INFORMATIEBROCHURE EDUCATIONAL SCIENCE AND TECHNOLOGY

17
Drienerlolaan 5 7522 NB Enschede Postbus 217 7500 AE Enschede www.utwente.nl INFORMATIEBROCHURE PRE-MASTER EN MASTER EDUCATIONAL SCIENCE AND TECHNOLOGY VOOR HBO EN WO BACHELORS EN MASTERS 2011-21012 Kenmerk: OWK/EST-OSC.11.073d Datum: 23 november 2011

description

INFORMATIEBROCHURE PRE-MASTER EN MASTER EDUCATIONAL SCIENCE AND TECHNOLOGY VOOR HBO EN WO BACHELORS EN MASTERS 2011-21012

Transcript of INFORMATIEBROCHURE EDUCATIONAL SCIENCE AND TECHNOLOGY

Page 1: INFORMATIEBROCHURE EDUCATIONAL SCIENCE AND TECHNOLOGY

Drienerlolaan 5 7522 NB Enschede

Postbus 217 7500 AE Enschede www.utwente.nl

INFORMATIEBROCHURE PRE-MASTER EN MASTER

EDUCATIONAL SCIENCE AND TECHNOLOGY

VOOR HBO EN WO

BACHELORS EN MASTERS 2011-21012

Kenmerk: OWK/EST-OSC.11.073d

Datum: 23 november 2011

Page 2: INFORMATIEBROCHURE EDUCATIONAL SCIENCE AND TECHNOLOGY

2

Page 3: INFORMATIEBROCHURE EDUCATIONAL SCIENCE AND TECHNOLOGY

3

Voorwoord

Met een afgeronde HBO-opleiding, WO-bacheloropleiding of WO-masteropleiding1 kun je instromen in de Engelstalige masteropleiding Educational Science and Technology (EST). Echter, instromen kan in veel gevallen pas nadat je een pre-masterprogramma (NB: in het Engels!) hebt gevolgd (afhankelijk van je persoonlijke vooropleiding(en)). In deze handleiding staat in detail beschreven hoe de instroommogelijkheden (de verschillende pre-mastertrajecten) er uitzien. Ook is kort het programma van het vernieuwde (v.a. september 2012) masterprogramma EST weergegeven. Dat vernieuwde programma kent twee zwaartepunten:

Educational Design and Effectiveness (EDE)

Human Resource Development (HRD) De inhoud van het pre-masterprogramma dat op individuele basis wordt vastgesteld, bepaalt de studiebelasting (en mogelijk de doorlooptijd) van dit traject. Naast de mogelijkheid om dit pre-masterprogramma in één jaar af te ronden, bestaat er ook de mogelijkheid om de pre-mastervakken te verdelen over twee jaren, waardoor de studiebelasting per jaar gehalveerd wordt. Ook het masterprogramma EST kan zowel in één als twee jaar gevolgd worden. Actuele informatie over het (pre-)masterprogramma is te vinden op: http://master.utwente.nl/est (Nederlandstalig) of http://www.graduate.utwente.nl/est/ (Engelstalig). Voor verdere informatie kun je ook contact opnemen met de studieadviseur mw. Yvonne Luyten-de Thouars ([email protected]) of de onderwijscoördinator dhr. Jan Nelissen ([email protected]).

Veel succes met het kiezen van een vervolgstudie

en tot ziens bij de (pre-)masteropleiding EST!

1Let op: voor het volgen van een tweede masteropleiding (na het behalen van een WO-master of

doctoraalopleiding na 1991) betaal je nu het zgn. Ínstellingstarief i.p.v. het wettelijk tarief als collegegeld. In het studiejaar 2012-13 is dit € 10.120

Page 4: INFORMATIEBROCHURE EDUCATIONAL SCIENCE AND TECHNOLOGY

4

1. Master of Science programma Educational Science and Technology ....... 5

1.1 Hoofdstructuur .......................................................................................................6

1.2 Internationale component ......................................................................................6

1.3 Korte beschrijving van de inhoud .........................................................................6

1.4 De masteropleiding EST in ‘deeltijd’ .....................................................................7

2 Toelatingseisen ................................................................................................... 8

2.1 Instroommogelijkheden .........................................................................................8 2.1.1 Het pre-masterprogramma .................................................................................................. 9

2.2 Wiskundenorm ..................................................................................................... 10

