
vertrouwen opgedraagen, en door hen met zo
veel plechtigheid aangenomen, door aanëen-
gefchakelde kunstgreepen en de fchandelykfte
laagen , hadden tegengegaan , in ftede van
dezelve overeenkomftig hunnen plicht bevor-
derlyk te zyn.”
,, Dat dit hen had doen bedacht zyn, op
middelen, om, zo niet de zaak der burgerye
zelve ,ten minflen haare eere te redden ; en
dat hen , om dit te bewerken , als het vol-
doenendfte was toegefcheenen , het tegen-
woordig declaratoir en protest , welke menontworpen , en in der haast getekend had (*J”
„ Dat dit afgeloopen zynde , zy vervol-
gens aan den voorzitter der reprtefentanten
verzogt hadden , eene te zamenkomst van hen
alle te beleggen,met eene voorloopige ope-
ning , dat zy van wegen de afgevaardigden
der burgerye eenige gewigtige verzoeken had-
den voor te ftellen.”
„ Dat zy in die te zamenkomst by de over-
gaave van dit gefchrift , verzogt hadden , omeen kort en zaakelyk befluit te neemen op ver-
fcheidene artykelen, welken zy hen, uit naam
en
(*) Dit declaratoir en protest, is Sub. Lt. U, hierne-
vens gevoegd.
C 67 )
en van wegens de gezamendyke tekenaaren
hadden voor te ftellen , als beffcaande in : het
ontflag van den eerften afgevaardigden, den
meergemelden èergh; het voldoen aan
hunnen plicht, van de commisfie teneerften ag»
tervolgens hunne beëedigde belofte , van de
nodige penningen , zo tot het perfonneel on*
derhoud der gevolmagtigden, als de voldoe-
ning der kosten van het geding te voorzien
;
als mede, om aan dezelven ter gelyker tyd te
zenden , de zó menigwerf te vergeefs gevraag-
de bewyzen en andere ftukken , zonder alle
welke hulpmiddelen, den last aan hen opge-
draagen ,niet zoude konnen ter uitvoer ge-
bragt worden.”
,, Dat door dit declaratoir en protest , de
repraefentanten , met opzicht tot de jaarlyk.
fche onderfteuning hunner afgevaardigden, ein-
delyk waaren gebragt geworden, tot de plech-
tige vernieuwinge hunner belofte, namelyk,
dat zy van het door de burgerye aanvertrouw-
de geld,geen’ ander gebruik zouden maaken
,
dan dat, waartoe hetzelve door alle braave
burgeren vrywillig was gegeeveil ; te weeten :
.
tot het jaarlyksch onderhoud hunner gevo!-
tnagtigden in Europa , en tot de voortzettinge
haarer zaake; doch dat zy zich hiertoe niet
E & ver-
C ós )
Verbonden hadden , dan na dat zy allen , door
de tekenaaren van dit gefchrift in ’t algemeen,
en door hen in deeze te zamenkomst in ’t by-
zonder , over opzettelyk plichtverzuim en
meinëed , als fchurken waaren ten toon ge-
field en zal den fchryver ’er byvoe-
gen : na dat zy gezien hadden, dat een al te
ver gedreeven’ iever, om hunne oogmerken
voor het tegenwoordige door te zetten,een
uitwerkzel zoude hebben,onderfcheiden van
dat, het welk zy van eene kortftondige toe-
geevelykheid konden verwagten. Ver-
raaderlyke goedwilligheid ! welke deeze re-
prtefentanten weder in ’t vertrouwen der be-
droogen’ menigte bragt, en hen in Haat ftel-
de , om alle hunne fnoode ontwerpen ter uit-
voer te brengen!
„ Dat voorts de reprtefentanten, ten aan-
zien van ’t verzoek,om den eerften afgevaar-
digden van zyne commisfte te ontflaan , zich
gedraagen hadden, als van het eerloos gedrag
van denzelven niet genoeg overtuigd te zyn
,
en dat zy daarby verklaard hadden ,in allen
gevalle, tot die daad van ontflag- verleening
niet gerechtigd te weezen. Dat by die gele-
genheid, twee der geconfiitueerden , met naame
HENDRIK PIETER WARNECKE en GER.
RIT
y
( )
RIT HENDRIK MEYER, zich VOOr dien
perfoon , by uitnemenheid in de bresfe gefield
hadden; doch, dat de vier tekenaaren deezes
-briefs , vervolgens gevraagd hebbende , of zy
geconflitueerden , nevens de voldoenendfle
berichten der gevolmagtigden, ook noch gee-
ne nadere onderrichtingen van het flecht ge-
drag deezes mans bekomen hadden , en of
zulks niet gefchied waare, door de gekoorene
praélifyns in Europa
,
— daarop met een ftel-
lig neen waaren beantwoord geworden. Dat
zy zich hierop verplicht hadden gevonden ,
den Gordiaanfchen knoop door te hakken , met
eene verklaaring te doen , dat de burgerye van
één der afgevaardigden een affchrift beko-
men hadden van eenen brief, van den heere
procureur van son, gefchreeven uit ’sHage
op den 3den july 1786 (*), en tot verfcheide
maa.
(*) Sub. Lt. O. Van deezen brief daar reeds melding
van gemaakt is, wierd door den fcbryver, eenige topim
aan de burgerye gezonden, om baar te toonen
, dat bet
gedrag des eerden afgevaardigdens, door de gekoorene
praiïifyns zelve veroordeeld wierd. • Dit deed by
om dat by vreesde, dat dezelve niet aan de burgerye
zoude medegedeeld werden ; en zyne vrees is ook niet
van allen grond ontbloot geweest.
ES
C 70 )
maaien, onder ’t adres van den bovengemel-
den warnecke, aan de gezamentlyke re-
praefentanten afgezonden. Dat dien eerver-
geetenen daarop in de uiterfte verwarringe
geraakt zynde , tot de bekentenisfe zyner
fchurkerye gekomen was , met belofte van be-
terfchap , en den brief vervolgens met ontftel-
tenis van onder zyne papieren voor den dag
gehaald en getoond hadde , na dezelve omtrent
agtien maanden lang , verborgen gehouden te
hebben (*).”
,, En laatstelyk , dat de repnefentanten
door alle deeze poogingen der vier tekenaaren
deezes briefs vermoeid, gezamentlyk, by de
bovengemelde vernieuwde belofte, omtrent
de agterflallige jaargelden en kosten tot het
geding, noch gevoegd hadden, de voldoening
aan de begeerte der burgerye , met betrek-
king tot den eerllen afgevaardigden, hem
zelve zyn ontflag zendende , en de gevolmag-
tigden daarvan met een voldoenden brief ken-
nis geevende, met eene aanmaaning daarne-
vens, om hunne commisfie te hervatten, en
aan het oogmerk hunner zenders te voldoen.’*
Dit
(*) Dat den lézer ondertusfchen oordeele, met welkelieden den fchryver te kampen hebbel —
—
C 71 )
Dit zy dan over het geheel genoeg , ten be-
tooge, dat ’er een byzonder ontwerp hebbe
plaats gehad , tusfchen eenige repraefentanten,
en den eerften afgevaardigden;of dat ’er tus-
ichen hen, omtrent de veiligheid der Volk-
plantinge, gevaarlyke en verraaderlyke plans
zyn ontworpen geweest. In dit vermoeden
door agterëenvolgende wanbedryven van de
zyde dier lieden gefberkt, hadden de ge vol-
magtigden hen dit reeds in eenen brief van
den 2 den december 1787 , in ’t aangezicht
durven werpen; in diervoegen, dat zy, naar
een korte fchets van hun geheim en openbaar
gedrag, denzelven met deeze merkwaardige
woorden beflooten : ., hoe natuurlyk derhal.
,, ven, moet niet in de eerfte plaats, de be-
„ fchouwinge van dit uw gedrag in ’t alge-
„ meen ;en ten anderen, van dat der heeren
„ maardorp en meyer in’t byzonder,
„ onzen aandacht opwekken , om te zien , of
„ wy de oogmerken, welken gy by de aan-
„ vaardinge van het repraefentantfchap gehad
„ hebt, kunnen bepaalen. Misfchien zyn de-
,, zelve niet te zuiver geweest ! Mis-
„ fchien hebt gy met den verraader bergh,, een plan beraamd gehad, welke infra&eerd'
» op ’t gezach van hun hoog mog.
,
als
E 4 „ den
C 7* )
,, den eenigen en wettigen Souverein der
,, Volkplantinge ; doch wat ’er ook van
,, zy, dit is waarachtig: dat de bovengemel-
,, de heeren, posten hebben gaan bejaagen
,
„ volftrekt ftrydende met hunne klagten, ge-
„ daan aan hun hoog mog. , eeniglyk om,, deeze rede
, (wy vinden ’er geen’ andere
,, voor^) om dat dezelve de qualiteit mede-
,, bragt van Koopman (*). Een’ fraaije be-
,, weegrede ondertuslchen ! Een fchoon
„ ontwerp van verbetering in ’t burgerlyk
„ bellier, waarlyk! Hebt gy dus niet,
„ vraagen wy daarom,uwe klagten eeniglyk
,, begonnen , om zekere vuile bedoelingen te
„ bereiken?— en hebt gy dus niet daarmede,
„ ons en de burgerye bedroogen ? ja zelfs den
„ Souverein willen misleiden?— Immers
,, hebt gy de eenvoudige wil, en de begeerte
,, uwer medeburgeren , om welke te handhaa-
„ ven, gy u zelve tot reprcefentanten hebt op-
„ geworpen ,niet willen ter uitvoer brengen:
„ want bepaalen wy ons maar eeniglyk tot
„ uwen plicht, om ons, op onze verrichtin-
» gen
(p'y Een zogenaamde eertytel in de Indien, met we!-
fce de dwaaze kaapenaar vooral , fcbynd ingenomen te
zyn.
55
C 73 )
gen hier te lande ,waarvan wy u , by elke
„ gelegenheid , verflag hebben gedaan , te
,, moeten antwoorden, dan vinden wy, dat
„ gy dezelve, zelfs met geen’ enkelen letter,
,, hebt willen beantwoorden (*J.”
En daar deeze raifonnementen gegrond
„ zyn ,zullen wy niet langer onderftellen
,
, dat uwe bedoelingen by de aanvaarding van
,, ’t reprasfentantfchap , misfchien onzuiver zyn
„ geweest, maar bepaaldelyk zeggen, datze
,, onëerlyk waaren.”
„ En daarom zeggen wy ten befluite, dat
„ zo wy in het vervolg van u geene bewy-
„ zen ontfangen , waaruit het ons zal biy-
„ ken , dat gy uw voorig gedrag hebt willen
„ veranderen, wy als dan gezamemlyk, om
,, de eere der klaagende burgerye te redden
,
„ by hun hoog mog. nader zullen open»
,, leggen , haare zuivere oogmerken, als gc*
„ heel onderfcheiden van die, welke door u
„ gevoed worden ; met eene ootmoedige bede
,, daarnevens, dat het hoogstdezelve behaa-
„ gen moge, een rechterlyk onderzoek te laa»
„ ten
Uitgezonderd het provifioneel ontflag van den eer-
ften gevolmagtigden; want dit hebben zy in den fterkfleiï
zin willen afkeuren.
E 5
C 74 )
ten doen ,naar uwe zo zeer verdachte be-
5,doelingen, van welke wy by ons vertrek
„ van de Kaap ,geen’ de minde kennis droe-
gen.”—— Dan, laaten wy tot den draad
des verhaals weder te rugge keeren.
Den lézer zal nu gezien hebben, hoe de
repraefentanten der burgerye zich flechcs voor
een korte poos, in hun wraakgierig befluit,
waarby den last der gezamentlyke afgevaar-
digden ingetrokken , en aan de veikooiene
praftifyns opgedraagen wierd ,mogten ver-
heugen ,en op welk eene wyze , zy door de
burgerye, voor het uiterlyke gedwongen
wierden, de afgevaardigden, die den meer-
gemelden bergh, om zyne verraaderye uit
de commisfie gezet hadden ,over deeze daad
,
dat recht te doen wedervaaren ,dat zy vei-
lden, Hy zal verder ontwaafd hebben ,
hoe de vernietiging van dit eerloos befluit,
gevolgd wierd ,van eene bekentenis van ge-
%aald te hebben ,en eene belofte , om in de
behoeften en vereischten den commisfie ten eer-
tien te voorzien. Hy zou dienvolgende m zy
nen geest ook konnen te gemoet zien, een
rechtmatiger en eerlyker bellier van de zyde
der repraefentanten; doch helaas 1 de gevol-
magtigden moesten noch voor het laatst on-
C 7S )
dervinden, dat zy met het fchuim der bur-
gerye te doen hadden. —- Deeze voor-
gangers , of liever deeze listige aanblaazers
van ’t volk, vervulden van alle hunne be-
loften geene, dan die, welke het ontflag van
den eerften gemagtigden betrof; — geene
van de gevraagde onderrichtingen en bewys-
ftukken, betreffende de ingevoerde verbete-
ringen 3 en verdere onderdrukkingen ;•—
geene afdoening van zaaken met de praiïi-
fytis , die noch geene betaaling ontfangen
hadden;
geene rmifes tot het perfonneel
onderhoud der afgevaardigden , en het voort-
zetten van den vernieuwden last; — niet
één van alle deeze zaaken 5 op nieuw zo
plechtig beloofd ! werd ’er ter uitvoer ge-
bragt: —- ja zelfs hebben de praótifyns , tot
den huidigen dag, noch geen’ het gerinfte
antwoord ontfangen op hunne brieven, be-
paaldelyk op die van den 1
3
den december 1787,
en den 3
i
ften july 1788, waar by alle deeze
zaaken aan hunne zorge en eerlykheid be-
volen worden,
gelyk den lézer zal gezien
hebben , uit de hiernevens gevoegde uittrek-
zeis deezer brieven (*).
(*) Sub. Lt, Q. en R.
En
( 7«)
En rivergaande tot eene omfchryvinge van
de gevolgen,
welken uit dit wraakzuchtig
goedvinden der reprsefentanten Tuit hoofde
van het provifioneel ontflag van hunnen eer-
ften gemagtigden ,- en de daarop gevolgde
verplichting , om denzelven voor ontflagen
te moeten houden,) met betrekking tot de
uitvoering van den vernieuwden last der af-
gevaardigden zyn voortgevloeid , zo zal den
fchryver zeggen : dat de burgerj’e, wier hoo-
pe op een beter bellier van zaaken , men
nu dacht niet ongegrond te zyn, zich noch-
tans in alle haare gunftige verwachtingen
bedroegen zag , en dat de gevolmagtigden
te vergeefs cenige maanden lang , naar de
vervullinge der op nieuws gedaane beloften
gewacht hebbende, haar eindelyk moesten be-
duiden, dat zy te kampen hadden met fchur-
ken, wier voorneemen,om de burgerye geheel
ongelukkig te maaken,zo opzettelyk fcheen
te zyn , dat zy afgevaardigden haar dienden
aan te raaden , om het bellier der zaake,
op de beste wyze , zelve op zich te nee-
men, en dit doende, dan ook zorge te draa-
gen ,dat aan hen , dat geene overgemaakt
wierd, dat zy van haar volgens een plech-
tig verdrag,
getekend door omtrent een
hon-
( 77 )
honderd van de aanzienlykfte ingezetenen der
Volkplantinge (*), reeds te vorderen hadden;
zendende ten dien einde aan deeze lieden op
den ;8 d ^ n july 1789, eenen brief, waarvan
den zaakelyken jnhoud op het volgende ne-
derkomt
:
,, Dat de gevolmagtigden eenige maanden
te vooren eenen brief, gedagtekend den i5 Jen
mai 1788, hadden ontfanger», in welken hen
verflag gedaan wierd, dat de vier tekenaaren
deezes briefs aan de repreefentanten der bur-
gerye hadden overgegeeven , zeker declaratoir
en protest (f) ,getekend van een aanzienlyk
getal burgeren ; en hoe de overgaave van dat
gefchrift by die lieden uitgewerkt hadde, de
vernieuwing hunner plechtige belofte, om de
commisfie , met alle de nodige vereischten,
behoorlyk te onderfteunen ; doch dat zy hen
moesten betuigen, dat ’er tot dien tydtoe,
aan alle die fchoonfchynende verzekeringen,
noch niet was beantwoord geworden , en dat
zy daarom vreeze hadden opgevat, over de
inzichten dier repreefentanten , als fchynende
te ftrekken , om de geheele zaak der burgerye
aan hunne wraakgierigheid op te offeren.”
*9 Dat(*) Sub. Lt. C.
(t) Sub» Lt, U,
C 78 )
j, Dat de afgevaardigden ondertusfchen de
rede niet konden bezeffen, waarom de bur-
gerye niet verder waare voortgegaan, in het
neemen van zodanige maatregelen , als waar-
door men hen in hun eerloos opzet zoude
hebben konnen fluiten.”
„ Dat wanneer die maatregelen hadden
beflaan, in eene nieuwe bepaaling van de
verplichtinge der reprcefentanten , om zó mé.
nigmaai de burgerye zulks begeerde , ope-
ning te moeten geeven , van het geene zy
ter vervullinge hunner gedaane beloften ,
reeds in ’t werk gefield hadden, men voor-
gekomen zoude hebben, dat de burgerye en
haare gemagtigden, van hen op de fchande-
lykfle wyze waaren bedroogen geworden.”
„ Dat men daarom met de overgaave van
dat protest en declaratoir , hoe zeer ook in
dit hachlyk tydflip noodzaakelyk , om de
eere der burgerye te bewaaren , nochtans
zonder die nodige maatregelen, meer kwaad
dan goed gefligt hadde ; want dat men in
aanmerking neemende, den Hechten en eer-
loozen opzet der reprcefentanten hen ver-
bitterd hadde , zonder hunne voorneemens
gebreideld te hebben.” Voorts word
dit onaangenaam tafereel van de onvoorzich-
tig-
C 79 )
tigheid der Kaapfche burgeren ten deezen op-
zichte, noch beflooten, metdeeze opmerke-
lyke woorden:
„ Daar het ulieden nu ten klaarften moet
,, blyken ,dat de reprsefentanten hunne bee'&•
„ digde conventie ,ten opzichte onzer jaarlyk-
j, fche falaris , verbroken en gefchonden heb-
,, ben,vraagen wij : in welk een aspe& moe-
,, ten deeze lieden, by de eer- en deugdlie-
„ vende waereld voorkomen? Speelden
3, darteld men aldus, zedert eenige jaaren,
,, met zyneeedenen beloften aan de Kaap?—,, en word dit maar eeniglyk als eene beuze-.
3, ling bedreeven, door lieden die over on-
„ derdrukkinge durven klaagen ? Wy3, gruwen en fchrikken van de eerloosheid
,, dier gedrochten , die den Hemel met leugen
3, en meineed durven te gemoete treeden !—
,, Maar vreezen die lieden den donder des
„ Hemels niet ? Zondigen zy uit ge-
„ voelloosheid, uit domheid? of
3, tergen zy den Hemel met flinksch over-
,, leg? Waanen zy , dat zy buiten het
3, bereik van een rechtvaardig opPERwé-
„ zen zyn ? of vermeenen zy den a l-
3, machtigen, ook zó te zullen konnen
3, misleiden,gelyk zy hunne mede-burgeren
,, gedaan hebben ?— 3 , Noch
C 8c )
„ Noch moeten wy ulieden onder ’t oog
,, brengen, dat wy van de gemelde ontoe-
,, rykende remifes onze dagelykfche vertee-
„ ringe niet hebbende kunnen goedmaaken,
,, hoe fober wy dezelve ook begreepen, ver-
„ plicht zyn geweest , van ons gering ver-
,, mogen dat geene te gebruiken , het geen’
„ wy jaarlyksch te kort kwaamen;gelyk wy
„ ook door dit middel hebben moeten voor-
„ zien in de byzondere kosten onzer com-
„ misfie, als daar zyn : aanmerkelyke ver-
, fchotten van fchryfbehoeftens ;brieven-
porte ; heen en weder reizen van Arnfter-
,, dam naar ’sHage; drukkery-kosten van zo-
j, danige boeken , als waarin voorkomen ,
,, ons voorloopig request aan hun hoog
,, mog. ,en de memoirie aan heeren Com-
„ misfarisfen, van hun ed. gr. mog,, en
,, welke boeken ten dienfle der burgerye,
,, naar de Kaap gezonden zyn; en diergelyke
„ buitengewoone uitgaaven meer : welke wy
„ dan ook daarom afzonderlyk in rekeninge
„ en ten laste der burgerye gebragt hebben
,
,, als behoorende tot de kosten van het ge.
„ ding, en voor welks byzondere voldoenin*
9 ,ge de reprsefentanten der burgerye zich uit-
„ drukkelyk verbonden hebben , in de a&e
33 van
C 81 )
„ van garantie ,alles onder den foktnneelen
,, eed ,dat zy verklaaren, en belooven voor den
„ almachtigen ! om ook deeze kosten,ge-
,, lyk mede die aan prabïifyns , jaarlyksch, vry
,, en onbezwaard , en ter behoorlyker tyd, aan
„ ons over te maaken. Maar, hebben deeze
„ lieden hunne plechtig gegeevene verzeke-
„ ring volbragt ? —- of liever, hebben zy
„ die willen volbrengen ? -— hebben zy niet
,, in tegendeel, en de burgerye, en heeren
„ pra&ifyns op eene befludeerde wyze, in
het denkbeeld willen brengen, dat zy, met
„ omtrent dertig duizend gulden (*J, van tyd
„ tot tyd over te maaken, ons in flaat ge-
„ field hadden ,om de zaak der burgerye,
ten opzichte der noodwendige kosten, met
„ allen fpoed voordtezetten ? >—» Druischt
„ die eerlooze trek van volflrekte leugen,
niet in, tegen alle beginzelen van eerlyk-
9 ,heid en goede trouwe? Zou men in
„ handen van zodanige lieden, wel veiliger
9, zyn , als in de klaauwen van eenen Car*
touche , of anderen roover op de publieke
9, wegen?”
„ Zó gy derhaiven eenige waardy field, in
uw
(*) Kaapfche gulden.
F
C 82 )
„ uw goeden naam ,— zó de belangen eener
„ misleide en ongelukkige burgerye, u eenig-
,, zints aan het harte liggen, zó de
„ plechtige deelneeminge in de algemeene
,, zaak, waaraan gy u zelven vrywillig on-
„ derworpen hebt , by u van eenig ge-
„ wigt geoordeeld word , dan fmeeken
,, wy u dierbaare mede-burgeren om uw zelfs
,, wille ! dan bezweeren wy ul. by den Gody
„ dien gy aanbid en vereerd, om tot onze
„ hulpe toe te fchieten ! dan bezweeren
„ wy u, in dien. zelfden naam! om uwe re-
„ prjefentanten te noodzaaken, tot eene ver-
„ anderinge van maatregelen ter uwer eigen’
„ reddinge.”
Dan, deeze daad der reprjefen tan ten , van
zich niet langer met de zaak hunner lastgee-
vers, welke zy zelve hadden doen geboren
worden bezig te houden, alleenlyk, omdat
men hunne eerlooze oogmerken , en die van
hunnen gunsteling, niet had willen bevorde-
ren , was niet het eenige gevolg daarvan ,
neen: de burgerye zelve, vergat ook op het
laatst haaren plicht. Daarvandaan, dat ’er
door haar ook niets hoegenaamd, op den aan-
gehaalden brief, geantwoord werd. Men zou
echter konnen vooronderftellen , dat zy moe-
de
C 83)
de geworden zynde , van alle de hindernisfen*
haar in den weg gelegt , eindelyk begreepen
had) dat de zaak zelve , op dusdanig eene
wyze toch nimmer haar beüag bekomen kon-
de , en daarom ook beflooten had , zich in
navolginge haarer zogenaamde voorftanders ,
geheel en al van de zaak te onttrekken. In
zodanig een’ oppervlakkigen zin , zou men
het geheele lichaam der burgerye voor on-
fchuldig konnen houden; maar geheel anders
is het’er mede geléden,wanneer men in ’t ooge
houd > dat den eerlyken man zich altoos moet
verbonden rekenen , aan zodanige verbinte-
nisfen, welke vrywillig aangegaan zyn , en
niets anders ademen , dan de bevordering van
deugd en braafheid » van dééze kan zich nie-
mand ontdaan , zonder ’t gevaar te loopen
van den lyst der openbaars fcfmrken te ver-
grooten.
Zedert dit ftilzwygen van de zyde der-bur*
gerye , zyn ’er over haare zaak door de afge-
vaardigden noch eenige brieven afgezonden
,
met ’t oogmerk, om, waare het mogelyk,dit
lichaam niet te doen deelen in de fchande haa-
rer geconftitueerden;dan alles fchynt hierom-
trent, niet alleen vruchteloos te zyn, maar
den fchryver moet deswegens zelfs den haat
F ü zy-
( 84 )
zyner mede -burgeren ondervinden , en be-
paaldelyk van die honderd lieden, welke uit
eigene beweging , ter zyner, en zyner mede-
gemagtigdens gerustftelling , de acte onderte-
kend hebben ,welke hiernevens gevoegd is (*)
;
terwyl de rede van dien onnatuurlyken haat»
eigenlyk niets anders behelsd, dan, dat den
fchryver , deeze honderd tekenaaren , in eeni-
ge byzondere brieven, gemoedelyk, en met
de zuiverite oogmerken ,heeft willen te ken-
nen geeven , dat wanneer zy aan hunne vry-
willig aangegaane verplichting, (duidelyk ge-
noeg bepaald in deeze aéle) niet als eerlyke
lieden voldeeden , zy in ’t zelfde licht zouden
moeten geplaatst worden , als waarin hunne
repraefentanten zich, door derzelver daaden
gefield hadden. Deeze hartelyke taal wierd
ondertusfehen niet gebézigd, dan na dat de
tekenaaren van dit gefchrift , door. hun gedrag
ten duidelykften beweezen hadden, dat eene
plechtig gegeevene verzékering , by hen van
die zelfde geringe waarde wierd gefchat, als
waarop hunne reprtefentanten dezelve gewaar-
deerd hadden. Eene fchandvlekkende befchul-
diging voorwaar ! doch die den fchryver niet
ver-
(*) Sub Lt. C.
C S5 )
vermogt te doen , indien ’er niet vooraf door
hem alle mogelyke middelen waaren gebézigd
geworden, om zyne mede- burgeren van eene
eerlooze verbreeking hunner belofte, te rug
te brengen ;*— maar hierin kan hy zich zel-
ven niet befchuldigen nalaatig geweest te zyn;
en dit zal den waarheid - lievenden lézer ook
genoegzaam ontwaard hebben. Trouwens ,
daar déézen zich uit het voorafgegaan verhaal
zal konnen -herinneren, hoe de gemagtigden
zich geduurig verlédigd hebben , om van alle
brieven, papieren en befcheiden, aan de re-
praefentanten gezonden , ook echte affchriften
aan de burgerye te doen toekomen , zo zal hy
moeten vertrouwen , dat dit mede heeft plaats
gehad ,omtrent de brieven
,gedagtekend den
25ften en 28 nen augustus 1788. (*), als waarin
de afgevaardigden naar eene vergelybing van
het gedrag der geconflitueerden aan de Kaap
aan de eene zyde , met dat der gemagtigden in
Europa aan den anderen kant , hunnen mede-
burgeren deeden zien , aan welke van de beide
partyen de geheele verïedeling van het oog-
merk der zendinge moest toegefchreeven wer-
den. Zo nu de burgerye , of liever de ge-
wei-
(*) Sub. Lt. S. en T.
F 3
C 85 )
melde honderd tekenaaren, eenige geneigd-
heid hadden gehad , zich overe'enkomftig hun,
nen plicht te gedraagen , dan zouden zy zich
reeds lange , hieromtrent verklaard hebben
;
doch daar zy dit niet hebben verkiezen te
doen,
zal het aan den lézer te beoordeelen
Haan , voor welk zoort van lieden . de afge.
vaardigden zich opgeofferd hebben.
Maar, hoe zéér zal het afgryzen van den
gevoeligen lézer niet aangroeien over het ge-
drag deezer lieden , wanneer hy zal geboek-
llaafd vinden,dat
5
er onder de honderd te-
kenaaren van dit bovenaangehaald gefchrift
ook eenige gevonden worden , die met den
fchryver deezer verdédiginge, en zyne, in
zyn lot al te gevoelig deelendc echcgenoote
,
noch daarenboven in de naauwe betrekkinge
van bloedverwantfchap flaan! •— Ja, lezer!
den fchryver zal hulde doen aan de waarheid,
die hy eerbiedigd: dééze lieden zelve,
hebben liever de knoopen des bloeds willen
losrukken , dan hunnen afgevaardigden,dien
zy om haare zaak afgezonden hadden , en dien
zy, om dezelve ter uitvoer te brengen, in
den naam van het opperste wézEN een5
geringe jaariykfche onderfteuning toegezwó,
ren hadden, volgens deeze plechtige
be-
C 87 )
belofte, van tyd tot tyd iets toe te voegen,
ten einde te verhoeden dat hy zyn vermogen
verteerde , en tot hunne onuitwischbaare
fchande , tot den bedelzak geraakte. Dewaarheid - minnaar , leeze ondertusfchen den
brief hier nevens gevoed (*^, en oordeele
dan nochmaals. Dezelve wierd door des
fchryvers ongelukkige huisvrouwe gefchree-
ven, die, fchoon door de flagen van een hard
noodlot genoegzaam verbryzeld , noch één-
maal al haaren moed wilde verzamelen, om als
eene flervende onfchuld die niets vreesd, de
taal van ’t hart te doen hooren, aan onmeedo-
gende bloedverwanten , die de natuur zelve
willende verflikken , doof gebleeven waaren
,
Op alle haare voorafgegaane fmeekingen ! •**.
Zie daér , in alle haare uirgeflrektheid de
rampzalige gevolgen van de eerloosheid dier
lieden , welke zich op eene vry floute wyze
,
als de reprasfentanten der burgerye van de
Kaap de goede Hoop opwierpen, na dat zy
hunne mede-burgeren bedwelmd hadden, door
een eedgenoodfchap,gefligt door den gevloek-
ten bergh, en van welks waare bedoeling,
den aandacht van den burger afgetrokken
werd,
F 4
(*) Sub. Lt. V.
C S8 )
werd , door het fchoonfchynend voorwend-
zel, dat hetzelve eeniglyk aangegaan waare,
om de welvaard , en het geluk der Volkplan-
tinge met meerder werkzaamheid en eenftem-
migheid te bevorderen. Wat nu het oogmerk
van dit eedverbond geweest zy , is reeds op
meer dan eene plaats in dit gefchrift aange.
toond, doch niet zo duidelyk en klaar, dat
het niet nodig zoude zyn , tot eene geringe
opheldering ’er noch iets by te voegen.
