PRINCE2® PRACTITIONER - Ruysdael · PRINCE2® PRACTITIONER EXAMENVOORBEREIDINGSPAKKET PRINCE2® is...

PRINCE2®PRACTITIONER

EXAMENVOORBEREIDINGSPAKKET

©Ruysdael 2014PRINCE2® is a registered trade mark of AXELOS Limited. The Swirl logo™ is a trade mark of AXELOS Limited.

1

Examenvoorbereidingspakket PRINCE2® is a registered trade mark of AXELOS Limited.

©Ruysdael 2014 – V 7.5

Aanwijzingen voor het proefexamenmateriaal

INLEIDING

Deze aanwijzingen zijn gemaakt zodat u zich zo goed mogelijk kunt voorbereiden op het PRINCE2 Practitioner examen.

Lees deze tips gecombineerd met het document “PRINCE2 Practitioner Examenrichtlijnen”, dat een complete richtlijn biedt bij het examen en de gebruikte terminologie. Dat document geeft in het bijzonder een nadere verklaring over:

• De structuur van het examen

• Soorten vragen

• Moeilijkheidsgraad van de vragen

• Tijdmanagement.

Dit examenvoorbereidingspakket biedt meer details over:

Voorbereiding op het PRINCE2® examen. Vergeet dit zelf niet te verifiëren om eventuele gebieden waar u minder zeker van bent met uw trainer te bespreken;

Examentechniek;

Gebruik van het proefexamen.

Om de meeste kans te hebben om volledig te voldoen aan de examenvereisten en daarmee de status van “Registered Practitioner” te verkrijgen, raden wij u aan om deze aanwijzingen goed door te nemen voor het maken van het proefexamen. Als er iets is wat u niet begrijpt: raadpleeg uw trainer!

2



EXAMENTECHNIEK

Structuur van het proefexamen

Het proefexamen is in acht vragen onderverdeeld, die corresponderen met de gebieden in de syllabus (onderwerpen). Vragen zijn genummerd van 1 tot 8; de nummering zelf heeft geen betekenis.

Elke vraag is verder onderverdeeld in deelvragen, onder de noemer A, B, C, etc.

Elke deelvraag is opgesteld als één van de vijf vragensoorten die beschreven zijn in het document “Richtlijnen voor het PRINCE2 Practitioner Examen”. Het puntenschema voor elke deelvraag wordt duidelijk aangegeven binnen de deelvraag. Voor elke vraag geldt dat de som van de punten van de deelvragen 10 is.

Strategie

Onthoud dat u maximaal 150 minuten heeft voor het maken van het examen, dus tijdmanagement is van groot belang.

Lees eerst vlot het onderdeel projectscenario. Het gaat erom dat u zich snel een beeld vormt waarover het project dat bij uw examen gebruikt wordt gaat. De extra informatie (bijlagen) kunt u overslaan, aangezien die extra informatie uitsluitend betrekking heeft op specifieke vragen.

Voor het “inlezen” krijgt u geen extra tijd. U heeft minimaal 5 minuten nodig om de informatie uit het scenario tot u te nemen. Om die reden adviseren wij u om 15 minuten te reserveren voor het beantwoorden van alle deelvragen over een onderwerp in het echte examen. U heeft dan nog ongeveer 25 minuten over om aanvullende informatie door te nemen en op het einde uw antwoorden nog een laatste keer na te kijken.

Bedenk eerst hoe u het examen aan gaat pakken, zodat u uw kans vergroot om de benodigde punten (55%) te halen om te slagen (bij 44/80 bent u geslaagd). Mogelijke opties zijn bijvoorbeeld:

1. Beantwoord de vragen in de volgorde waarin ze geplaatst zijn – hierdoor zult u ook minder snel een hele vraag over het hoofd zien en deze niet beantwoorden, maar als de voor u moeilijkste vragen eerst gesteld worden, kunt u ontmoedigd raken en hierdoor vertraging oplopen.

2. Identificeer eerst welke onderwerpen u het beste liggen. Dit is een nuttige benadering als u zich er goed bij voelt om door het vragenboekje heen te bladeren. Hierdoor kan het echter gebeuren dat u een volledige vraag over het hoofd ziet, als u uw antwoorden niet zorgvuldig nakijkt. Als u voor deze benadering kiest, noteer dan welke vragen van het vragenboekje u heeft afgerond.

3. Doe eerst de “makkelijke” deelvragen (met lage punten) van elk onderwerp. Ga dan door met de moeilijkere deelvragen. Hierdoor krijgt u eerst de makkelijke punten zonder tijd te verspillen aan de moeilijke vragen. U moet daarbij wel gedisciplineerd aantekenen op uw vragenboekje welke vragen zijn afgerond, omdat u anders vragen over het hoofd kunt zien of voor de tweede keer dezelfde vragen maakt.

3



4. Doe eerst de “moeilijkere” deelvragen (met hoge punten) van elk onderwerp. Ga dan door met de makkelijkere deelvragen. Dit kan een goede manier zijn om uw tijd te verdelen, maar het kan ook zijn dat u daardoor te langzaam werkt.

5. Een combinatie van opties 2 en 4. Onthoud dat alle manieren van aanpak waarbij de deelvragen niet in de volgorde waarin ze staan worden uitgevoerd ertoe kunnen leiden dat u vragen overslaat (en daardoor punten mist).

Op basis van uw oefening met het proefexamen kunt u beslissen welke strategie het beste bij u past, en kunt u deze strategie aanhouden. De aanpak van uw keuze moet doordracht zijn en uw examenstijl moet daarbij in aanmerking worden genomen.

TIPS EN ADVIEZEN

Gebruik van het PRINCE2-handboek

U mag tijdens het examen gebruik maken van het PRINCE2-handboek (maar geen ander materiaal). Omdat er sprake is van tijdsdruk, kunt u hiervan maar beperkt gebruik kunnen maken. Voor vragen die rechtstreeks gericht zijn op het scenario zult u weinig hebben aan het handboek. Deze vragen kijken namelijk naar uw vermogen om PRINCE2 toe te passen. Daarbij is het vooral belangrijk om te vertrouwen op wat u geleerd en geoefend heeft tijdens uw training en met de online oefenomgeving.

Bij kennis- en begripsvragen kan het PRINCE2-handboek van pas komen om details van PRINCE2 na te kijken, als u deze informatie snel kunt vinden! Sleutel voor succes bij het gebruik van het handboek in deze gevallen is dat u weet waar u moet kijken, dus zorg ervoor dat u bekend bent met het handboek.

Gebruik van de bijlagen bij het scenario

Specifieke deelvragen kunnen extra informatie nodig hebben. De vraag kan verwijzen naar een bijlage in het scenarioboekje of de informatie wordt in de vraag zelf gegeven. Zorg ervoor dat u de aanvullende informatie (ofwel in een scenariobijlage, ofwel in een andere vorm) alleen gebruikt bij de vraag waar deze bij wordt geleverd.

Puntenschema

Bij elke deelvraag zijn er één of meer onderliggende vragen. Behalve wanneer anders wordt aangegeven, dient u slechts één antwoord te geven op elke van deze onderliggende vragen. Als u meer antwoorden geeft dan het genoemde aantal, scoort u geen punten voor die vraag.

Logica toepassen

Bij een examen met tijdsdruk (zoals dit) komt het voor dat men in de war raakt en zaken mist die overduidelijk zijn. De volgende suggesties kunnen u erbij helpen om uw aandacht vast te houden.

Bijvoorbeeld:

Als u moet beslissen welk product of beheersinstrument gepast is voor een specifieke rol, wellicht in een specifieke omstandigheid …

4



Als u gevraagd wordt om een product aan een proces te koppelen … dan kan het helpen om eerst te bekijken welke antwoorden niet passen, zodat u zich vervolgens kunt concentreren op het oplossen van de zaken die overblijven (wellicht met de hulp van het PRINCE2-handboek).

Bewering/reden vragen

Hierbij moet u goed nadenken en precies lezen. De eerste twee opties (A en B) zitten qua logica dicht bij elkaar, maar zijn wel verschillend. Bij dit soort vragen kunt u het beste werken door elke stelling op zichzelf te beoordelen. Lees dus eerst de bewering en beslis of het waar of niet waar is. Noteer dit op het vragenboekje (+ of -). Lees dan de reden en doe hetzelfde. Noteer dit op het vragenboekje (+ of -). Als één van beide of beide niet waar zijn, moet het een C, D of E zijn. Als beide echter waar zijn, moet u de twee stellingen naast elkaar leggen om te beslissen of de reden ook de onderbouwing/verklaring is van de bewering. Het antwoord zal dan dus ofwel A, ofwel B zijn.

GEBRUIK MAKEN VAN DE PROEFEXAMEN VRAGEN EN ANTWOORDEN

Het proefexamen biedt de kandidaten een methode om de belangrijkste elementen van PRINCE2 nog een keer te bekijken en te oefenen voor het Practitioner examen. Specifiek biedt het een raamwerk waarbinnen de kandidaat:

• Bekend kan worden met de verschillende vraagsoorten

• Kan nadenken over de proefvragen en de antwoorden erop kan noteren, zonder afgeleid te worden doordat de antwoorden moeten worden overgenomen op het “aanvinkblad” van het antwoordenboekje

• Het correcte antwoord op elke vraag aangereikt krijgt met uitleg, wat helpt bij het leren en bij het herhalen

SAMENSTELLING

Het proefexamen “pakket” bestaat uit:

Scenarioboekje

Hierin treft u een beschrijving van het project met een aantal bijlagen aan (bijvoorbeeld memo’s, een product breakdown structure.)

Vragenboekje Dit bestaat uit een set van negen proefvragen voor acht van de 11 syllabusgebieden, net als in het echte examen. De vragen worden gepresenteerd op een vergelijkbare manier als bij het echte examen.

Antwoordenboekje Voor elke deelvraag is er een corresponderende antwoordpagina, waarop het correcte antwoord is geplaatst met de tekst die erbij hoort. Deze geeft een verklaring waarom iets het correcte antwoord is (inclusief, indien van toepassing, een verwijzing naar de betreffende hoofdstukken in het PRINCE2 handboek).

5



RICHTLIJN oefenexamens

Behandel elk van de 8 vragen als een afzonderlijke taak, en volg daarbij de bovengenoemde informatie over de examentechniek. Doe dit in de volgorde die uw trainer aangeeft.

Richt u erop om alle deelvragen voor elk onderwerp binnen 12 minuten af te ronden, maximaal 15 minuten – wees hier strikt in. In het echte examen kunt u wellicht een gok doen bij vragen waar u het antwoord niet kunt herleiden (als dit althans niet leidt tot puntenaftrek); we stellen voor dat u die antwoorden op dit moment eerst open laat.

Noteer op de juiste plaats in de Antwoordenkolom de letter die correspondeert met wat u denkt dat het correcte antwoord is op elke vraag.

Als u alle deelvragen over een onderwerp heeft beantwoord, ga dan naar de Antwoordpagina’s en vergelijk uw antwoorden met de correcte antwoorden die gegeven zijn. Doe dat vervolgens voor elke deelvraag.

Vink de antwoorden die u goed had af, en bereken en noteer uw score op basis van de punteninformatie die in de titel van elke vraag wordt gegeven.

Lees nu de gegeven uitleg van elk incorrect antwoord of de antwoorden waar u niet zeker van bent – of waar u geen antwoord heeft gegeven – en, als u denkt dat dit helpt om de relevante informatie “vast te houden”, controleer dan de verwijzing naar het PRINCE2 handboek.

Tel nu alle punten van de deelvragen bij elkaar om een totaal te krijgen voor die vraag. De maximumscore voor elke vraag is 10, dus als u een score van 6 of meer heeft, bent u geslaagd voor dat onderwerp. U kunt deze oefening echter niet zien als een “proefexamen”, maar u kunt er wel door afleiden in welke mate u op dit moment voorbereid bent. Noteer dus uw zwakkere gebieden. Gun uzelf ongeveer 10 minuten per onderwerp voor deze activiteit, of volg daarin uw trainer.

Vraag vervolgens duidelijkheid aan uw trainer over alle aspecten die nog niet duidelijk zijn voor u, en zorg voor het inplannen van de relevante herhalingsactiviteiten die nodig zijn voordat u het echte examen doet – bijvoorbeeld door het herlezen van onderdelen in het PRINCE2 handboek, of door de cursusaantekeningen voor de onderwerpen in kwestie nog eens te bekijken.

PRINCE2® Practitioner -Examenvoorbereiding

© Ruysdael 2014 - V 7.5 1

EXAM PREPARATIONPRINCE2

PRACTITIONER

PRINCE2® is a registered trade mark of AXELOS Limited. The Swirl logo™ is a trade mark of AXELOS Limited.

Examenonderwerpen

1. Organization 2. Business Case3. Quality4. Plans 5. Risk6. Change7. Progress8. Processes SU & IP9. Processes DP, SB & CP10. Processes CS & MP

2

6 vragen gaan over de thema’s2 vragen gaan over procescombinaties


© Ruysdael 2014 - V 7.5 2

Soorten vragen

• Klassieke meerkeuze

• Meervoudig antwoord

• Matchen

• Volgorde

• Stelling en verklaring

3

Klassieke meerkeuzevragen

4


© Ruysdael 2014 - V 7.5 3

Meervoudig antwoord

5

Matchen

6


© Ruysdael 2014 - V 7.5 4

Op volgorde zetten

7

Stelling en verklaring - vragen

8


© Ruysdael 2014 - V 7.5 5

Moeilijkheidsniveau vragen

9

Examenstrategie

• Het gaat om precies lezen!

• Het gaat om toepassing van theorie in een scenario

• Elke vraag: één antwoord• Time management: 2½ uur voor 8 vragen• 8 * 10 punten = 80; Norm: 55% juist = 44 punten

• Vraag beantwoorden in vragenboekje; aan

einde van elke vraag in een keer overbrengen � antwoordblad

• Gebruik boek alleen om snel details te zoeken

• Lees bijlagen scenario pas bij betreffende vraag

10


© Ruysdael 2014 - V 7.5 6

SUCCES!!

PRINCE2® is a registered trade mark of AXELOS Limited. The Swirl logo™ is a trade mark of AXELOS Limited. 11

Versio

© The AP

PRINCE2®

on 1.10 (Status –

APM Group Ltd 2PRINCE2® is a R

® PRACTIT

–Live)NL - PRIAligned t

2012. This documRegistered Trade

PRINCR

IONER-EXA

INCE2 Practitionto Version 1.10 o

ment is not to be re Mark of the Cab

CE2® RICHTL

AMEN / RICH

Page 1ner Candidate Guof the OTE Practireproduced or re-sbinet Office. The

PRACLIJNEN

HTLIJNEN V

uidance v1.10 - Ditioner Candidate sold without exprSwirl Logo™ is

CTITION VOOR

OOR DE KA

Document Ownutch.docx Guidance

ress permission fra trade mark of th

ONER-ER DE K

ANDIDAAT

wner – Mart van d

from The APM Ghe Cabinet Office

EXAMKANDID

er Niet

roup Ltd. e.

EN - DAAT

PRINCE2® PRACTITIONER-EXAMEN / RICHTLIJNEN VOOR DE KANDIDAAT

Version 1.10 (Status –Live) Page 2 Document Owner – Mart van der Niet NL - PRINCE2 Practitioner Candidate Guidance v1.10 - Dutch.docx Aligned to Version 1.10 of the OTE Practitioner Candidate Guidance

© The APM Group Ltd 2012. This document is not to be reproduced or re-sold without express permission from The APM Group Ltd. PRINCE2® is a Registered Trade Mark of the Cabinet Office. The Swirl Logo™ is a trade mark of the Cabinet Office.

1 INLEIDING 1.1 Het doel van het examen is de deelnemer in staat te stellen aan te tonen dat hij de PRINCE2

principes, processen, thema’s en rollen begrijpt. Het Practitioner examen maakt gebruik van objectieve vragen, waarbij de deelnemer voor iedere vraag het antwoord moet kiezen uit een aantal mogelijkheden, waarvoor het juiste antwoord vaststaat.

1.2 In de volgende hoofdstukken worden de opzet van het examen en de verschillende soorten vragen uitgelegd. Tevens worden een aantal tips gegeven over de manier waarop de verschillende soorten vragen aangepakt kunnen worden.

2 OPZET VAN HET EXAMEN 2.1 Het examenpakket bestaat uit drie boekjes:

Het Scenarioboekje bevat één scenario met daarin een beschrijving van de organisatie, de zakelijke context en de doelstellingen van het project. Het Scenarioboekje kan ook aanvullende informatie geven voor één of meer van de acht vragen. Wanneer aanvullende informatie moet worden gebruikt, wordt dit duidelijk vet gedrukt vermeld in de vraag. Aanvullende informatie moet alleen worden gebruikt voor de vraag waarop deze betrekking heeft. Wanneer er in de vraag niet wordt verwezen naar aanvullende informatie of het Projectscenario, beantwoord de vraag dan alleen aan de hand van de informatie in de vraag zelf. In dit geval levert het Projectscenario slechts de achtergrond en de context van het project als geheel, maar niet de feiten die nodig zijn om de vraag te beantwoorden.

2.2 Het Vragenboekje bevat acht vragen, die elk over een bepaald hoofdonderwerp van de syllabus gaan. Dit staat duidelijk aangegeven aan het begin van iedere vraag. Iedere vraag bestaat uit 10 onderdelen (‘deelvragen’), die elk één punt kunnen opleveren, zodat de totale score uitkomt op 80 punten. Bij 44 punten (55%) is men geslaagd. Bij elk van de ‘deelvragen’ staat aangegeven hoeveel van de 10 punten ermee te behalen zijn. Er wordt van u verwacht dat u alle vragen en deelvragen beantwoordt.

2.3 Het Antwoordboekje bevat de antwoordbladen waarop de antwoorden moeten worden

ingevuld. Voor iedere vraag wordt slechts één antwoord gevraagd, tenzij dit in de vraag expliciet anders wordt aangegeven. Als er in het Antwoordboekje meer dan één antwoord wordt gegeven, terwijl dat niet wordt gevraagd, is het antwoord ongeldig.




3 HOOFDONDERWERPEN UIT DE PRINCE2-SYLLABUS De syllabus van PRINCE2 bevat 15 onderdelen, te weten: de 7 thema’s, de 7 processen, een onderdeel “overzicht en principes” en het onderdeel “op maat maken voor de projectomgeving”. In het PRINCE2 Practitionerexamen zijn er 6 vragen over thema’s en 2 vragen over één van de drie combinaties van processen zoals hieronder weergegeven. In elke vraag worden 2 onderwerpen uit de syllabus getest van het betreffende syllabusonderdeel. Hoofdonderwerp uit de Syllabus

Thema Business Case

Thema Organisatie

Thema Kwaliteit

Thema Plannen

Thema Risico

Thema Wijziging

Thema Voortgang

Processen Opstarten van een Project en Initiëren van een Project

Processen Sturen van een Project, Managen van een Faseovergang en Afsluiten van een Project

Processen Beheersen van een Fase en Managen Productoplevering De hoofdonderwerpen ‘Overzicht’, ‘Principes’ en ‘Op maat maken van PRINCE2 voor de projectomgeving’ uit de Syllabus worden niet apart geëxamineerd, maar details hieruit kunnen wel zijn opgenomen in de vragen over de andere hoofdonderwerpen uit de syllabus. De volledige PRINCE2-syllabus kan verstrekt worden door de APMG Group, of door uw Accredited Training Organisatie.

4 SOORTEN VRAGEN Er worden in de toets 5 verschillende soorten vragen gebruikt:

4.1 Klassieke meerkeuzevragen – ‘kies één antwoord uit de lijst van mogelijke antwoorden’. Het juiste antwoord moet worden geselecteerd uit een lijst van 3 of 4 mogelijkheden.

Beantwoord de volgende vraag over de relatie tussen de Communicatiemanagementstrategie en andere PRINCE2-producten en -thema’s.

Welke bewering beschrijft op juiste wijze de relatie tussen de Communicatiemanagementstrategie en het thema Organisatie?

A De Communicatiemanagementstrategie wordt goedgekeurd door de Projectmanager.

B De Communicatiemanagementstrategie bevat zowel de informatiestroom vanuit het project naar de belanghebbende stakeholders, als van de belanghebbende stakeholders naar het project.

C Alle geïdentificeerde stakeholders zouden de Communicatiemanagementstrategie moeten reviewen.




