Werkt. Nummer 4, 2012

20
Werkt. november 2012 1 werkt . Kwartaalmagazine van Cedris, nummer 4 november 2012 2e jaargang Medicijnen en het GGZ-spreekuur geven Lizzy voldoende steun bij haar werk. DOSSIER: De sociale onderneming bestaat dagelijkse interventies van een jobcoach Interview Winsemius over teampjes rond mensen bouwen Eigen productie: afstoten of binnen- houden? de brancheorganisatie van sociale werkvoorzieningsbedrijven Reportage

description

Kwartaalmagazine van Cedris

Transcript of Werkt. Nummer 4, 2012

Page 1: Werkt. Nummer 4, 2012

Werkt. november 2012 1

werkt.Kwartaalmagazine van Cedris, nummer 4 • november 2012 • 2e jaargang

Medicijnen en het GGZ-spreekuur geven Lizzy voldoende steun bij haar werk.

Dossier:

De sociale onderneming bestaat

Sectoral association for sheltered employment and labour reintegration

dagelijkse interventies van een jobcoach

interview Winsemius over teampjes rondmensen bouwen

eigen productie: afstoten of binnen-houden?

de brancheorganisatie van

sociale werkvoorzieningsbedrijven

reportage

Page 2: Werkt. Nummer 4, 2012

2 Werkt. november 2012

Productiemedewerkster Lizzy van Meel: “Voor ik ziek werd, werkte ik bij Philips en deed ik aan bergbeklim-men. Op mijn 32ste kreeg ik mijn eer-ste psychose en toen ben ik een jaar thuis geweest. Ik kon niks meer, zelfs niet auto-rijden. Ik ben een paar keer opgenomen in een psychiatrische kliniek, maar de laatste keer is alweer elf jaar geleden. Het gaat hartstikke goed met mij, dat zeggen mijn behandelaars ook. Na die laatste keer in de kliniek wilde ik dolgraag weer werken. Als ik thuis zit, ga ik te veel den-ken. Ik heb me gemeld bij Vixia. In een gewoon bedrijf is de druk voor mij te groot. Hier moeten ook dingen op tijd af, maar we helpen elkaar, en samen redden we het dan altijd wel. Wat ik leuk vind, is wegen, zoals nu de apenootjes voor de vogels. Ik houd van secuur werk. Hoe secuurder, hoe mooier ik het vind. Een baan ‘buiten’ hoeft voor mij niet, maar ik

zou wel graag, net als vroeger bij Philips, weer eens met metaal werken. Dat blinkt zo mooi. Schroeven indraaien, dingen in elkaar zetten, zoals rolstoelen. Echt iets maken.”

Teamleidster Richarda Engelen: “Toen ik zes jaar geleden Lizzy’s teamleidster werd, was ze een beetje bang voor me, want ze wist dat ik streng kon zijn. Nu vertelt ze me alles, en durft ze haar mond open te doen als ze het ergens niet mee eens is. Het is waar dat ik streng ben. Of, nou ja, wat is streng? Mijn mensen moe-ten ’s ochtends op tijd binnen zijn en na een pauze op tijd weer beginnen, maar iedereen werkt naar vermogen hier in de productiehal, waar we assemblage- en inpakwerk doen. Iedereen mankeert wat – ikzelf ook; we zitten allemaal in het-zelfde schuitje. De kunst is om op een goede manier met elkaar om te gaan en

samen te werken. Lizzy is sociaal, secuur en trouw. Ze verzuimt niet meer sinds ze eens per maand onder werktijd naar het inloopspreekuur van de GGZ gaat. Dat geeft haar naast de medicijnen voldoende ruggesteun om het werk aan te kunnen. Alleen piept ze af en toe naar buiten om te roken. Een paar trekjes maar, net genoeg om weer rustig te worden in haar hoofd. Ik zie het door de vingers.”

Op de Cover

Lizzy van Meel (46) is ernstig manisch-depressief. Maar sinds ze bij SW-bedrijf Vixia in Sittard werkt, is ze niet meer opgenomen geweest. Haar teamleidster Richarda Engelen: “Lizzy is sociaal, secuur en trouw. Ze is nog geen dag te laat geweest.”

‘Hoe secuurder, hoe mooier ik het vind’

Auteur: Brigit Kooijman

Foto: Tessa Posthuma de Boer

Lizzy raakte vanwege haar manisch-

depressiviteit arbeidsongeschikt. Omdat

ze toch graag wilde werken, meldde ze

zich bij SW-bedrijf Vixia, waar ze pro-

ductiewerk doet. Teamleidster Richarda

werkte in de terminale zorg, tot ze ernstig

ziek werd. “Ik dacht dat ik nooit meer zo’n

mooie baan zou kunnen krijgen, en nu

heb ik ‘m toch.”

Page 3: Werkt. Nummer 4, 2012

Werkt. november 2012 3

de inhouD

‘Samen kom je verder’Erwin Wigbold, directeur van Visschedijk Facilitair, onderneemt sociaal. Zijn motto? “Alleen ga je sneller, maar samen kom je verder.”

met mensen uit het SW-bedrijf te werken, hoeft de jobcoach minder vaak te komen.”

* Meer informatie

over dit certificaat?

www.pso-nederland.nl

6 HEt WERk VAn

dE jobcoAcH

Kleine interventies met een groot resul-taat, dat is het werk van de jobcoach. We lopen een dag mee.

12 SociAAL

ondERnEMEn

Private, winstgevende bedrijven met minimaal 25% SW’ers in dienst. De sociale ondernemer is een kans voor de toekomst van veel SW’ers.

4 Het moment 5 Het getal | Lees! 9 Haagse zaken 10 Interview: Pieter Winsemius16 Het dilemma: eigen productie of uitbesteden18 Het antwoord: H. van de Kraats20 Het feuilleton - echte ervaringen

uit het SW-bedrijf

n de rubriek Haagse Zaken (p. 9) komt politiek Den Haag aan bod. Ik heb goede hoop op een betere balans voor mensen aan de onder-kant van de arbeidsmarkt. Zoals

wij dat bij Visschedijk zien. Winst maken én goed voor je mensen zorgen kan gewoon samen gaan. Ik hanteer het motto: alleen ga je sneller, maar samen kom je verder.We zijn een facilitair bedrijf; schoonmaak-, catering en hoveniersdiensten voor de zakelijke markt. Wij willen dat ons bedrijf in balans is; niet alleen sturen op winst, maar ook aandacht voor duurzaamheid en voor de mensen die voor ons werken en voor wie wij werken, onze klanten. Ik heb dus met heel veel belangstelling ‘De sociale onderneming’ gelezen op pagina 12. Daarin staat het pleidooi voor certifi-cering van ondernemingen die ‘sociaal’

zijn. Nou, ik kan je zeggen: zo’n certificaat is er*. Als eerste in de branche hebben wij van TNO het certificaat gekregen voor de hoogste trede van de prestatieladder soci-aler ondernemen! Dertig procent van onze medewerkers heeft een achterstand op de arbeidsmarkt, en we zorgen er ook voor dat die mensen langdurig bij ons aan het werk zijn door begeleiding en opleiding. Ja, op het certificaat ben ik trots.

bAAnVAARdigWij hebben in onze branche veel mensen werken die bege-leid worden door jobcoaches. De reportage daarover op pagina 6 is herkenbaar. Het SW-bedrijf is er om de mensen báánvaardig te maken. Wij leren ze alles over het vák. En wanneer onze lei-dinggevenden voldoende vaardig zijn om

‘i

Page 4: Werkt. Nummer 4, 2012

4 Werkt. november 2012

Het momenT

‘Ook hier is het zoeken naar de balans’‘e en week moest hij naden-

ken nadat hij in januari de vacature in de krant zag, maar toen wist Harry

Vogelaar dat hij het erop moest wagen. Hij solliciteerde, na twintig jaar bij het Gelderse SW-bedrijf Lander (waar hij lange tijd directeur was), op een baan als bestuurder bij Syndion, een instelling voor gehandicaptenzorg, die actief is in Gelderland en Zuid-Holland. “Net als in de SW gaat het om kansen bieden aan mensen met een handicap, hen zo goed mogelijk ondersteunen zodat ze waar dat kan regie houden over hun eigen leven. Maar Syndion bestrijkt daarbij alle terreinen van het leven, van wonen tot scholing en van werk of dagbesteding tot gezinsbegeleiding. Dat brede spec-trum sprak mij aan.”

