PM 2010-12 - pag 27 over Dutch Connection

52
SEPTEMBER 2010 || NUMMER 12 || JAARGANG 6 || WWW.PM.NL PM-ENQUêTE BESTUURSLAGEN BEGRAVEN STRIJDBIJL DEBAT GEZAGSCRISIS VOOR KENNISCENTRA? OVER DE VLOER DE REKENMEESTERS VAN PRINSJESDAG PM IS VERNIEUWD EN UITGEBREID ZIE OOK WWW.PM.NL ANNET BERTRAM GEMEENTESECRETARIS DEN HAAG ‘MET INTERBESTUURLIJK WERKEN KAN HET NIEUWE KABINET OOGSTEN’

description

Nederland naar een Olympisch niveau brengen. Dat kan alleen met nieuwe vormen van samenwerking.

Transcript of PM 2010-12 - pag 27 over Dutch Connection

Page 1: PM 2010-12 - pag 27 over Dutch Connection

SEPTEMBER 2010 || NuMMER 12 || jaaRgaNg 6 || www.pm.nl

pm-enquête

BESTuuRSlagENBEgRavEN STRijdBijl

debat

gEzagScRiSiS vooR kENNiScENTRa?

Over de vlOer

dE REkENMEESTERS vaN PRiNSjESdag

PM is vernieuwd en uitgebreidzie OOk www.pm.nl

annet bertram geMeenteseCretAris den HAAg

‘Met interbestuurlijk

werken kAn Het nieuwe

kAbinet oogsten’

Page 2: PM 2010-12 - pag 27 over Dutch Connection
Page 3: PM 2010-12 - pag 27 over Dutch Connection
Page 4: PM 2010-12 - pag 27 over Dutch Connection

4

inhOud

redactieadresPostbus 200252500 Ea den Haag Tel. 070 – 378 96 39 www.pm.nl | [email protected]

hoofdredactie cindy castricumredactie Rianne Waterval, chris van de Wetering en René zwaap (eindredactie) webredactie Rutger van den dikkenbergmedewerkers aan dit nummer Thierry Baudet, gertjan driessen, Roos van Erp, Wouter Fellendans, Mark Frequin, Marc gill’ard, jorrit de jong, Wiebe kiestra, Yvonne kroese, gerben kruk, klaartje Peters, léon Sonneschein, kick Smeets, Martijn van der Steenvormgeving kSMT design - www.ksmt.nluitgever Esther van doesburgdirecteur sdu Openbaar bestuur Rob veneboersalesmanager asha Narain

marketingmanager jacinta gelauffrelatiebeheer Sanne Brasserdrukkerij deltaHage, den Haagverschijning PM Public Mission komt 11 maal per jaar uit in een oplage van 11.500 exemplarenadvertenties asha Narain, 070 – 378 95 11, [email protected]

mediaserviceadvertentiereserveringen: [email protected]: [email protected] uitgevers, afdeling Mediaservice PM, Postbus 34, 2501 ag den Haag

Niets uit deze uitgave mag worden overgenomen in welke vorm dan ook zonder schriftelijke toestemming van de uitgever. De uitgever kan op generlei wijze aansprakelijk worden gesteld voor eventueel geleden schade door foutieve vermelding in het blad. © 2010 Sdu Uitgevers

raad van inspiratie andré van der zande, Sg lNv. johan de leeuw, Sg SzW. jan Willem Weck, dg algemene Bestuursdienst. Mark Frequin, dg WWi. johan Hakkenberg, directeur RdW. Erry Stoové, voorzitter RvB SvB. Herman Sietsma, provinciesecretaris utrecht. Marianne Heeremans, burgemeester Heemstede. Winnie Sorgdrager, lid Raad van State. ludolf van Hasselt, directeur vertegenwoordiging Europese commissie Nederland. kathalijne Buitenweg, voormalig Europarlementariër groen links. Ferdinand Mertens, lid onderzoeksraad voor de veiligheid. Hans Engels, senator d66. Thomas Schuurmans, Reggs. zsolt Szabó, vicepresident capgemini. Ralph Pans, voorzitter directieraad vNg. Ton Horrevorts, directeur HMS Management

Colofon PM PuBlic MiSSioN iS EEN uiTgavE vaN Sdu uiTgEvERS

presterende bestuurders

PAginA 36

rAlPH PAns en ton Horrevorts foCussen oP doelMAtigHeid

PAginA 28

thema interbestuurlijk werken

PAginA 16

> PM-enquête: overHeidsbrede CAo vAlt goed> bestuurslAgen nAder tot elkAAr> krACHtig bestuur Met Meer Mobiliteit > olyMPisCHe lobby HooPt oP Hub

debat

gezAgsCrisis bij kennisinstituten?

Foto omslag: Welmer keesmaat

Page 5: PM 2010-12 - pag 27 over Dutch Connection

5

inhOud

Vanaf vandaag gaat PM door het leven als PM Public Mission. We verbinden het Rijk met decentrale overheden, uitvoe-ringsorganisaties, markt en wetenschap. PM is hét platform waar deze partijen elkaar ontmoeten, in discussie gaan en ervaringen uitwisselen. Daartoe hebben we ook onze website

vernieuwd, dus neem gerust een kijkje op PM.nl. U treft hier dossiers aan die we gerubriceerd hebben naar de volgende pijlers: bestuurskracht, duurzaam-heid, Europa, financiën & economie, innovatie, (re)organisatie overheid en toezicht. Onze agenda Vandaag in Den Haag is vanaf heden onderdeel van PM.nl en is uitgebreid: naast de belangrijke werkbezoeken, debatten en sym-posia van vandaag vindt u er nu ook de agenda van de komende twee weken.

Voor de eerste editie van deze vernieuwde PM zijn we in de wondere wereld van het interbestuurlijke werken gedoken om te kijken hoe dat verbinden gestalte krijgt op de ambtelijke werkvloer. Uit ons onderzoek blijkt dat vrijwel elke ambtenaar voor zichzelf een glanzende carrière tussen de bestuurslagen ziet weggelegd. Helaas zijn er nog wat praktische bezwaren die moeten worden opgelost. Een andere opmerkelijke conclusie: meer dan de helft van de ondervraagden is voorstander van één cao voor de gehele overheid. Zou in de jaren tachtig dan helemaal voor niets zijn besloten tot minder uniformiteit in de arbeidsvoorwaarden? Ambtena-ren zien interbestuurlijk (samen)werken overigens ook als middel om tot besparingen te komen. Topambte-naren als Annemieke Nijhof, Renée Bergkamp en Herman Sietsma leggen uit waar zij de meeste kansen zien.

Het volgende nummer verschijnt op vrijdag 8 oktober. Houd in de tussentijd onze website in de gaten: deze wordt dagelijks geactualiseerd. Graag horen we uw reactie op de vernieuwde en uitgebreide PM via [email protected].

Cindy CastriCumHoofdredACteur PM PubliC Mission

editoriAl

vernieuwd en uitgebreid

UitgelichtduurzAAMHeid in snelkookPAn 8Pleidooi voor euroPees PAtent 10tHierry bAudet: suPerstAAt eu? 11leren vAn Het deense Model 14

estafettecolUmnsg roos vAn erP (bzk): bAsisnorM 15

specialrijk bundelt ACtie in kriMPregio 32

inspiratieinnoveren zonder HobbykwAst 39Minister Hoort welin wijk 42lof der koekenbAkkers 43AfsCHeid vAn Mes en kAAssCHAAf 44

Kort circUitbAnenCArrousel bij vws 47oP zoek nAAr HAns vAn der vlist 48eerHerstel voor leo ries 49

over de vloer de rekenMeesters vAn PrinsjesdAg 50

leiderschap in transitietijd

PAginA 40

wouter fellendAns (Abd) wAArsCHuwt voor verkrAMPing overHeid

Page 6: PM 2010-12 - pag 27 over Dutch Connection

6

uitgelicht

algemene zakenTerwijl fractieleider Verhagen zich afgelopen maand op de formatieperikelen stortte, had demissionair premier Balkenende tijd voor de lopende zaken. Zo was hij van 29 tot en met 31 augustus op de Nederlandse Antillen. In kort bestek deed de minister-president Sint Maarten, Curaçao en Aruba aan. In Wil-lemstad sprak Balkenende onder meer met minister-president De Jongh-Elhage en het bestuurscollege van Curaçao. De reis stond geheel in het teken van de voorbereidingen van de slotconferentie over de nieuwe staat­kundige verhoudingen binnen het Konink-rijk der Nederlanden op 9 september in Den Haag.

bzkMinister Hirsch Ballin was op 22 augustus bij de herdenking van de rellen in Hoek van Holland, die hij in zijn toespraak typeerde als ‘de heftigste ervaringen van deze kabinetspe-riode’. De minister diende deze maand een wetsvoorstel in dat de regierol van gemeen­ten in lokale veiligheid vergroot en maakte 1,3 miljoen vrij voor nieuwe projecten die agressie tegen publieke ambtsdragers tegen-gaan. Verder was hij bij de lancering van de site Nederlandsegrondwet.nl.Ank Bijleveld ging medio augustus een week

naar de Nederlandse Antillen, waar ze zich onder meer bezig hield met het financiële toezicht op sint maarten.

buitenlandse zakenMaxime Verhagen was de afgelopen maan-den meer fractieleider dan bewindspersoon, de formatie overheerste de agenda van de minister van Buitenlandse Zaken. Verhagen maakte nog wel tijd vrij voor de inzamelings-actie voor de slachtoffers van de overstro­mingen in pakistan. Namens de Neder-landse regering maakte hij bekend dat er 2 miljoen euro extra beschikbaar wordt gesteld aan de Samenwerkende Hulporganisaties voor noodhulp.

defensieMinister Van Middelkoop kreeg afgelopen maand te maken met meldingen van ernstige misdragingen van cadetten en instructeurs van de Nederlandse Defensie Academie (NLDA) in Breda. De cadetten en instruc-teurs maken zich schuldig aan seksueel ge-weld, racisme en vrouwenhaat, aldus de militaire vakbond ACOM. Van Middelkoop reageerde met een brief aan de Kamer d.d. 27 augustus, die hij vergezeld deed gaan van een onderzoek naar de omgangsvormen op de NLDA en andere militaire opleidings-

instituten. Het onderzoek, uitgevoerd door Blauw Research, wijst uit dat de ‘specifieke cultuur’ bij Defensie ongewenst gedrag in de hand kunnen werken, in het bijzonder bij de initiële officiersopleidingen van de NLDA. Minister Van Middelkoop kondigde gerichte maatregelen aan bij de NLDA. ‘Slachtoffers van ongewenst gedrag moeten zich gesteund weten door de organisatie waarvan zij deel uitmaken,’ aldus de bewindman.

ecOnOmische zakenMinister van der Hoeven heeft op 31 augustus samen met VNG-voorzitter Jorritsma en staatssecretaris Ank Bijleveld van BZK een VNG-convenant over aanbeste-den afgesloten. De overeenkomst moet zor-gen voor meer uniformiteit in gemeenteland en is een aanvulling op de nieuwe aanbe­stedingswet. Er zijn afspraken gemaakt met betrekking tot aanbestedingen die liggen onder de Europese norm van 193.000 euro. Op 23 augustus bracht Van der Hoeven een werkbezoek aan het met sluiting bedreigde bedrijf Organon in Oss. De minister onder-zoekt nu de mogelijkheden om zoveel moge-lijk kennis en productie te behouden.

financiënOp het ministerie van Financiën is de af-gelopen maand hard gewerkt aan de rijks­begroting voor 2011 (zie ook pagina 50). Vanwege de kabinetsformatie zat demissio-nair minister De Jager in een spagaat. Het ene moment sprak hij in de ministerraad met zijn collega’s van Balkenende IV over de te nemen bezuinigingsmaatregelen om vervolgens aan te schuiven aan de onderhan-delingstafel van CDA en VVD. De posten die hij in het ene gremium was overeengekomen, kon hij niet meer inzetten bij het andere. Bij het ter perse gaan van PM is het nog on-gewis hoe een en ander zal lopen. Premier Balkenende zal er alles aan gelegen zijn om

Wat speelde er de afgelopen maand in Den Haag? Welke werkbezoeken legden de bewindspersonen af? Zijn er beslissingen genomen die voor decentrale overheden en uitvoeringsorganisaties in de toekomst van belang zijn? Elke maand blikken we in deze rubriek terug op het reilen en zeilen op de Haagse departementen en signaleren daarmee relevante ontwikkelingen voor provincies, gemeenten en de uitvoering.

lOpende zaken

Page 7: PM 2010-12 - pag 27 over Dutch Connection

7

uitgelicht

op Prinsjesdag (21 september) niet zelf de begroting van 2011 te presenteren, maar dat lijkt onhaalbaar.

justitieVastgoed- en grondtransacties waar-bij de overheid betrokken is als civiele partij komen onder de Wet bevordering integriteitsbeoordelingen openbaar bestuur te vallen. Daarmee wordt voorkomen dat overheden ongewild met malafide partijen in zee gaan. Deze aanpassing van de Bibob moet het voor gemeenten makkelijker maken en de rechtsbescherming van bedrijven en personen verbeteren. Het wetsvoorstel is naar de Raad van State gestuurd voor advies.

De ministerraad stemde deze zomer in met de oprichting van een nationaal insti­tuut voor de rechten van de mens. Hiermee krijgt Nederland een centraal aanspreekpunt voor nationale en internationale organisa-ties. Doel van het instituut is de rechten van de mens, waaronder het recht op gelijke be-handeling, te beschermen en de naleving er-van te bevorderen. Het wetsvoorstel is door minister Hirsch Ballin bij de Tweede Kamer ingediend.

lnvMinister Verburg stelde op maandag 23 au-gustus in Zeewolde een mega­zonnepaneel op een boerenschuur in werking. Op deze schuur van Maatschap Boon in Zeewolde ligt maar liefst 2.100 m2 aan zonnepanelen. Daarmee kan de boer zijn eigen energie op-wekken, eventueel extra inkomsten krijgen en kan het hele bedrijf CO2-neutraal pro-duceren. Met subsidie van het Rijk krijgen verschillende boerenschuren in Nederland zonnepanelen op het dak. Voorts kondigde Verburg een verbod op palingvisserij af. Het verbod geldt van 1 september tot en met 30 november 2010 en is onderdeel van het Ne-derlandse aalbeheerplan, dat moet leiden tot een betere aalstand.

OcwOuders die gebruik maken van gastouder­opvang hebben in 2010 recht op kinderop-vangtoeslag, ook als hun gastouder niet aan de nieuwe deskundigheidseisen voldoet. Dat heeft de ministerraad deze zomer besloten op voorstel van minister Rouvoet van On-derwijs. In 2011 gelden deze regels wel, maar gastouders krijgen langer de tijd om aan de gestelde eisen te voldoen.

Het kabinet streeft ernaar dat vrouwen meer uren gaan werken. Dat schrijven de ministers Donner (SZW) en Rouvoet (Jeugd en Gezin) en staatssecretaris Van Bijsterveldt (OCW) in een reactie op het eindrapport van de Taskforce DeeltijdPlus. Het kabinet deelt de analyse van de taskforce, die in 2007 is ingesteld, dat meer flexibiliteit voor werk­gevers en werknemers cruciaal is. Daarom roept het de sociale partners op veel aan-dacht te besteden aan de invoering van flexi-bel werken, zoals thuiswerken of aangepaste werktijden.

szwMinister Donner zorgde voor enige beroering door in een brief aan de Kamer te schrijven dat hij het niet langer verantwoord achtte dat pensioenfondsen met eerdere dekkingspro-blemen nogmaals uitstel te verkregen voor kortingsmaatregelen. De Kamer kwam er zelfs voor terug van reces. Een ander dossier dat Donner bezighield zijn de overschrijdin-gen van UWV bij de inkoop van re-integra-tietrajecten.

verkeer en waterstaatMinister Eurlings verrichte op maandag 30 augustus de officiële start van het spoedaan­pakproject A2 Maasbracht-Geleen. Het project omvat de aanleg van een spitsstrook in noordelijke rijrichting tussen aansluiting Urmond en knooppunt Het Vonderen (17 km) en de uitbreiding A2/A76 van knoop-punt Kerensheide. Volgens de minister is het

project van cruciaal belang voor de econo-mische ontwikkeling van Midden- en Zuid-Limburg. De A2 Maasbracht - Geleen is het 17e onderdeel van de Spoedaanpak wegen. Landelijk pakt Rijkswaterstaat dertig hard-nekkige knelpunten op de weg versneld aan om de doorstroming te verbeteren en de reis-tijd betrouwbaarder te maken.

vrOmMinister Huizinga opende maandag 30 augustus in Waddinxveen het c02­netwerk Zuidplaspolder. Het netwerk is bedoeld om de tuinders in de Zuidplaspolder in de toe-komst te bevoorraden via een CO2-leiding. Tuinders hebben steeds meer behoefte aan C02 doordat de groei van gewassen in de kassen hierdoor versneld wordt. De zomer-stook, die normaal voor hogere kosten leidt, wordt hiermee overbodig gemaakt. De C02 is afkomstig van de Shell-raffinaderij in Pernis. De bedoeling is het netwerk nog verder uit te breiden, maar er is nog toestemming nodig van de Europese Commissie.

vwsMinister Klink was deze zomer druk met de uitzonderingen waarmee hij alsnog kwam op het verbod op het aanvragen van een pgb per 1 juli. Eerder liet hij weten dat wegens het bereiken van het pgb­plafond geen aanvra-gen meer mochten worden gedaan. Verder hielden exotische muggen en het bezoek van de wereldvoetbalbond Fifa aan de stadions in Eindhoven en Rotterdam de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport bezig.

vandaag in den haag is vernieuwd!vanaf nu geïntegreerd op pm.nl: de haagse agenda van vandaag inclusief een vooruitblik naar de

komende twee weken.

Page 8: PM 2010-12 - pag 27 over Dutch Connection

8

uitgelicht

Non-conformistisch, taboedoorbrekend, katalyserend: dat moeten de kernmerken worden van het nieuwe Platform Duur-zame Ruimtelijke Ontwikkeling, dat met steun van het ministerie van Vrom vanaf

oktober van start gaat onder leiding van de Utrechtse ge-deputeerde Wouter de Jong. Het platform is bedoeld als ‘snelkookpan voor de ontwikkeling, uitwisseling en het uitdragen van ideeën over duurzame ruimtelijke ontwikke-

ling’, aldus Vrom. Geestelijk vader van het initiatief is Jan Rotmans, hoogleraar transitiemanagement aan de Eras-mus Universiteit Rotterdam en oprichter van het Dutch Research Institute For Transitions (DRIFT). Rotmans bereikte overeenstemming over het platform in gesprekken met SG Hans van der Vlist en DG Ruimte Chris Kuijpers van Vrom.

Het platform is nadrukkelijk niet bedoeld als de zo-veelste denktank, maar moet als een multidisciplinair ‘A-team’ projecten in den lande vlottrekken. Voorzitter De Jong legt uit dat Vrom met het platform een ‘flinke stap vooruit’ wil zetten. ‘Er zijn nu al goede voorbeelden aan te wijzen van duurzame gebiedsontwikkeling, maar het gebeurt nog op te kleine schaal en soms lijkt het niet meer dan “greenwashing”, meer een kwestie van PR dan van iets anders. Met het platform willen we de expertise bundelen. Het moet niet de zoveelste praatclub worden. We gaan heel concreet projecten in de regio begeleiden en de ervaringen delen met andere partijen.’

nieuw PlAtforM gooit duurzAAMHeid in snelkookPAn

‘als de missie slaagt, heffen we Ons direct Op’

De heilige huisjes van de gebiedsontwikkeling in Nederland kunnen tegen de vlakte als het ligt aan het nieuwe Platform Duurzame Ruimtelijke Ontwikkeling. Het platform is opgericht door het ministerie van Vrom. Bedenker Jan Rotmans, hoogleraar in Rotterdam, en voorzitter Wouter de Jong, gedeputeerde in Utrecht, vertellen over de motieven van dit nieuwe ‘A-team’.

de Nederlandse overheid is niet in staat om het bedrijfsleven eenduidige milieustandaarden

op te leggen, signaleert milieu hoogleraar lucas Reijnders van de universiteit van amsterdam. ‘door het uitblijven van een objectieve milieustandaard vanuit de overheid ontstaat een wildgroei aan labels en keurmerken. Misleidende, commerciële labels spelen hierop in en creëren een on-wenselijke situatie.’ als voorbeeld van hoe het niet moet noemt Reijnders het cradle to cradle-keurmerk, dat ook in Nederland bezig is aan een op-mars. dat keurmerk wordt uitgegeven door het bedrijf Mcdonough Braungart design chemistry (MBdc), dat is opgericht door de duitse chemicus Michael Braungart en de amerikaanse architect William Mcdo-nough, bedenkers van de veelbesproken milieufilosofie cradle to cradle (c2c). Reijnders: ‘c2c heeft een nuttige functie vervuld op het gebied van design-inspi-ratie, maar de commerciële insteek van het c2c-concept geeft veel problemen. onafhankelijkheid en objectiviteit ont-breken. Bedrijven die met het bureau van Braungart en Mcdonough in zee gaan,

moeten daar veel geld voor neertellen, maar wat de criteria voor dat keurmerk zijn, is diffuus. ik zie het eerder als ecomarke-ting dan als iets anders. deze merkstrate-gie ruikt naar charlatanerie en mag nimmer door een overheid worden omarmd.’Reijnders wijst in dat verband op het c2c-keurmerk dat de metaalfabrikant Rhein-zink verleden jaar kreeg uitgereikt. ‘dat bedrijf maakt zink voor dakgoten. zinken dakgoten liggen al jarenlang onder vuur

van milieuorganisaties omdat het water uit die dakgoten de bodem en het slib van zuiveringsinstallaties ernstig met zink vervuilt. Toch krijgt Rheinzink een c2c certificaat. kennelijk op grond van hun belofte te streven naar verbetering.’ in plaats van het c2c-keurmerk is een trans-parante, eenduidige standaard noodzakelijk, bepleit Reijnders. ‘de accreditatie hiervan moet gebeuren door een onafhankelijke partij, zonder winstoogmerk. in de praktijk

zijn er diverse voorbeelden van onafhanke-lijke standaarden die als basis kunnen die-nen voor een objectieve meetlat. goede voorbeelden zijn de milieu productverklaring (EPd) en de levenscyclus analyse (lca). dit zijn geen commerciële labels, maar objectie-ve standaarden om producten onafhankelijk te vergelijken.’ Michael Braungart laat in een reactie weten niet onder de indruk te zijn van de Nederlandse kritiek, die in zijn ogen vooral voortkomt uit ‘calvinistische nega-tiviteit’. de kritiek op het c2c-keurmerk is volgens hem inmiddels ondervangen door het beoordelen van de producten meer op afstand te plaatsen van zijn eigen bureau. Het doorlichten van bedrijven die in aanmerking willen komen van het c2c-keurmerk komt voortaan in handen van een nieuwe organisatie, green Products innovation institute (gPii) in californië, waarvan gouverneur arnold Scharzeneg-ger de beschermheer is. dit bureau werkt inmiddels aan een verbeterd keurmerk met een duidelijker protocol van voorwaarden. Tot nog toe zijn honderd bedrijven c2c-gecertificeerd. Nog driehonderd anderen hebben het keurmerk aangevraagd.

‘deze merkstrategie ruikt naar Charlatanerie en

mag nimmer door een overheid worden omarmd’

Cradle tot Cradle onder vuur

tekst rené zwaap

Page 9: PM 2010-12 - pag 27 over Dutch Connection

9

uitgelicht

PM-themanummer Risico’s en rampenbestrijdingDe utopie van de risicoloze samenleving

Hoe werkt u aan een veiliger Nederland?

De rellen in Hoek van Holland, het drama in Duisburg tijdens de Love Parade, de uitbraak van Q-koorts of een aswolk die het vliegverkeer plat legt. De risicoloze sa-menleving blijft een uto-

pie. In dit themanummer onderzoekt PM welke risico’s in de hedendaagse samenleving aanvaardbaar zijn. Zorgt het stre-ven naar zekerheid voor onevenredig zware maatregelen? En tot hoe ver reikt de eigen verantwoordelijkheid van bur-gers en bedrijven? Het veiligheidsbeleid is geen statistisch gegeven, na ieder incident worden regels aangescherpt. De roep om een ministerie van Veiligheid is er niet voor niets. Op 1 oktober treedt de Wet veiligheidsregio’s in werking, te-gelijkertijd zijn er plannen voor een nationale politie. Bij wie is de regie volgens u het best in handen als het gaat om de bestrijding van risico’s en rampen?

Breng uw expertise inPM biedt rijksoverheid, decentrale overheden, uitvoerings-organisaties en private partijen een inhoudelijk platform om hun innovatieve werkwijze onder de aandacht te brengen. Wat is er nodig om de publieke veiligheid te garanderen? In dit themanummer, dat uitkomt op 8 oktober, geeft PM u gelegenheid tegen vergoeding uw visie uiteen te zetten. Dit kan op diverse manieren (in het magazine en/of online) waarbij redactionele ondersteuning tot de mogelijkheden behoort. Het themanummer verschijnt eveneens in SC (op-volger Staatscourant), wat uw bereik vergroot.

