inventor2

51
Inventor 2 – Cvo Heusden-zolder Blommaerts | peter INVENTOR 2010 INVENT, CREATE & ENJOY

description

inventor2012

Transcript of inventor2

Inventor 2 – Cvo Heusden-zolder

Blommaerts | peter

INVENTOR

2010 INVENT, CREATE & ENJOY

[email protected] 12

Workplanes

Soorten

Plane

Dit is de standaard hier wordt de schets op gelegd.

om dit vlak te kunnen leggen kunnen we het slepen of leggen op een vlak van het origin, zie Deel 1.

We kunnen ook gebruik maken van schets onderdelen we hebben hier minimaal 3 punten voor nodig (een

stoel met 3 poten is het stabielste) of 1 lijn en een punt (lijn heeft 2 eindpunten) of 1 lijn en een vlak (deze

lijn moet dan raaklijn zijn aan vlak)

Vb.

Axis

Axis is een hulpmiddel vergelijkbaar met een lijn, een lijn kan enkel op een vlak getekend worden terwijl een

Axis kan lopen tussen 2 punten (hoekpunt schetspunt middelpunt enz..) van verschillende schetsen of

vlakken.

al heb je voor dat laatste 2 WorkPoints nodig.

[email protected] 13

WorkPoints

Deze punten kan je gebruiken om een Axis te maken je kan deze punten leggen op alle snijpunten.

Door de 2 lijnen en/of vlakken te selecteren wordt er op het snijpunt een Workpoint gecreëerd.

[email protected] 14

Samenstellen en animeren.

Instellen project.

Wanneer er op verschillende locaties wordt gewerkt aan een project is het handig dat alles op een stick

staat.

Zoals we een project tot nu toe hebben aangemaakt wordt alles wat zelf getekend is opgeslagen in de

project map (bv. Op usb-stick).

De onderdelen uit de bibliotheek worden echter op de pc opgeslagen waar de onderdelen worden

opgehaald.

Dit kunnen we vermijden door bij de opmaak van een project hier rekening mee te houden en in de project

map een bibliotheek map te maken.

Werkwijze

1. Projects selecteren.

2. project actief maken.

3. op plusje voor folder Options.

4. Content center files selecteren.

[email protected] 15

5. Edit selected item kiezen rechts van kader.

6. Browse klikken

7. Bladeren naar je stick naar het project en vervolgens een nieuwe map maken.

8. Nieuwe map “ bibliotheek “ noemen en zorgen dat deze geselecteerd is en op Ok.

9. Vervolgens op Done en op Ja om de verandering door te voeren.

10. Vanaf nu worden de bibliotheek elementen nodig voor het project opgeslagen in het project.

[email protected] 16

Animeren.

Onderdelen die in het echt moeten bewegen kunnen we ook in Inventor laten bewegen.

Deze bewegingen kunnen draaiend of rechtlijnig zijn of en combinatie van de 2.

Belangrijk is hierbij dat al de constraint goed zijn zodat de beweging mogelijk is zonder de samenstelling te

veranderen of stuk te doen.

We testen dit eerst zonder de “ contact solver “ vervolgens met.

Werkwijze

Rechtlijnig

Animatie werkt met de constraint die je aanmaakt om een onderdeel te blokkeren, je moet er dus niets voor

bijmaken.(in de meeste gevallen)

1. Selecteer een constraint die je wilt animeren.

2. Klik vervolgens Rechtse Muis Knop (RMK)

3. En selecteer Drive Constraint.

4. Hier kan je de verplaatsing ingeven bij start en

end.(doorgaans bij end uiteraard)

5. Door op play te drukken animeer je de verplaatsing.

[email protected] 17

Rotatie

Voor een roterende beweging moeten we met een hoek werken (360 graden 1 omwenteling).

Een hoek aanduiden met constraint op bijvoorbeeld 2 assen lijkt moeilijk we kunnen echter voor deze

hoeken aan te geven ook het origin of een workplane gebruiken.