PriKKelenHet is niet niks, om na zo’n lange tijd je vertrouwde sector te verlaten. Maar gelukkig voor Vogelaar (ja, hij werd aangenomen) bleken er veel overeen-

komsten te zijn tussen de sociale werk-voorziening en de gehandicaptenzorg. Meer nog dan hij dacht. “Mensen sti-muleren in hun ontwikkeling en hen prikkelen tot meer zelfstandigheid, dat is wat professionals doen in allebei de sectoren. En, wat me vooral opviel: in allebei is het uiterst belangrijk om de balans te bewaren, want het risico dat je mensen overvraagt is er altijd, en wordt zelfs groter nu in de wet- en regelgeving steeds meer nadruk ligt op eigen verantwoordelijkheid.”

TegenKomenEen ander gevolg van de nieuwe wet- en regelgeving is dat gemeenten in de ondersteuning van kwetsbare groepen op allerlei gebieden een steeds grotere rol krijgen. Vogelaar voorspelt dat dat zal leiden tot vruchtbare samenwer-kingsverbanden. “Omdat het beleid erop gericht is voorzieningen te orga-niseren in de wijken, dicht bij de bur-gers, zullen de domeinen wonen, wer-ken en leven naar elkaar toegroeien – letterlijk en figuurlijk – en dat bete-

kent dat we elkaar aan alle kanten zul-len tegenkomen. Zo zou de woningstichting die onze woonvoorzieningen onderhoudt , arbeidsplaatsen kunnen bieden aan SW ’ers. Je kunt ook denken aan het delen van huisvesting: dagbesteding en sociale werkvoorziening onder één dak. En zo is er heel veel moois moge-lijk, daar ben ik van overtuigd. Reken maar dat ik me daar sterk voor ga maken, want ik ben dan wel de sector uit, maar ik draag de SW nog altijd een heel warm hart toe.”

Tekst: Brigit Kooijman/Foto: de Beeldredaktie

Harry Vogelaar (55) maakte afgelopen september na twintig jaar de overstap van de SW-sector naar de gehandicaptenzorg. Hij ziet allerlei mogelijkheden voor samenwerking. “We gaan elkaar in de toekomst nog vaak tegenkomen.”

‘gehandicaptenzorg en de sociale werkvoorziening komen elkaar op straat tegen.’

‘Zorgen dat we mensen niet overvragen’

Page 5: Werkt. Nummer 4, 2012

Werkt. november 2012 5

de inclusieve arbeidsmarkt, daar gaat het om in het boek ‘Stempel geschikt!’ Het verzamelde 60 visies op werk voor iedereen.

Bert van Boggelen van MVO Nederland en ABU-directeur Aart van der Gaag verzamel-den de antwoorden van zestig

Nederlanders over de inclusieve arbeids-markt, waarin iedereen – Wajong’ers, allochtonen, ouderen, vrouwen – een faire kans krijgen. Vakbonds- en werkgevers-voormannen (m/v), sociale ondernemers, managers en adviseurs/publicisten geven in de vorm van een (fictieve) speech hun visie. Maar ook Wajongers, allochtonen en ouderen zelf. Zij richten zich vooral op politici en ondernemers.

Politiek gezien zijn de meningen van CNV-voorzitter Jaap Smit en VNO-NCW-directeur Niek Jan van Kesteren interessant. Smit wijst op de verantwoor-delijkheid van werkgevers. Van Kesteren wijst naar de overheid, bijvoorbeeld als het gaat over loonkosten van WSW-ers: “Onbegrijpelijk en onacceptabel dat hun laagste salaris ver boven het minimumloon ligt. Dat belemmert hun doorstroom naar reguliere werkgevers.”

slimMinstens zo interessant zijn de contras-terende verhalen van SCP-directeur Paul Schnabel en Wajong-er Maaike Broekhuizen. Schnabel toont met cijfers aan dat flexibilisering van de arbeidsmarkt onontkoombaar is als we ons welvaarts-

niveau willen behouden. Broekhuizen vertelt in een persoonlijk verhaal waar zij als slim kind ooit is vastgelopen en dat ze wel wil werken, maar dat het lastig is om de juiste plek te vinden, omdat ze werk wil doen dat ook geestelijk uitdagend is.

In het boek ontbreken politici, en domine-ren mannen tussen de 40 en 60 jaar. Maar al bladerend door de 60 visies in Stempel geschikt! vind je zeker zienswijzen die inspireren, of tot nieuwe inzichten leiden.

Stempel geschikt!, 60 visies op werk voor iedereen. Auteurs: Bert van Boggelen en Aart van der Gaag, ISBN 9 789023 250746

robin ouwerkerk

% extern geplaatsten is het totaal in 2011. Het aantal mensen dat buiten de muren van het SW-bedrijf werkt is dus verder gestegen, dit jaar met ongeveer twee procentpunt.

Stempel geschikt!lees!

35Het geTal D e sector heeft de afgelopen

jaren steeds actiever inge-zet op zo regulier mogelijk plaatsen van mensen en dat

is in de resultaten ook duidelijk terug te zien. Met name groepsdetachering laat een flinke groei zien van bijna 10%. Ook bij de instroom in het werknemers-bestand is het aandeel dat extern wordt geplaatst gestegen, namelijk van 32% in 2010 tot 35% in 2011.

sTeeDs meer BuiTenOver meer jaren gezien is er elk jaar sprake van een stijging: zo was het per-centage extern geplaatsten in 2005 nog 19%, en is dat in 2011 opgelopen tot 32%. Ook het aandeel dat niet bij een externe werkgever maar wel buiten de muren van het SW-bedrijf werkt, neemt elk jaar toe, en is in diezelfde periode vanaf 2005 bijna verdubbeld van 14% naar 26%.

minDerheiD BesChuTEr zijn dus steeds meer werknemers bui-ten het eigen SW-bedrijf werkzaam, dan wel bij een externe werkgever via bege-leid werken, individuele- of groepsdeta-

60 visies oP De arBeiDsmarKT

chering, dan wel via werken op locatie in bijvoorbeeld het groen of de schoon-maak. Het is daarmee al enkele jaren niet meer dan een minderheid die nog echt in een beschutte omgeving werkt.

rob Koorda

Foto: eljee Bergwerff

Page 6: Werkt. Nummer 4, 2012

6 Werkt. november 2012

rePorTage: dagelijkse interventies van een jobcoach

‘Nooit met lege handen lopen’Hoe breng je de wensen van de werkgever en de mogelijkheden van een SW-medewerker bij elkaar? Voor een inkijkje in de alledaagse praktijk vergezellen we jobcoach dick Zuurveen bij zijn tocht langs werkgevers en cliënten in deventer. “Shauni moet in ons team passen.”

Page 7: Werkt. Nummer 4, 2012

Werkt. november 2012 7

rePorTage: dagelijkse interventies van een jobcoach

links: geregeld gaat Zuurveen langs bij werk-gevers om te kijken of de inzet van de sW’er naar wens verloopt. Boven: op bezoek bij marti, gedetacheerd als ‘medewerker algemene zaken’ in het magazijn van heineken. rechts: “Je bent hier om anderen te ontlasten.”

Dick Zuurveen is als jobcoach ver-bonden aan sallcon Werktalent. Zij zijn gespecialiseerd in werkgelegen-heid en arbeidsre-integratie in de regio Deventer. Ze noemen zich ‘werk-makelaar’ voor iedereen die hulp nodig heeft bij het vinden van werk.