Ook op zoek naar een inhoudelijk platform?Neem voor de mogelijkheden uiterlijk 22 september contact op met media-adviseur Nico Waiboer (070 - 378 07 02 / [email protected]) of salesmanager Asha Narain (070 - 378 95 11 / [email protected]). Zij voorzien u graag van een voorstel op maat. Meer informatie vindt u op www.beslissersbereikt.nl.

‘het moet niet de zoveelste praatClub worden’

Een keer per jaar zal het platform een brede bijeen-komst organiseren. De Jong: ‘Het zoeken is naar originele, vernieuwende ideeën. Daarom zitten er in het platform ook echte dwarskijkers.’ Een van die dwarskijkers is boer-filosoof Jan Huijgen, in 2007 winnaar van de prestigieuze Sicco Mansholt-prijs op grond van zijn ‘enorme toewijding aan de multifunctionele agricultuur’. Huijgen is oprichter van de modelboerderij de Eemlandhoeve, waar de vee-stapel succesvol werd teruggedrongen.

eenzijdigIn het platform hebben ook de Nijmeegse wethouder Jan

van der Meer en de Drentse gedeputeerde Tanja Klip zit-ting. Namens Vrom neemt Hans Verspoor, teamleider duurzame gebiedsontwikkeling, deel aan de beraadslagin-gen. In totaal telt het nieuwe platform negentien leden.

‘Tot nog toe is de gebiedsontwikkeling in Nederland veel te eenzijdig,’ zegt Jan Rotmans, geestelijk vader van het platform. ‘Er zijn tal van lokale initiatieven, zoals in Amsterdam, Rotterdam, Venlo en Almere, maar in het al-gemeen verloopt het nog stroef, ook al omdat de wetgeving

vaak in de weg zit, zoals geldt voor bouwen op het water, waar Rotterdam heel graag mee wil beginnen. Als platform willen we kijken naar de mogelijkheden van regelvrije of regelluwe zones, waar snel resultaten kunnen worden ge-boekt. We willen komen tot spelregels voor duurzame ge-biedsontwikkeling, een soort “groene draad”.’ Uiteindelijk moet het platform zich zichzelf overbodig maken. Als de missie is geslaagd, heffen we ons direct op.’˚linkswww.janrotmans.nlwww.urgenda.nl

Page 10: PM 2010-12 - pag 27 over Dutch Connection

10

uitgelicht euroPA

‘Doing things smarter and doing things greener.’ Robert-Jan Smits, de kersverse DG Onderzoek van de Europese Commissie, heeft zijn ambities

helder voor ogen. ‘Van vergrijzing tot klimaatverandering, we zullen innovatiever om moeten gaan met de proble-men die we in Europa hebben.’ Sinds 1 juli leidt Smits het directoraat-generaal dat onder auspiciën van Máire Geog-hegan-Quinn het onderzoek- en innovatieklimaat in Euro-

pa wil verbeteren. De Ierse eurocommissaris kondigde deze zomer aan in 2011 bijna 6,4 miljard euro hiervoor vrij te maken. Met de presentatie van de Innovation Union later deze maand wordt er, in navolging van de Digitale Agenda, wederom een vlaggenschip van de Europa 2020-strategie op de rails gezet.

wat is het belang van de innovation union die op 29 september wordt gepresenteerd? ‘Dit beleidsdocument van de Europese Commissie bevat een aantal concrete voorstellen om het innovatieklimaat in Europa beter te laten functioneren. We leveren hiermee onder meer input voor de Europese Raad in december, waar dit onderwerp besproken zal worden. Herman van Rompuy heeft reeds aangegeven dat men zich op politiek niveau ervan bewust is dat investeringen in een kenniseco-nomie noodzakelijk blijven. Het is nu zaak dat we de juiste keuzes maken.’

wat is er nodig om het innovatieklimaat te verbeteren?‘We moeten zo snel mogelijk een Europees patent invoeren. Daar praten we al 25 jaar over, maar het is er nog steeds niet. Dat kost het bedrijfsleven handenvol geld. Daarnaast moeten we de Europese standaardisatieprocessen versnel-len, een markt creëren voor risicodragend kapitaal en het instrumentarium van openbare aanbestedingen beter be-nutten. Vaak wordt gekozen voor de meest goedkope optie, terwijl de meest innovatieve optie de voorkeur heeft. Ook moet er een adequate koppeling zijn van onderzoek aan de grote maatschappelijke uitdagingen in onze samenleving. Kennisvalorisatie is daarbij van belang. De toepassing van onderzoeksresultaten blijkt in de praktijk vaak lastig. We zijn heel goed in het omzetten van euro’s in kennis, maar vice versa gebeurt dit nog veel te weinig. De miljarden

robert-jAn sMits AAn de slAg Als dg onderzoek vAn de euroPese CoMMissie

Pleidooi voor Europees patent

‘investeren in de kenniseConomie is de enige manier om uit de Crisis te komen’

Eind september presenteert de Europese Commissie een aantal voorstellen om het innovatieklimaat in Europa te verbeteren. Robert-Jan Smits is hier als DG Onderzoek nauw bij betrokken. Nederland moet volgens hem keuzes maken als het om innovatie gaat. ‘Je kunt niet excelleren op ieder vlak.’

Sinds het uitbreken van de crisis in 2008 hebben de G20-landen afspraken gemaakt over stimulerings-

maatregelen. Dankzij die eensgezindheid is de G20 gepromoveerd tot het belangrijk-ste forum voor internationaal economisch beleid. Nederland is officieel geen lid van de G20, maar is tot dusver bij elke topontmoe-ting uitgenodigd.

In juni van dit jaar hebben de wereldlei-ders in Toronto die eensgezindheid bewaard door af te spreken de aangekondigde stimu-leringsmaatregelen volledig te implemente-ren en spoedig de overheidsfinanciën op orde te brengen. De G20-landen zullen begro-tingstekorten tussen nu en 2013 ten minste halveren. Vanaf 2016 moeten ze in staat zijn

om hun staatsschulden terug te dringen. Het saneren van de begroting is een noodzake-lijke voorwaarde voor een duurzaam herstel.

De balans tussen het stimuleren van de economie en het op orde brengen van de overheidsfinanciën is sterk bepleit door de Europese Commissie. De lidstaten van de Europese Unie worden bij de G20 vertegen-woordigd door de Commissie. Voorafgaand aan elke G20-top wordt consensus gezocht voor de EU-positie. De leidende rol in dit proces ligt bij het directoraat-generaal Eco-nomische en Financiële Zaken. Regelmatig zijn er dialogen met de grootste economieën buiten Europa. Tijdens deze dialogen brengt de Commissie het Europese standpunt naar voren en zoeken we naar een consensus met

de niet-EU-leden binnen de G20. In werk-groepen wordt ook op deelterreinen vooruit-gang geboekt, zoals over de hervorming van het financiële toezicht en het bestuur van het IMF.

De voorbereiding van de volgende top in Seoel in november wordt een hectische peri-ode voor mijn afdeling, die verantwoordelijk is voor de G-20 coördinatie. In Toronto be-sloten de G20-landen om samen te werken aan duurzaam herstel van de wereldecono-mie. Meer concreet zullen landen aanvul-lende maatregelen voorstellen gericht op een hoger en stabieler groeipad. Bijvoorbeeld hervormingen op gebieden zoals de sociale zekerheid en de arbeidsmarkt. Het is nu aan de leden om samen tot een goed pakket te

beriCHt uit brussel

g20 lOOpt vOOrOp bij bestrijding crisis

Page 11: PM 2010-12 - pag 27 over Dutch Connection

11

uitgelicht euroPA

die we investeren in Europees onderzoek moeten we richting de markt kunnen terugverdienen. Het blijft echter noodzakelijk ook de kennisbasis te versterken door fundamenteel onderzoek te blijven financieren.’

in hoeverre speelt de economische crisis een rol in uw strategie?‘We weten dat middelen schaars zijn en dat er bezuinigd zal wor-den op nationaal en Europees niveau. Dit vergt een kritische blik. Mid-delen moeten alleen daar worden ingezet waar ze een duidelijke meer-waarde hebben. Anderzijds is het investeren in de kenniseconomie de enige manier om uit de crisis te komen. Op basis van grondstoffen, lage lonen en ten koste van het milieu kan en wil Europa niet concurreren met de rest van de wereld. Investeren in kennis is daarom onontbeerlijk.’

vorige maand pleitten vno-nCw, mkb-nederland en kennis-instellingen voor de instelling van een kennis- en innovatieraad bestaande uit het bedrijfsleven en kenniswereld, los van de politiek. een goed idee? ‘Waar het om gaat is dat aanbevelingen worden omgezet in concrete maatregelen. In feite weet men in Nederland heel goed wat er moet gebeuren. Er zijn voldoende plannen, uitgedacht door tal van advies-lichamen zoals het Innovatieplatform en de Adviesraad voor het Weten-schaps- en Technologiebeleid (WTA). Het is nu zaak dat deze worden uitgevoerd. Daarbij moet Nederland zich richten op de lange termijn en keuzes maken. Je kunt niet excelleren op ieder vlak. Kies alleen voor die terreinen waar Nederland kans heeft op Europees en mondiaal niveau mee te draaien.’ ˚rianne waterval

eu als superstaat?

wat moeten we nu toch met de Eu? Regerings-leiders en eurocraten haasten zich te zeggen dat de Eu nooit een superstaat zal worden:

geen zorgen! Tegelijkertijd kan een economische en monetaire unie eigenlijk niet functioneren zonder zo’n su-perstaat. Want wie een munt met elkaar deelt, moet er van op aan kunnen dat de begroting van de anderen op orde is. dat vraagt om krachtige bevoegdheden in de handen van een Europese minister van financiën. ook kunnen open binnengrenzen niet bestaan zonder gedeelde buitengren-zen. de open markt vraagt om een Europees grens- en immigratiebeleid, en daarmee op den duur ook coördinatie van internationale betrekkingen. Terwijl we nog niet een begin hebben gemaakt met een dergelijke gemeenschap-pelijke buitenlandse politiek, zie je dat de Eu tegelijkertijd een eindeloze hoeveelheid regels en richtlijnen produceert op gebieden die best aan de lidstaten zelf hadden kunnen worden gelaten. denk aan geluidsmaxima voor grasmaai-ers, verplichte witte koplampen voor auto’s en harmonisa-tie van regelgeving over zwembaden, rauwemelkse kazen en arbeidsomstandigheden. Wat wil de Eu toch zijn? Een coördinatieclub voor het midden- en kleinbedrijf? of uiteindelijk toch een soort verenigde Staten van Europa? dat de verwarring hier-over compleet is blijkt ook uit de discussie over toetreding van Turkije. de meeste voorstanders van een Europese federatie - bijvoorbeeld Brinkhorst - zijn voor toetreding van dat land. de meeste eurosceptici - bijvoorbeeld Wil-ders - zijn ertegen. Terwijl de natuurlijke keuze anders is: wie voor een zwakke Eu is, zou moeten instemmen met deelname door zoveel mogelijk landen; wie voor een sterke Eu is, zal juist willen kiezen voor een kleine, selecte groep. de enige die dit helder heeft doorzien is de eurosceptische Britse premier cameron. omdat de beste manier om dromen over een toekomstige Europese federatie definitief van de baan te krijgen is door Turkije toe te laten, stelde hij onlangs ruiterlijk voor nu eens ernst te maken met de onderhandelingen voor toetreding van dat land. Met Turkije in de Eu zal een gemeenschappelijk buitenlands beleid definitief onmogelijk worden, en met de te verwachten massa-immigratie van Turken richting West-Europa zullen deze landen geneigd inperkingen op het vrije verkeer van personen in te stellen. Willen we daarentegen toch proberen van Europa een ‘wereldspeler’ te maken, dan zijn ook daarvan de keuzes helder: exit Tur-kije, oprichting gemeenschappelijk leger, en één zetel in de veiligheidsraad. oscar Wilde typeerde de cynicus ooit eens als iemand die overal de prijs en nergens de waarde van ziet. Met Europa is het precies andersom: men ziet overal de (electorale) waarde van, maar is niet bereid de prijs van harde keuzes te betalen.

thierry baudet iS juRiST EN HiSToRicuS. Hij WERkT MoMENTEEl aaN EEN PRoEFScHRiFT ovER NaTioNalE SoEvEREiNiTEiT.

ColuMn

komen. Die moeten ook de onevenwichtigheden in de betalingsbalans van grote economieën zoals de VS en China verminderen. Kortom een ambitieus en uitdagend traject.

gertjan driessen iS NaMENS HET MiNiSTERiE vaN FiNaN-ciëN gEdETacHEERd alS NaTioNaal dESkuNdigE Bij HET dg EcoNoMiScHE EN FiNaNciëlE zakEN vaN dE EuRoPESE coMMiSSiE.

Wilt u ook berichten uit Brussel? Neem dan contact op via [email protected].

Page 12: PM 2010-12 - pag 27 over Dutch Connection

12

uitgelicht euroPA

vOOrzet nieuw kabinetWat staat er de komende vier jaar op de politieke agenda? PM maakt in samenwerking met EnergieGids.nl en SC een duurzaamheidsspecial. Verschijningsdatum 6 oktober. We schetsen de dilemma’s die de komende vier jaar ongetwijfeld zullen passeren en doen een voorzet voor invulling van de duurzaamheidsparagraaf van het regeerakkoord. Waarmee wordt een economisch duurzame transitie een stap verder geholpen? Inclusief de officiële catalogus van de Milieubeurs 2010 (van 12 tot 14 oktober) en vele nieuwe milieutrends.

breng uw expertise inPM, SC en EnergieGids.nl bieden bedrijven en organisaties een inhoudelijk platform om hun visie en expertise onder de aandacht te brengen van beslissers. Welk expert-advies moet straks zeker mee in de tas van de nieuwe ministers? Wij bieden u de gelegenheid tegen vergoeding uw visie uit-een te zetten. Schrijf een open brief of een opiniestuk en bepaal met welk dossier de minister straks als eerste aan de slag gaat. Redactionele ondersteuning is mogelijk.

prOduct & innOvatieMaak de markt opmerkzaam op uw duurzame product, dienst, statement, best practice of bedrijf via een adverten-tie in onze special. Voor exposanten van Milieubeurs 2010 hanteren wij gereduceerde prijzen. De special wordt op de beurs uitgereikt en meegestuurd met EnergieGids.nl en SC, de opvolger van de Staatscourant. Uw bereik is meer dan 50.000 lezers.

Neem voor de mogelijkheden contact op met media-adviseur Nico Waiboer (070 - 378 07 02 / [email protected]) of salesmanager asha Narain (070 – 378 95 11 / [email protected]). zij voorzien u graag van een voorstel op maat.Meer informatie kunt u vinden op www.beslissersbereikt.nl

a g e n d e e r d u u r z a a m h e i d

sPeCiAl grOen akkOOrd!

Inclusief gids Milieu 2010

brusselse karikaturenWijzen ambtenaren in Nederland te gemakke-lijk met een beschuldi-gend vingertje naar Brus-sel als het gaat om de uitvoering van complexe wet- en regelgeving? op initiatief van drie oud-deelnemers van het aBd- kandidatenprogramma ging een twintigtal ambtenaren van de ministeries van vrom, venW, lNv en Financiën hierover in debat. de casus Natura 2000 stond tijdens de bijeenkomst op 24 augustus jongstleden centraal. ook programmadirecteur Henri kool, hoogleraar milieurecht Rosa uylenburg en lNv-attaché geert kits Nieuwenkamp discussieerden mee. lees een impressie op PM.nl in het dossier Europa.

Op de eurOpese agenda

10 september 2010wAt Werkbezoek kamerleden commissie Europese zaken

in het kader van Eu-voorzitterschap BelgiëwAAr Brussel

13 september 2010wAt Raad algemene zakenwAAr Brussel

16 september 2010wAt Europese Raad

omgang Eu met strategische partnerswAAr Brussel

16-22 september 2010wAt Europese week van de mobiliteit

initiatief van de Europese commissie ter promotie van duurzaam transport

wAAr Brussel en andere steden in Europa

20-23 september 2010wAt Plenaire vergadering Europees ParlementwAAr Straatsburg

27 september 2010wAt landbouw- en visserijraadwAAr Brussel

27-29 september 2010wAt icT conferentie 2010

georganiseerd door de Europese commissiewAAr Brussel

Page 13: PM 2010-12 - pag 27 over Dutch Connection

13

uitgelicht euroPA

0Milieu2010Dé vakbeurs voor besparen en benutten

Wees erbij! Milieu 2010 is dé totaalbeurs voor milieu. Samen met de gelijktijdigevakbeurs Energie goed voor ruim 450 exposanten. U kunt beide beurzen bezoeken.Openingstijden: di t/m do 10.00 - 18.00 uur. Meer info/toegang zie www.milieuvakbeurs.nl

Meer winst

met het milieu.

Ontdek ‘t.

� Van specifieke milieutechniek tot integrale aanpak. Met themapleinen zoals Duurzaam Inkopen, (Afval)waterbehandeling, Bodem, Afval & Recycling, Luchtbehandeling...

� Van nieuwe regelgeving (zoals de Wabo), duurzame mobiliteit tot handhaving. � Met innovatie exposities, boeiende voordrachten, workshops en debatten.

Alles over duurzaam ondernemen en het benutten

van kansen door te investeren in het milieu

Samen m

et

Energie 2010

ruim 450 exposanten

Page 14: PM 2010-12 - pag 27 over Dutch Connection

14

uitgelicht

De kans op serieuze hervormingen van het bestuurlijk stelsel in Nederland is volgens sommigen op dit moment groter dan ooit. In Den Haag lijkt het geduld een beetje op met

bestuurlijke drukte, onzinnige waterschapsverkiezingen, provincies die zich niet tot hun kerntaken willen beperken en koppige, kleine gemeenten.

De slechte financiële vooruitzichten die de politiek in zijn greep houden, hebben de geesten afgelopen jaar rijp gemaakt voor verandering. De link tussen bestuurlijke ingrepen en besparingen werd expliciet gelegd in het rapport van de commissie-Kalden, een van de ambtelijke heroverwegingswerkgroepen die in april rapporteer-den over mogelijke bezuinigingen. Het rapport bevatte een paar sterk versimpelde rekensommetjes: zo levert het afschaffen van de provincies volgens de werkgroep structureel 1,8 miljard euro per jaar op, en kan enkel met uitkleden van provincies en Provinciefonds toch ook nog 280 miljoen euro per jaar worden beknibbeld. In de verkiezings programma’s voor de Kamerverkiezingen van juni dook deze redeneerwijze meer dan sporadisch op: te veel bestuurslagen, te veel bestuurders en politici, dat gaan we eens lekker opschonen, dat scheelt nog geld ook.

Nu is het natuurlijk hoogst naïef te veronderstellen dat reorganiseren geld oplevert, weet iedereen die wel eens bij zo’n proces betrokken is geweest. De opbrengsten zijn onzeker, en het kost altijd meer dan verwacht, zeker ook in immateriële zin. De commissie-Kalden zet in haar bere-keningen noodzakelijke investeringen af tegen vermeende besparingen, maar voor politici, in verkiezingstijd én tij-dens een formatieproces, is het verleidelijk dit soort over-wegingen niet mee te nemen in de besluitvorming over eventuele bestuurlijke ingrepen.

Vanuit bestuurskundig perspectief is de vraag veel inte-ressanter of een afgeslankt en vereenvoudigd bestuurlijk stelsel op de lange termijn überhaupt wel tot efficiënter en effectiever bestuur leidt. Onderzoek naar de effecten van gemeentelijke herindeling geeft in dat opzicht weinig houvast: het antwoord op de vraag of het beter gaat dan voorheen, hangt sterk af van wie je het vraagt. Bestuurders en ambtenaren zien verbeteringen, burgers ervaren een grotere afstand tot hun gemeentebestuur, maar goedkoper wordt het eigenlijk nooit.

deense casusIn dat opzicht biedt Denemarken zinnig vergelijkings-materiaal. Daar trad in 2007 een hervormd bestuurlijk stelsel in werking. De Deense provincies (amter) werden ingeruild voor vijf landsdelen, en hun (sociale) taken wer-

De prijs van bestuurlijke hervormingen

Haat ligt overal op de loer. Denk aan etnischezuiveringen, terroristische aanslagen, burger-oorlogen, godsdiensttwisten etc. Haat lijkt daar- bij vaak een cruciale factor te zijn. Hoe kan dat?

2 december 2010 Koninklijke Schouwburg Den Haag

Aanmelden en meer informatie: www.congresoverhaat.nl

Haat

• Watishaat,hoeuithetzich,watzijnde verschijningsvormen?• Hoebeïnvloedthaathetindividu,degroep,de samenleving,natieseninternationalebetrekkingen?• Enhoekunjehaathetbestetegemoettreden, beperkenenbeheersen?

doel

Doelisomhetbegrip‘haat’teverkennenenopdepolitiekeenmaatschappelijkeagendateplaatsen.Cogisisdeinitiatiefnemerenorganisatorvanhetcongres,datonderauspiciënstaatvaneenbreedsamengesteldComitévanAanbeveling.

Voordat het Nederlandse overheidsstelsel echt op de schop gaat, is het zinnig te kijken naar de grootscheepse bestuurlijke reorganisa-tie die Denemarken al lang achter de rug heeft. De kosten van de verzorgingsstaat gingen alleen maar omhoog sinds de Denen drie jaar geleden hun provincies afschaften.

deense suPergeMeenten veel duurder

advERTENTiE

‘het is natuurlijk hoogst naïef te veronderstellen dat

reorganiseren geld oplevert’

tekst klaartje peters

Page 15: PM 2010-12 - pag 27 over Dutch Connection

15

uitgelicht

basisnOrm

Het uitschelden van medewerkers van de sociale dienst, het bedreigen van ziekenhuispersoneel, het be-

spugen en slaan van buschauffeurs, geweld tegen politieagenten. Wat bezielt mensen? Wat bezielt iemand om ambulancepersoneel te hinderen bij het helpen van een gewonde? Ik kan er ‘met mijn verstand niet bij’. Recent las ik een artikel waarin een woordvoerder van een bedrijf met een publieke taak stelde dat agressie- en geweldsincidenten nu eenmaal bij het werk horen. Bij het werk horen? Ik schrok toen ik dat las. Ik vind het onacceptabel als wij ons bij agressie- en geweldsincidenten zouden neerleggen. Agressie en geweld zijn niet normaal!

‘Ontzag voor gezag’. ‘Handen af van onze helpers’. Het verminderen van agressie en geweld is een speerpunt van ons ministerie. Met grote prioriteit. Wij nemen daarin het voortouw. Een goed voorbeeld is de in 2009 ingestelde Taskforce Veilig Openbaar Vervoer. Samen met stads- en streekvervoer-bedrijven, NS, vakbonden, politie, medeoverheden, Openbaar Ministerie en onze collega’s van Verkeer en Waterstaat en Justitie werken wij aan het ver-minderen van het aantal incidenten in het openbaar vervoer.

Bij de stadsvervoerders draaien langjarige sociale veiligheidsprogram-ma’s. Camera’s in de bus, toezicht op de stations, de inzet van bijzondere opsporingsambtenaren. Met mijn openbaar-vervoerervaring weet ik dat het werkt. Het Gemeentelijk Vervoerbedrijf Amsterdam is in 2009, voor zijn niet aflatende inspanning om incidenten te verminderen, beloond met een nominatie voor de Veilige Publieke Taak Award. Dit jaar is er een nominatie voor de Utrechtse stadsvervoerder GVU.

Meer en meer krijgt echter ook het personeel in het streekvervoer te maken met agressie en geweld. En dan komt het verschil tussen het openbaar vervoer in de G3-steden en het streekvervoer om de hoek. Het streekvervoer is name-lijk een ‘betwiste markt’. Een harde markt waar op het scherpst van de snede geoffreerd wordt op concessies. Omdat winst of verlies bepalend zijn voor de toekomst en continuïteit van de bedrijven. Een markt waar sociale veiligheid een concurrentieaspect is. Concurrentie hoort bij een vrije markt, maar sociale veiligheid moet voor mij nadrukkelijk buiten deze concurrentiestrijd gehouden worden. Om die reden vind ik dat in alle concessiebestekken een basisnorm sociale veiligheid opgenomen moet worden. Niet omdat vervoer bedrijven zich niet bewust zijn van hun verantwoordelijkheid naar medewerkers en reizigers, maar om als opdrachtgevende overheden nadrukkelijk maatschap-pelijke verantwoordelijkheid te nemen. Die basisnorm moet er snel komen. De opdrachtgevende overheden hebben hun handtekening gezet om dat in 2010 te realiseren. Daar houden wij ze aan.

De directeur van het bedrijf dat ik in de eerste alinea noemde heb ik ge-beld. En gelukkig, ook hij vindt agressie en geweld beslist niet bij het werk horen en dat gaat hij uitdragen. Eigenlijk had ik ook niet anders verwacht.