4.2 Meervoudig antwoord – ‘kies 2 juiste antwoorden uit een lijst van 5 mogelijkheden'. Deze vraag heeft exact dezelfde indeling als de ‘klassieke stijl’, maar er wordt meer dan één antwoord gevraagd. Dit is de enige soort vraag waarvoor meer dan één correct antwoord is vereist om punten te krijgen. Beide antwoorden moeten juist zijn om een punt voor een vraag te krijgen. Als er meer of minder dan 2 antwoorden worden gegeven is het antwoord ongeldig. De indeling met 2 van de 5 mogelijkheden is de enige vorm die wordt gebruik.

Beantwoord de volgende vraag over het gebruik van de paragraaf Configuratiemanagementprocedure van de Configuratiemanagementstrategie. Geef niet meer of minder antwoorden dan gevraagd wordt bij iedere vraag. 1 Verificatie en audit: Welke 2 gebieden zouden worden gereviewd bij het uitvoeren van

een configuratieaudit?

A De invoerregels in de Projectproductbeschrijving zijn juist gespecificeerd.

B Specialistische producten worden juist geïdentificeerd.

C Een product komt overeen met de status die ervoor is vastgelegd in het betreffende Configuratie-itemrecord.

D Het terughalen van producten verloopt volgens de Configuratiemanagementprocedure.

E Risico’s die zijn gerelateerd aan producten worden beoordeeld conform de Risicomanagementstrategie.

4.3 Matchen – koppel items in de ene lijst aan items in de andere. Er is slechts één juist antwoord op iedere vraag, maar opties uit de tweede lijst kunnen één keer, meer dan één keer of helemaal niet worden gekozen.

In kolom 1 staat een lijst met ware beweringen uit het proces Opstarten van een Project. Selecteer voor iedere bewering in kolom 1 het product uit kolom 2 waarin de bewering zou moeten zijn vastgelegd. Elke optie kan één keer, meer dan één keer of helemaal niet worden gekozen. Kolom 1 Kolom 2

1 De haalbaarheidsstudie moet worden goedgekeurd door de Raad van Bestuur, voordat men in het nieuwe project kan beginnen met enige ontwikkeling.

A Leerpuntenlogboek

B Business Case op hoofdlijnen

C Faseplan

D Projectproductbeschrijving

E Rolbeschrijvingen projectmanagementteam

2 Het bedrijf zou de aanbeveling uit de haalbaarheidsstudie kunnen negeren en besluiten om het nieuwe product NIET te gaan maken.

3 Andere projecten hebben bij het ontwikkelen van nieuwe producten eronder geleden wanneer de bedrijfsonderdelen niet betrokken werden bij de ontwikkeling van de producten.

4 70% van de mensen uit de testgroep moet bevestigen dat zij het nieuwe product zouden willen kopen.




4.4 Volgorde bepalen – gebeurtenissen in de juiste volgorde plaatsen. Het onderstaande

voorbeeld laat een ‘Volgorde-vraag’ zien die is gebaseerd op de stijl ‘Matchen’.

In kolom 1 staat een lijst met besluiten die in het project moeten worden genomen. Bepaal voor ieder besluit in kolom 1 of dit al dan niet in het proces Opstarten van een Project wordt genomen en geef aan in welke volgorde de besluiten zouden moeten worden genomen.

Kolom 1 Kolom 2

1 Goedkeuren van de haalbaarheidsstudie door de Stuurgroep voordat er met werkzaamheden voor het project kan worden begonnen.

A Besluit wordt NIET genomen in het proces Opstarten van een Project

B Als eerste

C Als tweede

D Als derde

E Als vierde

2 Besluiten of er voldoende geld is om de doelstelling van het project te financieren.

3 Beoordelen welke partijen er, op grond van ervaring uit eerdere projecten, bij het project betrokken zouden moeten worden.

4 Evalueren van twee mogelijke kandidaten voor de rol van Projectmanager en besluiten wie er benoemd zou moeten worden.




4.5 Stelling/Verklaring – ieder item bestaat uit twee beweringen: een stelling en een verklaring,

die met elkaar worden verbonden door het woord ‘want’. Bepaal eerst of de ‘stelling’ waar of niet waar is en vervolgens of de 'verklaring’ waar of niet waar is. Als één van beide beweringen niet waar is, selecteer dan een antwoord uit de opties C, D of E. Als beide beweringen waar zijn, dan is er echter nog een derde stap nodig. Kies tussen optie A en B door te bepalen of de verklaring al dan niet een juiste onderbouwing van de stelling is. Maak gebruik van het Projectscenario en beantwoord de volgende vraag. Regel 1 t/m 2 in onderstaande tabel bestaat uit een stelling en een verklaring. Geef voor elke regel welke optie (A t/m E) van toepassing is. Elke optie kan één maal, meerdere malen of helemaal niet worden gebruikt.

Opties Stelling Verklaring

A Waar Waar EN de verklaring is een goede onderbouwing voor de stelling.

B Waar Waar MAAR de verklaring is GEEN onderbouwing voor de stelling.

C Waar Niet waar

D Niet waar Waar

E Niet waar Niet waar

Stelling Verklaring

1 De verwachte benefits van het ver-groten van de flexibiliteit van de medewerkers zouden moeten worden opgenomen in de Business Case.

WANT Alle bekende benefits in de Business Case zouden duidelijk in meetbare termen moeten worden beschreven.

2 De verwachte benefits van het ver-groten van de flexibiliteit van de medewerkers zouden moeten worden opgenomen in de Business Case.

WANT Informatie over verwachte benefits van het project maakt deel uit van de rechtvaardiging voor het uitvoeren van het project.

In bovenstaand voorbeeld zijn alle beweringen in vraag 1 en 2 waar, maar het antwoord op vraag 1 is B en op vraag 2 is A. In vraag 1 is de verklaring waar, maar het feit dat benefits beschreven zouden moeten worden in meetbare termen verklaart niet waarom de benefit van toegenomen flexibiliteit van medewerkers zou moeten worden vastgelegd in de Business Case. Het antwoord is B. In vraag 2 is de verklaring een rechtvaardiging voor de stelling. Uit de scenario-informatie zal duidelijk blijken dat de flexibiliteit van medewerkers een geraamd benefit voor dit project is, en uit PRINCE2 weten we dat de Business Case de rechtvaardiging voor het uitvoeren van het project levert. De verklaring is dus waar en vormt een onderbouwing van de stelling. Het antwoord is dus A. Er is slechts één juist antwoord mogelijk bij iedere vraag, maar keuzes (a t/m e) kunnen één maal, meerdere malen of helemaal niet worden gebruikt.




5 TIMEMANAGEMENT Het examen duurt 150 minuten ( 2½ uur). Kandidaten moeten hun tijd zo verdelen en managen dat ze alle vragen kunnen beantwoorden. Als vuistregel geldt dat een kandidaat 5 minuten nodig heeft om het scenario te lezen en om vertrouwd te raken met de indeling van het examen. Als er vervolgens 15 minuten worden uitgetrokken voor elk van de acht vragen, blijft er nog 25 minuten speling over voor het lezen van de aanvullende informatie, wat bij sommige vragen nodig is. Dit voorstel voor een tijdsindeling is alleen bedoeld als richtlijn. Ga ervan uit dat voor sommige vragen meer tijd nodig is door het soort vraag, en door het gebruik van aanvullende informatie.

Bij het examen mag de kandidaat gebruik maken van zijn eigen, van aantekeningen voorziene exemplaar van het manual. Er mag geen aanvullend materiaal worden gebruikt; dit geldt ook voor post-its (anders dan gebruikt als bladwijzer in het manual) en toegevoegde pagina’s met aantekeningen. Kandidaten moeten zich bewust zijn van de beperkte tijd die er beschikbaar is. Het manual mag ter ondersteuning worden gebruikt, net als in het dagelijkse leven. Maar de tijdsdruk van een examen betekent dat de vragen niet zijn ontworpen met als doel of zelfs de verwachting dat de kandidaten het manual gebruiken voor het beantwoorden van de vragen. Het gebruik is optioneel. Als richtlijn kan worden aangehouden dat een kandidaat het manual misschien één of twee keer inkijkt voor een specifiek punt.Veel meer dan dat is waarschijnlijk contraproductief, en wordt afgeraden.

6 REDACTIONELE OPMERKINGEN 6.1 In het hele Scenarioboekje en Vragenboekje examen worden de PRINCE2 thema’s,

processen en managementproducten met een hoofdletter geschreven.

6.2 Gebruik van ‘zou moeten’ (‘should’), ‘zullen’ (‘will’) en ‘moeten’ (‘must’).1

“zou moeten” – wordt gebruikt om aan te geven dat het om een “verplichting” gaat. Iets is goed, belangrijk of wordt aangeraden. Het is minder sterk dan “moet”. Het wordt gebruikt om te toetsen of iets zou moeten gebeuren omdat het in lijn is met de principes en de aangeraden best practices van PRINCE2. Neem bijvoorbeeld de volgende bewering: ‘De Directeur Financiën zou in het project de rol van Opdrachtgever moeten uitvoeren’. Gegeven de informatie uit het scenario zou de Directeur Financiën al dan niet de geschikte kandidaat voor de PRINCE2-rol van Opdrachtgever kunnen zijn, hij zou in staat moeten zijn om de PRINCE2-verantwoordelijkheden voor die rol uit te kunnen voeren en de belangen van het bedrijf te behartigen in het project. Het gebruik van ‘zou moeten’ vraagt dan van de lezer om dit te evalueren.

“moet” – wordt gebruikt wanneer er sprake is van iets dat “noodzakelijk” is of iets dat “moet” plaatsvinden. Bijvoorbeeld iets dat verplicht (“mandatory”) is. ‘Zullen’ en ‘wordt’ (‘will’ en ‘is’) worden gebruikt om iets uit te drukken waar geen discussie over mogelijk is of wat vaststaat in PRINCE2, bijvoorbeeld om algemene feiten over de producten, processen, thema’s en technieken van PRINCE2 te beschrijven. Een voorbeeld van dit laatste is: ‘De acceptatiecriteria worden vastgelegd in de Projectproductbeschrijving’.

1 Voor deze definities gaat de Engelse tekst hier uit van Michael Swan's 'Practical English Usage'




6.3 Gebruik van beweringen die waar zijn in een vraag

Als de uitdrukkWanneer ‘beweringen die waar zijn’ (of een soorgelijke omschrijving) wordt gebruik in een vraag, is het niet nodig te onderzoeken of de beweringen consistent zijn met het scenario of dat aanvullende informatie vereist is. In het bovenstaande voorbeeld is het bij optie A en C niet nodig om het scenario te controleren om te zien of het project gefinancierd wordt uit het marketingbudget van het bedrijf of dat de geschatte kosten € 26.500 zijn. Aangezien bij de vraag is aangegeven dat de bewering waar is, moet er beoordeeld worden of het ‘kopje Kosten', conform de door PRINCE2 aanbevolen inhoud voor een Business Case, de juiste plek is om deze informatie vast te leggen.

6.4 Gebruik van ‘conform PRINCE2’

De uitdrukking 'conform PRINCE2’ wordt gebruikt om te benadrukken dat de vraag zuiver theoretisch is en dat er geen evaluatie van de scenario-informatie nodig is.

Elk van de onderstaande 5 vragen bevat een aantal beweringen die waar zijn over het project, maar slechts 2 beweringen horen thuis in de genoemde paragraafin de Business Case

1 Welke 2 beweringen zouden moeten worden vastgelegd in de paragraaf Kosten?

A Het project zal gefinancierd worden uit het marketingbudget van het bedrijf.

B Er kan geen informatie over projectkosten worden gegeven voordat het Projectplan is goedgekeurd.

C De totale projectkosten worden geschat op € 26.500.

D De kosten van het drukken en de verspreiding zullen worden vastgelegd in de prognose van de productiekosten.

E 10 extra orders met een gemiddelde winst van € 2.000 zullen in het eerste jaar een winst opleveren van € 20.000 .

Versio

© The AP

7 H

Duvd

7.1 Duvg AvB

DgT

d

Ab

Aak

8 HDmD(v

Ve

PRINCE2®

on 1.10 (Status –

APM Group Ltd 2PRINCE2® is a R

HET GEBRDe Antwoorduitgerekend.volgen en hudoet, kan da

De Antwoorduitgerekend.volgen en hugebeurt, kan

Alle antwoorvan de 'ellipsBijvoorbeeld

A B1 2 3 4

De ellips mogebruikt, worTwee goede

de ellips volle

Andere manbeoordeeld w

Als een kandantwoord vokandidaat me

HET RE-RDe opzet vanmet als verscDeze hebben(55%). Iedervraag over é

Voor het oveexamen.

® PRACTIT

–Live)NL - PRIAligned t

2012. This documRegistered Trade

RUIK VANdboekjes wor Het is daaro

un antwoordet leiden tot v

dboekjes wor Het is daaro

un antwoorden dat leiden to

rden moeten s' die bij het g:

B C D

et worden inrden de antw manieren om

edig invullen

ieren van invwordt.

didaat gedurelledig wordeneer dan één

REGISTRAn het Re-Regchil dat het Rn een totale re vraag gaatéén van de pr

erige geldt vo

IONER-EXA

INCE2 Practitionto Version 1.10 o

ment is not to be re Mark of the Cab

N HET ANTrden elektronom van esseen dienovereertraging en

rden elektronom van esseen dienovereot vertraging

door de kangekozen antw

gevuld METwoorden niet m de antwoo

n of

vullen zijn nie

ende het exan uitgegumdantwoord wo

ATION EXAgistration exaRe-Registratiscore van 30t over één onrocessen ga

oor het Re-R

AMEN / RICH

Page 9ner Candidate Guof the OTE Practireproduced or re-sbinet Office. The

TWOORDBnisch geleze

entieel belangeenkomstig in, in sommige

nisch gelezeentieel belangeenkomstig ing en, in somm

ndidaten wordwoord hoort

T POTLOOD,door het sys

ordformuliere

een lijn trervoor gegevuld is

et toegelaten

amen een an, en het juistordt gegeven

AMEN amen komt oion examen 0, en de deenderdeel vanat.

Registration e

HTLIJNEN V

uidance v1.10 - Ditioner Candidate sold without exprSwirl Logo™ is

BOEKJE n en de resug dat kandidanvullen. Als ue gevallen, to

n en de resug dat kandidanvullen. Als d

mige gevallen

den gegeven.

, NIET MET steem gelezeen in te vullen

rekken door hezorgd moet

n, en kunnen

ntwoord wil vte antwoord wn, krijgt de vr

overeen met slechts drie vlnemer is ge

n de syllabus

examen hetze

OOR DE KA

Document Ownutch.docx Guidance

ress permission fra trade mark of th

ultaten wordeaten de hier u dat niet op ot een ongeld

ultaten wordeaten de hier dat niet op dn, tot een ong

n door midde

PEN. Als er en. n zijn:

het midden vworden dat d

ertoe leiden

veranderen, mworden ingevraag nul pun

die van het vragen bevaslaagd bij ee

s, waarbij nie

elfde als voo

ANDIDAAT

wner – Mart van d

from The APM Ghe Cabinet Office

en door de cogegeven ins

p de juiste madig antwoord

en door de cogegeven inse juiste mangeldig antwo

el van het inv

een pen wor

van de ellips,deze voor 80

n dat de vraa

moet het onjvuld. Als er d

nten.

Practitioner at en één uuren score vanet meer dan é

or het Practiti

er Niet

roup Ltd. e.

omputer structies anier d.

omputer structies ier

oord.

vullen

rdt

, waarbij 0-100%

ag niet

uiste door de

examen, r duurt. n 17 één

ioner

Het Practitioner Examen

FX03Scenarioboekje Dit is een 2,5 uur durend examen. Dit boekje bevat het Projectscenario dat als basis dient voor het examen. Alle vragen staan in het Vragenboekje.

In dit Scenarioboekje is voor een aantal vragen aanvullende informatie opgenomen. Waar gebruik moet worden gemaakt van extra informatie is dat duidelijk aangegeven bij de vraag waarop die informatie betrekking heeft. Alle informatie die bij een vraag wordt gegeven, is uitsluitend van toepassing op de betreffende vraag.

Voor elk van de acht vragen kunnen 10 punten worden behaald; de maximale score voor dit examen is dus 80 punten. Om te slagen is een minimale score van 55% (44 punten) vereist. Bij iedere vraag is duidelijk aangegeven op welk onderwerp uit de syllabus de vraag betrekking heeft.

Bij het examen mag uitsluitend gebruik worden gemaakt van het PRINCE2-manual, dus behalve het Vragenboekje, het Scenarioboekje, het Antwoordenboekje en het PRINCE2-manual mag geen ander materiaal / naslagwerk worden gebruikt.

Kandidaatnummer: ........................................

© AXELOS Limited 2013Alle rechten voorbehouden.

De reproductie van dit materiaal vereist de machtiging van AXELOS Limited. Swirl logo™ is een handelsmerk van AXELOS Limited

PRINCE2® is een geregistreerd handelsmerk van AXELOS Limited

Lege Pagina




ProjectscenarioProjectscenario Het Reorganisatieproject

(N.B. De bedrijven en personen in het scenario zijn fictief)

Een rijksoverheidsinstantie, het Ministerie van Voedselhygiëne (MVH), krijgt te maken met toenemende druk om in de kosten te snijden, en de problemen op te lossen die worden veroorzaakt door tekortschietende en verouderde technologie.

Teamtech, een detacheringbureau dat specialisten levert aan overheidsinstanties, heeft externe consultants geleverd. Zij hebben een haalbaarheidsstudie uitgevoerd om de opties in kaart te brengen voor het aanpakken van de problemen. De volgende opties zijn overwogen:

● doe niets; ● geselecteerde bedrijfsonderdelen herstructureren; ● geselecteerde bedrijfsonderdelen schrappen en externe leveranciers contracteren om deze

diensten te leveren.

De conclusie van de haalbaarheidsstudie luidde dat er voldoende grond is voor het herstructureren van de diensten die nu worden geleverd door twee afdelingen: Facilitaire Zaken (onderhoud van gebouwen en terreinen) en Informatietechnologie (IT). De aanbevelingen waren:

● Herstructureer de diensten van afdeling Facilitaire Zaken en verminder het personeelsbestand van de afdeling met 20%;

● Herstructureer de diensten van Informatietechnologie (IT) en vervang het huidige IT-systeem door een nieuwe hardware- en softwareoplossing.

In de haalbaarheidsstudie zijn de huidige organisatiestructuur van afdeling Facilitaire Zaken en het bestaande IT-systeem op hoofdlijnen beschreven. Tevens is voor het benodigde project een Business case op hoofdlijnen uitgewerkt. De externe consultants van Teamtech hebben ook de volgende aanbevelingen gedaan voor het managen van het project:

● Maak gebruik van PRINCE2; ● Splits het project in vier managementfasen:

❍ Fase 1 (Stage 1): Standaard PRINCE2 initiatie activiteiten; ❍ Fase 2: Detailontwerp maken voor de toekomstige organisatiestructuur van afdeling

Facilitaire Zaken. Specificaties opstellen voor de nieuwe hardware- en softwareoplossing. Contract opstellen voor het leveren en installeren van de nieuwe hardware- en softwareoplossing;

❍ Fase 3: Tender uitschrijven en voorstellen evalueren. Leverancier selecteren en contract afsluiten;

❍ Fase 4: Nieuwe organisatiestructuur van afdeling Facilitaire Zaken implementeren. Nieuwe hardware- en softwareoplossing installeren en een proefperiode draaien.

Het Project Scenario wordt vervolgd op de volgende pagina




vervolg

De eerste schattingen wezen uit dat de kosten voor het project € 2,5 miljoen zouden bedragen en dat het twee jaar zou kosten om het af te ronden. De verwachte besparing bedraagt voor de komende 10 jaar € 20 miljoen. Het senior management van MVH nam de aanbevelingen over als basis voor het project. Iedere gebeurtenis echter die zou kunnen leiden tot verlies van MVH-data moet onmiddellijk naar hen geëscaleerd worden.

Het Herstructureringsproject heeft het proces Opstarten van een Project (Starting up a Project) afgerond en bevindt zich nu in de initiatiefase. Vanwege het strategische belang van het project heeft de Algemeen Directeur van MVH de rol van Opdrachtgever op zich genomen. Er is een Projectmanager van MVH benoemd die ervaring heeft met PRINCE2. De medewerkers van de afdelingen die worden geherstructureerd zullen samenwerken met de externe consultants die de haalbaarheidsstudie hebben uitgevoerd, om het detailontwerp en de specificaties te schrijven.




Aanvullende informatie over enkele mensen die betrokken zouden kunnen worden bij het project:

Accountmanager Teamtech: Hij vertegenwoordigt het detacheringbureau Teamtech dat specialisten levert aan overheidsinstanties. Teamtech heeft de consultants geleverd die de haalbaarheidsstudie hebben uitgevoerd. Zij zullen geen producten voor het project ontwikkelen. Dezelfde consultants zullen gedurende het Herstructureringsproject echter wel worden ingezet voor ondersteuning en begeleiding van de teams van de afdelingen Informatietechnologie (IT) en Facilitaire Zaken.