‘D e 19-jarige Shauni heeft een Wajong-uitkering, maar het was niet haar beperking die een knelpunt opleverde bij het spoelen van laboratoriumgla-

zen en andere facilitaire taken. Wel haar kijk op een efficiënte uitvoering van haar werk. In het begin was ze te terughoudend en liep te vaak met lege handen heen en weer tussen verschillende afdelingen op het terrein van Akzo Nobel. “Nee, de plaatsing van Shauni was niet meteen een succes”, vertelt Dick Zuurveen, terwijl hij met zijn Citroën Picasso de parkeerplaats oprijdt bij de vesti-ging in Deventer. Als jobcoach bij Sallcon Werktalent komt hij twee maal per week langs om haar te begelei-den en overleg te voeren met haar manager. Zijn eer-ste insteek: de behoefte van de werkgever vervullen. “Dat is het enige dat telt. Als de werkgever niet tevre-den is, gaat het niet werken.”

BelevingsWerelDMaar wat is die werkgeversbehoefte precies? “Het belangrijkste voor Akzo Nobel is dat we haar kun-nen inzetten waar we haar nodig hebben”, zegt Ron van Leeuwen, teamleider van de afdeling Services &

Facilities, waar Shauni ondergebracht is. “We had-den behoefte aan extra handen. Natuurlijk kijken we ook naar het sociale aspect, maar dit is wel een afde-ling waar we honderd procent service moeten leveren. Daar worden we zelf ook op afgerekend.”Vandaag bespreken Zuurveen en Van Leeuwen hoe Shauni’s toekomst bij Akzo Nobel eruit ziet. Ook voorman Gerrit Mol voegt zich bij het gesprek. “We zitten hier met drie vijftigers bij elkaar”, begint Zuurveen. “Misschien heeft Shauni als 19-jarige een andere belevingswereld dan wij…”Later zal hij vertellen dat hij altijd naar de gemeen-schappelijke deler zoekt met de werkgevers met wie hij in gesprek is. In dit geval een gedeeld gevoel van vaderlijkheid.

ramen laPPenInzet, efficiency en kostenbesparing, dat is vandaag de rode draad bij de bedrijfsbezoeken van Zuurveen. Eerder deze dag ging de jobcoach op bezoek bij zijn cliënt Marti, die gedetacheerd is als ‘medewerker algemene zaken’ in het magazijn van Heineken. In de praktijk betekent dat manusje van alles: flessen sorte-ren, vegen en de rolcontainers bij elkaar zetten. Grote bedrijven als Heineken en Akzo Nobel hebben weinig moeite met de bureaucratie rondom de inzet van mensen met een arbeidshandicap, is de ervaring van Zuurveen. Daarvoor beschikken ze over gespeci-aliseerde afdelingen. Anderzijds hechten ze extra veel waarde aan kwaliteit en expertise, dus de medewer-kers moeten goed inzetbaar zijn. In het gesprek met Marti benadrukt Zuurveen dit dan ook diverse malen. “Je bent hier neergezet zodat anderen ontlast worden”, houdt hij hem voor bij het coachingsgesprek. Ook Ron van Leeuwen van Akzo Nobel legt de nadruk op de kwaliteit van het werk. “Wij zijn in dit bedrijf gigantisch bezig met veiligheid. Iedereen krijgt hier een intensieve training. We hebben dus mensen nodig die zich aan de regels houden en verantwoor-ding nemen. We moeten weten: daar hebben we wat aan.”Over Shauni hadden ze hun twijfels. “Ze deed de dagelijkse overdracht niet zoals verwacht”, zegt Van Leeuwen. “Ondertussen leek ze geen idee te hebben wat daarvan de gevolgen waren.”Sallcon werkt regionaal samen met opdrachtgevers (UWV en gemeenten) en werkgevers, bijvoorbeeld

‘We rekenen uiteindelijk af op inzetbaarheid’

Page 8: Werkt. Nummer 4, 2012

8 Werkt. november 2012

rePorTage

Hoe benader je werkgevers? dick Zuurveen geeft een aantal tips over zijn werkwijze.

oP PRoEF - Stel eerst een proefperiode in. Zo geef je mensen de ruimte om aan elkaar te wennen.

WooRdkEUS - Spreek niet met een werkge-ver over ‘functiecreatie’, zegt Dick Zuurveen. “De werkgever denkt dat er extra functies bij komen, terwijl hij eerder minder medewerkers wil. Praat liever over een herschikking van

werkzaamheden, waardoor iedereen het werk doet dat het beste bij hem of haar past.”

nEtWERkEn - Volg bedrijven, kenniscentra en vacaturebemiddelaars op twitter of andere social media. “Zo zie je snel waar je op nieuwe mogelijkheden kunt inspringen.”

EERLijkHEid - Hemel een kandidaat niet op, maar blijf altijd eerlijk. Is een werkgever niet tevreden, detacheer de kandidaat dan ergens anders.

De Wens van De WerKgever is leiDenD

bij het uitwisselen van vacatures en intervisie. Ze signaleren samen nieuwe kansen en peilen werkge-versbehoeften. Een commercieel team voert binnen Sallcon de regie over alle vacatures die binnenkomen. Dat team weet ook wie er al contact heeft met een bedrijf.Dat alles gebeurt met één doel: plaatsing van mensen met een achterstand op de arbeidsmarkt én werkge-vers op een eerlijke en goede manier voorzien in hun behoefte. De Wajong’er die Zuurveen ergens probeert te plaatsen, is wellicht niet de allerbeste die de werk-gever kan krijgen op de arbeidsmarkt. Daar moet je eerlijk over zijn, vindt hij. “Je moet een kandidaat niet ophemelen.” Wel zoekt hij naar allerlei mogelijkheden om een plaatsing aantrekkelijk te maken. Vindt een werkge-ver een proefplaatsing een stap te ver, dan oppert hij een werkervaringsplaats. “Als het niet lukt, haal ik iemand snel weg. Maar vaak gaat de werkgever tijdens zo’n proefperiode onvermoede eigenschappen zien. Medewerkers met een Wajong-uitkering zijn meestal sterk gemotiveerd.”

TaalCursusShauni zat een tijd terug bij Akzo Nobel op de wip om te vertrekken. Hoog tijd om te laten zien wat mee-denken op de werkplek in de praktijk betekent. “Pas

dan gaat de werkgeversbenadering echt werken”, zegt Zuurveen. Zelf was hij jarenlang bedrijfsleider bij een verffabriek en weet daardoor het nodige af van productieprocessen. Hij liep twee uur met voorman Gerrit Mol mee om beter te zien waar de knelpunten lagen. Vervolgens structureerde hij haar hele werkpro-ces. “In dat gebouw zet je eerst het spoelapparaat aan en dan ga je naar de volgende machine op die locatie”, wees hij haar. “Terwijl je die machine dan aanzet, doe je alvast de was in de wasmachine. Zo hoef je nooit onnodig heen en weer te lopen.”Vandaag leunt Zuurveen ontspannen tegen zijn stoelleuning in het kantoor van Akzo Nobel. Ron van Leeuwen is nu tevreden over Shauni. “Ze snapt goed hoe ze efficiënt kan werken,” herhaalt hij enkele malen. Gerrit Mol knikt instemmend. “De overdracht gaat een stuk beter, ze doet dat nu mondeling in plaats van te vaak een notitieboekje te gebruiken”, rappor-teert hij. “Ze houdt het echt netjes bij.”Akzo Nobel heeft Engels als voertaal. Shauni gaat op kosten van het bedrijf een taalcursus volgen, die aan-gepast is op haar dyslexie, kondigt Van Leeuwen aan. Een goed teken, begrijpt Dick Zuurveen. “Ja, we heb-ben gepland dat ze hier blijft”, bevestigt Van Leeuwen.Wat de teamleider van Akzo Nobel zo aanspreekt, is niet alleen dat Shauni haar werk nu veilig en efficiënt doet, maar ook dat ze een praatje maakt. Ze heeft een enorme ontwikkeling doorgemaakt, stelt hij. “De bewoners van de andere gebouwen kennen haar nu. Het is een hartstikke leuke meid.”