Met veel plezier ben ik de eerste penvoerder van deze estafettecolumn. Mijn pen geef ik graag door aan Rob van Holten, directeur/aandeelhouder van het Nederlandse openbaar vervoerbedrijf Qbuzz.

roos m. van erp-bruinsmaSEcRETaRiS-gENERaal MiNiSTERiE vaN BiNNENlaNdSE zakEN EN koNiNkRijkSRElaTiES

estAfetteColuMn

den grotendeels toebedeeld aan de Deense gemeenten, die tegelijkertijd werden gedwongen tot een forse schaalver-groting. De voorspelde chaos bleef uit, maar natuurlijk heb-ben de jarenlange voorbereidingen en de eerste fase van de hervormingen veel gekost, zowel financieel als anderszins.

Nu, ruim drie jaar later, is de vraag wat het eigenlijk heeft opgeleverd. Er is een wereldwijde economische re-cessie overheen gekomen, en ook de Deense overheid heeft de afgelopen tijd fors moeten bezuinigen. Maar betekent het ook dat het efficiënter is geworden? Deense gemeenten, die met hun zware sociale takenpakket (denk aan ouderenzorg, thuiszorg, kinderopvang, jeugdzorg) de feitelijke uitvoerders van de Deense verzorgingsstaat zijn, hebben de kosten van juist deze taken alleen maar zien toenemen. De centrale overheid zegt dat ze niet genoeg hun best doen om efficiënter te werken, maar een interessante alternatieve verklaring is dat de vraag is gestegen door de hoog gespannen verwachtingen. Al die tijd hebben de Denen te horen gekregen dat bestuurlijke ingrepen noodzakelijk waren om de verzorgingsstaat op peil te houden, en ze hebben dat verhaal geslikt, zoals blijkt uit het geringe verzet tegen de enorme gemeentelijke herindelings operatie. Maar dat betekent wel dat ze veel verwachten van de nieuwe, grotere gemeente. En dus blijft de vraag naar dienstverlening stijgen en draait de centrale overheid de financiële kraan steeds verder dicht, wat leidt tot gespannen verhoudingen tussen de bestuurslagen én gevolgen heeft voor de tevredenheid van de Denen over hun overheid. Dat zou de formatieonderhandelaars aan het denken moeten zetten.˚klaartje peters iS BESTuuRSkuNdigE EN WERkT alS zElFSTaNdig oNdERzoEkER EN PuBliciST. SiNdS 2007 volgT zij MET ENigE REgElMaaT dE oNTWikkEliNgEN iN HET dEENSE oPENBaaR BESTuuR.

Page 16: PM 2010-12 - pag 27 over Dutch Connection

16

tHeMA interbestuurlijk werken

56 procent van de ondervraagde ambtenaren is van mening dat het nieu-we kabinet moet investeren in het inter-bestuurlijk werken om zo een forse be-

zuiniging te realiseren. de winst van meer inter bestuurlijke mobiliteit en uitwisseling ligt volgens 90 procent van de ambtenaren vooral op het vlak van de efficiency, maar ook de effectiviteit van de overheid zou sterk verbeteren. door meer interbestuurlijk te werken kan de inhuur van externen worden beperkt, omdat ambtelijke expertise zo meer tot zijn recht komt. ook zijn er met geïntensiveerde samenwer-

king schaalvoordelen te behalen.de ambtelijke bereidheid om voor een andere

bestuurslaag te werken is groot. Meer dan de helft van de ambtenaren overweegt de overstap naar een andere bestuurslaag, zo blijkt uit het onderzoek. aan hun eigen vaardigheid om bijvoorbeeld van rijksniveau naar een gemeente over te stappen twijfelen ze niet. driekwart van de ambtenaren denkt dat de benodigde competenties om op een andere bestuurslaag hun werk goed te doen niet erg verschillen. 55 procent van de ambtenaren vindt zelfs dat ervaring bij andere bestuurslagen verplicht zou moeten worden gesteld.

opmerkelijk is dan ook dat in de praktijk het inter-bestuurlijke verkeer tegenvalt. Bijna de helft van de ondervraagden geeft aan nooit voor een andere bestuurslaag te hebben gewerkt. ook het contact met andere bestuurslagen is aan de lage kant te noemen. Meer dan de helft van de ambtenaren spreekt de collega’s van andere bestuurslagen slechts eenmaal per maand of minder. Rijksambtenaren hebben het minste interbestuur-lijke contact. ook tussen uitvoering en beleid botert het niet. Bijna 90 procent van de geënquêteerden vindt dat de relatie tussen beleidsdepartement en uitvoeringsorgani-

AMbtenAren gePorteerd vAn Overheidsbrede

CAoTerwijl de discussie over het afschaffen van provincies en waterschappen opnieuw oplaait, zien ambtenaren vooral mogelijkheden tot forse besparingen door meer interactie tussen de verschillende bestuurslagen. Dat blijkt uit een onderzoek naar interbestuurlijk werken dat PM hield onder ambtenaren van zowel Rijk, provincies als gemeenten. Meer dan de helft van de ambtenaren is voorstander van één cao voor de gehele overheid.

PM-onderzoek: Meer Mobiliteit en uitwisseling leidt tot Hogere effiCienCy

Page 17: PM 2010-12 - pag 27 over Dutch Connection

17

tHeMA interbestuurlijk werken

eén caO, een gOed idee? jAn willeM dieten, seCtorbestuur rijk vAn AbvAkAbo fnv, reAgeert:

‘Nog niet eens zo gek lang geleden, tot in de jaren tachtig, had-den alle ambtenaren van Rijk, gemeenten, provincies, politie, onderwijs en destijds ook nog postbodes en medewerkers van energie- en waterbedrijven één ongedeelde rechtspositie. Om maatwerk te kunnen leveren en om niet meer geconfronteerd te worden met massale acties van alle overheden tegelijk als er een cao-conflict was, is het sectorenmodel ontstaan: acht verschillende cao’s voor diverse overheidsonderdelen. Achter de schermen wordt door BZK overigens nog steeds geprobeerd streng te coördineren en de verschillen niet te groot te laten worden.

Abvakabo FNV is voorstander van één identieke regeling bin-nen de rijksoverheid om mobiliteit tussen de departementen niet te hinderen. Er zijn nog steeds verschillen in secundaire arbeids-voorwaarden tussen de dertien ministeries onderling en met de uitvoerende diensten. Kleine verschillen in financiële zin, vaak groter in culturele zin. Daarom zijn de grenzen bij het Rijk vaak net zo moeilijk te nemen als bijvoorbeeld de overstap van Rijk naar gemeente of andersom.

Door terug te gaan naar één cao zou mobiliteit tussen bestuur-slagen vergemakkelijkt kunnen worden. Het is een interessante gedachte, maar een mega-operatie. Ik vraag me af of de overheids-werkgevers daarop zitten te wachten. Je kunt interbestuurlijk wer-ken ook bevorderen door meer samen te werken, collegiaal uit te lenen en interbestuurlijke teams te maken. Ik denk dat daar op korte termijn meer resultaat te behalen valt.’

54,5%

18%27,5%

ambtenaren moeten worden verplicht ervaring op te doen bij andere bestuurslagen

26,8%

56,0%

17,2%

20,5% 24,6%

54,9%

een nieuw kabinet moet investeren in het interbestuurlijk werken omdat daarmee een flinke

bezuiniging gerealiseerd kan worden

om interne mobiliteit tussen bestuurslagen optimaal te faciliteren is een overkoepelende cao voor alle

ambtenaren noodzakelijk

satie beter kan. contact met andere bestuurslagen wordt door ruim 80 procent van de ambtenaren wel gezien als noodzakelijk en gewenst.

de genoemde belemmeringen om over te stappen liggen vooral op het arbeidsrechtelijke en het culturele vlak. Slechtere arbeidsvoorwaarden bij lagere overheden zijn een bezwaar, maar ook cultuurverschillen tussen de verschillende overheidsonderdelen. ‘Xenofobie’ was het woord dat in dit verband zelfs viel. ook de recessie speelt een rol, door het geringere aanbod van vacatures, soms zelfs vacaturestops, maar ook door de vrees voor bezuini-gingen. logistieke factoren scoren hier ook hoog. Mensen verhuizen liever niet voor hun werk en voor wie in Fries-land woont ligt werken bij een gemeente of de provincie uiteraard meer voor de hand dan een Haags departement. Betere randvoorwaarden voor interbestuurlijke mobiliteit zou het werkgeversimago van de overheid sterk verbete-ren, vindt 90 procent van de ondervraagden. Meer dan de helft van de ambtenaren (55 procent) is voorstander van een overkoepelende cao voor alle ambtenaren. opvallend is dat rijksambtenaren, die vaak een ruimhartiger hono-rering ontvangen voor hun werkzaamheden, hierin niet afwijken van ambtenaren in andere bestuurslagen. ˚

Oneens

Eens

Geen mening -niet een/oneens

Highlights resultaten online enquête naar interbestuurlijk werken.

Page 18: PM 2010-12 - pag 27 over Dutch Connection

18

tHeMA interbestuurlijk werken

toPAMbtenAren zweren rivAliteit tussen

bestuurslAgen Af

‘de succesfactOr is gelijkwaardigheid’

Page 19: PM 2010-12 - pag 27 over Dutch Connection

19

tHeMA interbestuurlijk werken

De flexibele ambtenaar switcht behendig van Rijk naar gemeente of vertrekt voor een tijdje naar Brussel. Hij rekent het brede spectrum van bestuurslagen als vanzelfsprekend tot zijn werkterrein. Zijn

ervaring in de uitvoering neemt hij uiteraard mee in de ambtelijke adviezen die hij geeft. Hij weet te verbinden en verbindt zichzelf ook gemakkelijk met de overheidsdoel-stellingen van andere bestuurslagen. Hoort die ambtenaar thuis in de utopische vergezichten van bestuurders? Uit het PM-onderzoek naar interbestuurlijk werken komt naar voren dat ambtenaren zelf juist dromen van zo’n inter-bestuurlijke loopbaan.

In een rondgang langs een aantal topambtenaren van Rijk, provincie en gemeente mag het interbestuurlijk werken op veel bijval rekenen. Meer mobiliteit tussen de bestuurslagen en uitwisseling is goed voor de effectiviteit en de doelmatigheid van beleid, zeggen de geraadpleegde ambtenaren in koor. Maar hoe zorg je dat ambtenaren interbestuurlijke ervaring ook opdoen? Zijn er werkelijk zulke forse bezuinigingen mee te behalen, zoals de amb-

tenaren in de enquête zeggen en hoe organiseer je interbe-stuurlijk werken in tijden van bezuinigingen?

Om met het bezuinigingspotentieel te beginnen. De ervaringen in gemeenten met vooral shared services voor inkoop, personeel, ict-diensten of de belastinguitvoering lijken veelbelovend. Volgens burgemeester Han Polman van Bergen op Zoom, scheelt de samenwerking op het ge-bied van belastingheffing in West-Brabant al gauw tonnen per gemeente. Ook Frans Mencke, gemeentesecretaris van Hoorn en Herman Sietsma, provinciesecretaris van Utrecht, maken melding van forse besparingen. DG Wa-ter Annemieke Nijhof van het ministerie van Verkeer en Waterstaat wijst op de recent door haar geëntameerde exercitie om te komen tot een doelmatiger waterbeheer, waarmee een forse besparing valt te halen. Nijhof: ‘De inzet was het waterbeheer “leaner and meaner” te maken en daarbij was het belangrijk aandachtig naar de taken te kijken en minder naar de structuren. Alle partijen in het waterbeheer werden hierbij betrokken. De focus lag op minder plannen maken, te denken in grotere eenheden zoals stroomgebieden, per werkproces te kijken naar de wijze waarop dit is georganiseerd en hoe je dit kunt vereen-voudigen, hoe je geld kan besparen door ict te bundelen, en dat was alles bij elkaar was een uiterst leerzaam proces.’

dubbelToch wordt ook gewaarschuwd om interbestuurlijk werken niet te zeer vanuit de bezuinigingsdoelstellingen te benade-ren. ‘Daarin zit de aanname dat we heel veel dingen dubbel doen, hetgeen in mijn beleving niet aan de orde is,’ lacht Renée Bergkamp, DG Ondernemen en Innovatie van het ministerie van Economische Zaken en voorheen DG op het

‘de succesfactOr is gelijkwaardigheid’

Een efficiëntere overheid is gebaat bij meer interbestuurlijke interactie. De ambtelijke top van zowel Rijk, provincie als gemeente zet hoog in op die gedachte, zo blijkt uit een rondgang van PM onder topambtenaren. Maar hoe organiseer je interbestuurlijk werken en wat is nodig om echt te verbinden?

tekst Chris van de wetering

illustrAties yvonne kroese

Page 20: PM 2010-12 - pag 27 over Dutch Connection

20

tHeMA interbestuurlijk werken

ministerie van LNV. ‘Als je het onderwerp agendeert via de bezuinigingen is dat een verkapte uitnodiging voor einde-loos gekissebis over competenties en over wie het voortouw neemt. Dan heb je gelijk een wij-zij discussie, die nog lang gaat duren.’

Interbestuurlijk werken werkt, onderstreept Bergkamp, als er een meerwaarde mee is te halen. ‘Op LNV moesten onze regiovestigingen in een dierziektecrisis wel samen optrekken, anders kun je het bestuur niet goed in-formeren.’ Ook bij een programma als Pieken in de Delta, waar EZ optrekt met vooral de provincies om de economie in zes gebieden te versterken, is volgens haar weinig ge-touwtrek. ‘Het programma heeft een duidelijk gezamenlijk doel en we betalen het programma samen. Door samen te werken wordt ook het binnenhalen van Europese gelden vergemakkelijkt. ’ Volgens gemeentesecretaris Annet Ber-tram van Den Haag is interbestuurlijk werken hoogstens een instrument om uiteindelijk beter te kunnen bezuini-gen. ‘Door samen te werken rond concrete dossiers, kun je uiteindelijk wel via de inhoud de bestuurlijke drukte aan-pakken,’ denkt ze. ‘Voorwaarde is wel dat Rijk en gemeente de juiste volgorde vaststellen en bewaken.’

gedOe De ‘structuuraanpak’ om interbestuurlijk werken van de grond te krijgen, krijgt weinig instemming. ‘Laten we interbestuurlijk werken vooral niet implementeren als een concept met een programma,’ verzucht Bertram. Sietsma verwijst naar de lange mars door de instituties die de doorlichting van het interbestuurlijke toezicht heeft gekost. ‘Oplossingen in de structuur zorgen vooral voor veel gedoe op de departementen,’ zegt hij.

herman sietsma ProvinCieseCretAris utreCHt

‘Zoek het hart van de ambtenaar’

‘interbestuurlijk samenwerken moet je doen! Wij hebben er hier in utrecht goede ervarin-gen mee. We hebben heel goed samenge-werkt met zes departementen in het mega-programma Hart van de Heuvelrug, waarin 25 projecten tot uitvoering kwamen: van ecoduct tot bedrijventerrein, van nieuwe natuur tot woningbouw en ook het vliegveld Soester-berg is erin meegenomen. Rijksambtenaren zijn vanuit den Haag hier aan de slag gegaan en ze hebben echt een bodem onder het programma gelegd. interbestuurlijk samenwerken kan wel, maar je moet het organiseren rond praktijkdossiers. We moe-ten de oplossing niet in de structuur zoeken en een programma op interbestuurlijk werken zetten. ik denk dat de managerial aanpak hier het beste werkt. Het zou veel uitmaken als Sg’s, provinciesecretarissen en gemeentesecretarissen zich uitspreken dat ze interbestuurlijk willen werken. Besturen is mensenwerk. je wordt niet geïnspireerd door een circulaire, wel als je ziet dat je op een concreet dossier van betekenis kunt zijn. de overheid zal veel meer op zoek moeten naar het hart van de medewerkers. dát is modern personeelsbeleid. Met de instituties komt het vervolgens wel goed, verwacht ik.’Lees verder op PM.nl, dossier interbestuurlijk werken.

‘uiteindelijk gAAt Het oMmensen die weet Hebben vAn

elkAArs wereld’

Page 21: PM 2010-12 - pag 27 over Dutch Connection

21

tHeMA interbestuurlijk werken

annet bertram oud-dg wonen oP vroM en sinds 2007 geMeenteseCretAris vAn den HAAg

Bestuurlijke drukte indammen

‘in het kader van de metropoolvorming van de regio den Haag en Rotterdam is de inter-bestuurlijke samenwerking met Rotterdam bij ons sterk in ontwikkeling. Behalve de col-leges van B&W komen ook de gemeentelijke managementteams geregeld bij elkaar om strategisch na te denken over zaken als ver-keer en vervoer, woningbouw, bedrijventerrei-nen, groen en veiligheid. Waar we eerst met elkaar concurreerden om bedrijven en instellingen proberen we nu te kijken hoe we elkaar kunnen versterken. zo’n proces kun je niet tevoren vastleggen in structuren of blauwdrukken. je kunt vergezichten over en weer uitwisselen en er workshops over organiseren tot je erbij bij neervalt, maar tegen normaal contact kan niks op. je moet elkaar eerst leren vertrouwen. ik ben een warm voorstander van interbestuurlijke uitwisseling en meer flexibiliteit, maar je moet interbestuurlijk werken niet als een concept implementeren. Met de focus op structuur win je weinig. uiteindelijk gaat het toch om mensen die elkaar leren kennen, snel contact leggen en weet hebben van elkaars wereld.‘ik ben er vrij zeker van dat bestuurlijke drukte beter kan worden ingedamd als beide burgemeesters en de colleges samen con amore aan de weg timmeren. Steun dit vanuit Rijk en provincie! Maak – graag! – harde afspraken, dan kan het nieuwe kabinet samen met provincies en gemeentelijke partners eindelijk eens oogsten. Een mal verzinnen helpt niet, ruimte geven wel.’

Lees hoe Annet Bertram het Institute for Global Justice binnensleepte door intensief samen te werken op PM.nl, dossier interbestuurlijk werken.

Interbestuurlijk werken moet je gewoon doen. De ‘manage-rial aanpak’ is daarom volgens de topambtenaren de beste manier om het vlot te trekken. In de ogen van Nijhof valt er nog een wereld te winnen als de focus van het verbeterings-proces van de overheid minder valt op structuurwijziging en meer is gericht op ‘cultuuromslag’, waarbij interbestuur-lijk werken een automatisme is. Het zou veel uitmaken als SG’s, provinciesecretarissen en gemeentesecretarissen zich over de noodzaak van interbestuurlijk werken uitspreken, denkt Sietsma. Volgens Bertram moet interbestuurlijk werken daarnaast wel ook concreet, liefst zonder al te veel bureaucratie geregisseerd worden. ‘Vanzelf komt het niet goed, dat blijkt ook uit de enquête,’ zegt ze. Ze denkt daarbij aan stages en detacheringen over en weer, aan topontmoe-tingen van ambtenaren zoals de gemeentesecretarissen al tweemaal per jaar plegen te doen, aan de netwerkkansen die een opleiding voor topambtenaren biedt en aan het samenwerken rond inhoudelijke dossiers. Bertram: ‘Uit-eindelijk gaat het om mensen die elkaar leren kennen, snel contact leggen en weet hebben van elkaars wereld. Dat scheelt al een enorme jas.’

uitvOeringskantOrenDe bottleneck van het interbestuurlijk werken, en dat komt ook naar voren in de enquête, is dat het werken bij het Rijk hoger wordt gewaardeerd, zo vat Annemiek Nijhof de praktische bezwaren kortweg samen. Het is volgens Nijhof voor een beleidsambtenaar op een ministerie blijkbaar nog steeds een hele toer om bij een gemeente aan de slag te kunnen in een gelijkwaardige salarisschaal. ‘Dan moet je op gemeenteniveau al gauw 300 mensen onder je heb-ben werken, en die functies liggen nu eenmaal niet voor het oprapen.’

Door de regionale bestuurders en in de uitvoering wordt het statusverschil soms beleefd als een ‘dedain’ vanuit Den Haag. Dat de centrale overheid volgens burgemeester Polman gemeenten soms lijkt te zien ‘als een soort uitvoeringskantoor van het Rijk’ doet de verhou-dingen weinig goed. Juist op gemeentelijk niveau en in de

‘door samen te werken rond ConCrete dossiers, kun je de

bestuurlijke drukte aanpakken’

Page 22: PM 2010-12 - pag 27 over Dutch Connection

22

tHeMA interbestuurlijk werken

uitvoering doet zich de complexiteit van beleid gevoelen, benadrukken ze allemaal. Werken bij het Rijk geldt ‘nog steeds als de hoofdprijs, en dat zie je evengoed in bestuur-lijk Nederland,’ beaamt Nijhof. Gelukkig laten mensen als Annemarie Jorritsma en Adri Duivesteijn volgens haar zien ‘dat het volstrekt normaal is om na een Kamerlidmaat-schap of een ministerspost aan de slag te gaan op lokaal niveau’.

‘Zonder fatsoenlijk interbestuurlijk overleg krijg je niets voor elkaar, maar dat moet dan wel gebeuren op basis van gelijkwaardigheid – dat is de succesfactor,’ vervolgt de DG Water. ‘Ik ben het wellicht wat tegendraadse stand-punt toegedaan dat het we het wel aankunnen met onze bestuurslagen. Het maakt niet uit of er meerdere bestuur-lijke partners aan tafel zitten, zolang je maar niet te maken hebt met remmers in vaste dienst of mensen die geen man-daat hebben. Het resultaat telt. De hiërarchische samen-leving, waarin er een natuurlijke gehoorzaamheid bestaat van de onderliggende bestuurslaag naar de bovenliggende, is steeds minder vanzelfsprekend. Als je bestuurders van allerlei bestuurslagen rond de tafel zet die allemaal gedre-ven zijn samen iets voor elkaar te krijgen, dan is de bestuur-lijke drukte wat mij betreft geen probleem. Voorwaarde is dan wel dat er een houding van respect prevaleert en dat er wordt gewerkt uit passie voor de publieke zaak. Als er alleen maar wordt gepraat vanuit autoriteit, waarbij be-langen van andere bestuurslagen worden ontkend en ont-kracht en het er vooral om gaat de eigen troon te bescher-men - een neiging die je op rijksniveau nogal eens ontwaart - dan levert dat natuurlijk niet zo veel op.’

slimme OpdrachtgeversVerdere harmonisatie van de cao’s wordt geopperd als mogelijkheid om de verschillen tussen de bestuurslagen te slechten. De topambtenaren hameren ook op meer contact tussen de bestuurslagen. ‘Je kunt vergezichten over en weer uitwisselen, maar tegen het gewone persoonlijke contact weegt niets op,’ zegt Bertram. ‘Alleen door je in te leven in de positie van de ander kun je de vooroordelen over elkaar die allemaal wel een beetje waar en onwaar zijn, wegne-men.’ Volgens Bergkamp moeten de departementen ook vacatures aanwijzen die door mensen uit de uitvoering worden vervuld. ‘Detacheren is in deze tijden van bezuini-gen niet zo handig.’

annemieke nijhOf is dg wAter bij Het Ministerie vAn verkeer en wAterstAAt

De kracht van cocreatie

‘de klacht die je vaak hoort in ons overvolle landje, waar we met 16 miljoen mensen boven op elkaars lip zitten, is dat onze beleidsproces-sen te veel tijd in beslag nemen, dat de kwa-liteit van de besluitvorming verloren gaat in grauwe compromissen tussen de diverse be-stuurlijke lichamen. Maanden van kostbare tijd vliegen door onze vingers omdat stukken van de ene bestuurslaag langs alle andere bestuurslagen moeten worden gestuurd en van commentaar voorzien. de klacht is dan altijd dat er nu eenmaal te veel partijen deelnemen aan zo’n beleidsproces. Maar tijdens de versnellingsweken die ik in gang zette om het Nationaal Waterplan in een stroomversnelling te krijgen en waarbij alle belanghebbenden een weekje met elkaar op de hei gingen zitten, is gebleken dat bestuurlijke drukte helemaal geen beletsel hoeft te zijn als je de werkprocessen maar anders inricht. als je uitgaat van cocreatie is het heel wel mogelijk tege-lijk op te trekken. voor het Nationaal Waterplan werkten we met een schrijfteam dat bestond uit vertegenwoordigers van de ministeries van lNv, vrom en venW, als ook de unie van Waterschappen en het inter-provinciaal overleg, en dat functioneerde naar alle tevredenheid.’

frans mencke is sinds 2009 gemeentesecretaris in hoorn en bestuurslid van de vereniging voor gemeentesecretarissen (vgs). hij werkte eerder voor de ministeries van vrom en vws.

‘We zijn nu bezig met een project om de belasting van vier grote gemeenten en het hoogheemraadschap gezamenlijk te innen. We zijn allemaal belasting-heffende instanties, als dit door één instantie gedaan kan worden scheelt dit geld. Maar kijk niet alleen naar bezuinigingen. ook kennisdeling door interbestuurlijk werken levert winst op. Het is van belang dat andere overheden worden betrokken als iets vanuit rijksverantwoordelijkheid wordt opgezet. Waarom worden gemeente- en provincieambtenaren niet meer betrokken bij het maken van wetgeving? dat getuigt van interbestuurlijk respect en vertrouwen.‘

han polman is sinds 2005 burgemeester bergen op zoom. hij was burgemeester van noordwijkerhout en werkte van 1986 tot 2000 voor het ministerie van bzk.