Men herinnere zich ééns de inleidinge van
het e.erlle adres der reprsefentanten,
gerigt
aan denHeerePradïdent der Vergaderinge van
hun hoog mog,, en gedagtekend aan de
Kaap de goede Hoop den I4den december 1784
,
beftaande in onbetamelyke en van ter zyde
gedaane bedreigingen, tegen welke, als mede
den geheelen inhoud van hetzelve, en de ver-
dere daaröp gevolgde adresfen , de beide ge-
heimfchryvers dier geconftitueerden , alles
aangewend hebben, om dezelve in zodanige
onbefcheidene expresfiën niet te doen afgaan ,
doch op welker vertoogen men te dier tyd
,
door den invloed van den bovengemelden
bergh, geen acht heeft willen Haan (*), —men
Niemand achte daarom den lyder, als eene dier
ge-
C 89 J
men herïnnere zich dit eens zeggen wy , en
vergelyke dan deeze onbefchaamdheid der re-
prsefentanten met hun volgend gedrag, *
wie bemerkt dan niet, een boos opzet?
Dan ,laaten wy door eene vraag dit geheim
der ongerechtigheid noch al meerder ont-
zwachtelen. Daar de afgevaardigden door een
gelykvormig gedrag, van den aanvang hunner
commisfie , openbaar aan den dag gelegd heb-
ben ,met de aanneeming van hunnen last
,
geen ander, dan een eenvoudig en onberispe-
lyk doelwit gehad te hebben , de verkryginge
namelyk, van juiste en menschlievende be-
paalingen in het burgerlyk bellier der Volk*
plantinge, dadr dit waarachtig is, vraa-
gen wy: wat was dan de rede, dat deeze ge-
wettigde wyze van handelen, om namelyk de
zaak der burgerye , volgens een duidelyk be-
paalden last , in de forme van klagten te bren.
gen, dezelve den Souverein nedrig aan te bie-
den , en daarover zyne befcherminge als die
van een weldaadig vader aftefmeeken, aan
dee-
geheimfchryveren geweest zynde, een gryntje meerder,
dan men anders zoude doen ; terwyl hy aan den anderen
kant lacht met de verachting, die men hem deswegens
zou konnen doen gevoelen.
F 5
C 90 >
deeze zogenaamde reprasfentanten mishaag-
de ? Dit brengt ons , in ftede van te
antwoorden , tot eenige nadere vraagen. Zouhet oogmerk van den eerften afgevaardigden
bergh , met zyne medeplichtigen aan de
Kaap, ook geweest zyn, om de klagten der
burgerye eeniglyk te doen dienen , tot een
hulpmiddel, om zich van de Regeeringe der
Volkplantinge te verzekeren, en dan hunne
gevaarlyke uitzichten verder voordtezetten ? -
Zouden deeze uitzichten , hoe herzenfchimmig
ook in den eerften opflag , niet veel wezen-
lykheids verkreegen hebben , zo dien man im-
mer als Independent Fiscaal , en deeze lieden
als leden der Regeeringe, den teugel van het
burgerlyke beftier, in hunne ondeugende han-
den hadden bevestigd gezien? Doch ,
laaten wy alle deeze vraagen eens kortelyk be-
antwoorden. Het oogmerk der reprcefentanten
is nimmer geweest , de befcherminge van hunhoog m o g. , als hunnen wettigen Souverein ,
te eerbiedigen , en hoogstderzelver bejluiten op de
gedaane klagten af te wachten. Deezen gang
,
welke de afgevaardigden de zaak der burgerye
deeden neemen, was niet gefchikt, om de byzon-
dere oogmerken deezer lieden te bevorderen , en
daarom veriedelden zy dezelve, zo veel hen mogelyk
waare. Lé-
C 90Lêzev ! wie gy ook zyt , en welke gevoe-
lens gy ook omtrent de plichten der Overlie-
den en hunne ondergefchikten moogt koeste-
ren, erkend gy niet, dat zy beiden, zo zy
niet voor altoos als pesten der maatfehappye
willen gebrandmerkt liaan , wederkeerig de
rechtvaardigheid eerbiedigen moeten? •
wel nu, • daar gy niet als ondeugend of
onbefchaamd genoeg kund geacht worden ,
van dit te willen lochenen , zo kan den fchry-
ver ook niet vreezen voor het denkbeeld, dat
hy aan het publiek de floffe verfchaft hebbe
,
om zyn charaóler te beöordeelen, en de ge-
duchte uitfpraak te doen , of hy haare achting
en haar medelyden verdiend, dan of hy waar-
dig zy , veracht te worden. Hy draagd ’er
ondertusfehen roem op , dat zyn gevoel noch
teder genoeg is , van de onderdrukking niet te
konnen dulden, en dat hy éénmaal getracht
hebbe , door onberispelyke .poogingen , het
harde lot zyner mede- burgeren te verzachten.
Den man dien hem deswegens zoude konnen
haaten, zou dit zekerlyk, of uit onkunde,
of als een vriend van het despotisme 'moeten
doen. In ’t eerfle geval zou hy den onkun-
digen moeten beklaagen ; maar in ’t laatfte
snoeds genoeg hebben, van zynen vyand te
ver-
C 9 2 )
verachten ; terwyl hy het aan eenen anderen
zoude overlaaten, hem in deezervoegen aan
te fpreeken:
„ Verachtelyk mensch! en noch verachte-
lyker, indien gy voorwend, uwe daaden te
regelen naar de voorfchriften van den Inftel-
ler van den Christelyken Godsdienst ! hoord:
daar gy niet onhefchaamd genoeg durft zyn,
van niet als eene heilige waarheid te
erkennen, dat, en Regent, en burger, hun
beider gedrag onderfchikken moeten , aan
eenige eeuwige regelen, welken haaren oor-
fprong hebben in de rechtvaardig-heid, een albeheerfchend Vermogen! dat
heerfchappy voerd over het redelyk fchepzel
,
en dat van de vroegfte tyden af, en van het
eene aspunt tot het andere toe , onder alle
Eerdienften , de grenzen van het goede en
van het kwaade bepaald hebben ; of duidely-
ker gezegt : leeraar van ’t willekeurig gezach
!
daar gy my wel zult willen toeftaan, dat de
zedekunde geen’ iedele wetenfehap zy,eenig.
lyk eenige overnatuurkundige onzekerheden
en gisfmgen in zich bevattende , en niet in
Haat om onze denkbeelden omtrent recht en
onrecht duidelyk te bepaalen, — zo hoope
ik ook, dat gy my niet voor een dweper zult
hou-
( 93 )
houden , wanneer ik ’er byvoege , dat ik ges
loove, dat den mensch niet toevallig in ’t be-
zit van zyn zedelyk gevoel gekomen zy ;•
—
ik zie uwen kwaadaardigen glimplach 1 —
«
maar ter goeder trouwe gehandeld : zoud gyook de mogelykheid durven ontkennen, dat ’er
een opperste wézEN waare, welk dit
beginzel van rechtvaardigheid, en zucht tot
orde in den mensch geftort hadde? im-
mers neen; want de ontkenning hiervan, zou
genoeg zyn , om uwen natuurgenoot , die niet
zo onnozel waare , van zich te willen laar
ten bedriegen, zeer omzichtig te doen wor-
den omtrent u; hy zou, let wel , hy zou in
’t denkbeeld konnen vallen, dat gy, met al
het geene gy hem van Godsdient en plichten
voorprevelde,geen’ ander oogmerk had
, dan
om hem des te gewisfer te bedriegen, te be-
lleelen,of wat uw voorneemen dan ook mogt
weezen. Doch indien gy zó geweetenloos
zyt, van dit mede te durven ontkennen, en,
gelyk eenige verdédigers van het willekeurig
gezach doen , te beweeren , dat ’s menfchen
plicht , alleenlyk bepaald word , door den
wil van eenige weinigen , zy mogen zich dan
Sultans, Vifi&rs , of Priesters noemen, dan zal
men u vraagen, of gy niet bemerkt, dat het
lou-
/
( 94 ')
louter toevallig zy, dat ckezen den toon tot
eene blinde onderwerping geftemd hebben ,
en dat het zeer mogelyk zy , dat het volk ,
indien zulks haar maar éénmaal mogt vervee-
len , ook op haare beurt raaze en tiere ?—Doch laaten wy ons van al zulke gedroch*
ten , die een waar en eigenlek atheïsme -voeden ,
affcheiden , en tot ons onderwerp te rugge
keeren ; maar , dit zullende doen , wat Haat
ons dan noch te verrichten ? — den lézer een
korte fchets te geeven van den toeftand des
fchryvers, veroorzaakt door het befchreeven
fchandelyk gedrag zyner lastgeevers, en dan
dit ftuk te befluiten.
Voor dat den fchryver den last op zich
nam , om de zaak zynei* mede-burgeren , door
gewettigde middelen, — gewettigd door zyn
Souvereïn ,— te verdédigen , bewoonde hy
in de ftad De goede Hoop , een huis , dat hem
als zyn eigendom toebehoorde, en het welk
hy voor zyn vertrek van de Kaap verkogt,
voor een fom van ƒ 24,800 : - : - Dit diend
hy vooraf te zeggen , om te toonen , dat hy
als grond-eigendom en have bezittend ingeze-
ten ,geene geringe opoffering deed , toen hy
befloot, aan den wensch en de bede zyner
mede-burgeren te voldoen > en zyn vaderland
om
(95 )
om hunnent-wille te verhaten , zonder zyne
omflandigheden daardoor te verbéteren; —
.
dit diend hy mede te zeggen , om te toonen
,
dat hy als fchot en lot betaalend burger van
zynen Souverein befcherminge mogt vraagen ,
tegen de onderdrukking, onder welke hy als
een vreedzaam burger , in die betrekking
zuchtede : — en welk man is verachtelyk ge •
noeg, van hem deeze laatfle duidelyke ver-
klaaring, ten kwaaden te duiden?
Maar, wat is ’er van zyne omflandigheden
geworden? fchoon hy het in de waereld
noch zó verre niet gebragt hadde, dat hy zich
zelve geheel onafhangelyk rekenen konde,
zo waaren deeze zyne omflandigheden even-
wel zo voordeelig , dat hy met grond hoopen
konde, dit door middel zyner affaire , binnen
weinige jaaren te zullen worden. —— Zynvermogen ter zaake zyner Commisfie , voor
een groot gedeelte verteerd hebbende, en de
burgerye van de Kaap de goede Hoop op eene
fchandelyke wyze weigerende , haare verbin-
tenisfen met hunne afgevaardigden aangegaan
,
te vervullen , en waardoor zy hem reeds een
aanzienlyk capitaal fchuldig is, — hy zelve
om zyne deugdzaame bedryven genoegzaam
uit zyn vaderland gebannen, — zo kan het
toe-
C 96)
toekomftig lot, niet zo zéér van hem zelve,
als wel van zyne ongelukkige echtgenoote,
hem niet dan de gevoeligfte fmert veroorzaa-
ken ;—
• hy zegt , niet zo zéér van hem zel-
ve, om dat hy genoeg geleerd heeft, om de
flagen van het noodlot te konnen verdraa-
gen;
maar eene zwakke vrouw , aan zyne
* zyde te zien krimpen en wringen , daartoe
kan hy zyne ziel niet verflaalen !—
Maar ,zal men hier misfchien inwerpen ,
welk een lichtvaardigen ftap ! om zich ten
gevalle zyner mede-burgeren , uit zyne bezit-
tingen te flellen, en zyn vaderland te ver-
laaten ! doch dan zou men ulieden konnen
vraagen, zou uwe vryheids-zucht niet flerk
genoeg zyn, om, indien gy eenig gunftig uit-
zicht had , en den toeiland van uw vaderland
zulks vorderde , eene opoffering van dien
aart te doen?-— zo neen, — dan bedriegd
gy uwe mede-burgeren , en alles is verbo-
ren ! — dan is het een voorwendzel wanneer
gy zegt, uwe goederen , ja zelfs uw leven
voor het vaderland veil te hebben; — dan
zyt gy het verwyt waardig, welk een wys-
geer u deed: ’er is geen vaderland meer , in dat
gewest!'— Trouwens, men erkend ook, dat
het veel gemakkelyker zy, op eene fentimen-
tee-
C 97 )
teele en befchouwende wyze, over onze wezen-
lyke plichten te redenkavelën , dan die op te
volgen; maar, vraagd die zelfde wysgeer: is
het dan voor den hefchaafden mensch , van zo veel
aangelegenheids , over de deugd te konnen fpree-
ken , zonder die te betrachten ? en een
Afrikaan heeft moeds genoeg van ’er by te
voegen: zo gy ongelukkig genoeg waart, van
het vaderland niet te willen redden , zo het
uwe hulpe ééns nodig had, zouden dan uwe
poogingen , om u als vryheid-minnende te
doen kennen , van uwe vyanden niet op haa-
ren waaren prys konnen gefchat worden, -
—
als kleine opf ui vingen, die zo min gevaarlyk
zyn , als de bevveegingen eens t-oneelfpeelders
die de woede verbeeld ? —— zou dan het
woord vaderlandschliefde ook niet vervolgens
zo iets van de ton konnen worden, waar men
zich onderling mede vermaakte, gelyk men
doet met andere nietigheden, welke men mé-
nigmaal aan eenen anderen , by zyn verftand
zynde, wil opdringen als iets wezenlyks? —Verre is het echter daarvan daan , dat den
wysgeer, uit alle de tegenftrydige woelingen
der menfehen,en het daarom mislukken der
beste poogingen,geen voordeel zoude haaien
ter zyoer zelfs-leering;——- de rampen des
G fchry*
C ps )
fchryvers ftrekken hieromtrent , tot eene ge.
wichtige les, aan een ieder, die zyne mede-
burgeren niet verlicht noch deugdzaam genoeg
kend
,
om te konnen of te willen bevatten,
dat een waar republikein de rechtvaardigheid,
tot den regel zyns gedrags Hellen moet. Hoekonnen wy met eenige reden eisfchen, dat de
geenen, die ons regeeren , billyk omtrent ons
te werke gaan , wanneer wy zelve geene
geneigdheid bezitten , om dit omtrent onze
gelyken te zyn ? Welk een uitmuntende
les geeft hierover den menschlievenden In-
fteller van den Christelyiten Godsdienst, wan-
neer hy zegt : al het geene gy wild, dat uwen
natuurgenoot omtrent u zal in acht neemen , houd
dit ook ten zynen opzichte in het oog!
Uit welk een gezichtpunt nu het openbaar
gedrag van den fchryver deezer verdédigin-
ge ,door den verftandigen lezer zal befchouwd
werden, vertrouwd hy te konnen weeten. —Een nieuw bewys ondertusfehen van de boos-
heid veeler onzer mede-menfehen , heeft dit
ftuk opgeleverd; een bewys! welke, hoe ge-
ring ook ,echter als eene bydraage tot zo
veele anderen zal konnen dienen , om den
menfehen-vriend van deeze treurige waarheid
te overreeden : dat wy noch verre afzyn ,van die
al*
( 99 )
algemeene hefchaaying , en die wysgeerige orde ,
ya!» welke wy zo gaarne droomen , om het ver-
driet te verzachten , welke wy over de noch te
algemeen heerfchende begrippen der ondeugd en
der onverdraagzaamheid gevoelen.
Lezer ! vergun den fchryver voor het ove-
rige,dat hy zich ten aanzien zyner rampen ,
verftoute , dit tegenwoordig gefchrift te eindi-
gen met eene reden , die weleer een groot man
,
in vry minder ongunfrige omfrandigheden , dan
in welke den fchryver zo onverdiend gedom-
peld is, tot zich zelven richtede, om zyne
ziel,tegen de rampen , welken hem beftorm-
den, te verfraaien.
„ Uitfpannig van den geest, en lengte van
tyd, zyn hulpmiddelen, by welken de meeste
menfchen in hunne rampen troost zoeken.
Maar de eerfte werkt Hechts voor een zeke-
ren tyd, de tweede langzaam: en beiden zyn
zy voor een wys man onwaardig. Moeten
wy ons zelven ontvlieden , op dat wy onze
ongelukken ontvlieden mogen , en ons in-
beelden dat de ziekte geneezen is,om dat
wy middelen vinden , die ons voor eenige
oogenblikken buiten pyn ftellen ? —— of
zullen wy van den tyd, dien geneesmeester
van het onvernuftig vee,
een’ onzekere en
G 2 lang-
( 100 )
langzaame uitkomfte verwagten ? zullen wyzo lang vertoeven om gelukkig te weezen,
tot dat wy vergeeten kunnen,dat vvy elendig
zyn , en van de zwakheid onzer vermogens
eene rust verwagten, welke het uitwerkzel
van derzelver fterkte behoord te weezen ? —Verre zy het daarvan daan, Laaten wy all’
onze voorledene en tegenwoordige rampen
voor ’t gezicht brengen. Laaten wy dezelve
overwinnen, in plaats van ze te ontvlieden.
Laaten wy ,voor alle die fchoonfchynende
hulpmiddelen , gebruik maaken van het fny-
mes en het brandyzer , den wond in zyn bin-
nenst doorzoeken , om eene rechte en vol-
komens geneezing uit te werken.”
,, Het berdenken aan voorledene rampen
,
diend , om den geest tegen de laatften te ver-
flerken. Hy moet fchaamrood worden, die
onder de fmert van eenen wond verflaauwd
,
wanneer hy een lichaam, bezet met de lidte-
kens van zo veele wonden befchouwd , en
die alle de rampen , waarin hy dezelven ont-
fangen had, roemruchtig ontworfteld is. Laa-
ten zuchten , traanen , en de bezwykende
aandoeningen der ligtfle grieven van een hard
lot , het deel van dat ongelukkig volk zyn,
welk een aanhoudende koestering van ’t ge-
luk
C IQ I )
luk de tedere zielen doorweekt heeft: terwyl
dezulken die jaaren van elende doorworfteld
hebben ,fteeds met een edele en onbeweeg-
lyke flandvastigheid , onder de zwaarfte da-
gen der Fortuine ftandhouden. De aanhou-
dende ramp heeft dit goede uitwerkzel, dat,
gelyk hy geduurig marteld, hy eindelyk ver-
hard.”
, Zodanig is de taal der Filofofie: en ge-
lukkig is de man die het recht verkrygt , van
zich aan dezelve vast te houden. Maar dit
kan niet verkreegen worden door beweeglyke
redeneeringen. Ons gedrag kan het ons
alleen geeven : en derhalven , in ftede van
op onze krachten te roemen , is het veiligst
onze zwakheden te belyden , en zonder tyd-
verzuim, ons zelven aan de beöeffening der
wysheid over te geeven. Dit was de raad,
die door het Orakel aan Zeno gegeeven
werd, en ’er is geen andere weg, om onze
rust in veiligheid te Hellen, onder alle de
toevallen , aan welken het menfchelyk leven
blootgefteld is. ” (*).
(*) Zie Mylord Bolingbroke’s verhandeling over de
ballingfchap.
G 3 Lt. A.
( 102 )
BYLAAGEN,Lt. A.
Propojitie ,gedaan aan alle voorftan-
ders van recht en bülykheid , onder
de vryheid-minnende burgeren van
de Kaap de goede Hoop,en nevens
het verzoekfchrift van den 4den
april 1786, als een authentyk ftuk
eerbiedigst overgegeeven , aan
hun hoog mog. de Heeren Staa.
ten Generaal der Vcrëenigde Neder-
landen.
Dierbaare landgenooten en mede-burgeren!
Het is ulieden overbekend, hoe wy in het jaar 1779,
uit het midden van ons notabel lichaam, een aantal van
vier perfoonen gequalificeerc hebben, om den Heeren
Bewindhebberen , de kwaade , tirannige en ongepermit-
teerde direétie en magiftrature van derzelver ministers
hier aan deezen uithoek, met overtuigende bewyzen
aan te toonen ; als mede denzelven ootmoedig te ver-
zoeken, te willen beraamen, middelen van redrês, om-
trent den ongelukkigen (laat der burgerlyke vryheid. Enwelke vertoogen zo ootmoedig zyn gedaan geworden
,
en zo zeer op de rechtvaardigheid is gegrond geweest,
dat men niets anders verwachten konde, dan eenerecht-
maatige beflisfinge dier klagten ,die geklonken hebben
in de qoren der meeste volken van Europa.
Dan
( 103 )
Dan dierbaare burgeren, wie uwer is het onbekend,
dat met de dedfie deezer gewichtige zaak , vyf jaaren
Jarge is geitaireert geworden? —— Waare dit veroor-
zaakt door de zaaksgefteldheid 5 was den uicflag maar
eenigzints gunltig geweest voor het aanzienlyk lichaam
onzer burgerye, wy zouden gezweegen hebben: dan,
men heeft het oiotoaacgezicht sfgeligt, en men toond
ons de diepte van het verderf, tot welke wy vevwee*
zen zyn, * men toond ons, dat wy en onze hinde*
ren voonaan ais flaaven, als lastdieren zullen beftierd
werden.
Maar, lieve burgeren! hebben wy niet vee! te edel
bloed, om ons onraidd-jlyk te buigen, onder ’t juk der
ilaavernye, na niet alvoorens alle eerlyke middelen ter
onzer reddioge gebezigd te hebben? —
—
Toen de zaak dus draaiende wierd gehouden, hadden
de verftandigen onder ons,reeds een akelig vooruit#
zicht van ons aanftaand lot , en daar wy dus die vreeze
en kommer door de ondervinding bewaarheid vinden,
hebben wy nodig geoordeeld eene te zaamenkomst
onder ons te moeten befteromen,(gelyk gylieden daar-
toe ook bereidwillig gevonden word,) ten einde zo veel
in ons vermogen legt, ons zelven en onze nakomelin*
gen te bewaaren voor die fchandelyke flaverny, met
welke wy gedreigd worden , door eene dedfie die wyverneemen, dat echt en naar het origineele zoude geco-
piëerd zyn. eene decifie
!
niet overeenkomftig met de
herhaalde beloften aan onze gemagtigden in het vader-
land gegeeven; eene decifie eindelyk, dierbaare burge-
ren! op zulke gegronde bezwaaren , als waarover wygeklaagd hebben, die ons, by onze nakomelingen met
de grootfte fchande zoude overlaaden. — Hoe zou*
G 4 den
C ï°4 )
den onze vyanden ons, als in ’t aangezicht niet be-
fpotten, indien wy geen gebruik maakten van die eer-
lyke middelen, die ons noch zyn ovcrgebleeven? en
wat zou het gevolg zyn van zulk eene fchandelyke ver.
draagzaamheid, wanneer wy in die riet minder f;han*
delyke decifie kwaamen te berusten? dit dierb’re
burgeren! eene fchandelyke en voor de menfchelyke
natuur ontëerende (bvernye! doch om dit, zo veel tno.
gelyk zy , te weeren, zyn wy by elkauderen gekomen.
En onder de middelen braave burgeren! om zulk een
einde te bereiken, en om ons veilig te dellen voor
wraak en vervolging, is deeze het veiiigde, dacwyop
nieuw door eenen eöeltroedigen inleg en fournisfement,
ons zelven in daat (lellen, uit ons midden, twee of
drie bekwaame lieden, naar het vaderland af te zenden,
ten einde onze rechtvaardige zaak te pomfeeren voor
onze hooge en wettige Souverein, de hoog mog.
heeren staaten generaal der FereevAgde Ne-
derlanden : hoewel wy liever, om alle mogelyke billyk-
heid tot een richtfnoer van ons gedrag te (lellen, ver-
kiezen zullen , de afvaardiging der nieuwe gemagtigden
uit te (lellen, tot de kotnde van (zo als wy hoopen)
onzen aandaanden verlosfer , den wel edelen gedr.heere
VAN DE GRAAFF.
Beide hier door , te weeten met dit manmoedig be-
fluit, om liever alles te W3agen , dan ons dus flaafagtig
te onderwerpen, en door deeze toegeeflykheid van ons
voornemen uit te dellen , tot dat dien heer gearriveerd
is, zult gy dierbaare burgeren voldoen aan de plichten
vau mensch; god gebied u, overëenkomftig de edele
vermogens uwer ziele , u tegen tirannie en onderdruk-
king te verdédigen, dit vermogen heeft hy zelfs gelegc
ia
C 105 )
in redenlooze dieren; en zonden wy— wy menfchen!
minder zyn? — zouden wy dat gqd lyk vuur mogen
verdooven?-— neen! want dit zoude zo veel zyn,
ais den schepper ’er van, zelve te verfmaaden! —Daarom braave burgeren ! treed toe tot ons voor-
lid, — wanneer ieder onzer dit gefchrift ondertekenen
zal, met deeze belofte, van nimmer onze goede zaak
te zuilen laaten vaaren, maar dezelve, om dat zy goed
en biilyk is, naar al zyn vermogen, door een eerlyk
gedrag te onderlleunen en te behartigen , om dezelve
met g ods huipe, ten gewenschten einde te brengen;
zullende de tekenaaren by hunne naamtekeningen tevens
de fommen voegen, welke zylieden ter onderfteuning
hunner goede zaak edelmoediglyk geeven willen; zich
tevens verplichtende,gemelde fommen
, binnen veertien
dagen na de komlle van zyn wel ed. geftr. den heers
van de graaff, (by de confirmatie van den nadee-
ligen uitflag onzer zaake) ten huize te brengen, en in
handen te Hellen, van onze medeburgeren
(onderftond) Cabo de goede Hoop , den 28Hen augusty
1784. (lager) de bovenllaande propofitie, heeft de
goedkeuring van ons ondergetekende weggedraagen ,
en belooven wy daarnevens, onder de plechtigfte be-
lofte, dezelve vooreerst geheim te houden.
G 5 Lt. B.
Lt. B.
C ioö ;
Acte van qualificatie,
en nadere
belofte ; mitsgaders verbond der
voornaamfte burgeren van de Kaap
de goede Hoop; en als een authen-
tyk ftuk , nevens den requeste van
den 4den april 1786 , eerbiedigst
overgegeeven aan hun hoogmo g . de Heeren Staaten Generaal
der Verëenigde Nederlanden.
Wy ondergetekenden, bureer-officieren , collegiantea
en burgeren van «ie Kaapfche en verdere diftriften , ver#
klatren hiermede, voor de w&arachtije waarheid, dat
wy volkomen goedkeuren en genoegen neemen, met
de keuze, die gevallen is, op de heeren Marthinus
Adrianus Bergh , Chriitiaan George Maaidorp , Gerrit
Hendrik Meyer , Hendrik Pieter IVarnecke, Johannes
Albertus Myburgh . Johannes de Villiers Jan Pietersz .
,
Hendrik Louw. Philippus Albertus Myburgh , Daniël Ver-
wcy, Johannes Casparus Groenewald,Johannes Roos en
Hillegard Muller. (_a)
Als
p (*) Den bovenftaauden beegh , wierd uit hoofde van des-
zelfs gehouden gedrag , door de cominisfie , ter nadere appro-
batie der heeren principaalen en burgeren afgelleld en ontüaa-
gen, blykens de contra-advertcntie Sub. Lt.G. ; terwyl boven,
gemelde verwkï ,ter zaake eener reebts-aanfpraake, by de
adresfen aan hun hoog uog. nader omfchreeven , insgelyks
niet mogt fungeeren ;werdende ’er vervolgens uit krachte der
bo-
C 107 )
Als by ons bekend, voor mannen van eer en deugd,
op wiens handel e» wandel wy niets, als dat met het
evengemelde chsra&er quadreerd te zeggen weeten; ten
einde onzen deelneemenden Ibat te repnefemeeren, en
mitsdien als zodanig onze burgeriyke zaaken ea be-
zwaarnisfen te redresfeeren , en in klagte en verzoek te
brengen, des noods tegen d’Ed. compagnie, voor hunhoog mog. de Heeren Staaten Generaal der Ferëenigde
Nederlanden
,
als onzen hoogen en wettigen Souverein:
om aldus te verkrygen,altoos duurende verzekering van
onze vryheid en geöorloofden wettigen handel, nee*
ringen en handt,eeringen , mitsgaders eene rechtvaardige
adminiftratie van Jujiitie
,
naar recht, reden en biliyk-
heid.
Des wy dan, op de plechtigfte wyze belooven en
verklaaren, in de voormelde onze algemeene zaak, tot
den uiteinde toe, ftandvastig te zullen blyven deel nee-
men , en daartoe de algemeene lasten en onkosten te
helpen dreagen; ia des noods, als braave patriotten,
het uiterfte, tot voorftand van ons vaderlands algemeen
welwézen te zullen opzetten.
Tot teken der waarheid,hebben wy deezen eigen-
handig met onze naam en handtekeninge bekrachtigd
op den tweeden en de volgende dagen der maanden
november enz. 1784, en january enz 1785. (was gete-
kend) J. de Waal Arendsz., J. v. Reenen , Sebastiaan
van Reenen , J. A. Hnrter, J. A. van Reenen
, Joh. van
' Aar
.
bovengemelde acte van qualificatie, by refolutie, tot reprsfen-
tanten verkooren, den Heemraad van Zwellendam
, de beer
j. a. holtshausen, en den burger Capieein de heer pie-TER. VAN BREDA.
C ioS )
Aarden de on de . P. van Breda, Petrus Retief, Frederik
Hendrik Conrady, G.P'iclor, Arend van JVieliigh
, Johs.
And.:. 0: undüngh,Matthias PieterTaute ,P. H v. d. Lith,
J. G. van Reenen, Jan Smit Jurriaansz
, J. B Olckers
,
E C. Zimmerling , D G. van Rcemn , Hendrik Gans,
Bartin. Schonken, Alexander van Breda , Petrus Therron
,
D. B D'Ailly, Andries Fravgois du Toit , Fettus Jacobus
du Toit, J. van Reenen , A P. Myburgh,IV. v. Reenen,
J. IV. Hurter , Christiaan Krynauw de oude , DaniëlKry-
nauw, Stephanus Franpois Joubert, Johannes Louw Jan
Pietersz-, George Knoop, Johannes Paulus Ekjleen Pie
-
terz , Hendrik Fredk. Kromhout , Coenraad Hendrik
Faafeii ,Johannes Marthir.us Holtman
, Johan Carlfoti Ce-
derlow, Jofua Joubert , Nicolaas Hendrik Smit , Nico/aas
Eramus Smit, Jacobus liegter , Elids Thomas , Johannes
Adolphus Olckers,Johannes Lavikaden , Pieter Ilamclink ,
Hendrik Binkcs,Johannes La Ros , Johan Jurgen Soest»
man ,Frans Jurgens, JUarthims Goedhart , Johannes Roo•
et ,Hem;anus van der Sckyjf, Adriaan Arends , H. L.
JVarnik , Frans va;: Laar, Daniël Roodt , Frans Jour
-
daan, Johan Hendrik Vos, A. Rosfouw, Frederik Rosfouw
,
J. Louw Adriaansz . , Albertus Bcrnhardus van Niekerk ,
Johannes Lambrechts , Andries Bester Pz. , Gerhardus
Munnik , Johs. Fredk. Dreyer , Pieter de ViUiers Davidz.
,
Tobtas Jurgens , Christiaan Kreuger , Paulus Joubert , Gi-
(ieon Joubert, C. A. Storm, A. Munnik, Jan Abraham
Meycr Ez. , J. II. Helberg , A. H. Tcubes, Christiaan Kry-
nauw de jonge, Joachim Scho/tz, Daniël Hugo , A. C.