Tekst: sigrid van iersel/Foto’s: Fotografie Duna

Niet ophemelen

Page 9: Werkt. Nummer 4, 2012

Werkt. november 2012 9

haagse zaken

Wat we al wél weten: De sector teert in

ongetwijfeld maken de onderhandelende partijen VVd en PvdA afspraken over de onderkant van de arbeidsmarkt. de uitkomst daarvan, en zeker de precieze invulling, is op dit moment onbekend. Maar er zijn wel cijfers bekend van de sector. ook voor na de formatie van nut.

op het moment van schrij-ven vergaderen de fracties van VVD en PvdA over een concept-regeerakkoord.

Ongetwijfeld gaan de onderhande-lingspartners VVD en PvdA ook samen afspraken maken over wat we noemen ‘de onderkant van de arbeidsmarkt’. Liggen er nieuwe bezuinigingen in het vooruitzicht? Komt er nu echt één rege-ling? Op dit moment weten we dat nog niet.Wat we inmiddels wel weten, zijn de meest actuele branchecijfers. Adviesbu-reau KplusV heeft die weer voor ons ver-zameld. En die cijfers leveren een hoop nuttige informatie op voor de onderhan-delaars van VVD en PvdA.

TeKorT sTiJgT, seCTor sniJDTWat eruit springt is dat het tekort in de hele sector sterk is gestegen. In 2010 was er nog een tekort van 33 miljoen, in 2011 is dat gestegen tot 135 miljoen. Het is het onvermijdelijke gevolg van de bezuinigingen. In 2011 is de Rijkssubsi-die gekort met 120 miljoen euro. Ook is de subsidie niet geïndexeerd. En boven-dien hadden gemeenten in 2011 veel

minder budget voor re-integratie. Dat betekent dat SW-bedrijven fors aan de bak moeten om het tekort op te van-gen. En dat gebeurt ook, zo zie je overal in het land. SW-bedrijven snijden in de kosten of proberen hun opbrengsten te vergroten, bijvoorbeeld door een hogere productie. Waar dat niet lukt of niet vol-doende is, moet de gemeente vaak bij-springen of teren de bedrijven in op hun eigen vermogen.

loonKosTen nauWeliJKs Te BeïnvloeDenIn de nieuwe uitgave van de branchecij-fers is ook gekeken welke factoren die het bedrijfsresultaat bepalen SW-bedrij-ven zelf kunnen beïnvloeden en welke niet. SW-bedrijven kunnen natuurlijk zelf een groot aantal keuzes maken die hun resultaat beïnvloeden, maar er zijn ook veel factoren die niet of nauwelijks te beïnvloeden zijn. Met stip op 1 staan daarbij de loonkosten van SW’ers. Die worden bepaald door de cao, die overi-gens ooit door het Rijk zelf is afgespro-ken. De gemeenten hebben de cao later overgenomen. Dit gegeven zou duidelijk op de tafel van de formatiepartners moeten liggen.

Want het grootste deel van de kosten van SW-bedrijven zijn die loon-kosten. En het is logisch dat de rech-ten van mensen worden gerespecteerd. Maar dat mag niet ten koste gaan van de mensen die nu nog (gaan) instromen. Ook zij hebben recht op werk, dus moet er voldoende geld beschikbaar zijn om hen naar een geschikte baan te begelei-den.

Tekst: Petra klap/Foto: hh - martijn Beekman

de branchecijfers 2011 in een notendop 2011 2010Aantal Wsw’ers 104.200 104.800

Wsw’ers aan de slag bij een gewone werkgever 32% 31%

Aantal professionals bij SW-bedrijven 10.800 11.400

Stand wachtlijst 20.300 21.000

Bedrijfsresultaat -135 mln -30 mln

Page 10: Werkt. Nummer 4, 2012

10 Werkt. november 2012

Het inTervieW: PieTer Winsemius

o nlangs verscheen het rapport ‘Vertrouwen in burgers’. Pieter Winsemius en zijn team van de Wetenschappelijke Raad voor het

Regeringsbeleid stellen vast dat we toegroeien naar een netwerksamenleving, waarin de burger meer en vaker zelf aan zet is – in het ideale geval vanuit ‘eigen kracht’. Organisaties in de sociale werkgelegenheid zien deze ontwikkeling, en wil-len hem omarmen. Marleen Damen directeur van Cedris vroeg Winsemius naar zijn visie.

Pieter Winsemius: ‘Mensen komen het best tot hun recht in hun normale omgeving. Daar is voldoende veiligheid en zekerheid. Dat geldt ook voor mensen met een arbeidshandicap. Die moeten in hun eigen omgeving wonen en werken, liefst als een zo gewoon mogelijke werknemer. Hun eigen netwerk hebben. Pas als dat niet lúkt, moet je terugvallen op de insti-tuties. En die moeten dan maximaal bouwen op die eigen netwerken.’

Ook wij vinden dat. ‘Iedereen is het hier inderdaad altijd mee eens. Maar er zijn drempels voor die verandering. Allereerst: de korte termijn domineert de lange termijn. Er is een acuut probleem, dan wordt er weer mannelijk gedaan, een taskforce of zo, en daarna is er niet echt iets ver-anderd. Ook zijn er remmende systemen en structuren. Waarbij het behoud van de eigen organisatie nog de belangrijkste rem is. Iedereen zijn eigen toko, de afstand tussen partijen maximaal. Als derde: de schurende logica’s. Wie krijgt er gelijk? De professional, of de SW’ers zelf, of wellicht hun ouders? Hun argumenten wegen niet even zwaar.’

Dat herken ik, helaas. Soms geven we werkne-mers niet het recht op keuzes en eigen fouten. Ouders of begeleiders die iemand afraden om

‘De buurt’ is niet het recept

Mensen willen regie op het eigen leven. En ze kunnen zekerheid en

veiligheid in eigen omgeving, in hun netwerk vormgeven. die ‘eigen kracht’ hangt in de ogen van Pieter

Winsemius in de lucht. ook in de sociale werkgelegenheid.

Page 11: Werkt. Nummer 4, 2012

Werkt. november 2012 11

Pieter Winsemius (7 maart 1942)

was namens de vvD twee maal

minister van vrom (lubbers i

en Balkenende iii). hij is natuurkundi-ge en was firmant

bij adviesbureau mcKinsey van

1980 tot 1982 en van 1986 tot 2002.

sinds april 2003 is hij met tussen-pozen lid van de

Wetenschappelijke raad voor het

regeringsbeleid. ook is hij bijzon-

der hoogleraar management

van Duurzame ontwikkeling aan

de universiteit van Tilburg.

hij is getrouwd met naar eigen

zeggen ‘de liefste vrouw van de

wereld’ en heeft drie kinderen.

Interview: marleen

Damen en marije

van den Berg

Foto: hh - martijn

Beekman

Het inTervieW: PieTer Winsemius

‘Teampjes rond mensen maken’

bij een gewone werkgever te gaan werken, bij-voorbeeld, omdat ze de veiligheid zo belangrijk achten. ‘Tot slot is er remmende onzekerheid. Veel profes-sionals in de uitvoering merken dat de nek uitsteken vooral leidt tot gedoe en stress. Onderwijzers die een eerste keer een probleemkind onder de arm nemen en ermee langs alle loketten gaan. En dan merken dat het hun probleem is geworden, maar ze niet gesteund worden. Een volgende keer steken ze minder snel hun hand uit. En gaat het vaak mis, dan gaan ze wegkijken.’

Dit is inderdáád wat er gaande is. Ik word daar wel een beetje treurig van. Gaat het lukken? ‘Hé, maar er is wel het een en ander aan te doen!’

Gelukkig.‘Allereerst moeten we ophouden met kortetermijn-successen vieren en ‘experimenten doen’. We weten inmiddels wel dat veranderingen op sociaal gebied een lange adem hebben. We moeten een langeter-mijnvisie hebben, en bewindspersonen moeten die gaan uitdragen.’