‘We werken in West-Brabant op strategisch en uitvoerings-niveau als gemeenten steeds meer samen, ook met andere overheden. op belastingterrein zijn we een samenwer-kingsverband aangegaan met zes gemeenten en het wa-terschap. ook de provincie is geïnteresseerd. voor onze gemeente scheelt deze samenwerking al gauw structureel tonnen op jaarbasis. zaken anders organiseren tussen be-stuurslagen kan zeker geld en meer kwaliteit opleveren.’

Page 23: PM 2010-12 - pag 27 over Dutch Connection

23

tHeMA interbestuurlijk werken

johan hakkenberg stapte van het rijk over naar de uitvoering en is directeur van de rdw.

‘Het is niet zo eenvoudig om van de uitvoering weer terug bij het Rijk te komen, denkt Hakkenberg. ‘zBo’s hebben nou eenmaal meer smoel’.

manon van ’t wout was als plaatsvervan-gend directeur verantwoordelijk voor rijks-brede samenwerking inkoop, huisvesting en facility management. nu is ze manager van het expertisecentrum arbeidsmarkt communicatie rijk (bzk).

‘Het is de kunst om mensen met elkaar in contact te brengen die het anders kunnen permitteren elkaar niet op te zoeken.’

catrien smit was tot voor kort directeur a+O fonds gemeenten. sinds 1 september werkt ze voor de gemeente den haag.

‘Bij tekorten zullen we geen nieuwe mensen moeten werven, maar kijken wie je zelf in huis hebt.’

Zelf heeft Bergkamp goede ervaringen in het gelijktrekken van de verhoudingen tussen beleid en uitvoering door het programma Coördinerend opdrachtgeverschap, dat Berg-kamp binnen EZ trekt. Aanleiding voor het programma, waarin de opdrachten uit alle beleidskolommen van EZ aan de uitvoering kritisch zijn doorgelicht, was de fusie van EVD, SenterNovem en het Octrooicentrum. Agentschap NL, dat hieruit ontstond, moest vanwege de taakstelling afslanken. Om kwaliteit en klantvirendelijkheid hoog te houden, is toen scherp gekeken naar alle opdrachten van EZ. ‘Waar we vroeger al snel dachten dat de uitvoering beter moest, hebben we nu gekeken of we het opdracht-geverschap slimmer in kunnen richten,’ licht Bergkamp toe. ‘In samenwerking met de uitvoering zijn de opdrach-ten doorgelicht op consistentie, zodat de DG Innovatie bij subsidies niet energiezuinigheid centraal stelt terwijl de DG Energie vooral op schone energie let. Ook hebben we de rapportage geharmoniseerd om te voorkomen dat terug-koppeling niet voor de ene partij in uren en voor de andere partij in fte’s gedaan hoeft te worden.’ Of het programma rijksbreed uitgerold moet worden, laat Bergkamp liever in het midden. Wel is er al overleg met de andere opdracht-gevers van het Agentschap NL zoals Vrom, LNV, VenW en Buitenlandse Zaken. ‘Gezien de ervaring die wij hebben, weet ik wel dat het goed is om de stofkam eens door de opdrachten te halen.’ Niet alleen ziet ze verbetering, maar het is volgens haar ‘ook heel terecht dat wij als opdracht-gevers de uitvoering vanuit gelijkwaardigheid benaderen. Samenwerking wordt natuurlijk een stuk aantrekkelijker als je de uitvoering niet behandelt als een stempelfabriek waar het beleid dient uitgevoerd te worden’. ˚Met medewerking van cindy castricum, Rianne Waterval en René zwaap

‘zonder fAtsoenlijk interbestuurlijk overleg krijg je niets voor elkAAr’

lEES dE vollEdigE iNTERviEWS oP pm.nl dossier interbestuurlijk werken

Page 24: PM 2010-12 - pag 27 over Dutch Connection

24

tHeMA interbestuurlijk werken

‘eerst was interbestuurlijk werken

een sOOrt luxe-ding’

Page 25: PM 2010-12 - pag 27 over Dutch Connection

25

tHeMA interbestuurlijk werken

Twee jaar geleden keerde Bertine Steenbergen terug naar het ministerie van BZK als directeur Krachtig Bestuur, een programma om de bestuurskracht van gemeenten te versterken. Ze had al eerder

op het departement gewerkt, net als op het ministerie van Financiën. Steenbergen had, nadat het programma Andere Overheid was afgelopen, de rijksoverheid even gelaten voor wat ze was en werkte bijna twee jaar voor de gemeente Den Haag als projectleider Dienst Stedelijke Ontwikkeling.

‘Dat ik zowel bij het Rijk als bij een gemeente heb gewerkt, heeft me als ambtenaar enorm verrijkt,’ steekt Steenbergen van wal in haar voor BZK-begrippen riante werkkamer. ‘Weten hoe het er binnen verschillende bestuurslagen aan toe gaat, helpt je enorm in het realiseren van je opdracht.’ Hiermee illustreert Steenbergen het belangrijkste argument voor het welslagen van het project Interbestuurlijk Werken, waarvan ze als directeur Krachtig Bestuur een van de initiators is. ‘Interbestuurlijk werken gaat over mensen en organisaties van verschillende over-heden die zich samen met een opgave bezighouden,’ aldus Steenbergen op de basale vraag wat zij eigenlijk verstaat onder dit begrip.

Collega Friso Coumou, programmaleider Interbestuur-lijk Werken, knikt instemmend. Hij is bij Krachtig Bestuur gedetacheerd vanuit het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Coumou: ‘Ik weet dus goed wat er komt kijken als je van het ene departement naar het andere over-stapt. Er is op dat gebied veel mogelijk, maar je moet het wel zelf doen. Je moet zelf het initiatief nemen en afspraken maken.’ Het is eigenlijk een spagaat waar je in terechtkomt

als je bij een andere overheidsorganisatie aan de slag wilt, vervolgt Coumou. ‘Ik noem dat het macro-ja en het micro-nee. Macro draagt iedereen mobiliteit een warm hart toe, maar micro loop je tegen allerlei zaken aan.’

geef eens een concreet voorbeeld van waar je tegen aan kunt lopen?Coumou: ‘De afgelopen jaren hebben de departementen fte’s moeten inleveren. Als je dan gedetacheerd wordt, dan druk je op het aantal fte van de ene organisatie, terwijl je bij de andere aan het werk bent. Als je een ruimdenkende manager hebt, zoals bij mij het geval is, dan lukt dat wel, maar het kan ook problemen opleveren.’

Steenbergen: ‘Problemen die overigens oplosbaar zijn. Wij hebben hier een gedetacheerde uit Almere en iemand van ons werkt tijdelijk bij die gemeente.’

zijn er genoeg ruimdenkende managers die hun medewerkers de ruimte geven om mobiel te zijn?Steenbergen: ‘Nee, nog niet. Ik ben net begonnen met het samenstellen van een club managers waarbinnen de mogelijkheden van mobiliteit besproken zullen worden.’

Coumou: ‘Een manager moet de voordelen van mobiliteit zien: je krijgt er iets voor terug. Natuurlijk is er spanning tussen het realiseren van eigen doelen en samen-werking. Misschien raak je wel een talent kwijt. Maar als je je open opstelt, dan geef je talent meer de ruimte. En krijg je weer andere mensen binnen.’

voor topambtenaren is het sowieso lastig om tijdelijk ergens anders te werken. behoren zij ook tot jullie doelgroep?Steenbergen: ‘We zijn begonnen met trainees en projec-tenpoolers, zij zijn nu eenmaal makkelijk uitwisselbaar en beschikken al over een intrinsieke motivatie om flexibel te zijn. Managers zijn lastiger te detacheren. Mijn program-ma duurt 3 à 4 jaar, als ik daarvan bijvoorbeeld een jaar buiten de deur werk, dan is dat niet zo handig. Je moet bij managers dus meer denken aan intervisie en gezamenlijk opleidingen doen. Maar we kunnen ook een commissie voorzitten bijvoorbeeld. Daar worden nu vaak zware jongens voor ingehuurd, terwijl we dat heel goed zelf kun-

bePerken externe inHuur Als besPAringsMAAtregel

‘we werken Als kennismakelaar’

Het project Interbestuurlijk Werken van het ministerie van BZK verkreeg door toedoen van de aanstaande miljarden bezuinigingen op het overheidsapparaat een hoge urgentie. Initiator Bertine Steenbergen en programmaleider Friso Coumou leggen uit wat de kansen zijn. ‘Macro draagt iedereen mobiliteit een warm hart toe, maar micro loop je tegen allerlei zaken aan.’

tekst Cindy CastriCum

foto wiebe kiestra

Page 26: PM 2010-12 - pag 27 over Dutch Connection

26

tHeMA interbestuurlijk werken

nen. We hebben allemaal bijzonder flexibele werk weken, hoe moeilijk is het dan, om maar iets te noemen, om voor een klus bij de gemeente Den Haag een half jaar lang een avond per maand een commissie voor te zitten? Dat kan prima.’

het klinkt zo logisch: ambtenaren die inter-bestuurlijk werken. waarom staat het juist nu zo in de belangstelling? Coumou: ‘Eerst was interbestuurlijk werken een soort luxe-ding, interessant voor medewerkers, maar inmiddels is er sprake van urgentie op de arbeidsmarkt, meer aan-dacht en mogelijkheden van Het Nieuwe Werken en, niet te vergeten, de bezuinigingen.’

in welk opzicht zou meer samenwerking en mobiliteit tussen de overheidslagen geld kunnen opleveren?Steenbergen: ‘Heel concreet kun je natuurlijk de inhuur van externen beperken. Daarnaast kan de productiviteit en effectiviteit worden verhoogd. Zo staan er bij het project Bevolkingsdaling, dat bij uitstek een voorbeeld is van in-terbestuurlijk werken, feitelijk 5 fte op de BZK-begroting, terwijl er 200 mensen aan werken. Er is een nationaal net-werk gevormd met allemaal experts. Wij opereren daarin als kennismakelaar. Dit had nooit gekund als we het niet interbestuurlijk hadden gedaan. In dat geval hadden we minimaal 25 medewerkers nodig gehad, 100 subsidierege-

lingen, et cetera. Door dit soort zaken met elkaar te organi-seren, ben je dus een stuk goedkoper uit.’

de arbeidsmarkt is een ander argument voor inter-bestuurlijk werken, zeiden jullie net. leg eens uit?Steenbergen: ‘Het onderwerp is bij onze directie binnenge-komen door de vraag of we als overheid nog wel aantrek-kelijk genoeg zijn op de arbeidsmarkt. Je kunt van alles vinden over bestuurskracht en denken aan structuuroplos-singen, maar als je je personeel niet op orde hebt, kun je geen kwaliteit leveren en ben je weg. De vraag is of kleine gemeenten nog in staat zijn voldoende én goede mensen aan te trekken. Zij moeten nadenken over de vraag hoe ze zich op dat punt kunnen versterken. Bijvoorbeeld door het delen van personeel.’

een voorbeeld?Steenbergen: ‘Een heel mooi en extreem voorbeeld is de gemeente Ten Boer die samenwerkt volgens het principe “samen en toch apart”. Het hele ambtenarenbestand van deze kleine gemeente is naar Groningen gegaan, daar vindt alle dienstverlening plaats. De ambtenaren die nog in Ten Boer werken, zijn zogeheten schakelambtenaren. De hele club draait door – het hele bestuur zit er nog, inclusief een voltallige gemeenteraad – maar de ambtenaren worden geshared met Groningen. Daarmee garandeer je absolute continuïteit die voor een kleine gemeente lastig te realiseren is en je houdt volledig integrale politieke verantwoording.’

het lijkt allemaal leuk en aardig, dat interbestuur-lijke werken. maar er zijn vast ook belemmeringen waar jullie tegenaan lopen.Steenbergen: ‘Ja natuurlijk zijn die er. Wij zullen ook nooit zeggen: “Je móet interbestuurlijk werken”. Het is niet altijd nodig, nuttig en noodzakelijk. Maar door de verschuiving van taken van het Rijk naar de medeoverheden, zie je dat die verwevenheden steeds belangrijker worden. Als je zo-veel met elkaar te maken hebt, dan is het heel handig als je elkaar wat beter kent.’

Coumou: ‘De belemmeringen zitten hem vooral in praktische zaken. Overstappen van de ene naar de andere organisatie is bijvoorbeeld helemaal niet makkelijk als voor dezelfde functie de arbeidsvoorwaarden verschillen.’

het zou allemaal zoveel eenvoudiger worden als er één overheid is. hup, alle ambtenaren in nederland in dienst van dé overheid.Coumou: ‘Dat zou ik uiteindelijk wel willen ja. Maar het is maar hoe je dit begrip interpreteert. Wat is één overheid? Ga je alles op een hoop gooien en één organisatie vormen? Wat wij doen is het verbinden van de verschillende onder-delen. ‘

Steenbergen: ‘Bij één overheid gaat het er voor mij over dat we elkaar niet gaan beconcurreren, maar dat we elkaar aanvullen. Waar zijn wij bij het Rijk goed in? Kaderstelling, wetgeving, macro-building. Gemeenten zitten echt in het lokale beleid, de ambtenaren daar kunnen integraal denken, hebben verbinding met burgers. Dat hebben we hier in Den Haag veel minder. Die twee werelden met elkaar verbinden, dat is wat ik één overheid noem. Geen homogeniteit, maar diversiteit.’

wat ik mis in jullie verhaal is europa. gaat inter-bestuurlijk werken niet ook over de samenwerking met brussel?Coumou: ‘Trainees gaan steeds meer naar Brussel en ook de Algemene Bestuursdienst heeft een Europa-onderdeel in het kandidatenprogramma. Maar de urgentie zit hem op dit moment vooral in de nationale thematiek, bij de ge-meenten. Bij de extra investeringen die we doen, kijken we eerst wat er nodig is tussen de overheden hier in Neder-land. Op termijn hoort Brussel er natuurlijk ook bij, maar first things first.’

wat betekent het dat er een rechts kabinet geformeerd wordt? is dat een kans of een bedreiging voor het interbestuurlijk werken?Steenbergen: ‘De urgentie die er is op de arbeidsmarkt is niet ineens minder groot. Als je de partijprogramma’s leest, dan is het niet uit te sluiten dat er vanuit het Rijk nog meer taken worden afgestoten naar de decentrale overheid. Dus ik kan me niet voorstellen dat de verbinding tussen de be-stuurslagen minder belangrijk wordt. De zoektocht naar flexibelere werkvormen, naar een kleinere overheid die wel de juiste dingen blijft doen en naar meer efficiëntie blijft onverminderd doorgaan.’ ˚

linkswww.interbestuurlijkwerken.nl

‘de vraag is of kleine gemeenten nog in staat zijn goede mensen aan te trekken’

Page 27: PM 2010-12 - pag 27 over Dutch Connection

27

tHeMA interbestuurlijk werken

‘Een hub is een knooppunt waarin de rijksoverheid over de grenzen van departementen zowel online als fysiek samen-

werkt met lokale overheden, het bedrijfs-leven, kennisinstellingen en maatschap-pelijke organisaties,’ legt Kim Spinder uit. Als ambassadeur voor Het Nieuwe Werken richtte zij de hub Dutch Connection op. ‘In deze nieuwe organisatievorm staat een con-creet thema centraal. Het uitgangspunt is een netwerk waarin men over de grenzen van de organisatie heen werkt in plaats van een hiërarchische verdeling van taken waarin ambtenaren hun eigen dossier bewaken.’

De Olympische gedachte leent zich volgens Spinder, voormalig projectmede-werker Ambtenaar voor de Toekomst, uitste-kend voor een ‘hub’, een term die afkomstig is uit de computerwereld. ‘Door iedereen in Nederland het idee te geven dat zij kunnen bijdragen aan het binnenhalen van de Spelen is opeens veel meer mogelijk. Mensen zien dit niet langer als een zaak van het ministe-rie van VWS, maar voelen zich aangesproken en betrokken. Dat merken de ambtenaren daar ook. Zij doen dan ook graag mee.’ Maar, benadrukt Spinder, de inzet van de hub

omvat meer dan puur het binnenslepen van dit sportevenement. ‘Iedere organisatie die zich aansluit formuleert doelen die passen bij de Olympische Spelen. Deze kunnen betrekking hebben op allerlei terreinen, denk aan duurzaamheid, mobiliteit en onderwijs. Vervolgens gaan ze hiermee aan de slag.’

Wat is er bijvoorbeeld voor nodig om de Amsterdamse wijk Geuzenveld op Olym-pisch niveau te krijgen? Daar wordt in de hub al volop over nagedacht. Met een buurtschouw 2.0 wordt dit najaar onder-zocht wat nodig is om de leefbaarheid en sociale cohesie te vergroten. Spinder: ‘Met dit digitale instrument willen we de samen-werking tussen burgers, woningcorporaties en beleidsmakers bij verschillende overheden stimuleren.’

panden delenHet initiatief Seats2Share sluit eveneens aan bij de hub-gedachte. ‘Naast de online netwerken is het belangrijk dat er ook fysie-ke plekken zijn waar de mensen samen aan hun Olympische ambities kunnen werken,’ zegt Spinder. ‘De overheid heeft hiervoor genoeg panden in bezit, ze moeten alleen wat slimmer met elkaar worden gedeeld.

Het uitgangspunt is dat je vergaderzalen en stoelen kunt delen op ieder niveau. De gemeenteambtenaar die aankomt op Den Haag CS moet direct op zijn iPhone kunnen zien op welk departement werkplekken vrij zijn.’ In september wordt er gestart met een pilot door de gemeente Veghel en Ictu. Ook het UWV, waar Spinder op dit moment Het Nieuwe Werken introduceert, en de RDW zijn geïnteresseerd. Ze verwacht dat ook andere partijen snel zullen aansluiten.

‘In de traditionele organisatie zijn principiële maatregelen opgesteld op het gebied van communicatie, hrm en huis vesting waar veel ambtenaren zich uit gewoonte aan houden. Het Nieuwe Werken maakt de dagelijkse praktijk leuker, effectiever maar ook efficiënter,’ aldus Spinder. ‘Het belang-rijkste dat verandert, is waar, wanneer, hoe en met wie je werkt. Hierdoor kun je nieuwe netwerken aanboren. De Olympische hub is daar een prima voorbeeld van.’ ˚

Olympische lObby hOOpt Op ‘hub’Nederland naar een Olympisch niveau brengen. Dat kan alleen met nieuwe vormen van samenwerking, stelt innovator Kim Spinder. Met de hub Dutch Connection wil zij niet alleen de Olympische Spelen van 2028 naar ons land halen, maar ook een nieuwe manier van werken introduceren binnen de overheidsorganisatie.

tekst rianne waterval

Intergemeentelijke samenwerking Markt van Vraag en Antwoord II30 SEPTEMBER 2010 ZWOLLEInterbestuurlijk werken is ook interbestuurlijk kennis delen. Het Kennisplatform Intergemeentelijke Samenwerking organiseert wederom een Markt van Vraag en Antwoord over de praktijk en dilemma’s bij intergemeentelijke samenwerking. Intergemeentelijk samenwerken is aan de orde van de dag op bijna alle beleidsterreinen zoals Wmo, WWB en Gebiedsontwikkeling. Meld u aan via www.platformintergemeentelijkesamenwerking.nl voor een middag voor en door overheden.Partners van het kennisplatform zijn VNG, VGS, P-10 gemeenten, Platform middelgrote gemeenten, Platform Shared Serviced bij de overheid, Kennisnetwerk Directeuren SSO en ICT, NIROV, NICIS en BZK/Programma Krachtig Bestuur.

advERTENTiE

Het nieuwe (net)werken

de alliantie olympisch vuur staat niet alleen in haar ambties

Page 28: PM 2010-12 - pag 27 over Dutch Connection

28

het kennisdebat

Twitterende meisjes en googlende moeders ondermijnen een vaccinatiecampagne tegen baarmoederhalskanker. Het IPCC-rapport over klimaatverandering komt door toedoen van bloggers in een compleet ander daglicht

te staan. De overschrijding van de geluidsnormen door Boeing op Schiphol worden in digitale communities aan de kaak gesteld.

Hoe houden de kennisinstituten van de overheid zich staande in een wereld waarin het aantal informatiestromen

in rap tempo toeneemt? Om die vraag te beantwoorden arrangeert PM een ontmoeting tussen drie directeuren van zulke kennisinstituten. Erik Heijdelberg, algemeen direc-teur van het Nederlands Instituut voor Forensische Psychi-atrie en Psychologie (NIFP), verwelkomt zijn collega’s gast-vrij in zijn werkkamer met uitzicht op de Utrechtse skyline. Het zijn Frans Leeuw, directeur van het Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum van het ministerie van Justitie (WODC), en Roel Coutinho, directeur van het centrum infectieziektebestrijding van het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM). Gedrieën debat-teren zij over de toekomst van de kennisinstellingen van de Nederlandse overheid.

Erik Heijdelberg: ‘Zo’n tien jaar geleden volgde er een ademloos stilzwijgen als je als deskundige aan een rechter uitlegde waarom iemand ontoerekeningsvatbaar was, slechts in een enkel geval volgde er nog een contra- expertise. Nu staan alle voors en tegens al lang en breed uitgemeten op een digitaal forum voordat je in de rechts-zaal staat.’ De relatie tussen wetenschapper, burger en over-

kennisinstituten onder druk

‘we Hebbente lang in een

ivoren toren geleefd’

Het traditionele kennismonopolie van de ‘expert’ is aan erosie onderhevig in het digitale tijdperk. Hoe weren de kennisinstituten van de Nederlandse overheid zich tegen deze gezagscrisis? PM vroeg het aan Roel Coutinho (RIVM), Erik Heijdelberg (NIFP) en Frans Leeuw (WODC). ‘Het internet fungeert vaak als echokamer.’

tekst rianne waterval

foto’s gerben kruk

Page 29: PM 2010-12 - pag 27 over Dutch Connection

29

het kennisdebat

heid is door toedoen van internet aanzienlijk veranderd. Heijdelberg: ‘Je zag het al bij de moorden op Fortuyn en Van Gogh: half deskundig geschoold Nederland begon mee te diagnosticeren. Dat is begonnen en nooit meer opgehou-den. Die ontwikkeling moet je niet dramatiseren, maar als kennisinstituten van de overheid moeten we hier wel op anticiperen.’

Heeft de opkomst van deze nieuwe ‘expertise’ een aan-tasting van het gezag van de wetenschap tot gevolg? Is er sprake van een legitimiteitscrisis bij de kennisinstituten van de overheid? De Raad voor het openbaar bestuur stel-de eerder dit jaar in het advies Vertrouwen op democratie vast dat veel kennis die aanwezig is bij burgers niet wordt benut door de overheid. WODC-directeur Frans Leeuw merkt echter maar weinig van de legitimiteitscrisis waar in politiek Den Haag veel over gesproken wordt. ‘Volgens mij kun je deze crisis niet betrekken op de wetenschap. Er is wel discussie over wat kennisinstituten doen, maar die is er altijd geweest.’ Heijdelberg sluit zich daarbij aan: ‘Men zegt vaak dat er een kloof bestaat tussen de deskundige en de burger, net zoals tussen de politiek en de samen leving. Maar dat is te eenvoudig gedacht, er is juist veel meer onderlinge afhankelijkheid ontstaan. We hebben de infor-matiestromen die daarbij horen te accepteren en dienen onze werkwijze aan te passen.’

Ook collega Coutinho wil het woord crisis niet in de mond nemen. ‘Maar ik ervaar wel dat “de expert” minder serieus wordt genomen door de Nederlandse burger. Ik merk dat steeds meer getwijfeld wordt aan onze kennis. Dat wantrouwen, daar ben ik midden in beland.’ De RIVM-directeur refereert aan de vaccinatiecampagne tegen baar-moederhalskanker in 2009, waarbij de opkomst aanzien-lijk lager was dan verwacht. Dit kwam grotendeels door

suggestieve informatie over mogelijke nadelige bijwerkin-gen die op het internet werd verspreid. ‘Een wetenschap-pelijk mooi en effectief vaccin is hierdoor in een vreemd daglicht komen te staan. Mensen werden in verwarring gebracht door relatieve buitenstaanders en wetenschap-pers die niet dè deskundige waren op dit terrein, maar wel aandacht kregen in de media.’

