The secret of change is to focus all of your energy, not ... · In dit plan maken we nog...
Transcript of The secret of change is to focus all of your energy, not ... · In dit plan maken we nog...
CAMPUSPLAN 2015-2019 “The secret of change is to focus all of your energy, not on fighting the old, but on building the new.”
(Socrates)
Campus Columbus campusplan 2015-2019 2
Inhoudsopgave
Vaststelling plan .................................................................................................................................................. 3
Kindcentrum Campus Columbus ....................................................................................................................... 4
Bestuurlijke uitgangspunten ............................................................................................................................... 5
Campus Columbus en de Dalton ‘Way of life” .................................................................................................. 9
Duurzaam zicht en actie op kwaliteit ............................................................................................................... 12
Kwaliteitsbronnen .............................................................................................................................................. 16
Ondersteuning bij de ontwikkeling ................................................................................................................... 17
Analyse van het functioneren van de campus ................................................................................................ 18
Op duurzame wijze werken aan ontwikkeling ................................................................................................. 20
Overzicht van documenten ............................................................................................................................... 22
Bijlage ................................................................................................................................................................ 23
Campus Columbus campusplan 2015-2019 3
Vaststelling plan Het campusplan 2015-2019 is besproken en vastgesteld.
Voorzitter College v. Bestuur Stichting Flore Directeur Stichting Kinderopvang Heerhugowaard
Dhr. Adrie Groot Mevr. Jeanette de Jong
Datum: ________________________ Datum: ________________________
Handtekening: Handtekening:
______________________________ ______________________________
Directeur Campus Columbus Onderwijs Directeur Campus Columbus Opvang
Dhr. Stef van Wickeren Mevr. Monique Bankras
Datum: ________________________ Datum: ________________________
Handtekening: Handtekening:
______________________________ ______________________________
Voorzitter campusraad
Mevr. Annemieke de Jong
Datum: ________________________
Handtekening:
Campus Columbus campusplan 2015-2019 4
Kindcentrum Campus Columbus
Korte biografie
Dalton Kindcentrum Campus Columbus is op 1 januari 2012 geopend. Het is een gebouw waarin één
professioneel team onderwijs, opvang en opvoeding op elkaar afstemt. Op Campus Columbus komen
kinderen van 0-12 jaar samen om te spelen, te ontmoeten en alle talenten te ontwikkelen. Het hele jaar
door. Het team van Campus Columbus streeft naar maatwerk voor elk kind én gezin binnen één
leefgemeenschap. De campus bestaat uit vijf afdelingen:
1. Kinderdagverblijf 0-4 jarigen, De Nieuwe Wereld
2. Speelzaal 2-3 jarigen, La Pinta
3. Onderwijs 4-12 jarigen, in Units A tot en met F
4. Opvang 4-12 jarigen. La Niňa
5. Activiteiten voor 0-12 jarigen en ouders/verzorgers, OntdekTalent
Formeel is Campus Columbus nu nog een onderwijsinstelling van stichting Flore die inhoudelijk
samenwerkt met een stichting voor kinderopvang. Het maken van één ontwikkelplan (i.p.v. een
schoolplan) dwingt ons en betrokkenen te denken vanuit het bovenstaande uitgangspunt. Net als het
samenstellen van een campusgids (i.p.v. een schoolgids) helpt het de integrale ontwikkeling binnen een
kindcentrum, onze campus.
De populatie van kinderen is niet willekeurig en ook niet geografisch te typeren. Een deel is op latere
leeftijd, tijdens het onderwijsproces vanuit een school ingestroomd vanwege specifieke
onderwijsbehoeften. Door de opnamestop neemt het percentage ‘zij-instromers’ de komende jaren af. Het
andere deel van de populatie bestaat uit gezinnen die bewust de keuze hebben gemaakt voor Dalton, de
wijze waarop het binnen de afdelingen wordt vormgegeven en de meerwaarde die de campus meebrengt
voor de ontwikkeling van hun kind(eren). Ouders tonen over het algemeen een grote betrokkenheid. Niet
alleen bij de keuze, ook daarna, bij hun kind in het onderwijs en andere afdelingen.
In 2015 heeft de organisatie op basis van de ruimtecapaciteit de grens bereikt. Slecht in het
kinderdagverblijf De Nieuwe Wereld is nog ruimte voor groei. Na bijna tien jaren van ontwerpen,
ontwikkelen en groei, breekt er voor de organisatie een nieuwe fase aan. Een fase waarbij dit
campusplan steun kan bieden. Door de voortdurende groei en de ontwikkelcapaciteit van het team is de
borging van het concept op sommige terreinen achtergebleven. Borging in brede zin. Van het bespreken
tot het vastleggen en ontwikkelen van bijbehorende routines. Een goede eerste stap is de ontwikkeling
van de campusgids 2014-2019 geweest. Dit campusplan 2015-2019 heeft deze gids als uitgangspunt.
Campus Columbus campusplan 2015-2019 5
Bestuurlijke uitgangspunten
Visie vanuit beide besturen
De door de besturen opgestelde kwaliteitskaart samenwerking kinderopvang- basisonderwijs geldt als
leidraad voor ontwikkeling bij onze campus. Deze intensivering van samenwerking is van belang voor de
doorgaande lijn voor kinderen. Opvang en Onderwijs optimaal op elkaar afstemmen.
Op grond van de ervaringen is besloten om een visiedocument op te stellen en een intentieverklaring te
tekenen met Stichting Flore, Stichting Forte en SKH Heerhugowaard. Er is inmiddels een onderzoek
gestart naar de mogelijkheden van vergaande samenwerking waarbij het perspectief is dat er bestuurlijke
regie op het geheel van onderwijs en opvang zit.
In dit plan maken we nog onderscheid in de regievoering vanuit twee afzonderlijke besturen.