3 Aanmelding ........................................................................................................ 11

4 Algemene informatie ......................................................................................... 12

5 Vakbeschrijvingen pre-Mastervakken.............................................................. 14

Page 5: INFORMATIEBROCHURE EDUCATIONAL SCIENCE AND TECHNOLOGY

5

1. Master of Science programma Educational Science and Technology De masteropleiding Educational Science and Technology (EST) is een Engelstalige, zelfstandige academische opleiding leidend tot een Master of Science (MSc) diploma. De opleiding heeft als doel studenten op te leiden tot academisch bekwame educatieve professionals die een onderwijskundige expert-rol vervullen t.a.v. het ontwerpen en evalueren van onderwijs- en opleidingsarrangementen. De masteropleiding is gericht op de ontwikkeling tot een expert op het gebied van het ontwerpen, organiseren, onderzoeken en evalueren van onderwijs- en opleidingsarrangementen. Daartoe kent het programma qua sub-domeinen:

Educational Design and Effectiveness (EDE)

Human Resource Development (HRD) Deze expert kan het best gekwalificeerd worden als een “scientist practitioner”. Onderscheidend voor deze expert is dat deze een verbinding kan leggen tussen wetenschappelijk onderzoek, wetenschappelijk ontwerp en een (eigen of toekomstige) beroepspraktijk. In de literatuur wordt een dergelijke professional ook wel aangeduid als „evidence-based practitioner’: uitgaande van vragen en problemen in de beroepspraktijk, komt hij via reflectie daarop tot algemenere en onderzoekbare vraagstellingen, waarop hij zelf langs methodische weg een antwoord probeert te vinden. De opbrengst van dat speurwerk vertaalt hij vervolgens in een of meerdere ontwerpen, waarvan hij controleert dat die in principe de gewenste verbetering of innovatie in het onderwijs kunnen helpen realiseren. Tenslotte is hij in staat het effectief gebleken ontwerp zodanig te implementeren in de (eigen) beroepspraktijk dat het daarin past met behoud van de aangetoonde effectiviteit De afgestudeerde student is vaardig in het doen van onderzoek, heeft een goed inzicht in de factoren die bepalend zijn voor de kwaliteit van training en/of onderwijs en kent de voorwaarden om vernieuwingen met succes te realiseren in de praktijk. Hij is een meester in het analyseren van vragen en problemen in de onderwijs- en opleidingspraktijk, en kan vervolgens gefundeerd oplossingen ontwerpen, vormgeven, implementeren en evalueren, gericht op betere leerprocessen en –resultaten in onderwijsinstellingen en arbeidsorganisaties. Dit veronderstelt dat de student grondige kennis heeft van het (deel)domein waarop hij werkzaam is. Uitgaande van deze doelstelling wil de masteropleiding EST onderzoeksbekwame, wetenschappelijk geschoolde, zelfstandige en kritische onderwijskundig ontwerpers, beslissers en adviseurs afleveren, die een wetenschappelijk onderbouwde bijdrage kunnen leveren aan de kwaliteit van opleidings- en onderwijsarrangementen in verschillende contexten. De afstudeerde EST-er heeft onderstaande kwalificaties.

Domeindeskundigheid Afgestudeerden hebben kennis van recente en relevante theorieën en ontwikkelingen binnen de onderwijs- en/of opleidingskunde die productief en creatief gebruikt kunnen worden in een verscheidenheid van beroepscontexten; zij hebben inzicht in de factoren die bepalend zijn voor de kwaliteit van onderwijs- en opleidingsarrangementen en inzicht in succesvoorwaarden voor vernieuwingen in de onderwijs- en opleidingspraktijk. Ontwerpbekwaamheid Afgestudeerden zijn in staat tot research-based ontwikkeling van onderwijs- en opleidingsarrangementen door het systematisch analyseren, ontwerpen, ontwikkelen, beproeven en implementeren van ontwerpen in verschillende contexten. Onderzoeksbekwaamheid Afgestudeerden zijn in staat tot het systematisch verzamelen, analyseren en interpreteren van onderzoeksgegevens, het trekken van conclusies daaruit, en het daarop aansluitend adviseren of beslissen over mogelijke alternatieven en uit te voeren activiteiten. Adviesbekwaamheid Afgestudeerden zijn in staat tot het adviseren van (onderwijs-) organisaties, mede gebaseerd op de drie hiervoor genoemde competenties, omtrent de implementatie van (her-)ontworpen leeromgevingen en organisatorische en bestuurlijke arrangementen voor leren en onderwijzen.

Page 6: INFORMATIEBROCHURE EDUCATIONAL SCIENCE AND TECHNOLOGY

6

Academische reflectie Afgestudeerden zijn in staat tot het systematisch, vanuit welgekozen wetenschappelijke, sociaal-maatschappelijke en ethische invalshoeken, onder kritiek stellen van doorlopen processen, opgeleverde producten en verkregen resultaten. Een dergelijke reflectie draagt bij aan de verdere professionele ontwikkeling van de afgestudeerde onderwijskundige zelf en kan tevens een verbreding en/of verdieping voor het wetenschappelijk vakgebied van de onderwijskunde opleveren.