Het ‘gepush’ van de industrie, die uitvoerig de voorde-len van de vaccins onder de aandacht bracht, heeft volgens Coutinho eveneens geen goed gedaan. De vertekende beeldvorming over het vaccin leidde er zelfs toe dat de epidemioloog vanwege bedreigingen een bijeenkomst in de Rode Hoed moest ontvluchten. ‘Ik vraag me af waar die enorme agressie dan vandaan komt. Het is een boei-

end verschijnsel en dwingt me ook om na te denken hoe we hier als kennisinstituut mee om moeten gaan.’ De RIVM- directeur is niet te beroerd de hand in eigen boe-zem te steken. ‘Wie wetenschap bedrijft, experimenteert, kijkt en meet. Maar de mensen op de straat kennen het proces van de wetenschap niet. En dat ligt aan onszelf. Wij hebben vanuit de wetenschap veel te lang in een ivo-ren toren geleefd. De tijd van “als wij dat zeggen, dan klopt het” is voorbij. Door alleen de conclusies naar buiten te brengen, laten we niet zien welke overwegingen daaraan vooraf zijn gegaan. Kennisinstituten moeten op een andere manier communiceren met de buitenwereld.’ Maar dat is makkelijker gezegd dan gedaan, geeft Coutinho direct toe.

frAns leeuw ‘we mOgen de impOrtantie van internet niet Onderschatten’

op uitnodiging van PM debatteren Frans leeuw, Erik Heijdelberg en Roel coutinho (vlnr) over de toekomst van de kennisinstellingen

Page 30: PM 2010-12 - pag 27 over Dutch Connection

30

het kennisdebat

‘Hoe we dat moeten doen, daar ben ik nog niet precies uit. Het is heel lastig om aan iemand die nooit onderzoek heeft gedaan uit te leggen hoe kennis tot stand komt.’

dialOOgAl gauw blijkt dat de epidemioloog niet de enige is die met deze vraag worstelt. Op welke manier kan een constructie-ve dialoog met burger en samenleving worden aangegaan? ‘Hoe invloedrijk het internet ook is, het is niet de hoofd-motor,’ stelt Heijdelberg. ‘Het vermijden van risico’s staat centraal voor de burger. Die wil simpelweg geen gevaar meer lopen. Daar is men trouwens wel ambivalent in. Bij het zeilmeisje Laura Dekker spreekt men er schande van dat ze is onderzocht door jeugdpsychologen en met haar

VOC-mentaliteit niet zomaar de zee op kan. Bij het Maas-meisje zegt men “wat een schandaal, dit had niet mogen gebeuren”. Als kennisinstituut kun je hier bijna geen peil meer op trekken.’

Leeuw gaat hier niet geheel in mee. ‘De importantie van internet mogen we niet onderschatten. Het denken over risico’s is heel belangrijk, maar er is een dimensie bijgekomen die een voorval meteen kan laten explode-ren. Het living in the web moeten we als kennisinstituut meewegen in onze positie ten opzichte van inhoudelijke onderwerpen,’ stelt de WODC-directeur. ‘Enerzijds fun-geert het internet vaak als een echokamer. Een digital community repeteert geluiden die vaak weinig evidence

based zijn, maar omdat ze herhaald worden, en soms door heel veel mensen, krijgen ze een waarheidslabel dat lang niet altijd correct is. Maar anderzijds is er een interessante toegevoegde waarde: je hoort geluiden die anders nooit zouden zijn doorgedrongen tot die eerder genoemde ivoren toren van de wetenschap.’

Leeuw voorziet dat de burger in de toekomst nog een veel grotere rol gaat spelen. ‘De verzorgingsstaat heeft ervoor gezorgd dat men vindt dat de risico’s tot nul moeten worden teruggebracht. De laatste tien jaar is die ongeloof-lijk snelle communicatie daarbij gekomen. Het is nu mo-gelijk om zo goed als zonder transactiekosten een digitale community op te richten waar mensen elkaar kunnen vin-den. Zij kijken steeds vaker mee over de schouder van de in-stitutionele toezichthouder en dragen zelf empirisch mate-riaal aan,’ aldus Leeuw, die eveneens voorzitter is van Vide, de beroepsvereniging voor toezichthouders en handhavers. ‘Neem bijvoorbeeld Waarneming.nl, dat uit vrijwilligers bestaat en gebruikers inzicht verschaft in de natuurrijk-dom van Nederland, maar ook over waar stropers rond-lopen en andere illegale handelingen plaatsvinden. Een beetje vergelijkbaar is Geluidsnet.nl, waarbij metingen van geluidsoverlast bij onder meer Schiphol aan overhe-den en andere organisaties worden gerapporteerd. In de VS en Engeland zijn er talloze van dergelijke communities die toezicht houden op toezichthouders en anderen. Op die manier komt veel interessant materiaal boven water dat anders wellicht niet beschikbaar was gekomen voor wetenschappelijk onderzoek. ’

spanningsveldDe drie directeuren bevinden zich dagelijks in het spanningsveld tussen die mondige burger, de eigenwijze

erik Heijdelberg ‘het vermijden van risicO’s staat centraal vOOr de burger’

Erik Heijdelberg (r): ‘als je inzichtelijk kunt maken waar je mee bezig bent, zijn mensen best geïnteresseerd in kennis’

Page 31: PM 2010-12 - pag 27 over Dutch Connection

31

het kennisdebat

erik heijdelberg (1953) werd in 2005 benoemd tot algemeen directeur van het Nederlands instituut voor Forensische Psychiatrie en Psychologie (NiFP), de samenvoeging van het Pieter Baan centrum en de Forensisch Psychiatrische dienst. Heijdelberg, van origine andragoloog en filosoof, werkte van 1982 tot 1998 als coördinator bij de opleiding maatschappelijke gezondheidszorg van de Hogeschool van amsterdam. vervolgens was hij betrokken bij verschillende

projecten op het terrein van volksgezondheid en zorg in binnen- en buitenland. als consultant en adviseur werkte hij aan wederopbouwprojecten in diverse (post)conflictlanden als jemen, afghanistan, Soedan en Bosnië. in 2009 werd hij uitgeroepen tot overheidsmanager van het jaar.

frans leeuw (1953) is sinds 2003 directeur van het Wetenschappelijk onderzoek- en documentatiecentrum (Wodc), het kenniscentrum van het ministerie van justitie. Eerder was de socioloog werkzaam voor de algemene Rekenkamer, de universiteiten van leiden en utrecht en de open universiteit Nederland. in 1983 promoveerde hij op de effectiviteit van bevolkingsbeleid. van 2000 tot 2003 bekleedde leeuw de functie van hoofdinspecteur

bij de onderwijsinspectie. Sinds 2006 is de Wodc-directeur verbonden aan de universiteit Maastricht als hoogleraar recht, openbaar bestuur en sociale wetenschappen.

roel coutinho (1946) trad in 2005 in dienst  bij het Rijks-instituut voor volksgezondheid en Milieu (RivM) als directeur van het centrum infectieziektebestrijding. Na een studie geneeskunde was coutinho werkzaam als tropenarts in guinee-Bissau en Senegal, hierna specialiseerde hij zich als medisch microbioloog. in 1977 werd hij hoofd van de afdeling volksgezondheid van de ggd in amsterdam. in 1984 promoveerde hij. vijf jaar later werd coutinho

benoemd tot part time hoogleraar in de epidemiologie en preventie van infec-tieziekten aan het academisch Medisch centrum van de uva. van 2000 tot 2005 was coutinho werkzaam als algemeen directeur van de ggd amsterdam.

linkswww.rivm.nlwww.wodc.nlwww.nifpnet.nl

roel CoutinHo ‘de tijd van “als wij dat zeggen, dan klOpt het” is vOOrbij’

wetenschapper en een minister die de politieke verant-woordelijkheid draagt voor het onderzoeksinstituut. In hoeverre kunnen kenniscentra als het NIFP, WODC en RIVM nog onafhankelijk opereren? ‘We moeten niet alleen van kop tot staart uitleggen wat we doen, de overheid moet ook het onderscheid laten zien tussen uitvoering en beleid. Wij houden ons als kennisinstituut bezig met de uitvoe-ring, maar voor de burger is dit onderscheid vaak lastig te maken. Je moet oppassen dat je als uitvoeringsorganisatie door de burger niet wordt gezien als een beleids- en dus een politieke organisatie,’ waarschuwt Heijdelberg. ‘Het wantrouwen ten opzichte van de overheid komt ook bij ons terecht. Dit brengt onze deskundigen soms in een lastig parket. Ik werk voor de overheid maar ben geen staats-psychiater, benadrukken zij.’

Ook Coutinho erkent dat deze relatie niet altijd helder is. ‘In de wetenschap is het de bedoeling dat je elkaar continu bekritiseert en zo een stap verder komt, maar met betrekking tot beleid is dat niet gewenst. De politiek wil een eenduidig en begrijpelijk verhaal, maar tegelijkertijd wil je de wetenschappelijke discussie niet laten stagneren. De volksgezondheid is trouwens ook geen waardevrije weten-schap: je opereert altijd op het grensvlak met de politiek.’ Daar komt nog bij dat het centrum infectieziektebestrij-ding van het RIVM zich niet beperkt tot onderzoekstaken. ‘We zijn ook verantwoordelijk voor de bestrijding van in-fectieziekten in Nederland. Dat betekent echter niet dat wij politiek-bestuurlijke beslissingen nemen. Het is maar de vraag of de burger dat ook zo ziet. Ik heb de afgelopen tijd regelmatig in de situatie gezeten waarbij de politiek de deskundige vraagt een beslissing te nemen. Maar dat kunnen we simpelweg niet doen,’ stelt de RIVM-directeur, verwijzend naar de gang van zaken bij de bestrijding van de Mexicaanse griep en Q-koorts.

Volgens Leeuw verschilt de positie van het WODC hierin fundamenteel met die van de andere twee instituten: ‘Ik doe veel evaluatieonderzoek, maar blijf weg van de uitvoering. Wanneer je de verantwoordelijkheid draagt voor de bestrijding van infectieziekten of het voorkomen dat een individu een nieuw misdrijf pleegt, is dat funda-menteel anders dan wanneer ik een effectstudie uitvoer naar een interventie van Justitie gericht op het terug-dringen van recidive.’

Op Coutinho’s vraag waarin dit verschilt van het onderzoek door universiteiten, is de WODC-directeur duidelijk. ‘Een belangrijke reden is dat wij als kenniscentra dicht tegen ministeries aanzitten, daardoor veel kennis over relevante contexten hebben en toch inhoudelijk onafhankelijk zijn. Het is wel eens “op warme afstand” genoemd,’ aldus Leeuw. ‘Welke onderzoeksvragen behandel je bijvoorbeeld het eerst? De curiosity driven wetenschap heeft wellicht niet direct de behoefte om periodiek een aan-tal monitoren te draaien, en vindt andere, theorie gestuurde onderwerpen interessanter. Maar beleidsmatig en poli-tiek-bestuurlijk is het ontzettend belangrijk dat dit soort peilingen periodiek gehouden wordt en dat wij dat doen. Kamervragen kunnen er ook veel sneller en empirisch onderbouwd mee beantwoord worden.’

Die goede band met het departement mag echter de openheid en transparantie niet in de weg staan, bena-

drukt Heijdelberg. ‘We moeten als kennisinstituut geen koud watervrees hebben om in een televisieprogramma als Nova naar buiten te treden. Laat op een aansprekende manier zien wat je doet. Neem bijvoorbeeld het populaire

programma CSI, dat heeft uitstekend gewerkt voor de beeldvorming over het Nederlands Forensisch Instituut. Als je inzichtelijk kunt maken waar je mee bezig bent, zijn mensen best geïnteresseerd in kennis.’ ˚

Page 32: PM 2010-12 - pag 27 over Dutch Connection

32

sPeCiAl wOnen, wijken en integratie

Bevolkingsdaling. Lokale bestuurders hadden het vraag-stuk al een paar jaar in het vizier, toen toenmalig minister Eberhard van der Laan (WWI) in februari 2009 Heerlen bezocht. Na afloop was zijn reactie glashelder: ‘Krimp is nog amper doorgedrongen in Den Haag en de rest van de Randstad. Maar dit probleem moet absoluut hoog op de politieke agenda. Want nu is het Zuid-Limburg, straks de rest van het land.’

Interbestuurlijke actie Van der Laan schrok in Limburg dusdanig van de hui-zenleegstand, de wijk- en woningverloedering en de daarmee gepaard gaande kansen op sociale problemen, dat hij samen met de staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties Ank Bijleveld (CDA) bevol-kingsdaling in ‘het Haagse’ agendeerde. In april 2009 meldden zij de Kamer in een gezamenlijke brief: ‘Omdat bevolkingsdaling een fenomeen is waarmee we pas recent geconfronteerd worden, zijn we nog volop bezig scherper inzicht te krijgen in het fenomeen, zowel voor wat betreft de omvang en de gevolgen als de benodigde aanpak.’

Woorden én dadenDe krimpregio’s hadden een flinke kennisvoorsprong ten opzichte van het Rijk: samenwerking lag voor de hand. Beide bewindspersonen gaven daarom hun ambtenarenapparaat de opdracht om samen met de lokale en provinciale overheden een integrale aanpak te ontwikkelen – en snel ook. De interbestuurlijke samen-werking voor bevolkingsdaling tussen WWI, BZK, IPO en VNG was een feit. Dit partnership leidde in tien maanden tijd tot een Interbestuurlijk Actieplan Bevolkingsdaling. Inmiddels komen ook de eerste leerervaringen uit de regio beschikbaar van omgaan met een dalend aantal inwoners en biedt het Rijk binnenkort in de vorm van een prijsvraag aan voorlopers een ‘toekomststraject’ aan.

SuccesfactorenDe interbestuurlijke samenwerking heeft duidelijk haar vruchten afgeworpen. Bart Dunsbergen, projectleider bevolkingsdaling bij VROM/WWI, onderscheidt hierbij een aantal belangrijke succesfactoren. ‘Als ik nu terugkijk, denk ik dat allereerst het van onmiskenbaar belang is geweest dat Eberhard van der Laan zich het lot van de in-woners van krimpregio’s persoonlijk heeft aangetrokken. Hierdoor ontstond een vliegwieleffect. Want bestuurders in regio’s zoals Parkstad (regio Heerlen) wisten allang dat krimp een probleem was. Maar de toezeggingen die minister Van der Laan en staatssecretaris Bijleveld in april 2009 aan de Tweede Kamer deden, zorgden voor het ont-staan van een gezamenlijke, interbestuurlijke opdracht: ontwikkel een effectieve aanpak voor krimp. Die geza-menlijke opdracht is de tweede succesfactor.’

Basis van effectieve aanpak krimpDe uitvoering van het actieplan kende een vliegende start dankzij Jan Mans en Hans Dijkstal, beter bekend als het Topteam Krimp. Voorafgaand aan het actieplan, bracht dit tweetal in opdracht van Van der Laan en Bijleveld adviezen uit voor de krimpregio’s Parkstad (Limburg), Oost-Groningen en Zeeuws-Vlaanderen (Zeeland). Deze adviezen van onderaf hebben de basis gevormd voor het actieplan: samenwerking, financiering en bewustwording werden de hoekstenen van een effectieve aanpak van

Interbestuurlijk de krimp aanpakken

Een nieuwe trend: de bevolking in Nederland neemt af. In Groningen, Limburg en Zeeland daalt inmiddels ook het aantal huishoudens. Hoe bouwt de overheid aan een toekomst waarin de groei van de bevolking niet meer vanzelfsprekend is? Voor een degelijk antwoord op deze vraag zochten Rijk en regio elkaar in 2009 op in een interbestuurlijk samenwerkingsverband. Heeft het wat opgeleverd? Jazeker: vertrouwen, begrip en concrete actie.

‘Samenwerking is essentieel. Door gemeenten, maar ook bijvoorbeeld door scholen wordt steeds meer grensoverschrijdend gedacht. De grote betrokkenheid van het Rijk brengt dingen in beweging en geeft de regio het gevoel dat het Rijk de problemen erkent en samen met ons naar oplossingen wil zoeken.’ Elmer Koole Provincie Groningen

Rijk bundelt actie in krimpregio

Page 33: PM 2010-12 - pag 27 over Dutch Connection

33

sPeCiAl wOnen, wijken en integratie

bevolkingsdaling, waar het actieplan zich op richtte. Op basis hiervan konden provincies en gemeenten eigen, regionale actieplannen ontwikkelen.

Noodzaak tot samenwerkenEen andere succesfactor is de noodzaak van een inter-bestuurlijke aanpak, die in het vraagstuk zelf besloten zit. Dunsbergen: ‘Bevolkingsdaling raakt aan meerdere beleidsterreinen, departementen en organisaties, op alle bestuursniveaus. Inhoudelijk beïnvloedt zij bijvoorbeeld de woningbouw, ruimte, onderwijs en zorg. Aan de andere kant zijn daar de verschillende bestuurlijke verantwoor-delijkheden. Zo is de landelijke overheid verantwoordelijk voor het sociale woningbouwbeleid, de provinciale over-heid voor het toewijzen van uitleglocaties vanuit ruimte-lijk perspectief en de gemeenten voor het in stand houden van het voorzieningenniveau in buurten.’

Geschakelde samenwerkingHet Actieprogramma Bevolkingsdaling is een gezamen-lijk, interbestuurlijk plan van de Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG), het Interprovinciaal Overleg (IPO) en het Rijk. Daarnaast werkten bijvoorbeeld corporaties, instellingen uit de onderwijs-, zorg- en welzijnsector aan het plan mee. ‘Dat is een belangrijke reden waarom deze samenwerking nog steeds resultaten oplevert,’ vertelt Dunsbergen. ‘Gemeenten, provincies en Rijk hebben be-langen die soms wel eens strijdig met elkaar kunnen zijn. Door de “geschakelde” vorm van de samenwerking is veel begrip ontstaan voor deze tegenstrijdigheden.’

Provincies als schakel tussen Rijk en gemeenteDe schakel waar Dunsbergen aan refereert, zijn de provincies. ‘Zij stimuleren de regionale samenwerking

tussen de gemeenten, die noodzakelijk is voor een goede aanpak. Alleen zo kan overproductie van woningen, bedrijfspanden en bedrijventerreinen worden ingeperkt. Verder kunnen provincies de gemeenten ondersteunen bij het formuleren van een effectieve aanpak. Een voorbeeld waar die samenwerking toe leidt is het geld dat de provin-cies Groningen en Limburg met de regiogemeenten heb-ben. Samen met de 31 miljoen euro vanuit het Rijk is er nu een totaalbedrag van bijna 100 miljoen euro beschikbaar. Daarbij komt nog de 15 miljoen die de krimpgemeenten vijf jaar lang krijgen door een tijdelijke aanpassing van het Gemeentefonds. Al met al een aanzienlijk bedrag in tijden van bezuinigingen. Voor de totale opgave op lange termijn is dit nog niet genoeg, maar er kan een goede start mee worden gemaakt,’ benadrukt Dunsbergen.

Werkbezoeken over en weerOverleggen en werkbezoeken aan krimpregio’s versterken de goede samenwerking. Haagse krimpambtenaren zijn zeer regelmatig in de krimpregio’s te vinden en omge-keerd zijn de collega’s uit de regio ook regelmatig in Den Haag. Inmiddels zijn er gezamenlijke werkgroepen voor een in december te houden bestuurdersconferentie, een strategische kennisagenda en een voortgangsrapportage die volgend jaar aan de Tweede Kamer wordt gestuurd.

Expertnetwerk De krimpregio’s liggen verspreid over het land. Daardoor leren experts nog niet optimaal van elkaars ervaringen. Een sinds 2009 opgericht netwerk vormt daar de tweede belangrijke schakel voor: het Nationaal Netwerk Bevol-kingsdaling (NNB). Dunsbergen legt uit: ‘Bij het netwerk nemen de collega’s van BZK het voortouw, onder leiding van BZK-projectleider voor krimp William Segers`. In het NNB werken, naast overheden en maatschappelijke or-

Verbondenheid tussen stad en platteland

‘In de jaren ‘80 en ‘90 zijn de stedelijke gebieden geholpen bij de toenmalige grootstedelijke problemen en zijn met vereende krachten stadsvernieuwingsprojecten opgezet. Mede door dit nationale beleid doen de steden het nu goed en hebben zij hun rol als economische motor kunnen behouden en versterken. In de huidige diensteneconomie trekken veel mensen naar de stad om zich daar te vestigen. Het ligt dan ook voor de hand dat diezelfde steden nu verbondenheid tonen met regio’s waar de bevolking afneemt. Uiteindelijk is het in het belang van diezelfde steden en van ons allemaal om ook in regio’s met een afnemen-de bevolking de toegang tot kwalitatief goede voorzieningen en daarmee de leefbaarheid te handhaven.’ Uit: Interbestuurlijk Actieplan Bevolkingsdaling, november 2009

‘Krimp zet aan tot denken over de toekomst van onze leefomgeving. Daarmee stimu-leert het overheden, maar ook bedrijven, burgers en maatschappelijke organisaties

om inventief en innovatief te zijn in hun oplossingen.’ Garib Bouziani Provincie Zeeland

Hoe kunnen gemeenten hun eigen karakter in de toekomst behouden? Voor het ontwikkelen van integrale toekomst-perspectieven in krimp- en anticipeerregio’s schrijven de ministeries VROM/WWI en BZK in het najaar de prijsvraag Expeditie 2040 uit.

Page 34: PM 2010-12 - pag 27 over Dutch Connection

34

sPeCiAl wOnen, wijken en integratie

ganisaties, ook onderzoeksinstellingen en universiteiten aan een aanpak van de gevolgen van krimp. Zo leverde het netwerk input voor het actieplan, organiseert het lande-

lijke bijeenkomsten voor deskundigen en bestuurders en beheert het een online kennisplatform over bevolkingsda-ling, Vanmeernaarbeter.nl.’

Nieuwe kennis snel delenDe expertise van NNB’ers ligt allereerst in kennis van de specifieke situatie in krimp- en anticipeerregio’s (regio’s die op termijn met krimp te maken krijgen). De andere dimensie is hun werkveld: dat zijn gebieden zoals ruim-telijke ordening, economie, wonen, openbaar bestuur en onderwijs. Doordat deze lokale professionals experimen-ten uitvoeren in de aanpak van krimp, leren regio’s welke aanpak wel en welke niet effectief is. Deze conclusies delen de regio’s met elkaar via het netwerk.

Tweede winst De winst van de interbestuurlijke samenwerking is meer dan alleen het boeken van concrete resultaten. Het traject kent een grote tweede winst: mensen weten elkaar steeds beter te vinden en zoeken elkaar op, buiten bestaande structuren, via interactieve toepassingen zoals Twitter, LinkedIn en Serious Game. ‘Daarnaast gaan ambtenaren soms voor een tijdje bij andere bestuurslagen aan de slag. Zo hebben collega’s van de provincie Groningen een aan-tal maanden bij het ministerie van BZK gewerkt om het NNB te coördineren. Het ministerie voor VROM/WWI en de provincie Overijssel gaan binnenkort ook zo’n uitwisse-ling doen,’ vertelt Dunsbergen enthousiast.

Twitter, LinkedIn en Serious Game

Via Twitter houden partijen elkaar op de hoogte van de voortgang van ac-ties. Zo leidde een persoonlijke tweet over de voortgang van de bestuur-dersconferentie op 2 december 2010 tot enkele spontane aanmeldingen van sprekers en andere bijdragen. Ook heeft Twitter een account waar nieuws verzameld wordt. Door te zoeken op #bevolkingsdaling kun je snel alle krimpgerelateerde berichten op een rij zetten. De afzenders van die berichten leveren weer inzicht op in mensen en organisaties die zich met het onderwerp bezig houden.LinkedIn kent een discussiegroep over krimp genaamd ‘Krimp, het nieuwe denken’. Hier kun je onder andere vragen stellen, ideeën toetsen, bijeenkomsten aankondigen en presentaties uitwisselen van bijeenkom-sten aan diegenen die niet aanwezig konden zijn. Een goede manier om overzicht te houden over wat er gebeurt, zeker bij een onderwerp waar veel over het land verspreide bijeenkomsten aan worden gewijd.Het ministerie van BZK heeft een zogeheten ‘Serious Game’ ontwik-keld, een computersimulatie annex rollenspel waarin de situatie in een krimpgebied of –wijk wordt nagebootst, waarbij met name de tijd wordt versneld. In het spel kunnen partijen, zoals gemeenten, scholen, woning-bouwcorporaties, provincie, Rijk en bedrijfsleven toetsen in hoeverre hun beslissingen effectief zijn. De eerste games zijn gespeeld en de ervarin-gen zijn zeer positief.

Ondertekening Actieplan Bevolkingsdaling (27 november 2009) bij de Tweede Kamer in Den Haag. Vlnr: Henk Aalderink, burgemeester Van Bronckhorst (namens de VNG), Ank Bijleveld, staatssecretaris van BZK, Eberhard van der Laan, toen-

malig minister voor WWI en Harry van Waveren, gedeputeerde provincie Zeeland (namens IPO)

Fot

o: E

ric v

an N

ieuw

land

Page 35: PM 2010-12 - pag 27 over Dutch Connection

35

sPeCiAl wOnen, wijken en integratie

StootjeToch vindt de projectleider de grootste winst van de goede samenwerking wel dat zij een stootje kan hebben – als daar al sprake van is. ‘We hebben eigenlijk nog niet vaak situaties gehad waarin de verhoudingen op scherp kwamen te staan. Als er geld verdeeld wordt, is er altijd wel wat gesteggel over de verdeling en dat was er nu ook. En ja, de nieuwe lokale partijen na de verkiezingen moesten opnieuw van het nut van een krimpaanpak over-tuigd worden, maar inmiddels wordt er in alle gemeenten meegewerkt. Er is vertrouwen, we hebben elkaars taal leren spreken, we weten van elkaar hoe we in de proble-matiek zitten. Tot nu toe heeft dat, in combinatie met het gedeelde gevoel van urgentie, er beide keren toe geleid dat het gezamenlijke belang prevaleerde.’