Directeur Financiën: Zij is 12 maanden geleden overgeplaatst van de afdeling Informatietechnologie. Het is haar verantwoordelijkheid ervoor te zorgen dat een kosteneffectieve aanpak wordt gehanteerd voor alle operationele en projectactiviteiten binnen het Ministerie van Voedselhygiëne.

Manager Hardware: Hij rapporteert aan de Directeur Informatietechnologie. Hij levert en beheert de computerhardware en –software van alle bedrijfsonderdelen.

Manager Salarisadministratie: Hij rapporteert aan de Directeur Financiën. Hij is een zeer ervaren en efficiënte accountant, die namens de Directeur Financiën verantwoordelijk is voor het leiden van een deel van de afdeling Financiën. Hij is betrokken geweest bij het opzetten van de bedrijfsstrategie van het ministerie en heeft meegewerkt aan een volledige risicobeoordeling van de organisatie. Ook heeft hij het concept voor de bedrijfsbrede standaard voor Business cases gemaakt.

Directeur Onderzoek en Ontwikkeling: Zij geeft leiding aan een groot team dat het altijd ongelooflijk druk heeft. Veel van haar onderzoeks- en ontwikkelingsprocessen vereisen dagelijkse input van de teams van Informatietechnologie en Facilitaire Zaken. Zij heeft uitstekend inzicht in de behoeften van ieder team om effectief te kunnen werken.

Vraag 2: Thema Organisatie (Organization) - Aanvullende informatie




Aanvullend informatie Kwaliteit

1/3

Productbeschrijving voor het contract

Benaming(Title)

Contract.

Doel(Purpose)

Deze overeenkomst specificeert de eisen van MVH voorhet leveren en installeren van een hardware- ensoftwareoplossing. Het biedt meetbare criteria tenopzichte waarvan de prestaties van de geselecteerdeexterne leverancier zullen worden beoordeeld.

Samenstelling(Composition)

Verantwoordelijkheden van MVH en de geselecteerdeexterne leverancier.

Werkwijzen voor het bewaken van en rapporteren overhet niveau van functioneren.

Het proces van MVH voor het oplossen van geschillen. Geheimhoudingsbepalingen. • Voorwaarden voor het

ontbinden van het contract. Verklaring van technische termen die in het contract

worden gebruikt.

Format en presentatie(Format & presentation)

A4, Word-document, dubbelzijdig geprint, in zwart-wit. Lettertype: Arial, 12 pts

Kwaliteitscriteria(Quality criteria)

Bevat alle items hierboven genoemd in "Samenstelling". Niet meer dan 60 bladzijden. Voldoet aan de huisstijl van MVH. Geen spelfouten.

Vereiste kwaliteitsvaardigheden(Quality skils required)

Vaardigheden voor proeflezen.

Kwaliteitsverantwoordelijkheden(Quality responsibilities)

Producent/Productvertegenwoordiger(Producer/Presenter): Directeur Informatietechnologie.

Voorzitter (Chair): Projectmanager. Reviewer: Manager Hardware en Directeur Financiën. Goedkeurder (Approver): Algemeen Directeur.

Vraag 3: Thema Kwaliteit (Quality) - Aanvullende informatie





2/3

Notities over kwaliteit uit het Dagelijks logboek (Daily Log)

Het contract tussen MVH en de geselecteerde externe leverancier zal de aard en de kwaliteitvan de vereiste dienstverlening specificeren. De geselecteerde leverancier moet zich houdenaan de in de bedrijfstak geldende standaarden voor het leveren van hardware- ensoftwareoplossingen.

Het Kwaliteitmanagementsysteem (QMS) van MVH is ISO-gecertificeerd. Het bevatrichtlijnen voor 80% van de bedrijfsprocessen van MVH. Eén van deze processen beslaat devervaardiging van contracten voor het in dienst nemen van medewerkers.

Het QMS bevat ook de standaards die van toepassing zijn op alle documentatie. Er is geengedocumenteerde procedure voor wijzigingsbeheer.

Alle projectdocumenten zullen worden onderworpen aan een kwaliteitsreview. Voor sommigeproducten is een formeel kwaliteitsrecord nodig dat door de voorzitter van de kwaliteitsreviewmoet worden afgetekend.

(wordt vervolgd)





3/3

Passage uit de concept-Kwaliteitsmanagementstrategie (Quality ManagementStrategy)(kan fouten bevatten).

Inleiding

1. Dit document definieert de aanpak die gedurende het project gebruikt gaat wordenom de vereiste kwaliteitsniveaus te bereiken.

2. De Stuurgroep (Project Board) zal de eindverantwoordelijkheid dragen voor deKwaliteitsmanagementstrategie (Quality Management Strategy).

3. Projectborging (Project Assurance) zal de implementatie van deKwaliteitsmanagementstrategie borgen.

Kwaliteitsmanagementprocedure – Kwaliteitsstandaarden (Quality managementprocedure – Quality standards)

4. De in de bedrijfstak geldende standaarden voor het leveren van hardware- ensoftwareoplossingen.

5. De documentatiestandaarden van MVH.

Records (Records)

6. Er zal een Kwaliteitsregister (Quality Register) worden bijgehouden voor hetvastleggen van de geplande kwaliteits-activiteiten en de werkelijke resultatendaarvan.

7. Voor ieder product zullen Configuratie-itemrecords (Configuration Item Records)worden bijgebouden, waarin de status, versie en variant wordt beschreven.

8. Voor de producten die dat vereisen worden Kwaliteitsrecords (Quality Records)opgeslagen in de kwaliteitsdatabase.

Rollen en verantwoordelijkheden (Roles and responsibilities)

9. Teammanagers zullen informatie leveren over kwaliteitscontroles die zijn uitgevoerd.10. Teammanagers zullen ervoor zorgen dat het Kwaliteitsregister (Quality Register)

wordt geactualiseerd met de namen van de teamleden die betrokken zijn bij hetreviewproces.

11. De Seniorgebruiker (Senior user) zal de Productbeschrijvingen (ProductDescriptions) reviewen van de producten, die door de geselecteerde externeleverancier worden gemaakt, om ervoor te zorgen dat ze realiseerbaar zijn.




Fase 3 (Stage 3) van het project loopt nu drie weken en er zijn in deze fase nog 41 weken te gaan. De tenderaanvraag is goedgekeurd, maar nog niet verspreid naar de externe leveranciers die op de lijst staan.

De Algemeen Directeur van het Ministerie van Voedselhygiëne (MVH) heeft een spoedvergadering belegd omdat er een nieuw overheidsinitiatief is aangekondigd om alle Facilitaire diensten te centraliseren. Alle lopende projecten die betrekking hebben op Facilitaire Zaken moeten onmiddellijk worden stopgezet.

De Projectmanager heeft een Issuerapport (Issue Report) uitgewerkt, aangezien de scope van het Herstructureringsproject mogelijk verkleind moet worden om de herstructurering van de afdeling Facilitaire Zaken uit het project te halen. Voor het project is nog een wijzigingsbudget (Change Budget) van € 70.000 beschikbaar, een projecttolerantie (Project tolerance) voor tijd van +6 weken / -6 weken en een projecttolerantie voor kosten van + € 350.000 / - € 500.000.

Vermindering van het personeelsbestand van Facilitaire Zaken en het vernieuwen van de hardware- en softwareoplossing van MVH zou volgens planning € 2,5 miljoen kosten. Dit zou een besparing opleveren op de operationele kosten van € 2 miljoen per jaar, ofwel € 20 miljoen voor de komende 10 jaar.

Het noodzakelijke werk om de scope van het project te verkleinen en alleen de hardware- en softwareoplossing voor MVH op te leveren zou € 1,25 miljoen kosten en een besparing opleveren op de operationele kosten van € 1 miljoen per jaar, ofwel € 10 miljoen voor de komende 10 jaar. De doorlooptijd van twee jaar blijft ongewijzigd. De Projectmanager is er echter bezorgd over dat de specificatie die voor de nieuwe software is opgesteld de eisen voor de geherstructureerde processen van Facilitaire Zaken bevat en niet die voor de nu bestaande processen.

Om de afdeling Facilitaire Zaken uit het Herstructureringsproject te halen, zullen alle producten moeten worden herzien die te maken hebben met de implementatie van de nieuwe organisatiestructuur van Facilitaire Zaken. Er is een volledige analyse uitgevoerd en de eerste schattingen zijn dat fase 3 door deze wijzigingen met drie weken zal worden vertraagd en de afronding € 100.000 extra zal kosten. Van de fasetolerantie voor kosten in fase 3 is nog € 54.000 over. Het overheidsinitiatief om alle Facilitaire diensten te centraliseren en efficiënter te organiseren zou over een periode van 10 jaar een besparing op de operationele kosten moeten opleveren van € 15 miljoen. De kosten voor het Centralisatieproject worden geschat op € 1,5 miljoen.

Vraag 6: Thema Wijziging (Change) - Aanvullende informatie




De onderstaande passages zijn afkomstig uit het Werkpakket (Work Package) dat aan de Teammanager Informatietechnologie (IT) is gegeven. Het Werkpakket betreft de installatie van de nieuwe hardware- en softwareoplossing die door de geselecteerde externe leverancier is geleverd. Het is opgesteld door de Projectmanager.

Het overzetten van data van de huidige systemen naar de nieuwe software moet plaatsvinden met een minimale verstoring van de lopende dienstverlening. Tegelijkertijd zullen de de Facilitaire diensten worden geherstructureerd. Gedurende het overzetten van data zal de Teammanager IT moeten samenwerken met de Teammanager Facilitaire Zaken om ervoor te zorgen dat hun werkzaamheden synchroon lopen en producten op elkaar aansluiten. Afronding van dit werk staat gepland voor einde week 24 van fase 4.

De projectinformatie in de onderstaande passages is waar, maar staat wellicht NIET in de juiste paragraaf of in het juiste document.

Concept Werkpakket (Work Package)

Technieken, processen en procedures (Techniques, processes and procedures)

1. Iedere bedreiging die zou kunnen leiden tot verlies van MVH-data moet onmiddellijk geëscaleerdworden.

Gezamenlijke afspraken (Joint agreements)

2. Het werk begint begin week 2 (fase 4).

3. Het project zal een doorlooptijd hebben van 2 jaar, de kosten zijn begroot op € 2,5 miljoen.

Toleranties (Tolerances)

4. Geen.

Beperkingen (Constraints)

5. Medewerkers van MVH mogen niet betrokken worden bij zwaar tilwerk bij verwijdering van de ITapparatuur.

6. Installatiewerkzaamheden moeten plaatsvinden tijdens de normale werktijd van MVH.

7. +€ 10.000 / -€ 25.000.

De aanvullende informatie wordt vervolgd op de volgende pagina

Vraag 7: Thema Voortgang (Progress) - Aanvullende informatie




vervolg

Rapportageafspraken (Reporting arrangements)

8. Iedere maandag om 10.00 uur een Hoofdpuntenrapport (Highlight Report).

9. Het rapport moet een overzicht geven van alle producten waaraan in de voorafgaande week isgewerkt.

10. De Projectmanager moet onmiddellijk per telefoon op de hoogte worden gebracht van eventueleissues.

Probleemafhandeling en escalatie (Problem handling and escalation)

11. Voor alle issues moet binnen 24 uur een impactanalyse zijn uitgevoerd.

Passages of verwijzingen (Extracts or references)

12. Het Faseplan voor fase 4 is verkrijgbaar bij Projectsupport (Project Support).

Goedkeuringsmethode (Approval method)

13. Projectborging (Project Assurance) zal het afgeronde Werkpakket reviewen en de afrondingbevestigen.




Lege Pagina





FX03

Vragenboekje

Kandidaatnummer: ........................................




Lege Pagina




Door vragen afgedekte onderwerpen in de syllabus :

Vraag 1 - Opstarten v.e. Project (OP, SU) + Initiëren v.e. Project (IP)

Vraag 2 - Thema Organisatie (Organization)

Vraag 3 - Thema Kwaliteit (Quality)

Vraag 4 - Thema Plannen (Plans)

Vraag 5 - Thema Risico (Risk)

Vraag 6 - Thema Wijziging (Change)

Vraag 7 - Thema Voortgang (Progress)

Vraag 8 - Beheersen van een Fase (BF, CS) + Managen Productoplevering (MP)




Vraag 1Syllabus Opstarten v.e. Project (OP, SU) + Initiëren v.e. Project (IP)

Syllabus Vraag Deel PuntenOpstarten v.e. Project (OP, SU) + Initiëren v.e. Project (IP) 1 A 4

Kolom 1 bevat notities die gedurende het proces Opstarten van een Project in het Dagelijks logboek zijn opgenomen. Bepaal voor iedere notitie in kolom 1 bij welke activiteit, indien correct toegepast, deze informatie zou moeten zijn vastgelegd. Elke optie in kolom 2 kan één maal, meerdere malen of helemaal niet worden gebruikt.

Kolom 1 Kolom 2

1 Bij andere projecten bleek dat twee bedrijven, gespecialiseerd in outsourcing, niet betrouwbaar waren. Deze bedrijven zouden niet als mogelijke partij voor dit project moeten worden geselecteerd.

A Benoemen van de Opdrachtgever en de Projectmanager

B Eerdere leerpunten verzamelen

C Projectmanagementteam samenstellen en benoemen

D Business case op hoofdlijnen opstellen

E Projectaanpak kiezen en Projectvoorstel samenstellen

F Initiatiefase plannen

2 MVH heeft te maken met een toenemende druk om de kosten te reduceren en heeft problemen die veroorzaakt worden door een tekortschietende interne controle en verouderde systemen.

3 De nieuwe hardware zal worden geselecteerd uit een aantal standaard oplossingen van leveranciers. De sofware oplossing zal een maatwerkoplossing worden voor MVH.

4 Er wordt aangenomen dat de externe consultant van Teamtech bij de start van de Initiatiefase beschikbaar zal zijn.




Syllabus Vraag Deel PuntenOpstarten v.e. Project (OP, SU) + Initiëren v.e. Project (IP) 1 B 3

Maak gebruik van het Projectscenario en beantwoord de volgende vragen.

Beslis of de acties die gedurende het proces Opstarten van een Project zijn genomen een juiste toepassing zijn van PRINCE2 voor dit project en kies het antwoord dat uw beslissing ondersteunt.

1 Bij het samenstellen en benoemen van het Projectmanagementteam heeft de Projectmanager een rolbeschrijving voor de Opdrachtgever opgesteld.

Was dit een juiste toepassing van PRINCE2 voor dit project?

A Nee, want de verantwoordelijkheden van de Opdrachtgever zouden voorafgaand aan deze activiteit moeten zijn vastgesteld.

B Nee, want het opstellen van rolbeschrijvingen is GEEN verantwoordelijkheid van de Projectmanager.

C Ja, want rolbeschrijvingen zouden moeten worden opgesteld voor alle rollen van de Stuurgroep.

D Ja, want de Projectmanager is verantwoordelijk voor deze activiteit

2 Bij het opstellen van een Business case op hoofdlijnen vraagt de Opdrachtgever aan Directeur Financiën om € 2,5 miloen te reserveren voor de financiering van het project.


A Nee, want de volledige kosten van het project zijn nog niet bekend.

B Nee, want de Projectmanager is verantwoordelijk voor deze activiteit.

C Ja, want de Opdrachtgever is verantwoordelijk voor het bemachtigen van de financiering van het project.

D Ja, want het volledige projectbudget moet beschikbaar zijn voordat het project kan worden geautoriseerd.

3 Bij het opstellen van het Initiatiefaseplan werkt de Projectmanager de afspraken uit ten aanzien van de rapportages en projectbeheersing die geldig zijn gedurende het hele project.


A Nee, want dit is de rol van de Opdrachtgever.

B Nee, want de afspraken in het Initiatiefaseplan betreffende de rapportages en beheersing zouden ten behoeve van de Initiatiefase moeten worden gemaakt.

C Ja, want twee PRINCE2 principes zijn 'managen per fase' en 'voortdurende zakelijke rechtvaardiging'.

D Ja, want de bewaking en beheersing van het project maakt het mogelijk om de voortdurende levensvastbaarheid te beoordelen.




Syllabus Vraag Deel PuntenOpstarten v.e. Project (OP, SU) + Initiëren v.e. Project (IP) 1 C 3

Maak gebruik van het Projectscenario en beantwoord de volgende vragen over het proces Initiëren van een Project.

Beslis of de acties die de Projectmanager heeft genomen een juiste toepassing zijn van PRINCE2 voor dit project en kies het antwoord dat uw keuze ondersteunt.

1 De Projectmanager heeft beslist dat het opstellen van de Risicomanagementstrategie wordt uitgesteld tot fase 4, wanneer de risicomanagementprocedures van de geselecteerde externe leverancier kunnen worden gebruikt.

Is dit een juiste toepassing van PRINCE2 voor dit project?

A Nee, want effectief risicomanagement zou tijdens de hele Projectlevenscyclus moeten worden uitgevoerd.

B Nee, want de leverancier staat buiten de bedrijfsorganisatie.

C Ja, want alle strategieën zouden met leerpunten van externe organisaties moeten worden ontwikkeld.

D Ja, want de geselecteerde externe leverancier zal de eigenaar worden van alle projectrisico’s die betrekking hebben op Specialistische producten.

2 Bij het opstellen van de Configuratiemanagementstrategie heeft de Projectmanager besloten dat het aan te bevelen is de geselecteerde externe leverancier de bevoegdheid te geven voor het goedkeuren en implementeren van alle wijzigingen.


A Nee, want de geselecteerd externe leverancier vertegenwoordigt de gebruikers NIET.

B Nee, want de Wijzigingsautoriteit zou onafhankelijk van het project moeten zijn.

C Ja, want de geselecteerde externe leverancier zal de producten voor dit project gaan everen.

D Ja, want het hoort bij de rol van de Seniorleverancier(s) om de integriteit van de volledige oplossing veilig te stellen.

De vraag wordt vervolgd op de volgende pagina




Vervolg van de vraag

3 Bij het opstellen van de Kwaliteitsmanagementstrategie heeft de Projectmanager geconstateerd dat projectmanagement niet door het bedrijfsbrede Kwaliteitssysteem wordt afgedekt. De Projectmanager heeft Projectborging om advies gevraagd.


A Nee, want de Projectmanager zou het bedrijfsbrede Kwaliteitssysteem moeten aanvullen met de ontbrekende projectmanagementprocessen.

B Nee, want Projectborging rapporteert direct aan de Stuurgroep.

C Ja, want Projectborging heeft de verantwoordelijkheid om te controleren of de Kwaliteitsmanagementstrategie voldoet aan de behoeften van de Stuurgroep.

D Ja, want Projectborging is verantwoordelijk voor het specificeren van de Kwaliteitsverwachtingen van de klant en de Acceptatiecriteria voor het project.




Vraag 2Syllabus Thema Organisatie (Organization)

Syllabus Vraag Deel PuntenThema Organisatie (Organization) 2 A 6

Maak gebruik van het Projectscenario en beantwoord de volgende vragen.

Bij iedere vraag worden mogelijke kandidaten voorgesteld voor een rol, ieder voorzien van beweringen die waar zijn. Kies de 2 overwegingen die, in de context van de aanbevelingen van PRINCE2 voor rollen en verantwoordelijkheden, een gepaste beoordeling van de voorgestelde kandidaat voor die rol geven of een gepast alternatief voor die rol voorstelt.

Geef niet meer of minder antwoorden dan het aantal dat bij elke vraag wordt genoemd.

1 De Algemeen Directeur is benoemd in de rol van Opdrachtgever voor dit project.

Welke 2 overwegingen zijn passend voor deze benoeming?

A Zo laten, want hij accepteert dat herstructurering de beste oplossing is.

B Vervang door 'Directeur Financiën', want zij kan zorgen voor een kostenbewuste aanpak van het project.

C Zo laten, want hij heeft het juiste bevoegdheidsniveau om het strategische karakter van het Herstructureringsproject te beheersen.

D Voeg 'Directeur Financiën' toe, want zij begrijpt de operationele werkomgeving.

E Vervang door 'Manager Salarisadministratie', want hij heeft veel ervaring en is een efficiënte accountant.

2 De Accountmanager van Teamtech is benoemd in de rol van Seniorgebruiker voor dit project.


A Zo laten, want hij levert de specialistische resources voor de ondersteuning van dit project.