Btoodryk, Gideon Rosfouw , Daniël Jacobus Rosfouw ,G.
H. Bunding ,T. Mostert Nicolz. , Johannes de Jongh, Ge-
orge Ernst Faustman , Smon Petrus de Koek , Jacobus
Smith Christoffclsz , , Willem Basfon ,Daniël du Toit
, Jan
Ga-
C 109 )
Gabriel du Plesfis ,P. T. Therron Charlesz.
,Johannes de
Villiersjacobz. de oude , Geerge Cliristoph Wolhuter ,stndries
Willem Bs'ck,Johan Georgo Bernds , David Naudé
, J. Ver-
wejl, C. P. Brand t Jbjepli de Koek,Caspaius Bresler, Fran-
pis de Villiers ,Daniël F- Joiibert, Jan Daniël de Villiers.
Dirk Coetfée, Stephanus Malan,Tobias Verwey ,
Plermamis
Dempers , J. van Reenen, Johan Jacob Meyer, Jamben van
Sittert, Franciscus Johannes Bestbier, Servaas de Koek, Mi-
ddel de Koek ,Arend Jofias van Breda
,Jacolus Theodorus
Carjlens ,Tobias Mostert Ockertz.
,PetrusJacobus Joubert,
Johannes Slabber , Franpis de Necker,Jonas Albs. van der
Poel ,Petrus Pienaar, Christoffel Groenewald, Daniël du
Tuit Jansz.t Pieter Pienaar Louisz. , Abraham Boman,
Charles Naudé ,Hendrik de Wet
,Johannes S. Joubert , Gabriel
du Toit, Casparus Reyneke, Schalk Willemsz, Burgers,
Christiaan JohannesRaabe , F. R. Bresler, Johannes Franck,
Charles Marais Pieterz.,Willem Nel Louisz. ,
Hendrik de
Necker , H. Memelingli, Simon van Blerk, J. E. Heyden-
rych, Jacobus Tssfelaar ,Daniël Bosman, Johannes Tobias
Laubfer, Jobs. F Binnadé, Nicolaas Smit , Carjlen Muller
,
Petrus Johannes Naudé , Franpis Rosjouw, A.G. A. Willer ,
Joh. Godfr. Moeke ,P. J. van der Heyden
, P. G. van der BR
,
J. J.W:efe ,G.v.d. Byl, J. A. Bierman, J, A. Laubfcher
Pz., Nicolaas Hamman, Hermanus Esterhuyzen, Johannes
Jacobus Voogd , Gert Matthys van Wyk,Willem Esterhuyfen ,
Hendrik Meyer , Hendrik van ColIer, J. J. Tesfelaar, Mat
-
theusWillemJe de jonge, Johannes AlbertusGildenhuys,Mi-
ddel Matthêe,Hans Jacob Brits
, Mattheus Gerhardus Beukes
,
Mattheus Frans Wogiliomie,Burgert van Dyk
,Andries Chris
tiaan van Dyk, Johannes Otto, Marthinus van Koppen, A,
vanBrakel, JurgenJ.Pas, D. de Villiers Jz, de jonge,AU
ierfus Johannes de Cats, Philip Hendrik Merkel,
Christiaan
Gun-
C )
Gunter , P. de Villiers Abrs. ,D. J. Malan ,
Jacobus Caroluf*
van Graan, Jan Pieter de Villiers Jz. ,Jacobus Wilhelmus
Grundlingh, R. L. Laubfcher, WillemMorkel de jonge, P.
Roux,A. C. v. d. Byl
, J. P. Niudé, Jan Jacobs de jonge
,
J.Roux , Daniël Bosman,Johannes Jonker ,
David Malan
Danielsz. , F. de Villiers,Jacob Mosten Louisz .
,Jacobus
Jonker, Daniël Johannes Jonker, P.F.M. Briers,D Jou-
hert, J. Hamman, S. J. Cats, Johannes Jacobus Hamman
,
Hendrik Albertyn, H. A. Albertyn, J. Jofephus Albertyn ,
Casparus Albertyn ,Coenraad Johannes Albertyn
, Chrisjloffel
Albertyn, Jacobus Albertyn, Abraham Barend de Villiers,
Pieter Marais Pieterz. , Stephams Johannes Krynauw,Joh.
de Villiers, David Muller , PieterJacobszDz. , PieterZwa-
tiepoel ,Philip Jacobsz Danielz.
,Jan Roux , Anthony Roux
,
JanAndriesZwanepoel, Daniël Roux, Pieter le Roux, Ig-
natius Marée ,Pieter Ign. Marée, Pieter Johannes Coetfée
,
Jacob Philippus Marée , Willem Petrus vanNiekerk ,David
de Villiers Janz. ,Johannes Stephanus du Toit
, Adriaan
Louw Jocobusz .,JohannesMarais Izaakz.
,JohannesMarais
Pietersz . ,Willem Marais
,JacobusJohannesMaraisPietersz.
,
Johannes Minnaar, J. de VilliersJz. , Sybrand Vermeiden
,
Joachim Langeveld, J. H. de Melander
,Gerrit Viktor, Philip
Forie, Chrisjloffel Groenewald dejonge, JohanUrbams Smal ,
Johannus Jochemus Swart , Abraham Mathée,CoenraadJo •
hannes Groenewald ,Cornelis Johannes Laurens ,
Cernelis
Swart ,Pieter Swarth Jz. , J. C. Vermeulen
,Johannes Bern •
hardus Swart ,Jacobus Nicolaas Swart
,Johannes Paulus
Swart, Elias Matthée, Jacobus Soek, LouisForieJz. ,Hen
drik Groenewald, Jacobus Forie,
Frederik van Zyl, Pieter
Ro Jouw Pietersz., Pieter Rosfouw de oude,Gabriel Rosfouw
Pietersz., Jofua Pieter Cilliè, Johannes Hendrikus van den
Bergh, Abraham Cilliè de oude , Charles Marais Jfaaksz.
,
( III )
Stephanus Marais, Gabriel CilUé, Pteter Willemz Moller >
Simon Frederik Akkerman , Jacobus Franpis Joubert , Gerrit
Nel ,E. Botha
,Johannes Casper Vosloo , Barend Gildenhuys
Hendriksz., Jahames Daniël van Coller Johannes Mostert
Johz., Hendrik Heyns, Jofephus Forié Johannes Botha
,
Petrus de Buys, Cornelis Botha, Matthias Lotter, Petrus
Johannes du Tuit, J , de Beer Sybrandz. , Sylrahd A. de Beer
,
Pieter Jonker, Jacob de Villiers Pietersz.,Jonas Hendriksz ,
J G, Louw de jonge, J. G. Louw de oude , C.M. van den
Liever,IV. Louw Juobusz. , Barend de Clerc ,
Burend de
Clerc Barendsz , Fredrik Christcffel Truter , Sybrand vcnDyk ,
Abraham de Clerc, H.MöUer, Magteld van HeermWeduwe
van derMerwe, Petrus Johannes van Heeren, Pieter Conrady;
Hendrik Nieuwenhuyzen , Nicolans van der Mei we, Schalk
van Heeren, Jacobus J, osten, Sebastiaan Wolvaard, P. J,Louw ,
Pieter JVillemsz van Heerden, P. JViefe , J Jonker ,
Jacobus Johannes Luttig , Ifaak Minnaar, J. J. Hendriks,
Martinus Akkerman, Jan Cillie , Frar.pis Roos,Johannes
Amoldus Ruygrok,Johannes Delport , Jgnatius Delport , Pe-
trus Delport ,Daniël Cillié
,Godlieb Hcrms. van Graan
,
Abraham Cillie Janz. ,Carel ChrisJloffei Frik
,Pieter Cillié
Janz., Andries Bernhardus du Toit, Adriaan Louw J. Iz.,
Gabriel Fredrik du Toit, Johannes Petrus de Villiers, Daniet
Forie, Abraham le Roux, Ifaac Nieuwoudt , Hemanus Bos-
man de jonge, Petrus de Villiers Iz», Charles Jacobus du
Plesfis, Stephanus du Toit, Andries Carolus du Toit, Philippus
Bernhardus Wolvaardt, Guillaume du Toit, G. du Toit de
jonge, Ernst du Toit, Jofua Charles Cellié , Frar.pis du Tuit
Stephanus z. ,David Malan , Daniël Retief
,Gabriel Rosfoi.w
,
Daniël Rosfouw, Jacob de Villiers Jan Pietersz ., Johannes
Rosfouw , Jacobus Retief, Franpis Marais , GideonMalherbe
,
Gerrit Louw Pz. ,Franpis Retief , Johannes Bartholcmeus
Kreu-
( vJI2 )
Kreuger, Barand Lotiïdu Piesfis ,Gabriël du Toit , Andries
Zeeman, Jofua de Viilicis
,David de Villiers Jan Pietersz.
,
Jacob Stephanus Malan, Philip Hartog de jonge, Jofua le
Roux,Johames van Niekerk , Hendrik van der Westhuyzen
,
Johannes Stephanus van der Westhuyzen,Pieter Abraham van
der Westhuyzen ,Jacobus Slabber
,Everhardus Johannes Lav.b
fcher, Chrisfoffel Lombard, Reinier Basjon, Manen Slabber
Jz. ,Johannes Mostert Jz .
,Johames Mosten de jonge
, Jo-
hannes Mostert, Arnoldus Basfon, Aibertus Basfon, Pieter
Mostert, Gysben van der IVesthuyfen , 'Aibertus LaubJ'cher,
JVicolaas Mostert,A.C. Laubfcher Wed. Mostert
,Johanllen-
drik Kok ,Ockert van Niekerk
,Pieter Jacob de Villiers
, Jofua
de Villiers, Hendrik Gysbert Rosfouw ,Petrus le Roux
, Jaco-
mina Hendrina van Zyl Wed. Nicolaas Laubfcher , Franpois
Smit de oude. Francais Smit de jonge,David de Villiers Pz.,
Andries Jacobus Warneken ,Aibertus Petrus Myburgh ,
Adri
-
aan Louw Jacobusz . , Johames Aibertus Laubfcher Pz. ,Fran -
pois dc Wet,Jan Abraham MeyerGz.
,Johannes Diederik Put-
ter, IVynant duPlesfs, Pieter duPlesfs de oude, Jacobus do
Wet de oude, Jacobus de Wet Junior,Johannes de Waal Cor*
nelisz. , Jan Gysbert Olivier, Jan Hendrik Olivier , Pieter de
JVet ,Pieter George Marais Verfer ,
Pieter de Bruyn.
fOuderftond)
Accoróeerd naar gedaane Collatie, met dertien gelyk-
luidende declaratoiren,getekend van november 1784,
tot in january 1785, aan my ondergetekende in ’s Gra-
venhage refideerende notaris , door den heere procureur
M. H. van Son Hendrikz. geëxhibeerd , deezen 3<3ea
april ij 86.
{Was getekend .)
J. H. NOORD BEEK.
Kots.
Lt. C
C **3 )
IX c.
Eerste acte, by welke eenigé
der voornaamfle burgeren, te Ca*
bo de goede Hoop , zich hebben ver-
klaard en gefield , tot garandeurs
en principaale contribuanten , in
de zaak der generaal klaagendö
en redrès -verzoekende burgerye
aldaar*
y ondergetekende burger-coüegianten , officieren
,
enbutgeren, verklaaren en belooven hiermede plech»
tiglyk by den alm a chtigen gob! dac wy ons, als
principaale deelheemers in de klagten en Verzoeken omredrès by den hoog mog. souverein, in het vryé
Nederland
,
vryvVilliglyk dellen, als garandeurs en ze-
kerftelders voor de gelden , welke alreeds door onze
inede-deelneemende burgeren in ’t generaal, ter fomraa
van circa vyfzig duizend gulden gefourneerd zyn by in-
tekening*, en noch ftaan gecontribueerd te worden: omaltoos de benodigde penningen ter remitteeringe aatl
onze reprrefènteerende getnagtigdens, de heeren bergh,
roos, redelinghuVs en bresler, zo daadelyk
en zonder manquement of uitftel, by voorfchietinge te
zullen foürneeren en inbrengen , op aonmasninge en
afvraage van onze reprjefentanten , de heeren m a.a s-
DORP , BEVER , WARNECKE, MYBURGH, ])È
VlLLIERS, GROE NE WALD ,MYBURGH JUNIOR,
louw, muller en holtshausen ,aan en ten
feuize van de heer warnegke voorm. als generaal*
H beek-
C JI4 )
boekhouder, casfier en ontfanger, en zulks tegen* be-
hoorlyke quitande van zyn Ed. , om dezelve penningen
naderhand, na proportie van ieders aandeel, by termy-
nen, uit de generaale casfe,by afrekeninge,jaar!yk$cb,
te konnen te rug omfangen, en zulks, om hier door
geene vertraaging aan de nodige jaarlykfche remifes,zo
tot fubfifterfie van voorn, onze reprtefenteerende ge-
magtigdens,
als ook tot de kosten van het proces ,is
>het nood, te vveege te brengen; maar veel eerder de-
zelve remifes, op een vasten en jaarlykfchen voet, tot
den uiteinde toe, eerlyk en deugdelyk te bevorderen.
Verbindende tot nakominge deezes, onzer aller per-
foonen en goederen, zo in ’t generaal als byzonder,
(tellende dezelve ter judicatuure van hun hoogmog,DE HEEREN STAATEN GENERAAL DER VEREE-ruGOE nederlandrn, als reprxfenteerende de
wettige Souvereiniteit , over deeze , en alle andere Ge-
neraliteits-landen , en Provinciën.
Ter oirkonde der waarheid, hebben wy deezen met
onze eigenhandige naamtekeningen ,drie-dubbeld be-
krachtigd. (Onderftond.) Aftum aan de Kaap de goede
Hoop , den eerden, en de volgende dagen der maanden
maart en april 1785. (JVas getekend.) C.G. Waasdorp,
G. H. Meyer, H. P.Warnecke, J. A. Myburgh , j. de Vil.
liers Ipz.y J. C. Groenewald, P. A. Myburgh, H. Louw
,
Albertus B. van Niekerk , Pieder van Breda,Jacobus Tesfelaar
,
J. Smitt Jurriaanz. ,Simon van Blerk, J.A Huner, J.A.
Grundlingh, J. deJVaal Arendz ., J. A. van der Poel, Jaco-
bus Arnoldus van Reenen ,Pieter de Villiers Davidz. ,
Dirk
Gysbert van Reenen ,Jacobus van Reenen ,
Alexandervan Bre-
da, Johannes Paulus Ekjleen Pieterz,,Johamves Gysbert van
Reenen, J. H. Helberg ,
A. H Teubes ,Daniël Hugo
,M. P.
Taute, J. E. Heydenrych , E. C. Zimmerling ,
Arend van
Wiel-
C 115 )
Wielligh,Jacobus Retisf ,
Francais Retief, Petrus Retief
\
P. J van der Heyden, Johames Adriar.us Vermaak ,Gideon
Rosfouw, G. H. Bunding, Joha-n Jacob Meyer,Hermams
Dempers, Gerhardus Munnik, J. F. Dryer, C. Franck Weduwe
Dreyer,C. P. Brand, Gerrit FiRor , J. Louw Adriaanz . , Ja, •
cobus Hegter , F. de F: Uiers,A.'C,van der Byl
,Joliannes de
Filliers Jacobz., Joliann es Minnaar,Johannes de Filliers
,
Stephanus duToit, Guillaume duToit, Daniël Retief , Abra •
ham Bosman. Henmnusz . ,Adriaan Louw J. J, Z.
,Petrus
Johannes du Toit,Jacob de Filliers Jan Pietersz.
, Daniël
Malan , Francais du Toit Stephanusz. , Gerrit van der Byl
,
Pieter Gerrit van der Byl, Gerrit Coetfée, Booy Booyfen, C.
Groenewald , Sybrand Fermeulen , J. de Filliers, J. D. de Fil •
liersDz . ,D deFiliiers Ipzoon, S. J. Cats, Philippus Minnaar
Janz, ,Philip Hartog dejonge, Abraham Rosfouw , TFerweyt
Hugo Hendrik van Niekerk, Daniël Louw Adriaanz.
,Adriaan
Louw Danielz» , Adriaan van Reenen, J. A. Bierman
,Johan-
nes van Niekerk, Adriaan Louw Adriaanz . , David Malan
,
Hendrik de Nekker, Stephanus Malan, Johannes Louw Jan
Pieterz., Jan Andries Bam,Jacobus de Wet de oude, Fran-
pols de Wet.
( Iltf )
L. D.
Tweede acte, by welke de ge-
zamentlyke reprasfentanten dei*
Kaapfche. burgerye, zich in 't by-
zonder , tot meerder zekerheid hun-
ner gecommitteerdens in Neder-
land, verbonden hebben.
ondergetekenden, door de geklaagd hebbende,
noch klaagende ,deelgenomen hebbende, noch deel.
neemende (*) ,daar toe contribueerende, en om redrês
van zaaken by den hoog mog. souverein verzoe-
kende burgerftaat deezes Lands, verkoorene reprsefen-
tanten, verklaaren en belooven hiermede plechtiglyk
voor den almagtigen god/ zo voor ons, als voor
onze reprtefenteerende volmagten ,naar onzen Souverein
in Nederland, de heeren mart minus adrianusBERGH, JOHANNES ROOS, JOHANNES HENRICUSredelinghuys en johannes augustus bres-
ler, geduurende hun aanwézen in Nederland, en dac
onze zaaken aldaar ongedecideerd en ongetermineerd
zullen zyn, geene ophouding, gebrek of retardement,
in de haar Eds. jaarlykscb toegelegde falaris en fub-
Cftentie gelden, noch in de kosten van het proces zullen
veroorzaaken en te weege brengen; maar dat wy zullen
zor-
Dit wil te kennen geeven : alle burgeren, zo wel die
geenen, welken zich in den j'aare 1779, tot Heeren Bewind-
hebberen gewend hadden, als de tegenwoordige klaagers, welke
zich by dat getal gevoegd hadden , en thans hunnen toevlugt
tot den Sonverein naamen.
C II? )
zorgen en maaken, dat die jaarlyksch en op zyn tyd,
vry overgemaakt , en by hun Eds. ontfangen zullen
konnen worden. Zullende malkanderen ook niet dan op
verzoek, en in dat eas, als dan met eensgezinde goed-
keuring, voor de volledige uiteindiging van zaaken,ten
minden niet in de eerst agterè'envolgende vier jaaren
ontdaan of te rug roepen .* ten einde dus geen ftilftand
en vertraaging, aan de zaaken ten principaale worde te
weege gebragt. Alles onder plechtig verbond als naar
rechten. (Onderftond.) Aftum, aan Cabo de goede Hoop t
den agtften maart, Een duizend zeven honderd, vyf
en tachtig.
(In margine.
)
(L. S.)
Uit naam en van wegens
prtefideerende en verdere
heeren reprse Tentamen,kie-
fers en committenten , des
klaagenden,deelneemenden,
eontribueerende en om re-
drès verzoekenden burger-
ftaats uit de Kaapfche, en
verdere diftri&en in het ge-
neraal.
(JVas getekend,')
P, H. V. D. LITH,Scriba.
H, j. de m e l a n d e r.
Scriba.
{lager.)
Voor de acceptatie en het verband.
(JVas getekend,)M. A. BE RG H.
J. ROOS.
J.H. REDELINGHUYS.
J. H. BRESLER.
H 3
(Was getekend.)
C. P. MA AS DORP.
G. H. MEYE R.
H. P. WARNECKE.
J. A MYBUKGH.
J. DE VILLIER S IPZ.
j. C. GR O EN E WALD.P. A. M Y B U R G H.
H. LOUW.
Lt. E.
C U8 )
Lt. E.
Procuratie, en nevens het re-
quest van den 4de,! april 5786, eer.
biedigst overgeeven aan hunhoog mog. de Heeren Stanten
Generaal der Ver'ècnigdc Neder-
landen.
W,y ondergetekenden
Christiaan george ma asd o rp ,burger Capi.
tain van de cavallery en oud-Burger-raad.
Gerrit hekdrik meyer, burger Capkain van de
referve, en oud-Burger-raad.
Hendrik pieter w a rne ck e, oud-burger-Com-
misfaris van civiele en huwelyks-zaaken.
Johannes albertus myburgh, oud-burger-
Heemraad, en Ouderling van Stellenbosch.
Jan de villiers jan pieter z. , oud -burger
Capitain van de dragonders, oud-Heemraad en Ou-
derling van Stdlenboich.
Johannes casparus groenewald, burger
Lieutenant, en oud.Diacon van Stdlenboich.
Philippus albertus MYBURGHjburger-Capitaiu
van de dragonders, en oud Heemraad van Draken-
ftein.
Hendrik louw. Heemraad van Drakcnftein en
HiLLE gard muller, burger.Capitain van de
dragonders en Heemraad van Zwellendam
:
Als door de geklaagd hebbende , noch klaagende,
daarin deelneemende ,daartoe contribueerende, en om
sediès van zaaken verzoekende burgeryen van de Kaap,
Stel
-
C ï*9 )
Stellenboich , Drakin/leia ,T-welkndam , en verdere di'
ftriéten, verkooren tor haare repra;fentanten en voor*
ftanders in de algemeene en byzondere klagten en ver-
zoeken.
Verklaaren mitsdien, op de plechtigfte wyze, doen-
lyk en mogelyk, zo voor ons, als voor onze gemelde
deelneeraers,
kiefers en committenten, te hebben ge-
conftitueerd , zo als wy by deezen conftitueeren en
volmagtigen op de beste en tuimfte wyze , de wet
edele heer oud-Drosfaard, marthinus adriakusbergh, als onzen prtefes en eerde reprtefentant, met
tn benevens onze mede-repra;fenteerende Leden , en
mede-burgeren , de Heeren johannesroos, jo-
HANNES HEN&ICUS REDELINGHUYSen JOHAN*
nes augustus BRESLER, en zulks met de volko-
mene magt van asfumptie, fubftitutie en furrogatie, zo
generaal, als fpeciaal, te weeten:
Generaal, om in Nederland en elders in Europa, het
zy gezamentlyk en communicatief, dan wel by onver-
hoopt overlyden, of andere ontftentenisfe , van een of
meer, den overblyvende in het byzonder, waar te nee-
men ,en uit te voeren , alle voorvallende zaaken zonder
onderfcheid, waarmede de belangen en interesfen vaa
de geklaagd hebbende, deelgenomen hebbende, noch
deelneemende, daartoe contribueerende, en om redres
verzoekende burgerye, maar eenigzints mogten weezen
vermengd, zo wel in, als buiten rechten; gevolgelyk,
zo om penningen te ontfangen, als uit tegeeven, re-
keningen te formeeren en te fluiten; quitantien te pas**
feeren enz., en die te doen ftandgrypen, is het doen-
lyk in der minne , doch anders by voorkomende onge-
makkelykheden, de onwilligen te conftringeeren, door
middelen en wegen van rechten, voor welke Gerechts*
H 4 feo-
C 120 )
hoven en banken het ook zoude mogen weezen : te*
dien einde procesfen te moveeren, en profequeeren;
Tentenden te hooren pronuncieeren ; de voordeelige te
laaten gaan in krachte van gewysde, doch van de na-
deelige en de bezwaarende te komen in appèl,reauditie
,
reformatie, revifie enz. Voorts alles te doen, en te doen
doen , het geen wy conftkuanten, of onze kiezers en
committenten zelve prsefent zynde, vermogend zouden
weezen te verrichten, niettegenftaande hiertoe, eenige
naderen of breederen lRst,mogte worden gerequireerd,
dezelve by deezen voor geïnfereerd houdende, op de
volkomendfte wyze, met verzoek van de uiterfte gratie
cn beneficiën des genadigen Souvereins,en équitabelen
rechters,
Speciaal mede, om uit krachte der voormelde gene-
raale conftitutie, het zy gezatnentlyk , dan wel by on.
verhoopt overlyden, of andere ontfientenisfe van een
of meer, als dan den overblyvende in Nederland of el-
ders, van de voorige heeren gemagtigdens, enz., of
daar dezelve zullen kunnen te vinden en te bekomen
weezen ,het zy in der minne, dan wel des noods door
middel en wegen van rechten, op te eisfchen en In te
vorderen ,alle papieren , en befcheiden , pro en contra
gediend hebbende, tot de voorige klagten des doleeren-
den burgerftaats, zederd den jaare 1779.
Dezelve klagten, papieren , befcheiden , enz. , te
revideeren, corrigeeren en redresfeeren,
ja des noods
tegen de contra-partyen haare verantwoordingen en con-
tra-bezwaarnisfen, te repliceeren, debatteeren en weder-
leggen, het zy in of buiten rechten, en zulks naar waar-
heid, beste weetenfchap, en ten meesten voordeele en
eere van den braaven burgerfiaat; mitsgaders vervolgen*
al hetzelve, het zy feparaat, dan wel met de thans
meu-
C IM )
nieuwe klagten in een vermengd , op de best mogelyk®
wyze , ter erlanging van beter en gefecureerder redrès
van zaaken ,als op de voonnaalige doleanees is ver-
kreegen, nochmaals reverent de Ed. Compagnie voor
te draagen; mits by erlanginge van gewenscht redrès
echter daarop de genadige garantie en proteélie des
Souvereins, nedrig imploreerende; of wel anderziuts,
de zaaken direftelyk by forme van bezwaarnisfen tegen
d’Ed. compagnie op te draagen ter tafel van de hoogMOG. HEEREN STA ATEN GENERAAL EER VER-
eenigde vrye NEDERLANDEN) als reprajfentee»
lende de Souvereiniteit, over derzelver Generaliceits-
landen en provinciën; en zulks alles op zodanige wyze
als zy heeren reprtefenteerende geconftitueerdens, met
goed advys , best,
voeglykst en raadzaamst zullen
vinden.
Beloovende wy ondergetekende conftituamen, zo
voor ons, als onze geklaagd hebbende, noch ktaagen-
de , deel genomen hebbende , noch deelneemende ,
redrès-verzoekende en conttibueerende mede burgeren,
kiefers en committenten, voor goed, bondig, en van
waarde te zullen houden, en doen houden, al wat door
onze voorn, heeren gemagtigdens , uit krachte deezes,
ter zaake voorfchreeven , zal worden verricht en ge-
daan,even en in diervoegen , als waare zulks door ons
of onze kiezers en committenten perfoonelyk gefchied,
onder verband ais naar rechten; mits echter dat de hee-
ren reprmfenteerende gemagtigdens, verplicht en ge-
houden blyven , van hunne handelingen en verrichtin-
gen , aan ons te doen , behoorlyke rekenige en verant-
woording.
OnderfloncL
Aldus door ons gedaan, mitsgaders vyfvoudig in ori.
giueei verleend, en eigenhandig ondertekend aan de
H 5 gaap
C 122 )
Kaap de goede IIoop , op heden den achttien dag der
maand maart, in den jaare onzes Heeren Jefu Christi,
zeventien honderd yyf en tachtig.
{JVas getekend.')^
C. G. MA ASDORP.G. H. MEYER.H. P. 1TARNECKE.
(Ter zyden Jiond.) j. a. myburgh,
J. DE VILLIERS, IPZ.
J. C» GROENE WA LD.P. A. MYBURGH.
(L. S.) H. LOUW.H. MULLER.
Uit naam en van wegens prte-
fideerende en verdere heeren re-
prtefentanten , kiefers en commit-
tenten , des geklaagd hebbende
,
en noch klaagende, daatïn deel
genomen hebbende, ennochdeel-
neemende , daartoe comribueeren-
de , en om redrès-verzoekende
burgerftaats , uit de Kaapfche en
verdere diftritten.
{JVas getekend.)
P. H. V. D. LI TH.
Scriba.
n. J. D E M E L A N D E R.
Scriba. {Ondcrjlond.)
Accordeerd , naar gedaane col-
latie met zyn origineel.
Aftum ’sHage, den 3den Maart, i?86,
{Was getekend.)
B. V. MEERLOO.Notaris.
Lt. F,
( 123 >
Lt. F.
Advertentie van marteh-
NGS ADRIANUS BERGH ,
te vinden in de Lcydfe courant
van den 2ó ften december 1785.
IVIarthinus adrianus b e R g
H
,geboortig van
de Kaap de goede Hoop, en aldaar van de jaaren 176o,
tot 1778 inciufive geweest in den dienst van de Ed.
O. I. Maatfchappye , eerst ordinair, daarna gezworen
clercq op de fecretarye van Politie, daarby fecretaris
van het collegie van Commisfarisfer, der kleine gerechts-
en-huwe!yks-zaaken , daarna pro interim adjunét by den
Fiscaal, en laatstelyk Landdrost der coloniê'n van StelL
lenbosch en Drakenftein , met derzelver onderhoorige
verdere diftridten; geduurende welken tyd hy ook in ’c
burgerlyke, zo by eleftie, als het fequeele van zyn
laatstgem. ampt, heeft fesfie en item gehad, twee jaa-
ren lang als lid by het opgemelde collegie van Comtnis-
farisfen, twee jaaren als Weesmeester, en vyf jaaren als
prsefes van Heemraaden en Krygs Officieren der voor-
noemde difiriften ten platten lande; in anno 1784, aan
de Kaap van zodanige zyner burgervrienden aldaar ont.
fangen hebbende, een naamloos werkje, getyteld Ne-
derlanddek Afrika, als aan welke dat zelfde werkje,
door den heer barend jacob artoys (*) was toe-
gezonden geworden, zonder dat hetzelfde werkje door
hem , of zyne evengemel'de vrienden wierd geapplan*
neerd
,
(O Een der gevolmagtigden der Kaapfche burgerye, in den
jaare 1779 , en thans advocaat te Leyden.