Zo geformuleerd is kenmerkend voor de masteropleiding EST aan de UT de ontwerpgerichte, technologische, oriëntatie: er is veel aandacht voor het werken volgens een systematische aanpak voor het oplossen van onderwijskundige vraagstukken in zowel reguliere onderwijsinstellingen als arbeidsorganisaties. Naast het aanleren van een academisch werk- en denkniveau onderscheidt de opleiding EST van de UT zich ook door het toegepaste karakter. De opleiding EST pretendeert dan ook studenten niet alleen kennis te laten opdoen, maar hen ook te leren deze kennis toe te passen in de praktijk. Daarmee past het opleidingsprofiel van de masteropleiding EST bij de drie O‟s (Onderzoeken, Ontwerpen en Organiseren/Ondernemen) van de UT en inhoudelijk sluit de opleiding aan bij het profiel van de UT, zoals voor de maatschappij- en gedragswetenschappen geldt, namelijk Human Touch with High Tech, met name door een accent op de rol van ICT in onderwijs- en opleidingsarrangementen. Om het hierboven geschetst algemene profiel de bereiken, kiest de EST-student, naast een, voor alle deelnemers, verplicht kernvak, min of meer vrijelijk een set van vier keuzevakken uit het totale aanbod van 12 keuzevakken. De helft daarvan met een duidelijk HRD-signatuur, de andere zes keuzevakken zich vooral richtend op de context van het reguliere onderwijs. Uiteraard spelen bij die keuze, naast de motivatie en ambities van de student, de verroostering van de keuzevakken en de beschikbaarheid (NB: parttime vs. fulltime) van de student. 1.1 Hoofdstructuur Het studiejaar is ingedeeld in 4 kwartielen (ook wel blokken genoemd). De totale omvang van de masteropleiding is 60 EC (European Credits). De afstudeeropdracht omvat 30 EC en het totaal aan vakken (kernvak a 10 EC en vier keuzevakken a 5 EC per vak) ook 30 EC.

Kwartiel 1 Kwartiel 2 Kwartiel 3 Kwartiel 4

Dag 1 Kernvak (10 EC) HRD 2 ( 5EC)

EDE 2 ( 5EC)

HRD 4 v

EDE 4

HRD 5 ( 5EC)

EDE 5 ( 5EC)

Dag 2 HRD 1 ( 5EC)

EDE 1 ( 5EC)

HRD 3 ( 5EC)

EDE 3 ( 5EC)

Kernvak (10 EC) (identiek aan K1)

HRD 6 ( 5EC)

EDE 6 ( 5EC)

Afstudeeropdracht* (30 EC)

Tabel 1: Hoofdstructuur * Afhankelijk van de door de student te kiezen vakken kan hij/zij eerder of later beginnen met de

Afstudeeropdracht, maar in ieder geval niet eerder dan in het tweede kwartiel na aanvang van de studie.

Deze structuur laat zien dat er:

Twee instroommomenten zijn (september en februari).

Alle vakken op 2 vaste dagen verroosterd worden (de maandagen en de dinsdagen) om zo m.n. de deeltijdstudenten te faciliteren.

1.2 Internationale component Ieder jaar volgen ook studenten uit alle windstreken de masteropleiding EST. Daarom is de onderwijstaal Engels en wordt de literatuur in het Engels aangeboden. In principe is de communicatietaal dus Engels, tenzij een opdracht individueel is of als er geen buitenlandse studenten aanwezig zijn. In deze handleiding zul je diverse Engelse termen en passages tegenkomen. Ze zijn niet vertaald omdat ze deel uitmaken van het Engelstalige programma. 1.3 Korte beschrijving van de inhoud Hierna vind je een korte karakterisering van de twee zwaartepunten in het programma:

Educational Design and Effectiveness (EDE)

Human Resource Development (HRD)

Page 7: INFORMATIEBROCHURE EDUCATIONAL SCIENCE AND TECHNOLOGY

7

Daarbij zijn bij de bepaling van het vakkenaanbod een aantal criteria meegenomen zoals: het waar mogelijk (kunnen) aanhaken bij thema‟s/vragen die leven in de huidige onderwijs- en opleidingspraktijk en waar mogelijk thematiek aanboren waarvan de belangstelling onder studenten in het verleden reeds bewezen is. Als er vraagstukken worden bestudeerd die in beide contexten (HRD en regulier onderwijs) relevant zijn, worden deze in 1 vak aangeboden, waarbij studenten de mogelijkheid krijgen om verdieping te zoeken binnen cases of opdrachten in het domein van voorkeur. In het palet aan keuzevakken wordt ook beoogd dat er voldoende balans is tussen expliciete onderzoeks- en ontwerpvakken zijn en qua inhoud worden 2 typen vakken onderscheiden:

Fundamentele vakken, waarin aandacht is voor hoe dingen werken (bv. wat maakt een school effectief, welke factoren beïnvloeden implementatie van een trainingsprogramma, hoe verloopt expertise-ontwikkeling). Theorie en empirische kennis staat hierin centraal

Optimaliseringsvakken, waarin aandacht is voor onderzoeken en ingrijpen in de praktijk (bv. hoe krijgen we scholen effectiever, hoe krijg ik strategie X geïmplementeerd, hoe ontwikkelen we interventie Y). In deze vakken is –naast een theoretische basis- ruime aandacht voor vaardigheden.