B Vervang door 'Directeur Onderzoek en Ontwikkeling', want zij heeft zowel met de afdeling Informatietechnologie als met de afdeling Facilitaire Zaken te maken en kan ervoor zorgen dat de gebruikersbehoeften worden gespecificeerd.

C Vervang door consultant van Teamtech, want deze heeft direct contact met de gebruikers

D Voeg 'Manager Hardware' toe, want hij onderhoudt de computerhardware van alle afdelingen.

E Zo laten, want hij zal gedurende het project de teams van Facilitaire Zaken ondersteunen.






3 De Directeur Informatietechnologie is benoemd in de rol van Seniorleverancier voor dit project.


A Zo laten, want zij is verantwoordelijk voor het ontwerp van de toekomstige IT organisatie en hun werkwijze.

B Voeg 'Directeur Facilitaire Zaken' toe, want hij is verantwoordelijk voor het ontwerp van de toekomstige organisatiestructuur van Facilitaire Zaken.

C Voeg 'Manager Hardware' toe, want het eindresultaat zal een impact op hem hebben.

D Verwijderen, want zij vertegenwoordigt alleen de afdeling Informatietechnologie.

E Vervang door 'Directeur Facilitaire Zaken', want hij ondersteunt het initiatief.

4 De Manager Salarisadministratie is benoemd in de rol van Projectborging vanuit bedrijfsperspectief voor dit project.


A Verwijderen, want het project zal een impact op hem hebben en dat betekent dat hij een gebruiker is.

B Vervang door 'Projectmanager', want dit is een eenvoudig project waarvoor geen extra borging nodig is.

C Voeg 'Consultants van Teamtech' toe, want zij hebben de haalbaarheidsstudie uitgevoerd.

D Voeg 'Directeur Financiën' toe, want zij heeft de verantwoordelijkheid om te controleren dat alle betalingen aan leveranciers en aannemers zijn goedgekeurd.

E Zo laten, want hij is vertrouwd met de bedrijfsstrategie van MVH, de risicobeoordeling op bedrijfsniveau en de bedrijfsstandaarden voor de Business case.

5 De Directeur Facilitaire Zaken is benoemd in de rol van Projectborging vanuit leveranciersperspectief voor dit project.


A Zo laten, want hij beschikt over professionele kwalificaties op het gebied van facilitair management en is dus in staat om de behoeften van het personeel van Facilitaire Zaken te specificeren.

B Zo laten, want hij zal kunnen adviseren over veel van de producten waarmee de herstructurering mogelijk wordt gemaakt, zoals de toekomstige organisatiestructuur voor Facilitaire Zaken.

C Zo laten, want hij wordt binnen het Ministerie zeer gerespecteerd vanwege de efficiëntie, uitstekende dienstverlening en de besparingen die hij heeft gerealiseerd in de dienstverlening van Facilitaire Zaken.

D Voeg 'Accountmanager van Teamtech' toe, want hij zal advies geven ten aanzien van potentiële wijzigingen en hun impact op de integriteit van de producten van het project.

E Verwijderen, want hij is betrokken bij het project en is daarom NIET onafhankelijk.






6 De Directeur Onderzoek en Ontwikkeling en de Manager Hardware zijn benoemd in de rol van Projectborging vanuit gebruikersperspectief voor dit project.


A Zo laten, want zij zijn beiden erg positief over het herstructureren van de geselecteerde bedrijfsfuncties.

B Zo laten, want zij kunnen ervoor zorgen dat de interactie met gebruikers goed loopt.

C Verwijderen, want geen van hen is afkomstig uit de bedrijfsfuncties die zullen worden geherstructureerd.

D Zo laten, want het selecteren van slechts één van beiden zou kunnen leiden tot onnodige conflicten.

E Zo laten, want zij kunnen adviseren over de impact van mogelijke wijzigingen




Syllabus Vraag Deel PuntenThema Organisatie (Organization) 2 B 4

Regel 1 tot en met 4 in onderstaande tabel bestaat uit een stelling en een verklaring. Bepaal voor elke regel welke optie (A t/m E) van toepassing is. Elke optie kan één keer, meer dan één keer of helemaal niet worden gekozen.

Optie Stelling Verklaring

A Waar Waar EN de verklaring is een goede onderbouwing voor de stelling

B Waar Waar MAAR de verklaring is GEEN onderbouwing voor de stelling

C Waar Niet waar

D Niet waar Waar


Stelling Verklaring

1 Het zou gepast zijn om na de selectie van de geselecteerde dienstverlener in fase 3, een vertegenwoordiger van hen in fase 4 als Seniorleverancier toe te laten tot de Stuurgroep.

WANT De Seniorleverancier is verantwoordelijk voor het beoordelen van de levensvatbaarheid van de projectaanpak.

2 Het zou gepast zijn om meer dan één persoon in de rol van Projectsupport te benoemen.

WANT Projectsupport is verantwoordelijk voor het erop toezien dat het gewenste eindresultaat van het project wordt gespecificeerd.

3 De Manager Hardware zou een geschikte keuze zijn voor de rol van Seniorleverancier.

WANT De Seniorleverancier is eindverantwoordelijk voor de kwaliteit van de producten die worden geleverd door de leverancier(s).

4 De Manager Salarisadministratie zou een geschikte keuze zijn voor het leveren van Projectborging vanuit bedrijfsperspectief.

WANT Projectborging vanuit bedrijfsperspectief zou moeten worden uitgevoerd door iemand met een accountantsdiploma.




Vraag 3Syllabus Thema Kwaliteit (Quality)

Syllabus Vraag Deel PuntenThema Kwaliteit (Quality) 3 A 3

Elk van de volgende vragen bevat een lijst met ware beweringen over het Herstructureringsproject. Slechts 1 bewering is geschikt om te worden opgenomen onder het genoemde kopje van de Projectproductbeschrijving.

1 Welke bewering zou moeten worden opgenomen onder het kopje Acceptatiecriteria (Acceptance criteria)?

A De nieuwe hardware- en softwareoplossing zou in staat moeten zijn 500% meer data te verwerken dan het huidige systeem.

B Iedere wijziging in de producten van het project moet worden gemanaged door gebruik te maken van formeel wijzigingsbeheer.

C Externe consultants moeten richtlijnen geven voor de ontwikkeling van het detailontwerp van de toekomstige organisatiestructuur van Facilitaire Zaken.

D De geselecteerde externe leverancier zou in fase 3 moeten worden benoemd.

2 Welke bewering zou moeten worden opgenomen onder het kopje Kwaliteitstoleranties op projectniveau (Project-level quality tolerances)?

A Het aantal medewerkers van Facilitaire Zaken moet met 20% worden verminderd en alle dienstverlening van Facilitaire Zaken moet worden geherstructureerd.

B Medewerkers van Facilitaire Zaken zouden zo snel mogelijk moeten worden overgeplaatst om de kans op vakbondsacties te vermijden.

C Verhoging van de onderhoudskosten zou tot een minimum moeten worden beperkt.

D Om effectief te kunnen blijven functioneren zou minimaal 15% van de medewerkers van Facilitaire Zaken moeten worden ontslagen, maar niet meer dan 25%.

3 Welke bewering zou moeten worden opgenomen onder het kopje Acceptatiemethode (Acceptance method)?

A De Directeur Informatie Technologie zal verantwoordelijk zijn voor de kwaliteit van de nieuwe hardware- en softwareoplossing.

B Voordat de overdracht van de nieuwe hardware- en softwareoplossing wordt geaccepteerd, zullen de resultaten van de hardware- en softwaretest worden beoordeeld ter bevestiging dat alles volledig fuctioneel is.

C De Manager Hardware zal de overdracht van de nieuwe hardware- en softwareoplossing. accepteren.

D De medewerkers van de te herstructureren afdelingen zullen samenwerken met de externe consultants die de haalbaarheidsstudie hebben uitgevoerd.




Syllabus Vraag Deel PuntenThema Kwaliteit (Quality) 3 B 3

Maak gebruik van het Projectscenario en de Productbeschrijving die als aanvullende informatie voor deze vraag is opgenomen in het Scenarioboekje, en beantwoord de volgende vraag.

De Directeur Informatie Technologie is verantwoordelijk voor het opstellen van het contract voor de levering en installatie van de hardware- en softwareoplossing. Het Werkpakket bevat geen andere producten en heeft een tolerantie van +2 dagen / -2 dagen. Het contract is op tijd opgesteld en de Kwaliteitsreview-vergadering vindt nu plaats.

De volgende 3 bevindingen zijn opgenomen in de geconsolideerde vragenlijst of zijn tijdens de vergadering opgevoerd. Kies voor iedere bevinding de juiste actie waarover het reviewteam nu overeenstemming zou moeten bereiken.

1 Hoewel dat niet is gespecificeerd in de huidige huisstijl van het bedrijf zou het MVH-logo moeten worden afgedrukt op het voorblad van het contract.

A Goedkeuren dat het contract binnen de resterende Tolerantie van +2 dagen wordt aangepast.

B Een issue indienen (afwijking van de specificatie).

C Een issue indienen (wijzigingsverzoek).

D Dit accepteren als een concessie.

2 Het contract is niet in kleur afgedrukt.

A Goedkeuren dat dit binnen de resterende tolerantie van +2 dagen wordt aangepast.

B Een issue indienen (afwijking van de specificatie).

C Dit accepteren als een concessie.

D Geen actie vereist.

3 Het contract mist de geschillenprocedure van MVH. Het toevoegen ervan zal één dag vergen, maar de omvang van het contract zal toenemen tot meer dan 60 pagina’s.

A Een issue indienen (afwijking van de specificatie).

B Een issue indienen (wijzigingsverzoek).

C Goedkeuren dat de geschillenprocedure van MVH binnen de resterende tolerantie van +2 dagen wordt toegevoegd.

D Geen actie vereist.




Syllabus Vraag Deel PuntenThema Kwaliteit (Quality) 3 C 4

Maak gebruik van de Notities over kwaliteit uit het Dagelijks logboek en de passages uit de concept - Kwaliteitsmanagementstrategie die als aanvullende informatie voor deze vraag zijn opgenomen in het Scenarioboekje, en beantwoord de volgende vragen over de Kwaliteitsmanagementstrategie.

1 Welke bewering is van toepassing op de paragraaf Inleiding (Introduction)?

A Schrap regel 1, want de projectaanpak wordt gedefinieerd in het Projectvoorstel.

B Schrap regel 2, want dit is de verantwoordelijkheid van de Projectmanager.

C Schrap regel 3, want het is de verantwoordelijkheid van de Projectmanager om de Kwaliteitsmanagementstrategie te implementeren.

D Verplaats regel 3 naar de paragraaf Rollen en verantwoordelijkheden (Roles and responsibilities), want dit is een kwaliteitsverantwoordelijkheid.

2 Welke bewering is van toepassing op de paragraaf Kwaliteitsstandaarden (Quality standards)?

A Schrap regel 4, want externe leveranciers zijn verantwoordelijk voor het toepassen van de relevante standaarden bij hun werkzaamheden.

B Schrap regel 5, want het ontbreken van een procedure voor wijzigingsbeheer maakt de documentstandaarden van MVH ongeschikt.

C Voeg toe ‘MVH procedure: Opstellen van arbeidscontracten’.

D Voeg toe ‘Voor het managen van eventuele wijzigingen in de als baseline vastgelegde producten zal de procedure voor wijzigingsbeheer van PRINCE2 worden gebruikt’.

3 Welke bewering is van toepassing op de paragraaf Records (Records)?

A Schrap regel 6, want deze informatie zou moeten worden opgenomen in de Faseplannen of Teamplannen.

B Verplaats regel 6 naar de paragraaf Rapportage (Reporting), want deze informatie zou moeten worden gebruikt voor het rapporteren over kwaliteitsactiviteiten.

C Schrap regel 7, want dit zou moeten worden opgenomen in de Configuratiemanagementstrategie.

D Schrap regel 8, want de resultaten van de Kwaliteitsreviews worden vastgelegd in het Kwaliteitsregister.






4 Welke bewering is van toepassing op de paragraaf Rollen en verantwoordelijkheden (Roles and responsibilities)?

A Verplaats regel 9 naar de paragraaf Records (Records), want deze informatie zal nodig zijn voor het maken van een record van iedere kwaliteitscontrole.

B Schrap regel 9, want dit is de verantwoordelijkheid van de voorzitter van de kwaliteitsreview.

C Schrap regel 10, want alleen de Projectmanager kan het Kwaliteitsregister bijwerken.

D Schrap regel 11, want dit is de verantwoordelijkheid van Projectborging vanuit leveranciersperspectief.




Vraag 4Syllabus Thema Plannen (Plans)

Syllabus Vraag Deel PuntenThema Plannen (Plans) 4 A 5

Kolom 1 is een lijst met beweringen die waar zijn. De beweringen moeten worden opgenomen in het Faseplan voor fase 2. Kolom 2 is een selectie van paragrafen in het Faseplan.

Kies voor iedere bewering in kolom 1 het kopje in het Faseplan uit kolom 2 waaronder de bewering zou moeten worden vastgelegd. Iedere kopje uit kolom 2 kan één maal, meerdere malen of helemaal niet worden gebruikt.

Kolom 1 Kolom 2

1 De Stuurgroep krijgt maandelijks een rapport over de status van de fase. A Beschrijving plan (Plan description)

B Randvoorwaarden plan (Plan prerequisites)

C Externe afhankelijkheden (External dependencies)

D Aannamen planning (Planning assumptions)

E Verwerkte leerpunten (Lessons incorporated)

F Bewaking en beheersing (Monitoring and control)

G Budgetten (Budgets)

H Toleranties (Tolerances)

I Planning (Schedule)

2 Voor het contract voor de levering en installatie van de nieuwe hard- en software is het MVH-voorbeeldcontract nodig.

3 De Stuurgroep heeft de aanbeveling goedgekeurd om het aantal medewerkers van de afdeling Facilitaire Zaken te reduceren en een nieuwe hardware- en softwareoplossing te implementeren. Dit besluit moet van kracht blijven.

4 Uit ervaring van het Ministerie voor Handel en Industrie blijkt dat het opstellen van een concept contract een langdurig proces is. Op hun advies zijn hiervoor reserves ingebouwd in het Faseplan voor fase 2.

5 Tijd: +2 weken / -2 weken.




Syllabus Vraag Deel PuntenThema Plannen (Plans) 4 B 5

Maak gebruik van het Projectscenario en beantwoord de volgende vraag.

Het project heeft een Kostentolerantie van +5% / -5%, waarbij fase 2 een Tolerantie heeft van +€ 45.000 / -€ 45.000.





C Waar Niet waar

D Niet waar Waar


Stelling Verklaring

1 Als het budget van fase 2 met € 20.000 wordt overschreden, zou het Faseplan moeten worden vervangen door een Afwijkingsplan.

WANT Als het Faseplan wordt bijgewerkt met activiteiten die iets moeten doen aan eventuele verschillen in geplande kosten en tijd, wordt dit een Afwijkingsplan genoemd.

2 Het Teamplan dat vereist is voor het opstellen van het contract zou in overleg met Projectborging vanuit leveranciersperspectief moeten worden gemaakt.

WANT Projectborging vanuit leveranciersperspectief zou moeten bevestigen dat de Teamplannen voldoen aan de relevante leveranciersstandaarden.

3 Het Faseplan voor fase 2 zou tijdens de Initiatiefase moeten worden opgesteld.

WANT Alle Faseplannen worden tegen het einde van de Initiatiefase gemaakt.

4 Er zou een extra laatste fase (fase 5), die betrekking heeft op de projectafsluiting, moeten worden toegevoegd aan het Projectplan.

WANT Het Projectplan omvat alle managementfasen die op initiatie volgen.






Stelling Verklaring

5 De geplande Kostentolerantie zou voor iedere fase +5% / -5% moeten bedragen.

WANT Projecttoleranties voor kosten en tijd zouden altijd evenredig moeten worden verdeeld over alle fasen.




Vraag 5Syllabus Thema Risico (Risk)

Syllabus Vraag Deel PuntenThema Risico (Risk) 5 A 5

Beantwoord de volgende vragen over de Risicomanagementstrategie van het project.

Elke vraag bevat een lijst met beweringen, maar slechts 2 beweringen horen volgens PRINCE2 thuis in de genoemde paragraaf in de Risicomanagementstrategie van het project.


1 Welke 2 beweringen zouden thuishoren onder één van de kopjes Records (Records) of Rapportage (Reporting)?

A Projectsupport zal het Risicoregister bijhouden.

B Het geëvalueerde netto-effect van alle risico’s zal aan het einde van iedere fase worden geactualiseerd en worden opgenomen in het Fase-eindrapport.

C De Wijzigingsautoriteit zal maandelijks aan de Projectmanager rapporteren over de status van het wijzigingsbudget.

D Risico’s die waarschijnlijk in de volgende twee weken zullen optreden zouden moeten worden vastgelegd als ‘Nu’.

E Een samenvatting van de risico’s zal worden bijgehouden en opgenomen in de maandelijkse Hoofdpuntenrapporten aan de Stuurgroep.

2 Welke 2 beweringen zouden thuishoren onder het kopje Timing van de risicomanagementactiviteiten (Timing of risk management activities)?

A De geselecteerde externe leverancier zal alle risico’s voor zijn Business case managen en deze aan de Projectmanager rapporteren.

B De Stuurgroep zou maandelijks moeten vergaderen om de risicotolerantie op projectniveau vast te stellen.

C Aan het einde van iedere fase zullen de risico-eigenaren wordt geraadpleegd om de status van de risicomaatregelen te controleren.

D Ieder nieuw risico dat wordt geïdentificeerd tijdens de ontwikkeling van de producten zou door de Teammanager aan de Projectmanager moeten worden gerapporteerd.

E Bij het goedkeuren van een fase zal de Stuurgroep controleren of de blootstelling aan risico’s nog steeds aanvaardbaar is.






3 Welke 2 beweringen zouden thuishoren onder het kopje Rollen en verantwoordelijkheden (Roles and responsibilities)?

A Aan ieder risico zal een risico-eigenaar worden toegewezen.

B Risico’s die de afgesproken risicotolerantie op projectniveau overschrijden, worden gerapporteerd aan de Stuurgroep.

C De Projectmanager kent aan ieder fase toleranties voor tijd toe.

D Projectborging zal erop toezien dat projectrisico's worden geïdentificeerd, beoordeeld en beheerst conform de overeengekomen risicomanagementprocedure

E Een externe consultant zal een workshop faciliteren om risico’s te identificeren.

4 Welke 2 beweringen zouden thuishoren onder het kopje Nabijheid (Proximity)?

A De categorieën voor nabijheid voor dit project zijn: Nu, In deze fase, In dit project, Na het project.

B De nabijheid van het risico dat MVH geen ervaring heeft met herstructurering zal worden gecategoriseerd als ‘Fase 4’.

C Risico’s met nabijheid ‘Nu’ zijn risico’s die binnen twee weken zouden kunnen optreden.

D Voor ieder risico waar de nabijheid als ‘Nu’ wordt gecategoriseerd, zal de impact worden geschat als ‘zeer hoog’.

E Het risico dat medewerkers de organisatie verlaten wordt gecategoriseerd met een nabijheid 'Na het project'.

5 Welke 2 beweringen zouden thuishoren onder het kopje Risicotolerantie (Risk tolerance)?

A Ieder risico waarvan de impact en kans zeer hoog zijn moet worden geëscaleerd naar het bedrijfs- of programmamanagement.

B Iedere gebeurtenis die mogelijk kan leiden tot verlies van MVH-data moet direct worden geëscaleerd naar de Stuurgroep.

C De drempelwaarde van de Teammanager voor de blootstelling aan risico’s is lage impact en lage kans.

D De kosten van alle Noodplannen moeten in de Projecttolerantie worden opgenomen.

E De risicotolerance moet gebruikt worden om te reageren op bekende risico's.




Syllabus Vraag Deel PuntenThema Risico (Risk) 5 B 5

Geen enkele werknemer van MVH in het Projectmanagementteam heeft enige ervaring met herstructurering. Dit zou kunnen leiden tot problemen bij het begrijpen van wat vereist is in een herstructureringsproject en voor het op competente wijze omgaan met de geselecteerde externe leveranciers. Dit zou kunnen leiden tot een nieuwe softwareoplossing die de bedrijfsproblemen niet oplost.

In kolom 1 staat een aantal mogelijke risicomaatregelen voor het bovenstaande risico. Kies voor iedere risicomaatregel in kolom 1 de bijbehorende risicocategorie voor een bedreiging uit kolom 2. Iedere risicocategorie uit kolom 2 kan één maal, meerdere malen of helemaal niet worden gekozen.