Eens..!‘Ook moet je de voorlopers sterker maken. De vijftien procent die altijd vóór is. “Teken mij maar in!”-zeggers. Optimistisch op het naïeve af. Daar moet je het van hebben. Maak die mensen succesvol. Jullie zullen ze ook kennen: medewerkers die met een gedurfd plan komen om beter in te spelen op de capaciteiten van werknemers. Aan managers bij jullie bedrijven en bij bestuurders de taak om daar volmondig ‘ja’ op te zeggen. Gáát het een keer fout, dan moeten die leiders de schuld op zich nemen. Volmondig. SW-directeuren moeten hier niet truttig in zijn. Daar worden ze voor betaald. Dan gaat de grote massa ook lopen. Dan is er vertrouwen dat dat kan.’

En hoe organiseren we dat?‘Natuurlijk kijkt iedereen naar een organisatie als Buurtzorg. De teams melden zich daar aan, iedereen wil er werken. Want daar hebben ze kleine teampjes van professionals met handelingsbevoegheid.

En doe je dat dan op wijkniveau?‘Nee. Wijken zijn te groot. ‘De buurt’ bestaat ook niet. Daar hebben we echt een fout gemaakt. In de buurt kan echt wel wat, maar het is niet het recept. We moeten uitgaan van de netwerken rond één mens. Vraag: wie zit er in je netwerk? Dat zijn soms buren, maar veel vaker niet. Familie, maar bijvoor-beeld ook de voetbalclub.’

Kan een Kabinet daaraan bijdragen?‘Er moet een bewindspersoon de lijn uitdragen. Maar lokaal gebeurt het. De ‘tweede lijn’ moet je van onderuit koppelen en weven. De instituties - sociale werkplaatsen, scholen, gemeenten, de voetbalclub - die leggen er een laagje overheen. De verbindingen tot stand brengen.’

En de mensen zelf?‘Daar gaat het natuurlijk om. En zij kunnen veel meer dan de meeste mensen denken. De nieuwe zelfredzaamheid: de mensen om je heen, daar rooi je het mee, pas in tweede instantie laat je je ondersteu-nen door de professional. Die is er voor jou, maar ook voor jouw netwerk.’

Kijken naar wat mensen met een beperking kunnen en willen in het werk, met de werkgever in gesprek over hoe je het kunt organiseren en dan ook kijken wat werkgevers en werknemers zelf kunnen organi-seren. Pas als dit niet lukt, inspringen. ‘Als we dat voor elkaar krijgen, en de rest láten, dan is er vooruitgang.’

Page 12: Werkt. Nummer 4, 2012

12 Werkt. november 2012

Het Dossier: de sociale onderneming

Er zijn ondernemers die als expliciet doel hebben om te werken met werknemers met een afstand tot de arbeidsmarkt. Hun bedrijf heeft, naast gewoon een zakelijk doel, dus een maatschappelijke doelstelling. Sociaal ondernemerschap is een zeer kansrijke manier om werkplekken te maken aan de onderkant van de arbeidsmarkt. in dit dossier verkennen we de kansen van deze voor nederland relatief nieuwe bedrijfsvorm.

De sociale onderneming bestaat

Henk van Eijk van kringloopwinkel Rataplan : “onze SW’ers zijn trouw en klagen niet over een beetje hoofdpijn. Het ziekteverzuim bij de reguliere werknemers neemt hierdoor ook af.”

Page 13: Werkt. Nummer 4, 2012

Werkt. november 2012 13

E en werkgroep van SW-directeuren en medewer-kers van brancheorganisa-tie Cedris is op dit moment doende het begrip ‘sociaal

ondernemerschap’ te definieren. Ook onderzoeken ze de mogelijkheden om sociale werkgelegenheid in de toekomst op een andere manier te realiseren. In de verkenning van sociaal ondernemer-schap zijn kenmerken van een ideaal-typische sociale onderneming onder-zocht. Die zijn: - Een sociale onderneming is een

onderneming die voor dubbel rende-ment gaat.

- Het sociale rendement ligt in het invullen van minimaal 25% van de

werkplekken met personen met een achterstand tot de arbeidsmarkt.

- Het financieel-economische rende-ment is een voorwaarde om de sociale doelstelling te behalen.

- De onderneming opereert op een commerciële basis, waarbij voor minimaal de helft van de opbrengsten uit levering van goederen en/of dien-sten uit de markt komt.

- De beloning van de doelgroep sluit aan bij de hiervoor wettelijke regelin-gen.

geen verKaPT sW-BeDriJFZijn sociale ondernemingen niet SW-bedrijven met een andere naam? Dat niet: er is een duidelijk verschil. Een

sociale onderneming heeft te maken met concurrentie, kan een brede doel-groep van mensen aannemen, heeft vacatures en selecteert dus zijn eigen personeel. SW-bedrijven daarentegen hebben het alleenrecht tot de uitvoe-ring van de Wsw, zijn verplicht mensen te plaatsen binnen hun bedrijf en bij financiële tekorten springen gemeenten noodgedwongen bij.

Deze verkenning moet leiden tot een gedra-gen visie op sociaal ondernemen en de rol van het SW-bedrijf in het netwerk van private bedrijven en gesubsidieerde arbeid. Brancheorganisatie Cedris zal hier vanzelf-sprekend over blijven berichten.

Marjo gruisen, directeur van SW-bedrijf de inclusief groep, is ervan overtuigd dat er een einde komt aan de traditionele sociale werkvoorziening. in het ‘sociaal ondernemerschap’ ziet zij een oplossing.

Waar hebben we het over?

Bent u een pionier?“In de branchevereniging zit ik er wel op te beuken. Er liggen kansen voor SW-bedrijven om zich gedeeltelijk om te vor-men tot sociale ondernemingen. Kijk, in de koers van een ‘arbeidsontwikkelbe-drijf ’ heb ik nooit geloofd. Je ontwikkelt mensen door en via werk, niet in nep-omgevingen. Sociale ondernemingen bie-

den expliciet ruimte aan mensen met een lage loonwaarde.”

Hoe ziet u dat in de praktijk?“Mensen met een echt lage loonwaarde zijn het moeilijkst aan het werk te krij-gen. Normaal krijg ik deze werknemer lastig gedetacheerd. In een sociale onder-neming, bijvoorbeeld een verzelfstan-

digd schoonmaakbedrijf, kan ik hem mee laten lopen met de betere werknemers en krijg ik hem wél aan de slag.”

Is het zo eenvoudig?“De mix in je bedrijf tussen gewone werk-nemers en mensen met een arbeidshan-dicap is daarbij essentieel. De regulie-re werknemers - ideaal gezien minimaal

Er bestaan veel soorten ondernemingen die je onder het brede begrip ‘sociale ondernemingen’ of vergelijkbare termen kunt scharen. belangrijk bleek het om het begrip duidelijker te definiëren voor de SW-sector. Wat is de ideaaltypische sociale onderneming?

‘Het roer moet om’

Page 14: Werkt. Nummer 4, 2012

14 Werkt. november 2012

Het Dossier: de sociale onderneming

‘Je bent gek, zeiden collega-ondernemers’rataplan en greenFox ondernemen sociaal:

een derde van de onderneming - zijn vaak zakelijker. SW’ers zien dat bijvoorbeeld overwerken er soms bij hoort en dat ver-andert ook hun manier van werken. Dit zogenoemde ‘verwateren’ is belangrijk.”

Wat weerhoudt ondernemers?“Ondernemers willen wel sociaal onder-nemen, maar niet tegen elke prijs. Niet elke ondernemer is in staat om men-sen met een lage loonwaarde in dienst te nemen. Bovendien hebben ze te maken met de zogenaamde kostenmultiplier. Mensen die bijvoorbeeld een loonwaar-de van 50% hebben, zijn qua indirecte kosten twee keer zo duur als een regulie-re kracht”.