Stichting Flore is een vooruitstrevende, interconfessionele onderwijsorganisatie die vanuit persoonlijke
aandacht een bijdrage wil leveren aan de ontwikkeling van kinderen vanuit de waarden: kwaliteit,
daadkracht en duurzaamheid. Bij de totstandkoming van de strategische keuzes voor de periode 2015 -
2019 baseert zij zich op de evaluatie van de ontwikkelingen van de afgelopen periode en spiegelt die
aan het toekomstig perspectief. Daarbij is er oog voor de basiskwaliteit van de organisatie (Flore-Basis)
maar zeker ook ruimte voor specifieke strategische keuzes op organisatie- en schoolniveau (Flore-Extra)
In Flore Extra is vooral aandacht voor de professionalisering van de medewerkers. Onderwijskwaliteit
wordt voor een groot deel gerealiseerd door de professionals die verantwoordelijk zijn voor het optimale
leef- en leerklimaat van elk kind. De uitdaging opgenomen in de visie, optimaal onderwijs aansluitend bij
de behoefte en ontwikkeling van elk kind, en optimale kansen om je talenten te ontdekken en te
ontwikkelen, zal bij realisatie veel van mensen vragen. Daarom is een stevig ondersteuningsproces op
individueel en collectief niveau uitgangspunt. Professionalisering is zeer regelmatig onderwerp van
gesprek met elkaar, in leergemeenschappen en met de leidinggevende. Ontwikkelingen worden
opgenomen in een persoonlijk portfolio. De focus op een optimaal klimaat voor elk kind zal ongetwijfeld
leiden tot inzichten om het onderwijs anders te organiseren en vanuit het perspectief van de doorgaande
lijn ook te komen tot een integraal kindcentrum onder één bestuurlijke verantwoordelijkheid. ICT kan een
belangrijke rol spelen in het faciliteren van deze processen, zowel op het terrein van persoonlijke
ontwikkeling van leerlingen en personeel als in het ondersteunen van het leren en onderwijzen en
bedrijfsprocessen.
Ten aanzien van het realiseren van een optimale infrastructuur zal een beroep gedaan worden op ICT,
maar ook om meer mogelijkheden te creëren binnen de bestaande huisvesting. Deze ontwikkelingen
zullen in tijd en omvang tot in beeld gebracht moeten worden om zo, voor de periode 2015-2019, ook een
goede inschatting te kunnen maken van de gewenste extra financiële inspanning op school- en
organisatieniveau. In het kader van beleidsrijk begroten moet in de periode 2015-2019 worden
toegewerkt naar een situatie waarin financiën volgend is op de thema’s die eerder genoemd zijn.
Binnen deze koersplanperiode gaan we een ommekeer maken van controle naar verantwoording.
Stichting Flore wil de professionals optimaal in de gelegenheid stellen om hun verantwoordelijkheid te
Campus Columbus campusplan 2015-2019 6
nemen en hun taken zo goed mogelijk op een professionele wijze op te pakken. Het eigenaarschap ligt
zo laag mogelijk binnen de organisatie. Van onderop wordt aan mensen gevraagd om zich te
verantwoorden. Daarbij staat niet de beoordeling centraal maar oprechte nieuwsgierigheid naar de
keuzes die gemaakt zijn in het belang van een optimale ontwikkeling van ieder kind. In deze periode komt
naast het meten van data ook meer en meer het weten centraal te staan.
Flore maakt in de uitwerking van de strategische keuzes in het Koersplan 2015 - 2019 onderscheid in een
aantal onderwerpen met aandacht voor specifieke elementen.
Onderwijs
Elke school heeft een visie op onderwijs en onderwijskwaliteit waarbij aandacht besteed wordt aan in
ieder geval de vijf aandachtsgebieden van de inspectie.
Vanuit een intern valide kwaliteitszorgsysteem kan de school de actuele onderwijskwaliteit
verantwoorden, waarbij gebruik gemaakt wordt van relevante en valide data, en zicht geven op de
verbetertrajecten voor de komende periode.
In het interne kwaliteitszorgsysteem is in ieder geval een frequente zelfevaluatie zichtbaar en worden
frequent en valide enquêtes gehouden over kwaliteit bij leerlingen, leerkrachten en ouders.
De uitgangspunten van het intern kwaliteitszorgsysteem zijn voor alle scholen gelijk en ook de (basis)
bevraging van leerlingen, leerkrachten en ouders is voor wat betreft (basis)inhoud en frequentie voor
alle scholen gelijk.
Leerlingen
Het onderwijs is gericht op een optimaal leef- en leerklimaat voor elk kind en dusdanig georganiseerd
dat het onderwijs past bij de behoefte van elk kind.
We gaan uit van eigenaarschap van het kind op het leren en het kind houdt een weergave van haar
ontwikkeling bij in een portfolio.
Uitgangspunt is dat we geen kind uitsluiten en passende oplossingen vinden om elk kind een veilige
leef- en leeromgeving te kunnen aanbieden in de school in de wijk of het dorp.
Personeel (professionalisering)
Professionalisering van alle personeelsleden is zeer belangrijk. Het leren, individueel en gezamenlijk
staat centraal en vanuit dat leren wordt maximale facilitering georganiseerd. Dat kan op basis van de
CAO-PO, extra facilitering vanuit de school, maar ook door het digitaal ondersteunen van het leren door
middel van E-learning, leercommunity’s en e-portfolio’s.
Ouders
Actieve betrokkenheid van ouders bij het kind en de kind-ontwikkeling is van groot belang. Scholen
zetten maximaal in om samen met ouders en leerling invulling te geven aan educatief partnerschap.
Deze betrokkenheid bij elkaar, het kind en de school kan nog verder versterkt worden door het
kindcentrum als centrum van spelen en leren in de wijk of het dorp.
Frequent worden ouders bevraagd op hun zienswijze op de onderwijskwaliteit van de school
Onderwijs Anders Organiseren
Aansluiten bij de behoefte van kinderen zal veel van leerkrachten vragen, maar ook een grote invloed
hebben op organisatievormen. Onderwijs zal steeds meer klassen doorbrekend worden georganiseerd.
Ook hier is van belang dat de school een sterke visie heeft die gedragen wordt door team, MR en ouders
van de school.
Campus Columbus campusplan 2015-2019 7
Kindcentrum
Meer aandacht voor de doorgaande ontwikkelingslijn van het kind en het optimaal organiseren van het
gewenste leerklimaat vraagt om bestuurlijke regie en afstemming met de professionals en ouders van het
jonge kind (0-4 jaar). Maximale betrokkenheid en het in een zeer vroeg stadium inzetten van een
natuurlijk partnerschap in leren is van groot belang en vooral voor het kind.
ICT
Het inspelen op individuele behoeften van kinderen, het anders organiseren van onderwijs, het meer
flexibel omgaan met leren en schooltijden, vraagt veel van alle betrokkenen. ICT kan daarbij een
belangrijke rol spelen in het verminderen van de bureaucratie, maar ook in het flexibel kunnen
organiseren van het leren en onderwijzen. Een professionele IT-infrastructuur is een absolute voorwaarde
daarbij.