Kolom 1 Kolom 2

1 Huur een specialist in herstructurering in om een borgingsrol in het project te vervullen en de Stuurgroep en Projectmanager te adviseren.

A Vermijden (Avoid)

B Reduceren (Reduce)

C Noodvoorziening treffen (Fallback)

D Overdragen (Transfer)

E Accepteren (Accept)

F Delen (Share)

2 Neem een clausule op in het contract met de geselecteerde externe leverancier waarin staat dat als de volledige functionaliteit van de softwareoplossing niet wordt geleverd, de geselecteerde externe leverancier een korting zal geven.

3 Huur externen in met ervaring in herstructureren om gedurende het hele project de MVH-medewerkers te ondersteunen.

4 Vertrouw erop dat de geselecteerde externe leverancier betrouwbaar en consciëntieus te werk gaat bij het geven van ondersteuning en adviezen, die de belangen van MVH zullen beschermen.

5 Vraag om hulp bij de centrale overheid als het onduidelijk wordt wat er precies gebeurt.




Vraag 6Syllabus Thema Wijziging (Change)

Syllabus Vraag Deel PuntenThema Wijziging (Change) 6 A 2

Het Ministerie van Voedselhygiëne (MVH) heeft een Kwaliteitssysteem met daarin een proces voor documentbeheer. Met dit proces worden alle documentatie-eisen gemanaged. Het proces voor documentbeheer is ontwikkeld door de Kwaliteitsmanager van MVH, die nu alle documenten van MVH onderhoudt en een organisatiebrede configuratiemanagementrol vervult. De Kwaliteitsmanager van MVH zal de configuratiemanagementprocedure toepassen voor het Herstructureringsproject, omdat deze aan het proces voor documentbeheer van MVH moet voldoen.

Maak gebruik van bovenstaande informatie en beantwoord de volgende vragen.

1 Welke bewering over de Configuratiemanagementstrategie voor het Herstructureringsproject is juist volgens PRINCE2?

A Elk project heeft een Configuratiemanagementstrategie nodig, zelfs als de organisatie beschikt over standaarden voor configuratiemanagement, want voor ieder project gelden andere omstandigheden.

B De Projectmanager zou voor iedere leverancier die aan dit project werkt een aparte Configuratiemanagementstrategie moeten opstellen, want iedere leverancier zal producten op een andere manier managen en opslaan.

C Voor dit project is geen Configuratiemanagementstrategie nodig, want het proces voor documentbeheer van MVH is reeds gedocumenteerd. De Kwaliteitsmanagementstrategie zou hiernaar moeten verwijzen.

2 Welke bewering over het benoemen van de Kwaliteitsmanager van MVH voor het beheren van de configuratiemanagementprocedure is juist volgens PRINCE2?

A De Kwaliteitsmanager van MVH zou het beheer moeten voeren over de configuratiemanagementprocedure in dit project, want deze taak zou altijd moeten worden toegewezen aan het bedrijfs- of programmamanagement.

B De Kwaliteitsmanager van MVH zou slechts voor één project tegelijk het beheer over de configuratiemanagementprocedure moeten voeren. Als de Kwaliteitsmanager van MVH deze taak reeds vervult voor een ander project, zou iemand anders moeten worden benoemd.

C De Kwaliteitsmanager van MVH zou geschikt zijn voor het uitvoeren van deze taak, want hij heeft het proces voor documentbeheer opgesteld en beschikt waarschijnlijk over de kennis die vereist is voor deze rol.




Syllabus Vraag Deel PuntenThema Wijziging (Change) 6 B 3

Maak gebruik van de aanvullende informatie voor deze vraag in het Scenarioboekje. Beantwoord de volgende vragen over de reactie van de Projectmanager op de mogelijkheid dat de diensten van Facilitaire Zaken uit de scope van het Herstructureringsproject worden gehaald.

1 De Projectmanager heeft een Issuerapport opgesteld en de impact geanalyseerd van het weghalen van de diensten van Facilitaire Zaken uit de scope van het Herstructureringsproject. De voorgestelde optie leidt tot een overschrijding van de tolerantie. Wat is de volgende actie die de Projectmanager zou moeten overwegen?

A Het Issuerapport naar de Stuurgroep escaleren met het verzoek om een beslissing.

B De gerelateerde Configuratie-itemrecords bijwerken aan de hand van het Issuerapport dat de wijziging veroorzaakt.

C Het Faseplan voor fase 3 aanpassen: alle producten die gerelateerd zijn aan de diensten van Facilitaire Zaken verwijderen en de activiteiten toevoegen die vereist zijn voor het uitvoeren van het nieuwe overheidsinitiatief.

D Een Afwijkingsplan maken om alle producten van het project te wijzigen zodat de diensten van Facilitaire Zaken er niet meer in voorkomen.

2 Welk risico zou voor het project ontstaan wanneer het besluit wordt genomen de diensten van Facilitaire Zaken te verwijderen uit de scope van het Herstructureringsproject ?

A Geen, want de risico's die zijn gerelateerd aan de diensten van Facilitaire Zaken zullen door een ander project worden gemanaged.

B Deze wijzigingen zullen fase 3 met drie weken vertragen.

C Er is slechts € 70.000 over van het wijzigingsbudget voor het project.

D De specificatie van de nieuwe softwareoplossing ondersteunt dan mogelijk niet de bestaande processen van Facilitaire Zaken.

3 Wat zal de impact op de benefits zijn?

A Minder besparingen, nu € 10 miljoen over een periode van 10 jaar.

B Een extra besparing van € 15 miljoen over een periode van 10 jaar door het nieuwe initiatief om de diensten van Facilitaire Zaken te centraliseren.

C Extra kosten van € 1,5 miljoen om de diensten te leveren die worden verleend door de Afdeling Faciliteiten.

D De kosten van het Herstructureringsproject worden met 50% verlaagd.




Syllabus Vraag Deel PuntenThema Wijziging (Change) 6 C 5

Maak gebruik van de aanvullende informatie voor deze vraag in het Scenarioboekje en beantwoord de volgende vraag.

De Projectmanager heeft het Issuerapport nu afgerond. De situatie moet nu onder formeel issue- en Wijzigingsbeheer worden gemanaged.





C Waar Niet waar

D Niet waar Waar


Stelling Verklaring

1 Het verkleinen van de scope van het Herstructureringproject door de diensten van Facilitaire Zaken eruit te halen zou moeten worden behandeld als een wijzigingsverzoek.

WANT Ieder voorstel om een baseline van het project te wijzigen zou moeten worden behandeld als een wijzigingsverzoek.

2 De Projectmanager zou nu naar andere opties moeten kijken om de diensten van Facilitaire Zaken te centraliseren.

WANT De voordelen die worden verkregen uit het implementeren van een optie moeten in evenwicht zijn met de tijd, kosten en risico’s van de implementatie.

3 Het Faseplan voor fase 3 zou opnieuw moeten worden uitgegeven aan de Stuurgroep, nadat alle producten die gerelateerd zijn aan de diensten van Facilitaire Zaken zijn verwijderd.

WANT De oorspronkelijke versie van het Faseplan voor fase 3 zou bewaard moeten worden om geaudit te kunnen worden.

4 Er zou een Afwijkingsplan moeten worden gepresenteerd aan de Stuurgroep, zodat zij de gevolgen van het issue en de beschikbare opties om het issue aan te pakken kunnen afwegen.

WANT Alleen de Stuurgroep kan overschrijdingen van Projecttoleranties goedkeuren.






Stelling Verklaring

5 Deze wijziging zou moeten worden gefinancierd met het resterende wijzigingsbudget van €70.000 en €30.000 van de kostentolerantie voor deze fase.

WANT Een wijzigingsbudget kan worden gebruikt voor het implementeren van een wijzigingsverzoek, mits het gebruik daarvan ligt binnen de randvoorwaarden die zijn vastgesteld door de Stuurgroep.




Vraag 7Syllabus Thema Voortgang (Progress)

Syllabus Vraag Deel PuntenThema Voortgang (Progress) 7 A 4

Maak gebruik van het concept - Werkpakket dat als aanvullende informatie voor deze vraag is opgenomen in het Scenarioboekje, en beantwoord de volgende vragen.

Alle beweringen die een regel toevoegen of veranderen zijn waar, maar het kan zijn dat de informatie in de verkeerde paragraaf staat of niet relevant is voor het Werkpakket.


1 Welke 2 beweringen zijn van toepassing op de paragraaf Gemeenschappelijke afspraken (Joint agreements) of de paragraaf Toleranties (Tolerances)?

A Schrap regel 2, want deze informatie zal worden opgenomen in het Faseplan voor fase 4.

B Schrap regel 3, want deze informatie is opgenomen in het Projectplan.

C Voeg toe aan Gemeenschappelijke afspraken (Joint agreements): ‘Het werk dient aan het einde van week 24 van fase 4 te zijn afgerond’.

D Voeg toe aan Toleranties (Tolerances): ‘De omzetting van data naar de nieuwe software moet gebeuren met minimale verstoring’.

E Voeg toe aan Gezamenlijke afspraken (Joint agreements): ‘Teammanager Facilitaire Zaken, met de verantwoordelijkheid voor het herstructureren van de diensten van Facilitaire Zaken’.

2 Welke 2 beweringen zijn van toepassing op de paragraaf Technieken, processen en procedures (Techniques, processes and procedures) of Beperkingen (Constraints)?

A Verplaats regel 1 naar Toleranties (Tolerances), want dit heeft betrekking op risicotolerantie.

B Verplaats regel 5 naar de paragraaf Technieken, processen en procedures (Techniques, processes and procedures), want dit is een techniek waarvan de medewerkers op de hoogte moeten zijn.

C Schrap regel 6, want dit valt buiten de scope van het Werkpakket.

D Verplaats regel 7 naar Toleranties (Tolerances), want dit heeft betrekking op kostentolerantie.

E Voeg toe aan Technieken, processen en procedures (Techniques, processes and procedures): ‘Producten moeten compatibel zijn met de producten die door de Teammanager Facilitaire Zaken zijn ontwikkeld’.






3 Welke 2 beweringen zijn van toepassing op de paragraaf Rapportageafspraken (Reporting arrangements) of Probleemafhandeling en escalatie (Problem handling and escalation)?

A Vervang regel 8 door ‘Iedere maandag om 10.00 uur Checkpointrapport’, want Hoofdpuntenrapporten zijn bedoeld voor de Stuurgroep.

B Schrap regel 9, want een dergelijk detailniveau is niet nodig.

C Verplaats regel 10 naar de paragraaf Probleemafhandeling en escalatie (Problem handling and escalation), want in deze paragraaf wordt beschreven hoe met issues wordt omgegaan.

D Voeg ‘Alle geïdentificeerde risico’s moeten worden opgenomen in het Risicoregister’ toe aan de paragraaf Rapportageafspraken (Reporting arrangements).

E Schrap regel 11, want de impactanalyse zou moeten worden uitgevoerd als het issue wordt gerapporteerd.

4 Welke 2 beweringen zijn van toepassing op de paragraaf Passages of verwijzingen (Extracts or references) of Goedkeuringsmethode (Approval method)?

A Schrap regel 12, want dit zou het Teamplan moeten zijn, niet het Faseplan.

B Een geschikte regel voor de paragraaf Passages of verwijzingen (Extracts or references) zou zijn: ‘Productbeschrijvingen zijn verkrijgbaar bij Projectsupport.’

C Verplaats regel 13 naar de paragraaf Rapportageafspraken (Reporting arrangements), want dit beschrijft hoe de Projectmanager in kennis wordt gesteld van de afronding.

D Schrap regel 13, want dit is GEEN verantwoordelijkheid van Projectborging.

E Een geschikte regel voor Goedkeuringsmethode (Approval method) zou zijn: ‘De Projectmanager wordt per email op de hoogte gebracht van de afronding van het Werkpakket’.




Syllabus Vraag Deel PuntenThema Voortgang (Progress) 7 B 6

Aan het einde van fase 3 zal de externe leverancier worden geselecteerd en het contract worden gegund. Gedurende fase 4 zal de Accountmanager van de geselecteerde externe leverancier optreden als Teammanager om de installatie van de nieuwe hardware- en softwareoplossing af te ronden.





C Waar Niet waar

D Niet waar Waar


Stelling Verklaring

1 Zodra in fase 3 de dienstverlener is geselecteerd zou de paragraaf Projectbeheersinstrumenten (Project controls) in de Projectinitiatiedocumentatie moeten worden bijgewerkt.

WANT De Projectinitiatiedocumentatie bevat een samenvatting van de beheersinstrumenten op projectniveau met betrekking tot bewaking en rapportage.

2 Er zouden Checkpointrapporten moeten worden gebruikt voor het bewaken van de voortgang van de externe leverancier gedurende fase 4.

WANT De Projectmanager heeft regelmatige voortgangsrapportages van een Teammanager nodig teneinde de voortgang van een Werkpakket te bewaken.

3 Als de opdracht aan de gekozen leverancier is gegund, zou de Productbeschrijving voor het contract geactualiseerd moeten

WANT De paragraaf Samenstelling (Composition) in de Productbeschrijving zou moeten worden gebruikt voor het vastleggen van elke statuswijziging van een product.

4 Checkpointrapporten zouden een update moeten geven over de voortgang van de implementatie van de nieuwe hardware- en softwareoplossing.

WANT Een Werkpakket beschrijft de rapportageafspraken tussen een leverancier en de Stuurgroep.






Stelling Verklaring

5 Als zij verwachten dat hun Werkpakket de tolerantie-grenzen zal overschrijden, dan zou de geselecteerde externe leverancier een Afwijkingsrapport moeten leveren aan de Projectmanager.

WANT De Teammanager is verantwoordelijk voor het informeren van de Projectmanager als verwacht wordt dat één van de overeengekomen toleranties voor het Werkpakket wordt overschreden.

6 De tolerantie voor benefits zou in het volgende Faseplan moeten worden gedefinieerd, zodat Projectborging haar kan bewaken.

WANT Projectborging is verantwoordelijk voor het bewaken van de Business case ten opzichte van de projectvoortgang.




Vraag 8Syllabus Beheersen van een Fase (BF, CS) + Managen Productoplevering (MP)

Syllabus Vraag Deel PuntenBeheersen van een Fase (BF, CS) + Managen Productoplevering (MP) 8 A 2

In kolom 1 staat een lijst met acties die plaatsvinden tijdens het proces Beheersen van een Fase.

Bepaal voor iedere actie in kolom 1 welk PRINCE2-thema uit kolom 2 daarbij wordt toegepast.

Iedere optie uit kolom 2 kan één maal, meerdere malen of helemaal niet worden gekozen.

Kolom 1 Kolom 2

1 Erop toezien dat ieder product in een afgerond Werkpakket de vereiste goedkeuring heeft verkregen, zoals gedefinieerd in zijn Productbeschrijving.

A Business Case

B Organisatie

C Kwaliteit

D Plannen

E Risico

F Wijziging

G Voortgang

2 Het vaststellen van de Tolerantie voor een Werkpakket, dat overeengekomen moet worden met een Teammanager.




Syllabus Vraag Deel PuntenBeheersen van een Fase (BF, CS) + Managen Productoplevering (MP) 8 B 3

In kolom 1 staat een lijst met notities uit het Dagelijks logboek die tijdens fase 4, in het proces Beheersen van een Fase, zijn gemaakt.

Kies voor iedere gebeurtenis in kolom 1 het eerste managementproduct uit kolom 2 dat als gevolg van de gebeurtenis zou moeten worden bijgewerkt of gemaakt.

Ieder managementproduct uit kolom 2 kan één maal, meerdere malen of helemaal niet worden gekozen.

Kolom 1 Kolom 2

1 De Opdrachtgever heeft de Projectmanager gevraagd om een kleine wijziging aan te brengen in het detailontwerp, dat al als baseline is vastgelegd. Deze wijziging zal geen effect hebben op één van de andere producten.

A Werkpakket

B Teamplan

C Issueregister

D Faseplan voor fase 4

E Leerpuntenlogboek

F Projectplan

2 Communicatie met het personeel was erg nuttig om steun te krijgen van de medewerkers van MVH, die te maken zullen gaan krijgen met herstructurering van de diensten van Facilitaire Zaken.

3 De geselecteerde externe leverancier is bezorgd dat er bij overheidsdepartementen vertraging optreedt bij het aftekenen van werk dat is afgerond.




Syllabus Vraag Deel PuntenBeheersen van een Fase (BF, CS) + Managen Productoplevering (MP) 8 C 5

Fase 4 is gestart en de Teammanager Informatie Technologie is verantwoordelijk voor het Werkpakket om de nieuwe hardware- en softwareoplossing te implementeren.

Beantwoord de volgende vragen over de acties die de Teammanager Informatietechnologie tijdens het proces Managen Productoplevering zou moeten ondernemen teneinde om te gaan met de beschreven gebeurtenissen en situaties.


1 Tijdens het maken van het Teamplan voor de oplevering van het overeengekomen Werkpakket, ontdekte de Teammanager dat de vertegenwoordigers van de gebruikers die waren benoemd om enkele van de producten te controleren, niet geschikt waren voor deze taak.

Welke 2 acties zou de Teammanager als reactie op deze situatie moeten ondernemen?

A De Projectmanager vragen deze informatie te bevestigen

B De situatie bespreken met Projectborging.

C De Projectmanager op de hoogte stellen van dit risico.

D Het Kwaliteitsregister bijwerken met deze punten van zorg.

E De Projectmanager informeren door het indienen van een Afwijkingsrapport waarin wordt uitgelegd waarom de reviewers ongeschikt zijn.

2 De voorzitter van een Kwaliteitsreview-vergadering heeft de Teammanager ingelicht dat het product is afgewezen omdat er zoveel belangrijke issues waren. De productvertegenwoordiger heeft geschat dat de correcties ongeveer twee weken gaan kosten. Het opnieuw beoordelen van het product kost ook een week, wat leidt tot een vertraging van drie weken. Het Werkpakket heeft een tolerantie van slechts één week.

Welke 2 acties zou de Teammanager als reactie op deze situatie moeten ondernemen?

A De reviewers vragen over te werken om de vertraging te voorkomen.

B Zorgen dat de situatie wordt vermeld in het volgende Hoofdpuntenrapport.

C Een issue inbrengen waarin wordt uitgelegd dat de verwachting is dat de toleranties worden overschreden.

D De Projectmanager inlichten over het risico dat er een vertraging van twee weken kan optreden ten aanzien van de oplevering van één van de producten.

E Zorgen dat het resultaat van de Kwaliteitsreview in het Kwaliteitsregister wordt verwerkt.






3 Twee weken nadat de werkzaamheden zijn gestart heeft de Teammanager opgemerkt dat de geschatte uren voor elk afgerond product met ongeveer 10% zijn overschreden. Als deze trend doorzet zal het Werkpakket de overeengekomen kostentolerantie van 5% overschrijden.

Welke 2 acties zou de Teammanager moeten ondernemen voor deze situatie?

A De status controleren van de producten waar momenteel aan wordt gewerkt en de reeds bestede uren analyseren.

B Het Faseplan bijwerken door de schattingen van alle toekomstige werkzaamheden met 10% te verhogen.

C Het Werkpakket aanpassen en erop toezien dat de herziene doelstellingen worden gehaald.

D Dit punt escaleren in het volgende Checkpointrapport.

E Een issue indienen waarin wordt aangegeven dat de kostentolerantie zal worden overschreden als de huidige trend zich doorzet.

4 De Teammanager heeft bericht ontvangen dat de nieuwe hardware en software afgemaakt en geïnstalleerd zijn, maar hij maakt zich er zorgen over dat ze niet door de juiste personen goedgekeurd zijn.

Welke 2 acties zou de Teammanager moeten nemen om the controleren of de producten op de vereiste wijze zijn goedgekeurd?

A Het Kwaliteitsregister controleren op aanwezigheid van de aftekendatum waarop de kwaliteitsactiviteit is afgerond.

B De Productbeschrijvingen controleren om te verifiëren wie de producten zou moeten hebben goedgekeurd.

C De Configuratiemanagementstrategie controleren op de procedures voor de productoverdracht.

D Controleren welke goedkeuringsmethode in het Werkpakket vereist wordt.

E De Productbeschrijvingen controleren op de vereiste kwaliteitsmethode.






5 Er wordt nu vier weken aan het Werkpakket gewerkt en er zijn nog vier weken te gaan. De Teammanager Informatie Technologie maakt zich zorgen omdat hij geen idee heeft wat de Teammanager van Facilitaire Zaken aan het doen is ter voorbereiding op de implementatie van de nieuwe organisatiestructuur voor Facilitaire Zaken. Hij weet niet precies wat er zou moeten gebeuren.