Verbreden samenwerkingKrimp was in de afgelopen periode echt een over-heidsvraagstuk. Er werd vooral tussen ambtenaren en bestuurders over gesproken. De interbestuurlijke partners breiden de samenwerking nu actief uit naar partijen buiten de overheid. Dunsbergen: ‘Corporaties, onderwijs-, zorg- en welzijnsinstellingen weten vaak in een vroeg-tijdig stadium wat de gevolgen zijn van een afnemende bevolking en aantallen huishoudens, omdat ze die aan den lijve ondervinden. Denk aan minder leerlingen, kleinere sport- en vrijetijdsverenigingen, een toenemende zorgvraag en een afnemende beroepsbevolking. Dit is ook van belang voor bedrijven en burgers. Wij willen ze er meer bij betrekken. Daarom nodigen we onder andere architecten en bestuurders uit de bancaire sector uit voor de bestuurdersconferentie in december.’ Verder komt er steeds meer aandacht voor burgerparticipatie. Met name de provincie Zeeland heeft de afgelopen periode veel aandacht geschonken aan de betrokkenheid van burgers, waar andere regio’s van kunnen leren.

Nieuwe beleidsvoornemensEn verder? ‘Het denken over krimp gaat gewoon door. We werken momenteel voor de Tweede Kamer aan een tussentijdse rapportage over het actieplan. Begin 2011 kunnen volksvertegenwoordigers hieruit ideeën putten voor een vervolgaanpak. Dat de wil er is, geloof ik wel. Vrijwel alle politieke partijen namen krimp op in hun

verkiezingsprogramma. Met een nieuw kabinet straks zal de geplande voortgangsrapportage meer zijn dan een schets van de stand van zaken. Ongetwijfeld worden hierin een aangescherpte visie en nieuwe beleidsvoorne-mens geformuleerd. Interbestuurlijke samenwerking blijft hierbij onontbeerlijk. Dat is wel gebleken.’

Meer informatiewww.vanmeernaarbeter.nlDe interbestuurlijke website over krimp met achtergronden, lopende projecten en experimenten.

Bevolkingsdaling

Leegstand, verloedering en verpaupering. Mensen die hun huis niet verkocht krijgen en daardoor hun spaargeld of pensioenvoorzieningen kwijtraken. Of die daardoor niet naar een verpleeghuis kunnen verhui-zen, terwijl dat eigenlijk wel zou moeten. Dit soort problemen spelen in delen van Groningen, Limburg en Zeeland, waar door bevolkingsda-ling het aantal huishoudens afneemt. En hoewel de totale Nederlandse bevolking licht blijft groeien, daalt de bevolking ook in andere regio’s al geruime tijd. Vooral hoger opgeleide jongeren trekken weg naar de steden en de Randstad. Omdat er minder kinderen worden geboren, wordt de krimp niet gecompenseerd. Groningen, Limburg en in mindere mate Zeeland hebben daarnaast te maken met bovengemiddelde vergrijzing en ont-groening. Ook in een aantal zogenaamde anticipeerregio’s zal het aantal huishoudens in de toekomst dalen. Zij moeten maatregelen nemen om bijvoorbeeld een overschot aan gebouwen en bedrijventerreinen te voorkomen. In de krimpregio’s verandert de behoefte aan zorg en onderwijs en neemt de potentiële beroepsbevolking af. Aanvankelijk dachten gemeenten dat het bouwen van nieuwe gezinswoningen ‘vanzelf’ wel weer nieuwe inwo-ners zou aantrekken. Inmiddels beseffen ze dat dit veelal mensen uit de eigen regio zijn, die elders een lege woning achterlaten. Hierdoor worden problemen niet opgelost, maar verschuiven ze van de ene plek naar de andere. Daarbij zal steeds minder behoefte zijn aan gezinswoningen en juist meer behoefte aan starters- en seniorenwoningen.

‘De demografische omslag van Nederland is begonnen in Zuid-Limburg. De oplos-singen die wij vandaag vinden, zijn morgen relevant voor toekomstige krimpregio’s.

Door onze kennis en kunde te delen met anderen, worden we samen sterker.’Ben van Essen provincie Limburg

Programmamanager Bart Dunsbergen is bij VROM/WWI verantwoordelijk voor het interbestuurlijke programma Bevolkingsdaling

Page 36: PM 2010-12 - pag 27 over Dutch Connection

36

interview

Nederland is hard toe aan een nieuw oplei-dingsinstituut voor de hogere ambtenaar, geënt op de fameuze École Nationale d’Administration, waar de fine fleur van de Franse ambtelijke dienst sinds jaar en

dag zijn opleiding geniet. Dit ‘Clingendael voor de open-bare dienst’ zou in plaats moeten komen van het huidige versnipperde aanbod, dat verspreid is over de Nederlandse School voor Openbaar Bestuur, de Campus Den Haag van de Universiteit Leiden, het ROI en talloze departementale academies. Dit is een van de voorstellen die Ralph Pans en Ton Horrevorts doen in hun nieuwe boek Presterende bestuurders, een bij tijd en wijle snoeiharde analyse van de Gordiaanse knoop waarin het openbaar bestuur van Nederland in de ogen van de auteurs verzeild is geraakt. Mede aan de hand van interviews met 24 bestuurlijke pro-minenten (zie p. 38) komen Pans en Horrevorts tot een soms ontluisterend beeld van de bestuurlijke sector anno 2010, waar ‘niemand meer regeert en niemand meer pres-teert’.

Pans, directievoorzitter van de VNG, en Horrevorts,

organisatiedeskundige met een lange staat van dienst in de publieke sector, schreven eerder over de noodzaak van gekozen burgemeesters en de wenselijkheid van kernkabi-netten. Nu richten ze hun pijlen op de in hun ogen onzalige versnippering van het totale bestuurlijke stelsel. Zij pleiten voor versterking van de kwaliteit van de overheidsorganisa-tie door middel van sanering van het aantal bestuurslagen, investeren in de ambtelijke organisatie, vergroting van de invloed van de kiezer en bovenal voor een cultuuromslag.

versnipperd aanbOdTon Horrevorts: ‘Een treffend voorbeeld van de huidige versnippering is dat een hoge ambtenaar die ik niet na-der bij naam wil noemen niet zo lang geleden de opdracht kreeg van het SG-Overleg om eens uit te zoeken hoe het beter kan met de ambtenarenopleidingen. De ambtenaar in kwestie kwam er na een tijdje achter dat een andere ambtenaar bezig was met precies dezelfde opdracht. Daar-op besloot hij, niet geheel onlogisch, de opdracht terug te geven. Het is in a nutshell precies wat er mankeert aan de huidige overheidsorganisatie. Te veel mensen zijn met dezelfde dingen bezig. Wat dat betreft is het heel verhel-derend om de Staatsalmanak door te bladeren. Dan zie je dat er bij sommige ministeries wel vijf directies bezig zijn met strategie-ontwikkeling. Dan laad je de verdenking van dubbel werk toch wel heel erg op je. Waarom niet één directie strategisch advies voor de gehele rijksorganisatie?’

Ralph Pans: ‘Wat er mankeert aan de huidige opleidin-gen voor de hogere ambtenaar is afgezien van het versnip-perde aanbod dat er nauwelijks sturing op wordt gegeven. Opleidingen vinden plaats op ad hoc-basis: wie betaalt, bepaalt, en dat kan iedere keer weer een andere partij zijn, zodat er veel te weinig op kwaliteit en duurzaamheid wordt aangestuurd. Dat zag je bijvoorbeeld bij de Academie voor

rAlPH PAns en ton Horrevorts roePen bestuurders oP tot PrestAties

‘er is te veel kluitjesvoetbal’

In hun nieuwe boek Presterende bestuurders schetsen Ralph Pans, directievoorzitter van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten, en organisatiedeskundige Ton Horrevorts een bestuurlijk Neder-land waar ‘niemand meer regeert en en niemand meer presteert’. Pas met herstructurering van taken komt er totaalvoetbal tussen de bestuurslagen.

tekst rené zwaap

foto welmer keesmaat

Page 37: PM 2010-12 - pag 27 over Dutch Connection

37

interview

Vijf vuistregelsWie zich als bestuurder overeind wil houden in het wilde tijdperk van de mediacratie, doet er goed aan zich de vijf vuistregels eigen te maken die Pans en Horrevorts propageren. de ‘Big Five’ zijn:

• Werk aan vertrouwen• Wees een binder• Wees persoonlijk aanspreekbaar• kies voor actieve openheid• zorg voor een heldere mediastrategie

de Wetgeving. Op zich een goed initiatief, maar de finan-ciering ervan verloopt via de vragende partij, zodat er te weinig in het oog wordt gehouden wat er werkelijk nodig is voor een structurele kwaliteitsverbetering.’

Horrevorts: ‘Een soortgelijk probleem zie je bij de Algemene Bestuursdienst, die niet op kwaliteit focust, maar op doorstroming van het ene departement naar het andere, zeg maar op het rondpompen van algemeen ma-nagers. Dat rouleren tussen overheidsdiensten is verwor-den tot een doel op zich. Het was een overreactie op een aantal affaires uit het verleden waarbij topambtenaren te zeer vergroeid bleken met één bepaalde functie binnen één departement. Maar het effect van dat dogmatische rouleren is nu dat je een soort uniform soort overheids manager krijgt, en dat specifieke kennis die sommige functies nu

Ton Horrevorts (l.) en Ralph Pans

Page 38: PM 2010-12 - pag 27 over Dutch Connection

38

interview

eenmaal vereisen niet de noodzakelijke aandacht krijgt. Het leidt tot vervlakking die extra fnuikend is nu er aan de andere kant van de medaille steeds minder bewindsperso-nen in Den Haag zijn met de vereiste dossierkennis. Wan-neer een minister aantreedt op een departement krijgt hij eerst een stapel dikke ordners in zijn maag gesplitst met de dingen die hij volgens zijn ambtenaren moet vinden. Dat zou natuurlijk andersom moeten zijn: de minister zou zijn ambtenaren moeten vertellen wat hem aan prioriteiten voor ogen staat. Ik vrees dat het bij veel nieuwe ministers dan heel erg stil zou blijven.’

nieuwe realiteitenPans en Horrevorts signaleren dat er door de diverse bestuurslagen vaak ‘kluitjesvoetbal’ wordt gespeeld: te veel ambtenaren van verschillende instanties worden door hun leidinggevende op hetzelfde dossier gezet, zonder dat duidelijk is wie nu precies voor wat verantwoordelijk

is. Pans: ‘We zouden wat dat betreft een voorbeeld kun-nen nemen aan de Nederlandse uitvinding van het totaal-voetbal: iedere speler heeft een specifieke taak vanuit een door de trainer opgesteld positiespel. Een zelfde concept zou heilzaam zijn om de diverse bestuurslagen beter op elkaar af te stemmen. Daarbij moet ook meer dan nu het geval is rekening worden gehouden met de verschuivin-gen in het politieke landschap die de EU met zich heeft mee gebracht. Je zou Brussel kunnen beschouwen als de bovenste bestuurslaag, het Rijk als het middenbestuur en daaronder komt nu een schier onoverzichtelijk woud van overheden als provincies, gemeenten, waterschappen en wat dies meer zij. Op die nieuwe realiteit zou beter moeten worden ingespeeld, en dan ontkom je niet aan een sane-ring van het stelsel zoals we dat nu kennen. Die sanering moet geschieden op basis van de vraag: wie doet wat? We moeten voorkomen dat we ons storten in een eindeloze po-lemiek over welk bestuurslichaam moet worden opgeheven

en welk niet. Reorganisaties van bestuurlijke lichamen zijn duur, tijdrovend en, hoe wenselijk ook, niet de meest voor de hand liggende acties in tijden van gigantische bezuini-gingen op het overheidsapparaat.’

Horrevorts: ‘Voor het aanpakken van bestuurlijke drukte is lef en doorzettingsvermogen nodig. Dat zie ik op dit moment in Den Haag te weinig. Interbestuurlijk wer-ken moet tussen de oren zitten in plaats van afgedwongen te worden met eindeloze polemieken over bevoegdheden. Vaak zie je nu nog stammenstrijd tussen de diverse over-heidslichamen over wie waarvoor verantwoordelijk is. Die is per definitie onvruchtbaar en leidt tot niets. Je zag het in het verleden aan de bar slechte relatie tussen Vrom en VenW, die voortdurend met elkaar in de clinch lagen over de competenties. Tegenwoordig is die relatie gelukkig in een beter vaarwater terechtgekomen. Je ziet het ook terug in het eindeloze getouwtrek tussen provincies en gemeen-ten over de toekomst van de jeugdzorg. Of, zeer recent nog, in de wijze waarop de politie keihard wordt teruggefloten door de minister van BZK als Bernard Welten namens het Amsterdamse korps zegt dat de politie niet verder wenst samen te werken met Suriname nu Desi Bouterse daar president is geworden. Ik weet zeker dat Welten die uit-spraak niet zo maar deed, maar dat daar overleg met alle betrokkenen aan vooraf is gegaan. Door het feit dat hij dat zegt, heeft hij kennelijk op een paar lange Haagse tenen gestaan. Dat is allemaal territoriumdrang vanuit het mi-nisterie, laten zien wie er de baas is, bedoeld voor de büh-ne, maar op geen enkele wijze relevant voor de werkelijke beleidsvragen. Net zoals reorganiseren om het reorganise-ren vaak een vruchteloze exercitie is. Zou de veiligheid op straat er werkelijk mee gebaat zijn als de politie in plaats van onder BZK straks bij Justitie wordt ondergebracht, zoals kennelijk de bedoeling is? Ik ben daar erg sceptisch over. Focussen op doelmatigheid kan veel meer, en op veel kortere termijn opleveren dan de zoveelste grootscheepse reorganisatie van het ambtelijk apparaat, die vaak meer geld kost dan het oplevert. Politici moeten proberen over hun eigen schaduw heen te springen.’ ˚Presterende bestuurders is te koop in de boekhandel en te bestellen via www.sdu.nl. iSBN 9789012134941, € 29,50

Een keur aan prominenten van bestuurlijk Nederland trekt voor-bij in de interviews die Ralph Pans en Ton Horrevorts hebben opgenomen in hun nieuwe boek: jozias van aartsen, ahmed aboutaleb, Harry Borghouts, Wouter Bos, Bernard Bot, Elco Brinkman, job cohen, Wim deetman, jan Franssen, aart jan de geus, Thom de graaf, Hans Hoogervorst, jaap de Hoop Scheffer, guusje ter Horst, annemarie jorritsma, ad Melkert, Marco Pastors, alexander Pechtold, Yvonne van Rooy, Melanie Schultz van Haegen, Frans Timmermans, Margo vliegenthart, klaas de vries en jacques Wallage. vele geïnterviewden nemen geen blad voor de mond. Neem Harry Borghouts, tot voor kort commissaris van de koningin in Noord-Holland: ‘in het algemeen

vertrouw ik de politiek niet. Er zijn altijd dubbele agenda’s, een enkeling is eerlijk.’ Ex-minister van Buitenlandse zaken Bernard Bot hekelt het ‘ondermaatse’ niveau van vele kamerleden en de managersmode in de ambtenarij: ‘Beleid maken kwam op het achterste pitje te staan. We weten allemaal dat manage-ment- en leiderschapscursussen maar weinig toevoegen. als je wilt bezuinigen, schaf je die cursussen af.’ guusje ter Horst, ex-minister van Bzk, toont zich verbitterd over haar voormalige collega’s in Balkenende iv: ‘ik kwam in het kabinet en verwachtte een collegiaal bestuur. Niets is minder waar. Het oplossen van de problemen van Nederland was niet de eerste doelstelling van het kabinet’.

‘Kabinet miste collegialiteit’

‘de algemene bestuursdienst fOcust niet Op kwaliteit’

Page 39: PM 2010-12 - pag 27 over Dutch Connection

39

inspiratie

De tijd van onbe-zorgdheid is voor-bij. Vandaag begint de lange weg naar morgen. Deze eerste

regels van de openingstune van Goede Tijden, Slechte Tijden zouden een prima opening zijn van de Troon-rede, die over enkele weken wordt uitgesproken door Koningin Beatrix. Iedereen weet hoe slecht de econo-mie ervoor staat. Iedereen weet dat het eind nog niet in zicht is. Iedereen weet ook dat met keihard bezuinigen alleen Nederland niet sterker uit de strijd komt. Want iedereen weet ten-slotte dat door alle aandacht voor de economie andere belangrijke proble-men, zoals onderwijsachterstanden en de milieucrisis, blijven liggen. De tijd van onbezorgdheid is voorbij. Maar hoe ziet de lange weg naar morgen eruit?

Het volgende kabinet zal in ieder geval gaan saneren, en dat is goed. Saneren betekent letterlijk ‘gezond maken’. Voor een land betekent dat de overheidsfinanciën op orde bren-gen, ineffectief beleid stoppen, effectief beleid efficiënter ma-ken en het hele apparaat een grote beurt geven. Dan kan het land er weer een paar jaar tegenaan. Maar daarna? Alles lijkt erop dat deze crisis zo diep gaat snijden dat de toekomst van hele sectoren van de economie en grote delen van de publieke dienstverlening op het spel staan. Zelfs met drastische bezuinigingen en forse saneringen kunnen we dat niet voor-komen. Sommigen beweren dat juist door die bezuinigingen en saneringen Nederland on-herstelbaar beschadigd wordt.

Het probleem is echter niet de nadruk op saneren. Het probleem is het gebrek aan aandacht voor innoveren. Het politieke debat gaat over hoe-veel er bezuinigd moet worden en waar. Links wil de lagere inkomensklasse ontzien, rechts de hogere inkomensklasse. Links wil een sterker sociaal vangnet, rechts wil een sterkere banenmachine. Links wil investeren in het milieu, rechts in de economie enzovoort, enzovoort. De meer fundamentele voorstellen voor hervorming (van links en rechts) zijn gro-tendeels gesneuveld in een debat dat vooral leek te gaan over hoe de steeds kleinere koek het beste verdeeld kon worden. Innovatie van de publieke sector is geen issue in de verkie-zingen geworden, terwijl het in feite het belangrijkste onder-werp was gezien de toestand van de economie, de overheids-

financiën en de toenemende druk op publieke voorzieningen.

Op nationaal niveau ontstaat er hoe dan ook een precair machts-evenwicht. Een succesvolle strategie voor innovatie zou zich daarom moe-ten richten op het stimuleren van creativiteit van onderop en buitenaf, gekoppeld aan een regime dat het beste van alle overheden verwacht. Zo’n strategie zou in ieder geval de volgende speerpunten bevatten.

Innoveren kun je leren! Inves-teer in jonge ambtenaren (en po-litici) door hen praktijktrainingen en coaching aan te bieden op het gebied van strategisch innovatie-management. Maak deze trainingen verplichtend: het begint met een

concreet project en eindigt met tastbaar resultaat.Pas toe of leg uit! Inventariseer op alle gebieden van

dienstverlening en bedrijfsvoering door gemeenten en zbo’s wat de beste benaderingen van bepaalde problemen of processen zijn. Maak vervolgens financiering afhankelijk van de toepassing van één van die benaderingen.

Leren kopieren! Leren van het buitenland doe je niet door een studiereisje hier en daar of het raadplegen van databases met best practices. Organiseer gerichte transfer projecten van evidence based innovaties in het buitenland.

Als we de huidige crisis willen benutten om Nederland sterker en duurzamer te maken moeten we even drastisch innoveren als saneren. Zoals we ook niet meer kunnen

bezuinigen met een kaas-schaaf, zo kunnen we ook niet meer innoveren met de hobbykwast. Innovatie blijft een creatief, politiek en

daarom deels onvoorspelbaar proces. Niettemin is het heel goed mogelijk om de kansen op innovatie van onderop sterk te vergroten en de resultaten van innovatie van hogerhand beter te benutten. Dat is niet alleen mogelijk, het is ook noodzakelijk. De tijd van onbezorgdheid is voorbij.

jOrrit de jOng iS alS docENT EN oNdERzoEkER vERBoNdEN aaN HaRvaRd uNivERSiTY’S kENNEdY ScHool oF govERNMENT. Hij RicHT zicH oP iNNovaTiE iN EN vaN dE PuBliEkE SEcToR. iN dEzE SERiE BESPREEkT Hij vooRBEEldEN EN idEEëN uiT BiNNEN- EN BuiTENlaNd diE RElEvaNT zijN vooR HET oPENBaaR BESTuuR.

innOveren zonder hObbykwast

wHAt’s HAPPening?

het volgende kabinet gaat saneren, en dat is goed

Page 40: PM 2010-12 - pag 27 over Dutch Connection

40

inspiratie

Hij was een briljant pianist, wereldwijd een legen-de, maar had nog nooit voet aan wal gezet. Zijn naam: ‘Danny Boodman T.

D. Lemon 1900’. Geboren in 1900 aan boord van een oceaanstomer. Op het schip in een citroenkist gevonden door kolenschepper Danny Boodman. Opgegroeid met de zorg van de bemanning en de verhalen van passa-giers. Ontdekt als muzikaal wonderkind. Zijn talent tot bloei gebracht voor de ogen van bewonderaars uit de hele wereld. Maar nooit een voet aan wal gezet.

Op een dag zou hij uiteindelijk tóch het schip verlaten. Om de oceaan van de an-dere kant te kunnen zien. De bemanning zwaaide hem uit terwijl hij resoluut de loopbrug afliep. Maar halverwege hield hij stil. Achter hem rees het schip dat hij door en door kende. Voor hem strekte New York zich eindeloos uit. Hij liet zijn blik langs de gebouwen glijden, langs de straten, de mensen. Toen draaide hij zich om en klom terug aan boord.

Jaren later, op het schip nog steeds, hield hij zijn vriend Max voor wat hem op de loop-brug tussen wal en schip, was overkomen:

‘Je zet me op die loopbrug en rolt een toetsenbord voor me uit met miljoenen toet-sen. Miljoenen en biljoenen toetsen die nooit ophouden. Dat toetsenbord is oneindig. En als dat toetsenbord oneindig is, dan is er geen muziek die je op dat toetsenbord kunt spelen.’

Hij was geboren op een schip. De wereld was bij hem langsgekomen. Nooit meer mensen tegelijkertijd dan er pasten tussen boeg en achtersteven. En hij speelde zijn geluk op een piano die niet oneindig was. Zó had hij leren leven. Het land? Het land was een schip dat té groot was voor hem.

Zo vertelt Giuseppe Tornatore ons in The history of 1900, een prachtige film naar het boek van Alessandro Baricco. Veelzeggend voor een ieder die zich ontfermt over de grote opgaven waar we als overheid voor staan.

bureaucratieHoe vaak staan wij als ambtenaren op die loopbrug? Achter ons rijst de torenhoge bu-reaucratie, met alle processen en patronen, verhoudingen en rituelen die we door en door kennen. Vóór ons strekt zich een wereld uit tot in het oneindige. Miljoenen mensen in een wirwar van onderlinge afhankelijkheden. We zien alles, behalve een einde. Wie kan er de weg vinden in een wereld zonder einde?

Wie kan er omgaan met vraagstukken die zich over zeven continenten uitstrekken?Met een tijdspanne die tot ver in de toekomst reikt?Met dilemma’s die zich tot geen domein beperken?Met een steeds groeiende stroom van infor-matie?Met zichzelf vermenigvuldigende meningen en beelden?

Wie kan er omgaan met een oneindig grote verscheidenheid aan inzichten en belangen, waarden en werkwijzen?

Het is misschien wel het moeilijkste van de ontwikkeling die we als samenleving en overheid meemaken: leren omgaan met het ongrijpbare. De schaal neemt toe, de snelheid, de veelheid, de verwevenheid. Wat vroeger door de staat werd veilig gesteld, wordt vandaag door de wereldeconomie ontregeld. Wat vroeger per boot drie weken onderweg was, reist vandaag in een halve dag per vliegtuig. Wat vroeger de beeldvorming bepaalde via een paar kranten en omroepen, moet vandaag concurreren met miljoenen ‘zenders’ op het wereldwijde web.

Het is geen wonder dat we houvast zoeken in een universum dat met duize-lingwekkende vaart uitdijt. Het liefst willen we veilig binnen een ommuurde vesting werken. Het liefst zelfs willen we binnen een ommuurde vesting wonen: in een omgeving waar harmonie bestaat, voorspelbaarheid. Een veilig territorium waar wij één zijn met de traditie. Natuurlijk luisteren we naar mensen van buiten. Maar er is nooit tijd genoeg om heel de symfonie te door gronden. Als het erop aankomt, fluit de waan van de dag ons terug en persen we ons werk in kleine fragmenten van schijnmeetbaarheid. Dan grijpen we naar die bureaucratie die we door en door kennen.

Die verkramping is een reflex van iedere organisatie, ieder mens; en dus ook van heel het politiek-bestuurlijke systeem. Als de wereld zwaar op ons drukt, doen we verwoede pogingen om controle te krijgen op een afgebakend domein. Wat blijft is het tijdloze verlangen om aan land te gaan en de dingen wezenlijk anders aan te pakken.