Huisvesting
De kwaliteit van de schoolgebouwen van Stichting Flore is vanuit het onderhoudsperspectief goed. Echter
de hiervoor genoemde ontwikkelingen zullen ook andere eisen stellen aan de huisvesting. Het is dan ook
belangrijk om vanuit de schoolvisie en met het oog op de gewenste ontwikkelingen voor de komende
periode 2015-2020 ook in beeld te brengen welke veranderingen in de huisvesting op de scholen
gewenst zijn.
Organisatie
Professionalisering, in alle lagen, vraagt om aandacht en betrokkenheid. Vanuit de organisatie zal op elk
specifiek terrein gezocht worden naar een goede facilitering daarvan en inzet van specifieke
deskundigheid.
Bewaken van de kwaliteit
In het koersplan 2016-2020 van Stichting Flore wordt er een ommekeer gemaakt van controle naar
verantwoording. De professionals worden optimaal in de gelegenheid gesteld om hun
verantwoordelijkheid te nemen en hun taken zo goed mogelijk op een professionele wijze op te pakken.
Het eigenaarschap ligt zo laag mogelijk binnen de organisatie. Van onderop wordt aan mensen gevraagd
zich te verantwoorden.
Elke onderwijsorganisatie heeft een visie op onderwijs en kwaliteit waarbij aandacht besteed wordt aan in
ieder geval de vijf aandachtsgebieden van de inspectie. Vanuit een intern valide kwaliteitszorgsysteem
kan de school de actuele onderwijskwaliteit verantwoorden, waarbij gebruik gemaakt wordt van relevante
en valide data, en zicht geven op de verbetertrajecten voor de komende periode. In het interne
kwaliteitszorgsysteem is in ieder geval een frequente zelfevaluatie zichtbaar en worden frequent en valide
enquêtes gehouden over kwaliteit bij leerlingen, leerkrachten en ouders.
De uitgangspunten van het intern kwaliteitszorgsysteem zijn voor alle scholen gelijk en ook de
(basis) bevraging van leerlingen, leerkrachten en ouders is voor wat betreft (basis)inhoud en frequentie
voor alle scholen gelijk
Het beleid is gericht op een constante verhoging en duurzame borging van de kwaliteit. Ook hierbij
worden op vaste momenten de vijf kwaliteitsvragen besproken: Doen we de goede dingen? Doen we de
dingen goed? Hoe weten we dat? Zien anderen dat ook zo? Wat doen we met die wetenschap? Welke
vragen roept dit op?
Het College van Bestuur ziet er op toe dat de onderwijskwaliteit van de Flore-scholen hoog blijft. Op het
servicekantoor wordt op een creatieve manier, op samenwerking gericht de ontwikkeling van het
Campus Columbus campusplan 2015-2019 8
onderwijsbeleid ondersteund. Scholen, maar ook ouders, kunnen er terecht met vragen over de meest
uiteenlopende onderwerpen. Het servicekantoor adviseert, ondersteunt en neemt veel werk uit handen
van de directeuren/scholen, zodat zij zich kunnen richten op hun kerntaak: het beste uit kinderen halen.
Bij de beoordeling van de kwaliteit sluit het bestuur aan bij de normindicatoren die de inspectie gebruikt.
Hierbij is een vroege signalering van belang. Bij ‘vroeg signalering’ gaat het steeds om harde en zachte
gegevens, kwantitatieve cijfers en kwalitatieve informatie. Periodiek verzamelt het bestuur deze gegevens
bij de scholen. Deze gegevens staan in de managementrapportages.
Het kwantitatieve deel van de managementrapportage van het bestuur bevat de volgende
gegevens:
Algemene gegevens: verloop leerlingenaantal, percentage ziekteverzuim;
Opbrengstgegevens: eindopbrengsten, tussenopbrengsten, opbrengsten vervolgloopbaan,
doorstroomgegevens;
Gegevens over ondersteuningsbehoefte en begeleiding: aantal/percentage leerlingen, percentage
leerlingen waarvan vaststaat dat zij niet het beheersingsniveau einde basisonderwijs zullen bereiken.
Het kwalitatieve deel richt zich op:
Kwaliteit van het onderwijsleerproces;
Kwaliteit van de leerlingenondersteuning.
Minimaal twee keer per jaar gaat het bestuur (algemene directie) hierover in gesprek met de directie. De
directie legt over deze onderwerpen verantwoording af.
Stichting Kinderopvang Heerhugowaard / De Egmonden zet zich in voor kwalitatief goede
kinderopvang voor kinderen in de leeftijd van 0 tot en met 12 jaar.
SKH biedt kinderopvang in een warme en veilige omgeving. Bij de verzorging, opvoedings- en
ontwikkeling ondersteunende activiteiten behartigen de medewerkers de belangen van het kind zoveel
mogelijk in samenhang met het thuismilieu. De kinderopvang vindt plaats in daarvoor speciaal ingerichte
accommodaties en onder deskundige pedagogisch verantwoorde begeleiding. Alle pedagogisch
medewerkers hebben minimaal een MBO-opleiding gericht op de kinderopvang. In de beleidsvorming
staan het kind en de kwaliteit van de dienstverlening centraal.
Op de volgende pagina worden de kernwaarden beschreven.
Organisatieniveau/strategisch beleid Kindniveau/pedagogisch beleid
G
Goed We leveren kwalitatief goede opvang gericht op de optimale ontwikkeling van kinderen door middel van spelend leren. Wij zijn een betrouwbare partner. We zijn goed in ons vak, doen wat we
Groep De beste voorbereiding op leven in een democratie is het daadwerkelijk ervaren van democratie op de opvang. Op de groep leren kinderen democratische waarden als:
Campus Columbus campusplan 2015-2019 9
zeggen en schrijven én komen onze afspraken na. We communiceren open richting klant, kind en medewerker. Allemaal onderschrijven we de missie en de droom van de organisatie.
samen delen, elkaar helpen, samen conflicten oplossen, omgaan met verschillen, rekening houden met elkaar en goede manieren. Het geeft aan kinderen kansen om zich te ontwikkelen tot personen die goed kunnen functioneren in de samenleving.
R
Relatiegericht Wij zorgen dat we weten wat de kinderen, ouders en andere samenwerkingspartners van ons willen. We nemen de wensen van hen serieus en geven ook grenzen aan. Inspraak, samenwerking en medezeggenschap van ouders is voor ons heel belangrijk. Zij brengen immers hun kind naar ons toe.