Wat zijn de eerste 2 acties die de Teammanager zou moeten ondernemen om met dit punt van zorg om te gaan?

A De Projectmanager op de hoogte brengen door een Afwijkingsrapport in te dienen.

B Dit punt van zorg in het volgende 2-wekelijkse Hoofdpuntenrapport vermelden.

C Controleer de Communicatiemanagementstrategie om te verifiëren welke records over communicatie met de geselecteerde externe leverancier vereist zijn.

D Controleer het Werkpakket Informatietechnologie op ontwikkelingsinterfaces.

E Dit punt van zorg als een issue indienen bij de Projectmanager.





Marking Scheme

Note: For Multiple Response (MR) questions, 1 point is scored if and only if all correct options are selected. Otherwise 0 points are scored.

Exam Paper: NL-FX03-1.5

Question Part Type Response A B C D E F G H I

1 (SI) A MG 1 0 1 0 0 0 0

2 0 0 0 1 0 0

3 0 0 0 0 1 0

4 0 0 0 0 0 1

B CL 1 1 0 0 0

2 0 0 1 0

3 0 1 0 0

C CL 1 1 0 0 0

2 1 0 0 0

3 0 0 1 0


2 (OR) A MR 1 0 1 1 0 0

2 0 1 0 1 0

3 1 1 0 0 0

4 0 0 0 1 1

5 0 1 0 1 0

6 0 1 0 0 1

B AR 1 0 1 0 0 0

2 0 0 1 0 0

3 0 0 0 1 0

4 0 0 1 0 0


3 (QU) A CL 1 1 0 0 0

2 0 0 0 1

3 0 1 0 0

B CL 1 0 0 1 0

2 0 0 0 1

3 1 0 0 0

C CL 1 0 0 0 1

2 0 0 1 0

3 0 0 1 0

4 0 0 0 1





4 (PL) A MG 1 0 0 0 0 0 1 0 0 0

2 0 0 1 0 0 0 0 0 0

3 0 1 0 0 0 0 0 0 0

4 0 0 0 0 1 0 0 0 0

5 0 0 0 0 0 0 0 1 0

B AR 1 0 0 0 0 1

2 1 0 0 0 0

3 0 0 1 0 0

4 0 0 0 1 0

5 0 0 0 0 1


5 (RK) A MR 1 0 1 0 0 1

2 0 0 1 0 1

3 0 0 0 1 1

4 1 0 1 0 0

5 1 1 0 0 0

B MG 1 0 1 0 0 0 0

2 0 0 0 1 0 0

3 0 1 0 0 0 0

4 0 0 0 0 1 0

5 0 0 1 0 0 0


6 (CH) A CL 1 1 0 0

2 0 0 1

B CL 1 1 0 0 0

2 0 0 0 1

3 1 0 0 0

C AR 1 1 0 0 0 0

2 0 0 0 1 0

3 0 0 0 1 0

4 0 0 0 0 1

5 0 0 0 1 0


7 (PG) A MR 1 0 1 1 0 0

2 1 0 0 1 0

3 1 0 1 0 0

4 0 1 0 0 1

B AR 1 0 0 0 1 0

2 1 0 0 0 0

3 0 0 0 0 1

4 0 0 1 0 0

5 0 0 0 1 0

6 0 0 0 1 0





8 (CD) A MG 1 0 0 1 0 0 0 0

2 0 0 0 0 0 0 1

B MG 1 0 0 1 0 0 0

2 0 0 0 0 1 0

3 0 0 1 0 0 0

C MR 1 1 1 0 0 0

2 0 0 1 0 1

3 1 0 0 0 1

4 0 1 0 1 0

5 0 0 0 1 1





Rationale

Exam Paper: NL-FX03-1.5




Het Practitioner-examen Let op:voor Multiple Response vragen wordt 1 punt gescoord wanneer alle goede antwoorden zijn gegeven. Anders worden 0 punten toegekend

FX03 Uitleg

Examen: PRINCE2-NL--FX03-V1.5

Page 1 of 21

© AXELOS Limited 2012 Alle rechten voorbehouden.



Vraag: 1, Syllabus OP/IP, Deel: A, Type: MG, SyllabusRef: SU0302, Level: 3 1 Juist [B]: Deze informatie zal bruikbaar zijn als voor dit project de lijst met externe

leveranciers wordt opgesteld. Dit leerpunt zou moeten zijn gevonden en vastgelegd gedurende de activiteit Eerdere leerpunten verzamelen. Zie A.14.2 / 12.4.2.

2 Juist [D]: Begrijpen wat de doelstellen van en redenen voor het project zijn, zoals gedefinieerd in het projectmandaat, is één van de aanbevolen acties tijdens de activiteit Business Case op hoofdlijnen opstellen. Zie 12.4.4 / A.2.2.

3 Juist [E]: Dit beschrijft op hoofdlijnen de gekozen aanpak voor het project. Zie A.12.4.5 / A.2.2.

4 Juist [F]: Dit is een aanname voor de planning die zou moeten worden opgenomen in het initiatiefaseplan. Zie A.12.4.6 / A.16.2.

Vraag: 1, Syllabus OP/IP, Deel: B, Type: CL, SyllabusRef: SU0402, Level: 4 1 A Juist: Het opstellen van de rolbeschrijving voor de Opdrachtgever zou eerder in het

proces Opstarten van een Project, bij het benoemen van de Opdrachtgever, moeten gebeuren. Zie 12.4.1.

B Onjuist: De Projectmanager, niet de Opdrachtgever, is verantwoordelijk voor het opstellen van de rolbeschrijvingen voor de overige leden van het projectmanagementteam. Zie 12.4.1 / 12.4.3.

C Onjuist: Het opstellen van de rolbeschrijving voor de Opdrachtgever zou eerder in het proces Opstarten van een Project, bij het benoemen van de Opdrachtgever, moeten gebeuren. Zie 12.4.1.

D Onjuist: De Projectmanager, niet de Opdrachtgever, is verantwoordelijk voor het opstellen van de rolbeschrijvingen voor de overige leden van het projectmanagementteam. Zie 12.4.1 / 12.4.3.

2 A Onjuist: Bij het opstellen van de Business Case op hoofdlijnen zou de Opdrachtgever moeten weten hoe het project wordt gefinancierd. Zie 12.4.4.

B Onjuist: De Opdrachtgever is verantwoordelijk voor het opstellen van de Business Case op hoofdlijnen. Zie tabel 12.4.

C Juist: Bij het opstellen van de Business Case op hoofdlijnen zou de Opdrachtgever moeten weten hoe het project wordt gefinancierd. Zie 12.4.4.

D Onjuist: Per fase wordt budget beschikbaar gesteld. Het is daarom niet nodig om het hele budget bij het opstarten van het project beschikbaar te stellen. Zie 12.4.4 / 10.3.2.



PRINCE2® is een geregistreerd handelsmerk van AXELOS Limited Page 2 of 21

3 A Onjuist: Het opstellen van het initiatiefaseplan, en als onderdeel daarvan ook de afspraken over de rapportages en beheersing, is de verantwoordelijkheid van de Projectmanager. Zie tabel 12.6.

B Juist: De Projectmanager zou alleen voor de initiatiefase de afspraken over de rapportages en beheersing moeten definiëren. De beheersinstrumenten voor het project worden vastgesteld gedurende de initiatiefase. Zie 12.4.6 / 14.4.5.

C Onjuist: Dit zijn PRINCE2 principes maar de Projectmanager zou afspraken over rapportages en beheersing voor de initiatiefase moeten definiëren. Beheersingstrumenten voor het project worden vastgesteld gedurende de initiatiefase. Zie 12.4.6 / 14.4.5.

D Onjuist: Dit biedt de mogelijkheid om kritisch de voortdurende levensvatbaarheid van het project te beoordelen, maar de Projectmanager zou de afspraken over rapportages en beheersing van de inititiatiefase moeten definiëren. Beheersingstrumenten voor het project worden vastgesteld gedurende de initiatiefase. Zie 12.4.6 / 14.4.5.

Vraag: 1, Syllabus, OP/IP, Deel: C, Type: CL, SyllabusRef: IP0402, Level: 4 1 A Juist: Zonder een doorlopende en effectieve risicomanagementprocedure is het niet

mogelijk er zeker van te zijn dat het project in staat is zijn doelstellingen te behalen en dat het daarom de moeite waard is om door te gaan. De Risicomanagementstrategie wordt opgesteld tijdens de initiatiefase. Zie 8.1.

B Onjuist: Of de leverancier extern of intern is ten opzichte van de bedrijfsorganisatie is niet relevant. De risicomanagementprocedure wordt opgesteld tijdens de initiatiefase. Zonder een doorlopende en effectieve risicomanagementprocedure is het niet mogelijk om er zeker van te zijn dat het project in staat is zijn doelstellingen te behalen en dat het daarom de moeite waard om door te gaan. Zie 8.1.

C Onjuist: Aan risicomanagement gerelateerde leerpunten zouden moeten worden gezocht binnen gelijksoortige eerdere projecten, het bedrijfs- of programmamanagement, en externe organisaties. De Risicomanagementstrategie zou echter moeten worden afgeleid van het beleid van het bedrijf ten aanzien van Risicomanagement en/of een procesbeschrijving voor risicomanagement (of soortgelijk documenten). De strategie zou opgesteld moeten worden tijdens de initiatiefase. Zie 8.3.2.

D Onjuist: De externe leverancier zou geen geschikte eigenaar zijn van risico’s die betrekking hebben op producten waarvoor deze niet verantwoordelijk is. De Risicomanagementstrategie zou opgesteld moeten zijn tijdens de initiatiefase. Zie 8.3.2 / 8.3.5.4.

Page 3 of 21




2 A Juist: Een Wijzigingsautoriteit zou geschikt moeten zijn om de de belangen van de stakeholders (het bedrijf, de gebruiker en de leverancier) adequaat te vertegenwoordigen. De externe leverancier behartigt slechts de belangen van de leverancier. De gekozen leverancier vertegenwoordigt niet de belangen van het bedrijf of de gebruiker in dit project. Zie 9.3.3.2 / C.8.2.

B Onjuist: De Wijzigingsautoriteit kan door de Stuurgroep worden gedelegeerd naar iedere persoon of groep. Zie C.8 / 9.3.3.2.

C Onjuist: Een Wijzigingsautoriteit zou geschikt moeten zijn om de belangen van de stakeholders (het bedrijf, de gebruiker en de leverancier) adequaat te vertegenwoordigen. De externe leverancier behartigt slechts de belangen van de leverancier. Zie C.8.2.

D Onjuist: Dit is een verantwoordelijkheid van de Seniorleverancier. Een Wijzigingsautoriteit zou echter geschikt moeten zijn om de stakeholdersbelangen van het bedrijf, de gebruiker en de leverancier adequaat te vertegenwoordigen. De externe leverancier behartigt slechts de belangen van de leverancier. Zie C.8.2.

3 A Onjuist: Het bedrijfsbrede kwaliteitssysteem wordt niet ontwikkeld binnen de scope van het project. Het begrijpen van de kwaliteitseisen is een voorwaarde, niet het bestaan van een bedrijfsbreed kwaliteitssysteem. Het is één van de taken van Projectborging erop toe te zien dat de Kwaliteitsmanagementstrategie voldoet aan de behoefte van de Stuurgroep en/of het bedrijfs- of programmamanagement. Zie 14.4.3.

B Onjuist: Hoewel Projectborging aan de Stuurgroep rapporteert, zijn zij ook verantwoordelijk voor het ondersteunen van de Projectmanager. Projectborging verschaft advies over en richtlijnen voor aspecten zoals het gebruik van bedrijfsstandaarden. Zie 5.3.2.3.

C Juist: De te gebruiken standaarden, en de wijze waarop het gebruik ervan wordt beoordeeld, moet vooraf worden gedocumenteerd en afgesproken voordat het project kan worden goedgekeurd. Het is de taak van Projectborging erop toe te zien dat de Kwaliteitsmanagementstrategie voldoet aan de behoeften van de Stuurgroep en/of het bedrijfs- of programmamanagement. Zie14.4.3 / A.22.3.

D Onjuist: De kwaliteitsverwachtingen van de klant en de acceptatiecriteria worden gespecificeerd door de Stuurgroep. Zie 6.3.1.1 / 6.3.1.2.

Page 4 of 21




Vraag: 2, Syllabus OR, Deel: A, Type: MR, SyllabusRef: OR0401, Level: 4 1 A Onjuist: Dat iemand de oplossing accepteert is geen reden om hem tot Opdrachtgever

te benoemen. Het geeft geen enkele indicatie over de aanwezigheid van de benodigde competenties voor de rol van Opdrachtgever. Zie 5.3.2.2./ 5.2.5.

B Juist: De Opdrachtgever moet erop toezien dat het project toegevoegde waarde heeft. Hij moet ervoor zorgen dat er een kosteneffectieve aanpak voor het project is en dat er een evenwicht bestaat tussen de behoeften van het bedrijf, de gebruiker en de leverancier. Zie 5.3.2.2 / 5.2.5.

C Juist: Als Algemeen Directeur van het Ministerie heeft hij de uiteindelijke bevoegheid voor de organisatie. Hij kan ervoor zorgen dat de eindverantwoordelijkheid voor het project op één plaats ligt. Dit is voor PRINCE2 een reden. Zie 5.3.2.2./ 5.2.5.

D Onjuist: De rol van Opdrachtgever berust bij één persoon, zodat de eindverantwoordelijkheid voor het project bij één aanspreekpunt ligt. Zie 5.3.2.2 / 5.2.5.

E Onjuist: De Opdrachtgever moet zorgen voor evenwicht tussen de behoeften van het bedrijf, de gebruiker en de leverancier. Een accountant voldoet niet vanzelfsprekend aan deze eis. De manager Salarisadministratie kan mogelijk de rol van Projectborging namens de Opdrachtgever uitvoeren door erop toe te zien dat het project toegevoegde waarde levert en een kosteneffectieve aanpak volgt. Zie 5.3.2.2.

2 A Onjuist: De Seniorgebruiker specificeert de eisen en stelt gebruikersresources beschikbaar. De Accountmanager van Teamtech vertegenwoordigt een leverancier. Zie 5.3.2.2./ 5.2.5.

B Juist: De Seniorgebruiker is verantwoordelijk voor het specificeren van de behoeften van degenen die de producten van het project zullen gebruiken. Zie 5.3.2.2./ 5.2.5.

C Onjuist: Teamtech vervult een adviserende rol in het project (Projectborging). Zij zijn niet in een positie om beslissingen te nemen of resources te verstrekken namens de gebruikers. Zie 5.3.2.2.

D Juist: De rol vertegenwoordigt diegenen die de producten van het project zullen gaan gebruiken, inclusief beheer en onderhoud. Dit plaatst de Manager Hardware in de positie van Seniorgebruiker. Zie 5.3.2.2.

E Onjuist: Degenen die specialistische resources leveren voor het project vertegenwoordigen een leveranciersbelang. Zie 5.2.5.

Page 5 of 21




3 A Juist: Als leverancier zal zij resources en producten leveren voor het project. Zij kan de mening van leveranciers geven in de Stuurgroep – dit is een verantwoordelijkheid van de Seniorleverancier. Zie 5.3.2.2./ 5.2.5.

B Juist: De Seniorleverancier vertegenwoordigt de belangen van degenen die de producten van het project ontwerpen, ontwikkelen, mogelijk maken, inkopen en implementeren. Zie 5.3.2.2./ 5.2.5.

C Onjuist: De bewering ‘want het eindresultaat zal een impact op hem hebben’ is een indicatie dat de Manager Hardware een gebruiker is voor dit project. Zie 5.2.5 / 5.3.2.2.

D Onjuist: Indien noodzakelijk kan meer dan één persoon de leveranciers vertegenwoordigen. Zie 5.3.2.2 / 5.2.5.

E Onjuist: Dat iemand het initiatief ondersteunt, is geen reden om hem/haar tot Seniorleverancier te benoemen. Zie 5.3.2.2./ 5.2.5.

4 A Onjuist: De gebruiker van een project kan de rol van Projectborging vanuit het bedrijfsperspectief vervullen. De vertegenwoordiger(s) voor het bedrijfsbelang en het gebruikersbelang zijn afkomstig uit de klantorganisatie. Zie 5.2.5.

B Onjuist: Projectborgingsrollen zouden onafhankelijk moeten zijn van de Projectmanager. Zie 5.3.2.3.

C Onjuist: Teamtech Consultants is een externe leverancier. Hun eigen belangen zijn waarschijnlijk tegenstrijdig aan die van hun klant. Zie 5.2.5 / C.7.1.

D Juist: Projectborging vanuit bedrijfsperspectief is verantwoordelijk voor het reviewen van de projectfinanciën en het controleren of eventuele betalingen aan leveranciers of aannemers zijn geautoriseerd. Zie C.7.1.

E Juist: Projectborging vanuit bedrijfsperspectief is verantwoordelijk voor het reviewen of de Business case in lijn is met de standaarden van bedrijf of programma. Zie C.7.1.

5 A Onjuist: Het specificeren van behoeften is geen verantwoordelijkheid van Projectborging. Zie C.7.1.

B Juist: Projectborging vanuit leveranciersperspectief is verantwoordelijk voor het adviseren over de selectie van de strategie, het ontwerp en de methoden voor de ontwikkeling. Zie 5.3.2.3 / C.7.1.

C Onjuist: Dat iemand gerespecteerd wordt is geen reden om hem te benoemen voor Projectborging vanuit leveranciersperspectief. Zie 5.3.2.3 / C.7.1.

D Juist: Projectborging vanuit leveranciersperspectief geeft advies ten aanzien van potentiële wijzigingen en hun impact op de juistheid, correctheid, volledigheid en integriteit van producten ten opzichte van hun Productbeschrijving vanuit het oogpunt van de leverancier. Zie 5.3.2.3 / C.7.1.

E Onjuist: Projectborging moet onafhankelijk zijn van de Projectmanager en Projectsupport, maar het is een verantwoordelijkheid van de Stuurgroep. Zie 5.3.2.3 / C.7.1.

Page 6 of 21




6 A Onjuist: Dat iemand de verandering ondersteunt, is geen reden om iemand te benoemen in de rol van Projectborging vanuit gebruikersperspectief. Zie 5.3.2.3. / C.7.1.

B Juist: Dit is een verantwoordelijkheid van Projectborging vanuit gebruikersperspectief. Zie 5.3.2.3. / C.7.1.

C Onjuist: Deze personen kunnen ervoor zorgen dat de oplossing zal voldoen aan de behoeften van hun eigen teams. De borgingsrollen zouden objectief moeten zijn en zouden onafhankelijk moeten blijven van de Projectmanager Zie C.7.1

D Onjuist: Conflicten kunnen worden gemanaged. Dit is geen reden voor het selecteren van twee personen in plaats van één. Zie 5.3.2.3.

E Juist: Projectborging vanuit gebruikersperspectief is er verantwoordelijk voor om erop toe te zien dat de gebruikersbehoeften accuraat zijn en dat de oplossing aan deze behoeften zal voldoen. Zie C.7.1 / C.7.2.

Vraag: 2, Syllabus OR, Deel: B, Type: AR, SyllabusRef: OR0401, Level: 4 1 Waar: De samenstelling van de Stuurgroep

zou bij ieder fase-overgang moeten worden aangepast om ervoor te zorgen dat de Stuurgroep is afgestemd op grote wijzigingen die voor de volgende fase nodig zijn. Zie 5.3.2.9 / 17.4.1.

Waar: Het beoordelen van de levensvatbaarheid van de projectaanpak is een verantwoordelijkheid van de Seniorleverancier. Aangezien de projectaanpak echter al is vastgelegd door de selectie van een leverancier, is dit niet de reden voor de bewering. Het antwoord is B. Zie C.4.1.

2 Waar: De rol van Projectsupport is niet optioneel, maar het inzetten van een afzonderlijke persoon of groep voor het uitvoeren van de noodzakelijke taken wel. Projectsupport valt standaard binnen het taakgebied van de Projectmanager. Zie 5.3.2.8.

Niet waar:

Dit is een verantwoordelijkheid van de Seniorgebruiker, niet Projectsupport. Zie C.3.1 / C.9.1.

3 Niet waar:

Voor de rol van Seniorleverancier zouden vertegenwoordigers van de Afdelingen Facilitaire Zaken en Informatie Technologie nodig zijn. De Manager Hardware levert niets voor dit project en heeft niet de noodzakelijke bevoegdheid om de oplevering van alle producten van Informatie Technologie te vertegenwoordigen. Zie C.4.

Waar: De Seniorleverancier is eindverantwoordelijk voor de leveranciersproducten. Zie 5.3.2.2.