Het kan dus zijn dat we deze nog moeten aanmaken (constraint en/of workplanes).

Aanmaken van een constraint hoek door middel van origin vlakken te koppelen.

1. Open de origin’s van de 2 te koppelen werkstukken.

2. Selecteer constraint en vervolgens Mate

3. Vervolgens selecteer je de overeenkomstige vlakken.

4. Deze komen nu tegen elkaar te liggen en kunnen niet meer

draaien tov elkaar.

5. Je kan nu 1 zo’n origin vlak koppelen aan het grondvlak maar

nu niet met MATE maar met ANGLE .

6. Je kan nu een hoek ingeven Bv. 0 graden.

7. Wanneer je deze nu met drive constraint gaat animeren kan je bv. als hoek 3600 ingeven voor 10

omwentelingen.

8. door op play te drukken animeer je vervolgens een rotatie.

Slider

Sommige onderdelen moeten” zelfgelijdend “zijn, met andere woorden vrij zijn van constraint maar toch

beperkt in beweging.

Voorbeeld hiervan de SLIDER van de zuigermotor, die zit vast aan de ZUIGERS. Maar de KNOP zorgt ervoor

dat de SLIDER beweegt (KNOP rond draaien SLIDER rechtlijnig).

We gebruiken hiervoor de TANGENT constraint.

[email protected] 18

Frame generator

2-D

Een frame 2-D of 3-D bestaat altijd uit minimum 2 delen nml. Een schets en een samenstelling.

Voor een 2-D Frame beginnen we van een gewone IPT waarin een schets gemaakt wordt.

Tip : Voor grote werken kan gebruik gemakt worden van de maat aanduiding - cm – of – m - in plaats van de

standaard – mm -. Dit doe je door achter de maat die je ingeeft cm of m de typen.

Werkwijze

Een voorbeeld van een 2-D frame is een poort.

We tekenen een rechthoek van 2m op 1m en verdelen deze met 9 lijnen op 200 afstand op in 10 gelijke

delen.

We slaan deze op en brengen hem binnen in een nieuwe samenstelling.

Vervolgens slaan we deze samenstelling ook op zonder af te sluiten.

Vervolgens gaan we naar het menu Design.

[email protected] 19

Vervolgens .(dit kan even duren dar de content center geladen moet worden.)

maak volgende instellingen;

En selecteer vervolgens de buitenste lijnen en druk op Apply.

en klik vervolgens 2X op OK.

voor de sproten.

[email protected] 20

Vervolgens op apply en ok.

Miter

Hoeken corrigeren doe je met het comando Miter.

Dit is een zeer eenvoudig commando je selecteerd de 2 betrokken delen je stelt eventueel een lasspleet in

en klikt OK als het je laatste bewerking is of apply als er nog hoeken gedaan moeten worden.

[email protected] 21

Trim/Extend

dit gebruik je om materiaal af te snijden/verlengen tot tegen een vlak met

eventueel een las spleet.

Eerst het te snijden object vervolgens het

referentie vlak.

Opgelet : Het selectievakje springt niet

vanzelf van frame member naar face,

omdat er meerdere frame members

kunnen worden afgesneden tot op het

vlak.

Notch

In dit voorbeeld kan je uiteraard er ook voor kiezen om de baar in het profiel in te boren dit doen we met

notch.

[email protected] 22

3-D

Als we 3-D willen schetsen kunnen we er voor kiezen om eerst een 2-D schets te maken en deze vervolgens

om te zetten naar 3-D, of onmiddellijk een 3-D schets te maken.

Ipt naar Frame

1 schets gewoon in een IPT.

Finisch sketch.

Extrude gewenste hoogte.

Opslaan.

Binnen brengen in IAM.

Je kan nu op de ribben van je 3d model frame members plakken.

Vervolgens Suppress (onderdrukken) je je ruwe blok door op rechtse muisknop te drukken en vervolgens op

suppress.

Bewerken blijft hetzelfde.