Respect Wij nemen ieder kind serieus en hebben persoonlijke aandacht voor elk kind. Kinderen die respect ondervinden voor hun behoeften en gevoelens, weten dat de omgeving blij is dat zij er zijn. Zulke ervaringen zijn van belang voor het zelfbeeld en zullen de basis leggen om ook anderen te leren respecteren en te leren rekening te houden met mensen om hen heen.
O
Omgevingsbewust We richten ons actief op de wijk waarin de locaties staan. We weten wat er speelt in de samenleving. Waar we raakvlakken zien spelen we in op activiteiten en ontwikkelingen en zoeken we de samenwerking. Dit doen we zeker met het onderwijs. Het opzetten van kindcentra is voor ons een belangrijke prioriteit.
Ontwikkelen/ontdekken Naast het in aanleg aanwezigetempera-ment en ontwikkelingsmogelijkheden heeft een mens een sociale omgeving nodig om die ontwikkelingsmogelijkheden ook ten volle te kunnen benutten. Wij sluiten aan bij de belevingswereld en het ontwikkelings-niveau van het kind. Kinderen leren, ervaren en ontdekken door te spelen en wij helpen ze het zelf te leren doen.
E
Enthousiast We zijn trots op onze organisatie, op ons vak en onze collega’s. We hebben plezier in ons werk en we stralen dit uit.
Emotionele en fysieke veiligheid Het bieden van veiligheid is een basis-voorwaarde, niet alleen omdat het bijdraagt aan het welbevinden van een kind, maar ook omdat alleen als een kind zich voldoende veilig en geborgen voelt het de omgeving zal gaan ontdekken.
I
Innovatief We spelen proactief in op ontwikkelingen in de markt. We nemen verantwoorde risico’s. We werken samen resultaatgericht aan de missie en de droom van de organisatie. Iedereen draagt innovatieve ideeën aan.
Individu Ieder kind is uniek met een eigen aanleg, talenten en temperament. Wij gaan er vanuit dat ieder kind de drang in zich heeft om zich, in eigen tempo, te ontwikkelen. Kinderen zijn van naturen nieuwsgierig en vindingrijk. Wij begeleiden kinderen hierin door goed naar ze te kijken en aan te sluiten bij de eigen manier van leren van elk kind.
Op de opvanglocaties krijgen de kinderen alle kansen om zich spelenderwijs te ontwikkelen in een goed
pedagogisch klimaat met een uitdagend, stimulerend activiteiten aanbod. Kernwoorden binnen zijn:
Spelen, ontdekken en groeien.
Campus Columbus en de Dalton ‘Way of life”
Naam en conceptuele uitgangspunten
Campus Columbus campusplan 2015-2019 10
De naam Campus hebben we gekozen voor de betekenis: open ruimte. De naam Columbus staat
symbool voor moed en ontdekken. Samen geven deze betekenissen de visie van het kindcentrum weer.
Bij Columbus hanteren we onderstaande piramide (Daniel Kim, 2001) om beredeneerd en met een
gezamenlijke bandbreedte het concept te ondersteunen.
Kernwaarden en visie op mens & maatschappij
De Daltonleefgemeenschap werkt vanuit een democratische en respectvolle grondhouding samen met
mensen. Deze is gericht op de mens die initiatief neemt en verantwoordelijkheid neemt, vraagt en aflegt.
Parkhurst: “Wat wij nodig hebben in onze maatschappij zijn mensen zonder vrees” (fearless human
beings). Elk mens neemt zijn verantwoordelijkheid in de samenleving. Het gaat om een grote mate van
zelfvertrouwen en tonen van moed om te werken aan een democratische wereld.”
De Daltonleefgemeenschap werkt vanuit vijf kernwaarden:
Vertrouwen en verantwoordelijkheid
Zelfstandigheid
Samenwerking
Doelmatigheid
Reflectie
Het team van Campus Columbus creëert een veilig, ondersteunend klimaat om het kind de kans te
bieden zo initiatiefrijk en zelfstandig mogelijk met de omgeving om te gaan. Elk teamlid heeft per definitie
vertrouwen in de positieve bedoelingen van het kind.
Campus Columbus geeft vanuit gemeenschappelijke grondwaarden invulling aan levensbeschouwing en
spiritualiteit. Als kernwoorden gebruiken we hierbij geloof, dankbaarheid, vertrouwen, geborgenheid,
liefde en geluk.
MISSIE
VISIE
STRATEGIE
TACTIEK
KERNWAARDEN EN IDENTITEIT
ACTIVITEITEN
Wie zijn wij? Wat bindt ons aan Flore/SKH en Dalton?
Waarom doen we dit? Wat geven we te allen tijde de kinderen mee?
Wat willen we creëren? Hoe ziet de campus er dan uit?
Hoe gaan we de visie realiseren?
Welke keuzes maken wij?
Waarneembare acties
Campus Columbus campusplan 2015-2019 11
Missie
Binnen Campus Columbus ontwikkelen zich ‘mensen zonder vrees’
die samen de toekomst ontdekken en bouwen.
Visie op ontwikkelen en leren
Een mens ontwikkelt zich doorlopend, binnen en buiten Campus Columbus. Het is niet te plannen, wel
achteraf vast te stellen. Kinderen ontwikkelen zich vanuit vertrouwen, een veilige omgeving,
nieuwsgierigheid en leergierigheid. Een kind is uit op sociale verbinding, kennis en vaardigheden. Het
heeft daarbij behoefte aan drie basisbehoeften: relatie, autonomie en competentie.
Met een doelgerichte omgeving en begeleiding binnen de opvang en onderwijsunits stimuleren wij de
ontwikkeling van kinderen op alle gebieden. Wij noemen dat groeien en leren. In de ogen van Helen
Parkhurst (Dalton) gaat leren over ‘échte ervaringen’. De ontwikkelingspsychologie van het
constructivisme sluit daar op aan door ervan uit te gaan dat veel van wat kinderen leren door henzelf
wordt bepaald en ervaren.
Leren is het resultaat van het denken van de kinderen zelf: ze leren door nieuwe informatie te verbinden
aan wat ze al weten. Zo vindt er ‘kennisconstructie’ plaats. Hetzelfde geldt voor vaardigheden. Het is
nodig om aansluiting te vinden met wat iemand al weet en/of ervaren heeft, ook wel de ‘zone van naaste
ontwikkeling’ genoemd. Daarnaast worden nieuwe leerdoelen (kennis en vaardigheden) zoveel mogelijk
verankerd in betekenisvolle, levensechte situaties.
