Oxford Cambridge and RSA Friday 9 June 2017 – Afternoon

16
Friday 9 June 2017 – Afternoon GCSE DUTCH A803/01 Reading INSTRUCTIONS TO CANDIDATES Write your name, centre number and candidate number in the boxes above. Please write clearly and in capital letters. Use black ink. Answer all the questions. Read each question carefully. Make sure you know what you have to do before starting your answer. Write your answer to each question in the space provided. Additional paper may be used if necessary but you must clearly show your candidate number, centre number and question number(s). Do not write in the barcodes. INFORMATION FOR CANDIDATES The number of marks is given in brackets [ ] at the end of each question or part question. The total number of marks for this paper is 50. You do not have to write in full sentences and your answers will not be marked for the accuracy of the language. Dictionaries are not allowed. This document consists of 16 pages. Any blank pages are indicated. * A 8 0 3 0 1 * OCR is an exempt Charity Turn over © OCR 2017 [L/501/5457] DC (KN/SW) 116929/2 Candidates answer on the Question Paper. OCR supplied materials: None Other materials required: None *5823538089* Duration: 1 hour Oxford Cambridge and RSA

Transcript of Oxford Cambridge and RSA Friday 9 June 2017 – Afternoon

Friday 9 June 2017 – AfternoonGCSE DUTCHA803/01 Reading

INSTRUCTIONS TO CANDIDATES• Write your name, centre number and candidate number in the boxes above. Please write

clearly and in capital letters.• Use black ink.• Answer all the questions.• Read each question carefully. Make sure you know what you have to do before starting

your answer.• Write your answer to each question in the space provided. Additional paper may be

used if necessary but you must clearly show your candidate number, centre number and question number(s).

• Do not write in the barcodes.

INFORMATION FOR CANDIDATES• The number of marks is given in brackets [ ] at the end of each question or part

question.• The total number of marks for this paper is 50.• You do not have to write in full sentences and your answers will not be marked for the

accuracy of the language.• Dictionaries are not allowed.• This document consists of 16 pages. Any blank pages are indicated.

* A 8 0 3 0 1 *

OCR is an exempt CharityTurn over

© OCR 2017 [L/501/5457]DC (KN/SW) 116929/2

Candidates answer on the Question Paper.

OCR supplied materials:None

Other materials required:None

*5823538089*

Duration: 1 hour

Oxford Cambridge and RSA

2

© OCR 2017

BLANK PAGE

PLEASE DO NOT WRITE ON THIS PAGE

3

Turn over© OCR 2017

Answer all the questions.

Exercise 1: Questions 1 – 5

Places in town

Look at the pictures and read the sentences.

A B C

D E F

Write the correct letter in the box.

Example:

Post brief op het postkantoor. B

1 Kerk op de brink. [1]

2 Trein Amsterdam spoor 1. [1]

3 Ziekenhuis links af. [1]

4 Zwembad Liendert hele jaar open. [1]

5 Op reis met het vliegtuig, tof! [1]

[Total: 5 marks]

4

© OCR 2017

Exercise 2: Questions 6 – 12

Putting on a musical

Read the letter and look at the pictures.

Lieve Karin,

We gaan op school een musical doen. Ik kan dansen, maar we hebben andere mensen nodig om te zingen. Onze leraren helpen om decors te schilderen. Mijn moeder naait kostuums. Wij moeten alleen de tekst leren. Kun jij kaartjes verkopen?

O ja, de school huurt de stoelen!

Neil

A B C

F G H

J

D E

I

5

Turn over© OCR 2017

Write the correct letter in the box.

Example:

The school is organising a musical. H

6 Neil can [1]

7 The students need people to [1]

8 Teachers help with [1]

9 Neil’s mother can [1]

10 The students have to learn to [1]

11 Neil asks Karin to [1]

12 The school will rent the [1]

[Total: 7 marks]

6

© OCR 2017

Exercise 3: Questions 13 – 18

Read the text. Sarah writes about her family and sport.

Hoi, ik heet Sarah. Ik ben vijftien jaar oud. Ik heb een zusje. Zij heet Anna. Zij is acht jaar. Ze heeft donker haar. Zij houdt van borduren en koken. We zijn goede vrienden maar soms hebben we ruzie. Anna wil altijd winnen als we hockeyen en dat vind ik niet leuk. Ik heb nu eindelijk mijn nieuwe computer dus kunnen we allebei chatten of ons huiswerk maken wanneer we dat willen en dat is fijn.

Complete the sentences briefly IN ENGLISH.

Example:

oneSarah has ........................................ sister.

13 Anna is ........................................ than Sarah. [1]

14 Anna has ........................................ hair. [1]

15 Anna likes to do embroidery and ........................................ . [1]

16 Anna always wants to ........................................ when playing hockey. [1]

17 Sarah’s computer is ........................................ . [1]

18 Sarah likes the fact that she can do her ........................................ when she wants. [1]

[Total: 6 marks]

7

Turn over© OCR 2017

Exercise 4: Questions 19 – 24

Read the statements about holidays.