[email protected] 23

Projecteren van vlakken

Als je een nieuw object wil tekenen (bv: tafelblad) gebruik je hiervoor Create .

Je krijgt dan volgend kader. . Vul er de naam in van het te maken object, kies een template en klik op OK. Klik vervolgens op een referentie vlak (bv. Bovenkant profiel van tafel.) Er verschijnt vervolgens een tekenvlak waar je op kan tekenen met de gebruikelijke tekentools.,zo kan je ook lijnen overhalen met project geometrie zodat je object volledig vast hangt aan de basis (kader van tafel). Vervolgens extruderen of een andere bewerking en vervolgens op return rechts boven aan het scherm.

3D-sketch

Dit is ideaal om eigen ontwerpen te maken los van een geometrische vorm, nadeel hieraan is dat het

“minder” adaptief is dan 2d met extrusie.

Toch beginnen we weer vanaf een .ipt en zijn bijhorende 2-D sketch, dit heeft ook zijn voordelen.

Zo kan je bijvoorbeeld het grondvlak van een constructie in de 2-D sketch tekenen.

Als we bijvoorbeeld een Carport tekenen is het grondvlak perfect in 2-D te tekenen, zo kan je dan in 3-D

verder de opstaande balken en het dak tekenen.

Werkwijze

Open een nieuwe Ipt.

Teken in de 2-D sketch het bodemvlak met rectangle en bemaat dit.

Sluit de schets met FINISCH SKETCH.

Maar vervolgens een 3-D schets

Je krijgt vervolgens de sketch symbolen maar aangepast aan 3-D

[email protected] 24

Wanneer je Line selecteert krijg je bovenstaand beeld, eerst selecteer je een startpunt van een lijn.

Vervolgens geef je de X , Y en Z waarde in vanaf je net aangeklikt beginpunt, dikwijls is dit

bijvoorbeeld X 0 , Y 0 ,Z een waarde + of - , toch zal je X en Y moeten Ingeven om problemen te

vermijden.

Je kan zo blijven ingeven tot je tekening af is, maar je kan ook bijvoorbeeld eerst de verticale balken

plaatsen, dan moet je de sketch onderbreken door rechts te klikken en restart te kiezen.

Als je klaar bent klik je rechts en done.

[email protected] 25

Eigen Profiel

We kunnen eigen profielen aanmaken.

Hiervoor moeten we eerst de bibliotheek klaar maken om in te schrijven.

1. we sluiten alle actieve tekeningen.

2. We gaan vervolgens naar Projects.

3. We selecteren het icoontje rechts onder in het kader Projects,

4. Vervolgens creëeren we een nieuwe Library .

5. Deze geven we een herkenbare naam.

6. We zien deze nu staan in de lijst met beschikbare library’s.

7. Klik nu OK ,Save en Done.

8. We openen een nieuwe ipt.

9. we maken een schets van het profiel dat we willen gebruiken.

Bv.

10. En maken er een extrusie van waarbij we de lengte van de extrusie ingeven op volgende manier.

Lengte = 10

[email protected] 26

11. We gaan nu naar het menu Manage.

12. Vervolgens naar de onderdelen groep author en je selecteert structural shape.

13. Je krijgt vervolgens een melding dat je werk nog niet is opgeslagen , slaag het op (bv. Prof1)

14. Vervolgens opent er een kader .

15. Bij Category selecteer je Other.

16. Er verschijnt nu een preview van je profiel. (soms gebeurt dit pas na volgende stap).

17. Ga nu naar parameter Mapping (sub-kader)

18. Achter Base length klik je op de puntjes in een kadertje.

[email protected] 27

19. selecteer lengte uit de model parameters, en klik OK.

20. Klik Publisch now.

21. In het volgende kader Next

22. In het volgende kader Next

23. In het volgende kader Part number naar rechts verplaatsen met pijl. En vervolgens op Next.

24. invullen naar keuze (dit is een vb)

25. Op next klikken , op publish klikken.

26. Normaal krijg je nu publish succesfull , en druk je op OK.

Je kan nu je profiel terug vinden in de content center.