Visie op opvoeding en partnerschap
Op Campus Columbus werken de teamleden vanuit een democratische (ook wel autoritatieve) stijl met
kinderen. Dat wil zeggen dat wij grenzen (regels) stellen en tegelijkertijd oog hebben voor de wensen en
behoeften van het kind. Vrijheid in gebondenheid. De teamleden van Campus Columbus begeleiden de
kinderen met liefde, houden rekening met de ontwikkeling en talenten van elk kind en betrekken de
kinderen van jongs af aan zoveel mogelijk bij de situatie. Kinderen worden gesteund en aangemoedigd
het zélf te doen.
Kinderen ontwikkelen zich met deze stijl tot sociaal competente mensen met zelfvertrouwen en
verantwoordelijkheidsgevoel. Ze zijn communicatief vaardig doordat ze gewend zijn open te
communiceren en luisterend op elkaar te reageren.
Campus Columbus is een leefgemeenschap waar kinderen, teamleden, ouders en verzorgers op een
natuurlijke en gestructureerde wijze samen leven, samenwerken en elkaar beïnvloeden.
Het kritisch benaderen van professionele en pedagogische ontwikkelingen en inzichten is daarbij
vanzelfsprekend. Ouders/verzorgers spelen hierin een actieve rol. We zijn met elkaar verbonden in de
ondersteuning van de brede ontwikkeling van het kind.
Strategie
Om de gewenste situatie te creëren (missie en visie) werken wij op Columbus in alle afdelingen
thematisch. Dat wil zeggen dat de brede ontwikkelings- en leerdoelen geïntegreerd en in context zijn
verankerd. Waar binnen het thematische werken de (kern)doelen van het onderwijs niet of onvoldoende
behaald kunnen worden, arrangeren we een cursorisch aanbod. Dit wordt onder andere toegepast bij het
automatiseren van de instrumentele vaardigheden. Ook deze cursorische onderwijsarrangementen
worden gekoppeld aan het thema of staan in dienst van het betekenisvol werken. Je krijgt als kind iets
aangeboden en geleerd om het te kunnen gebruiken.
Campus Columbus campusplan 2015-2019 12
De strategie schematisch samengevat:
Ook de organisatie moet ondersteunend zijn aan de visie en strategie. Het fasemodel geeft als basis de
mogelijkheid om de onderwijsbehoeften te groeperen in kleinere eenheden. Daarnaast geeft
faseonderwijs de mogelijkheid op heterogeniteit. Kinderen komen in verschillende ‘rollen’ en ontmoeten
andere onderwijsbehoeften wat onder andere het samenwerken en voorbeeldgedrag uitlokken.
Nergens binnen Campus Columbus zijn teamleden alléén verantwoordelijk voor het welzijn en de
ontwikkeling van kinderen. Er wordt met meerdere teamleden in (opvang)groepen gewerkt of binnen het
onderwijs in grotere ‘eenheden’ (units) in meerdere lokalen en ruimtes. Het principe erachter is ‘erkende
ongelijkheid’. Samen werken en samenwerken op basis van verschil in affiniteit, ervaring en
competenties. Elkaar voortdurend inspireren en leersituaties creëren teneinde meer te kunnen betekenen
voor kinderen.
Duurzaam zicht en actie op kwaliteit
Onze kwaliteitscultuur
Doen we de goede dingen? Doen we de goede dingen goed? Wat vinden anderen daarvan? Hoe weten we dat? Wat doen we met deze kennis?
Campus Columbus campusplan 2015-2019 13
De overheid stelt aan het onderwijs en opvang een aantal wettelijke eisen ten aanzien van de kwaliteit en
de inrichting. Het woord kwaliteit levert verschillende denkbeelden op. Wat verstaan we hieronder? Gaat
het om statische kwaliteit, zaken die meetbaar zijn? Of hebben we het over dynamische kwaliteit, de
wijze en kracht waarop processen verlopen? Of iets van beiden, het rendement?
Uiteindelijk is er voor ons maar één resultaat waar alle andere kwaliteitscriteria ondergeschikt aan zijn: de
optimale ontwikkeling van elk kind binnen Campus Columbus. Deze kwaliteit laat zich niet zomaar
‘vangen’ maar vereist een cultuur van waarnemen, oordelen en handelen.
Om de omstandigheden voor optimale ontwikkeling op een zo hoog mogelijk niveau te krijgen, reflecteren
we constant op wat wij waarnemen. Bijvoorbeeld op de veiligheid, de opvoedkundige kwaliteit en
onderwijskwaliteit. We maken analyses en komen tot vervolgacties in vele vormen. Daarover leggen we
verantwoording af.
De belangrijkste gestructureerde en cyclische kwaliteitsprocessen die wij binnen Campus Columbus
hanteren, worden hieronder beschreven.
Volgen van kinderen
Ons doel is om aan te sluiten bij de ontwikkeling en basisbehoeften van élk kind. We gaan uit van
verschillen. Daarom is de basis van ons handelen: het observeren van kinderen en analyseren van
producten van kinderen. Het spreekt voor zich dat de inhoud en manier van observeren bij elke afdeling
weer anders is. Binnen de onderwijsunits volgen we de ontwikkeling op meerdere manieren, in lijn met de
groei van het kind. We streven ook meerdere doelen na. Denk bijvoorbeeld aan rekenen en creatieve
vaardigheden. Sommige ontwikkelingslijnen lopen van 0 tot 12 jaar, anderen starten rond 4 of bij 7 jaar.
Op Campus Columbus registreren we de ontwikkeling digitaal, met het OntwikkelingsVolgModel (OVM)
uitgegeven door het Seminarium voor orthopedagogiek. Dit instrument registreert aan de hand van
ontwikkelings- en leerlijnen de totale ontwikkeling van het kind. De kinderen van 0-4 jaar worden gevolgd
via een papieren volgsysteem estafette aangevuld met reflectie op de Dalton kernwaarden, de overgang
naar het digitale volgsysteem is gedurende de periode van dit plan.
Wij gebruiken deze registratie enerzijds om ons aanbod te laten aansluiten, anderzijds om ons
professioneel te verantwoorden naar de ouders en verzorgers.
De meerwaarde van Campus Columbus merk je omdat de ontwikkeling al vroeg in beeld is, en bij elke
fase wordt overgedragen aan andere teamleden. Natuurlijk kan het volgen van een kind op elk moment
starten. Vanaf de opvang (De Nieuwe Wereld, vanaf 0 jaar), speelzaal (La Pinta, 2.5 jaar), unit A
(onderwijs, 4 jaar) of bij latere instroom.