Ans: Als we met vakantie gaan, zitten we eerst de hele dag in de auto. Dat is saai, en dan word ik ook nog misselijk.

Bert: Ik ga deze zomer naar een kamp om naar vogels te kijken. Connie: Ik vind het vreselijk als het te warm is, dus we gaan naar de fjorden in Noorwegen. Daan: Ik ben het liefst alleen, dus ga ik lekker wandelen op het strand. Els: Ik ben helaas bang als ik moet vliegen, dus gaan we met de trein. Frank: Met vakantie hoog in de bergen klimmen is perfect. Gijs: Ik heb geen geld, ik ben platzak, dus dit jaar moet ik werken in de vakantie.

Write the name of the correct person:

Example:

ElsWho does not like aeroplanes? ........................................

Who ...

19 … gets car-sick? ......................................................................................................................... [1]

20 … needs a summer job? ............................................................................................................. [1]

21 … likes climbing mountains? ....................................................................................................... [1]

22 … goes bird watching? ................................................................................................................ [1]

23 … is upset by the heat? .............................................................................................................. [1]

24 … prefers to be alone? ............................................................................................................... [1]

[Total: 6 marks]

8

© OCR 2017

Exercise 5: Questions 25 – 31

The zoo needs help

Read the text.

In onze dierentuin zorgen we goed voor onze dieren. Wij proberen ook bedreigde dieren in het wild, zoals panda’s of orang-oetangs, te verzorgen. Zo proberen we het milieu te verbeteren.

Wij vragen jouw hulp en dat kan op twee manieren. Je kunt ons in de vakantie helpen met het schoonmaken van de hokken in de dierentuin of je kunt ons geld geven. Met een klein bedrag kunnen wij zorgen voor een beest in onze dierentuin en dan krijgt dat dier jouw naam. Je familie kan meer geld geven om zo een olifant te redden. Met een nog groter bedrag kan je school een heel jaar voor een groep dieren zorgen.

Met jouw hulp kunnen we het leven van dieren beter maken. Natuurlijk krijg je er ook iets voor terug; we sturen je regelmatig een brief met nieuws over onze dierentuin.

Write brief answers IN ENGLISH.

Example:

What do they do in the zoo? they care for animalsAnswer: ..............................................................................................................................................

25 Why are pandas and orangutans mentioned?

..................................................................................................................................................... [1]

26 When is a good time to volunteer?

..................................................................................................................................................... [1]

27 How can you help out at the zoo?

..................................................................................................................................................... [1]

28 What can you get if you make a small donation?

..................................................................................................................................................... [1]

9

Turn over© OCR 2017

29 What can you do as a family?

..................................................................................................................................................... [1]

30 What can your school do?

..................................................................................................................................................... [1]

31 What will you get when you help the zoo?

..................................................................................................................................................... [1]

[Total: 7 marks]

10

© OCR 2017

Exercise 6: Questions 32 – 37

Healthy living

Read the suggestions.

Gezond leven is vaak makkelijker dan je denkt.

Ontbijt is de belangrijkste maaltijd van de dag. Dat heb je nodig om je brein na een nacht slapen wakker te maken. Is eten voor school moeilijk? Neem dan een belegde boterham mee voor de pauze, dat is absoluut beter dan een stroopwafel.

Tegenwoordig worden kinderen vaker naar school gebracht. Als ze ouder zijn, gaan ze soms met de brommer. Maar door dagelijks te fietsen, blijf je fitter.

Heb je het gevoel dat je voortdurend moet studeren voor je examens? Zorg dan dat je tussendoor ook wat anders doet. Sporten is niet alleen goed voor je maar je ontmoet bovendien nieuwe vrienden. Je hersenen hebben dan tijd om te ontspannen en je slaapt beter.

Iedereen weet dat frisdrank niet gezond is. Dat betekent niet dat je het nooit mag drinken. Bewaar dat soort drankjes voor feestjes, dan geniet je er ook meer van. Water is en blijft beter voor het lessen van de dorst.

Complete the statements by ticking (3) the correct box.

Example:

According to the article living healthily is …

A … difficult.

B … nearly impossible.

C … easy. 3

32 In the morning you should …

A … eat something.

B … drink tea.

C … avoid coffee. [1]

11

Turn over© OCR 2017

33 Having breakfast …

A … makes you sleepy.

B … wakes your brain up.

C … takes up a lot of time. [1]

34 If you don’t have breakfast you should …

A … buy food in the canteen.

B … eat biscuits.

C … bring a sandwich. [1]

35 When you go to school it is best to …

A … walk.

B … take the bus.

C … cycle. [1]

36 Playing sport …

A … keeps you awake.

B … interferes with your homework.

C … helps you to make friends. [1]

37 You should …

A … never drink fizzy drinks before bed.

B … drink fizzy drinks only occasionally.

C … always drink water during the day. [1]

[Total: 6 marks]

12

© OCR 2017

Exercise 7: Questions 38 – 44

Outdoor pursuit

Read the text.

De meeste mensen denken dat het warm moet zijn om te kamperen. Maar je kunt ook ’s winters in de natuur slapen in Nederland. Ja, Nederlanders houden van avontuur. Als het buiten vriest, huur je gewoon een hutje. Je hoeft dan alleen maar een slaapzak mee te nemen.