[email protected] 28

Parameter

Inleiding

Als een tekening dikwijls terugkomt maar in verschillende afmetingen is het aan te raden met parameters te

werken.

Inventor doet dit continu op de achtergrond met namen die hij begrijpt. (d1,d2,d3 enz..)

Wij kunnen echter ook gebruik maken van dit systeem, en om het ons makkelijk te maken kunnen we

d1,d2,d3 enz.. vervangen door lengte, breedte, aantal enz.. .

Begin eenvoudig

Voor te beginnen maken we een blokje dat we zouden kunnen binnen brengen in een samenstelling, maar

het zou verschillende keren in verschillende maten moeten worden geïmporteerd worden.

Werkwijze

1. We tekenen een blokje in een nieuwe .ipt, maar iedere maat die we ingeven geven we een naam.

Bv. : Lengte=50 of L=50

Breedte=30 of B=30

Bij de extrusie hoogte doen we dit ook.

Bv. : Hoogte=10 of H=10

2. We maken van dit onderdeel een I-part (intelligent onderdeel)in het menu Manage.

a.

b.

[email protected] 29

c. Rechts klikken op breedte,lengte,en hoogte en er custom parameter van maken.

3. Vervolgens op OK.

4. En we slagen het met een duidelijke naam.

5. We openen nu een assembly (.iam)

6. En importeren het onderdeel in deze samenstelling.

7. Je krijgt nu een kader dat ingevuld kan worden.

8. Je kan hier de gewenste maten ingeven en vervolgens op het scherm klikken voor het onderdeel te

importeren.

9. Vervolgens op Dismiss en eventueel herhalen voor andere maten.

Rekensommetjes

We kunnen ook wiskundige formules ingeven, ook hier begin eenvoudig en maak het zo moeilijker en

moeilijker.

Begin bijvoorbeeld met de formule dat de dikte 1/3 van de breedte moet zijn.

Als dit gedaan wordt (hoogte=breedte/3) dan kan je uiteraard de kolom hoogte niet laten staan als je een

intelligent onderdeel maakt.

[email protected] 30

Oefeningen

1.

Oplossing zie moodle.

2.

[email protected] 31

Tabellen met beperkte keuze.

Als we de keuze voor een bepaald werkstuk willen beperken, werken we met een tabel.

In deze tabel kunnen we dan een keuze maken uit verschillende mogelijkheden, over hoe het werkstuk er zal

uitzien.

Werkwijze

We volgen voor dit werkstuk de vorige werkwijze (voor een eenvoudig I-Part).

Wanneer we create I-Part selecteren veranderd er wel wat.

Rechts klikken op de 1ste rij en insert row selecteren.

Dit herhalen tot de gewenste keuzes gemaakt zijn.

Vervolgens de waarden van de gewenste rijen aanpassen.

Als je het onderdeel nu in een samenstelling binnen brengt en je wilt een maat veranderen heb je slechts

beperkte keuze.

deze onderdelen krijgen nu ook een apart mapje omdat er maar een

beperkte keuze is. Dit betekent ook dat er slechts 1 exemplaar van iedere variant wordt opgeslagen. Dit in

tegenstelling tot custom parameter column, waar ieder stuk wordt opgeslagen ook al zijn deze identiek.

[email protected] 32

Librarie Een librarie is een bibliotheek met onderdelen die je vaak gebruikt, deze kan eenvoudige onderdelen

bevatten, maar ook I-parts of assembly’s.

Bij voorbaat maken we een library aan op stick, zodat we ze overal bij ons hebben.

We maken hiervoor een map aan op een stick en dit liefst niet in een map van een project, dit om te

voorkomen dat het per ongeluk gewist wordt bij het verwijderen van een project.

Je gebruikt dus best een locatie in de root van de stick (f:\librarie) of onder Inventor (f:\inventor\librarie).