Voortgangsgesprekken opvang
Jaarlijks vinden er bij De Nieuwe Wereld, La Pinta en La Niňa oudergesprekken plaats waarin teamleden
de observatie toelichten. Bij De Nieuwe Wereld gebruiken we naast de jaarlijkse observatie ook een
overdracht schriftje voor de jongste kinderen. Hierin worden de dagelijkse gebeurtenissen van het jonge
kind bijgehouden.
Portfoliocyclus units
Campus Columbus campusplan 2015-2019 14
Kinderen werken vanaf unit A bewust met een portfolio. Hiermee maken we de kinderen eigenaar van
hun ontwikkeling. Het werken met een portfolio is een terugkerend proces van verzamelen, terugkijken,
selecteren en plannen. Hieronder lees je hoe het in de praktijk vorm krijgt.
Werk dat de kinderen bij hun dagelijkse activiteiten maken, bewaren ze. In een reflectiegesprek met een
teamlid (mentor) geven ze aan wat zij hierbij aan vaardigheden en kennis hebben opgedaan. Ook
bewaren ze werk waar ze trots op zijn. De mentor voegt materiaal toe dat de persoonlijke ontwikkeling
compleet maakt. Wij noemen dit bij elkaar het ‘werkportfolio’.
Vanuit reflectiegesprekken krijgen het kind en de mentor inzichten en maken zij nieuwe afspraken voor de
komende periode. Kinderen bewaren ‘bewijsstukken van ontwikkeling’ in een persoonlijk ‘presentatie-
portfolio’ dat onder begeleiding van de mentor aan de familieleden wordt gepresenteerd.
In dit presentatieportfolio, dat halfjaarlijks groeit, zitten ook:
• registratie van ontwikkeling met het OntwikkelingsVolgModel (OVM);
• reflectie op de Dalton kernwaarden;
• methodeonafhankelijke toetsresultaten;
• persoonlijke bijdragen van het kind en de mentor.
Portfoliocyclus teamleden
In navolging van de kinderen in de units, hanteren ook de teamleden een portfoliocyclus, van één jaar.
Naast het verzamelen en voortdurende zelfreflectie bestaat de cyclus uit een reflectiemoment op de
persoonlijke ontwikkeling met anderen en een presentatiegesprek met de leidinggevende. Aan de
ontwikkeling en functioneren wordt een waardering gegeven door de leidinggevende. Van dit gesprek
wordt verslag gemaakt. Afspraken en actiepunten vormen de doelen voor de volgende cyclus.
Jaarplannen en reflectie
Het team stelt zich elk jaar een aantal doelen. Vanuit de meerjarenplanning, vaak aangevuld met actuele
doelen vanuit urgentie en ambitie. Op deze jaarplannen (augustus tot en met juli) wordt in juni
gereflecteerd. Daarmee blijft ook het ‘portfolio op organisatieniveau’ cyclisch en betekenisvol voor
iedereen.
Tevredenheidsonderzoeken
In 2015 is voor het eerst een tevredenheidsonderzoek afgenomen voor ouders, teamleden en kinderen. Dir
onderzoek is aangepast op onze missie en visie en daarnaast voor het kindcentrum als geheel geschikt
gemaakt. Columbus heeft dit samen met Laterna Magica en het Bureau voor Praktijkgericht Onderzoek
(BvPO) ontwikkeld. Het zal tweejaarlijks worden afgenomen waardoor ook de eigen situatie als referentie
meegenomen kan worden.
Inspecties overheden
Er zijn twee instanties die toezicht houden op Campus Columbus. De GGD ziet toe op het naleven van
de Wet Kinderopvang en Kwaliteitseisen Peuterspeelzalen. De onderdelen waarop geïnspecteerd wordt
zijn opvoedkundig klimaat, personeel en groepen, veiligheid en gezondheid. De inspecteur komt jaarlijks
onverwacht inspecteren en rapporteert hierover aan de gemeente en het bestuur.
De Inspectie van het Onderwijs ziet toe op de naleving van de Wet op het Primair Onderwijs. Dit
toezichtskader kent verschillende werkwijzen. Indien daar aanleiding voor is, kunnen de onderwijsunits
bezocht worden om de kwaliteit van het onderwijs te beoordelen. De inspectie voert periodieke
gesprekken met het bestuur dat eindverantwoordelijk is voor de kwaliteit. Ook vraagt de
Campus Columbus campusplan 2015-2019 15
onderwijsinspectie gegevens op van Campus Columbus. Deze campusgids, dit campusplan, de
jaarverslagen en -plannen.
Campus Columbus voldoet aan de wettelijke basisverplichtingen. De actuele inspectierapporten zijn te
vinden op de website.
HKZ-certificering
De opvangafdelingen zijn HKZ-gecertificeerd. HKZ (Harmonisatie Kwaliteitsbeoordeling in de Zorgsector)
is een landelijk erkend keurmerk. Dit keurmerk geeft aan dat een organisatie volgens landelijk
vastgestelde normen werkt en deze normen heeft verwerkt in een kwaliteitssysteem. Dit
kwaliteitssysteem wordt jaarlijks getoetst door een externe auditor. Het HKZ-certificaat wil zeggen dat
Campus Columbus voortdurend werkt aan het verbeteren van de dienstverlening.
Daltonlicentie visitatie
De Nederlandse Daltonvereniging (NDV) ziet toe op de kwaliteit vanuit de Daltonkernwaarden. Het heeft
daarvoor visitatiecommissies. De commissie beoordeelt de praktijk en laat zich informeren door kinderen
en ouders. Ook doet het aanbevelingen die wij opnemen in het campusplan. Nadat een organisatie een
licentie heeft gekregen, wordt elke vijf jaar opnieuw gevisiteerd. Pas bij een licentie mag de naam ‘Dalton’
worden gebruikt. De onderwijsunits (‘school’) hebben collectief al sinds 2007 de officiële licentie
Daltononderwijs. Het laatste visitatierapport dateert uit 2013 en staat eveneens op de website.
De NDV heeft nog geen ervaring met visiteren en beoordelen van een geheel kindcentrum. Campus
Columbus heeft een verzoek gedaan om in 2016 als eerste kindcentrum bezocht te worden.
Peer-review VTG
Naast de visitatie van de NDV wordt het instrument visitatie vaker gebruikt. De besturen voeren gerichte
praktijkonderzoeken uit, maar ook neemt Campus Columbus deel aan de ‘peer-reviews’ binnen de
Verenigde TOM groep (VTG).