Heeft u een oplossing?“Als de overheid dát nu afkoopt, kunnen mensen aan het werk, en uit de uitke-

ring. Dat scheelt miljarden. Door middel van fiscale regelingen en het toekennen van aanbestedingen aan sociale onder-nemingen maak je het voor ondernemers een stuk aantrekkelijker om deze groep in dienst te nemen. Wellicht moet er een soort ‘keurmerk’ of juridische vorm voor een sociale onderneming komen.”

Wat wordt uw rol als SW-bedrijf?“Het SW-bedrijf is vaak nog monopolist in het bieden van werkgelegenheid aan deze groep. Ik denk dat het goed is dat deze rol verandert. We kunnen helpen om zaken mogelijk te maken: meeden-ken in het herstructureren van arbeidsor-ganisaties; zorgen voor begeleiding op de werkvloer en arbeidspools creëren voor groepsdetacheringen. Ook particulie-re initiatieven, in samenwerking met de SW-bedrijven, hebben aanmoediging en

ondersteuning nodig. Daar zie ik een taak voor de branchevereniging en ik wil daar graag aan bijdragen.”

Hoe ziet u de toekomst?“De kloof tussen vraag en aanbod aan de onderkant van de arbeidsmarkt is de uit-daging van de eeuw. De reguliere markt biedt onvoldoende geschikte vacatu-res en laaggeschoold werk wordt door te hoog opgeleiden gedaan. Eenvoudig productiewerk moet weer naar Neder-land komen. Dit vereist een out-of-the-box denk- en rekenmodel. Een overheid die uitkeringen omzet in loonkostensub-sidies én sociale ondernemingen onder-steunt, helpt. Daarnaast kan de deskun-digheid en ervaring vanuit de SW-infra-structuur de onwetendheid tussen par-tijen wegnemen. Dan lukt dit, daar ben ik heilig van overtuigd.”

“Ik kom uit het vastgoed en daarvoor werkte ik op de beurs. Daar zijn je col-lega’s niet altijd je vrienden. Toen ik met partner Henk Klip GreenFox wil-de oprichten, was werken met mensen uit de sociale werkvoorziening één van de opties. Misschien niet de goedkoop-ste, maar wel de leukste. De vooroorde-

len over het werken met deze jongens zijn groot. “Je bent gek”, zeiden collega-ondernemers. Ze zagen echter niet dat deze groep juist een voorsprong heeft: niemand kan zo goed repeterende werk-zaamheden uitvoeren en heeft zo weinig last van ontwikkelingsdrang. Ze zijn juist tevreden als ze elke dag dezelfde werk-zaamheden hebben. Dat past geweldig bij GreenFox. Kijk, het is heel simpel: wij maken bestaande TL-verlichting ener-giezuinig en dat betekent dat elk arma-tuur na het ombouwen moet gaan bran-den. Dat verveelt onze jongens nooit.

geen verTroeTelmoDelWij geloven niet in het vertroetelmodel: je komt op tijd en doet je werk, net als bij elk ander bedrijf. We weten vaak niet eens welke handicaps onze medewerkers heb-ben. Natuurlijk: onder druk zetten helpt niet. Maar dat is ook niet nodig, het gaat eigenlijk altijd goed. De enige die extra begeleiding krijgt, is een ervaren instal-lateur die affectie met deze groep heeft.

Die stuurt hen aan op de werkvloer. We stimuleren ze zoveel mogelijk naar buiten te gaan; gaan mee naar werkbezoeken, ontmoeten wethouders. Zij durven din-gen te vragen die een gewone werknemer niet durft: “jij bent toch de baas, jij zou dit toch regelen?” Een samenwerkingspartner van ons is de ABN Amro, die ook opdrachtgever is. Erg fijn als het af en toe iets rustiger is. Dan kunnen we hun kantoren van nieuwe, energiezuinige verlichting voorzien. Sub-sidies, fiscale voordelen? Ik geloof er niet in. Motivatietrainingen op de hei? Niet nodig. We moeten gewoon winst maken, en dat lukt. Naar mijn idee kan elke ondernemer op deze manier een winst-gevende onderneming leiden. Het vraagt alleen een omslag in denken: bij verbou-wingen hoeft de allround installateur niet alles te doen. Sleuven maken en frasen kun je prima aan onze jongens overlaten. En neem maar van mij aan: een gemoti-veerdere werknemer vind je nergens.”

Wie: GreenFoxDoet: specialist in het ener-

giezuinig maken van bestaande TL-verlichting

Heeft: ongeveer 100 werkne-mers met een afstand

tot de arbeidsmarkt in dienst (80% van het

bedrijf)Aan het woord: medeoprichter/aandeel-

houder Renzo Deurloo

Page 15: Werkt. Nummer 4, 2012

Van Eijk: “Het viel niet mee om al mijn werknemers vanuit mijn SW-bedrijf regulier aan het werk te krijgen. Na een kennismaking met de eerste kringloop-winkel van Rataplan, zag ik kansen dat concept uit te bouwen. Ik merkte in de praktijk dat duurzame en sociale onder-nemingen vaak open staan deze doel-groep aan te nemen. Zonder de histori-sche ballast van een bestaand SW-bedrijf kon ik een onderneming oprichten. Dat was acht jaar geleden en inmiddels heb-ben we negen volledig private kring-loopwinkels en veertien NS fietsenstal-lingen in beheer. Naast werkgelegenheid biedt het een mooie leer- en werkplek.

Alle werknemers krijgen betaald volgens de cao en bouwen pensioen op. Het gros van de werknemers heeft een afstand tot de arbeidsmarkt, maar ik ben blij met deze verdeling. Deze mensen hebben een positieve werking op de reguliere werk-nemers: ze zijn trouw en klagen niet over een beetje hoofdpijn. Het ziekteverzuim bij de reguliere werknemers neemt hier-door ook af!

nieuWe WinKels van De WinsTOndernemers zijn vaak bezorgd over de opbrengst. ‘Krijg ik subsidie? Hoe is de begeleiding geregeld? Wordt een

werknemer niet snel ziek?’ We nemen die bezorgdheid weg door trainingen te geven en ondernemers te garanderen dat we langdurig zieke werknemers terugne-men. Inmiddels zijn we expert in het her-plaatsen van mensen: we hoeven echter nauwelijks gebruik te maken van deze regeling. Slechts een paar procent per jaar valt uit, en dat is minder dan bij detache-ring. We zijn ambitieus: op de business moet winst gemaakt worden. Daarmee ope-nen we nieuwe winkels. Ik droomde hier natuurlijk alleen maar van, acht jaar gele-den. Ik heb nu mensen in dienst - vaak uit de Wsw - die de waarde van produc-ten kunnen inschatten, een route kunnen plannen en zelfs leiding geven. Werkne-mers met een lagere loonwaarde pakken in en spiegelen producten. Omdat ze echt bij het bedrijf horen, schudden ze het stigma van SW-er van zich af. Ze stralen in hun werkkleding, zijn trots en loyaal naar het bedrijf. Prachtig toch?”

Tekst: Karlijn Broekhuizen/Foto’s: edwin Weers

Werkt. november 2012 15

Wie: Stichting RataplanDoet: creëert kansen voor mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt en

levert tegelijkertijd een bijdrage aan een schoner milieuHeeft: in negen kringloopwinkels en veertien fietsenstallingen 165 werknemers

met een afstand tot de arbeidsmarkt en 70 reguliere werknemers in dienstAan het woord: medeoprichter Rataplan en SW-directeur (WNK) Henk van Eijk

‘Op de business moet winst gemaakt worden’

Van de meeste van zijn werknemers weet oprichter van greenFox Renzo deurloo (rechts) niet wat ze precies mankeren.