Werkwijze

1. Je opent eerst je project

2. Gaat vervolgens naar libraries.

3. Klikt dan op het + teken rechts in de rand.

4. Browse vervolgens naar de pas gemakte map of maar er een aan op de gewenste locatie.

5. Vervolgens op OK. Save en done

6. Je kan nu je onderdelen op deze locatie opslaan dus niet in je project.

7. Wanneer je nu een onderdeel vanuit de librarie wilt ophalen kan dit op een makkelijke manier.

selecteer librarie en de onderdelen veschijnen.

8. Als je een nieuw project aanmaakt zal ook gevraagd worden of je de librarie wilt meenemen, dit gaat

niet voor de vorige projecten.

[email protected] 33

Adaptief

Inleiding Bij adaptieve onderdelen is het de bedoeling dat het onderdeel zich aanpast aan de omstandigheden

(randvoorwaarden).

Dus als bepaalde maten niet gekend zijn vullen we deze niet in en maken we het onderdeel adaptief.

Het kan voorkomen dat een bepaalde maat toch bemaat moet worden omdat een andere er afhangkelijk

van is (bv. Parameters zijn afhankelijk) dan wordt er toch een maat geplaatst maar een adaptieve maat.

Werkwijze

1. We tekenen een onderdeel bv. Een as diameter 10 lengte onbekend.

Dus enkel bij de diameter of straal komt een maat staan, de lengte is een willekeurige lengte zonder

maat.

2. Vervolgens maken we de schets adaptief door rechts op de schets te klikken en vervolgens adaptief

te selecteren.

3. Vervolgens revolven we de as.

[email protected] 34

4. Vervolgens tekenen we 1 kubusje van 20 mm en slaan dit ook op.

5. Nu openen we een nieuwe samenstelling en voegen daar in : 2 maal kubus

1 maal as

6. Vervolgens in de modelspace naar de as gaan en deze adaptief maken.

7. We constrainen nu de blokjes uitgelijnd en op 50 mm van elkaar.

8. Nu constrainen we het asje ertussen en zullen zien dat de lengte aangepast wordt.

9. Verander nu de afstand tussen de blokjes naar 100mm en je zal zien dat het asje langer wordt,

eventueel wel een update doen.

10. Is het asje op de gewenste lengte kunnen we de adaptiviteit in de samenstelling afzetten.

11. Optioneel : als er beweging nodig is kan dit met drive constraint (blz 16) we moeten dan wel drive

adaptivity aanzetten.

Oefening

[email protected] 38

Contact solver

Inleiding De contact solver is een functie die je de mogelijkheid geeft producten te testen zonder dat 2 onderdelen

door elkaar schuiven. Je kan hier dus mee testen of een as in een gat past (let wel op 0 op 0 past niet, dus

pers passing kan niet getest worden maar deze worden dan ook niet schuivend toegepast in werkelijkheid)

Werkwijze

1. Samenstelling maken constraint juist maken.

2. Onderdelen die contact kunnen maken activeren voor contact solver

door rechts te klikken op onderdeel en contact Set aanvinken.

3. Naar tools – documents settings – Modeling - contact set only

4. OK

5. Contact solver is klaar voor gebruik

6. Dit gebruikt veel werkgeheugen en wordt dus best

enkel gebruikt wanneer nodig zo kan de contact

solver ook op all components gezet worden, dit zal

echter snel tot problemen leiden.

Bolted connection

Inleiding

Alles wat “gebout” moet worden kan met de bolt generator gedaan worden. We spreken hier dan over :

Bout

Moer

Rondsel

Gat in materiaal

Tapgat in materiaal

Dit alles wordt gegenereerd in de bolt generator.

[email protected] 39

Werkwijze

1. In de tekening voorzien waar de gaten moeten komen.

Door plaatsen van centerpunt.

Door referentie vlak of boog te voorzien.