< 124 )
neerd, als veele abfurditeiten en misftellingen in zich
bevattende, en echter tot zyne uiterfte furprife,by zyn
komst hier te lande, hebbende ontmoet eenige denkbeel-
den, als of dat werkje door zyn toedoen waare in ’t
licht gekomen , vind zich derhalven om veele redenen
,
en ook om te voldoen, aan de meest-geliefde intentie
zyner minst gepasfionneerdfte mede-landslieden en inge-
zetenen aan de Kaap voormeld , namelyk de bewerking
en verkryging der middelen en rechten, waardoor ook
dan den ingefcheurden band van vreede en eendracht,
tusfchen de Eds. comps. braave Ministers en bedien-
dens, en de braave burgeren aldaar, op eene voor beide
partyen gefecureerde wyze weder herlteld, en alles in
die goede rust gebragt werden moge ,als waarin zyn
vaderland, geduurende twintig jaaren achter een, onder
de loflyke Regeeringe van den Heere Gouverneur Tul-
lach, C. S. (G. L. G.) onafgebroken geweest is; over
znlks genoodzaakt, hiermede aan het weldenkend Ne-
derlandich algemeen,
als waar en waarachtig te adver-
teeren: dat hy tot dat werkje nooit of nimmer, noch
direft noch indirect de hand geleend, of iets gefuppe-
diteerd heeft: vertrouwende hy ter contrarie, dat ieder
weldenkend, eenigzints kundig en onpartydig lézer van
dat zelfde naamloos werkje, met hem bevinden, en der
waarheid geftand doen zal, dat hetzelve, op eene zeer
defecte en onervaarene wyze is gecompofeerd van het
ontleende, uit de wysgeerige cn [ia'atkundige befchryving
van den Koophandel en de bezittingen der Europedanen
in de beide Indiè’n, van den Heer Abt Raynal
,
te Parys
;
uit Thiioire abregèe des voyages; uit de naanlooze en
gebrekkige befchry vingen van de Kaap de goede Hoop ,
welke zederd die van den heer Pieter Koibe, in oétavo
formaat , van de perfe zyn gekomen; uit de naamlooae
werk-
C 125 )
werkjes, getyteld, Nederlandsch India , en Oost Indifchi
patriot; en uit de beide gedrukte memorien , welke door
de Gemagtigdens van deklaagende burgeryeaande Kaap
in den jaare 1779, en vervolgens, echter niet met ge*
neraale applaudeeringe, inzonderheid der moderaatden
uit den braaven burgerdaat aan de achtbaare wydgebie-
dende heerenBewindhebberen vandeEd.Oost-Ind.com-
pagnie,ter vergaderinge van zeventienen zyn ingeleverd
geworden; alzo het onder anderen, ook volgens de po-
litie op pagina’s 12 en 13, van dat zelfde Nederlandsch
Africay eene belachgenswaardige ongereimdheid zoude
weezen, dat iemand, die twaalf jaaren lang in de ge-
heimen van de Ed. comp. onder eede van fecretesfe
gearbeid heeft, zoude willen prstendeeren ,dathaardoor
den Souverein by oftrooi geconfideerde archieven, zou-
den worden publiek gemaakt , daar immers noch nooit
gebleeken is , zelfs by de intrekking van de jongde
Franfche O. I. compagnie, dat die maatfchappy, of
eenige focieteit haare archieven heeft moeten publiek
manken.
Lt. G.
Contra-ad VERTENT iE, ge-
publiceerd in de Zuid-Holland»
fche courant van den 2 en janua-
ry 1786, tegen marthinusADRIANUS BERGH.
Ds ondergetekende burgeren van cabo de goedeHOOP, JQHANNES ROOS, JOHAMJiES HEKS I*
iC VS
( 126 )
CUS REDELrNGHUYsenjOHANJJ.ES AUGUSTUSrresler, allen met den heere marthinus adri-anus EER GH, van de reprtefentanten des klaagerde
en redrês-verzoekenden burgerftaats aldaar ten dien laat-
ften einde geconflitueerd en gecommitterd by hunhoog mog. de Heeren Statten der Venenigde Neder -
landen , advertaeren mits deezen, (om de gewich*
tigfte redenen, en nader te élncideeren by den Souve-
rein) aan het welmeenend publiek: dat zylieden niet
dan met de uiterfte bevreemding hebben gezien, eenen
uitflap van voormelden heere berg h in de Lcydje cou-
rant van den 2ö(len december, die hen onverwagt is te
vooren gekomen; alzo zy zich dit nimmer hebben kon-
nen voordellen, boe zeer ook het Laödiccesch gedrag
van dien zogeraamden burgervriend, hen zedert eenigen
tyd, doffe genoeg verfchafte, tot een billyk wantrou-
, wen. Doch ter zaake. Zyn Ed. doet over het ge-
heel een verward betoog over zeker werkje, getyteld
Nederlandick sïfrica; evenwel, wanneer mendedeelen
daarvan wil te zaamen brengen, hierop neêrkomende:
„ dat hy fna geweest te zyn in den dienst der Oost.
„ Ind. Maatfchappye, eerst ordinair, daarna gezworen
„ clercq, enz., ook Secretaris van Commisfarisfen enz,,
„ vervolgeus pro interim adjuntt by den Fiscaal enz.
„ enz. enz .
)
van het weldenkend Nederlandsch algemeen
„ verwacht, dat het hem niet zal befchouwen als den
,fcbryver van het opgenoemd werkje; doende tegen
„ dit gevoelen, in da meening dat de geheele natie het
„ oog op hem geflagen houd , alle protedatieu , en trach-
„ tende dit denkbeeld tegen te gaan,met voor waar en
„ waarachtig te adverteeren enz. De redenen, welken
„ hem noopen, om tegen dit zogenaamd ingefloopen
„ denkbeeld van de natie ,ten krachtigflen te proteflee-
n ren >
C i27 )
ren, verklaard hy verder deeze te zyn: dat zyn E&.
„ by zyn aankomst hier te lande, hadde ontmoet eenige:
„ denkbeelden,
als of dit werkje, door zyn toedoen,
„ waare in ’t fchc gekomen; als ook, om te vol»
„ doen, aan de meest geliefde intentie zyner mïnstge»
„ pasfionneerdfie mede-Iandslieden en ingezetenen aan
„ de Kaap ,namelyk, de bewerking en verkryging der
„ middelen van rechten,
waardoor den ingefcheurden
„ band van vreede en eendracht tutfcheu ’s compagnies
„ braave ministers en bedienden, en de braave burgeren
„ aldaar, weder herfteld zoude kunnen worden. . —„ Vervolgens tracht zynEd. het intrinfique van ’t werkje
„ zelve, te ontleeden,met op dien zelfden trant aan de
„ natie te adverteeren : dat hetzelve zeer onvolkomen is
„ te zamen gefield uit de wysgeerige en taalkundige ge-
„ fchiedenis der beide Indien , door den heere Raynal enz-
„ Ook eindelyk uit de beide gedrukte memorien , van
„ de klaagende en redrès-verzoeken de burgerye van den
„ jaare 1779, en vervolgens: en welke memorien
„ zyn Ed. vefder aanmerkt, dat niet geprjefenteerd zyn
„ geworden, met algemeene goedkeuringe, inzonder*
„ heid d«r moderaatften van den burgerftaat. En ten
yf flot waarfchouwd hy de natie, dat wanneer zy mogt
,,gevallen zyn in ’c vooroordeel, dat hy de fchryver
„ van ’t boekje zy, ze doch begrype, dat hy daartoe
„ als minister der maatfchappye, onbevoegd zy geweest;
„ aangezien dezelve haare dienaaren onder eede verbind
„ geene van haare archiven tepubliceeren. Engeevende
„ daarby op de lasterlykfte wyze te kennen , dat den
„ Souverein geen magt hebbe,dit van de maatfchappye
„ te vorderen.”
Dan, ter korte beöordeelinge van al dit chimerique
geadverteerde treedende, vinden de gemeiden gecom-
* mir?
c 128 >
mitreerden zich verplicht, openbaar te declareeren: dat
dien uitftap van den gemelden heere bergh is god*
loos, en ten hoogften ftrafwaardig; aangezien dezelve
verraaderlyk aandruischt , tegen het oogmerk zyner
aanzienlyke commiifie, en het vertrouwen, waarmede
den beklaagenswaardigen , den zo fchandelyk
verraaden Kaapfchen burger , hem heeft willen vergeren;
Hellende alle zyne bezwaaren in derzelver handen
,
na alvoorens een plechtig beroep gedaan te hebben,
op den Scuverein deezer landen , tegen de decijie wel-
ke by de heeren Direfteuren der Oost Indifche Maat-
fchappye, met het laatst van den jaare 1783, gevallen
waare op de klagten der burgerye van den jaare 1779.'
—
Eenen uitftap noch eens ! onverantwoordelyk trouw-
loos! alzó de opdragt der burgerye aan hem, niet ge-
fchiede, dan, na dat hy hadde gedaan, de plechtigfte
verklaaring ,van haare belangen te zullen behartigen,
navolgende de bezwaaren van den jaare 1779, en die,
welken ’er zedert dien tyd door agterëenvolgende on-
derdrukkingen bygekomen waaren.
Ingevolge dan ook van deezen opdragt der burgerye,
en de belarglooze toetreeding , fzo als men toen waau-
de) van den heefe bergh, werden ’er in de maand de-
cember ’s voorleden jaars.drie oiiderfcheidene adresfen,
door de reprtefentanten der burgerye , en waaronder ook
den heere bergh, voorloopig afgevaardigd aan hunhoog mog, de Heeren Staaten Generaal der Verecnig-
de Nederlanden-, en in welke adresfen zy zich ten fterk’
Hen hebben beklaagd by hun hoog mog. over de
gemelde décifie der Oost Indifche maatfchappye ,en ’t be-
wind aan de Kaap de goede Hoop ; als waarin onder an-
deren, met duidelyke en verftaanbaare woorden, aan
den Souveren deeze nederige fmeekbede werd gedaan
:
» va»
( 129 )
w van den onderdrukten en vervolgden burgerftaat te
„ willen neemen , in baare fouvereine directe protectie
,
„ tegen alle de ongerechtigheden en onderdrukkingen,
,, welken ’er door middel der onverS" twoordelyke in-
„ trigues der maatfchappye gepleegd wierden aan den
„ burger, door het impie of godloos bewind aan de
,, Kaap. •— ” Terwyl ’er nocbmaals, en in ’t flot van
de eerfte depêche aan hun hoog mog. zelve, gezegd
word: „ dat de hoope en verwachür.ge der burgetye
„ zy, dat hun h o o g m oG , haar zullen befchermen ,
,, met hunne genadige équitable en directe fouvereine
„ protectie tegeD de impie ïntrigues der Oost Indifche
„ maatfchappye, of die van haare ministers; ” en
welke adresfen te vinden zyn,
in de Zuii-HoHandfche
courant van den i3den juny deezes jaars 1785.
Hoe nu dien heer bergh zich hoopt te rechtvaardigen
by zyne committenten , bekennen de ongecekenden niet
te weeten. Maar moogiyk heeft hy ook dit oogmerk
niet, daar het alles zich zo duidelyk ontwikkeld. —
-
Hoe! niertegenftaande hy, ïn ide adresfen aan den Sou-
verein eenige veracbtelyke crtamuren aan de Kaap, op
de gegronde bezwaaren en bewyzen van den jaare 1779
en vervolgens, hadde verklaard voor impie, voor
godloos/ gaat hy nu heen, en declareerd ze we-
der voor braaf, — welk eene godlooze contradictie! —Met dit vermetel en onbezonnen voorneemen, om
door eene rechtvaardiging der Kaapfche ministers , de
klagten van den burgerftaat, als den bodem in te (laan,
druischt hy ook voort, tegen de klagten zelve , zonder
te bezeffen, dat hy zich niet bevind, in de mogeiyk-
faeid van eene ftaatkundige te rug treeding te kunnen
doen, want dit is zyn heilloos oogmerk!
Maar, waardoor nu den heere a erg h, kon vervoerd
I wor-
C 130 )
worden, tot het doen van zulk eetfen uitftap, zal een
waarheid dievend lézer.ras konnen bevroeden, wanneer
hy naleeze in het opgemeld Netterlardsch Africa , de
waarachtige historie van zekeren burger, genaamtCA-
rel Hendrik buitendag, en wel bepaaldelyk van
de 140de tot 144de bladzyde ; als ook in de eerde memorie
der gemagiigdens van den jaare 1779, het 3de artikel
der bezwaaren, en aldaar op bladz. 12, 13 en 14. *
Dan, hieruit had de heer bergh zich op een edeler
wyze konnen redden, om dat hy dit toch openbaar wil-
de doen,— door een’ oprechte en deugdelyke beken-
tenis namelyk , dat dit waaren geweest gevolgen van
zyne jongheid, en eene verkeerde fubordinatie aan
zyuen vader; in welke meening den burgérdast, ten zy-
nen voordeele ook fchynt geweest te zyn; maar toond
hy nu niet, hoe veel deel hy gehad heeft, aan deeze
foort van oosterfche gewelóenarye , en brooddronkene
verachting voor zynen mede-mensch ?
De ondergetekenden lasten het vervolgens over aan
’t oordeel van ’t publiek, of ’er eenige gelykheid te
vinden zy, in den ftyl van ’t meergemeld boekje, en
het geadverteerde van den heere b er gh; en ook, of
het niet een volflaagen coutradictie zy, dat den fchry-
ver zich zelven zoude gaau ten toon fteileu, zie Neder-
landsch Africa , van bladz. 140 tot 144, — met deeze
openbaare bekentenis aan den fchryver van dit boekje,
hy zy wie hy zy: dat zyn werkje, uitgenomen eenige
toegeeflyke misftellingea, gedeeltelyk in zich bevat, een
waar extract van der burgeren bezwaaren.
Terwyl zylieden voor ’t overige ook voor waar en
waarachtig adverteeren: dat zy in de fituatie zyn, van
het publiek door echte Hukken te konnen aantoonen „
hoe dat den heere bergh met zyne advertentie , niet
al-
( m )
alleen heeft gehandeld dandefiine en verraad ertyk
,
maar ook onvoorzichtig ; alzo hy noch eenige dagen
te vooren, plechtig met zyne naamtekening heeft be-
krachtigd , het geene hy in zyne advertentie tracht te
comrarieeren. (Onderftond.) Amfterdam den 29lten de-
cember 1785. fWas getekend.) j. roos , j. H. re»
delinghuys, j. a. bresler.
Lt. H.
Concept-interpreteeren-de notificatie; fchriftelyk
overgegeeven aan de gevolmag-
tigden der burgerye van de Kaap
de goede Hoop , door Marthinus
Adrianus Bergh; ten einde dezelve
te doen dienen, om het geadver-
teerde in de Leydfe courant van
den 26(len december I785,publiek
te herroepen.
IVÏarthinüs adrianus bergh, by éz Leydfe
courant van maandag den 2<5ften december hebbende
laaten doen, eene advertentie, betreffende zekere po*
fitie in een naamloos werkje , getyteld Nectsrlanchch
Afrika ,vind om redenen goed, dezelve nader te in*
terpreteeren , door deeze notificatie
:
Dat hy niet van intentie is geweest, daardoor be-
greepen te willen hebben, als of hy eenige afkeuring
of verzwakking aan de mimorien der refpeélive burger-
gecommitteerden van A°. 1779 ,ten nadeeie van de
braave redrès-verzoekende burgerye wilde toebrengen
,
I 2 als
• ( * 3*')
als in tegendeel dezelve tot bafis In de hoofdzaaken det
prasfente klagten en adresfen volkomen goedkeurende;
maar dat hy eeniglyk en alleen daardoor, zich wilde
zuiveren van die fufpicie by het weldenkend algemeen,
welke hem direét,en nu weder te Atnfterdam, door dea
heere oud-Gouverneur van Plettenberg, waaren nage*
geeven, als of hy Helder van, of contrebuant tot das
zelfde werkje zynde, notoir zich aan ontdekkinge van
geheime papieren van de fecretarye zoude hebben fchul-
dig gemaakt.
Dat hy in tegendeel met alle hart en ie ver genégen
Is, en zich ingevolge zyne gedecerneerde commisfie,
met en benevens zyne refpeétive mede gecommitteer-
dens prepareerd, om wel dégeiyk, met nieuwe midde-
len, de hoofd-zaaken dier meteoren te verfterken, ten
einde daardoor voor zyne refpeétive mede-kiefers en
committenten te erlangen , zodanige generaale redrès
van zaaken, en menschlievende adminiflratie van juflitie
en gerechtigheden , inzonderheid voor aen braaven bur-
geritaac, als onmiddelyk zal kunnen contribuëeren tot
herftelling en bloei van de rust , vrede en welvaard zy-
nes vaderlands, by een getrouw attachetnenc tot bevor-
dering der glorie en voordeel der Republiek. En
dat hy derhalven ook de woorden van braave ministers
en bediendens der maacfckappye , niet anders «n verder
verftaat en begrypt, dun voor zó verre dezelve relatie
hebben , op dezulken, welke na die metnoiiën eerst in
hun ministerie of ampten aldaar gekomen zynde, dus in
cas fubjeét, buiten de klagten, of onfchuldig zyn , ets
verder niet, noch direét noch indireét; en dat hy ge-
volgelyk, het eigenlyk oogmerk der voornoerade ad-
vertentie , niet verder wil uitgeltrekt of begreepen heb-
ben, dan by deezen werd bepaald. —-»
Lt. L
( 133 )
Lt. I.
Request; door de gecommitteer-
den der klaagende en redrès-ver-
zoekende burgerye van de Kaap
de goede Hoop , op den 4d€n April
1786 gepragfenteerd
,
AAN DE HOOG MOGENDE HEERENSTAATEN GENERAAL DER VER*
EENIGDE NEDERLANDEN.
Cjeeven met verfchuldigden eerbied te kennen jo.
HANNES ROOS, JOHANNES HENRICUS REDE-
UNGHDYS en JOHANNES AUGUSTUS BRESLER,voor hun zelven, en als gecommitteerden van de klaa-
gen burgerye van Cabo de goede Hoop.
Dat de evengemelde Colonie, tot welke de fupplian-
ten en hunne committenten,
als burgers en ingezetenen
van dezelve, de naauwfte betrekking hebben, wegens
haare voordeelige ficuatie tusfchen Europa en /^^mits-
gaders haare ongemeene vruchtbaarheid, ongetwyfFeld
moet worden befchouwd , als een der gewichtigfte pos-
fesfien van deezen ftaat , die de byzondere zorge en
attentie van uw hoog mos., welke zy, offchoon
de ondergefchikte regeering van de Oost Indifche com
pagnie deezer landen onderworpen, echter als hunne
wettige Souverein eerbiedigen, in alle opzichten over-
waardig is.
Dat deswegens de fupplianten nedrigst mogen ver-
trouwen, dat uw hoog mog. niet alleen denwelvaard
en voorfpoed der bewooners van den gemelden uithoek;
ï 3 zeer
C 134 )
zeer Ier harte neemeu , maar dat ook inzonderheid
uwer hoog mogenden ferieufe wil en begeerte
is, dat zy worden gehandhaafd, zo wel by het genot
van eene betamelyke burger-vryheid, die met den aart en
natuur derColonie overeenkomfrig is, als by billyke en
vastgeftelde wetten, door welker uitoeffening zy in hunleven
,eer en bezittingen worden beveiligd, en tevens
eene gewenschte gelegenheid erlangen, om door hunnen
geöorloofden handel of vlytigen arbeid, niet alleen een
genoegzaam levensonderhoud te erlangen , maar ook
hunne tydelyke vermogens te vermeerderen.
Dat intusfchen geene fundamenteele wetten of inflel-
lingen aan de Kaap voor handen zyn, waardoor het
gezach en de wederkeerige verplichting van de Over-
heden en Regeerders aan de eene zyde, en van de in-
gezeten, aan hun beduur onderworpen, aan den ande-
ren kant, naauwkeurig word bepaald, en op een duur*
zaamen voet gevestigd.
Dat wel by de oprichtinge der Volkplantinge eenige
fchikkingen door den fdgter van dezelven zyn gemaakt,
die tot een richtfnoer voor de Kaapfche Regenten zou-
den verftrekken, dog welke in het vervolg van tyd.door
de geenen, aan welken het bewind der Colonie is toe-
vertrouwd, geheel en al zyn veronachtzaamd, terwyl
de ingezetenen geene echte bewyzen van hunne oor-
fpronglyke rechten konnen magtig worden, en niet dan
by toevallige gelegenheden , eenige overblyfzels van
dezelve hebben konnen ontdekken, waardoor zy zyn
genoodzaakt geworden , zich te onderwerpen aan de
befchikkingen van Heeren Bewindhebberen , die veel
afhangen van verfchillende tyden en omftandigheden,
vsn de onderfcheide denkwyze der leden van het Be-
wind hier te lande, en byzonder ook van de berichten
en
C 135 )
en informatica der Kaapfchs Ministers, welke zich bo-
vendien te meermaalen hebben verftouc, om de bevelen,
hun uit het vaderland toegezonden, naar derzelver eigen-
dunkelyk goedvinden te veranderen , of zich aan de
executie van dezelven geheel te onttrekken.
Dat, om voor het jegenswoordige niet uitteweiden in
alle de byzondere bewyzen , die ter ftaaving van het
gezegde ter zyner tyd zullen worden voortgebragt, de
fupplianten aileenlyk de vryheid neemen, van aan uwhoog mog. naar waarheid voortedraagen ,dac de twee
aanzienlykfte collegiën daar te lande , zynde den Raad
van Politie of de ’nooge Regeering, en den Raad van
Juftitie , of het hoogfte Gerechtshof, tot op het jegens-
woordig cogenblik niet zyn voorzien van inftruftiën of
berichtfchriften , die derzelver gezach en plicht be*
paaien.
Dat het ook zeer verre daarvandaan is, dat daar te
lande zekere en vastgeftelde wetten zouden voorhanden
zyn , welke inzonderheid konnen ftrekken , tot een
richtfnoer derbeflisfinge van zodanige gefchillen , als uit
de locale gefteldheid of byzondere huishouding van de
gemelde Colonie , en uit den handel en kostwinninge
van derzelvdr ingezetenen voortvloeien , en voor zo verre
er eenige Ordonnantiën en Reglementen desaangaande
mogten zyn geëmaneerd , de ingezetenen dan noch
worden verftoken van de gelegenheid , om daarvan de
nodige kennis en weetenfchap te erlangen, ja zelfs te
meermaalen ,niettegenftaande hunne ernftige verzoeken,
geene egte copyen , hebben kunnen bekomen van wet-
ten of ordonnantiën, door welker overtreeding zy wer-
den geoordeeld, misdaadig of ftrafbaar te zyn.
Dat,gelyk by mangel van vaste en permanente wet-*
teD, de rechtspléginge of adtniniftratie der Jufiitie al-
I 4 leen.
( I3<* )
JeenJyk van het goedvinden der Rechteren dependeert,
de Kaapfche ingezetenen ook fteeds hiervan eene fmer-
telyke ondervinding hebben gevoeld , terwyl zy boven-
dien geheel en aj zynde ontbloot van de hulpevan kun-
dige voorfpraken , en in de rechtsp éging zelve geene
de minde fora nog manier van procedeeren immer
zynde vastgedeld, de fupplianten zich verzekerd hou-
den, dat hieruit al aandonds op het duidelykde komt te
blyken, van de beklaagenswaardige gedeldheid van het
geheele Juftitie-wezen,en van de waare fource , waar-
uit te meermaalen zyn voortgevloeid die willekeurige
en onrechtmaatige beflisfiogen over het lot der burge-
ren, welkers gewaand misdryf grootendeels daarin was
gelégen, dat zy het ongeluk hebben gehad, van te ver-
vallen in de ongenade van het Kaapich Miniderie, hoe-
danige mishandelingen te meermaalen de billyke onder-
werpen van klagten aan heeren Bewiudh> oberen , en
nog onlangs aan deeze Souvereine Vergadering hebben
opgeleverd.
Dat, offchoon het eindelyk eene onwederlpreekelyke
waarheid is, dat de burgers en ingezetenen van den ge-
melden uithoek, voornamelyk hun bedaan en kostwin-
ninge moeten erlangen, uit de culture hunner landen,
mitsgaders den handel in koorn, vee en wynen
,die zy
gehouden zyn te leveren aan, of ten behoeve van de
compagnie; buiten welke, en uitgezonderd den zeer
geringen binnenlandfcheu handel, als ook de zeer be-
paalde leverantie aan de fchepen op de Kaapfche rheede
geankerd, voor hun geen vertier van de gemelde pro-
duften en goederen geoorloofd of doenlyk is, desniet-
ïegendaande de aflevering in ’s compagnies msgazynen
èóor het Kaaptch Minifterie, zo uit hoofde van de wil-
te-
C 137 )
lekeurige en onredelyke bepaalingen der pryzen, en de
afvordering van onbehoorlyke recognitiën ten behoeve
van zommige van ’s compagnies bediendens als ander-
zints, aan drukkende, ja byna ondraagelyke conditiën
en lasten word onderhevig gemaakt-, tervvyl bovendien
de meesten van ’s compagnies dienaaren zich zó wel den
landbouw ,als den handel met derzelver produélen
openlyk onderwinden, en daann door de Regeeringe
worden beguntigd, al het welk intusfcheu niet anders
dan tot prsejudide, ja tot ruïne der ingezetenen kan
vertrekken.
Dat, zo veele oppresfiën te minder draaglykzyn voor
de colonisten , die de eer hebben van te behooren aan
den Souverein van een vry gemeenebest, en welker
ouders of voorouders voor een gedeelte uit hetzelve
zynde oorfpronglyk, en dus hier te lande het zoete van
de vryheid hebben gefmaakt, zich derwaarts hebben
begeeven, in het gerust vertrouwen, dat zy, en hunne
nakoomelingen hetzelfde voorrecht zouden genieten ,
zo verre de contitmie der Colonie zulks gedoogde, en
door billyke overheden naar vastgetelde wetten zouden
worden betuurd.
Dat intusfchen de ingezetenen van den gemelden uit-
hoek , zich niet lange na het overlyden van den eerten
en roemruchtigen tigter hunner volkplantinge, in die
gegronde verwachtinge vindende te leur geteld, reeds
in de voorige eeuw hunne kiagten over de toemaaiige
onderdrukkingen, in den fcboot van Bewindhebberen
hebben uitgetort,en een gepast redres van hunne recht-
maatige bezwaaren afgefmeekt.
Dat hierop wel door commisfarisfen, van wegens de
dire&ie hier te lande afgezonden,
eenige temporaire
I 5 fbhik-
C I3 8 )
Schikkingen zyn gemaakt, welke op dien tyd , de Hem
van de te regt misnoegde gemeente hebben gefmoord
,
maar door geer.e permanente of fuudamenteele wetten
de wortel van het kwaad zynde uitgeroeid, is hier van
het onvermydelyk gevolg geweest, dat korten tyd daar-
na , de willekeurige bcheerfchingen en onderfchikkingen
van ’s compagnies magtige Ministers al wederom de
overhand genomen, en den kaapfchen burgerltaac in de
noodzaakelykheid hebben gebragt, om zich, in den
jaare 1706, met hunne klagten wederom aan heeren
Bewindhebberen der Oost-Indifche compagnie van dien
tyd te adresfeeren.
Dat zulks ook is geweest van dit gevolg, dat uit
krachte der aanfchry vinge , door gemelde Bewindheb-
bereu by eene misfieve van den sollen oftober van het
gemelde jaar, aan de Regeeringe van de Kaap gedaan,
de toenmaalige Gouverneur willem adriaan van
der stel, de Secunde samuel elsevier, de
Predikant petrus kalden, en de Landdrost jo-
hannes starrenburg, over welker onrechtvaar-
dige afperfingen en onbetamelyk gedrag de ingezetenen
inzonderheid hadden gedoleerd , uit de colonie zyn ge-
demoveerd, en herwaarts opgezonden; en dat wyders
derzelver ouwettiglyk en ter fiuik verkreegene bezittin-
gen zyn geconfisqueert, of aan de eigenaaren vergoed,
terwyl zommige oftentatieufe gebouwen, door hun aan
de Kaap opgericht, zyn gedemoliëerd, mitsgaders hunne
uiigedrekte landeryen te gelde gemaakt; en datinsgelyks
by de evengemelde misfive met de navolgende woorden
is bepaald en vastgefteld :
„ De compagines bediendens aan de Kaap , van
„ de meeste af tot de minfle toe, die te enwoordig
„ eenig land bezitten, verflaan wy, dat hun van het-
zelve
C *39 )
,, zelve zullen moeten ontdoen ,kunnende hetzelve
„ verhandelen en beneficeeren , zo als zy zullen ko*
„ men goed te vinden, op poene, contrarie doende,
„ van confiscatie van dien; en dat ingevolge van voo:
„ rige ordres daartoe leggende , en fpeciaal het aan.
,, fchryven van deeze Vergadering in dat aöfien april
,, itf'óS; zullende voortaan ook geen land van eenige
,, van ’s cotnpagines dienaaren in eigendom, huur, als
s ,anderztnts, mogen vergund, of door dezelven beze»
„ ten werden ; zo ook geen handel mogen dryven
,, met koorn, vee, of wyn, zo door haar zelven, als
„ door anderen, en zulks direct of indirect, moetende
,, hun met liaare foldy te vreden houden, zonder op
,, de voorrechten, de vrye coloniërs competeerende
,
,, en genoegzaam haar eenigfte middel van fubfiftentie
,, zynde, te impiëteeren.”
Dat gemelde heeren Bewindhebberen hierdoor, en
door het maaken van eenige andere befchikkingen, in
de voornoemde mifive vervat, toen ter tyd wel eeni-
geriaaate aan de gegronde klagten der Kaapfche colo*
nisten hebben gehoor gegeevcn , gelyk ook deeze Volk-
planting onder de regeering van louïs van assen»burg, die in plaats van den voornoemden adria anvan der stel, tot Gouverneur was aangefield, van
alle onderdrukkingen is bevryd gebleeven; maar dat de
evengemelde inftelliugen nimmer als vaste en perma-
nente wetten zyn geconfidereerc door de fuccesfive
opvolgers van den evengemelden louïs van assen-burg, die meerendeels verfchilden in denkwyze van
hunnen predecesfeur,
als welken integendeel alles we-
derom naar hun welbehagen en particulier interest ten
nadeele van den burgerfiaat hebben ingericht of ver-
anderd, en daar door de partyfchappen doen geboren
wor-
C HO )
worden, die ’s compagnies dienaaren, en de colonisten
onderling hebben verdeeld, en de rust en eensgezind-
heid uit de colonie verbannen.
Dat de langduurige en onöphoudelyke onderdruk-
kingen van het Kiapfche Minifterie, die vooral onder
het bewind van den laatst afgegaanen Mr. joaciiim
van plettenberg, tot den hoogflen top waaren
geklommen, den burgerflaat der voornoemde colonie
eindelyk hebben doen befluiten, om zich wederom
aan heeren Bewindhebberen te beklaagen.
Dat vervolgens in de jaaren 17:9 en 1782, door
gemagtigden van den klaagenden en redres verzoeken-
den Kaapfchen burgerflaat , ten dien einde herwaards
zynde afgezonden, aan gemelde Bewindhebberen twee
onderfcheidene memoriën zyn overgeleverd , waarby
in het breede is betoogd, en met daar nevens gevoeg-
de bewyzen geflaafd , zo wel de despotique en oube-
taamelyke handelwyze van ’s compgnies voornaamfle
Ministers, als het gebrek van fundamenteele fchikkin-
gen of inflructien voor het politiek befluur, en van
vastgeflelde burgerlyke wetten , naar de byzondere
gefteldheid en huishoudinge der colonie gefchikt,- mits-
gaders van eene behoorlyke rechtspléginge, en inzon»
derheid ook de kwynende flaat, waarin een groot ge-
deelte der colonisten was gedompeld, door het pre-
judicie , hetwelk dezelven in de middelen van hun
beftaan ,door de willekeurige befchibkingen der Re-
geericge, en den ongeöorloofden handel van ’s com-
pagnies dienaaren, wierd toegebragt.