Binnen de HRD context zullen de vakken onderwerpen behandelen zoals:

Theorieën van leren op de werkplek

Faciliteren van on-the-job trainen en leren

Leiderschap en organisatieverandering

Implementatie van organisatieverandering

Onderzoek in organisaties

Ontwerpen en evalueren van effectieve HRD interventies Binnen de context van het reguliere onderwijs zal aandacht worden besteed aan thema‟s als:

Curriculum innovatie en -implementatie

Leren door ICT

Beoordeling van en voor leren

Professionalisering van docenten

Onderzoek in scholen

Ontwerpen en evalueren in het onderwijs Het moge ook duidelijk zijn dat, afhankelijk van actuele ontwikkelingen in het veld van opleiding en onderwijs, de thematiek binnen het curriculum aangepast kan worden. Meer gedetailleerde informatie over m.n. de inhoud van de vakken is vanaf januari 2012 te vinden op de website: http://www.graduate.utwente.nl/est/ (Engelstalig). 1.4 De masteropleiding EST in ‘deeltijd’ Nadat je je pre-masterprogramma volledig hebt afgerond, kun je de eenjarige masteropleiding EST naast in voltijd, ook in „deeltijd‟ volgen. Het programma duurt dan twee jaar. Het onderwijsrooster in het masterprogramma is in de „deeltijdvorm‟ zo ingericht dat je doorgaans (bij een enkel vak kan dit eens anders zijn georganiseerd) één dag per week naar de universiteit komt. Dat is een vaste dag in de week. Dat is of de maandag of de dinsdag. Echter, afhankelijk van de beoogde keuzevakken, is het volgen van colleges op 2 dagen niet geheel op voorhand uit te sluiten. (Zie: Tabel 1: Hoofdstructuur). Als „deeltijder‟ kun je derhalve met je werkgever tijdig overeenkomen welke vaste dag per week je het komend jaar aan je studie kunt besteden. Daarbij gaan we ervan uit dat een deeltijdstudent in jaar #1 het cursorisch onderwijs volgt (in totaal 30 EC) en in jaar #2 zich volledig richt op de afstudeeropdracht. Door de masteropleiding in deeltijd te volgen bestaat er dus de mogelijkheid om zowel binnen als naast je werk een academische verdieping en verbreding aan te brengen, waarbij een heroriëntering op je loopbaan aan de orde kan zijn.

Page 8: INFORMATIEBROCHURE EDUCATIONAL SCIENCE AND TECHNOLOGY

8

2 Toelatingseisen Als je wilt instromen in de masteropleiding EST zul je in veel gevallen eerst (delen van) het pre-mastertraject moeten volgen. In het pre-masterprogramma (zie: 2.1.1) zijn vakken opgenomen die je voorbereiden op het bereiken van een voldoende instroomniveau voor het kunnen volgen van de masteropleiding EST. Het pre-mastertraject kun je beschouwen als een overbruggingstraject dat je inhoudelijk voorbereidt op het vakgebied van de Onderwijskunde en dat je voorbereidt op het doen van wetenschappelijk onderwijskundig onderzoek. Er wordt namelijk van je verwacht dat je aan het eind van je masteropleiding in staat bent om met succes een scriptie (de zogenaamde afstudeeropdracht) te schrijven, waaruit blijkt dat je zelfstandig een wetenschappelijk onderzoek hebt uitgevoerd. Dit betekent dat de vraagstelling van je onderzoek zowel relevant moet zijn voor de praktijk als voor de wetenschap. Afhankelijk van je vooropleiding (HBO of WO niveau en welke inhoudelijk gerelateerde vakken al zijn afgerond in de vooropleiding) wordt bepaald of je het gehele pre-masterprogramma (60 EC), een gedeelte daarvan of geen pre-masterprogramma moet volgen. Bedenk dat het schema in paragraaf 2.1. als richtlijn dient. Iedere individuele student wordt door de toelatingscommissie afzonderlijk beoordeeld. Aan onderstaande generieke indeling kunnen derhalve geen rechten worden ontleend. Voor het aanvragen van een individueel advies over het door jouw te volgen pre-masterprogramma kan contact worden opgenomen met de studieadviseur, mw. Yvonne Luyten-de Thouars ([email protected]) of de onderwijscoördinator dhr. Jan Nelissen ([email protected]) 2.1 Instroommogelijkheden Afhankelijk van de vooropleiding besluit de toelatingscommissie dat een student:

1. rechtstreeks toelaatbaar is tot het masterprogramma EST, 2. of toelaatbaar is tot het volledige pre-masterprogramma 3. of toelaatbaar is tot het pre-masterprogramma en komt daarbij in aanmerking voor (een)

vrijstelling(en) in het pre-masterprogramma.