Als je de diep gewortelde behoefte aan zekerheden in jezelf herkent, kun je ook de weerstand tegen veranderen van heel het

leidersCHAPsoPgAve voor vernieuwers in de overHeid

leren oMgAAn Met Het ongrijPbAre

De overheid staat anno 2010 in een spagaat: een ambitieuze beleidsagenda moet tegelijkertijd met ingrijpende besparingen worden opgetuigd. ‘Krimp-kramp’ is de natuurlijke maar ongewenste reflex, meent Wouter Fellendans, adviseur strategie voor de Algemene Bestuursdienst. In dit essay pleit hij voor het verzetten van de bakens. ‘Wie vandaag zelf de regie neemt en vanuit een brede oriëntatie loopbaanstappen zet, is straks klaar voor het zware werk.’

tekst wouter fellendans

Page 41: PM 2010-12 - pag 27 over Dutch Connection

41

inspiratie

systeem op waarde schatten. Zonder tradi-ties ontstaat vervreemding, zonder structuur wordt het leven een chaos, zonder denkmo-dellen leef je in raadsels. Zo lang je behoed-zaam omgaat met alles wat nieuw is, vermijd je al te grote risico’s.

natuurlijke reflexWe staan als overheid voor het realiseren van een ambitieuze beleidsagenda én ingrijpende besparingen. Een paradox van jewelste. Krimpkramp is de natuurlijke reflex: vast-houden aan de structuren van het eigen domein, aan de vertrouwde manieren van denken en werken, aan de eigen mensen. De poorten gaan dicht voor alles wat vreemd is.

Terwijl de oplossingen voor de fundamentele vraagstukken waar we als samenleving en overheid voor staan juist liggen in de uitdijende ruimte van professio-nele en maatschappelijke netwerken.

Daar ligt een belangrijke leiderschaps-opgave voor vernieuwers in een overheid die kleiner wordt. Organiseer een team van bekwame mensen om je heen: gevarieerd van samenstelling en met een open, nieuws-gierige houding; scherpe selectie op grond van kwaliteit en potentieel. Ga met dit team de loopbrug af, trek de wereld in en ervaar de dilemma’s waar we als ambtenaren aan werken uit zeer verschillende perspectieven. De vraagstukken zijn oneindig. Maar dat is

ook het potentieel van mensen die ermee te maken hebben. Je krijgt geen grip op die mensen, je kunt ze niet bespelen. Je kunt ze wél ontmoeten. Hun wereld leren kennen en verbinden met de wereld van politiek en bu-reaucratie.

Succesvolle leiders weten de collectieve intelligentie, creativiteit en daadkracht van professionele en maatschappelijke netwer-ken te organiseren en te benutten voor ge-meenschappelijke doelen. We kunnen als overheid alleen een ambitieuze beleidsagen-da realiseren én tegelijkertijd kleiner worden als we meegroeien met het potentieel van de samenleving en van onszelf.

Danny Boodman T. D. Lemon 1900 kon over de lente in New Orleans vertellen of hij haar zelf had geroken. Voor leiders bij de overheid is dat inlevingsvermogen waardevol, maar niet voldoende. Zij hebben te maken met di-lemma’s in zeer verschillende werelden, waar zeer verschillende referentiekaders gelden. Je kunt die werelden pas met elkaar verbin-den door zelf deel te worden van de verhalen van anderen en anderen deel te maken van je eigen verhaal. Dat vraagt om een grondige kennis van zaken, een uitgestrekt en divers netwerk en het bijzondere vermogen om ver-schillende inzichten, waarden en belangen een plek te geven.

Een voorspelling: de komende vier jaar

zit de overheid in een krimpkramp, daarna komt de exodus van de babyboomgeneratie op gang. Duur verlies van ervaring, hoge ei-sen aan toekomstig talent. Op sleutelposities in alle organisaties worden mensen geselec-teerd die heel verschillende werelden hebben leren kennen; die diepgang én variatie in hun loopbaan hebben gebracht. Van Brussel tot de buurt, van schoolplein tot vergaderzaal, van reflectieve luwten tot het politieke vuur. Wie vandaag zelf de regie neemt en vanuit een brede oriëntatie loopbaanstappen zet, is straks klaar voor het zware werk.

Als je op een schip te vondeling bent ge-legd, nooit eerder voet aan wal hebt gezet, sta je met je zeebenen te zwabberen op het vaste land. Als je altijd aan land hebt geleefd, nooit eerder aan boord van een schip bent geweest, sta je te wiebelen bij de eerste de beste dei-ning. Een kleine, kwalitatief hoogwaardige overheid heeft leiders nodig die hun talen-ten tot bloei hebben gebracht in verschil-lende werelden. Opgegroeid met de zorg van de bemanning en in de verhalen van een ongrijpbare samenleving. Kenners van het spel en meesters in een uitdijende ruimte. ˚wOuter fellendans iS adviSEuR STRaTEgiE vooR dE aBd

linkswww.algemenebestuursdienst.nl

de film The legend of 1900 van de italiaanse cineast guiseppe Tornatore , gebaseerd op een monoloog van alessandro Bariccio, vertelt het verhaal van de vondeling danny Boodman T.d. lemon 1900

Page 42: PM 2010-12 - pag 27 over Dutch Connection

42

inspiratie

Om te begrijpen wat ministers en achter-standswijken bindt, vind ik het belangrijk een korte schets te geven van het pro-bleem. Nederland kent, net als alle andere landen, stadswijken met stevige concen-

traties van maatschappelijke problemen. De veertig wij-ken die het kabinet aanwees als aandachtswijken hebben dezelfde kenmerken. Je gaat er gemiddeld zes jaar eerder dood; het aantal werklozen is twee keer zo groot als in de rest van Nederland; de babysterfte is in veel gevallen twee tot vier keer zo hoog; het aantal schoolverlaters is twee keer zo hoog; de beleving van veiligheid is vele malen slechter

dan elders in Nederland. Het zijn enorme problemen, geconcentreerd in een beperkt aantal wijken.Het getuigt van respect en verantwoordelijkheidsgevoel als ministers hier meer dan serieus aandacht aan geven. De problemen zijn zo groot en complex, dat steun van de centrale overheid en coördinatie van de rijksinterventies, juist enorm kunnen helpen ze op te lossen. Het is in het landsbelang dat Nederland geen ‘no go-areas’ krijgt zoals Parijs en Brussel, waar je af en toe alleen nog maar met tanks en vlammenwerpers in durft te gaan. Het getuigt juist van respect dat ministers lokale bestuurders niet laten zwemmen. Steun aan lokale bestuurders staat bestuurlijke verantwoordelijkheid voor wethouders/burgemeesters niet in de weg. Integendeel, het gaat uit van verantwoordelijk-heid en ondersteunt die door gecoördineerde steun van het Rijk. Niet meer elf departementen apart, maar vanuit één beleidsvisie samenwerken met lokale bestuurders.

Ministers van verschillende politieke kleuren hebben dat dan ook gedaan. De VVD-minister Pieter Winsemius, een beetje op de ‘schouders’ van VVD-ministers Henk Kamp en Sybilla Dekker, de PvdA-ministers Ella Vogelaar en Eberhard van der Laan, en nu CU-minister Eimert van Middelkoop. Al deze bewindspersonen hebben onderkend dat het van nationaal belang is om de kwetsbare wijken van Nederland niet af te schrijven. Aandacht voor deze wijken is geen hobby van ministers, maar onderdeel van een serieus samenwerkingsverband van gemeenten, bewoners, maatschappelijke organisaties en rijksoverheid.

dOOsjeswijsheidJe kunt naar bestuurlijke vraagstukken kijken als doos-jes. Je benoemt een probleem, stopt het in een bestuurlijk doosje, plakt er een label op van een bestuurslaag en duwt het doosje in een laatje. Doosjeswijsheid is dat. Misschien kan dat nog met simpele problemen, maar niet met een complex vraagstuk als achterstandswijken. Het gaat om meer problemen tegelijk, die op verschillende manieren met elkaar samenhangen. Zulke ernstige problemen moet je oplossen. Niet als Rijk alleen, maar samen met gemeen-telijke partners. Niet als gemeenten alleen, maar samen met rijkspartners.

Zo is het ook gegaan. Alle betrokken partners, bewo-ners, lokale bestuurders, maatschappelijke organisaties

dg wwi reAgeert oP kritiek

wAt bindt ministers en wijken?

Ministers horen niet in wijken, betoogde hoogleraar Ferdinand Mertens in PM van 11 juni 2010. Want dat getuigt volgens hem niet van respect voor lokale bestuurders. Het tegendeel is het geval, reageert Mark Frequin, directeur-generaal Wonen, Wijken en Integratie. Lokale bestuurders vragen juist om de aanwezigheid van ministers in de achterstandswijken.

tekst mark frequin

foto’s kiCk smeets

op 25 mei 2010 brachten de ministers Rouvoet (l) en van Middelkoop een bezoek aan de utrechtse wijk kanaleneiland

Page 43: PM 2010-12 - pag 27 over Dutch Connection

43

inspiratie

interbestuurlijke kOekenbakkers

in de politiek is de kwalificatie ‘koekenbak-ker’ geen aanbeveling. dan ben je toch al snel een dilettant of amateur. Toch denk ik bij inter bestuurlijk samenwerken aan koeken-bakkers, aan wie volgens mij node behoefte is. dat vergt toelichting.

Het debat over bestuurlijke verhoudingen gaat meestal over een bestuurslaag erbij of eentje eraf, over twee lagen samenvoegen of toch maar niet, maar vooral ook over wie er dan over blijft als krachtigste bestuurslaag. de discussie over het middenbestuur is verworden tot een dis-cussie over wie verdwijnt en wie de macht van de verdwenen bestuurslaag overneemt. Het gaat over verschuiven van middelen en verantwoordelijkhe-den, niet over het vernieuwen van bestuurlijke structuren of verminderen ervan. dit debat levert – kwalitatief en financieel – weinig op en is dus onin-teressant.

gelukkig zie ik op allerlei plekken ook samenwerking ontstaan, over de gren-zen van bestuurslagen heen. zo werken krimpregio’s keihard samen, waar-bij elke bestuurslaag dienstbaar is aan het probleem. gemeenten werken samen, de provincie springt bij, Bzk vult aan en ook WWi doet zijn best om mee te werken. de corporaties en onderwijsinstellingen schuiven aan en doen wat ze kunnen. Burgers doen niet alleen mee, maar nemen het voor-touw, net als bedrijven en hun lokale werkgeversverenigingen.

organisaties eten elkaar hier niet op, maar relativeren hun eigen grenzen. ze hebben de discussie over wie weg moet geparkeerd en kijken over de grenzen heen om een maatschappelijke kwestie op te lossen. Met pijn en moeite, soms met enig geweld en een tikkeltje illegaal, maar het werkt. als de kwestie groot genoeg is vervagen en vervloeien de organisatiegrenzen vanzelf en komen nieuwe verbanden in beeld.

de toekomst van het openbaar bestuur ligt volgens mij hier. de overheid verbetert zich niet door de grenzen te veranderen, maar door ze te relati-veren, te vervagen en rond concrete vraagstukken nieuwe innovatieve al-lianties aan te gaan. Het gaat niet meer om het verdelen van de koek, maar om nieuwe koeken. daar zijn koekenbakkers voor nodig, mensen die uit bestaande verbanden rond actuele kwesties koeken bakken die voor meer maatschappelijke smaak zorgen. dat mogen bestaande bestuurders zijn, als ze maar met nieuwe baksels komen.

Hoewel de ontwikkeling al deels vanzelf gaat, kunnen we de koekenbakkers een handje helpen door de arena op te schudden. Mijn voorstel is simpel. Het nieuwe kabinet moet besluiten tot het afschaffen van de provincies in – pakweg – 2018. dichtbij genoeg om tot beweging te dwingen, veraf genoeg om goede voorbereidingen te kunnen treffen. Wat er voor in de plaats komt laat men open, zodat nieuwe samenwerkingsvormen de aangekondigde leemte in de interbestuurlijke verhoudingen gaan vullen. zo ontstaat ruimte voor variëteit, voor experimenten en voor nieuwe koeken. laat de koeken-bakkers maar beginnen. Eet smakelijk!

martijn van der steen iS BESTuuRSkuNdigE EN dEcaaN vaN dE NEdERlaNdSE ScHool vooR oPENBaaR BESTuuR

ColuMn

en rijksoverheid hebben een afspraak gemaakt. Niet een afspraak voor 1 jaar, maar voor 10 jaar. Want dit soort problemen los je niet een, twee, drie op. Lange adem is ge-vraagd. Deze aanpak heeft succes, want na drie jaar zijn de eerste resultaten al zichtbaar: een meer positieve beleving van de wijk op het gebied van veiligheid en relatief betere scores op punten als werkloosheid en voortijdig schoolver-laten. Volhouden dus dat wijkenbeleid, ook al is doorgaan op de ingeslagen weg in de politieke arena vaak minder sexy dan iets nieuws beginnen. Voor de bewoners van deze wijken is het belangrijk dat de overheid beloften nakomt en hen niet ‘in de steek’ laat. Uiteraard kan en zal er altijd ruimte zijn voor de wijze waarop de wijkenafspraak wordt ingevuld.

Er is dus geen sprake van ministers die kriskras door wijken schieten, zoals Ferdinand Mertens enigszins disres-pectvol stelt. Aan samenwerking met lokale bestuurders en instanties wordt serieus invulling gegeven. Een samenwer-king die alle andere partijen juist op prijs stellen en aan het Rijk blijven vragen. De nieuwe wethouders, de betrokken corporatiedirecteuren en de bewoners pleiten er allemaal nadrukkelijk voor om op de ingeslagen weg door te gaan.

Is de aanwezigheid van een minister in een wijk nu een probleem, zoals Ferdinand Mertens stelt? Volgens hem lopen ministers lokale bestuurders voor de voeten. Nu maak je beleid niet achter een tekentafel in een Haags kantoortje, Beleid maak je door goed samenspel. De betrokkenheid van ministers bij de wijken ervaren de wethouders, corporaties en de bewoners juist als bijdrage aan een oplossing, niet als een probleem. Zij zijn enthousiast over de kortere lij-nen met het Rijk en als over grenzen van bestuurslagen en departementen heen oplossingen sneller tot stand komen. Want doordat ministers naar een wijk gaan, zoals recent minister Van Middelkoop met collega Donner deed in Amsterdam, kun je grenzen en drempels slechten. En daar gaat het om bij dit type maatschappelijk complexe vraag-stukken. Dat getuigt pas echt van respect. ˚mark frequin iS dg WoNEN, WijkEN EN iNTEgRaTiE (vRoM)

linkswww.wwi.nl

Page 44: PM 2010-12 - pag 27 over Dutch Connection

44

inspiratie

de overHeid kAn goedkoPer én beter

innOvatief bezuinigen Moet nu kunnen

De kaasschaaf en het mes zijn achterhaalde bezuinigings-instrumenten, betogen Marc Gill’ard en Léon Sonnenschein van het strategisch adviesbureau Verdonck, Klooster & Associates. In het kielzog van de taakstelling van 18 miljard euro dient zich een kans op grondige innovatie van de overheids sector aan. Innovaties van diensten, processen en (op de langere termijn) systeem innovaties kunnen gecombineerd met betere samenwerking de overheid kleiner èn effectiever maken.

De overheid staat voor een ongekende bezuinigingsoperatie. Als de voorteke-nen niet bedriegen gaat het nieuwe ka-binet 18 miljard euro bezuinigen, bijna 10 procent van de begroting van het Rijk.

Voor organisaties binnen de overheid kan dit betekenen dat ze na doorvertaling tussen de 15 en 20 procent van hun beïnvloedbare begroting moeten bezuinigen. Ingrijpende wijzigingen in sociale en andere voorzieningen zullen noodzakelijk zijn. En de overheid zelf zal goedkoper moeten worden. Maar in een tijd dat de onvrede van de burger de politieke verhoudingen danig op zijn kop zet, is alleen maar korten op voorzieningen en snijden in de bedrijfsvoering geen optie. De burger wil niet eenzijdig de rekening van de crisis betalen, in de vorm van minder voorzieningen. Die burger wil een goedkopere, een kleinere, maar vooral ook een betere overheid. In die mix van op het oog elkaar uit-sluitende eisen zoeken overheden een uitweg in innovatie. Innovatieve ideeën waarmee het mogelijk is om ‘meer en beter voor minder’ te realiseren.

Bezuinigen gebeurde tot nog toe met de kaasschaaf of met het mes. De kaasschaaf heeft zijn positieve kanten. Als een organisatie wel wat veel vet op de botten heeft, is er niets mis met een algemene taakstelling van een paar procent. Daarmee wordt de organisatie zeker goedkoper, waarschijnlijk zelfs zonder in te moeten boeten aan kwa-liteit. Maar 10 à 20 procent is geen kaasschaaf meer. Dat grijpt diep in. De kans dat burgers en bedrijven daar beter

van worden is klein. Het mes zetten in voorzieningen op basis van heldere keuzes is ook een optie. Bijvoorbeeld minder geld voor maatschappelijk werk en welzijn, het mes in de sport en culturele subsidies en strenger omgaan met de bijzondere bijstand. Maar het risico dat aan deze strategie kleeft is dat de maatschappelijke kosten op lange termijn hoger kunnen zijn dan de korte termijn besparin-gen. De kans is klein dat er effecten optreden die burgers en bedrijven als ‘beter’ ervaren. Beide opties – de kaas-schaaf en het mes – liggen voor de hand, maar zijn in onze optiek volstrekt onvoldoende om de tegenstrijdige eisen die de samenleving stelt te verenigen. Dé uitdaging voor overheidsorganisaties is om te zoeken naar alternatieven die meer en beter kunnen realiseren, maar dan wel voor minder geld.

fundamentele vragenBij de zoektocht naar die alternatieven komen de bekende maar fundamentele vragen om de hoek. Doen we de goede dingen? Doen we de dingen goed? Wat doen we zelf, wat doen we samen en wat besteden we uit? Welke rol willen we spelen in dit vraagstuk en welke andere partijen kunnen daar een rol in spelen? Hoe kunnen we belangrijke publieke waarden borgen als er substantieel en structureel minder geld is? Zijn er nieuwe concepten van dienst verlening mogelijk zodat de service omhoog gaat en de inspanningen daarvoor omlaag?

In onze ogen biedt de crisis kansen voor innovatie. De druk om kosten te besparen met behoud of zelfs verbetering van kwaliteit maakt politici en medewerkers ontvankelijk voor nieuwe ideeën. Naast besparen met de kaasschaaf of met het mes, zien wij drie strategieën voor overheden om op een innovatieve manier beter te worden tegen minder geld:

1. De overheid kan kosten besparen en kwaliteit verbeteren door samen te werken.

2. De overheid kan kosten besparen door te innoveren in wijze van dienstverlening en procesinnovatie.

3. De overheid kan voorzieningen beter maken tegen minder kosten door innovatieve systeem-wijzigingen.

tekst marC gill’ard EN

léon sonnensChein

Page 45: PM 2010-12 - pag 27 over Dutch Connection

45

inspiratie

Samenwerken biedt interessante mogelijkheden voor besparingen en kwaliteitsverbetering als daardoor schaal-voordelen worden gecreëerd en de professionaliteit van de uitvoering van die taken vergroot wordt. Kleine orga-nisaties kunnen hun kwetsbaarheid verminderen. Denk daarbij aan het bundelen van ict-voorzieningen van verschillende organisaties in shared services en gemeen-schappelijke Wmo-uitvoeringsorganisaties. Een ander voorbeeld is het gebruik maken van webservices voor lokale risico signalering voor probleemjongeren, waardoor coördinatie op samenwerking mogelijk wordt. Samenwer-king levert meer op als het dubbel werk voorkomt, zoals bij de gezamenlijke belastingkantoren van gemeenten en waterschappen. Zij verzamelen beide dezelfde vastgoed-informatie voor het bepalen van hun heffingen voor een bepaald belastinggebied. Naast schaalvoordelen hoeven zij door de samenwerking die informatie nog maar één keer te verzamelen en zijn kostenbesparingen tot 50 procent per object mogelijk.

Innoveren van dienstverlening en procesinnovatie kan vaak door slimmer gebruik van ict. Voorbeelden daarvan zijn digitale aanvragen van producten en diensten, zoals het uittreksel bevolkingsregister bij gemeenten en het digitaal indienen van aanvragen voor vergunningverlening. Logius ontwikkelt nu een dienst voor elektronisch betalen en factureren, met de potentie voor de afnemende over-heidsorganisaties een aanzienlijke efficiëntieverbetering te realiseren. Veel organisaties hebben in de afgelopen ‘vette’ jaren fors geïnvesteerd in hun digitale systemen, zonder de mogelijkheden daarvan volledig te benutten. Dat biedt hun nu de kans om met relatief kleine investeringen de dubbel-slag van beter tegen minder kosten te maken.

vertrOuwenAndere typen zijn innovaties waarbij vanuit een ander para-digma naar de dienst wordt gekeken. Bijvoorbeeld de aan-pak van Zoetermeer om kwijtschelding van WOZ-belasting automatisch te verlenen, waarbij de burger meldplicht heeft als de situatie verandert. En de aanpak van Heeren-veen om bouwvergunningen niet meer te toetsen als de

aanvrager verklaart volgens het bouwbesluit te bouwen. Hier worden verantwoordelijkheden anders belegd. Sturen vanuit wantrouwen wordt vervangen door sturen vanuit vertrouwen, met harde sancties voor misbruikers. Ze zijn aantrekkelijk omdat er vanuit het perspectief van bur-gers en bedrijven elementen in zitten van zelfsturing en autonomie hetgeen het gevoel van betere dienstverlening vergroot.

De meest complexe innovaties zijn systeemwijzigingen, fundamenteel andere manieren van sturen, van financieren en van voorzieningen leveren. Denk daarbij aan de introductie van de persoonsgebonden budgetten in de zorg, of de verschuiving in de filosofie bij de overgang van de oude bijstandswet naar de nieuwe Wet werk en bijstand,

Innovatief bezuinigen als alternatief voor kaasschaaf of mes

Pote

ntie

om

 kw

alite

it te

ver

bete

ren

Potentie om kosten te besparen

Hoog

Hooglaag

besparen

innoveer doorsamenwerken

innoveer dienst-verlening en proces

innoveer hetsysteem

steven luitjens direCteur logius

‘Bezuinigen zonder kwaliteitsverlies’

logius beheert overheidsbrede ict-oplossingen en gemeenschappe-lijke standaarden, die de communicatie tussen overheden, burgers en bedrijven vereenvoudigen. directeur Steven luitjens ziet de crisis als kans voor innovatie. ‘ik hoop dat het nieuwe kabinet een lange termijnvisie ontwikkelt en geen bezuinigingsmachine wordt. de crisis introduceert een harde noodzaak om te veranderen. overheids organisaties zullen het met minder geld moeten doen. Samenwerking kan hier aanzienlijk aan bijdragen en werkt daarnaast kwaliteits verhogend’. luitjens hoopt dat de overheid kiest voor innovatief bezuinigen. de rol van smart buyer die logius voor overheidsorganisaties vervult, heeft de afgelopen jaren geleid tot voordeliger gezamenlijke inkoop. als volgende stap ziet luitjens het realiseren van proces- en diensten-innovaties binnen de overheid. ‘Met gezamenlijke voorzieningen kunnen we dat soort innovaties tegen relatief lage kosten ontwikkelen, terwijl de gebruikers flink kosten kunnen besparen. Een voorbeeld is elektronisch betalen en factureren. door deze processen te innoveren is aanzien-lijke efficiëntieverbetering mogelijk.’ daarbij gelooft hij in ‘coalitions of the willing’. ‘in veel situaties is verleiden vele malen effectiever dan verplichten.’

Page 46: PM 2010-12 - pag 27 over Dutch Connection

46

inspiratie

waarbij de nadruk verschoof van inkomensverstrekking naar begeleiding naar werk. Bij systeeminnovaties ligt de besluitvorming vaak op landelijk niveau en daardoor bui-ten de invloedsfeer van de eigen organisatie. Dat maakt ze minder aantrekkelijk voor het realiseren van bezuinigingen op korte termijn. Toch zien we ook hier ‘lokale’ innovaties. Een gemeente kan bijvoorbeeld afstappen van individuele subsidies aan welzijnsinstellingen en in plaats daarvan vra-gen om een integraal aanbod van instellingen gezamenlijk

jelke dijkstra geMeenteseCretAris zoeterMeer

‘Onorthodoxe ideeën krijgen nu een kans’

gemeentesecretaris jelke dijkstra van zoetermeer laat er geen misver-stand over bestaan. de bezuinigingsopgave van 18 miljard zal zeker pijn gaan doen. Tegelijkertijd is hij optimistisch over innovatie. ‘allerlei idee-en waar allang over werd gepraat komen nu in een stroomversnelling. Samenwerking in Haaglanden bijvoorbeeld krijgt nu opeens schwung.’

zoetermeer zet stevig in op digitalisering. de mogelijkheden van het mid-office worden nu in versneld tempo benut met digitale informatie-voorziening en elektronische producten, zoals een online uitreksel uit de gemeentelijke basisadministratie. de crisis leidt tot fundamentele herbezinningen. dijkstra: ‘Wat kan de burger zelf doen? Wat kunnen corporaties? Bezuinigingen, maatschappelijk verantwoord ondernemen, burgerparticipatie en een overheid die zegt “we doen niet alles meer”, die bewegingen grijpen nu op elkaar in.’