4 Waar: De Manager Salarisadministratie heeft de kwaliteiten om de projectfinanciën te bewaken en hij heeft op bedrijfsniveau ervaring met strategisch management en risicomanagement. Zie C.7.1.

Niet waar:

PRINCE2 specificeert geen noodzakelijke professionele en/of technische kwalificaties voor de rol van Projectborging vanuit bedrijfsperspectief. Zie C.7.1.

Page 7 of 21




Vraag: 3, Syllabus QU, Deel: A, Type: CL, SyllabusRef: QU0301, Level: 3 1 A Juist: Dit is een meetbare definitie van een eigenschap waaraan de afgeronde

producten van het project moeten voldoen. Zie 6.3.1.2. B Onjuist: Dit beschrijft hoe de producten zullen worden gemanaged. Het is geen

acceptatiecriterium waaraan voldaan moet zijn om door de stakeholders te worden geaccepteerd. Zie 6.3.1.2.

C Onjuist: De vaardigheden en resources, die nodig zijn om de producten tot stand te brengen, maken geen deel uit van de acceptatiecriteria van het product. Zie 6.3.1.2.

D Onjuist: Het tijdstip waarop een keuze wordt gemaakt voor een geselecteerde externe leverancier is geen acceptatiecriterium. Acceptatiecriteria is een lijst van criteria waaraan het projectproduct moet voldoen voordat de klant het zal accepteren. Zie 6.3.1.2.

2 A Onjuist: Dit is een doelstelling of een eindresultaat van het project. Er wordt in de stelling geen aanvaardbare marge genoemd voor de voorgestelde maatregel. Zie A.21.2.

B Onjuist: “Zo spoedig mogelijk‟ is niet meetbaar. Er wordt in de stelling geen marge genoemd voor de verwachte deadline. Dit punt zou kunnen worden vastgelegd als mogelijke risicomaatregel. Zie 8.3.5.3 / A.21.2.

C Onjuist: Dit is geen meetbare eis. Dit is een kwaliteitsverwachting van de klant. Zie A.21.2.

D Juist: Dit is een meetbare criterium met een acceptabele marge, maar deze marge wordt niet verder gespecificeerd. Zie A.21.2.

3 A Onjuist: Het is mogelijk dit op te nemen onder het kopje Acceptatieverantwoordelijkheden in de Projectproductbeschrijving. Dit is geen acceptatiemethode. Zie A.21.2.

B Juist: Dit beschrijft de wijze waarop de acceptatie van de nieuwe hardware- en softwareoplossing wordt bevestigd. Zie A.21.2

C Onjuist: Dit is een acceptatieverantwoordelijkheid die thuis hoort onder het kopje Acceptatieverantwoordelijkheden. Het noemt niet de wijze waarop de acceptatie wordt bevestigd. Zie A.21.2.

D Onjuist: Dit beschrijft één van de Ontwikkelvaardigheden voor dit project en hoort onder dat kopje thuis. Het is geen methode waarmee wordt bevestigd dat de producten van het project zijn goedgekeurd. Zie A.21.2.

Page 8 of 21




Vraag: 3, Syllabus: QU, Deel: B, Type: CL, SyllabusRef: QU0302, Level: 3

1 A Onjuist: Dit was niet gespecificeerd in de Productbeschrijving, noch vermeld in de huisstijl van de organisatie. De producent zou zonder de noodzakelijke verduidelijking van de eisen niet moeten instemmen met dit meerwerk. Zie Tabel 9.1.

B Onjuist: De producent heeft voldaan aan de eisen die waren vermeld in de Productbeschrijving. Het is dus geen afwijking van de specificatie. Zie Tabel 9.1.

C Juist: Het issue is een wijzigingsverzoek, aangezien het een wijziging is in de als baseline vastgelegde Productbeschrijving. Het moet daarom formeel worden gemanaged. Zie Tabel 9.1.

D Onjuist: De voorzitter van de kwaliteitsreview heeft geen bevoegdheid om concessies te doen. Die zouden moeten worden goedgekeurd door de Stuurgroep, of de gedelegeerde Wijzigingsautoriteit. Zie 6.3.2.1 / Tabel 9.2.

2 A Onjuist: In de Productbeschrijving staat dat het product Zwart/Wit zou moeten zijn. De producent heeft opgeleverd wat was gevraagd. Zie 6.3.2.1.

B Onjuist: Er zit geen fout in het opgeleverde product, want dit was genoemd als eis. Het product voldoet aan de specificatie. Zie 6.3.2.1.

C Onjuist: De voorzitter van de kwaliteitsreview heeft geen bevoegdheid om concessies te doen. Die zou moeten worden goedgekeurd door de Stuurgroep, of de gedelegeerde Wijzigingsautoriteit. Zie Tabel 9.2.

D Juist: Dit werd in de Productbeschrijving niet als eis genoemd. Het commentaar is slechts een opmerking over hoe het product eruitziet. Zie 6.3.2.1.

3 A Juist: Dit was als eis gespecificeerd in de Productbeschrijving. De producent zou ermee in moeten stemmen om de noodzakelijke acties uit te voeren om dit binnen de beschikbare tijd te corrigeren. Als een product niet, of naar verwachting niet aan zijn specificaties zal voldoen, dan zou een issue moeten worden ingebracht (afwijking van specificatie). Het zal meer zijn dan de afgesproken 60 pagina’s. Zie tabel 9.2.

B Onjuist: Dit was als eis gespecificeerd in de Productbeschrijving. De producent zou ermee in moeten stemmen om de noodzakelijke acties uit te voeren om dit binnen de beschikbare tijd te corrigeren. Als een product niet, of naar verwachting niet aan zijn specificaties zal voldoen, dan zou een issue moeten worden ingebracht (afwijking van specificatie). Zie Tabel 9.2.

C Onjuist: Dit was als eis gespecificeerd in de Productbeschrijving. De producent zou ermee in moeten stemmen om de noodzakelijke acties uit te voeren om dit binnen de beschikbare tijd te corrigeren. Als een product niet, of naar verwachting niet aan zijn specificaties zal voldoen, dan zou een issue moeten worden ingebracht (Afwijking van specificatie). Het zal meer zijn dan de afgesproken 60 pagina’s. Zie tabel 9.2.

D Onjuist: Dit was gespecificeerd in de Productbeschrijving. Het product komt niet overeen met de oorspronkelijke specificatie en moet worden gecorrigeerd voordat het kan worden afgetekend. Er is tijd om het probleem op te lossen, maar dat heeft als gevolg dat de kwaliteitscriteria zullen worden overschreden. Dat vereist een escalatie door middel van een issue. Zie 6.3.2.1 / Tabel 9.2.

Page 9 of 21




Vraag: 3, Syllabus: QU, Deel: C, Type: CL, SyllabusRef: QU0401, Level: 4 1 A Onjuist: Dit is het doel van de Kwaliteitsmanagementstrategie en het zou moeten

worden vermeld in de paragraaf Inleiding. Zie A.22.2. B Onjuist: De Kwaliteitsmanagementstrategie is goedgekeurd door de Stuurgroep. De

Projectmanager zal deze bijhouden. Eventuele wijzigingen zullen worden goedgekeurd door de Stuurgroep. Zie 17.4.1.

C Onjuist: De Projectmanager is verantwoordelijk voor het implementeren van de Kwaliteitsmanagementstrategie. Projectborging zal voor de Stuurgroep borgen dat de Kwaliteitsmanagementstrategie op de juiste wijze wordt geïmplementeerd. Zie C.7.

D Juist: Invoerregel 3 verwijst naar één aspect van de verantwoordelijkheden van Projectborging ten aanzien van kwaliteit en zou daarom in deze paragraaf moeten worden opgenomen. Zie A22.2 / Tabel 6.3.

2 A Onjuist: Iedere bekende kwaliteitsstandaard die op het project worden toegepast, zou moeten worden gedocumenteerd in de Kwaliteitsmanagementstrategie. Zie 6.3.2.

B Onjuist: De standaarden van MVH voor documentbeheer zouden hierin moeten worden vastgelegd. Dit is een kwaliteitsstandaard die gehanteerd zou moeten worden. De Configuratiemanagementstrategie zou de procedures voor wijzigingsbeheer moeten bevatten die door het project worden gevolgd. Zie A.6 / A22.2.

C Juist: De aanvullende informatie verklaart dat dit een bedrijfsstandaard is waaraan moet worden voldaan. Het zou daarom moeten worden opgenomen onder het kopje ‘Kwaliteitsstandaarden’. Zie A.22.2.

D Onjuist: De procedures die voor wijzigingsbeheer gebruikt moeten worden zullen in de Configuratiemanagementstrategie opgenomen worden. Zie A.6.

3 A Onjuist: De Kwaliteitsmanagementstrategie zou moeten vermelden welke kwaliteitsrecords vereist zullen zijn. Het Kwaliteitsregister is een onmisbare eis. Zie A.22.2.

B Onjuist: Het Kwaliteitsregister is GEEN rapport. Het zal een informatiebron zijn die moet worden opgenomen in kwaliteitsmanagementrapporten. Zie A.22.2.

C Juist: In de Configuratiemanagementstrategie zal deze informatie in de paragraaf Records staan. Zie A.6.2.

D Onjuist: Het project zou in staat moeten zijn om te laten zien dat ieder product de noodzakelijke goedkeuringen heeft verkregen, zoals gespecificeerd in de betreffende Productbeschrijving. Deze informatie is dus wel nodig. Zie 6.3.2.2.

Page 10 of 21




4 A Onjuist: Dit is op juiste wijze vastgelegd onder het kopje Rollen en verantwoordelijkheden. De paragraaf Records definieert welke kwaliteitsrecords noodzakelijk zullen zijn en waar deze zullen worden opgeslagen. Zie A.22.2 / 17.4.1.

B Onjuist: Teammanagers zijn verantwoordelijk voor het rapporteren van kwaliteitsactiviteiten in Checkpointrapporten. Zie 16.4.2.

C Onjuist: De Projectmanager maakt het Kwaliteitsregister aan. De Kwaliteitsmanagementstrategie definieert de procedure voor het bijwerken ervan. Zie 16.4.2 / A.22.2

D Juist: Projectborging vanuit leveranciersperspectief is verantwoordelijk voor het reviewen van Productbeschrijvingen om zo zeker te stellen dat realisatie van het product haalbaar is. Projectborging vanuit gebruikersperspectief zou de Productbeschrijvingen moeten reviewen om zeker te stellen dat het product voldoet aan de behoeften van de gebruikers. Zie C.7.1.

Vraag: 4, Syllabus PL, Deel: A, Type: MG, SyllabusRef: PL0301, Level: 3 1. Juist [F]: Rapporteren aan de Stuurgroep is de verantwoordelijkheid van de Projectmanager,

en de rapportagefrequentie wordt vastgelegd in het Faseplan in de paragraaf Bewaking en beheersing. Zie A.16.

2. Juist [C]: Deze zijn volgens het plan niet nodig voor het opstarten van deze fase. Ze zijn echter wel nodig voor de afronding van de te maken van de producten in deze fase. Het zijn externe afhankelijkheden. Zie A.16.

3. Juist [B]: Het besluit om dit project met deze aanpak voort te zetten is een randvoorwaarde voor dit plan, en moet van kracht blijven om het plan te laten slagen. Zie A.16.

4. Juist [E]: MVH heeft geen ervaring met herstructurering. Dus deze informatie, van een ander Ministerie, zal van grote waarde zijn bij het maken van het plan. Het is dus een leerpunt dat wordt verwerkt in de planning. Zie A.16.

5. Juist [H]: Het geschatte budget en de geschatte doorlooptijd met eventueel toegestane afwijkingen (toleranties) voor de fase zullen worden vastgelegd in het Faseplan. Zie A.16.

Vraag: 4, Syllabus PL, Deel: B, Type: AR, SyllabusRef: PL0401, Level: 4 1 Niet

waar: € 20.000 valt binnen de tolerantie van € 45.000 voor fase 2, dus escalatie is niet nodig. Er is alleen sprake van een afwijkingssituatie als verwacht wordt dat de tolerantie wordt overschreden. Zo’n afwijkingssituatie wordt gemanaged door het maken van een Issuerapport, gevolgd door een Afwijkingsrapport. Zie 10.3.4.

Niet waar:

Als het verschil nog binnen de tolerantie valt, kunnen er corrigerende maatregelen worden getroffen om daar iets tegen te doen. In dat geval wordt het Faseplan voor de huidige fase herzien. Zie 15.4.8.

Page 11 of 21




2 Waar: Bij het maken van een Teamplan wordt Projectborging vanuit leveranciersperspectief geraadpleegd om te zorgen dat het Teamplan uitvoerbaar is en conform relevante standaarden van de leverancier. Zie 16.4.1.

Waar: Projectborging vanuit leveranciersperspectief zal controleren of het Teamplan conform de standaarden van de leverancier is. Dit is de reden waarom Projectborging vanuit leveranciersperspectief wordt geraadpleegd, dus het antwoord is A. Zie 16.4.1.

3 Waar: Fase 2 is de volgende fase na de initiatie en het plan hiervoor moet tegen het einde van de initiatiefase worden opgesteld. Zie 7.2.5.

Niet waar:

Ieder Faseplan wordt tegen het einde van de voorgaande fase gemaakt. Zie 7.2.5.

4 Niet waar:

Afsluiten van een Project is een proces en wordt niet als een fase gepland. Zie 18.3.

Waar: Het Projectplan zal de managementfasen na initiatie op hoofdlijnen weergeven. Zie 7.2.4.

5 Niet waar:

Fasetoleranties kunnen van fase tot fase variëren. De Stuurgroep zou voor iedere managementfase toleranties moeten toewijzen aan de Projectmanager wanneer zij het Faseplan voor de volgende fase goedkeuren. Zie 10.3.1.1 / 13.4.3.

Niet waar:

Fasetoleranties zullen variëren afhankelijk van de omstandigheden van de fase. De Stuurgroep zou voor iedere managementfase toleranties moeten toewijzen aan de Projectmanager wanneer zij het Faseplan voor de volgende fase goedkeuren. Zie 13.4.3.

Page 12 of 21




Vraag: 5, Syllabus: RK, Deel: A, Type: MR, SyllabusRef: RK0301, Level: 3 1 A Onjuist: Dit is een verantwoordelijkheid voor risicomanagement die vastgelegd

zou moeten worden in de paragraaf voor Rollen en verantwoordelijkheden. Zie A.24.2.

B Juist: Bij het rapporteren over het einde van de fase wordt er voor het Fase-eindrapport een overzicht gemaakt van de huidige totale risicoblootstelling. Zie 17.4.4 / A.9.2.

C Onjuist: Als dit waar is, is het een rapportage-eis die zou moeten worden opgenomen in de Configuratiemanagementstrategie, niet in de Risicomanagementstrategie. Zie 9.3.1.1.

D Onjuist: Dit is een richtlijn voor de wijze waarop de nabijheid van risico’s moet worden beoordeeld en dit zou in de Risicomanagementstrategie moeten worden vastgelegd onder het kopje Nabijheid. Zie A.24.2.

E Juist: Het Hoofdpuntenrapport bevat een samenvatting van de risico’s. Een beknopt risicoprofiel is een ideaal middel om deze informatie te tonen. Zie 8.3.5.5.

2 A Onjuist: De risico’s voor de Business case van de geselecteerde externe leverancier zijn geen punt van zorg voor het project. Het zou ook commercieel gevoelig kunnen liggen voor de geselecteerde externe leverancier, dus het kan zijn dat zij deze die informatie niet wil leveren, zelfs als daarom wordt gevraagd. Zie 8.1.

B Onjuist: De Stuurgroep managet ‘by exception’ en vergadert aan het eind van iedere fase of bij afwijkingssituaties. De risicotolerantie op projectniveau wordt bepaald tijdens de initiatiefase tijdens het opstellen van de Risicomanagementstrategie, Zie 10.3.1.2.

C Juist: De Projectmanager zou aan het einde van iedere fase, als het plan voor de volgende fase wordt voorbereid, de risico-eigenaren moeten raadplegen om de status van de risicomaatregelen te controleren. Dit is een tijdgedreven activiteit om risico’s te managen en zou daarom hier moeten worden vastgelegd. Zie 17.4.1.

D Onjuist: Risico’s die gedurende de activiteit Uitvoering van een Werkpakket tijdens de productontwikkeling worden geïdentificeerd zouden moeten worden gemeld bij de Projectmanager. Er kan dan worden besloten welke actie moet worden genomen. Dit is geen tijdgedreven activiteit die kan worden gepland. Zie 16.4.2.

E Juist: Het is een tijdgedreven verantwoordelijkheid. De Stuurgroep ziet erop toe dat de blootstelling aan risico’s nog steeds aanvaardbaar is en beheerst wordt. Zie 13.4.3.

Page 13 of 21




3 A Onjuist: Dit beschrijft de toewijzing van risico-eigenaren, onderdeel van de procedure voor risicomanagement en zou moeten worden vastgelegd tijdens de stap Implementeren. Zie 8.3.5.4.

B Onjuist: Dit zou in de Risicomanagementstrategie moeten worden vastgelegd onder het kopje Rapportage. Zie A.24.4.

C Onjuist: Alle fasetoleranties worden toegewezen door de Stuurgroep, niet de Projectmanager. Zie Figuur 10.1.

D Juist: Het is de verantwoordelijkheid van Projectborging om erop toe te zien dat alle aspecten van risicomanagement in het project conform de Risicomanagementstrategie zijn. Zie 8.4 / C.7.1.

E Juist: Dit toont de verantwoordelijkheid voor een activiteit in het kader van risicomanagement. Zie 8.3.5.1 / A.24.2.

4 A Juist: Dit biedt richtlijnen voor de wijze waarop de nabijheid van risicogebeurtenissen moet worden beoordeeld. Veel voorkomende categorieën voor nabijheid zijn: Zeer nabij, In deze fase, In dit project, Na het project. Zie A.24.2.

B Onjuist: Dit is een beoordeling van de nabijheid van een specifiek risico en dit zou in het Risicoregister zijn vastgelegd. Zie A.25.

C Juist: Dit is een acceptabele definitie van wat wordt bedoeld met een risico met een nabijheid van ‘nu'. Zie A.24.2.

D Onjuist: De nabijheid van een risico is niet relevant voor de impact ervan en biedt geen richtlijnen voor de wijze waarop de nabijheid zal worden beoordeeld. Zie A.24.2.

E Onjuist: Dit is een beoordeling van de nabijheid van een specifiek risico en dit zou in het Risicoregister zijn vastgelegd. Zie A.25.

5 A Juist: ‘Projecttolerantie’ betekent de hoeveelheid risico die het project kan nemen voordat er wordt geëscaleerd. Het legt dus vast wat de verwachtingen van het bedrijfs- of programmamanagement en de Stuurgroep ten aanzien van risico’s zijn. Zie A.24.2.

B Juist: Dit stelt de Stuurgroep in staat om risico's te beoordelen voordat ze het drempelniveau van blootstelling aan risico’s bereiken dat door het bedrijfsmanagement niet langer zal worden getolereerd. Zie A.24.2.

C Onjuist: De Risicomanagementstrategie zou de risicoverwachtingen van het bedrijfs- of programmamanagement en de Stuurgroep moeten vastleggen. Risicotolerantie kan mogelijk aan de Teammanagers worden toegekend. Dit zou in het Werkpakket vastgelegd worden. Zie A.24.2 / A.26.2.

D Onjuist: Het is niet de bedoeling van tolerantie om daarmee noodplannen voor risico’s te betalen. Er zou daarnaast een risicobudget moeten zijn om de risicomaatregelen te financieren. Zie A.24.2.

E Onjuist: Het risicobudget en hoe het wordt gebruikt, staat in de paragraaf Risicobudget. Er wordt geen tolerantie toegewezen aan het risicobudget. Zie A.24.2

Page 14 of 21




Vraag: 5, Syllabus: RK, Deel: B, Type: MG, SyllabusRef: RK0302, Level: 3 1 Juist [B]: Deze maatregel zal helpen om de kans te reduceren dat de gebeurtenis zich

voordoet, maar het kan mogelijk niet voldoende zijn om volledig te voorkomen dat het risico optreedt. Zie 8.3.5.3.

2 Juist [D]: Bij deze maatregel zal een deel van de financiële impact van de bedreiging bij de onderaannemer worden gelegd. Zie 8.3.5.3.

3 Juist [B]: Deze maatregel zal helpen om de kans te reduceren dat de gebeurtenis zich voordoet, maar het kan mogelijk niet voldoende zijn om volledig te voorkomen dat het risico optreedt. Zie 8.3.5.3.