TOM Onderwijs Anders is een integrale aanpak voor vernieuwing: het helpt invulling te geven aan
eigentijds onderwijs. Met meer aandacht voor verschillen tussen kinderen en een gemotiveerd,
samenwerkend team van professionals. Campus Columbus is lid van de Verenigde Tom Groep (VTG).
Campus Columbus campusplan 2015-2019 16
Kwaliteitsbronnen
Bronnen voor het stimuleren van ontwikkeling
Door de thematische werkwijze en de visie om aan te sluiten bij de behoefte en ontwikkelpotentieel van
het kind, arrangeren de teamleden veel situaties zelf, zowel bij de opvang als in het onderwijs. Ook zijn er
methodieken ontwikkeld die aansluiten bij de organisatie en behoefte van de kinderen. Gastlessen en
themareizen (excursies) zijn ook belangrijke bronnen binnen het thematisch werken.
Een aantal bestaande methoden worden gevolgd of als belangrijke bron gehanteerd. Deze staan
hieronder genoemd.
methodebron ontwikkelingsgebied gebruikt bij/in
Puk & Ko Brede ontwikkeling De Nieuwe Wereld en La Pinta
Dalton werkboek opvang Brede ontwikkeling De Nieuwe wereld, La Pinta en La Niña
Kanjertraining Burgerschap, sociale integratie en redzaamheid
Alle afdelingen
Leeslijn Aanvankelijk lezen Unit A, B en C
Rekenwonders Rekenen en Wiskunde Unit B tot en met F
Nieuwsbegrip Begrijpend lezen Unit C tot en met F
Schrijven leer je zo Technisch schrijven Unit B, C en D
Basislessen Bewegingsonderwijs Unit A tot en met F
Uit de Kunst Creativiteit/expressie Unit A tot en met F
Wij werken structureel samen met Cool Kunst en Cultuur Heerhugowaard om ons thematische aanbod te
verrijken.
Campus Columbus campusplan 2015-2019 17
Ondersteuning bij de ontwikkeling
Uitgaan van verschillen tussen kinderen
Wij willen kinderen zo veel en lang mogelijk kansen bieden binnen de Dalton leefgemeenschap. Wij
stellen de ontwikkeling van elk kind centraal. Om deze inclusiviteit te bereiken versterken wij de
voorbereide omgeving qua materiaal en aanbod.
Uitgangspunt is: elke ontwikkeling is goed, maar niet elke ontwikkeling is optimaal
Wanneer vinden wij het niet optimaal en besluiten wij om in te grijpen?
Als de basisbehoeften van het kind in het gedrang komen: het kind maakt geen eigen keuzes, toont
geen betrokkenheid en ervaart geen welbevinden.
Als specifieke ontwikkeling stagneert: het kind laat gedurende een langere periode (3 maanden) geen
waarneembare ontwikkeling zien, bijvoorbeeld bij de spraak- of leesontwikkeling.
Als de veiligheid van anderen in het geding komt.
Steeds houden wij in de gaten of het kind zich nog verder ontwikkelt, op welke terreinen en hoe eventuele
stilstanden te verklaren zijn. Ook de rol van de teamleden wordt hierbij in ogenschouw genomen.
Afhankelijk van de uitkomsten wordt actie ondernomen. Dit kan zijn dat we het kind bij de hand nemen
om aan een ontwikkelingsgebied te werken. Ook kunnen wij het aanbod en de begeleiding beter
afstemmen.
Om de extra ondersteuning planmatig binnen het onderwijs aan te pakken hanteren wij een Speciaal
Aanbod Plan (SAP) waarin mét het kind op oplossingsgerichte wijze aan de (onderwijs)behoeften
tegemoet wordt gekomen.
Binnen de opvang wordt in nauw overleg met de ouders een plan van aanpak opgesteld voor
ondersteuning of bij een opvoedvraag buiten onze deskundigheid adviseren we de ouders bij het zoeken
naar andere ondersteuning.
Naast de collegiale consultaties binnen de unit en met de specialisten in het team, zijn er vaste
momenten gepland om met de directie en onderwijsexpert van het samenwerkingsverband na te gaan of
alle mogelijkheden worden benut. Kinderen die een extra ondersteuningsbehoefte hebben worden
gevolgd met een groeidocument. De onderwijsexpert is ook de brug naar eventuele zware ondersteuning.
In het ondersteuningsprofiel staat beschreven hoe wij de (extra) ondersteuning van onze kinderen in het
onderwijs vorm geven en welke expertises wij in huis hebben. Het ondersteuningsprofiel is op de website
te vinden.
Campus Columbus campusplan 2015-2019 18
Analyse van het functioneren van de campus
Hoe staan we er voor volgens onszelf en anderen?
In 2014-2015 en ervoor is een aantal bronnen verzameld die leiden tot een actuele analyse. Vooral de
tevredenheidsonderzoeken van april 2015 onder de ouders, teamleden en kinderen van de campus is
een valide bron om te weten wat er leeft, welke punten als positief worden ervaren en welke
aandachtspunten verder verkend moeten worden ter ontwikkeling. Daarnaast is de peer-review van
oktober 2014 en reflectie in het team op het jaarplan van juni 2015 opgenomen.
Een aantal bronnen is al iets gedateerd maar ook geraadpleegd voor de analyse:
Daltonvisitatierapport (onderwijs), april 2013
Inspectierapport (onderwijs), september 2013
Jaarverslag 2013-2014 (onderwijs)
Eindrapport RI&E (onderwijs), maart 2014
Evaluatie samenwerking onderwijs-kinderopvang Heerhugowaard, maart 2015
GGD rapport De Nieuwe Wereld, april 2015
GGD rapport La Pinta, januari 2014
GGD rapport La Niňa, juli 2015
Vragenlijst jaarlijks oudergesprek opvangafdelingen
Hieronder het huidige inzicht en beleving van teamleden, ouders en kinderen op de campus. In de
jaarlijkse ontwikkelplannen wordt onderstaande analyse bijgesteld.