Dat intusfchen deeze zo billyke en gegronde reprae-
fentatien , van geen ander gevolg zyn geweest, dan dat,
toen den burgerflaat meer dan vyf jaaren eene finaale en
gunftige decifie te vergeefs had atfgewagt , men hier te
lan-
C T 4 1 )
heeft weeten te efFectuëeren , dat de voornaamfte Kaap-
fche Ministers van dien tyd, welke, door hun onver-
antvvoordelyb gedrag, de meeste redenen tot klagten
hadden gegeeven , onfchuldig zyn verklaard, of wel
geheel zyn ongeftraft gelaaten, en dat vervolgens by
eene relblutie van heeren Bewinkhebberen, ter verga-
deringe van zeventhienen genomen , zynde van dato den
3den december 1783 ,(waarvan een zeer gemutileerd
extract door het Kaapfche Minifterie, aan Burger -en*
Heemraaden aldaar is ter hand gefield, dog het welk
door heeren Bewindhebberen aan de voornoemde ge-
magtigdens hier te lande, onder voorgeeven ,dat dezel-
ve niet behoorlyk gequalificeert waaren, was geweigerd)
ten opzichte 'van zommige poincten van beklag, welke
van het minfte belang waaren , eenige voorzieningen
zyn gedaan, maar de meest esfentiëele bezwaaren, raa-
kende het Politiek beltuur der Colonie, de adminiftra-
tie der Jufiitie
;
en de middelen vsn fubfiftentie der in-
gezetenen, geenziuts zyn geredresfeert.
Dat, de te regt aangeklaagde Ministers, na dat de
gedaane repr^fematien voor hun van eenen allezints
gewenschten, maar voor den burgerftaat van een alle-
zints grievenden uitflag waaren geweest, niet hebben
verzuimd, om, byzonder aan die ingezetenen, welken
deel hadden in de voorfchreeve remonftrantiën, hun
opgevat misnoegen te doen gevoelen ,en dezelvenmeer
en meer te onderdrukken, waarvan reeds by een adres,
in den voorleden jaare 1785 aan deeze Souvereine Ver-
gadering geprtefemeert, eenige (taaltjes aan uw hoogMOG. zyn gefuppediteert , en ter zyner tyd nog meer-
dere bewyzen zullen worden voortgebragt.
Dat echter alle de geledene verongelykingen niet in
(laat zyn geweest, om deu meergemelden Kaapfchen
bur-
( *42 )
burgerhaat, heeds indagtig den eed van getrouwheid
,
aan uw koog mog.
,
als hunnen wettigen Souve-
rein ,plechtig afgelegd, te doen wankelen in hunne
verkuogtheid aan de belangens van deezen haat , terwyl
zy in tegendeel geduurende den jonghen oorlog, tus-
fchee de kroon van Groot-Brittanniën en deeze Repu-
bliek gevoerd , wanneer hunne voorfchreeve klagten
aan heereu Bewiudhebberen reeds waaren ingebragt, alle
poogingen hebben aangewend , om den weerloofen
toehand der colonie , door verkeerde directie veroor-
zaakt, zo veel mogelyk te herhellen,en dezelve in haat
te brengen ,om , ingeval van vyaudelyke aanvallen , een
behoorlyken wederhand te kunnen bieden, en de be-
zittingen van deezen haat kloekmoedig te befchermen ,
offehoon in dien tyd, de voorsz. onderdrukkingen hand
over hand bleeven toeneemen.
Dat, de Kaatfche burgeren, intusfchen gezien heb-
bende , van hoe weinig invloed en uitwerking hunne
gedaane klagten by heeren Bewiudhebberen der Oos>
Indifcbe compagnie wasten geweest, en zich met geen
den minhen grond eenig beter fucces kunnende be-
looven ,indien zy zich ten dien einde wedeiötn by
welgemelde heeren Bewiudhebberen adresfeerden, eer-
biedig hebben vertrouwd, als nu hun recours te moeten
neemen tot uw hoog mog., welke het behuur der
Kaapfcke Colonie, aan de Oost-Indifche compagnie,
voorbehoudeus de Souvereiniteit van hoogt dezelve ,
hebbende overgelaaten, dus geenzints kunnen begree-
pen worden, aan de onderdrukte ingezetenen,wanneer
zy by de gemelde compagnie geen betaamlyk redres
zouden konnen erlangen , de toevlugt tot hoogst derzel-
ver Souvereine protectie te hebben afgefneeden;gelyk
dan ook de fupplianten door reprajfencsnten der dolee-
rende
C T43 )
rende burgerye aan Cabo de goede Hoop ten dien einde
behoorlyk zyn gequalificeert ,ingevolge hunne procuratie
van dato den 8ften maart 1785, waarvan, en van de
fiukken tot der fupplianten qualificatie verder relatief,
zy de vryheid neemen , copiën auihemicq benevens
deezen requeste aan uw hoog mog. te prasfenteeren,
met offerte, de origineelen, onder der fuppiiantei) pro-
cureur berustende, ter eerder requiütie te exhibeeren.
Dat de fupplianten zich mitsdien ter voldoening aan
hunne commisfie hebben voorgefield , om de gewigtige
redenen van bezwaar en klagten derKaapfche btirgeren ,
met bondige en overtuigende bewyzen geftaafd, onder
het oog van uw hoog mog. te brengen, en van
hocgstdezelven eene efficatieufe voorzienïnge te implo-
reeren , waardoor deeze Volkplanting tegen het eigen-
dunkelyk en despotiek beftaur van ’s compagnies die*
naaren voor altoos werde beveiligd, en alle reden van
klagten weggenomen, op dat alzo de rust en vrede met
den welvaart en bloei van een der aanzienlykfte Volk-
plantingen deezer Republiek moge herfteld en bevestigd
worden ; hoedanige voorzieninge de fupplianten vermee-
nen, van de allerhoogfie en allerdringendfte noodzaake*
iykheid te weezen, ten einde riet, de zo lang te ver-
geefs geklaagd hebbende burgeren tot wanhcop gebrsgc
zynde, daaruit gevolgen zouden kunnen voortvloeien,
die de confervatie eener zo gewichtige posfesfie voor
deezen ftaat allezims moeielyk en hagchelyk zouden
maaken,
en aan buitenlandfchèn invloed gelegenheid
zoude kunnen geeven ,om zich die omftandigheden ten
nutte te doen ftrekken.
Dat de fupplianten ten voorfchreeven einde, eene ge-
detailleerde memorie vervaardigen, en de vryheid zullen
neemen , dezelve met alle de bewyzen daartoe dienen-
den
C H4 )
de, EO draa mogelyk over te brengen ter tafel van owhoog. mog.| en aan hoogstderzelver naauwkeurig on-
derzoek op het nedrigfte te fubmitteeren ; doch dat,
vermits de fupplianten eerst een korten tyd geleden,
hier te lande zyn aangekomen , en het gewigt der zaa-
ken, welke daarby moeten worden verhandeld, eene
opzettelyke en naauwkeurige overweeging van de fup-
pliamen, en die van hunne raade vereischc, dezelve
noch niet in gereedheid heeft kunnen worden gebragt,
terwyl intusfchen de fupplianten geïnformeerd zynde,
dat de Vergaderinge van heeren Bewindhebberen der
Oost-Indifche compagnie, ter kamer van zeventhienen
gecomtnitteert, op gisteren te Amflerdam een aanvang
genomen heeft, niet zonder reden bedugt zyn, dat hee-
ren Bewindhebberen by die gelegenheid zouden mogen
disponneeren over den thans vaceerenden post van Inde-
pendent Fiscaal
,
en daardoor aan den burgerftaat, die
bezield is met het gegrond vertrouwen, dat uw hoogmog. by het onderzoek van hunne bezwaaren, zullen
bevinden, dat de gemelde bedieninge, zo en in dier-
voegen als dezelve is geconfticueert, redenen van regt-
matig beklag opleverd, een daadelyk grief zoude wor-
den toegebragt.
Dat de fupplianten voor het jegenswoordige, Hechts
de vryheid zulien neemen , van desaangaande te remar.
queeren, dat niet alleen de voornoemde Fiscaal , zich
aan eenig wangedrag in officio fchuldig maakende, uit
hoofde van deszelfs independentie, niet voor deRegee-
ringe van de Kaap , maar alleen voor het bewind hier
te lande, ter verantwoordinge kan worden geroepen,
maar dat hy boven dien zittinge en een concludeerenda
ftem hebbende , zo wel in den Politiquen Raad , als in
dien vanJuJlitie, en zeüs in het eerstgenoemde collegie
de
C 145 )
de derde, mitsgaders in het laarstgemelde de tweed*
perfoon in rang zynde , daardoor op beide die raadsver-
gaderingen een zo gewichtigen invloed heeft, dat zulks
niet dan van de allernadeeligfte gevolgen kan zyn in
zodanige zaaken, waarin dezelve, als waarneemendehet
regt der hooge Overheid, de direfte party van de aan»
geklaagde burgerye en ingezetenen is.
Dat het dus ook gemakkelyk te bezeffen is , dat het
eenen zo aanzienlyken Amptenaar, aan geene middelen
ontbreekt, maar dat hy doorgaans een genoegzaam cre-
diet heeft, om zich by de leden der hoog? collegiën
,
die alle zyne medebroederen in raade zynde, en boven
welken hy zelfs (uitgezonden alleen den Gouverneur en
Secunde,) in m2gt en aanzien verheven is, op allerlei
wyze te maintineeren,mitsgaders de ingezetenen, die
zich tegen zyne demarches by de hooge Regeering,of
fcy de collegien van JvJliiie, zouden mogen verzetten,
met verfmaading te doen afwyzen.
Dat daarenboven de gemelde bedieninge thans buiten
twyffel is geworden eene der Luculenfte, zo niet de
voordeeligfte der volkplantinge, aangezien aan dezelven
zeer veele’ voordeelen en profyten zyn geaccrocheerd:
dan welken , wel ingezien zynde , geenzints kunnen
worden befchouwd, als wettige en behoorlyke revenuen
en profyten, maar veelal als exaëtiën, die aan eene iuge-
floopene corrupteele en kwaade praëfcycq hunnen oor*
fprong verfchuldigt zyn.
Dat inzonderheid ook op hetovertuigendfte isgeblee-
ken, hoe de aart en natuur van eene bedieninge, die in
diervoegen is ingericht, de grootfte aanleidinge geeft
tot afperfingen, die in de colonie niet konden worden
belet noch tegen gegaan, uit de gehoudene conduite*
van de twee laatfle Independente Fiseaah , welke aan de
K w
C 14* )
ingezetenen de wettigde redenen hebben opgeleverd
om, zo by Bewindhebberen der Oost-Indifche compag-
nie, als by uw hoog mog. een gepaste en efficacieufe
voorziening te verzoeken ,het geen ten gevolge heeft
gehad , dat de ingezetenen der colonie met een zoda-
nigen afkeer en fchrik voor den gemelden Amptenaar
zyn aangedaan , dat eene vervullinge van denzelven
post, op zodanigen voet, als het dus verre heeft plaats
gehad, niet dan van de nadeeliglte gevolgen voor de
rust van de gemelde Volkplantinge zoude kunnen zyn,
hoewel het intusfchen allezints noodzaakelyk is, dat
ad interim , op de waarneeminge van de rechten der
hooge Overheid eene gepaste orde worde gefield, ge-
merkt het Fiscalaat thans werdVaargenomen door een
duufcher , genaamt gaeiuel exter, als foldaat
a ƒ 9 : : * Per maand in ’s compagnies dienst een zeer
korten tyd geleeden in de colonie zynde aangekomen,
die, offchoon der Nederlandfche taal en gewoontens
onkundig, «gter door den overledenen Fiscaal serr u-
rier tot het ampt van adjunft Fiicaal is éiigible ge-
houden en aangefteld.
Dat de fupplianten ook van den anderen kant zyn
geïnformeerd, dat reeds op den 25(ten mai van het voor-
leden jaar 1785, van wegens de Heeren Staaten van
Overys/èl, ter Vergadering van uw hoog mog. is
gedaan eene propoficie, (met welke de Heeren Gede-
puteerden van de Provinciën van Friesland en Utrecht
zich, op den iöden juny en i8den july 1785, refpedti-
ve'yk, op fpeciaale last van de Heeren Staaten hunne
Principaalen , hebben geconformeerd) onder andere ten*
deerende, om, hangende de verdere deliberatien over
de klagten tegen de generaale geodtroyeerde Oost-In-
difche compagnie deezer Janden, en derzelver dienaa-
ren.
ren , door eenige Kaapfche burgeren aan uw lïooa
moe. gpdaan,om de voorfehreeve deliberatiën van
vrucht te doen zyn ,aan Bewindbebberen der Oost-In-
diiche compagnie aan te fchryven,om zorg te draa'
gen,dat door ’s compagnies dienaaren niets worde on
dernotnen ,waardoor de voorfehreeve burgeren en in-
gezetenen zouden konnen geïrriteerd v/orden, maar dat
de rust en tranquiliteit aldaar worde geconferveerd: —
<
met requifide aan heeren Bewindbebberen,om , han-
gende uw hoog mog. deiiberatien , nietwes te refol.
veeren of te onderneemen, het geen de intentie van
hun hoog mog. tot onderzok der voorfehreeve klag.
ten, en het herfiel der ruste .zoude konnen infruétuëus
rnaaken;— waaróm zy fuppliamen , die de vryheid nee*
men voor deeze welmeenende propefitie de dankbaar-
heid voor hun en hunne committenten, op het nedrigsc
te betuigen , eerbiedig vertrouwen , deswegens te meer-
der grond te hebben, om van uw hoog mog. eene
gepaste provifionneele voorziening te mogen implo-
reeren,
Weshalven zo keeren de fupplianten zich tot uwhoog mog. ootmoediglyk verzoekende , dat het hoogst*
dezelve ,gr2cieufelyk moge behaagen, om aan de fup*
plianten, als gecommitteerden vandeklaagen te Kaapfche
fcurgerye, te permitteeren,om aan uw hoog mog.,
of indien zulks uwer hoogmog. welbehaagen mogte
zyn
,
('vermits den zeer grooten omfiag en het gewigt
der zaake) aan eenige heeren , daartoe uit het midden
van hoogstdezelven perfoonelyk te commicteeren , te
mogen prtefenceeren zodauige memorie of redenen van
doleance en bezwaar van den voorfchreeven burgerfraat
van Cabo de goede lloop , zo ten aanzien van de directie
van ’S compagnies Ministers in de gemelde coloniejals
K 2 tem
C 148 )
ten opzichte van de decifie, door de Bewindhebbers^
van de Oost-Indifche compagnie deezer landen ter Ver-
gadering van zevenchienen gecommitteerd, uitgebragc
op de hier boven gemelde klagten van den Kaapfchen
burgerftaat, by derzelver refolmie van den3den decent
ber 1783 ,en van het geen’ verder in het generaal de
belangens en het interest van de gemelde burgerye con-
ferneert, als zy zullen te raade worden ; met byvoegin*
ge van zodanige ftukken en bewyzen, als zy fupplian-
ten zullen vermeenen, daartoe te kunnen dienen, ten
einde, na dat al hetzelve door uw hoog mog. , of
door de heeren daartoe van wegens hoogstdezelve te
committeeren ,zal zyn onderzogt en geëxamineerd
,
daarop vervolgens by uw hoog mog. finaal worde
gedisponeerd, zo als naar bevind van zaaken, en hoogst-
derzelver wysheid en asquiteit, waaraan de fuppliauten
zich eerbiedigs! onderwerpen, ten meesten nutte der
voorfchreeve burgerye en ingezetenen zal worden ge-
oordeeld te behooren; en dat wyders uw hoog mog.aan de heeren Bewindhebberen der Oost-Indifche com-
pagnie, gecommitteerd ter Vergadering van Zeventhie-
nen, welke thans te Amflerdam word gehouden, gelie-
ven aan te fchryven,om de nodige zorg te drasgen, dat
door ’s compagnies dienaaren niets worde ondernomen
,
waardoor de burgeren en ingezetenen van de Kaap de
goede Hoop zouden konnen geïrrittecrd worden, maar
dat in tegeudeel de rust en tranquiliteit aldaar worde
geconferveerd.—• En om voorts hangende uw hoogmog. deliberatiën uietwes te refolveeren , ofte onder-
neemen,het geen de intentie van uw hoog mog. tot
onderzoek der klagten van den Kaapfchen burgerftaat
,
en het volkomen herftel der rust , zoude konnen in»
fruëtuëas maaken , en mitsdien ook tot den thans vacee-
ren*
C 149 )
renden post van Independent Fiscaal niemand aanftellen,
of daartoe reeds een perfoon geêligeerd zynde, aan
denzelven daarvan geene commisfie te verleenen, noch
denzelven in eed te neemen, maar alleenlyk het recht
der hooge Overheid ad interim , en tot zo lange door
uw hoog mog. daaromtrent nader zal zyn gerefol-
veerd, door een gefchikc perfoon te doen waarnee?
men.
(Onderftond.)
Het welk doende, enz.
(JVds getekend.)
j. ROOS,
J. H. REDELINGHUYS.
J. A. BRÏSLEK.M, H. VA N SOM, HENDXSZ.
Lt. K.
Extract, uit het register der
refolutien van de hoog mog.HEEREN STAATEN GENE*21 AAL DER VEREENIGDENEDERLANDEN.
Martis, den 4den april 1786.
Is ter vergaderinge geleezen , de requeste van jo.
HANNES ROOS, JOHANNES HEMKICUS REDK-
LINGHUYS en JOHANNES AUGUSTUS BRESLIJJvoor hun zelven en als gecommitteerden van de klaa-
gende burgerye van Cabo de goede Hoop', reprsfemee-
rende, dat enz,
K 3 (Ï8-
( 150 )
(Inferatur den irhoude van het request.)
Waarop gedelibereerd zynde, hebben de heeren ge-
deputeerden van de Provinciën van Holland en West-
vriesland , en Zeeland de voorfchreeve requeste copie^
lyk overgenomen ; om in den haaren breeder gecom-
municeerd te worden.
En is dien onverminderd goedgevonden en verftaan,
dat copie van de voorfchreeve requeste gefteld zal
worden, in handen van de gecommitteerde Bewindheb-
beren , uit de refpeftive kameren van de generaale
Nederlandfche geoéïroyeerde Oost-Indifche compagnie,
ter Vergaderinge van Zeventhienen binnen Antjlerdam
;
om derzelver bericht daarop ten fpoedigften aan hunhoog mog. telaaten toekomen: houdende inmiddels,
en tot het voorfchreeven bericht gezien ,dienaangaan»
de nader zal zyu gedisponeerd, alles, en in het by-
zonder met betrekking tot de aanftelling, of beëediging
van een Independent Fiscaal aan de Kaap de goede
Hoopt itt Jlaate en furcheance.
(Was geparagrapheerd.
Vt.
W. H. LOKMAN.
(Lager ftond , en was getekend.)
Accordeerd met voorsz. register.
H. FAGEL.
Lr. X*
( *5i )
Lt. L.
Extracten, uit het register d®r
refolutien , van de h o o g mog,
HEEREN STAATEN GENE-RAAL DER VEREENIGDENEDERLANDEN.
mercurii, den 25/len Mai 1785.
De heeren Gedeputeerden der Provincie van Overjs *
fel , hebben op expresfe last van de Heeren Staaten
hunne Principaalen, ter Vergaderinge voorgedraagen en
in bedenking gegeeven, of hun hoog mog., han*
gende de verdere deliberatien en klagten,tegen de ge-
neraale geoétroyeerde Oost-Indifche compagnie deezer
landen, en derzelver dienaaren, door eenige Kaapfcht
burgeren en ingezetenen , ter Vergaderinge van hunhoog mog. gedaan, en op den roden mai laatstleden
aldaar ingekomen , en by de refpe&ive Provinciën over-
genomen , om voorfchreeve deliberatien van vrucht te
doen zyn, niet by appoinclement op derzelver adres*
fen, zoude behooren re kennen te geeven,* dat hunhoog mog. genégen zyn, om zich op derzelver klag-
ten naauwkeurig te informeeren , en ten dien einde
van hun eisfchen, om ten fpoedigften aan hun hoogmog. te fpecificeeren , alle zodanige gegronde bezwaa.
ren, als zy tegen de direétie van de voorgemelde com-
pagnie, en derzelver dienaaren hebben, om die naar
behooren te konnen onderzoeken, en als dan daar in
en over, zodanige voorziening te doen, en dispofitie
te maaken,
als hun hoog mog. tot hertelling van
& 4 de
C J52 )
de rust, en tot wegneeminge van derzelver klagten, in
billykheid en Juflitie , zullen bevinden te behooren ;
onder niet te min ferieufe aanmaauing en recommanda»
tie, van zich ondertusfchen, in alle tranquiliteit, als
vreedzaame burgers en getrouwe ingezetenen betaamd
,
te gedraagen.
Dat voorts Bewindhebberen der Oost-Indifche com-
pagnie, behoorden te worden aangefchreeven ,om zorg©
te draagen , dat door ’s compagnies dienaaren, niets
worde ondernomen ,waardoor de voorfchreeve burge-
ren en ingezetenen zouden konnen gëirriteert worden
:
maar dat de rust en tranquiliteit aldaar worde geconfer-
veerd.
Dat ook intusfchen aan hun hooo mog. zullen
berichten , op welke convenable wyze , aan de voor-
fchreeve bezwaaren, van hunnentwegen zoude konnen
worden tegemoetgekomen, en dezelve weggenome»;
met eindelyke requifitie , om hangende hunnerhoog mog. deliberaiiën, vielwes te refolveeren of on-
derneemen , het geen' de intentie van hun hoogmog. tot onderzoek der voorfchreeve klagten, en het
herftel der rust, zoude konnen infruftuëus maaken.
Waarop gedelibereerd zynde,
is goedgevonden en
verftaan , mitsdien te verzoeken , de heeren Gedepu-
teerden van de Provinciën, welke zich op het voor-
fchreeven fujet, nog niet hebben verklaard, hun daar-
toe mede te willen bekwaamen.
Lt. M-
C 153 )
Lt. M.
Jovis, den i6den juny 1785.
J3 e heeren Gedeputeerden van de Provincie Utrecht ,
hebben ter vergaderinge voorgedraagen en bekend ge-
maakt, dat zy door de heeren Staaten hunne Principaa-
len , geauthorifeerd waaren , om zich te conformeeren ,
met de Propofitie door de heeren gedeputeerden van de
Provincie van Overysfel , op den 25(len mai laatstleden
,
ter Vergaderinge van hun hoog mog. gedaan, no-
pens de klagten, door de ingezetenen van de Kaap de
goede Hoop ,aan hun hoog mog. gedaan.
Waarop gedelibereerd zynde , is goedgevonden en
verdaan , mitsdien te verzoeken , de heeren Gedepu-
teerden van de Provinciën, welke zich op het voor*
fchreeve fujet nog niet hebben verklaard, hun daartoe
mede te willen bekwaamen
Accordeerd met de Copiën , geëxhibeerd
door den Procureur M. H. van son,hendsz.
Lt. N.
Lun^, den i8den july 1785.
De Heeren Gedeputeerden van de Provincie van
Vriesland , hebben ter Vergaderinge ingebragt en laaten
leezen, de refolutie, van de Heeren Staaten van hoog-
gemelde Provincie , hunne Principaalen , waarby dezelve
Zich conformeeren, met de voordracht, door de heeren
Gedeputeerden 9 van de Provincie van OverytfeJ, op
K 5 ex«
C 154 )
expresfe last van de HeerenStaacen hnnne Prindpaalen
,
op den 25ften mai laatstleden ter Vergaderinge vanhun ho
}og mog. gedaan, tendeerende, om van de
Kaapfcke burgeren en ingezetenen, hangende hun
hoog mog. deliberatien, over de zaak ten principaala
te requireeren , fpecifique opgaaf van hunne bezwaaren
tegen de generaale geoétroyeerdeOost-Indifche compag.
nie deezer landen, en derzelver dienaaren aan de Kaap}
volgende de voorfchreeven refolutie, hier na geïnfe-
reerd.
Geëxtraheerd , uit het refo-
lutie-boek der Ed. Mog. Heerea
Staaten van Vriesland.
n Door de Heeren Hun Ed. Mog. gecommitteerden
„ ter Generaliteit, ter kennisfe van dezelven gebragt
„ zynde, dat de heeren Gedeputeerden der Provincie
„ Overysfel , op expresfe last van de heeren Staaten
„ hunne Prindpaalen , ter Vergaderinge hadden voorge-
„ draagen en in bedenkinge gegeeven : of hun hoog„ mog. hangende de deliheratiën en klagten, tegen de
„ generaale geoftroyeerde compagnie deezer landen ,
M en derzelver dienaaren, door eenige Kaapfche bnrge-
„ ren en ingezetenen , ter vergaderinge van hun hoog„ MO g. gedaan, en op den i 8den april aldaar ingeko-
,men, en by de refpeftive Provinciën overgenomen,
„ om voorfchreeve deliberatien van vrugt te doen zyn
,
„ niet by appoinftement op derzelver adresfen , zouden
„ behooren te kennen te geeven ; dat hun hoog
„ mog. genegen waaren, om zich op alle derzelver
>, klag
( J5S )
„ klagten na&uwkeurig te informeeren, en ten dien einde
„van hun eisfchen , om ten fpoedigften aan hun„hoog mog. te fpecificeeren , alle zodanige gegron-
„ de bezwaaren, als zy tegen de diredtie van de voor-
„ melde compagnie en derzelver dienaaren hadden ; om
„ die naar behooren te bonnen onderzoeken , en alsdan
„ daarin en over , zodanige voorzieninge te doen en
„ dispofitie te maaken ,als hun hoog mog. tot her-
„ Helling van de rust, en tot wegneeminge van derzel-
„ ver klagten , in billykheid en Juftitie zouden bevinden
„ te behooren; onder n:
et te min ferieufe aanmaaning
„ en recommandatie ,van zich ondertusfchen , in alle
„ tranquiliteit ,als vreedzaame burgeren en ingezetenen
„ betaamd, te gedraagen.
,, Dat voorts de Bewindhebberen der Oost-Indifche
„ compagnie behoorden te worden aangefchreeven ,om
,, zorge te draagen, dat door ’s compagnies dienaaren
„ niets worde ondernomen, waardoor de voorfchreeve
„ burgeren en ingezetenen zouden konnen worden geir-
„ riteerd;maar dat de ruste en tranquiliteit aldaar worde
„ geconferveeid.
„ Dat ook intusfchen aan hun hoog mog. zouden
v berichten , op welke convenable wyze aan de voor*
„ fchreeve bezwaaren, van hunnent-wegen zoude kon,
„ nen worden te gemoet gekomen, en dezelve wegge.
„ nomen; met eindelyke requifitie, om .hangende hun
„ hoog mog. deliberatien nieiwes te refolveeren of te
n onderneemen ,het geene de intentie van hun hoog
„ m o g. , tot onderzoek der voorfchreeve klagten, en
„ het herftel der ruste zoude konnen infruftuëus maa-
„ ken. Waarop gedelibereerd zynde , is goedgevonden
j3 ea verihan , de heeren gecommitteerden voorsz. te
ge-
C 15« )
„ gelasten , zich met de opgemelde propofitie der hee*
i, ren Staaten van Overys/è
l
te conformeeren.
„ En zal extraft deezes aan gedachte Gecommitteer-
„ den gezonden worden, om zich daarna te gedraagen.
„ (Onderjlond.) Aldus gerefolveerd op het Landfchaps-
„ huis,
den i3den july 1785. {Lager.) Accordeert
„ met voorsz. boek, in kennisfe van my. {JVai gete-
„ kend J. van idsinga.”
Waarop gedelibereerd zynde, is goedgevonden en
verftaan, mits deezen te verzoeken, de heeren Gede-
puteerden van de Provinciën, welke zich op het voor-
fchreeven fujet nog niet hebben verklaard, hun daartoe
mede te willen bekwaamen.
Accordeerd met de copie hiervan, geëx-
hibeerd door den Procureur m. h» vanson, hendksz.
Lt. O.
Extract van eenen brieft ge-
fchreeven door den Procureur
MAT TH YS HENDRIK VANson HENDRiKzooN, aan de re.
prEefentanten der burgerye van de
Kaap de goede Hoop , en gedagte-
kend, ’sHagc den 3den july 1786.
Ik hoop enz.
Door de heeren roos,redelinghuys en bres-
ler, zullen UWEd. verflag bekomen hebben, van het
geene ’er zedert is voorgevallen, byzonder welken ver-
keer-
( 1 57 )
keerden rol, de heer bergh gefpeeld heeft, waardoor
hy zich de verachting van ond, en de geheele waereld
heeft op den hals gehaald. Wy vertrouwen dat de ver.
richtingen der gemelde drie heeren, om hem berghzyne commisfie op te zeggen, allezints zal geappro-
beerd worden.
UWEd. zullen ook verftaan hebben, dat op last van
hun hoog mog. alle de Hukken, de Kaap concer-
necrende,gedrukt worden; doch gelyk alle deeze Huk-
ken van een magtige omflag zyn , en dat ’er in deezen
tyd zeer veel werk op ’s lands drubkerye is, zyn alle
dezelve nog niet afgedrukt, en daarna hebben wy ook
gemeend te moeten wachten, om in orde te werk te
kunnen gaan; maar eene bekomene informatie, omtrent
de eleftie van een ander Independent Fiscaal, heeft aan*
leiding gegeeven, tot het eerder indienen der requeste,
waarop de refo'utie van den 4den april jongstleden is
gevolgd, welken aan U by duplicaat, door gemelde
drie heeren is toegezonden,
Zedert is het bericht van de compagnie ingekomen,
waarby het rapport van den heer breton gevoegd
was; ’t geene U mede zal geworden zyn. Noch het
een, noch het ander, heeft in de provifionneele fur-
cheance eeuige verandering gemaakt; en ik kan U zelfs
zeggen, dat het voorfchr. rapport, ’t welke in de cou-
ranten, was medegedeeld, geene nadeelige uitwerking
heeft gedaan, nadien het zich zei ven refuteerde, enz.
Wy hebben de gepasfeerde week , met bun , of veel
met de heeren redelinghuys en bresler, ver-
fcheide befoignes gehouden,
over het inrichten eener
memorie aan heeren gedeputeerden van de Staaten van
Holland; fpeciaal, om het bericht der vergaderinge van
zeventienen kragtelooa te tnaaken , en verder alle geloof
aan
( 153 )
aan *t rapport te beneemen: zo draa dit (luk af is, zul-
len wy de heeren uwe gecommitteerden in ftaat Hellen,
om U daarvan eeu affchrift te zenden.
Uit deeze Haaltjes zullen UWEd. , en den burgerftaat
by provifie konnen oordeelen, hoe wy het werk aan-
gevat, en welk plan wy ons voorgefteld hebben, enz,
enz. enz.
L. P.
Brief, gefchreeven door de ge-
volmagtigden der burgerye van
de Kaap de goede Hoop , aan der-
zelver committenten en lastgee»
vers aldaar.
Aan de heeren chris tiaaan geör*
CE MAASDORP, GERRIT HENDRIKMEYER, HENDRIK PIETER WAR-
NECKE, JOHANNNES ALBERTUS
MYBURGH, JOHANES DE VILLIERS
IPZ ,JOHANNES CASPARUS GROE.
UEWALD, PHILIPPUS ALRERTUSMYBURGH, HENDRIK LOUW, HIL-
legard muller en johannes
ALBERTUS HOLSTHAUZEN, als alge.
meene reprtefentanten ,der klaagende, en
by hun hoog m o g. om redres verzoe-
kende burgerye , van de Kaap de goede
Hoop.