Door een gat te voorzien (deze methode is eigenlijk een stap te veel)

2. Samenstelling maken.

3. Bolt generator opstarten.

4. Selecteren welke methode gebruikt gaat worden.

5. Type bevestiging kiezen. bout – moer of bout – draad.

6. Nodige gegevens selecteren. start vlak, punt(ten),eind vlak.

7. Maat van de draad kiezen.

8. Vervolgens voegen we bout rondsel,rondsel moer toe .

9. OK als je klaar bent ,apply als je nog gaten moet doen.

Oefeningen

Teken onderstaand stuk 10mm dik.

[email protected] 41

Stressanalyse

Inleiding Stressanalyse is het berekenen van de sterkte van een constructie of werkstuk. Er worden verschillende waarden berekend waaronder : von misses stress Principal stress Displacement Safety factor

Begrippen Von misses stress: Het criterium van Von Mises, genoemd naar de Oostenrijker Richard von Mises, geeft

aan wanneer een monster plastisch vervormt onder een meerdimensionale aangebrachte spanning. Wordt

slechts in één richting een spanning aangebracht, dan moet die spanning onder de vloeigrens blijven. Meer

algemeen biedt de Von Mises-spanning een mogelijkheid een aangebrachte meerdimensionale spanning

met een standaard trekproef (spanning in één richting) te vergelijken.

bron :wikipedia

Principal stress : stress factor tov bepaalt vlak (x,y,z)

Safety Factor : In gebouwen gebruikt men vaak een veiligheidsfactor van 2,0 voor elk structureel onderdeel.

De waarde voor gebouwen is relatief laag omdat de belasting goed wordt verdeeld . Drukvaten gebruiken

3.5 tot 4.0, auto’s gebruiken een factor van 3.0, en vliegtuigen en ruimtevaartuigen gebruiken 1,2 tot 3,0

afhankelijk van de toepassing en materialen. Taaie materialen hebben de neiging om lagere waarde te

gebruiken terwijl brosse materialen gebruik maken van de hogere waarden. Het gebied van aerospace

engineering maakt gebruik van het algemeen lager design factoren, omdat de kosten in verband met

structurele gewicht hoog zijn (bijvoorbeeld een vliegtuig met een totale veiligheidsfactor van 5 zou

waarschijnlijk te zwaar om van de grond te krijgen). Deze lage ontwerp-factor is de reden waarom

ruimtevaart onderdelen en materialen zijn onderworpen aan zeer strenge kwaliteitscontrole en strikte

preventieve onderhoudsschema's om te helpen zorgen voor betrouwbaarheid. De meest toegepast Safety

Factor is 1,5, maar voor de romp is dit 2.0, en voor het landingsgestel is het vaak 1,25.

[email protected] 42

Werkwijze 1. Constructie of werkstuk uitwerken.

2. Naar gaan.

3. selecteren.

4. selecteren.

5. dit vinkje plaatsen bij las samenstellingen.

6. Ok.

7. plaatsen van constraints

Fixed waar het stuk vast ligt, verankerd is.

Pin waar een deel kan roteren

Frictionless waar een onderdeel op rust dus niet verankerd is maar ook niet dooreen kan (los op

grond bijvoorbeeld)

8. Materiaal toewijzen als dit nog niet was gebeurt in de samenstelling van een frame.

9. krachten plaatsen,

a. gravity heerst altijd (op aarde toch) dus deze moet je altijd plaatsen, bij voorbaat op de

bovenkant (vlak).

b. Een force is een externe kracht (belasting) bv. Kind gaat op poort staan.

c. Pressure is een druk bv. In een drukvat

d. Bearing is een lager

e. Moment is een torsie kracht bv. Motor drijft as aan op de as heerst een moment.

10. Simulatie uitvoeren door op run te klikken start de berekening. Foutmeldingen hebben altijd

betrekking op de vorige stappen, bv. Een onderdeel zonder constraint geeft een fout.