Page 16: Werkt. Nummer 4, 2012

Het Dilemma

16 Werkt. maart 2012

BinnenhouDenrene van holsTeiJn algemeen directeur iW4

‘Wij hebben eigen bedrijven nodig om mensen te leren werken’

‘Laat ik gelijk duidelijk stellen: voor verlieslijden-de productielijnen, waarvoor dure machines nodig zijn, is geen plaats in een SW-bedrijf. Daar moet je gewoon vanaf ”, zegt algemeen directeur René van Holsteijn van SW-bedrijf IW4 uit Vee-

nendaal. IW4 heeft een groenbedrijf, een schoonmaakbedrijf, metaal, verpakkingen en montage. 250 van de 400 fte werkt bij eigen activiteiten. “De enige productie die we hebben afge-stoten is ons houtbedrijf. Daar waren we afhankelijk van één opdrachtgever en die verhuisde naar het buitenland. Maar de andere bedrijven willen we houden om mensen te leren wer-ken.”

heT Kan nieT uiTVolgens Ivo Korte van SW-bedrijf De Sluis Groep is het in eigen hand houden van productie voor dit Woerdense SW-bedrijf geen haalbare kaart. “Tien jaar geleden hadden wij nog hele straten met lasrobots. We maakten veilingkarren en trappen. We zijn ermee gestopt. Ga je uit van de werkelijke netto toege-voegde waarde, en je rekent de kosten echt toe, met dure machi-nes, met auto’s die vervoeren, huisvesting, marketing, overhead, dan kan het niet uit. Met dure machines heb je geen profijt van je goedkope arbeid. Bovendien kan een SW-bedrijf die machi-nes per dag niet zo lang laten draaien als reguliere bedrijven dat doen.”Maar ook het commercieel aanbieden van diensten beperkt Korte zoveel mogelijk. “Als je mee wilt doen in een branche, moet je bij de besten kunnen horen. Dat is niet mogelijk in groen én in catering én het maken van apparaten én schoonma-ken. Mijn stelling is: als ik het rendabel kan maken, dan is er een ondernemer die het beter kan. Ik wil in één ding echt goed zijn, en dat is arbeidsontwikkeling.”SW-bedrijven die zich niet actief op de dienstenmarkt begeven, hebben nog een voordeel, zegt Korte. “Die hoeven niet mee te doen met aanbestedingen. Als we het werk zouden krijgen, dan vindt men het concurrentievervalsing. Als we het niet krijgen zitten medewerkers op de bank. En ik wil geen concurrent zijn van de bedrijven waar ik mensen wil detacheren, ik wil met ze samenwerken.”

Weer oP De railsRené van Holsteijn van IW4 benadrukt dat ook híj het plaatsen van mensen bij reguliere werkgevers belangrijk vindt. “Maar

Eigen productie. de ene SW-directeur vindt het activiteiten die een SW-bedrijf in huis moet hebben. de ander vindt de kosten en het risico te groot en stoot ze af.

‘Eigen productie: afstoten of binnenhouden?’h

Page 17: Werkt. Nummer 4, 2012

Werkt. maart 2012 17

aFsToTenivo KorTe algemeen directeur van de Sluis groep

‘Ik wil in één ding echt goed zijn, en dat is arbeidsontwikkeling’

wij hebben een eigen leerwerkbedrijf nodig van voldoende omvang om variëteit in werkzaamheden te houden. We heb-ben mensen uit de bijstand, Wsw’ers, maar ook jongeren die uit het onderwijs dreigen te vallen en op het randje van criminali-teit staan. Door strakke begeleiding krijgen we die jongeren via werk vaak weer op de rails. Ons leerwerkbedrijf brengt disci-pline bij en die jongeren richten hun energie op goede dingen. Voor een deel van die groep is de metaalafdeling heel waarde-vol. Sommigen stromen door naar het ROC”.Het eigen leerwerkbedrijf van IW4 dient ook als buffer, zegt Van Holsteijn. “Als individuele detacheringen aflopen, komen mensen terug. Soms hebben we dan niet direct een andere plek. Maar op onze eigen bedrijven blijven ze wel aan de slag.”En over de aanbestedingen: “Natuurlijk kunnen wij bij aan-bestedingen niet concurreren met ondernemers. In het groen wordt gewerkt met afbraakprijzen, daar kunnen wij niet tegen-op. Maar onze aandeelhouders – gemeenten – tonen hun com-mitment door onze groen- of schoonmaakdiensten in te huren. Dat zijn geen aanbestedingen, maar inbestedingen.”

BesTenDigheiDVan Holsteijn is ook om andere redenen voorzichtig met het volledig outsourcen van activiteiten. “Ik wil wel eens zien hoe bestendig dat is. De ondernemer die jouw activiteiten overneemt kan ook een aanbesteding mislopen. En wat doet hij dan met Wsw’ers die op de bank komen te zitten?” Je kan maar één keer een activiteit opdoeken, stelt Van Holsteijn. “Daar zijn wij wat terughoudender mee dan een aantal andere SW-bedrijven. Maar uiteindelijk is de omvang van de diensten die je zelf aanbiedt, een politieke keuze. Onze gemeenten zijn heel tevreden met onze genuanceerde koers.” Overigens heeft ook De Sluis Groep nog enkele werksoorten binnenshuis. Daar werken 140 van de 450 medewerkers. Som-migen maken nog een speciaal trappetje. De Korte: “Eigenlijk een relikwie. Verder gaat het vooral om eenvoudig montage- en verpakkingswerk, printen en digitaliseren. Een aantal men-sen kan echt niet naar een reguliere werkgever. En ook wij heb-ben activiteiten nodig om mensen te laten wennen aan het werken”.

Tekst: robin ouwerkerk/Foto’s: De Beeldredaktie - marco vellinga en

herbert Wiggerman

‘Eigen productie: afstoten of binnenhouden?’h

Page 18: Werkt. Nummer 4, 2012

18 Werkt. november 2012

d e rondleiding over de verschillende afdelin-gen van UW Reïnte-gratie, zet Locus voor-zitter Harry van de

Kraats onmiddellijk aan het denken. Hier worden mensen in een beschut-te omgeving voorbereid op het wer-ken buiten het SW-bedrijf. Met suc-ces, want ruim driekwart van de men-sen die hier binnenkomt, vindt uitein-

delijk een baan ‘buitenshuis’. Van der Kraats: “Het is fantastisch om te zien hoe betrokken en vaardig de mensen hier werken. De vraag die na de rond-leiding bij me opkomt: heb je als priva-te sector voldoende ongeschoold werk in je bedrijf voor de langere termijn? De samenwerking moet voor beide partijen nuttig zijn. De rondleiding hier heeft me wel de ogen geopend. Het hersorteren van

bijvoorbeeld chips of koekjes is zeker toepasbaar, daar is vaak binnen de eigen winkel geen ruimte voor. Maar ook het sorteren van post of zelfs het werken in een kiosk op het station, is iets dat prima binnen NS Retail zou kunnen passen. Dat neem ik vandaag mee naar huis.”

KleinsChalig exPerimenTBij UW Reïntegratie werkt een groot

Het anTWoorD

Gericht opleidingscentrum een uitstekend idee

Harry van de Kraats is in het dagelijkse leven directeur HR en Organisatie bij de Nederlandse Spoorwegen en is sinds kort ook voorzitter van Locus. In die functie bezoekt hij SW-bedrijf UW Reïntegratie in Utrecht om een antwoord te vinden op de vraag: ‘Kan een privaat bedrijf SW’ers in dienst nemen?’

Harry van de kraats helpt Wil en An bij het herpakken van de koekjes.

Page 19: Werkt. Nummer 4, 2012

Werkt. november 2012 19

aantal mensen met een psychiatrische achtergrond. Mensen die jarenlang nergens aan de slag konden. Dankzij de juiste training blijft deze groep niet, zoals vroeger, werken op de beschutte werkplek, maar vindt ook zij een plek op de arbeidsmarkt. Een goede bege-leiding vanuit het SW-bedrijf, maar ook op de werkvloer is hierbij onontbeer-lijk. Van de Kraats: “Mocht je besluiten als NS Retail een dergelijk samenwerkings-verband aan te gaan, lijkt het me ver-standig er in eerste instantie een klein-schalig experiment van te maken. Zo zou je kunnen werken met een gericht opleidingscentrum. Leren samenwer-ken, het vergroten van concentratie en omgaan met agressie zijn vaardighe-den die hiervan onderdeel kunnen zijn. Minder voor de hand liggend, maar minstens zo belangrijk is het opbouwen van gevoel van trots voor het bedrijf. Dat vergroot klantvriendelijkheid en betrokkenheid bij het werk. Boven-al moet de kennis en het geloof er zijn dat het in dienst nemen van deze men-sen daadwerkelijk van nut is. Het mooie van de Nederlandse Spoorwegen is dat het van oudsher een leerwerkbedrijf is. Als het goed gaat, zijn er prachtige mogelijkheden om door te stromen.”