Wel Edele Heeren
!
Door uwe ouplichtmaatige direftie in de zaake uwer
committenten , en de daar uit voortvloeiende mishan-
del
( 159 )
delingen aan onze perfoonen , worden wy genood*
zaakt, om onder ’t couvert van eenige vertrouwde deel-
neemeren, U deezen noodzaakelyken brief toe te zen-
den , inhoudende een verflag van eene befoigne, gehou-
den tusfchen ons, en een onzer practifyns, de heer
VITRI NGA.
Dan, eer wy tot het kort verhaal, daarvan treeden,
moeten wy vooraf zeggen, dat wy, (ó fchandeJJ van
den 28ften november ’s voorleden jaars, door geldge-
brek , veroorzaakt door uw bellier , niet zyn in Haat
geweest, een enkele reize naar 'sHage te doen,* en de
bewustheid van deezen onzen toelland, zal waarfchyn*
lyk aanleiding gegeeven hebben, tot het doen der reize
van voormelden heer advocaat: want de heeren onze
practifyns konnen gemakkelyk te weeten krygen , hoe
fchandelyk wy door ö behandeld woiden, om dat on*
zen toelland de geheele Republiek door, meer dan te
bekend is.
Het was dan op den i/den deczer, dat de beer vi-
tringa, naar een voorafgegaan verzoek, tot het hou-
den eener noodzaakelyke befoigne, by ons, aan ons
logement kwam. De eerlle natuurlyke vraag, welke
zyn Ed. moest doen, was deeze: IVat 'er van de zaak
waare, daar wy zedert een geruimen tyd, niet in den
Haag geweest waaren ? wat zouden wy hierop ant-
woorden, daar de eere der burgerye ons aan ’t harte
lag? wy ontdekten zyn Ed., dat wy van U nog
geene approbatie op ’t ontllag van den fchandelyken
bergh hadden; dat wy als een gevolg daarvan, ook
noch geene goedkeuring hadden, op ons voorloopig re»
quest aan hun hoog hog. ; dat wy echter de deel-
neemende burgerye onfchuldig hielden ,aan zulk eene
behandeling; dat wy daarvoor bewyzen in handen had-
dea 3
C 160 )
den , welke ons dicteerden , dat de reprafentanteü
,
onze en hunne verrichtingen voor de deelneemende
burgerye bedekt hielden; doch dat wy onze committen-
ten aangemaand hadden ,om in dit alles , ten fpoedig-
ften te voorzien; dat wy ook vertrouwden , dat de bur-
gerye , ten eerden zoude defereeren,aan dit ons ver-
zoek ; en vooral ,om de heer h. p. warnecke , als
directeur van ’t fchryfwerk, en der verrichtingen van ’t
commitcée te noodzaaken, tot een plichtmaatig gedrag
;
en laatsteiyk, hoe dat wy uit veele bewyzen konden
opmaaken, dat de gemelde heer warnecke, toege»
daan waare, de partye van den verachtelyken bergh.—
-
Dit verflag had ten gevolge, dat de heer advocaat,
na zyne verwondering te hebben laaten blyken, over ’t
een en ’t ander, en voornamelyk over uwe ftilzwygen-
heid,ten opzichte van ’t ontflag van den meergemeldea
bergh; ’t request aan hun hoog mo g. , en de
memorie aan de Ed. Mog. heeren Comroisfarisfen, ons
recommandeerde, om U op nieuw aan te raaden, om
ons op alle zaaken, waarover wy U gefchreeven heb-
ben, en voornamelyk op de drie bovengemelde artike-
len, ten eerden, en behoorlyk te antwoorden; mitsga-
ders de gehouden directie, zo wel van heeren practiiyns
als van ons, goed te keuren : en dit wel in zodanige
uitgebreide termen,
dat het zal konnen vertoond wor-
den ,daar het behoord ; met deeze declaratie, dat zo
lange UWEd. daarmede traineerden ,’er in de zaake der
burgerye, niets zoude, noch konde gedaan worden.
Dcrhalven fchryven wy U by deezen weder aan, o<n
ons , op alle onze brieven, berichten, verzoeken etc., welkt
wy aihier weder voor getnfereerd houden , ten fpoedigjien
en behoorlyk te antwoorden
;
terwyl wy daarby declaree-
ien , dat wy de vertraaging der voortzetting van de
zaa°
C 161 )
zaake uwer committenten,houden , als veroorzaakt
door uw beftier,- waar door dus notoir de kosten, vaU
lende op eene zodanige vertraaging, konnen en mogen
gebragt worden, tot uwe fpeciaale rekeninge en verant-
woordinge.
Intusfchen hebben wy aan deezen brief etc/
En na de geheele burgerye in ’s Hemels protectie, te
hebben aanbevolen, zo noemen wy ons (Onderftond.)
Wel Edele Heeren! (Lager .) UWEd. Ow. dienaaren.
('Getekend.) ]. roos, j. h. redelinghuys, J. a.
breslek. (Ter zyde.) Amfterdam , den 2often au-
gustus, 1787.
Lt. Q. en R.
Extracten van twee brieven ,
gefchreeven in ’sHage, door den
Procureur mat TH ys hendrikvan son hexdrtksz.
,
aan dere-
prasfentanten der burgerye van de
Kaap de goede Hoop, en gedagte-
kend, de eerfte, den I3 den decem-
ber 1787 ,en de volgende, den
3
1
ften july 1788.
X't. q.
Ik heb, enz,-—— Maar geenen uwer brieven iets
wezenlyks inhoudende, heb ik noch de heeren Advo=
caaten daarvan eenig gebruik konnen maaken: en gelyk
L da
C ifo )
de heeren roos, redelinghuys en bresler,
ons by herhaaling hebben betuigd,dat zy allen even
verdrietig waaren, dat het meest nodige aan hun, op
derzelver inftruóUen niet wierd toegezonden ,enzydaar
door buiten ftaat waaren , om ons op diverfe refpeften
,
de meest veteischte informatien , tegen de allegatiën
van Bewiudhebberen te geeven,- zyn onze handen
daar door ooit gebonden geworden.
My dunkt dat niemand uwer kan twyffelen, aan de
flechtheid der rol, door den mede- gecommitteerde
bergh gefpeeld ; die niet minder dan een verraader
zyner principaalen is geworden : onbegrijpelyk is het
my toegefcheenen ,dat men zulken gevaarleken apostel,
herwaards heeft gezonden.
De braafheid der drie andere gecommitteerden is bui*
ten allen twyffel by ons gefteld, en wy hoopen datdee-
ze heeren, eerlang, die papieren van U zullen ontvan-
gen, die zy van U hebben gerequireerd.
Alles wat de Compagnie heeft overgegeeven.zalulie-
den uit de gedrukte Itukken gebleeken zyn. Myn zoon
had zich veel moeite gegeeven , uit al dat opereufe de
kern op te neemen ;maar zyne ziekte en opgevolgde dood,
heeft die werk geftaakt. De heeren bollard en vi-
tri N ga, zullen het vervolgen, en van uwe braave
gecommitteerden overneemen , het geene zylieden be-
werkt hebben ; dog het principaale moeten wy van uwehanden wachten. Enz.
Lt. R.
jLLene zekere gelegenheid daar zynde, enz.
Zeden mynen laatften is de furcheance van ’evoorige
jaar
C I<S3 )
jaar opgeheeven, en ’er is een Independent Fiscaal be-
noemd; daar tegen was in dit faifoen niet te doen, en
wy moeten verdrietig (lil zitten, om dat ons geene in-
formatiè'n, omtrent de gedrukte (lukken, die te meer-
maaien zyn overgezonden, worden bezorgd, tk bid u
myne heeren! leverd aan de heerennoos en rede.
X.INGHUYS beboorlyke wapenen , en genoegzaamen
onderftand, om zich te maintineeren , en ons in (laat te
(lellen, om met eer en reputatie, het begonnen werkte
voltooien. Zonder amunitie kan geen Veldheer iets doen
;
en zonder voldoende bevvyzen kan een praéïifyn het
recht zyner meesters niet (laaven of vervolgen.
Wy zien wei , dat liet wit thans moeielyker zal ge-
troffen werden, maar daar uwe zaak rechtvaardig is,
moet den moed niet verlooren geraaken. Het werk is
voor uw allen van te groot belang, om dezelve hoope-
loos op te geeven. Met bedaardheid en discretie, mag
elk onderdaan, vooral eene geheele burgerye zynebur-
gerlyke vryheid reclameeren; dit kan een billyk Souve.
rein nooit verveeien ; zyn oor moet altoos voor het re-
delyk beklag zyner onderhoorigen, open blyven. Nie-
mand rigce zich ondertusfehen zelve; — daarvan fmaa*
ken wy alhier de bitterfte vruchten, terwyl ons vader-
land zucht, onder de gevolgen der wreedfte verdeeld;
lieden, enz.
C 164 )
Lt. S.
Brief, gefchreeven door degevol-
magtigden der klaagende burgerye
,
van de Kaap de goede Hoop ,aan
vyf leden van derzelver comtnit-
ten en lastgeevers aldaar.
Aan de heeren christiaan geör-
GE MAASDORÏ, GERRXT HENDRIKÏIEYER, HENDRIK LOUW, HEN-
DRIK PIETER WARNECKE EN HE-TER van breda, aan de Kaap dc
goede Hoop.
WEL EDELE HEEU.EN!
Irïet is niet, dan met tegenzin, dat wy ons verledi-
gen moeten, om uwen brief van den I4den februiry
laatstleden, dien wy ontvangen hebben, behoorlyk te
beantwoorden, gezien de moeite, welke wy ons gee*
ven moeten, om ’er den waaren zin van te bevatten;
na dezelve echter geleezen, en herleezen te hebben,
fchynd het ons toe, datUWEd. hebben willen zeggen :
,, Dat door u ontvangen zyn, de exemplaaren der
klagten en verantwoordingen. Dat UIVEd. zich
echter verwonderen, dat wy daarnevens niet gevoegd
hebben, eenen brief, waarin wy naar uwe meeninghad.
den moeten openleggen, op welk eene wyze die boeken
in de waereld gekomen zyn. •— Dat wanneer wy dit
verricht hadden, door u zekere maatregelen,(die even-
wel
t i‘^5 )
wel niet genoemd worden) zouden genomen zyn.—Maar terwyl UWEd. niet weeien, op welk eene wyfe
die boeken het daglicht zien” .... hier word het be»
fluitend gedeelte uwer rede afgebroken,waarom wy de
vryheid zouden mogen neemen, om te gisfen, wat al-
hier in de penne gebleeven zy.
„ Dat UWEd. zich noch fterker moeten verwonde-
ren ,dat wy u dit niet omjlandig bericht hebben ; als
mede, of die boeken aan de burgerye gezonden zyn
ter rondleezinge, dan wel tot eenig ander gebruik, —wanneer UWEd. overweegen, dat wy niet hebben na-
gelaaten, om geftadig aan de deelneemende burgerye
te klaagen ,over ’t geldgebrek , waaiïn de commisfie
zich door uwe direétie bevind; en dit wel voorname*
lyk door middel van brieven, die wy aan de burgerye
gezonden hebben; en die, hoewel onnut genoemd, nog
echter iets eigenfchappelyks toegefchreeven word, na*
melyk,om onze medeburgeren te konnen doen oordee-
len van ’t befrier, welk UWEd. zich buiten hunne ken*
Kisfe veroorlooven.” —„ Dat UWEd. oudemisfchen (dog dit flryd met het
bovengemelde, alwaar ’t geldgebrek erkend word) niet
bevroeden konnen, waar dat dit geldgebrek uit ontftaat;
want dat het geene, wy tot noch toe verrigt hebben,
te gering is, om equivalent te konnen zyn, met de
enorme fotn van negen duizend ryksdaalders , welke reeds
san ons zoude overgemaakt weezen. — Dat wanneer
diergelyke kleene fchriftuuren zo vreeslyk veel kosten
,
UWEd. van oordeel zouden zyn, dat wy, (die helaas
I
met den naam van kostbaare broeders doorubeftempeld
worden) in tyds te rugge kwaamen, om den ondergang
van een gantsch land voortekoomen ;’t welk geruïneerd
L 3 zou-
( 166 )
«oude koenen worden, door eene verkeerde adminiftra»
tie, enkel ingericht, zo als UWEd. zich zindelyk uic
drukken, om ons zelven ver te mesten.”
„ Dat, terwyl vvy rteecls rterk voortgaan, met heeren
repitefentanten by de dcelneetnende burgerye te beha-
gen.wegens bunne fiegte dirediie
,(’t geene evenwel
naar uw gevoelen niet zoude konnen beweezen wor-
den) UWEd. ons met allen nadruk waarfchouwen, omons te onthouden van het fchryven zulker inpertinente
brieven als welken wy ul. gezonden hebben ; immers
zo wy niet willen verdienen , de verontwaardiging van
u, en van de gantfche burgerye.”
,, En eindelyk, dat het geene wy u ten opzichte
eener flechte direélie verwyten, met meerder grond, op
ons zelven zoude konnen toegepast worden , aangezien
wy naar uwe opinie niet vreedelievend leeven; of niet
naarkomen onze diere verplichtingen jegens reprrefea-
tauten. &c.”
Dit is naar onze meening de zin van uwen verwarden
brief, die daarenboven ook niets ter zaake beantwoord
van het geene, door u moest beiintwoord zyn gewor-
den wilden UWEd. niet op de onbetwistbaarrte wyze
bekrachtigen, al het geene , ten uwen laste, aangaande
uw flecht bellier,
zo herhaaldelyk , als piinftu'èel ge-
fchreeven is Laaten wy derhalven, ten betooge
van de waarheid deezer aanmerkinge uwen brief beatu-
den, zo veel ons doenlyk zal zyn.
Ten opzichte dan in de eerlte plaats,dat UWEd. niet
weeten, hoe de overgezondene gedrukte (lukken in de
waereld gekomen zyn , daaromtrent bidden wy u , van
te willen leezen en herleezen eenige onzer brieven, en
Yopruaamelyk die van den gorten oftober 1785, alwaar
» wy
( ^7 )i
wy zeggen: „Ook hadden die heeren (*) de goedheid,
„ ons te communiceeren , eene refolmie van den Sou-
„ verein ,tendeerende , om alle de ftukken welke eeni.
„ ge betrekkinge hebben, tot der burgeren klagten,
„ Cen welke voor eenige dagen door hunhoog m o g.
,, van de compagnie, naar condemnatie zyn ontvangen)
„ te laaten drukken ter fecretarye of ter griffie vanHUN„HooGMoo. door welk gunftig befluit, deburgerye,
„ gelyk de heer van son ons verzekerde, ten min-
„ ften , een duizend ducaaten, is befpaard geworden
,
„ aangezien de groote menigte dier papieren , en waar-
„ van hunne hoog Edelhedem ons beloofd hebben eo-
„ piën te zullen doen erlangen.” Leest insgelyks bid-
den wy u, den brief van den i8den november daar-
aanvolgende. - Leest noch daarenboven den brief
van de heer Procureur van son, gedateert den 3den
july 1786 ,alwaar zyn Ed. u woordelyk dit bericht
geeft: „UWEd. zullen ook verftaan hebben,” (name-
lyk door onsj „ dat op last van hun hoog mog. alle
,, de ftukken de Kaap concerneerende gedrukt wor-
„ den; doch gelyk alle deeze ftukken van een magtigea
„ omflag zyn, en dat in deezen tyd, zeer veel werk
„ op ’s lands drukkerye is , zyn alle dezelve noch niet
„ afgedrukt, en daarna hebben wy ook gemeend te
„ moeten wachten ,om in orde te werk te konnen
„ gaan.”
Hoe is het derhalven mogelyk , zouden wy hier kon-
nen vraagen, dat UWEd. zich gedraagen, als zo vol.
ftrekt onkundig van de komst deezer ftukken indewae-
reld? "" — hoe hebben UWEd. het toch durven waa-
gen, om ons deswegens verwytingen te doen, zo zeer
(*) Eenige leden der haoge Regeeringe.
L o
van
C I«8 )
van allen grond ontbloot? —— eene handelwys, zo
zeer ter kwaader trouwe ingericht, kon immers geen
ander gevolg hebben, dan te moeten ürekken, tot uwe
eigene fcbande ! want daar wy u overvloediglyk ge-
fchreeven hebben, daar zelfs de heer van son zich
verledigd heeft, u te fchryven hoe die Hukken in 't licht
Honden te komen, betichten UWEd. ons immers op
eene onwaarachtige wyze! — of moesten wy dien deun
in eiken brief ten uwen plai fiere opgezongen hebben?
—
waarlyk, geen bedryf van menfchen, dien wy onder*
Hellen moeten, by hunne zinnen te weezen! — Dan,
waartoe alle die overtollige redenen, om u van uwe
dwaasheid te overtuigen; hier diend ernftiger gefproken
te worden. Zo UWEd. met draaiëryen ter baane willen
komen ,wacht u dan voor zulke onbefchaamde tegen-
firydigheden; — begaat dan niet de blykbaarfte onge-
reimdheden ; want dus doende, hebben UWEd. 'er geen
eer van!— Men moet, om ongeHrafc ter kwaader trou*
we te kunnen handelen, meerder eenflemtnigheid ,— <
meerder gelykheid betoonen in zyne handelingen, dat is;
zo als een onzer partyen eens beweerde: met moet een
'pug om den arm houden , om niet betrapt te worden op
eene bewysbaare fchelmery !——
En wat aangaat het piotzeling afbreeken uwer reden ,
oumiddelyk volgende op uw onbifyk verwyc, daarom-
ttert gisfen wy, dat UWEd. op de woorden , maar nuwy
niet weeten aan te toonen,hoe die boeken in de IVaereld
gekomen zyn, hadden kunnen laaten volgen :2a hebben wy
niet goedgevonden , dezelve op eene behoorlyke wyze, aan
de deeJneemende burgerye af te geeven. Wy willen
niet vooronderfiellen, dat dit ’er de waare meening van
geweest zy; doch UWEd. hebben eensdeels door uw
ftilzvvygeu dienaangaande , en anderdeels, door uw aan-
Ci*9)
genomen manier van handelen in de zaak uwer commit-
tenten ,aan ons de vryheid gelaaten om ’er het ergfte
van te gisfen. Zo derhalven onze gisfing gegrond waa-
re, zo zouden wy u zeer vriendeiyk verzoeken, om dit
uw goedvinden ,hoe eerder hoe liever te verhelpen, met
aan de burgeren, welke in deeze lascerlyke verantwoor-
dingen van ’s compagnies dienaaren betrokken zyn ,
tegen fchriftelyk bewys, die boeken te leenen ; op dac
zy onwaaren mogen, wat zy te verwachten hebben van
hunne fchynvrienden ; — gelyk zulks aan u heer war*KtCKE ,
ferieus genoeg verzogt wierd in eenen brief
van den i4den mai 1787, doch van welke gy u, op
eene verachtelyke wyze onkundig houd.
Onderiusfchen zouden wy den brabbelenden fchryver
van uwen brief, indien hy aan ons bekend waare, niet
minder kunnen verzoeken, om zich in ’t vervolg beter
te willen laaten onderrechten van uwe meninge; want
dit niet gefchiedende , zuilen wy altyd het ongeluk heb*
ben, van uwe brieven opgevuld te zien, met onzin en
wartaal. Ten bewyze hiervan moet dienen, het onver*
ftaanbaare van dat gedeelte van ’t bovengemeld verwyt
,
waarin word te kennen gegeeven ,dat wy u niet hebben
gelieven te melden, tot wat einde de meergemelde boe-
ken naar de Kaap gezonden zyn, ter rondleezing en
speculatie ,dan wel tot eenig ander gebruik. — In goe-
den ernst wel edele heeren\ wat is ’er met deeze periode
bedoeld? — zouden UWEd. ook eenig ander gebruik
van deeze Hukken konnen uitdenken, dan dat van ze
te leezen? — wy weeten niet in hoe verre UWEd. ten
deezen aanzien verlicht zyn,— maar dit weeten wy,
dat wanneer UWEd. na die lasterlyke verantwoordin-
gen noch verblyven willen in ’t denkbeeld, dat derzel-
ver fchryvers uwe vrienden konnen zyn, wy dan moe-
L 5 ten
C 170 )
ten beginnen te wanboopen, van u ooit tot bet recht
gebruik uwer zintuigen te zullen brengen 1— Wyzyn echter niet van oordeel, dat deswegens kostbaare
procedures moeten begonnen worden; neen: maar wybegrypen, dat UWEd. daar tegen hoe eerder hoe liever
moeten inwinnen,welingerichte verklaaringen ;
-
dan, hiervan nader in den brief bierby gevoegd, en
geadresfeerd aan ’t geheele coiiegïe van reprsfentauten.
Uwe groote verwondering over ons bedryf, van ons
aan de burgerye te durven adresfeeren, wegens uwe di-
rectie, en bepaaldelyk over ’t geld gebrek, waarin de
commisfie gelaaten werd, konnen wy niet vreemd vin-
den, als wy in aanmerking neemen, hoe natuurlyk het
zy dat UWEd. gewenscht hebben, dat wy nimmer uwbellier aan ’t daglicht bragten; gaarne willen wygelooven
,dat UWEd. niets liever verlangd hebben,
dan om ongehoord, uwe oogmerken, zo in ’t duister
te vo’voeren !
’t Is daarom, dat aan u onze manier var. handelen,
van ons aan de burgerye zelve te vervoegen , mïshaa.
gen moet, en niet, zo als UWEd. de onbefchaamd-
heid hebben, van ons op te dringen, als hadden wy
daarmede niets anders bedoeld, dan twist en twee-
dracht te ilooken.
Den angst welken UWEd. in deeze periode, zo dui*
delyk laaten blyken, bewyst dit genoegzaam; en ook,
hoe dat onze pocgingen, om u in uwe waare gedaante
aau de burgerye te vertoonen , niet vruchteloos geweest
zyn, Zo wy ons hierin niet vergisfen ,leerd dan
hieruit: dat ƒchandelyke daaden, vroeg of laat , ééns
haare belooning vinden .
Ook vinden wy niet vreemd, dat UWEd. zich ge-
laaten, als niet te konnen bezeffen, waar dat het ge-
inen-
C )
meutionneerd geld gebrek uit omftaat; want wy begry*
peu zeer wel, dat UVVEd. zulk eene vertooninge van
onnozelheid moesten tnaaken, wilden UWEd. den
fchandelyken rol uwer huicbelarye volmaakt uitfpee-
len:—- doch geloofc ons, zo veel te erger voor uwe
reputatie, en alles wat u dierbaar zy! —Uw fchrander advis , inhoudende, dat wanneer zoda-
nige kleene lekriftunren , als wy in de waereld gebragt
en geprajfenteerd hebben ,zo enorme veel kosten ,
UWEd. van oordeel zouden zyn , dat zulke kostbaare
broeders, als wy helaas zyn! intyds te rugge kvvaamen
enz., — zullen wy eeniglyk voor eene notificatie van
uw byzonder gevoelen aanneemen, uit aanmerkinge,
dat de inégaliteit der tekeninge van uwen brief ons
groote reden geeft, om vast teftellen, dar het ’er zeer
verre van af is, dat dit ook de meening zoude zyn, van
het meerder-tal uwer mede repimfeutanten, die uwen
brief niet ondertekend hebben,— en ’t geene by ons
wel het zwaarfie zoude weegen , van de geheele deel-
neemende burgerye :-— want wy meenen zorge gedraa.
gen te hebben, om haar in tyds te informeeren, waar-
aan de vertraaging haarer zaake, en de kosten daarop
loopende, zouden te wyten zyn. te weeten, aan uw’
eervergeetene direftie, articulatief opengelegt in ver-
icheide onzer brieven. —Dat UWEd. zich daarom zo fterk tegen onze zo-
genaamde vetmesterye declareeren , als UWEd. doen,
verwonderd ons ook niet, als wy ons reprsefenteeren
uw delicaat charafter.
Doch om ondertusfchen ook ééns, een ernfh'g woord
cp dit artikel te zeggen , zo vraagen wy, of het u
ontgaan zy,dat ’er eene conventie plaats grypt tusfchea
de reprtefentanten der burgerye aan de eene, en ons,
. als
C 172 )
als derzelver gecommitteerders aan de andere zyde, In-
houdende, dat zy zich op de plechtigfte wyze verbin-
den, om aan ons, onze vastgeftelde jaargelden, als
mede de kosten aan praftifyns enz., zonder eenig re-
tardement, jaarlyksch, en vry en onbezwaard te remit-
teeren? Wy vraagen ook noch, dat wanneer dit
verdrach eerlyk door u waare vervuld geworden, of
men ons dan ooit met eenige redelykheid, zoude heb-
ben konnen te laste leggen,
dat wy ons hadden vet ge-
mest, (om ons van uwe vuile expresfie te bedienen)
met het zweet en bloed onzer mede burgeren ?— Doch
waartoe deeze vraagen te doen?— want daar UWEd.ons diergelyke verwytingen doen, terwyl dit verdrag
niet door u bevestigd, maar onvervuld gelaaten werd,
waardoor het dus van zelve fpreekt, dat wy niet in ’t
geval zyn, van ons op eene zogenaamde wyze te kon-
nen vetmesten , indien wy sl dit vuil oogmerk had-
den ,— zo zouden wy niet minder dan verbaasd moeten
zyn , over uwe verregaande onbefcheidenheid ,indien
wy van u, niet alles verwagteden, dat laag moge ge-;
noemd worden. —
—
Wat uwe nadrukkelyke waarfchouwing betreft, om
ons te onthouden van onze wyze van fchry ven , zo wy
niet uwe verontwaardiging , als mede die van deburgerye
willen verdienen, daarop dieud tot antwoord: dat wy
ons altyd zullen trachten waardig te maaken ,de ach-
ting van ’t lichaam der redres-verzoekende burgerye
;
en wel bepaaldeiyk ,met ieder eerlyk lid van datbraave
corps te inftrueeren , van uwe oneerlyke direftie, en
verachtelyke oogmerken. Wy bedienen ons ook
daarom van de gelegenheid die ons gegeeven werd, om
u te zeggen, dat wat belangt, uwe achting ,— of uwe
verontwaardiging ,wy de eene niet verlangen ,
en de an-
dere
C 173 )
dere niet vreezen
;
— wart het is eene abfurditeit, zich
van uwe achting te willen verzekeren ,daar UWEd.
geen’ eerlyke lieden waardeeren konnen ,om dat uwe
oogmerken flecht zyn !•— en uwe verontwaardiging kan
ons niet fchaaden, om dat wy vertrouwen, dat uwe
oogmerken ,door de weldenkende burgerye zullen ge-
breideld worden. —En laatstelyk, wat aangaat uwe befchuldiging dat
wy niet nakomen onze verplichtingen jegens reprsefen-
tanten, dezelve zullen wy thans niet refuteeren, omdat wy uwen verwarden brief niet anders, als particu-
lier befchouwen; gezien dezelve niet eens, door het
meerder-tal van ’t collegie der reprtefentanten is gete-
kend geworden;— maar wy zullen dezelve rescontree-
ren in eenen brief, welken wy aan ’t gemelde collegie
adresfeeren , en hiernevens voegen zullen. Hebben mis-
fchien de overige fes heeren zich eindelyk gedeclareerd
tegen uw aangenomen onbillyk fyfthema? — zo neen,
waarom hebben zy dan niet uwen zotten brief mede
ondertekend? —Thans keeren wy ons ook vooreenigeoogenblikken,
tot u heer van breda.
—
Hoe is umogelyk geweest,
om deezen brief van den i4den february mede te on-
dertekenen? — want, behelst dezelve niet Hellingen,
regelrecht flrydende, tegen eenige declaratien door u
aan ons gedaan, in eenen brief gedateerd den ifien oc«
tober 1786? — Immers keurde gy in dezelve, ons ge-
drag ten vollen goed, — ja verzogt gy ons ter zelfder
tyd, op de dringendfie wyze, in ons betreeden wegvoorttegaan , en ons aan geene lasteraars noch verraa.
ders te flooren. — Herleesd , bidden wy u, dien brief,
indien gy bedaardheid genoeg hebt, om uw ongereimd
gedrag te kunnen inzien;— doch zo gy daarmede noch
niet
( 174 )
niet overtuigd zyt , dan vraagen wy u : hoe is het tno-
gelyb geweest, dat gy boven het deel, welk gyin dien
zotten brief naamt, ook noch befloot, in een ander
van uw eigen maakzel,de conduite van repnefentanten
te gaan verdédigen daar zy ons gedrag in allen deele
afkeurende, en hetzelve twistgierig noemende, goed-
vinden, om de verdere executie onzer commisfie door
een zogenaamde furcheance te hinderen, met ons aan
te fchryven, om de zaake onzer committenten, met de
documenten daartoe betrekkelyk , over te geeven in
handen onzer praftifyns terwyl gy in tegendeel eeni-
ge maanden te vooren, als privaat burger, in den fterk-
ften zin, dat gedrag van ons, tegen bergh en ande-
ren, had goedgekeurd?— noch eens, hoe is het u, naa
deeze verrichtingen mogelyk geweest,—— ora tot de
onbefcheidenheid te komen , van weder te zeggen: na
alles onderzocht te hebben , blykt het tny ten vollen,dat
zy als mannen van eer gehandeld hebben ? — waarlyk
een bewys, dat gy heden niet weet, wat gy gisteren
verricht hebt. ---— Noch een enkele vraag myn heer:
indien het dubbelzinnig gedrag der meeste menfchen
;
hunne tegenftrydigheden ten aanzien van wederzydfche
billyke belangen , in ftaat zyn,om een eerlyk en recht-
fchapen man tot een mensch-haater te vormen, wat zou-
den dan uwe redenlooze tergingen niet koenen uitwerken.
Hiermede meenen wy, zo veel in ons vermogen ge-
weest is ,beantwoord te hebben aan uwen brief ;
—mogt dit antwoord u te rugge brengen van een gedrag
,
welks voortduuring, niet dan maar te fpoedig ulieder
onheil beflisfen moet. — Gelooft itnusfc’ien , dat eene
te rug treeding tot uwen plicht, eene gelyktydige we-
derkeering ouzer genegenheid zal kunnen te weege
brengen.
Voor
( i75 )
Voor ’t overige beveelen wy de Kaapfche burgerye
;
in ’s Hemels hoede , en noemen ons,(onderftond) Wel
Edele Heeren! (lager) Uwe Dw. Dienaaren. (Was ge-
tekend.) j. roos , j. h. redelinghuys (ter zydeu
flond) Amfterdam ,den 25fien Augustus 1788.
lt T.
B re T e F;gefchreeven door de ge-
volmagtigden der klaagende bur-
gerye van de Kaap de goede Hoops
aan de reprafentanten dier bur-
gerye aldaar, in ’t generaal.
WEL EDELE HEEREN!