11. Interpretatie zie inleiding, selecteren van resultaat door te dubbelklikken op het gewenste resultaat.

[email protected] 43

Oefeningen Oefening 1 :

Extrudeer een as van diameter 20mm,100mm lang.

Veranker aan 1 zijde.(fixed)

Plaats een kracht van 1kg op ander uiteinde. (force + gravity)

Wijs een materiaal toe (assign)

Stel vast wat de maximale verplaatsing is.

Doe nu hetzelfde voor een vierkant staf van 20mm ,100mm lang.

Je kan nu concluderen welke het sterkste is.

Oefening 2 :

Maak een poort met afmetingen van ongeveer 1000mm lang op 600mm hoog, voorzie ook ankers, maar nog

geen versteviging. Plaats profielen, maak ze op maat als ankers bv. Plat 30*12.

Voer sterkte berekening uit en probeer de constructie te verstevigen, je moet wel terug naar de schets als je

iets wilt bijtekenen.

Probeer ook eens een ander materiaal.

[email protected] 47

Ponsen

Aanmaken van een snijdende pons

Inleiding

Bij plaatwerk wordt veel gebruik gemaakt van ponsen om uitsparingen te voorzien. Bij deze uitsparingen

onderscheiden we 2 hoofdgroepen, de uitsnijding en de vervorming. Al de combinaties van deze 2 maken we

aan met de techniek van het vervormen.

Werkwijze 1

Eerst de techniek van het uitsnijden, deze techniek

is vrij eenvoudig. Om te beginnen

maken(sheetmetal) we een stukje plaat (groot

genoeg om de stempel op te maken en niet

bematen).

we leggen vervolgens een sketchvlak op

het bovenvlak.

We plaatsen een centerpunt.

Dit centerpunt gebruiken we als referentie voor de uitsnijding. We maken nu een sketch waar we een feature op toe gaan passen.

Wanner er tijdens het schetsen een parameter wordt gebruikt, bv. Diameter=20 dan zal deze meegenomen worden in de feature, in alle andere gevallen niet. Deze features kunnen we toepassen vanuit sheetmetal features of part features. Ik geef de voorkeur aan – CUT – en diepte -all – of Thickness .

Zoals we zien is de sketch die we gemaakt hebben met het referentie centerpoint “opgeslorpt” door de feature. Door in de feature op sketch rechts te klikken kunnen we deze delen (share sketch).

Vervolgens naar menu“ Manage” en daar selecteer je –Extract iFeature-, en selecteer je

[email protected] 48

de feature. Zorg dat er bovenaan staat dat je een sheetmetal punch tool wilt aanmaken (

selectievakje ). Vervolgens slaan we dit op. Doe dit op een plaats die makkelijk terug te

vinden is, liefst niet het actieve project maar in de librarie op je stick.

Oefeningen

[email protected] 49

Aanmaken van een vervormende pons

Inleiding

Let op, dit is ongeveer dezelfdetechniek, maar hier moet de stempel niet volledig door het materiaal gaan.

Hij kan er hier dus niet of slechts gedeeltelijk door gaan.

Werkwijze

Stap 1 Om te beginnen maken we een stukje plaat

(sheetmetal) groot genoeg om de stempel op te

maken.

we leggen vervolgens een sketchvlak op

het bovenvlak.

We plaatsen een center point. Dit centerpunt gebruiken we als referentie voor de vervorming.

Stap 2

Teken vervolgens de vorm van de vervorming.

Let erop dat de schrijfwijze van de gebruikte parameters overeenkomt. Zo beginnen de standaard parameters met een hoofdletter.

Stap 3

Extrudeer vervolgens de vervorming let er op dat je parameter meeneemt in je ontwerp anders werkt de feature niet voor al de plaatdikten.

Stap 4

Aanbrengen van eventuele afrondingen. Gebruik hiervoor bijvoorbeeld Bendradius (plooiradius).

Stap5

Extract i-feature (menu manage) zorgen dat sheetmetal aangevinkt staat.

Klaar.

[email protected] 50

Oefening