Versterken/vasthouden/vieren:
Cam
pu
s a
lgem
een
(kin
dcen
tru
m)
Visie/uitgangspunten
Sfeer/ inrichting
Bezoekarrangementen
Communicatie/imago
Motivatie, bekwaamheid teamleden
Leiding/management en werkklimaat
Organisatie/bestuur/campusraad
On
derw
ijs
sp
ecif
iek
Thematische aanpak/leren in werkelijkheid
Reflectie/portfolio
Nieuwsbrieven
Omgang met kinderen
Leergemeenschappen (FLG/CLG)
Structuur wekenplanning
Samenwerking binnen de unit
Opnamebeleid
Op
van
g
sp
ecif
iek
Motivatie tot ontwikkelen binnen het team
Omgang met de kinderen
Algemene tevredenheid ouders
Opendeurbeleid
Campus Columbus campusplan 2015-2019 19
Ontwikkelproces voor: urgentie: C
am
pu
s a
lgem
een
(kin
dcen
tru
m)
Vastleggen doorgaande Dalton lijn middel
Doorgaande lijn peuters naar kleuters; La Pinta anders positioneren middel
Daltonlicentiering NDV 2016
Vergroten aanbod OntdekTalent middel
Instrumentarium voor volgen afstemmen 0-12 laag
Daltoncertificering in alle afdelingen 2015
Afname tevredenheidsonderzoek 2017-2019
On
derw
ijs
sp
ecif
iek
Werkdruk (werkvermogen) teamleden en toepassing CAO-PO hoog
Informeren ouders over ontwikkeling kind (rekenen en taal) middel
Hygiëne en netheid middel
Uniformiteit werkwijze/routines tussen units middel
Effectiviteit werkbesprekingen hoog
Vastleggen afspraken werkwijze hoog
Thematiseren/spel ABC en DEF middel
Onderwijskundig gebruik personal devices hoog
Concept TYOD hoog
Pedagogische routines middel
Ontwikkelings-leerlijnen onafhankelijke toetsing middel
Op
van
g
sp
ecif
iek
Werkdruk en ontspanning hoog
Centrale regie SKH t.o.v. campusregie middel
Werkwijze borgen hoog
Kind specifiek aanbod La Niña bij groei naar 60 kinderen behouden hoog
Campus Columbus campusplan 2015-2019 20
Op duurzame wijze werken aan ontwikkeling
Aanpak vanuit eigenaarschap en talenten
De klassieke verbetertrajecten met SMART-geformuleerde doelen gaan uit van een grote mate van
voorspelbaarheid bij acties en ontwikkeling. Daarnaast gaat het grotendeels voorbij aan de kracht en
eigenaarschap van mensen en de co-creatie die ze in een team vorm kunnen geven. In onze ogen is
verandering van bovenaf opgelegd en in acties en einddoelen uitgezet gedoemd om juist niet tot een
gedragen, duurzame verbetering te leiden. Het is een papieren werkelijkheid die al heel snel achterhaald
is in de werkelijkheid. We nemen liever de ‘bijstelling’ op in het organische proces.
Zoals eerder in dit plan vermeld vereist kwaliteit in een organisatie een cultuur van waarnemen, oordelen
en handelen. Maar ook in een dergelijke, professionele cultuur is het vinden van de juiste
ondersteunende structuur een uitdaging. Autonoom en professioneel functionerende mensen laten zich
nu eenmaal niet gemakkelijk in een structuur zetten. Hieronder staat beschreven hoe wij deze kwaliteit en
bijbehorende uitdaging bijeen gaan brengen.
In deze campusplanperiode gaan we de kwaliteit verhogen door middel van sociale ontwerpprocessen.
Het gaat uit van gedeelde waarden en zet in op de talenten en kwaliteiten van iedereen. Het model van
het sociaal ontwerpproces komt van Tom Oosterhuis die er ook een instrument bij ontwikkeld heeft, een
e-portfolio (www.mevolution.net). De komende planperiode doen we ervaring op met het procesmodel. In
een later stadium kunnen we het e-portfolio inzetten.
Doorgaans start elk ontwikkelpunt uit het jaarplan in het verkenningsstadium. Soms ontstaan er
ontwikkelprocessen vanuit stadium 2 of zelfs stadium 3, bijvoorbeeld bij een experiment in een afdeling of
van één teamlid. De Columbus Leer Gemeenschappen (CLG’s) en studiedagen zijn geschikt om een
punt met behulp van het model te ontwikkelen en -vooral- af te ronden in het oogststadium. Op basis van
de behoefte aan structuur en voorspelbaarheid wordt een aantal CLG bijeenkomsten gepland in de
jaarkalender.
Als ondersteuning tijdens de bijeenkomsten is er een poster gemaakt waarop het model en de actuele
thema’s uit het campusplan en jaarplan zichtbaar zijn. (zie bijlage).
Welke uitdaging/probleem hebben we? Welke richting willen we op, passend
bij onze missie en visie?
Wat zijn de randvoorwaarden
voor het ontwerpproces?
Proces van divergeren: Welke ideeën en oplossingen
kunnen we bedenken? Proces van convergeren:
Welke oplossing lijkt de beste?
Hoe komen we tot een besluit?
Proces van organiseren, Uitvoeren en volharden We voeren ons besluit uit en dealen met tegenslagen en kansen
die zich voordoen
Proces van vastleggen, presenteren, vieren en evalueren van het resultaat en van het proces
er naar toe
1.verkennings
stadium
2.idee-
ontwikkelings
stadium
3.realisatie
stadium
4.oogst
stadium
Campus Columbus campusplan 2015-2019 21
De thema’s die wij willen verbeteren/ontwikkelen/versterken staan in het door de campusraad
vastgestelde campusplan en worden geactualiseerd in elk jaarplan. Elk thema wordt vervolgens in het
cyclische model zichtbaar gemaakt. In welke stadium zitten we? Wat komt hierna? Hoe organiseren we
dit?
Campus Columbus campusplan 2015-2019 22
Overzicht van documenten
Gerelateerd aan het campusplan
Campusgids 2014-2019 (www.campuscolumbus.nl)
Jaar- en Welkomstboekjes Campus Columbus (www.campuscolumbus.nl)
Jaarplan en professionaliseringsplan (www.campuscolumbus.nl)
Jaarverslagen (www.campuscolumbus.nl)
Uitkomsten en analyse tevredenheidsonderzoeken (www.campuscolumbus.nl)
Ondersteuningsprofiel onderwijs (www.campuscolumbus.nl)
GGD rapporten (www.campuscolumbus.nl)
Strategisch beleidsplan Stichting Flore (www.stichtingflore.nl)
Strategisch beleidsplan SKH 2015/2016 (www.skh.nl)
Professionaliseringsplan Stichting Flore (www.stichtingflore.nl)
Veiligheidsplan Stichting Flore (www.stichtingflore.nl)
Campus Columbus campusplan 2015-2019 23
Bijlage
Poster teamruimte om ontwerpprocessen en gezamenlijke focus duurzaam te ondersteunen