X)en nevensgaanden brief is het antwoord op eene
inisüve die ons gezonden is door de heeren ma as-
dorp, MEYERjWARnecke, louw en van b r e»
da. De lasterlyke pasfagien, in deezen brief vervat,
hebben ons moeten brengen, tot de onaangenaame
noodzaakeiykheid om dezelve te beantwoorden, hoe
gaarne wy ook anderzints zouden gewenscht hebben
,
dien zotten brief met eene fiilzwygende verachting te
mogen pasfeeren. Wy zouden het ’er ook by konnen
haten berusten, zo ’er niet noch eenige pasfagien te
remarqueeren en te beantwoorden waare;— pasfagien,
die, om dat ze ingewikkeld voorgefield zyn, als gevoe-
lens van u allen, ook in diervoegen dienen beantwoord
te worden.
’t Is daarom, dat wy eerftelyk vraagen, of UWEd.de
C 1/6)
de gemelde vyf heeren last gegeeven hebben, om ons
in fubftantie te fchryven: dat \vy niet nakomen onze ver-
plichtingen jegens u ,in de bctrekkinge van repnefentan
ten der burgeryep —— zo ja,dan vraagen wy jvyders ,
of het ulieden niet der moeite waardig geweest zy ,om
’er de redenen by te voegen , waardoor zulk eene be-
' fchuldiging hadde konnen beweezen worden ? —Immers zouden UWEd. door zulk eene manier van han-
delen ,de achting hebben konnen winnen van elk braaf
mensch , welken UWEd. van uwe bewyzen hadden
konnen overtuigen; maar nu, daar UWEd. zich dielas-
terlyke befchuldiging veröorlooven,zonder ’er iets tot
bewys by te voegen, zo moeten wy dezelve ook al
rangfchikkeu ,onder alle die laage bedryven
,welke
uwe onverantwoordelyke direftie zo duidelyk kenfcbet*
zen. Doch indien dezelve, gelyk wy willen vertrou-
wen, ter papiere is gebragt geworden ,zonder eenig
ander authoriteit, dan die van het byzonder goedvinden
der gemelde heeren, dan fiellen wy hen daarvoor ver-
antwoordelyk by de geheele deeineemende burgerye,
wier zaak zy zo fchandelyk helpen beflieren, dat zy’er
zich op geen’ andere wyze uit weeten te redden,
als
door ons ook iets van den blaam aan te wryven,welke
reeds op hunne perfoonen ligt. Wy zouden be«
paaldelyk deeze befchuldiging niet zodanig rescontree-
ren, als wy doen, als daarin niet opgeflooten lag, dat
wy ons niet kwyten, van onze diere verplichtinge je-
gens de burgerye zelve. Want wat aangaat ,byzon-
dere verplichtingen jegens het collegie van reprrefectan-
ten ,daarvan weeten wy niets, als voor zo verre, dat
wy hen alle achtinge en eere fchuldig zyn, zo lange
zy het waar belang hunner committenten behartigen;-*
maar zyliedeo zulks niet doende, oordeeien wy het
ou-
C '77 )
onzen plicht te zyn, om de burgerye te infortneeren,
van het opzettelyk kwaad beftier haarer zaake. —En dit bekennen wy, dat wy omtrent U gedaan heb-
ben ;— en dat wy daarin voortgaan zullen , zo lange
UWEd. niet van gedrag veranderen.
En ten tweede, konnen wy wel begrypen, dat de
gemelde vyf heeren, die wy nu, als de grootfte werk-
tuigen uwer collegie, ten opzichte eener opzettelyke
kwaade direétie moeten befchouwen, zulk eenevertoo-
ninge van onnozelheid moeten maaken, als zy doen,
wanneer zy zeggen, niet te konnen bevroeden, waar
dat het geld gebrek, waarover wy klaagen.uit ontflaac,
willen zy hun kwaadaardig plan voortzetten; —> maar
wy konnen niet begrypen, dat wanneer ’er eenige goede
intentie by de overige leden plaats grypt, dat UWEd.fiilzwygende konnen aanzien
, zodanige redenlooze flap-
pen, als welken deeze heeren zich veroorlooven ;—
-
gelyk zy ons onder anderen durven betichten, van eene
flechte administratie der geremitteerde penningen,
’er
byvoegende: dac’er door ons voor de ibmme van negen
duizend ryksdaalders , noch niet veel verricht is ;
want wy meenen aan de deelneemende burgerye reden
gege'even te hebben, van de oorzaak der venraaging
haarer zaake. Dan laaten wy, om ons, ten deezen op.
zichte noch ééns te rechtvaardigen , articulatief optel-
len, al het geene wy U van tyd tot tyd bericht en ver-
zocht hebben; en laaten wy wyders zien, van hoeveel
gewigt alle die berichten en verzoeken geweest zyn
,
om daaruit het befluit op te maaken, aan wiens zyde,
aan de onze, of aan die van U, — een beftier hebbe
plaats gegreepen,welke aan den goeden uitflag van d«
zaake onzer committenten , volflrekt hinderlyk moest zyn,
Wy vraagen dan eerftelyk: of wy U niet onmiddölyk
M naar
C 178 )
naar onzen aankomst hier te lande, iu eene misfive,
gefchreeven ter rheede van Texel , en gedateerd den 3
feptember 1785 , verzocht hebben , om ons ten eerfren
zekere noodwendige (lukken , verklaaringen , &c. te
zenden, onder anderen de volgende opgeevende , als
primo: het bekend reqnest der buiten lieden, over het
doen der onnodige wachten, toen ter tyd van hen ge-
vergd werdende; en de daarop gevolgde crimineels pro-
cedures van den Fiscaal boers. •— 2do Alle de plak-
kaaten, refolutien, &c. welken zedert den laatften En
gelfchen oorlog, door her Gouvernement van de Kaap
zyn gepubliceerd geworden, om het vertier van’slands
produ&en te beletten , en den binnenlandfchen handel zei
ve, te (Iremmen; met aanwyzinge, dat meest alle de-
zelve te bekomen wsaren by den mede - deelneemenden
burger En 3tio. eene verklaaring van
de heer p. a- myburgh, over de propofitie van den
Drost van Stcllenbosch, gedaan in de vergadering van
Heemraaden, waarby voorgefteld wierd, eene nieuwe
aantekening van wyn ceformeeren; — eu hoe by heer
mvbu&gh , als regeerende Heemraad zich toen ver-
plic'flc had gevonden, te declareeren: dat dit voornee-
men van ’t Gouvernement ongehoord waare; want dat
hy bevvyzen kon bybrengen, dat het Gouvernement, in
de reeds overtollig geleverde wyn , eenen ongepermit-
teerden handel dreef; en dat door zulk een handel, toen
ter tyd
,
ruim 500 leggers, aan vreemde natiën waa-
ren afgegaan. 'Wy vraagen wel edele heeren, of
wy U deeze (lukken niet ferieus genoeg verzocht heb-
ben? —— of wy daarby ook niet gevoegd hebben , de
dringende redenen, waarom dezelve aan ons moesten
gezonden worden? en of UWEd. aan dit billyk
verzoek hebben willen voldoen? -— Schaamte moet Udoen
C r 79 )
doen bloozen op dacze vraagen !—— Immers hebben
wy van u, tot op dit tegenwoordig oogsnbük, noch
geen enkelen letter op dit verzoek, veel minder de Huk*
ken zelve omfangen. ——— Hoe konnen derhalven de
gemelde vyf lieeren, hunne onbefchaamdheid, zo verre
pousfeeren , van ons te durven befchuldigen , dat ’er
door ons noch zeer weinig verricht is , daar aan ons
,
door uw onverantwoordelyk bellier, de Hukken en be-
wyzen onthouden worden ,waarop onze deduflie of
memorie zal moeten gegrond zyn! want hoe kon-
nen wy onderneemen, dezelve te prtefenteeren , zonder
geproponionneerdebewyzen?— En dat de heerenonze
praftifyns met ons in 't zelfde begrip Haan , daarvan zul-
len UWEd. en degantfche burgerye ten bewyze moeten
verftrekken , de brieven van den heere procureur vans on, gedateerd den 13 december 1787. , en den 31 july
1788.
Ten tweede, vraagen wy ook: of wy u op den 14
feptember daaraanvolgende niet in fubftantie gefchreeveu
hebben : uit aanmerkinge van de geringe fom ,welke per
wisfel van de compagnie Jlaat ontfangen ie worden , ver-
zoeken wy vriendelyk, om ons ten fpoedigjlen een volgende
wisfel over te zenden, enz. Voorts folliciteeren wy niet
minder,om ons de gementionneerde ftukken in onzen brief
van den 3 feptember, ten eerften toe te zenden
;
ahmede , dat UIVEd. ons van de heer jo hannes p a u ui
s
E K s T E E N bezorgen, een generaal declaratoir
, van het
geval van zyn overleden vader,rankende zyn departement
enz.? - Wy vraagen daarenboven, of UWEd. zich
verwaardigd hebben, om ook op deezen brief, een en-
kele letter tot antwoord te zenden, of aan onze requi-
fitien te voldoen ’ — en of UWEd. dit niet gedaashebbende, zich dan noch beroemen konnen, op een
geregeld bellier van de zaake uwer committenten,ge-
M 2 Syk
( i3o )
lyk zulks aan den heere van jon gedaan is, in eenige
uwer brieven?'— Welk een verregaand misbruik hebben
UWEd. niet gemaakt van het vertrouwen uwer braave
committenten, en hoe zeer hebben UWEd. onze prac-
tifyns zelve, niet zoeken te misleiden! —Ten derde, vraagen wy: hebben wy ook niet in eenen
brief gedagtekend den 18 november 1785 ,(na dat wy alle
de moeielykheden hadden opgeteld, waaiïn wy door
uwe direélie toen reeds gewikkeld waaren,) dezelve
beflooten , met deeze periode : daaróm follicitceren
wy vriendelyk, om de eer(le gelegenheid te hulpe te nec-
men , om om pcrwisfel, of andere occafie , zo veel toe
te zenden ,dat wy onze commüfie , nevens de eere der
lurgerye maintineeren konncn ;alzo wy met het bedraa
•
gen der medcgcbragte wi-fel eerst in 1786 te ontfan-
gen , altoos een geheel jaar ten agieren zullen zyn.
Hoe is het derhalven mogelyk geweest, dat de voor-
fchreeve vyf heeren, zich zulk eene lastering hebben
durven veroorlooven,om ons te declareeren voor lie-
den , die het geld hunner condituamen verkeerdelyk
administreeren? UWEd. zyn immers, volgens een
getekend comraft verplicht, om aan ons, onze bepaalde
jaargelden, zonder eenig uiiftel,en vry en onbezwaard,
of zonder eenige kortinge, in handen te (lellen.
UWEd. zyn immers ook noch daarenboven , volgens
die zelfde conventie verbonden,om op die zelfde wy-
ze, jaarlyksch aan ons te remitteeren, de kosten aan
pradlifyns enz. , ten minden eene convenable fomme
,
cm dezelve daarvan te kounen voldoen. En ddarUWEd.
aan het eerde gedeelte van ’t verdrag, ofwat betreft onze
jaargelden noch nooit behoorlyk voldaan hebben, maar
daarmede altoos een rond jaar ten agterengebleeven zyn,
waardoor wy geduurende al dentyd dat wy hier te lande
zyn, met gebrek en armoede hebben moeten worste-
len 5
(.iSi )
I-sn ;—— ja, ddar UWEd. tioch niet, in ’t geringde
deel hebben voldaan,aan ’t tweede gedeelte van dit
verdrag, betreffende de kosten tot het proces; — zo
vraagen wy elk bedaard en redelyk mensch, of men
ons, . —
-
die men buiten de mogelykheid hield, omgeldverfpillingeu te konnen doen, met eenigen grond
kon te laste leggen,
dat wy ons vet mesteden, (de
ruuwe uitdrukking dier délicaate heeren) met het geld
onzer mede -burgeren? >— moet men niet, om zo gro»
velyk, de billykheid, de klaarblykelykheid, en
welvoeglykheid te durven aanranden , een allerönbe-
fchaamdst chara<fter bezitten ? — met welke lompe lis*
ten, hebben zy lieden niet al getracht, hunne commit-
tenten te misleiden, met de gevolgen van uwe direftie
aan ons te wyien! —Ten vierde, vraagen wy: of wy in gebreken geblee-
ven zyn, om, toen de heer ssrgh, openbaarlyk te-
gen het inflruétïef oogmerk zyner zendinge had ge-
handeld, en wy daarom verplicht waaren geworden,
om hem zyne commisfie provifionneei op te zeggen,-*
aan u, als geconflitueerdens der burgerye kennisfe te
geeven ,van zyn gedrag en zyne oogmerken ? — Wy
vraagen ook, of wy zyne verraaderlyke uitflappen niet
ten vollen beweezen hebben door eene memorie, expres
daartoe ingericht, en geflaafdmet zyn’ eigene adverten-
tie, notificatie, en brieven ?— Wy vraagen, ofwy UWEd.toen ter tyd , niet vriendelyk herïnnerd hebben, dat het
uw plicht waare, om deeze authentyke flukken, wel-
ken wy UWEd. over deeze onaangenaame zaak over-
zonden, ook te brengen ter kennisfe uwer conftituan-
ten? — Wy vraagen daarenboven, of ook niet de heer
procureur van s on, over deeze materie aan u,op den
3 july 17S0, onder anderen
, de volgende pasfagie
M 3 fchreef:
C 1S2 )
fchreef : door de hccren roos, redelik ghuys en
bresler, zullen UIVEd. ver(lag bekomen hebben,van
't geene 'er zedert is voorgevallen , byzonder welken ver-
keerden rol , de heer cergh gefpeeld heeft , waardoor hy
zich de verachting van ons,en de-geheele waereld heeft
op den hals gehaald. TVy vertrouwen, dat de verrichtte-
gen der gemelde drie heeren,om hem bergii zyne coat *
misfie op te zeggen , aliezints zal geapprobeerd worden ?—
•
Wy vraagen noch, of UWEd. op dit alles zich verwaar*
digd hebben, om, of aan heeren prsdtifyns, of aan ons,
iets wezcnlyks, of het geen de verraaderye van dien
i) ergb betrof, te antwoorden? Wy vraagen, of
UWEd. niet in tegendeel hebben konnen goedvinden ,
om onder de verfchooniug, dat ter deezer zaake, de
brieven eeniglyk van onze zyde ontfangen waaren , de
de voorzetting onzer zaake op te fchorten , met ons te
gelasten, de documenten daartoe betrekkelyk, over te
geeven , aan onze praftifyns; met communicatie ech-
ter, dat UWEd. zich zouden haasten, om ons ten eer*
ilen, uwe nadere befluiten ,inhoudeude, hoe UWEd.
de zaak der burgerye wilden getraceerd hebben ,te doen
toekomen ? Dan , hoe willekeurig wy dien wil ook
vinden ,vraagen wy u, of ’er aan deeze belofte is vol-
daan geworden? — wy zeggen neen: welk een bellier
ondertusfehen !*-—~ een bellier, waarvan men de on*
befchaamdheid heeft, de gevolgen op onze rekening te
flelien ! B!ykt bet uit de befchouwinge van den
waaren toedragt der zaake niet ten klaarlten ,dat ’er een
plan hebbe plaats gehad , met den verachtelyken
bergh, — Immers hebben UWEd., na dat het gc*
bieeken waare, dat de oogmerken van denzelven niet
zonden gelukken, bannen goedvinden, om zelfs flry*
dsude met uwe voorige handelingen, declaratien en on-
I ge-
C JS3 )
gevergde beloften in uwe brieven,aan deeze laatften
niet te voldoen •, prrefumptief met bet oogmerk, om,
terwyl uw plan mislukt waare , ook te beletten, dat
wy onze commisfie met.eere ter uitvoer bragten :——
.
met boe veel grond zegt derhalven den heere procu-
reur van son niet, in zynen brief van den I3den de-
cember 1787 , dat UlFEd. , en ons , en heeren praltifyns
door uwe manier van handelen , de handen gebonden had-
den . — Noch eens : kan men de gevolgen van zodanig
een bellier, op onze rekening Hellen? —Ten vyfde, vraagen wy: of wy u niet op den 2den
february 1786 eenen brief gezonden hebben, in welken
wy , na kortelyk gefchetst te hebben den toeftand ,
waarin wy,door de verraaderye van den meergemelden
BERGH vervallen waaren, het volgend ernltig verzoek
deeden: daarom follidteeren wy, hoe eer liever, ons de
nodige penningen over te zenden , zo tot maintien onzer
eere , ah die der èuigerye; terwyl wy ook infleercn ,van
gedachtig te willen zyn,dat men de heeren pradlifyns ,
door
een voor/oopige gifte behoore aan te moedigen
;
—• alzo de
Kaapfche commisfie hier te lande,van zulk eene confide
•
ratie geoordeeld word, dat deeze heeren , zonder eene ge-
nerenfe aanbieding , refleSlien ten nadecle onzer en uwer
eere zouden konnen maaken ?— Wy vraagen ,of UWEd.aan dit verzoek hebben willen beantwoorden? wyzeggen neen: maar kan dit eene geregelde, of liever,
eene eeriyke dire&ie heeten?— immers hebben UWEd.zich tot de behooriyke voldoeninge der kosten aan
praélifyns enz, cp de plechtigfte wyze verbonden! —Ten zesde , vraagen wy : of wy UWEd. niet in eenen
brief van den 5 mai 1786, ten fterkften aangedrongen
hebben, om, alle pundlen van belang, omtrent het
gedrag van meergedachte eergh, in naauwkeurige
M 4. over-
( 184 )
overweeginge te neemen, en ons deswegens ten fpoe*
digften uwe orders gedetailleerd toe te zenzen?— Ook
vraagen wy, of wy UWEd. in dien brief niet mede ver-
zocht hebben, dit zelfde te willen verrichten omtrent
de prtetenfien van den heere artoys te Lcydcn
;
en
na dit onderzoek ons te melden, in boe verre zyne eis*
fchen al of niet gegrond waaren : op dat wy door uw
finaal befluit in deeze zaak, in ftaatmogten gefield wor-
den,om met dien gewézen gecommitteerden der bur-
gery te liquideeren, zo zyne prmtenfien gegrond waa-
ren; — of indien UWEd. konden aantoonen, dat de
burgerye van hem iets te rug te eisfchen hadde, ons
dan te gelasten zulks te doen ? -— Wy vraagen, of
het u behaagd hebbe, ons op deeze verzoeken, iets,
hoe gering ook te antwoorden ?
Ten zevende, vraagen wy noch: of wy u niet, al
van den beginne van onzen aankomst hier te lande, ge-
beden hebben, om toch niet tot den ondergang der
burgerye, met haare vyanden, mede te werken?
Wy vraagen ook : of de heeren m a a s d o r p en m e ye rniet gemeend hebben, deeze onze welmeenende verzoe-
ken te moeten befpotten, toen zy beflooten tegen het
oogmerk hunner commisfie te handelen, en tot zulk een
verachtelyke daad niets beters oordeelden, dan te ko«
men tot de acceptatie van het zogenaamde verbeterd
burgerraadfchap? Wy konnen deeze daad niet
anders hefchouwen, dan als opzettelyk boos; — doch
wy vraagen ook, of dezelve niet tevens redenloos ge*
weest is? —— immers gefchiede de invoering van het
nieuw co’legie van justitie, naar een ontwerp van redrès
van de zyde der compagnie zelve , over wiens bellier
zy heeren , zich echter in de bekende adresfen, ten
fierkfien beklaagd.hebben. —— Wy vraagen noch
daar-
C 185 )
daarenboven : ofdeeze heeren (bhasdoep en m e y é r)
niet zitting naamen met eenen h e n dr i k justinus
de wet, eenen jancoenraad gi e ,en anderen,
—
van hen, door middel van overgezondene brieven en
bewysftukken aan de gemagtigdens van den jaare 1779,
in de tweede memorie ten toon gefteld, ais gevaarlyke
fujetten? Welk een redenloos bedryf was der-
halven niet deeze hnnne acceptatie van ’t burgerraad.
fchap; -—— en hoe zeer hebben zy zich niet gelyk
gefteld met deeze lieden , welken zy te vooren hadden
durven lasteren? ——Ten achtfte, vraagen wy: of wy u ook niet, behal-
ven de voorwaards gemelde ,verfiag hebben gedaan
,
van alle onze overige verrichtingen, als daar zyn ge-
weest: onze onderhandeling met aanzienlyke lieden,
waaronder verfcbeide ftaatsleden ; en dagelykfcbe con-
ferenties met onze praftifyns? van de prajfentatie
van ons vcorioopig request van hun hoog mog.en de daarop gevallene gunstige refolutie; en de me-
morie aan heeren Commisfarisfen tot de zaaken der
Oost-Indifche compagnie?—— Wyvraagan noch, of
wy u ook niet ter zelfder tyd, even behooriyk hebben
gerapporteerd ,al het geen’ door heeren Bewindhebbe»
ren, tegen de pourfuite onzer zaake,
door berichten
rapporten, enz. van tyd tot tyd was verricht? —' of
wy u ook niet, zo wei het een als het ander authentyk
hebben overgezonden? of wy dit ook niet ge-
obferveerd hebben, omtrent een gedrukt exemplaar,
der klagten van den jaare 1779 enz., eu de daarop ge-
volgde verantwoordingen van den Gouverneur, minis-
ters, en verdere dienaaren der maatfchappye? Wyvraagen ook, of wy u niet vriendelykst verzocht heb-
ben,om alle dezelve gedrukte en gefchreevene ftuk-
M 5 ken,
/
C 136 )
ken, zo als vvy ze u overgezonden hebben, te willen
brengen, ter kennisfe der deelneemende burgerye, —uwe en onze committenten, aan wies UVVEd. zo wel
als wy,rekenfchap en verantwoording fcbuïdigzyn van
onzen opgedraagenen last? Wy vraagen daar ne-
vens, of UWEd. aan dit verzoek behoorlyk hebben
willen voldoen; — als mede aan de ferieuie inftan-
tie, om ons na de leéture van die overgezondene fluk-
ken ,uwe confideratien en onderrichtingen mede te
deden, of door middel van uwe informatien, nadere
bewysftukken, nopens nieuwe onderdrukkingen, en dedocumenten, om welken wy reeds in onze misfives van
den 3de en 14de feptember 1785, en vervolgens, verzocht
hadden, ons in (laat te Hellen, om in onze aangaande
groote memorie of deduftie van klagten en bezwaaren,
klem by te zetten , aan de gewigtige artikelen van be-
zwaar , welken wy reeds ten laste van ’c Politiek en
Justitieel beflier aan de Kaap>op bewyzen geavanceerd
hadden in ons voorloopig request aan hun hoogjio g . geprcefenteerd op den 4 april 1736? Wyvraagen nochmaals, of UVVEd. ons op alle die inltan-
tien, met een eenige letter hebben verwaardigd?— Wyvraagen daarenboven ,
of UWEd. na dusdanig de aan u
opgedraagene ccmmisfie, in den tyd van ruim drie jaaren
gedirigeerd te hebben, zich dan noch beroemen kon-
nen, van de goede orde behartigd te hebben , zo als
UWEd. zich in zekere misfive arrogeeren? Wyvraagen noch eens, of UWEd. met dus vollïrekt lui en
ledig den tyd uwer commisfie door te brengen, beant-
woorden aan het vertrouwen uwer misleide commit-
tenten?—Ten negende, vraagen wy: of wy u niet herhaalde-
lyk verzocht hebben, om ons ten fpoedigften toe te
zen-
(
w')
zenden, de Iysten der deelneemende burgeren ,welke
zich door ecne manifeste deelneeming hebben willen
voegen, by de klaagende en redres- verzoekende bur-
gerye? Wy vraagen, of wy dit niet gedaan heb-
ben, op uwe cngevergde belofte, van ons deeze Iysten
ten eerften te zullen toezenden? -— Wy vraagen ook
noch, of UWEd. aan de algemeene zaak den dienst
hebben willen doen, van deeze uwe belofte te vervul-
len ! wy antwoorden neen !;— Zekerlyk zal ’er
van uwe zyde, ecne rede hebben plaats gegreepen ,om
dit niet te doen; en indien wy mogten gisfen, welke
rede UWEd. tot zulk een’ onverancwoordelyke handel-
wys hadden gehad, zo zouden wy mogen prsefumee-
ren, dat het deeze geweest waare: wy moeten de zaak
onzer committenten , zo min aanzien geeven , ah tnogelyk
zy , om dat men de oogmerken van de heer u e r g h heeft
durven dwarsboomen.
Ten tiende, vraagen wy; of wy u niet, nevens eenen
brief, gedateerd den i fte augustus 1787, hebben toe-
gezonden , de rekening en verantwoording van den
ftaat onzer geldmiddelen; en of wy niet in dien brief,
ter deezer zaake, de volgende periode hebben gefchree-
ven : deezen tegénwoordigen brief zal voornamelyk flrek-
ken ten geleide eener generaals rekening en verantwoor-
ding van den prafentenfaat der geld affaires van de com-
miijie. Uit dezelve zullen UIVEd. ah mei eenen opflag
van 't oog , kennen zien,hoe veel 'er noch zal dienen ge-
remitteerd te worden , zo, om de kosten der procesfegoedte
inaaken, en heeren pratüifyns tonvenable te belooncn , als
om aan ons, het ordinaires filaris ,
(voor de door U be-
paalde tyd van vier jaaren,tot ons verblyfhier te lande ,
welke zal eindigen met den 8fte maart 1789) te bezorgen
;
en zulks in ’t aanftaanse jaar 1788. Zonder eene fpoe-
dige
( ISS )
dige voorziening in beide opzichten,
is 'er geen uitzicht ,
om ooit te konnen gelukken in de zaake der klaagende
burgerye,die door u zo fichandelyk verwaarloosd word 1
*
Wy vraagen, ofUWEd. aan dit verzoek hebben willen
defereeren? — wy antwoorden neen! — ja, dat het u
zelfs niet behaagd heeft, otn ons, noch op deezen
brief, noch op de bygevoegde rekening, iets te ant-
woorden. —Eu laatftelyk ,(otn niet alles te remarqueeren) vraagen
wy ,of wy u niet mede in dien zelfden brief van den ifte
augustus 1787 gedeclareerd hebben: dat wy noch een be-
hoorlyk antwoord bleeven afwachten , op alle onze berich-
ten en verzoeken,om dat wy op dit alles
, noch geen en-
kele letter ontfangen hadden ? *— of wy u niet mede op
den 2de december daaraanvolgende, onder anderen ge*
fchreeven hebben : dat het u niet behaagd hadde,
out
ons op het piovifionneel ontfiag van onzen snede -gecommit-
teerden b e r c ii i— noch op onze memorie van justifica-
tie omtrent ons gehouden gedrag tegen hem *,•— noch op
ons voorloopig request aan hun hoog mog.; — noch
op onze memorie aan heeren Commisfarisfcn
;
r.cch
op onze verzoeken ten opzichte onzer tocgelegde jaargel-
den,en de kosten aan pra&ifiyns ;
— noch op onze infian-
tien, nrpens de zaaken der hccren artovs, enz. ; en
eindelyk , noch op onze verzoeken , welke wy reeds dircCl
naar onze aankomst gedaan haddeu,en welke betrojfien
,
zekere noodwendige verkJaaringen en andere ftukken.met
cenig antwoord,hoe gering ook, te verwaardigen ! — ja,
hoe UIVEd. daarenboven niet hadden konnen goedvinden
,
om ons eenig verfiag te doen, van zodanige redrèsfien, als
met welks invoeringe den heere Gouverneur was belast ge-
weest ; niettegenfiaande de dringende redenen, welken
UIVEd, konden penetreeren , dat wy moesten hebben, om
daar-
c 189 )
daarvan kennisfe te draagcn ,te weeten : om in onze ver.
toogen by den Souverein geene zaaken te dedueeeren , wel-
ke tegen elkander ftreeden ? -
Blykt nu niet uit de befchouwinga van dit verhaal,
zo klaar als den dag , dat niet wy, maar UWEd. oorzaak
zyn,van de vertraaginge onzer zaake?— want zo lange
UWEd. ons niet de gevraagde informatiën en bewys-
(lukken, onderfteand door de inftantiën onzer praéti-
fyns zelve, overzenden; — zo lange UWEd. behalven
onze jaarlykfche falaris, ook niet aan ons remitteeren
,
eene convenable fomine, om de declaratiën van heeren
praftifyns te voldoen,— zullen zy heeren in uwe zaak
kiets doen ; en uit aanm^rkinge van het gebrek der
nodige informatiën , ook niets konnen verrichten: —dus, zo lange UV/Ed.de zaaken uwer committenten op
zulk een’ onverantwoordelyke wyze dirigeeren, als wyin deezen brief, zo duideiyk
,en gegrond op echte be-
wyzen ,afgetnaald hebben, — zo lange zuilen ook de
kotten voor uwe rekening leopen.
Dit uw beftier is derhalven de eenige reden, dat ’er
voor negen duizend ryksdaalders noch zó weinig ver-
richt is, als de meergemelde heeren , de onbefchaamd-
heid hebben, van te durven zeggen; —• hoewel wy mee-
nen, dat ’er naar gelange van de geringe onderkenning,
welke wy van u, zo wel in ’t eene, als ’t andere ontmoe.
ten, voor deeze zogenaamde negen duizend ryksdaal'
ders, noch al zeer veel verricht is (*;: want wy mee-
nen,
(*) Kaapfche ryksdaalders van 48 ft. ieder. —— — Van deeze
«loco lyksda&lders moeten echter afgetrokken worden ƒ 3000- :•
welke de gecommitteerde M. a. b e r gh provifioneel aan de Kaapie goede Hoop heeft ontfangcn, met de kosten tot de overvaart,
on-
C T9° )
nen , dat wy, met het voorloopig request aan hunhoog mog.j en de memorie aan heeren Commisfaris-
fen noch al veel gedaan hebben ;— ftukken echter, wel-
ke door de gemelde vyf heeren zeer fchrander als beu-
zelfchriften behandeld worden : — dan, zy hadden ’er
ook iets, tot ftreelinge hunner eige-liefde konnen by-
voegen , met ons te melden,zedert wanneer zy zo ver-
licht waaren geworden , om fchriftuuren te durven
taxeeren, die gefield zyn, door drie voornaams advo-
caaten in de Republiek; dan helaas 1 waartoe alle
die redenen? want wanneer men hunnen elendigen brief
wil inzien , kan men maar te zeer bemerken , dat dom-
heid , en een drieste onbefchaamdheid de pen beltierd
hebben van den fchryver; — en dit zó zynde, hoe
kunnen wy ons dan een voordeeliger denkbeeld vor-
men van de perfoonen, die deezeu brief met hunne
naamtekeningen vereerd hebben.
Ondertusfchen zal het alhier te pasfe komen, om ten
opzichte van deeze ongezoute verwyting, nog eenige
vraagen te doen: zyn UWEd. van oordeel dat de ge-
mentiorneerde vegen duizend ryhdaalders , onder ande-
ren hadde moeten ftrekken om de kosten aan praclifyns
te voldoen? zo ja, dan vraagen wy, wanneer
UWEd. zullen beflui:en,om onze by contrafl toegeleg-
de jaargelden te remitteeren? of zyn UWEd. in
het denkbeeld ,dat men in Europa noch voedzel noch
dekzel behoefd/*
Noch veel meer zou ’er te remarquseren zyn, op uw
be-
ongelden tot de tafel enz. , behalven het geene den zogenaamden
reprtEfentart Hendrik pieter warnecke, als generaals
boekhouder en kasüer noch niet verantwoord heeft.