BegriP voor BeDriJFsleven Door zijn functie als HR-directeur bij de Nederlandse Spoorwegen is in het bestuur van Locus ook de private kant

vertegenwoordigd. Van de Kraats: “Ik zie het als mijn taak begrip te kweken voor het bedrijfsleven. We worden als NS vaak door veel verschillende par-tijen benaderd om mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt bij ons aan het werk te krijgen. Soms zien we door de bomen het bos niet meer. Het is de

functie van Locus om als loket te fun-geren en hierin samenhang aan te bren-gen. Aan de andere kant is er vanuit het bedrijfsleven vaak onbekendheid met de doelgroep. Daarom is een werkbe-zoek als dit uitermate zinvol: onbekend maakt immers onbemind. Het is aan mij om de opgedane kennis van van-daag weer door te geven en het gat dat er nog ligt, te dichten.”

Tekst: karlijn broekhuizen

Foto’s: de beeldredaktie - Sander koning

Werkt. Cedris is de brancheorganisatie van 91 sociale werkvoorzieningsbedrijven. SW-bedrijven ondersteunen mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt om aan de slag te komen. Op een beschutte werkplek, maar bij voorkeur bij een gewone werkgever. SW-bedrijven hebben ervaring met de doelgroep, kennen de regionale arbeidsmarkt en hebben de expertise om een goede match te maken met werkgevers. Ze kunnen werkgevers alle administratieve rompslomp, risico’s en begeleiding uit handen nemen. Werkt. is een uitgave van Cedris. Uitspraken in dit magazine vertegenwoordigen niet per se de mening van Cedris. Hoofdredacteur: Marleen Damen Eindredactie: Sabine Jimkes (Cedris), Marije van den Berg Redactionele ondersteuning Monique van der Eijk Artikelen: Afke van der Toolen, Birgit Kooijman, Karlijn Broekhuizen, Marije van den Berg, Petra Klap, Rob Koorda, Robin Ouwerkerk, Sigrid van Iersel Beeld: Tessa Postuma de Boer, Corien Bögels (illustratie), de Beeldredaktie: Sander Koning - Herbert Wiggerman - Marco Vellinga - Vincent Jannink, Fotografie Duna, Hollandse Hoogte: Martijn Beekman, Edwin Weers Bladconcept: Marije van den Berg Basisvormgeving: Studio Paul Pollmann Vormgeving: Vormix Druk: hsgb stimio. Exemplaren bestellen of een gratis abonnement? Mail [email protected]. Rechten van artikelen vallen onder de Creative Commonslicentie. Overname onder vermelding van Cedris en de naam van de auteur is toegestaan. Op www.cedris.nl staan alle edities en losse artikelen in PDF. Graag horen wij via [email protected] wanneer u artikelen overneemt.

Kan een privaat bedrijf SW’ers in dienst nemen?

harry van de Kraats

“Sinds april dit jaar ben ik voorzit-ter van Locus, een samenwerking tus-sen bedrijven, gemeenten en sociale werkvoorzieningbedrijven. In de priva-te sector heb ik inmiddels mijn sporen verdiend, maar de wereld van de soci-ale werkvoorziening is voor mij relatief onbekend terrein. Ik vind het gewel-dig me hierin te verdiepen. Er gaat een nieuwe wereld voor me open. Zo wist ik niet dat er meer dan 93.000 mensen in de Wsw-sector werkzaam zijn. Mijn missie als voorzitter van Locus is om de kloof kleiner te maken: men-sen met een afstand tot de arbeids-markt móeten worden betrokken bij het arbeidsproces. Iedereen heeft een talent. Maar als je er niets mee doet, ontwikkel je dat niet. Actief deelnemen aan de arbeidsmarkt geeft je respect en

zelfvertrouwen, is een wezenlijk onder-deel van wie je bent. Daarnaast heb ik stiekem ook een economische drijfveer: het is natuurlijk fantastisch als deze gro-te groep mensen actief gaat deelnemen aan het arbeidsproces.”

Page 20: Werkt. Nummer 4, 2012

20 Werkt. november 2012

Verhalen uit SW-bedrijf De Ladder zijn gebaseerd op echte ervaringen, maar omwille van de privacy niet met naam en toenaam opgeschreven.

Heldin ‘bezorgpizza heeft twee voor-

delen: je hoeft er niet voor naar buiten, en je kan er meteen mee op de bank

om Buffy the Vampire Slayer te kijken. Ik zit middenin seizoen twee. Giste-ren versloeg Buffy een moordzuchtige Inca-mummie; vandaag is een boosaar-dig reuzenreptiel aan de beurt. Ik heb alle afleveringen tig keer gezien, maar wat geeft dat? Buffy is mijn heldin. Echt wel. ‘Nee, niet doen!’ waarschuw ik, als ze de kelder ingaat waar het monster zit. Maar Buffy durft alles. Terwijl ik nog een hap van mijn pizza neem, valt zij het monster aan... De voordeurbel gaat. Bekijk het! Geen tijd, ik moet een monster verslaan. Maar krijg nou wat, die bel blijft gaan!Als ik opendoe, denk ik even dat Buf-fy voor me staat. Klein, stoer, met een blonde paardenstaart en peach lipgloss. Maar dan zie ik het logo op haar jasje en het postpakket onder haar arm. Het is Jettie. Die tegelijk met mij een leer-werkplaats had bij het postbedrijf van

de SW.Ze lacht. ‘Tamara! Lang niet gezien! Wat doe jij tegenwoordig?’‘O, gewoon.’ Ik kijk verlangend naar het pakje onder haar arm. Buffy seizoen drie.

‘Nog steeds bij de SW?’Ik knik. Geef dat pakje nou, denk ik.Jettie en ik hebben samen bij de sor-teermachine gestaan. Supergezellig. Maar toen vroegen ze of we naar ‘bui-ten’ wilden, bij een extern postbedrijf. Jettie zei meteen ja. Nou goed, niet metéén. Dagenlang had ze het erover. Nu was ze nog zeker van haar werkplek, maar straks, buiten, niet meer. En nu had ze nog een indicatie, maar straks, als het foutliep, kon ze niet terug. En ze ging vast ook minder verdienen... Waarom ze het toch deed? ‘Nou, ik wil hier toch niet mijn hele leven blijven?’

Jettie was anders dan ik.Ze geeft me eindelijk mijn pakketje. ‘Iets leuks, hoop ik?’‘Buffy. Derde seizoen.’‘O, cool!’ Dan keert ze zich om: ‘Nou, ik moet verder...’Ik kijk haar na. Haar paardenstaart wipt op bij elke stap. Eigenlijk mis ik haar best wel. Ik wil terug naar Buffy, die op mijn tv-scherm in mid-karatetrap bevroren is, en toch blijf ik staan. Plot-seling hoor ik mezelf vragen: ‘Heb je zin... als je straks klaar bent...’ Ik steek aarzelend mijn nieuwe Buffy-box omhoog.‘Leuk!’ roept ze meteen. ‘Ik neem pizza’s mee!’‘O, dat hoeft niet...’‘Ik trakteer hoor!’ Ze lacht: ‘Ik verdien inmiddels meer dan bij de SW. Maar daar vertel ik straks wel over!’Jettie is óók een beetje mijn heldin. Echt wel.

Tekst: Afke van der toolen

Illustratie: corien bögels

‘Mijn hele leven?’

Het FeuilleTon