Studenten met een diploma van een HBO-bacheloropleiding of HBO-masteropleiding volgen het volledige pre-masterprogramma EST van 60 EC.

Studenten met een WO-diploma van een Alfa of Beta-opleiding volgen het hele pre-masterprogramma EST van 60 EC.

Deze studenten missen doorgaans de noodzakelijke inhoudelijke kennis aangaande Onderwijskunde. Zij volgen daarom ten minste de inhoudelijke oriëntatie van het pre-masterprogramma.

Daarnaast wordt weliswaar van deze kandidaten verwacht dat zij een wetenschappelijk denk- en onderzoeksniveau hebben, echter niet op sociaal-wetenschappelijk terrein. Daarom dienen deze studenten ook de onderzoeksmethodologische vakken te doorlopen, inclusief Academic Writing en het Pre-master Final Project (Eindopdracht).

Studenten met een WO-diploma van een Gamma-opleiding (sociale wetenschappen/gamma-wetenschappen/gedragswetenschappen) volgen een deel van het programma, afhankelijk van de specifieke vooropleiding, maximaal 30 EC.

Studenten die van een andere (Nederlandse) universiteit komen en daar een WO bachelor- of masteropleiding in een van de Gamma-disciplines hebben afgerond, worden verondersteld een voldoende onderzoekmatige/academische basis te hebben. Zij volgen daarom, op basis van eventueel aanwezige domeinspecifieke voorkennis, een programma van maximaal 30 EC (de vakken: Educational Design, Design Methodology, plus de 5 domeinspecifieke vakken).

Afgestudeerden van een beperkt aantal WO-bachelor- of masteropleidingen (bijvoorbeeld Onderwijskunde of bepaalde afstudeerrichtingen binnen Pedagogische Wetenschappen of Psychologie) volgen een beperkt (of helemaal geen) pre-masterprogramma. Dit is afhankelijk van de inhoud van de vooropleiding in combinatie met eventuele werkervaring. Studenten die in deze categorie vallen worden daarom van harte uitgenodigd om contact op te nemen met de studieadviseur Onderwijskunde/EST, Mw. Yvonne Luyten ([email protected]) of de onderwijscoördinator Dhr. Jan Nelissen ([email protected])

Page 9: INFORMATIEBROCHURE EDUCATIONAL SCIENCE AND TECHNOLOGY

9

Studenten die afkomstig zijn van een opleiding binnen de sociale wetenschappen aan de UT volgen alleen de vakken Design Methodology en de 5 domeinspecifieke vakken.

2.1.1 Het pre-masterprogramma Het volledige pre-masterprogramma van 60 EC bestaat deels uit algemene (generieke, academische en onderzoeksmethodologische) vakken en deels uit een domeinspecifieke component. In paragraaf 5 vind je de gedetailleerde vakinformatie.

Algemene vakken (40 EC)

Educational Design 5 EC

Data Analysis & Measurement 1 5 EC

Data Analysis & Measurement 2 5 EC

Research Methodology 5 EC

Design Methodology 5 EC

Academic Writing 5 EC

Final Project (pre-M) 10EC

Domeinspecifieke vakken (20 EC)

Curriculum Theory 4 EC

Instructional Theory 4 EC

Assessment 4 EC

Management of Education and Training 4 EC

HRD Fundamentals 4 EC

Totaal 60 EC

Tabel 2 Overzicht van vakken van het pre-masterprogramma Het pre-masterprogramma wordt in het Engels aangeboden en kent 2 instroommomenten: september en februari. Hierbij dient te worden opgemerkt dat gezien de volgorde van de aangeboden vakken en in termen van spreiding van de studielast, de septemberinstroom de voorkeur geniet. Blok 1

Blok 2

Blok 3

Blok 4

Septe

mb

er

instr

oom

Data Analysis and Measurement 1 (5EC) Educational Design (5EC) Academic Writing (2,5EC)

Research Methodology (5EC) Design Methodology (5EC) Academic Writing (2,5EC)

Data Analysis and Measurement 2 (5EC)

Final Project( pre-M) (10EC)

Assessment (4EC) Management of Education and Training (4EC)

Instructional Theory(4EC) Curriculum Theory (4EC)

HRD Fundamentals (4EC)

16,5 16,5 13EC 14EC

33EC 27EC

Fe

bru

ari in

str

oom

Data Analysis and Measurement 1 (5EC) Academic Writing (2,5EC)

Research Methodology (5EC) Academic Writing (2,5EC)

Instructional Theory(4EC) Curriculum Theory (4EC)

HRD Fundamentals (4EC)

15,5 11,5EC

27EC

Fe

bru

ariin

str

oom

Data Analysis and Measurement 2 (5EC) Educational Design (5EC)

Design Methodology (5EC) Final project (pre-M) (10EC)

Assessment (4EC) Management of Education and Training (4EC)

14EC 19EC

33EC

Tabel 3 Inrichting pre-masterprogramma

NB: Alle pre-mastervakken moeten succesvol afgerond zijn om toegelaten te worden tot de masteropleiding EST!