4 Juist [E]: Dit is gebaseerd op vertrouwen en er wordt geen actie ondernomen. De bedreiging wordt geaccepteerd. Zie 8.3.5.3.

5 Juist [C]: De maatregel zal alleen worden uitgevoerd wanneer MVH in moeilijkheden komt, dat wil zeggen: als het risico een issue is geworden. Dit verandert niets aan de kans dat het risico daadwerkelijk optreedt. Zie 8.3.5.3.

Vraag: 6, Syllabus: CH, Deel: A, Type: CL, SyllabusRef: CH0305, Level: 3 1 A Juist: Ieder project vereist een Configuratiemanagementstrategie. Producten en

verantwoordelijkheden zijn altijd uniek, dus uitsluitend een verwijzing naar standaarden is onvoldoende. Zie 9.3.1.

B Onjuist: De Configuratiemanagementstrategie van het project zal definiëren hoe producten van dit project zullen worden gemanaged en opgeslagen. Deze informatie zal worden gebruikt om Werkpakketten voor de leveranciers te maken waarin de eisen voor Configuratiemanagement staan vermeld waaraan zij moeten voldoen. Zie 9.3.1.1 / A.26.2.

C Onjuist: Een verwijzing naar bestaande standaarden zou, in combinatie met de Rollen en verantwoordelijkheden die ook moeten worden vastgelegd, acceptabel zijn. Deze informatie hoeft niet in een afzonderlijk document te worden vastgelegd. Er kan mogelijk vanuit de Projectinitatiedocumentatie naar worden verwezen, maar dan onder het kopje Configuratiemanagementstrategie en niet Kwaliteitsmanagementstrategie. Zie 9.3.1.1.

2 A Onjuist: Deze taak zou moeten worden toegewezen aan Projectsupport of programmasupport, indien aanwezig. Zie C.9.1.

B Onjuist: Dit kan een centrale rol zijn, met verantwoordelijkheid voor meer dan één project tegelijkertijd. Zie C.9.

C Juist: Aangezien hij het bedrijfsproces voor documentbeheer heeft gemaakt, is de Kwaliteitsmanager van MVH een geschikte persoon om deze rol op zich te nemen. Zie C.9.

Vraag: 6, Syllabus: CH, Deel: B, Type: CL, SyllabusRef: CH0303, Level: 3 1 A Juist: Wanneer een voorgestelde optie zou leiden tot een overschrijding van de

overeengekomen fase- of projecttolerantie, zou voor die optie een Afwijkingsrapport moeten worden gemaakt. Zie 9.3.3.4.

Page 15 of 21




B Onjuist: De wijziging is nog niet goedgekeurd. Configuratie-itemrecords die door de wijziging worden geraakt, zouden moeten worden bijgewerkt als de wijziging wordt geïmplementeerd of als de corrigerende maatregelen worden uitgevoerd. Zie 15.4.8.

C Onjuist: Er zou een Afwijkingsplan worden gemaakt om het Faseplan voor fase 3 te vervangen. Dat zal niet gebeuren voordat een Afwijkingsrapport is goedgekeurd. Zie 9.3.3.4/5.

D Onjuist: Er zou een Afwijkingsplan worden gemaakt om het Faseplan voor fase 3 te vervangen. Dat zal niet gebeuren voordat een Afwijkingsrapport is goedgekeurd. Zie 9.3.3.4/5.

2 A Onjuist: Er bestaan als gevolg van het uit de scope halen van de dienstverlening van Facilitaire Zaken verschillende risico’s die een impact zullen hebben op het Herstructureringsproject, bijvoorbeeld de specificatie van de nieuwe software-oplossing voldoet mogelijk niet langer aan de eisen. Zie 9.3.3.2.

B Onjuist: Dit is een feit waarmee rekening zal worden gehouden bij het overwegen van maatregelen voor het issue. Zie 9.3.3.2

C Onjuist: Dit is een feit waarmee rekening zal worden gehouden bij het overwegen van maatregelen voor het issue. Zie 9.3.3.2.

D Juist: Dit is een risico, want de specificatie was gebaseerd op de geherstructureerde processen van Facilitaire Zaken, en voldoet nu mogelijk niet aan de behoeften van de huidige processen van Facilitaire Zaken. Zie 9.3.3.2.

3 A Juist: De besparing was geschat op € 20 miljoen, maar door het uit de scope halen van de dienstverlening van Facilitaire Zaken daalt dit tot € 10 miljoen. Zie 9.3.3.2.

B Onjuist: Dit zijn de verwachte benefits voor MVH als gevolg van het nieuwe overheidsinitiatief. Dit is een ander project en de besparingen maken dus geen deel uit van de besparingen door dit project. Zie 9.3.3.2.

C Onjuist: Dit heeft betrekking op kosten, niet op benefits. Zie 9.3.3.2. D Onjuist: Dit heeft betrekking op kosten, niet op benefits. Zie 9.3.3.2.

Vraag: 6, Syllabus: CH, Deel: C, Type: AR, SyllabusRef: CH0402, Level: 4 1 Waar: Alle wijzigingen ten opzichte van de

oorspronkelijke eisen zouden moeten worden behandeld als wijzigingsverzoeken. Zie 9.2.4.

Waar: Een wijzigingsverzoek is iedere aanvullende eis of wijziging in wat is vastgesteld dat het project moet opleveren. Dit is wat in de bewering wordt gezegd en dus is het antwoord A. Zie 9.2.4.

2 Niet waar:

Facilitaire Zaken valt niet langer binnen de scope van het Herstructureringsproject. Er zouden opties moeten worden bekeken als reactie op de wijziging en er zou een advies moeten worden gegeven over de te nemen actie. Zie 9.3.3.3.

Waar: Er zou moeten worden overwogen wat het effect zal zijn van iedere optie op de prestatiedoelen van het project qua tijd, kosten, kwaliteit, scope, benefits en risico’s. Zie 9.3.3.3 / 8.3.5.3.

Page 16 of 21




3 Niet waar:

Als een Afwijkingsplan wordt gemaakt ter vervanging van het Faseplan voor fase 3 kan dit ook de herziening van de producten vereisen en niet noodzakelijk het verwijderen ervan. Zie 9.3.3.5 / 17.4.5.

Waar: Alle als baseline vastgelegde versies zouden ongewijzigd moeten blijven. Deze zouden moeten worden bewaard en gearchiveerd om toekomstige audits van de beslissingen, acties en prestaties van het projectmanagementteam mogelijk te maken. Zie 9.3.2 / 18.4.5.

4 Niet waar:

Een Afwijkingsrapport, en NIET een Afwijkingsplan, wordt gebruikt voor het presenteren van de opties voor het omgaan met issues. Zie 9.3.3.3.

Niet waar:

De Stuurgroep moet overschrijdingen van de projecttoleranties escaleren naar het bedrijfsmanagement. Zie 10.3.1.1.

5 Niet waar:

Tolerantie zou niet moeten worden gebruikt om wijzigingen te financieren. Zie Tabel 9.2.

Waar: Het wijzigingsbudget is “een hoeveelheid geld dat zal worden gebruikt om de kosten van wijzigingsvoorstellen te financieren”. Zie 9.3.1.1.

Vraag: 7, Syllabus: PG, Deel: A, Type: MR, SyllabusRef: PG0401, Level: 3 1 A Onjuist: Het Faseplan zou de start- en einddata van het Werkpakket moeten tonen. De

Teammanager heeft mogelijk geen toegang tot het Faseplan. Deze informatie zou moeten worden getoond in de paragraaf Gemeenschappelijke afspraken van het Werkpakket. Zie A.26.2.

B Juist: De planning en kosten voor het hele project zouden moeten worden opgenomen in het Projectplan, niet in het Werkpakket. Zie A.16.2.

C Juist: Het Faseplan zou de start- en einddata van het Werkpakket moeten tonen. De Teammanager heeft mogelijk geen toegang tot het Faseplan. Deze informatie zou moeten worden getoond in de paragraaf Gemeenschappelijke afspraken van het Werkpakket. Zie A.26.2.

D Onjuist: ‘Minimale verstoring’ is geen meetbare afwijking van een prestatiedoel. Dit zou moeten worden vastgelegd onder het kopje Beperkingen. Zie A.26.2.

E Onjuist: De Teammanager Faciliteiten doet op hetzelfde moment als de Teammanager Informatietechnologie vergelijkbaar werk. Het is dus van wezenlijk belang dat zij gedurende de werkzaamheden contact houden. Dit zou moeten worden vastgelegd onder het kopje Ontwikkelinterfaces. Zie A.26.2.

2 A Juist: Dit is een risicotolerantie (het drempelniveau voor risicoblootstelling, wat bij overschrijding vereist dat er wordt geëscaleerd naar het volgende hogere niveau van management) en zou moeten worden vastgelegd onder het kopje Tolerantie. Zie A.26.2.

B Onjuist: Dit zou een interface met personeel kunnen vereisen, maar de bewering zelf staat in de juiste paragraaf, aangezien het een restrictie betreft ten aanzien van het verwijderen van de bestaande apparatuur. Zie A.26.2.

C Onjuist: Dit beschrijft op juiste wijze een beperking die invloed zal hebben op het tijdstip waarop de installatiewerkzaamheden kunnen beginnen. Zie A.26.2.

D Juist: Dit is een kostentolerantie, die bij overschrijding escalatie naar het volgende hogere niveau van management vereist. Dit zou moeten worden opgenomen onder het kopje Tolerantie. Zie A.26.2.

Page 17 of 21




E Onjuist: De Teammanager Facilitaire Zaken zal informatie verschaffen aan of informatie vragen aan de Teammanager Informatie Technologie. Dit zou moeten worden vastgelegd onder het kopje Ontwikkelinterfaces. Zie A.26.2

3 A Juist: Binnen PRINCE2 is het voortgangsrapport van de Teammanager naar de Projectmanager het Checkpointrapport en niet het Hoofdpuntenrapport. Zie 10.3.3.4.

B Onjuist: Rapportageafspraken moeten informatie bevatten over de vereiste inhoud, waaronder de producten waaraan wordt gewerkt. Zie A.26.2.

C Juist: Alles wat te maken heeft met issues zou moeten komen te staan in de paragraaf Probleemafhandeling en escalatie. Zie A.26.2.

D Onjuist: Het vastleggen van risico’s zou moeten worden toegevoegd aan de paragraaf Probleemafhandeling en escalatie, niet Rapportageafspraken. Zie A.26.2.

E Onjuist: Issues zouden onmiddellijk moeten worden gemeld. De impactanalyse vindt naderhand plaats. Zie 9.3.3.1/2.

4 A Onjuist: Faseplan is juist. Het is verstandig om te vermelden waar het Faseplan kan worden verkregen. Dit Faseplan kan de Teammanager helpen bij het maken van het Teamplan. Zie A.26.2.

B Juist: Het is van belang om te vermelden waar Productbeschrijvingen kunnen worden verkregen, als zij geen onderdeel van het Werkpakket zijn. Zie A.26.2.

C Onjuist: De persoon, rol of groep,die de afgeronde producten van een Werkpakket zal goedkeuren, moet worden vermeld in de paragraaf Methode van goedkeuring. Zie A.26.2.

D Onjuist: Projectborging reviewt Werkpakketten en bevestigt de afronding. Zie Tabel 16.3.

E Juist: De Projectmanager moet op de hoogte worden gesteld wanneer Werkpakketten zijn afgerond. Een kennisgeving van de Teammanager per email is een aanvaardbare manier. Zie A.26.2 / 16.4.3

Vraag: 7, Syllabus: PG, Deel: B, Type: AR, SyllabusRef: PG0402, Level: 4 1 Niet

waar: De Projectinitiatiedocumentatie bevat beheersinstrumenten voor het project. Deze zullen bij het plannen van de volgende fase worden geactualiseerd tijdens het proces Managen van een Faseovergang. Zie 17.4.1.

Waar: Beheersinstrumenten voor het project bestaan uit fase-eindbeoordelingen en fasetoleranties, alsmede uit het bewaken en rapporteren op projectniveau. Zie A.20.2.

2 Waar: De Projectmanager zal regelmatige voortgangsrapportages eisen van de leverancier teneinde de voortgang van de Werkpakketten te bewaken. Zie 10.3.3 / 10.3.3.4.

Waar: De frequentie van Checkpointrapporten zal worden afgesproken met de Teammanager en worden vastgelegd in het betreffende Werkpakket. Dit is de verklaring voor de stelling, dus het antwoord is A. Zie 10.3.3.

3 Niet waar:

Een Productbeschrijving legt de functie en het doel van een product uit. Er is geen veld voor het actualiseren van de naam van de geselecteerde leverancier. Zie A.17.2.

Niet waar:

Het veld Samenstelling bestaat uit een lijst met de onderdelen van het product. In een Productbeschrijving wordt de status van een product NIET vastgelegd. Zie A.17.2.

Page 18 of 21




4 Waar: Een Checkpointrapport wordt gebruikt om de status van het Werkpakket te rapporteren volgens een in het Werkpakket gedefinieerde frequentie. Zie A.3.2.

Niet waar:

Rapporteren speelt zich af tussen de Teammanager en de Projectmanager, NIET de Stuurgroep. Zie A.26.2.

5 Niet waar:

De Teammanager zou een issue moeten inbrengen. De Projectmanager maakt het Afwijkingsrapport. Zie 10.3.4.

Waar: De Teammanager rapporteert eventuele afwijkingen door een issue in te brengen. Zie 10.3.4.

6 Niet waar:

Benefitstoleranties worden op projectniveau vastgesteld in de Business case. Zie Tabel 10.1.

Waar: Projectborging vanuit bedrijfsperspectief is verantwoordelijk voor het bewaken van de Business case ten opzichte van de voortgang van het project. Zie C.7.1.

Vraag: 8, Syllabus, BF/MP, Deel: A, Type: MG, SyllabusRef: CS0205, Level: 2 1 Juist [C]: Kwaliteit: De Productbeschrijving specificeert wie een product goedkeuren.

Voordat een afgerond Werkpakket in ontvangst wordt genomen, is het van belang om te controleren of is voldaan aan de kwaliteitseisen. Dit is het toepassen van het Thema Kwaliteit. Zie 15.4.3 / 6.3.2.3.

2 Juist (G]: Voortgang: De belangrijkste beheersinstrumenten die de Projectmanager heeft voor de voortgang zijn het autoriseren van een Werkpakket en de toleranties van een Werkpakket. Dit is het toepassen van het Thema Voortgang. Zie 15.4.1 / 10.3.1.3.

Vraag: 8, Syllabus: BF/MP, Deel: B, Type: MG, SyllabusRef: CS0301, Level: 3 1 Juist [C]: Geen enkel product dat als baseline is vastgelegd zou mogen worden aangepast

zonder formeel wijzigingsbeheer. Ieder wijzigingsverzoek zou formeel moeten worden vastgelegd in het Issueregister voor auditdoeleinden. Deze wijziging zou goedgekeurd moeten worden voordat enig ander document bijgewerkt of aangemaakt wordt. Zie 9.3.3.4.

2 Juist [E]: Dit zou worden vastgelegd in het Leerpuntenlogboek voor toepassing in toekomstige projecten. Zie 15.4.4

3 Juist [C]: Het Issueregister wordt bijgewerkt met ieder potentieel probleem dat door de Teammanager wordt ingebracht. Zie 15.4.1.

Vraag: 8, Syllabus: BF/MP, Deel: C, Type: MR, SyllabusRef: MP0401, Level: 3 1 A Juist: De Projectmanager is verantwoordelijk voor het overeenkomen van de details

van het Werkpakket. In geval van twijfel kan de Projectmanager de Stuurgroep, of de persoon naar wie zij Projectborging hebben gedelegeerd, vragen ervoor te zorgen dat de juiste resources nodig voor het uitvoeren van kwaliteitscontroles en het goedkeuren van producten ter beschikking worden gesteld. Zie C.3.1.

Page 19 of 21




B Juist: Projectborging heeft een verantwoordelijkheid om advies te geven over geschikte reviewers. Zie 16.4.1 / C.7.1

C Onjuist: Hier wordt geen risico of onzekerheid beschreven. Dit is een probleem dat geconstateerd is en als issue aan de Projectmanager gemeld moet worden. Zie 8.2.1 / 16.4.1.

D Onjuist: In het Kwaliteitsregister worden geen punten van zorg over de resources betrokken bij een review vastgelegd. Zie 23.2.

E Onjuist: De Teammanager kan een issue indienen als de situatie niet wordt opgelost. Teammanagers dienen geen Afwijkingsrapport in. Zie 16.4.2.

2 A Onjuist: De vertraging zal worden veroorzaakt door de correcties, niet door het reviewen van het afgeronde product.

B Onjuist: De Teammanager maakt Checkpointrapporten, geen Hoofdpuntenrapporten. Zie 16.4.2.

C Juist: Als verwacht wordt dat toleranties worden overschreden, moet een issue worden ingediend. Zie 16.4.2.

D Onjuist: De situatie bestaat nu, dus het is een issue, geen risico. Zie Tabel 9.1. E Juist: Het resultaat van de kwaliteitsreview moet worden vastgelegd in het

Kwaliteitsregister. Zie 16.4.2. 3 A Juist: De Teammanager is verantwoordelijk voor het verzamelen en vastleggen van

de bestede inspanning. Bovendien zou de status van ieder product moeten worden bepaald en de haalbaarheid van het Teamplan moeten worden beoordeeld. Zie 16.4.2.

B Onjuist: De Teammanager heeft niet de bevoegdheid om het Faseplan bij te werken. Teammanagers mogen een Teamplan bijwerken, maar hij heeft niet de bevoegdheid om de inspanning te vergroten zonder toestemming van de Projectmanager. Zie 16.4.2.

C Onjuist: De Teammanager heeft het Werkpakket afgesproken met de Projectmanager en kan dat niet zonder goedkeuring wijzigen. Zie 10.3.1.1.

D Onjuist: Dit is een voortgangsrapport en zal de situatie niet veranderen. Het zou eerst moeten worden bevestigd en dan als een issue worden ingediend, zodat het kan worden opgenomen in toekomstige Checkpointrapporten. Zie 16.4.2.

E Juist: Als verwacht wordt dat toleranties voor een Werkpakket worden overschreden, dan moet een issue worden ingediend om de Projectmanager te waarschuwen. Zie 16.4.2.

4 A Onjuist: Het Kwaliteitsregister zal details verschaffen over de kwaliteitsactiviteiten, maar geen details over goedkeuring van producten. Zie A.23.1.

B Juist: De verantwoordelijkheden in de Productbeschrijving geven aan wie verantwoordelijk is voor het goedkeuren van het product. Zie A.17.2.

C Onjuist: Het overdragen van afgeronde producten is niet hetzelfde als het goedkeuren van producten. Zie 17.4.4.

D Juist: De paragraaf Methode van goedkeuring in het Werkpakket zou moeten documenteren welke persoon, rol of groep de afgeronde producten in een Werkpakket zal goedkeuren en hoe de Projectmanager op de hoogte wordt gebracht van de afronding van producten. Zie A.26.2.

E Onjuist: De kwaliteitsmethode benoemt de methode die zal worden gebruikt om de kwaliteit of functionaliteit van een product te controleren. Het zegt niets over de methode van goedkeuring. Zie A.17.2.

Page 20 of 21




5 A Onjuist: De Teammanager zou een issue moeten indienen, geen Afwijkingsrapport. Zie 16.4.2.

B Onjuist: Issues moeten bij de Projectmanager worden ingediend op het moment dat zij zijn geïdentificeerd. Het Hoofdpuntenrapport bestemd voor de Stuurgroep wordt door de Projectmanager opgesteld. Zie 16.4.2.

C Onjuist: De Teammanager zou het Werkpakket willen controleren op de interfaces die onderhouden moeten worden. Van de Teammanager wordt niet gevraagd de Communicatiemanagementstrategie te bekijken. Zie A.26.2.

D Juist: Ontwikkelingsinterfaces beschrijven de interfaces die aangehouden moeten worden bij het ontwikkelen van producten. Dit is inclusief mensen die informatie leveren en ontvangen. Zie A.26.2.

E Juist: De term ‘issue’ dekt elke, niet geplande relevante gebeurtenis die heeft plaatsgevonden en aandacht eist van het management. Het kan een punt van zorg of een vraag zijn. Zie 16.4.2 / 9.2.3.

Page 21 of 21




PRINCE2® PRACTITIONER - Ruysdael · PRINCE2® PRACTITIONER EXAMENVOORBEREIDINGSPAKKET PRINCE2® is...

Documents

Transcript of PRINCE2® PRACTITIONER - Ruysdael · PRINCE2® PRACTITIONER EXAMENVOORBEREIDINGSPAKKET PRINCE2® is...