‘ander voorbeeld: mensen hoeven de kwijtschelding Woz niet meer steeds opnieuw aan te vragen, alleen te melden als hun situatie veran-derd is. dat levert zowel betere dienstverlening als kostenbesparingen op. de politiek wil liefst bezuinigingen waar de burger niks van merkt, of beter van wordt. daardoor krijgen onorthodoxe ideeën nu een kans.’

op een maatschappelijke vraag. Niet de instelling met haar activiteitenaanbod geldt als uitgangspunt, maar de maat-schappelijke opgave die alleen door de welzijninstellingen gezamenlijk kan worden aangepakt. Het is een aanpak die samenwerking beloont, waardoor de kans op kwaliteitsver-betering bij gelijkblijvende of minder kosten toeneemt.

De eisen van de samenleving voor een goedkopere èn betere overheid zijn niet met elkaar in tegenspraak. De radicale taakstellingen die overheidsorganisaties te wach-ten staan zullen zeker pijn doen. De taakstelling biedt ook een kans voor verbetering door bestaande denkbeelden en werkwijzen ter discussie te stellen, om veelbelovende inno-vaties van anderen over te nemen en om zelf nieuwe inno-vaties vorm te geven. Wij adviseren overheidsorganisaties om niet direct naar de kaasschaaf of het mes te grijpen, maar zorgvuldig de opties voor drie andere strategieën te verkennen: samenwerken, diensten- en proces innovaties en systeeminnovaties. Helaas zullen systeem innovaties voor de korte termijn taakstelling vaak geen soelaas bieden. Wij adviseren de overheidsorganisatie om voor de korte termijn vooral te kijken naar samenwerking en diensten- en procesinnovaties. Door gestructureerd te zoeken naar opties om innovatief te bezuinigen komt goedkoper én beter binnen handbereik. ˚

marc gill’ard iS PaRTNER Bij vERdoNck, klooSTER & aSSociaTES. Hij adviSEERT ovERHEidSoRgaNiSaTiES EN BEdRijvEN Bij STRaTEgiEoNTWikkEliNg EN iNNovaTiE vaN PRoducTEN EN diENSTEN.

léOn sOnnenschein WERkTE alS PRogRaMMaMaNa-gER Bij dE gEMEENTE RoTTERdaM EN Bij iNaXiS, dE coM-MiSSiE iNNovaTiE oPENBaaR BESTuuR vaN HET MiNiSTE-RiE vaN Bzk. SiNdS 1 juli 2010 iS Hij alS MaNagEMENT coNSulTaNT vERBoNdEN aaN vERdoNck, klooSTER & aSSociaTES.

‘Schaf de indicatiestelling in de jeugdzorg af en financier niet meer op product, maar op samenwerking’. Twee innovatie adviezen van Erik gerritsen, bestuursvoorzitter van Bureau jeugdzorg agglomeratie amsterdam, voor de volgende bewindspersoon op vWS. ‘indicatie is verworden tot een bureaucratische oefening. Het gaat om checks and balances. die moeten wij leveren. jeugdzorg is wat dat betreft een verlengstuk van de overheid. Wij hebben toch al mensen rond lopen bij de gezinnen waar het om gaat. laat hen dan ook toetsen of het aanbod werkt en bijsturen.‘Hier zijn geen makkelijke oplossingen. Haal je een kind weg uit voorzorg, dan ben je de gevoelloze bureaucraat, plaats je een kind terug en er gebeurt toch iets, dan heb je de poppen ook aan het dansen. Maar het blijft altijd een educated guess. En je kunt bijna niets in je eentje. je bent enorm afhankelijk van andere instanties die ieder op hun eigen dingetjes worden afgerekend.

Probeer dan maar eens samenwerking te organiseren.

‘Het zou goed zijn als er de komende jaren geïnvesteerd wordt in de jeugdzorg op basis van een maatschappelijke business case. op langere termijn is er dan ontzettend veel geld te besparen. Nu dreigt de kaasschaaf waardoor een systeem dat disfunctio-neert nog verder in de ellende komt. gestarte innovaties, zoals een gezinsmanager die acties van de verschillende betrokken organisaties bij probleemgezinnen coördineert, zullen als gevolg van de kaasschaaf mogelijk sneuvelen en dat is doodzonde. Het enige kapitaal dat ik dan nog heb is de betrokkenheid van mijn mensen, om de zaak een beetje op de been te houden.’

Meer INNoVAtIeADVIezeN VAN erIK GerrItSeN LeeSt U oP www.DeSLIMMeoVerHeID.NL

erik gerritsen bestuursvoorzitter bureAu jeugdzorg AMsterdAM

‘Vergeet de kaasschaaf, innoveer het systeem’

Page 47: PM 2010-12 - pag 27 over Dutch Connection

47

kOrt circuit

Bij de bestuursraad van het ministerie van VWS staat carrièreplanning hoog op de agenda. Elk voorjaar vindt er een vlootschouw plaats. Dan

worden alle medewerkers doorgenomen: waar staan zij in hun loopbaan, wordt het tijd voor een volgende stap en zo ja, welke dan? Hierbij wordt het zogeheten 3-5-7-model ge-volgd: na drie jaar moet een ambtenaar gaan nadenken over een andere baan, na vijf jaar dient dat gerealiseerd te zijn en als dat na zeven jaar nog niet gebeurd is, dan wordt er actief meegedacht over een nieuwe functie.

gemma tielen (57), die de afgelopen jaren directeur Jeugd-zorg is geweest, sprak eerder dit jaar over haar loopbaan met zowel MD-consultant Iris Poelert van de Algemene Bestuursdienst als met directeur-generaal Jeugd en Maatschappelijke Zorg Marcel van Gastel. ‘Ik wilde mijn termijn op de directie Jeugdzorg eigenlijk nog wat rek-ken,’ zegt Tielen. ‘Maar de val van het kabinet gooide roet in het eten. Daardoor was het niet relevant nog langer te blijven.’

Als hoofdinspecteur van de Inspectie Jeugdzorg vervult Tielen een andere rol. ‘Meer toetsend, maar het gaat ook over kwaliteitsbevordering en dat is toch wel mijn stokpaardje.’ Wat het nieuwe kabinet ook beslist, een stelselwijziging voor de jeugdzorg

gaat er komen, meent Tielen. ‘Als gemeen-ten straks de inkoop gaan doen, dan is het bijvoorbeeld belangrijk dat er een systeem van accreditering komt, zodat ze op de hoog-te zijn van de kwaliteit die geleverd wordt. Zo’n slag naar concrete zaken en toetsbaar-heid met de nadruk op kwaliteit, dat vind ik superinteressant.’

De plek die Tielen achterlaat op de direc-tie Jeugdzorg wordt ingenomen door leon Wever (53), die tot 1 september directeur Financieel-Economi-sche Zaken was. ‘Na 6,5 jaar bij FEZ had ik behoefte aan iets anders,’ vertelt Wever. ‘Ik was op zoek naar een beleidsfunctie buiten het ministerie van VWS en ben eens rond gaan kijken.’ Maar toen de functie van directeur Jeugdzorg voorbij kwam, aarzelde Wever geen seconde, ook al hield dat in dat hij op VWS zou blijven. ‘De jeugdzorg is een betrekkelijk nieuw ter-rein voor me en bovendien maatschappelijk zeer relevant, dat vind ik belangrijk.’ Dat het programmaministerie van Jeugd & Gezin op de nominatie staat te verdwijnen, daar maakt Wever zich niet zo druk om. ‘Het gro-te voordeel van het feit dat er de afgelopen jaren een programmaministerie is geweest, is dat de mensen die zich met de jeugdzorg bezighouden elkaar nu beter kennen en een gezamenlijk gevoel hebben ontwikkeld om de problemen aan te pakken. Dat verandert

niet als het programmaministerie verdwijnt.’Op de directie

FEZ neemt theo van Uum (46) de plaats van Wever in. De af-gelopen zes jaar was hij directeur Macro- Economische Vraag-stukken en Arbeids-voorwaardenbeleid (MEVA). ‘Als manager moet je het goede voorbeeld geven, dus ver-ander ik nu van functie,’ aldus Van Uum. Enigszins met pijn in het hart verlaat Van Uum MEVA. ‘Het is een hybride directie met niet alleen staftaken, maar waar de laatste jaren steeds vaker beleidsmatige zaken speel-den. FEZ is meer toegespitst op de Haagse vierkante kilometer, dus ik zal minder con-tact hebben met het veld.’ Tegelijkertijd kijkt hij uit naar zijn nieuwe baan. ‘De uitgaven-ontwikkeling in de zorgsector moet beter be-heersbaar worden. Het is een mooie job om me daarop te gaan concentreren.’

Van Uum wordt bij MEVA opgevolgd door Katja mur (39), die ruim drie jaar directeur Jeugd & Gezin is geweest. Ze is de hekkensluiter van de carrousel. ‘Ik ben benaderd voor andere functies, ook buiten VWS, maar wilde graag op het zorgdossier werkzaam blijven,’ vertelt Mur. ‘MEVA is een strategische club binnen het departement. Zo signaleren we trends en denken we na over het arbeidsmarktbeleid in de zorg. Dat zijn echte hersenkrakers.’ De directie Jeugd & Gezin heeft ze vanuit het niets moeten op-bouwen. ‘Nu spring ik op een rijdende trein die je goed wilt laten functioneren. Het is leuk om het eens op een andere manier te proberen.’ Murs plaatsvervanger bij J&G, Marije Beens, zal tijdelijk de honneurs als directeur waarnemen.˚cindy castricum

vws-direCteuren wisselen vAn funCtie

‘Als manager moet je het goede voorbeeld geven’

Zes jaar geleden maakte Gemma Tielen ook al deel uit van een banencarrousel op het ministerie van VWS. Begin deze maand verruilde ze de directie Jeugdzorg voor de inspectie, waar ze toezicht gaat houden op de werkzaamheden van haar gewezen collega’s. Nog drie andere topambtenaren zijn van functie verwisseld.

Page 48: PM 2010-12 - pag 27 over Dutch Connection

48

kOrt circuit

hans van der vlist (1947)SEcRETaRiS-gENERaal MiNiSTERiE vaN vRoM

‘Ik verraste mijn omgeving door over te stappen naar Justitie’

werkzAAM bij Het rijk sinds 2001eerder bij gemeente rotterdam en schiedam, provincie zuid-holland en het hoogheemraadschap uitwaterende sluizen in hollands noorderkwartierstudie civiele techniek, tu delft

hans van der vlist (1952)diREcTEuR-gENERaal REcHTSPlEgiNg EN REcHTSHaNdHaviNg (juSTiTiE)

‘Een aantal keer ben ik gefeliciteerd met mijn benoeming tot

SG van Vrom’

werkzAAM bij Het rijk sinds 1978bij szw, vrom, justitiestudie heao en rechten, erasmus universiteit rotterdam

hans van der vlist (1955)lid MaNagEMENTTEaM BElaSTiNgdiENST (FiNaNciëN)

‘Soms belt iemand en zegt: “Kom even langs, je zit toch op de gang”’

werkzAAM bij Het rijk sinds 1971eerder bij douane rotterdam, dordrecht, aruba, surinamestudie mulo, verificateursopleiding, ontvangersopleiding

wil de eCHte HAns vAn der vlist oPstAAn?

wie vAn de drieIn de top van de rijksdienst werken maar liefst drie personen die Hans van der Vlist heten. Hoe verwarrend is dat?

ze komen elkaar incidenteel tegen: Hans van der vlist, Sg van het ministerie van vrom, Hans van der vlist, dg Rechtspleging en

Rechtshandhaving van het ministerie van justitie, en Hans van der vlist, lid van het managementteam Belastingdienst van het mi-nisterie van Financiën. de drie van der vlisten zijn geen familie van elkaar en ontmoetten el-kaar pas één keer. dat was een paar jaar ge-

leden tijdens een aBd-bijeenkomst, waar ze gedrieën een praatje hebben gemaakt. Bij de recente ambtelijke heroverwegingsoperatie trad enige verwarring op: de dg Rechts-pleging en Rechtshandhaving was voorzitter van werkgroep nummer zeven, die zich over het hoger onderwijs boog. ‘in mijn agenda verschenen toen afspraken met een aantal collega’s, omdat ze ons verwisselden,’ aldus de Sg van vrom. verder vindt hij, net als zijn naamgenoten, dat de verwarring ‘reuze meevalt’. Poststukken worden nog wel eens verkeerd bezorgd. ‘En een enkele keer krijg ik iemand aan de telefoon die beweert me goed te kennen, terwijl ik geen idee heb,’ zegt van der vlist van justitie. ‘We vinden het eerder

vermakelijk dan vervelend, dat is althans mijn beeld,’ voegt de ambtenaar van Financiën toe. in het kader van de een-overheid- gedachte krijgen alle ambtenaren straks een zelfde e-mailadres eindigend op @rijksover-heid.nl. dat zal nog lastig worden. ‘Welnee,’ zegt de secretaris-generaal. ‘ik verwacht dat ministens het werkonderdeel of de-partement nog aan het e-mailadres wordt toegevoegd.’ ook Financiën-van der vlist voorziet geen problemen en de justitie-van der vlist denkt dat dit wel oplosbaar moet zijn. ‘ik heb het me eerlijk gezegd niet eerder afgevraagd, maar zal eens navragen of dit probleem is onderkend.’ ˚cindy castricum

wie is wie?

aMStordiaujustitie is als streng gezicht van overheid ‘sterk merk’, al langer dan koninkrijk bestaat.anne-marie stordiau, directeur Voorlichting op het ministerie van Justitie, vindt het maar niets dat Justitie op de nominatie staat met BzK te moeten integreren.

attapitSuperleuke dag bij Sg van vrom gehad! Hij is fan van Yammer ter vervanging van overleg-gen en inzet van sociale media door beleid. #yam #in.anita smit, projectmedewerker Nieuwe Huis-vesting Venw en Vrom propageert met verve Het Nieuwe werken binnen de overheid.

guidoRijnja‘Beroep: beleidsambtenaar’ is geland. dank dilemmadiva’s van Rijksadvies, responden-ten, opleiders en Sg Bzk. Hans Wilmink en ik genieten na.Kennisadviseur guido rijnja van de rijksvoorlichtingsdienst is tevreden over de lancering van zijn boek.

in 140 tekens

Page 49: PM 2010-12 - pag 27 over Dutch Connection

49

kOrt circuit

De auteurs Ton Horrevorts en Ralph Pans interviewden voor het boek

Presterende Bestuurders 24 vooraanstaande Nederlandse bestuurders over

de actuele vraag waarom besturen steeds moeilijker wordt en hoe we daar

verandering in kunnen brengen. Zij analyseerden de problemen waarmee het

openbaar bestuur te kampen heeft. Op grond daarvan formuleerden zij de vijf

belangrijkste eisen waaraan een bestuurder moet voldoen. Op 9 september

werd het boek overhandigd aan Gerdi Verbeet tijdens de lancering in

Den Haag.

In het boek staan interviews met o.a.:

Ahmed Aboutaleb, Elco Brinkman,

Thom de Graaf, Jaap de Hoop Scheffer,

Guusje ter Horst en Jacques Wallage

Meer weten of bestellen?

Bel Sdu Klantenservice op (070) 378 98 80 of ga naar www.sdu.nl.

NIEUW: PRESTERENDE BESTUURDERSWaarom besturen in ons land steeds moeilijker wordt en hoe we daar verandering in kunnen brengen.

Auteurs: Ton Horrevorts en Ralph PansISBN: 978 90 12 13494 1Prijs: € 29,50

“Een belangrijke voetbalwedstrijd

verloopt gedisciplineerder dan

een debat in de Tweede Kamer”

Klaas de Vries

de val van een topambtenaar

Thesaurier-generaal leo ries, joods en homoseksueel, werd op 25 mei 1936 in zijn woning in Den Haag gearresteerd op verdenking van ontuchtige handelingen met een zeven-tienjarige jongen. Zijn arrestatie was voorpaginanieuws.

De ministerraad ging na de arrestatie onmiddellijk tot schorsing van de topambtenaar over. Minister van Financiën p.J. oud noemde Ries ‘een verdorven man’. Ries hield zijn onschuld vol, maar zonder succes. Hij werd ontslagen en nam verbitterd de wijk naar Portugal en vervolgens New York.

Hoewel reeds in 1945 werd toegegeven dat de vervolging van Ries eigenlijk nergens op berustte, kwam rehabilitatie pas laat op gang. Minister els Borst van Volksgezondheid onthulde in 1997 in de Am-sterdamse Vinkenstraat een plaquette ter herinnering aan Leo Ries. In haar toespraak ging ze in op zijn noodlot: ‘Leo Ries mocht zichzelf niet zijn en werd ontslagen voor een vergrijp dat nooit bewezen is en dat op dit moment al helemaal geen vergrijp zou zijn. Ik sta hier dus eigenlijk ook om Leo Ries te rehabiliteren en ik doe dit graag namens het hele kabinet.’

In de onlangs verschenen tweede en vermeerderde druk van Wij van het verloren ras, een briefwisseling tussen mr. L.A. Ries en mr. H.J. Bouman, 1923-1962 wordt aan de hand van de corresponden-

tie tussen Leo Ries en zijn gewezen studie-genoot harro Bouman duidelijk hoezeer Ries heeft geleden onder zijn val. Zijn ontslag ging gepaard met geen enkele vorm van financiële compensatie. Dat hij in ballingschap nog wist te overleven, was te danken aan bankier fritz mannheimer van de bank Mendelssohn & Co, die hem inkomen verschafte in ruil voor advie-zen op het gebied van de haute finance. Dank-zij zijn vlucht naar de VS wisten Ries en zijn moeder wel te ontkomen aan de Jodenvervol-ging van de nazi’s. Het boek is uitgegeven door hessel Bouman, zoon van de Zwolse advocaat Harro Bouman met wie Ries tot aan zijn dood in 1962 mee bleef corresponderen. NRC-Handelsblad-columnist J.l. heldring verzorgde het voorwoord van het boek. Heldring heeft Ries nog persoonlijk gekend en kraakt harde noten over het ‘schervenge-richt’ van 1936. ˚rené zwaap

Wij van het verloren ras, een briefwisseling tussen mr. l.a. Ries en mr. H.j. Bouman, 1923-1962 werd in eigen beheer uitgegeven en is te bestellen via [email protected]

tweede druk versCHenen

advERTENTiE

Page 50: PM 2010-12 - pag 27 over Dutch Connection

over de vloer

De rekenmeesters van Prinsjesdag

wie medewerkers direCtoraat-generaal

rijksbegroting, ministerie van finanCiën

wAAroM topdrukte in de aanloop naar prinsjesdag

wAnneer vrijdag 27 augustus 2010

tekst Cindy CastriCum beeld welmer keesmaat

Minister De Jager van Financiën schaakt deze zomer op twee borden tegelijk. Hij schuift zo nu en dan

aan bij de formatieonderhandelingen en werkt met zijn collega’s van het kabinet aan een beleidsarme

rijksbegroting voor 2011. Op het ministerie van Financiën hebben ze het er maar druk mee. Op een

druilerige vrijdagochtend ging PM langs bij de ambtenaren van het DG Rijksbegroting.

dirk Roelofsen, Marjo grond-huis, johan van den Berg en Eelco Heinen (vlnr) van de sectie vWS. de begrotingscyclus begint al in maart als in kaart wordt gebracht wat er op het terrein van de volksgezondheid te verwachten is. de formatie maakt dat het proces dit jaar wat anders verloopt. ‘je weet dat daar ook naar de begroting van 2011 wordt geke-ken,’ zegt grondhuis. ‘dus er wordt nu deels dubbel werk gedaan.’

jacob van gent van Bureau Beleids-voorbereiding coördineert het con-tact tussen alle secties van de inspec-tie der Rijksfinanciën en de minister. op het moment dat PM binnenkomt, maakt hij net per mail een afspraak om in de lunchpauze te gaan hardlo-pen. zo blijft hij dus fris in zijn hoofd!

de sectie juBi: david abrahams, Sandrien de klerk, Henk jan oosterhuis, Eva crouwel, Wim jansen, Eric verweij en irene linthorst (vlnr). zij onderhandelen met justitie en Binnenlandse zaken (inclusief de decentrale overheden) over de uitgaven. ‘We proberen hen te bewegen de hand op de knip te houden,’ zegt crouwel. ‘En we kijken of ze hun middelen doelmatig besteden,’ voegt linthorst toe.

Wouter Schilperoort (algemene Financiële en Economische Politiek) is een van de auteurs van hoofdstuk 2 van de Miljoenennota. ‘dat is de eco-nomische analyse waarop het beleid gebaseerd is,’ zegt Schilperoort, voor wie het de eerste keer is dat hij meeschrijft aan de Miljoenennota.

jannes Nieuwenhuijzen kruseman en agnetha kindt poseren bij hét koffertje. kindt mag, als financial trainee en coördinator van de Miljoe-nennota, op Prinsjesdag met de minister mee naar de kamer om het koffertje aan te bieden.

Hanneke van den Bout en Evert vos, beiden al twaalf jaar werkzaam voor Financiën, hebben zich de afgelopen tijd over het Belastingplan gebogen. dit plan moet op 31 december door beide kamers akkoord zijn bevon-den. ‘de snelheid is uniek voor een wetgevingsproces,’ zegt vos. van den Bout vult aan: ‘direct na Prinsjesdag zijn we dus heel druk in de weer met de behandeling van het plan in de kamer.’ Nieuw dit jaar is een techni-sche briefing voor maatschappelijke organisaties om duidelijk te maken welke maatregelen het Belastingplan voor 2011 bevat.

50

kOrt circuit

Page 51: PM 2010-12 - pag 27 over Dutch Connection

51

De Waterschapsalmanak verschijnt één keer per jaar en bevat een compleet overzicht van alle Waterschappen. Het is een ‘must have’ voor iedereen die met de Waterschappen te maken heeft!

De Waterschapsalmanak biedt u:✔ Alle contactgegevens van de relevante bestuurders en beleids-

makers van alle Waterschappen.✔ Unieke kaarten per waterschap en de overzichtelijke Waterschaps-

kaart van Nederland.✔ Eenvoudig zoeken van Waterschappen op alfabet, per provincie en

per gemeente.✔ Relevante contactgegevens van diverse Ministeries, Rijkswaterstaat

en de Unie van Waterschappen.

Waterschapsalmanak 2010/2011Prijs € 48,50ISBN 978 90 12 13474 3

De nieuwe Waterschapsalmanak 2010-2011Een onmisbaar naslagwerk!

Meer weten of bestellen? Kijk op www.sdu.nl of bel Sdu Klantenservice op (070) 378 98 80.

Automatisch elk jaar de Waterschapsalmanak ontvangen?Neemt u dan een abonnement op de Waterschapsalmanak. Hiermee ontvangt u bovendien 20% korting op de verkoopprijs! Kijk op www.sdu.nl/almanakken voor meer informatie.

volgende keer in pm public missiOn

tHeMA risicO’s en rampenbestrijdingDuisburg ligt nog vers in het geheugen. Kan een dergelijk drama ook in Nederland plaatsvinden?Plus: op 1 oktober treedt de Wet op de veiligheidsregio’s in werking en tijdens de formatie wordt gesproken over een nationale politie. Bij wie is de regie het beste in handen?

uitgeliCHt 15 jaar wet Op de OndernemingsradenSteeds minder animo voor OR.

vernieuwde site pm.nlonderdeel van het platform PM Public Mission is de vernieuwde website. op PM.nl treft u dossiers aan over de volgende thema’s: bestuurskracht, duurzaamheid, Europa, financiën & economie, innovatie, re(organisatie) overheid en toezicht. dagelijks actualiseren wij de site, voegen nieuws en discussie-onderwerpen toe. de agenda vandaag in den Haag wordt op PM.nl geïntegreerd: voortaan zijn niet alleen werkbezoeken, debatten en symposia van vandaag te raadplegen, maar ook die van de komende twee weken.

Surf naar Pm.nl en laat ons weten wat u van de vernieuwde PM én de website vindt.

Meld u aan voor onze groep op linkedin

volg ons op Twitter: @PMPublicMission

Page 52: PM 2010-12 - pag 27 over Dutch Connection

LATEN WE HELPEN DE LUCHT SCHONERTE MAKEN. LET’S GO.Schone lucht, we kunnen niet zonder. Niet alleen vandaag, maar ook morgen. Want ook toekomstigegeneraties moeten kunnen leven en spelen in een schonere lucht. Shell werkt daar voortdurend aan.Zo heeft Shell in Brazilië een stookolie voor fabrieken ontwikkeld die de roetuitstoot tot wel 75% kanverminderen. Dat zou ons letterlijk een beetje meer lucht kunnen geven. Dit is slechts een van de veleactiviteiten die Shell onderneemt voor een betere energietoekomst. Let’s go. www.shell.nl/letsgo

0434_21_024 Shell 225x297_Vlieger.indd 1 21-06-10 13:24