Page 10: INFORMATIEBROCHURE EDUCATIONAL SCIENCE AND TECHNOLOGY

10

2.2 Wiskundenorm Voor zowel het pre-master- als het masterprogramma is een degelijk wiskundeniveau onontbeerlijk. Als je wiskunde A, B of D op VWO niveau hebt gehad, of wiskunde B of D op de HAVO (Profielen: Natuur & Techniek of Natuur & Gezondheid) met een voldoende hebt afgesloten, nemen we aan dat je over voldoende voorkennis in deze beschikt. Als je als HBO-bachelor niet voldoet aan deze norm, bieden we als Faculteit Gedragswetenschappen een wiskundecursus aan (zie: hieronder).

We kunnen wettelijk gezien geen wiskunde-eis stellen, maar we raden iedereen ten zeerste aan om deze (of een vergelijkbare) wiskundecursus te volgen als je niet voldoet aan het aanbevolen niveau, om zo te voorkomen dat je bij de onderzoeksmethodologische vakken in de problemen komt.

Wiskundecursus De Faculteit Gedragswetenschappen (GW) van de Universiteit Twente verzorgt een maal per jaar een cursus Wiskunde, in het voorjaar. De cursus is bedoeld voor studenten die opteren voor een gammaopleiding aan de Universiteit Twente. De cursus wordt gehouden op de Campus van de Universiteit Twente. Na aanmelding ontvang je meer informatie. Het cursusgeld (incl. deelname toets) bedraagt € 250,- en dient bij inschrijving (via de online applicatie) betaald te worden. Bij gedeeltelijke deelname aan de cursus kan niet tot restitutie van het cursusgeld worden overgegaan. De cursus wordt afgesloten met een schriftelijke toets. Deze toets wordt tweemaal afgenomen (je kunt aan beide kansen meedoen). Deelname aan de toets, zonder dat meegedaan is aan de cursus, is mogelijk maar wordt niet aangeraden. Deelname aan alleen de toets(en) kost € 50. De wiskundecursus bestaan uit 6 lesdagen en 2 tentamenkansen. Meer informatie:

Op http://www.utwente.nl/gw/onderwijs/wiskundecursusinfo.doc vind je uitgebreide informatie over cursusdata, tijden, aanmelding en benodigde boeken. Voor specifieke vragen over deze cursus kun je terecht bij: Coördinator Wiskundecursus Telefoon: (053) 489 2964 E-mail: [email protected]

Page 11: INFORMATIEBROCHURE EDUCATIONAL SCIENCE AND TECHNOLOGY

11

3 Aanmelding Voor de (pre-)masteropleidingen van de Universiteit Twente kun je je NIET vooraanmelden bij het Centraal Bureau Aanmeldingen en Plaatsing (CBAP) van de Informatie Beheer Groep (IBG) in Groningen.

Aanmelden kan alleen via de master website van de Universiteit Twente: http://master.utwente.nl/inschrijven/

Op deze website kun je het aanmeldingsformulier (application form) vinden dat bestemd is voor studenten die zich voor het eerst aanmelden bij de Universiteit Twente voor een pre-master- en masteropleiding. Bedenk dat je je dus aanmeldt via het application form van het Masterprogramma EST, ook als je opteert voor het pre-masterprogramma! Om je aan te kunnen melden als (pre-)masterstudent aan de UT heeft het Admission Office (AO) de volgende documenten nodig:

Ondertekend exemplaar van het aanmeldingsformulier (application form). Vul dit formulier elektronisch in, print het formulier vervolgens uit en stuur een ondertekend exemplaar op naar: Universiteit Twente

Admission Office (AO), De Vrijhof Postbus 217 7500 AE Enschede

Gewaarmerkte kopie van je (HBO- of WO-)bachelordiploma en cijferlijst.

Uittreksel uit de Gemeentelijke BasisAdministratie (GBA).

Kopie van het middelbare schooldiploma en de kopie van de cijferlijst, in verband met mogelijke advisering rond het wiskundeniveau.