C * 9 * )
beftier, hetwelk tot op dit tegenwoordig oogenblik vol-
ftrekt werkeloos is geweest; —~ dan, verhaten wy
deeze onaangenaame ftoffe, die ons niet dan een treu-
rig nadenken verfchaft, over het lot onzer braave me*
de-burgeren; en haten wy treeden, tot het geeven
van eenige onderrichtingen, die, wanneer ze fpoedig
opgevolgd worden, in fiaat zuilen zyn,om onze verval-
lene zaaken weder te herftellen, en u allen voor den
grootften ratnpfpoed, dat is, het verlies uwer eere te
bewaarenl ——
Esrftelyk, zullen UWEd.ter eerfter gelegenheid na be-
hooren dienen te beantwoorden, aan alle onze verzoe*
ken ,welken wy u van tyd tot tyd gedaan hebben. Ten
overvloede maaken wy van dezelve ,eene recapitulatie,
voorkomende in de hier voor vermelde artikelen, als
voornamelyk beftaan hebbende, in: enz. enz. enz.
Ten tweede, zullen wy weder tot uw gemak notee-
ren , welke informatiën en bewyzen, op de gedrukte
ftukken, aan ons zulten dienen overgezonden te wor-
den,zullen wy éénmaal in fiaat geraaken ,om uwe zaak
met vrucht voort te zetten, te weeten: enz. enz. enz.
En ten derde zullen UWEd., om behoorlyk te vol-
doen ,aan uwe verplichtinge
,zo duidelyk bepaald in de
aflens, welke UWEd. ten onzen behoeve gepasfeerd
hebben , (om nsmelyk de commisfie hier te lande, jaar-
lyksch en zonder eenig uïtflel,het toegelegd jaargeld
,
en de kosten tot het proces, te doen toekomen) ter al-
iereerfler gelegenheid, het volgende aan ons dienen te
remitteeren, ais, enz. enz. enz.
Voor ’t overige zyn wy in de verwachtinge, dat
UWEd. by den behouden aankomst van onzen mede-
gecommiueerde, de heer bresler, van zyn Ed. een
( 192 )
generaal verflag ontfangen zullen, van het geene ’er van
tyd tot tyd door ons verricht is; en van den tegenwoor-
digen toeftand onzer zaake. Den Hemel geleide hem
veilig in behouden haven ; terwyl wy ons bevlytigen
zullen,om onzen moeielyken last, door de medewer.
kinge der deelneemende burgerye, roet eerlykhe:
d ten
einde te brengen , waardoor wy met ’er daad toonen
zullen, dat wy zyn (Onderhond,) Wel Edele Heeren!
(Lager.') Uwer en der burgerye getrouwe dienaaren.
(JVas getekend
)
j. roos, j. h. redelighuys. (Ter
tyden fiond.) Jtnflerdr.m , den 28 augustus 1788.
Lt. u.
( i93 )
Lu U.
Declaratoir en protest; ge-
daan en overgegeeven aan de Wel
Edele heeren c. g.maasdorp,g.h.meyer, iip.warnecke *
J.A. MYEÜRGHj J. DE VIL-
LIER S JAN PIETERSZ., J.C.GROE-
mewald, p. a. myburgh,H. LOUW, H» MULLER en J. A.
holtzhauzen, als repnefen-
tanten en geconflituëerdender klaa-
gende en by hunhoog mog.,
DE HEEREN STAATEN GENE-
RAAL DERVEREENIGDE NE-
DERLANDEN, om redres-ver-
zoekende burgeren te Ccibo de goede
Hoop , door en van wegens de on-
dergetekende burgeren en inwoo-
neren te Cabo voormeld.
j^fadien wy ondergetekenden in hoedanigheid van
klaagende en redrès-verzoekende burgeren deezer plaat-
fe, en der onderhoorige diftriéten, door echte flukken
en bewyzen by ons in handen ,tot onze innige fmere
en verontwaardiging hebben moeten ondervinden, dae
de bovengemelde geconfiitueerden, welken wy, om
onzen klaagenden burgerftaat alhier te reprmfenreeren,
verkooren hebben, zich allezints zo komen te gedraa-
id gdn.
C m )
ges, dat zy, in ftede van te beantwoorden aan de ver-
wachting, welke wy ons, by hunne qualificacie hebben
voorgefteld gehad, namelyk, dat zy, als mannen van
eer en deugd, zouden behartigen al het geene , dac van
hen met billykheid , in de door hen vrywillig geaggre-
eerde qualiteit, als reprfefentancen der klaagende burge-
rye, konde gevorderd worden, in cegcndel hebben kon-
nen goedvinden, om onze reprafenteerende gevolmag-
tigden in Nederland
,
de heeren jo hannes roos,JOHANNES HENRICUS REDELINGHUYS eu J O-
hannes augustus bresler, tegen een’ plechtig
aangegaane aéte van conventie aan, op een clandeftine
wyze ,hunne by wettig accoord toegelegde jaargelden
te onthouden niet alleen} maar hun Eds. daarenboven
,
ook al tegen de gemelde plechtige overeenkomst niet
in handen te Hellen, eenige penningen hoegenaamd, omdaarmede te voldoen de kosten aan pra&ifyns enz., ge-
lyk zy zich daartoe in de gemelde acte, op de volgende
wyze hebben verbonden:
,, Wy ondergetekende, door de geklaagd hebbende,
,,noch klaagende, deel genomen hebbende, noch deel-
,,neemende, daartoe contribueerende, en om redres
„ van zaaken by den hoog mog. souverein ver
„ zoekende burgerftaat deezes lands verkoorene reprte-
,,fentanten, verklaaren en belooven hiermede plechtig
„ voor den almagtigen god! zo voor ons, als
, voor en van wegens onze gemelde kiezers en com-
„ mittenten ,dac wy onze reprtefenteerende volmagten
j,naar onzen Souverein in Nederland, de Wel Edele
„ heeren martinus adrianus bergh, johan-
„ NES ROOS, JOHANNES HENRICUS REDELING-
„ HUYS en JOHANNES AUGUSTUS BRESLER, ge-
„ duurende hun aanwézen in Nederland, en dat onze
3? zaa-
( 195 )
„ zaaken aldaar ongedecideerd en ongeterraineerd zul-
„ len zyn, geene ophouding, gebrek of rétardement,
„ in de hun jaarlyksch toegelegde falaris en fubfiften-
„ tie gelden ,noch in de onkosten van den procesfe
„ zullen verooTzaaken en te weege brengen, maar dat
„ wy, zullen zorgen en raaaken, dat die jaarlyksch en
„ op zyn tyd, vry overgemaakt, en by hun Eds. ont-
„ fangen zullen konnen worden, enz.”
Zo is ’t, dat wy ondergetekenden, om dit gedrag na
behooren te rescontreeren , en het prrejudiciable en na»
deeiige daarvan voor onze rechtvaardige zaak tegen te
gaan, by deezen tot onze decharge, op de folemneel.
fle wyze verklaaren,
het voorfchreeven gedrag van
onze reprEefemanten , c g. ma asdorp, c. s. , op de
fterkfte wyze te desapprobeeren, desavoueeren, en
hetzelve al verder te declareeren, als volflrekt ftryden.
de met hunnen plicht. Protefleerende wyders tegen
alle prsejudiciabie gevolgen, welken uit een diergelijk
gedrag profluè'eren konnen; en laatende dezelve by
hun hoog. m o g. , onzen eenigen en wettigen Sou-
verein , ter rekeninge en verantwoordinge van meerge-
melde reprEefemainen. Mee verdere declaratie, dat in-
dien zy geconfütueerden niet ten eerden voldoen, aan
de verplichtingen van ieders byzonderen post, als dan
onze gemagtigden in Nederland , bovengemelde heeren
roos, redering huys en bresler, te zullen
authorifeeren en lasten, om uit onzen naam, dit decla-
ratoir en protest te publiceeren, of van hetzelve zoda-
nig een gebruik te maaken,
als zy zullen te raade wor-
den. Terwyl wy ondergetekenden , voor ’c overige
,
gemelde geconfütueerden, c. g maas dorp, c. s., bydeezen exhorteeren, en wel erndigaanmaanen , om zon-
der eenig uitflel, ten eerden te voldoen, aan alle de
N % bil-
C )•
bïllyke, en zo herhaaldelyk, doch te vergeefs aanga-
drongene verzoeken , van welgemelde onze gecommit-
teerden aldaar: als zullende wy ondergetekenden, in ge-
valle van nalaatigheid en verder plichtverzuim, ons ge-
noodzaakt zien, tot ajzulke equivalente demarches en
poogiugen, als wy zullen vinden te behooren, tot be-
houd onzer zaake.
Lt. V.
Particuliere brief; gefchree-
ven uit Amfterdam na de Kaap da
goede Hoop , aan de heeren, j a n
DE VILLIERS JAN PIETERSZ. ,
HENDRIK LOUW en JACOB DE
villiers jan PiETERSz.,Heem-
raaden van Stellenbosch en Dra-
kenftein , en van welke de twee
eerstgemelde zyn reprcefentanten
en geconftitueerden, der klaagen-
de en redres-verzoekende burgerye
aldaar.
Wel Edele Heeren en hoog-geachte Ooms!
Duld dat uw’ onderdrukte kind en nicht, zich tot uwwende; —•— vergun haar dat zy zich tot uw keere
,
over de eerlooze behandeling, welke haar en haaren
man zo onverdiend wedervaart van lieden , die zich
fchynen verbonden te hebben, om ons, ten koste hun-
ner eigene eere, aan hunne fchandelyke oogmerken op
te
C Ip7 )
re offeren. Ik zal om geene gunften fmeeken;— neen:
ik zal u eeniglyk herinneren, dat heeren repcsefentanten
zich onder eede verbonden hebben , om onder anderen
aan mynen man, jaarlyksch, vry en onbezwaard zyn
toegelegd jaargeld ,alhier in Europa te bezorgen ;
dat zy heeren, deeze hunne dierbezwoore belofte niet
nakomen; en dat zy ons daarmede in den yslyk-
llen toeftand geftort hebben ! Staa my verder toe
,
dat ik by die herinnering eenige vraagen voege: -
konnen UWEd. langer dulden, dat uwe kinderen en
vrienden, op zodanig eene wreede wyze mishandeld
worden? konnen UWEd. niet zien, dat, wanneer
wy door deeze behandeling een verachtelyk figuur ia
een vreemd land raaaken , de onuitwischbaare fchande
daarvan, neétdaalen moet' op ieder redres-verzoekend
burger? — weeten UWEd. ook niet, dat wanneer den
klaagenden burger, de fchreeu wende onrechtvaardighe-
den, welken ons wedervaaren, met onverfchilligheid be-
fchouwd, dat dan den almagtigen richten zal tu*-
fchen hem en ons? Immers heeft hy, en dus ook
een ieder uwer zich , by een openbaar getekend ge.
febrift, verbonden, om de gecommitteerden , die afge,-
zonden zouden worden, in hunne commisfie behoorlyk
te onóerfteunèn! Ja, laat het my vergund zyn,
om uit de volheid van myn bloedend h.arte te vraagen
:
zyn UWEd. ook niet daarenboven door de naauwe
banden van bloedverwandfchap verplicht,om aan ’t
onrecht dat ons gebeurd, en tot den Hemel om wraake
roept, paaien te flellen? Gvd, die rechtvaardig
is, en tot in ’t harte ziet, zal van ons, over onze daa-
cjen, in den grooten oordeels-dag, geene verfchooning
aanneemen. Wy zullen in denzelve ook moeten verant-
N % • woor-
C 198 )
woorden ,voor de daaden van anderen, in zo verre wydie door billyke behoedmiddelen hadden komien voor-
komen: vergenoeg u derhalven niet, bidde ik u,
met het kwaad te iaaten voor rekening van eenen fchan-
delyken w a r n e c k z ,maar belet ook , dat uw kind ,
—uw bloed,— uwe onfchu'dige vrienden, verder zo on-
menfchelyk behandeld worden!
Go u alm AG Ti g , bewaare u voor dat rampfpoedig
lot,welke wy ondergaan moeten ! — H y geeve u nog
lange, vergenoegde dagen! •— maar helaas! myne ooms
moeten te vee! gevoel,— menfcheiyk gevoel hebben
over ons onverdiend lor, dan dat de oogenblikke'n die
zy doorbr-ngen. vergenoegd konnen zyn !— red der-
halven hoe eé ;< hoe liever door eeriyke middelen. (0«-
derflondr
.) Uw’ ongelukkige Nicht.) {JVas getekend.)
MARIA ELISABETH R E D EM N G HU Y S ,geboren D E
viLLicRs.(Ter zyde ftand.) Amfterdam , den 1 8den
february 1790. —
BYVUEGZEL.Daar het aan ’t Gouvernement van de Kaap de goede
Hoop, niet onbekend kan geweest zijn, ten welken ein-
de den Ichryver deezer Verdédiginge , met zyne mede-
gecommitteerden in den janre 1785 , de reize herwaards
aannaamen , zo zal het niet geaarzeld hebben , om hem
en zyne vrienden aan ’t Bewind der Oost-Indifche maat-
fchappye hier te lande, in een haatelyk licht voor te
ftellen. Het zoude hem echter niet konnen bezwaaren,
wat zommige lieden ,die ten fterkften ever wangedrag
ver-
C *99 )
verklaagd zyn , van zyn charafter en zyne denkwys
oordeelden, indien zynen toeftand niet vorderde ,om
ook hieromtrent alle vooröordeelen te doen ophouden.
Het .is daarom, dat hy nodig geoordeeld heeft, ach-
ter deeze zyne Verdédiging te moeten plaatzen, twee
authentyke ftukken, waaruit blykt, dat zelfs zyne ver-
klaarde vyar.deniX.zn laste van zyn zedelyk gedrag, niets
op een’ openbaare en eerlyke wys, zó, dat hy’er zich
tegen verdédigen konde ,hebben durven bybrengen.
N°. 1.
Extract resolutie, geno-
men in Raadé van Politie , in ’t
Kasteel de Goede Hoop.
Op Dingsdag den i5den Maart, 1785.
Cjrelyk ook op het dieswegens mede pr. request ge-
daan verzoek van den burger jo hak ne s henricus,rede linghuys
, ean denzelven is toegeftaan, ominsgelyks met een van ’s compagnies in de helft of laatst
der aangaande maand april van hier retourneerende, dan
wel een ander particulieren 'bodem- , naar ’t Vaderland
te vertrekken , en met zich derw'aards mede te neemendeszelfs huisvrouw, mits alvorens voof hun beiden het
gewoone tranfport en kostgeld om in de kajuit gelogeerd
en getracleerd ie werden, -in 's compagnies casfa alhier
betaalende.
Terwyl voorts aan de fupplianten te weeten aan
voorn, roos en redelingiiuvs, voor hun en der»
Welver huisvrouwen ieder een, mitsgaders aan gedachte
BR ss»
Q 200 )
bresler insgelyks, een klederkist is geaccordeerd
mede te neemen.(Onderftond.)
Accordeerd.
JVas getekend,')
J. M. H O RAK.
E. gezw. clercq.
No. 2.
dienaaren des Goddelyken woords, en Ouder-
lingen der Gemeente jesu christi aan Cabo de goe-
de Hoop,getuigen by deezen dat johannes hen-
RICUS REDELINGHUYS en MARIA ELISABETHde viLLiERS, echte lieden, Iedemaaten zyn van de
waare Gereformeerde Christalyke Kerke , gezond in het
geloof, en onbefproken van leven , immers zo veel ons
bekend is. Het zal dan de Eerw: Broeders en Opzie-
ners der Gemeenten des Heeren in Nederland ,dewelke
dit ons getuigenis zal werden vertoond, deeze onze
vooinoemde broeder en zuster, voor zodanig gelieven
te erkennen, tot Jc gomconfohap des H. Avondmaal*
toe te laaten, en in hunne Christelyke opzicht aan te
neemen.(Onderftond.)
(Ter zyden ftond.)
Uit naam en last des Eerw.
Aftum in onze Kerkelyke Kerkenraads.
Vergaderinge.—(JVas getekend.)
Den i3den juny,
1785. j. p. serruriee.. v. D. M.
Dif
De Uitgever dezes levert heden af aan de Heeren Intekenaren,
het eerste deel eener nieuwe uitgave van bet kabinetDER NEDERLANDSCKE en KLEI FSCHE OUDHEDEN,ourfpronglyk befchreven door M. b. van nidek, r. g. en
j. le long, verrykt met 301 koperen platen door a. ra-de maker; thans ter verdere volmaking der Vaderlandfche
Gefchiedkunde vermeerderd; met vel? koperen platen van voor-
name Meesters vermenigvuldigd , en met aantekeningen uit late-
re en geloofwaardige Gefclnedfchryvers verrykt , door j. H.reisig; gedrukt in gr. 8vo, op het zelfde formaat als deVaderlandfche Historie van wagenaar, van welke het eenonaffeheidelyk Deel is. Dit Eerfte Deel met 50 fraaije kope-ren platen voorzien, wordt den Intekenaaren afgeleverd voorden prys van ƒ 4 - 1» - en aan partikulieren voor f 6 - :-iDoch 0111 alle waren beminnaien van Oudheidkunde en Vader-
landfche Gefchiedenis niet ten eenemaal te verfteken van degenoegens om het zelve tot eenen matige prys te kunnenmagtig worden, zal de uitgever de intekening open laaten tot
de uitgave van hec twede deel, die in de maand Augustus ftaat
te geleideden , en dus aan die genen , welken intuslchen
voor de overige Delen zich gelieven te verbinden ,ieder Deel
tot de prys der Intekening afleveren. Ooi verder aan onzeVaderlanderen de manier aan te tonen, op welke eer.e wyzede onuitgegevene Tekeningen van rademaker, stel-ling we r'f en andere voorname Meesters , in het koper zul-
len gebragt worden, en als een byvoegzel op het voornoemdeWerk zullen volgen, zyn ’er twee plaatjes by de voornaamfteBoekhandelaars ter bezichtiging verzonden.
Dezelve continueert mede met goed fucces uit te geven , derecensent
, inboudende de oordeclkundigfte Recenlien dervoornaamfte Werken in ons Vaderland uicgekomen: waarvanreeds XI Stukken het licht zien, en eerstdaags door liet Xlldeftaat gevolgd te worden.
Ey dezelven zya mede te bekomen de volgende Werken
:
Antwoord des Schryvers van den recensent aan den zoogenaam-den dicaiöemilos op zvnen Brief, betreffende hunne beöür-deeling der Latynfche Lykreden van den Heer J. van nuysklinkenberg
, op den Heer p. CURtenius, In gr. 3 vo. k 15 ft.
Geneeskundige Verhandeling over de Borst- Waterzucht , zyndeeen Antwoord op de door de Hollandfche Maatfchappy derWeetenfcbappen te Haarlem voorgeftelde vraag, gr. 8vo. it
ƒ i ; 6 : -
Verhandeling over de Inenting der Kinderziekte, als een zede»Jyken pligt befchouwd en aanbevolen , uitgefproken in hetDepartemenc der Letterkunde, van de Maatfchappy onder dezinfpreuk felix meritis. Door b. c. sowden , Leeraar in deEngelfche Episcopale Gemeente te Amfterdam. In gr. 8vo. h 1 1 ft.
Uecueil d’Eftampes d’apres les plus beaux Tableaux & d'après
les plus beaux deffeins qui font en France, dans le Cabin-et duRoi, dans ceiui de Monfeigneur le Duc d’Orleans , & dansd’autres Cabinets ; divifé fuïvant les différentes Ecoles; avecun abrégé de la vie des Peintres , & une Desciiption hiftoriquede chaque Tableau Paris 1763, 2 volumes. Atlas format , in
2 fraaije Franfche Banden. Deeze overheerlyke verzaamelingbeftaat uit CLXXX plaaten, allereerfte afdrukken.
Fa.
Fables choifies iniles 'en vers, par J. de la Fontaine , avec les
belles gravures de Mr. OuJry & autres celebres graveurs, pre-mières Epreuves , Paris 1759. IV Volumes grand papier, in
halve Franfche Banden.Hiftoire naturelle des Oifeaux
, par Mr. buffon , h Paris de1’imprimerie Royale, 1775. X Volumes en Cadres grand papier,avec >025 plancliss eulumindes & desönées d’après nature.Dit Exemplaar is een der fraaifte , zoo om dcrzelyer zuiverheid
,
fcLoonheid van couleuren, als grootheid van papier, 't welk menin deze landen gezien heeft ; zyndc olie de plc-aten door wylenden Heere Buffon zelfs uitgezogt. Van wiens Erfgenaamen detegenswoordige Bezitter dit Exemplaar gekogt heeft. Waaromdit kosthaare Werk eeue plaats in ecu der voornaantfie Bibliothe-
ken van ons lind billyk verdiend.
Encyclopedie ou DidHonnaire raifonné des Sciences, des Arts&desMetiérs, par une iocietè de gens de Lettres, avec les plan-ches jfupplement, & table des Matieres XXXV Tomes , in folio.
Paris 1762. &c. relide en veau de Paris.
OEUVRES COMPLETS DE VOLTAIRE.
Edition origïnale de Mr. bbaumarchais, grand in 8vo, fur pa-
pier vtlin, grande marge, feuilles cboifies , 70 vol.— — ttds beau papier de France, feuilles thoiHes, 70 vol.
in 8vo.- marqude d’une * 70 vol, in 8vo.
t 7° vol. in 8vo-Colleétion de Figures du Voltaire , desfinées par M. Moreau ,
io3 planclics.
Oeuvres coiiPLETSsde Voltaire; en 96 ou 100 vol. in-i2, avecportrair. Detix-Por.ts 1791.
NIS Les 10 premiers volumes de cette nouvelle Edition, impri-
mde fur beau papier & en beaux caraétcres, paroiffcnt main-tenant; & les derniers en Foire de P&ques 1793.
Oeuvp.es completbs de Buffon, en 52 vol. iH-12, avec figures
enlurninécs. Deux Ponts 85—90.Les mêmes, en papier fin, figures enluminêes.Oeuvres postbumes de Buffon, 2 volumes in. 10, contenant 80
fig de quadrtipédcs Air <j.o pUnchcs t cn fig. enluminêes.
Ab'égé d’Hiftoire naturelle, orné de planches enlumindes, cor.-
tenant tous les Quadrupèdes connus & les principales families
desOifeaux, au nombre de 748 figures, la plupart deftinées
o’après nature. Le texte & les pianches forment 8 vol. in
8vo. quatre de texte. & quatre de planches.
Cabiuet des Fées, ou CoMedtion choifie de tous les Contes des
Fées, & autres Contes merveilleux, fuivi d’un effai fur 1’ori-
gine de ces Contes & fur leurs Auteurs, par m, de nayer.41 volumes in 12, ornés de 120 belles gravures.
Code du Bonheur. renfermant des maximes & des régies relati-
ves aux dcvoirs de 1’homme envers lui même, envers les fem-blables , & envers Dicu, psr M. rodolphr louis d’erlac ,
Membre du Confcil Souverain de la République deBerne. Pa-
ris 1788. 7 volumes in 8vo.
Voyage en Pologne, en Suède, &c. par m. wrLL- coxe, 4 vo-
lumes in 8vo. avec figures. Geneyt.
Les Aventures de Don quichotte, 6 volumes in-12, avec fig.
Voyage du Jeune anacharsis en Grèce. 7 vol. in-8vo. avec
planches & canes. Pari),
V*y,
Voyage d» Jeune anacharsis en Grèce, 9 volumes in 12, avec
a'tlas. Edition de Deux Fonts 1791.- —— en papier fin.
Hiftoire de Cleveland ,ou le Pbilolop’ne Arglois
,par 1’Abbé
prevost, in 12. 8 vol.
Ami (7) des Enfans, iere & 2e année, & FAnii des Adoles®
cens ,par m. berquin , 12 vol. in 12.
Voyase autour du Monde , & principalement i la cóte Nord-Óuefc de 1’Amérique, fait en 1785, 1786, 1787 & 1788, k
bord du Kmg-George & de la Óueen- Charlotte, par les Capi»
tallies pqrti.ock & oixon. tradlult de 1’Anglois par m. Bas,
2 volumes in 8vo- avec 22 figures.
Bom (Ign. Eq.} Mufaei Cselafei Windobonenfis teflacea , qua»
ju.fiu Mariae "ThereGae aug. difpoluit. grand in-folio , fur papierr de Hollande, avec des figures enlumiuées: h Vienne 1780.Oeuvres Complets de Mr. mably, 12 vol. in 8vo. Paris 1789.Les Amours de Psyché & de Cupidon par J. ie la Fontame
,
Edition ornée de Figures imprimées en couleurs, d’après les
Tableaus de Af. Schalt, avec carafleres de Didot, fur papierveliu, grand quarto. Paris 1791.
Les Nuits Champêtres, par m.de laveaux ,nouvelle Edition,
avec 4 fig. en taille-douce, par m w. mml , in-12. Berlin.
Traité d’Anatomie & de Pbyfiologie avec des planches colorées,
repréfentant au naturel les divers organes de 1’homme & des
animaux par M Vieq d'Azyr. 2 Tomes en 7 differents cahiers,
de 1’impriraerie de M. Diiot & Paris ; gr. folio. (jDit kostbaars
Werk wordt met alle vlyt voortgezet.')
Didtionnaire des Jardiniets & des Cukivateurs,par PhilippeMll-
ler, trad. fur la 8me Edition Anglaife, avec un grand nombre
d’additions de différens genres., grand 8vo. 8 vol. avec fig.
Nouveau Diftionnaire hiftorique de tous les Hommes qui fe font
fait un nom par des talens, des vertus, des forfaits, des er-
reurs &c. nouv. Edit. 9 vol. gr. 8vo.Voyage de Af. le VaiUant , dans 1’inteiieur de 1’Afrique , par Je
Cap de Bonne- Espérance, dans les années 1780 i 1785, gr.
8vo. z. val. avec figures.Le même avec figures en uminéee . T. »-* 3, a s? ,7 fous presfe
.
De Ia Monarchie Prusfienne fous Frederic le Grand, avec un ap-pendice contenanc des recherches fur la fituation adtuelle desprincipales contrées de 1’Alletnagne , par le Comte de Mira-beau , 8 vol. gr. 3 vo. avec un Atlas en fol.
Voyage au Tour du Monde & principalement a la Cóte Nord-Oeuflr de L Amerique fait en 1785, 1786, 1787 & 1788, parles Capitaines Portlock & Dixon, 410. avec Cartes, Paris 1789.
Angieterre Ancienne, ou Tableau desMceurs, Ouvrage traduit
de FAnglois de RL Jofeph Struutt, par M B*** & pouvantfervir de fuite aux Recueils de Montfaucon & de Caylus, 2 vol.
4to. Paris avec fig. coiorées.
Oeuvres de Florian, 5 vol. Neufchatel.Recherches fur la nature & les caufes de la richesfe desNations:
traduit de 1 ’Anglois de m. a. smith, 4 gros volumes in- 12.
Voyage en Nubie &Abisfinie &c. avec 4 Voyages dans la Caf-frerie 6 vol. in 4to dont un de planches par James Bruce ScPaterfon
,
Edit. de Paris.
Le même Ouvrage, X vol. grand 8vo. avec 1’Atlas des planchesen quarto. Paris.
Roland Furieux, 4 vol. grand Svo. avec 93 belles gravures. Paris.
Les
Les Ruines, ou Méditations fur les Revolutions des Empirespar Mr. de p’clney
,
in 8vo. figures.
Hist. philofoph. & policiq. des Etablisfemens & du commercedes Européens dans les deux Indes , par 1’Abbé Raytial
,io vol. gr. 8vo. avec 1’Atlas, nouvelle édition.
Men vindt ook by dezelven de fraaifte Romans en Lees*boeken, in het Engelsch, en binnen kort zullenby hem de nieuwe Drukken der volgende Wer-
ken te bekomen zyn:
Bolingbrokp’s Letters on the Ufe and Study of Hiftory, i vol.
Gibson’s Hiftory of theDecline and Fall of the Roman Empire,14 vol.
Robertson’s Hiftory of the F.mperor Charles V. 4 vol.
Blair’s Leffures on Rhetoric and Belles Lettres, 3 vol.
Kippis’ Life of Captain James Cook, a vol.
Ferguson’s Eflay on the Hiftory of Civil Society, 1 vol.
Keate’s Account of the Phelew-Iflands, 1 vol.
Hume’s Hiftory ofEngland, 12 vol.
Gu-lies’ Hiftory of Ancient Greece, 5 vol.
Robertson’s Hiftory of America , 3 vol. '
Middlston’s Life of Cicero, 4 vol.
Shaftbsbury’s Charatflerifties, 3 vol.
Smith’s Inquiry into the Nature and Caufes of the Wealtli ofNations , 4 vol.
Ferguson’s Hiftory of the Progrefs and Tetmination of the Ro-man Republic, 6 vol.
Robertson’s Hiftory of Scotland during the reigns of Queenhlary, James VI, &c. 3 vol.
Difquilition concerning India, 1 vol.
Deloime’s Coiiftittition ofEngland. 1 vol.
Watsonvs Hiftory of Philip I ld. 3 vol.
Burke’s Inquiry into the Sublime, 1 vol.
Beriungton’s Hiftory of Abelard and Heloifa, t vol.- Hiftory of Henry lid. of England, 2 vol.
WaTSON’s Hiftory of Pliillo [lid. 2. vol-Hume’s F.fTays and Treatifes.
Smith’s Theory of Moral Sentiments, 2 vol.
JuNius’s Letters, 1 vol.
On fouscrit cliez le même pour la fuperbe edition complette dela BiBLE en Frarfais, contenanc l’ancien f.t le nouveautestament, ornée de trois cents Figures, desfinées par M.Marrillier , & gravées par les meilleurs artiftes; XII volumescn quarto, & en otftavo; grand papier, le texte imprimé avecles beaux caradtfcres de M. Didot le jeune, dont, entr’autres
beaux ouvrages fortis de fes presfes ,on connolc les fuperbes
éüidons du Telemcque, eD 2 vol. en 410. & de 1 Imitaiht n de
J. C. Ceue edition fe diftribué ra en ringt cinq livroi/bnt
de douze Eflampes chaque, accompagné du texe qui y fcra
relatif; iesquclls fe fuccederonc avec toute promptitude pos-
fible.
Le prix de chaque livraifon, compofée de douze eftampes &du texte qui y fera relatif
,en 8vo. grand papier, fera pour
les iouferipteurs. ƒ6:- : -
On peut voir chtz l'Editeur les Livrnifins dèja parites.
On trouve aufp. cliez l'Editeur ieaucoup d'autres Nouveautés &i.’ fe charge des Commisfions
,pour la francs , le Pays-Bas ,
l'AiUmagne ,8V.