Nederlanders toeren graag door een onbekend deel van Nederland en overnachten dan ’s avonds op een camping. Ook ’s winters is dat leuk, maar dan is kamperen in een tent te koud. Daarom hebben sommige campings hutjes om te overnachten.

Je ziet vaak volwassenen op de fiets. Er zijn ook groepjes tieners die zo ’s winters fietsen een uitdaging vinden. De omgeving ziet er zo mooi uit. Het is ook fijn om bezig te zijn als het koud is.

Het is ’s winters veel rustiger op de camping. Mensen komen daarom elk jaar weer trouw terug. Na een dag fietsen is het fijn om warm binnen te zitten. Het is ook erg gezellig om ’s avonds met een kaarsje op tafel spelletjes te doen.

Op sommige campings doen ze wat extra’s. Daar is een kampvuur aan het eind van de middag. Alle kampeerders zitten dan om het vuur. Je drinkt warme chocolademelk en luistert naar de verhalen over wat iedereen heeft gedaan.

Write brief answers IN ENGLISH.

Example:

With which season do people associate camping?

summerAnswer: ..............................................................................................................................................

38 What do adventurous Dutch people do in winter?

..................................................................................................................................................... [1]

39 Where can you sleep when it is freezing?

..................................................................................................................................................... [1]

40 What do you have to bring?

..................................................................................................................................................... [1]

13

Turn over© OCR 2017

41 How do most people get to the campsites?

..................................................................................................................................................... [1]

42 Why do people come back every year?

..................................................................................................................................................... [1]

43 What do some campsites organise?

..................................................................................................................................................... [1]

44 Apart from drinking chocolate what do people do when it starts to get dark?

..................................................................................................................................................... [1]

[Total: 7 marks]

14

© OCR 2017

Exercise 8: Questions 45 – 50

Work experience

Read the text.

Er is een paar maanden geleden onderzoek gedaan naar de baantjes van scholieren in Nederland en België. Ongeveer 500 leerlingen deden mee. Meer dan de helft waren meisjes. Tachtig procent van de jongeren had een baantje. De meeste van de geïnterviewden werkten in een supermarkt. Een grote groep werkte bij een restaurant. Een paar mensen hadden hun eigen bedrijf, maar dat aantal was te verwaarlozen. Er waren natuurlijk ook veel scholieren die oppasten. Dat is een baantje dat je zelfs kan doen als je veel huiswerk hebt, tenminste als de kinderen klein zijn en al in bed liggen.

Maar sommige jongeren zijn niet tevreden, zoals Sacha. Zij werkt bij een sterrenrestaurant.“Leuk vind ik het niet, mijn salaris komt weken te laat, en soms is het maar de helft en komt de rest nog later. Ik durf niet tegen mijn baas te klagen, want ik heb het geld broodnodig. Ik kan alleen maar avonden in het weekend werken en dan wil iedereen werken, dus het is moeilijk om een andere baan te vinden.”

Dit soort verhalen hoor je wel vaker, maar de meeste jongeren geven hun baan een zeven. Er zijn natuurlijk uitzonderingen, maar over het algemeen vinden scholieren het het allerbelangrijkste dat ze geld hebben om iets leuks te kopen of te doen.

Answer the questions briefly IN DUTCH.

Example:

Wat is onderzocht? welke baantjes scholieren hebbenAnswer: ..............................................................................................................................................

45 Welke baantjes hadden de meeste scholieren?

..................................................................................................................................................... [1]

46 Waarom telden de mensen met een eigen bedrijf niet mee?

..................................................................................................................................................... [1]

47 Wat is Sacha’s probleem?

..................................................................................................................................................... [1]

15

© OCR 2017

48 Waarom zegt Sacha er niets van?

..................................................................................................................................................... [1]

49 Wat vinden de meeste scholieren van hun baan?

..................................................................................................................................................... [1]

50 Waarom hebben de meeste scholieren een baan?

..................................................................................................................................................... [1]

[Total: 6 marks]

END OF QUESTION PAPER

16

© OCR 2017

PLEASE DO NOT WRITE ON THIS PAGE

Oxford Cambridge and RSA

Copyright Information

OCR is committed to seeking permission to reproduce all third-party content that it uses in its assessment materials. OCR has attempted to identify and contact all copyright holders whose work is used in this paper. To avoid the issue of disclosure of answer-related information to candidates, all copyright acknowledgements are reproduced in the OCR Copyright Acknowledgements Booklet. This is produced for each series of examinations and is freely available to download from our public website (www.ocr.org.uk) after the live examination series.

If OCR has unwittingly failed to correctly acknowledge or clear any third-party content in this assessment material, OCR will be happy to correct its mistake at the earliest possible opportunity.

For queries or further information please contact the Copyright Team, First Floor, 9 Hills Road, Cambridge CB2 1GE.

OCR is part of the Cambridge Assessment Group; Cambridge Assessment is the brand name of University of Cambridge Local Examinations Syndicate (UCLES), which is itself a department of the University of Cambridge.