Zorg vooral dat je je aanmelding zo spoedig mogelijk opstuurt naar het AO (ook als je je bachelordiploma nog niet binnen hebt!)., zodat je tijdig toegang krijgt tot alle UT-faciliteiten. Deze toegang heb je nodig om aan de meest actuele informatie over vakken en roosters te komen en om je in te kunnen schrijven voor de vakken die je wilt gaan volgen. Houd bij het opsturen van de documenten rekening met een verwerkingstijd en de vakantieperiode! Voor vragen over de aanmeldingsprocedure en het aanmeldingsformulier kun je terecht bij: Universiteit Twente Admission Office (AO) Tel: 053 - 489 3077 E-mail: [email protected] Je aanmeldingsformulier dient tijdig bij de Universiteit Twente binnen te zijn. Dat wil zeggen: minimaal vier weken voor de start van je programma. Als je aanmelding compleet is, wordt je aanmeldingspakket beoordeeld door de toelatingscommissie van de opleiding. Via deze toelatingscommissie hoor je of je toelaatbaar bent (tot welk programma) en zo ja, hoe jouw traject er dan uit zal gaan zien. We gaan er dan vanuit dat je kennis van wiskunde voldoende is (zie paragraaf 2.2). Indien dit laatste niet het geval is, dan is het ten zeerste aan te raden eerst een wiskundecursus te volgen. Aanmelden voor de wiskundecursus van de Faculteit Gedragswetenschappen dient te gebeuren via de website: http://www.gw.utwente.nl/onderwijs/wiskundecursusinfo.doc/ Ben je toelaatbaar, dan krijg je via de Centrale Studentenadministratie (CSA) van de Universiteit Twente een inschrijvingspakket toegestuurd dat je ingevuld dient terug te sturen naar CSA. Je staat dan, zodra je je collegegeld hebt betaald, officieel geregistreerd als student aan de UT. Let op:

Ben je UT Bachelor dan moet je je aanmelden bij de studieadviseur van de opleiding Educational Science and Technology (mw. Yvonne Luyten-de Thouars)

Page 12: INFORMATIEBROCHURE EDUCATIONAL SCIENCE AND TECHNOLOGY

12

4 Algemene informatie Kosten Voor het volgen van het volledige pre-mastertraject dien je rekening te houden met de volgende kosten:

Collegegeld als voltijder per jaar (tarief 2011-2012)*

Leermiddelen pre-mastertraject (bij benadering)

Inschrijving wiskundecursus (optioneel)

Leerboeken wiskundecursus (optioneel)

€ 1713,- € 250,- € 250,- € 90,-

* In de pre-masteropleiding is alleen inschrijving als voltijdstudent mogelijk

Voor het volgen van het masterprogramma dien je rekening te houden met de volgende kosten:

Collegegeld als deeltijder per jaar (tarief 2011-2012)

Collegegeld als voltijder per jaar (tarief 2011-2012)

Leermiddelen masteropleiding (bij benadering)

€ 1253,- € 1713,- € 750,-

Aanschaf studieboeken Voor boeken en andere leermiddelen voor het pre-master- en mastertraject samen moet je rekenen op een bedrag van rond de € 1000. Wanneer je lid wordt van onze studievereniging Dimensie krijg je een korting op de studieboeken. De studievereniging Dimensie kan, als je dat wilt, de boeken die je nodig hebt voor je bestellen. Dit kan alleen bij tijdige aanmelding. Voor meer informatie over de studievereniging: zie de website van Dimensie: http://www.dimensie.utwente.nl . Aanschaf eigen PC Voor het onderwijs is de aanschaf van een PC of laptop weliswaar niet verplicht maar de opleiding gaat er wel vanuit dat je toegang hebt tot een PC met Internetaansluiting. Je kunt zelf een PC aanschaffen of je kunt voor zelfstudie gebruik maken van de PC‟s op de UT. Het zelf aanschaffen van een PC of laptop heeft een aantal voordelen boven het werken op PC‟s op de UT:

De computers op de UT zijn in piekperiodes (vaak in de middagpauzes en aan het einde van semesters) erg druk bezet. Het is daarom niet altijd mogelijk om een computer te gebruiken wanneer je dat zelf zou willen. In verband met deadlines van opdrachten kan dit vervelend zijn.

Je kunt vanuit huis werken, ‟s avonds en in het weekend. In plaats van een „gewone‟ PC kun je ook kiezen voor een laptop. In de meeste gebouwen van de UT kun je wireless inloggen op het UT-net. Laptops die voldoen aan de eisen van de opleiding kan je goedkoop aanschaffen via het „Notebook Service Centrum (NSC) van de UT: http://www.nsc.utwente.nl . Onderwijs- en tentamenrooster Bij de Faculteit Gedragswetenschappen is het studiejaar opgedeeld in twee semesters. Elk semester is verdeeld in twee kwartielen, de zgn. „blokken‟, van in principe zeven weken onderwijs, een week collegevrij om tentamens voor te bereiden en twee tentamenweken. Het eerste semester begint in september en eindigt in januari en is verdeeld in blok 1A (september/oktober) en blok1B (november/december/januari). Het tweede semester begint in februari en eindigt half juli en is verdeeld in blok 2A (februari/maart/begin april) en blok 2B (eind april/mei/juni/half juli). De roosters zijn ook te vinden op de site http://www.utwente.nl/so/student/onderwijs/roosters/ . Faculteitsintroductie Om je adequaat voor te bereiden op je pre-mastertraject en om kennis te maken met je medestudenten organiseren we in de week voorafgaand aan het onderwijsprogramma (of eind augustus of eind januari/begin februari) een faculteitsintroductie. Tijdens de introductie worden onder andere de roosters uitgereikt en toegelicht, wordt belangrijke informatie over de opleiding en het programma gegeven, kunnen de boeken worden aangeschaft, maak je kennis met de docenten en het onderwijsondersteunend personeel en krijg je een rondleiding in het faculteitsgebouw Cubicus.

Page 13: INFORMATIEBROCHURE EDUCATIONAL SCIENCE AND TECHNOLOGY

13

Meer informatie Mocht je na het lezen van deze handleiding nog vragen hebben, neem dan contact op met de studieadviseur, mw. Yvonne Luyten-de Thouars ([email protected]) Je kunt ook altijd kijken op de website van de opleiding: http://www.graduate.utwente.nl/est/ (Engelstalig).

Page 14: INFORMATIEBROCHURE EDUCATIONAL SCIENCE AND TECHNOLOGY

14

5 Vakbeschrijvingen pre-Mastervakken Let op:

Zoals eerder vermeld, worden het pre-masterprogramma en het masterprogramma in het Engels aangeboden. Er zijn vakken die daarom alleen een Engelstalige vakbeschrijving

kennen.

Algemene (generieke, academische en onderzoeksmethodologische) vakken Educational Design 1 (191975010) This course will put central the theoretical foundations in the field of educational design. The basic concepts and core activities of educational design will be introduced, by means of a generic, systematic design model (addressing the ADDIE phases of Analysis, Design, Development, Evaluation, and Implementation). During 7 lectures of 2 hours students will be introduced into the world of educational design. Several basic theories of each design phase of the ADDIE model will be discussed. Secondly, students will develop some basic skills by working in small groups on interim assignments, based on real life cases. An extra element will be added for pre-master students. They will have to attend to the so-called, Professors‟ Parade. This means attending to 4 sessions of 4 hours regarding the different domains of educational design presented by Professors of different departments. To finish this course, a written exam must be taken. It will contain questions to assess the theoretical knowledge of and insight in educational design and its theories. The interim assignments must also be graded satisfactory. At the end of the course the student has knowledge of or insight in:

the characteristics of and approaches to educational design and the major core activities in the generic design;

the conceptual framework of educational design. Besides the student is able to discriminate design from research and evaluation and to evaluate and reflect on the generic design model.

Data-analysis and Measurement 1 & 2 (191960550 en 191960560) „Data-analysis and Measurement 1‟ (191960550) introduceert beschrijvende statistiek, kansrekening en concepten van inductieve statistiek (i.e. significantietoetsen en betrouwbaarheidsintervallen). De volgende beschrijvende statistische onderwerpen worden behandeld: weergeven van verdelingen met grafieken, verdelingen beschrijven met getallen, correlatie, regressie, relaties tussen categoriale variabelen (contingentie tabellen). De sectie over kansrekening bevat elementaire kansmodellen, stochastische variabelen, steekproefverdelingen, verwachting, variantie, binomiale verdeling en de centrale limietstelling. Concepten van inductieve statistiek worden behandeld op basis van conclusies met betrekking tot het gemiddelde van een bekende populatie standaardafwijking (i.e. z-toets). Additioneel worden enkele veel gebruikte statistische technieken behandeld: t-toets (zowel de onafhankelijke als de afhankelijke), binomiaaltoets (zowel voor een enkele fractie als voor twee fracties), en de chi-kwadraattoets. Gedurende de computerpractica, zal studenten vanaf het begin van de cursus vooral worden geleerd om met SPSS (Statistical Package for the Social Sciences) te werken. Als voortzetting van „Data-analysis and Measurement 1‟ (191960550): worden in „Data-analysis and Measurement 2‟ (191960560) enkele meer geavanceerde statistische technieken behandeld: enkelvoudige lineaire regressie, meervoudige lineaire regressie, één-factor en twee-factor variantie-analyse, en niet-parametrische toetsen. Gedurende de computerpractica zullen studenten wederom werken met SPSS (Statistical Package for the Social Sciences). Voor de eindopdracht van de computerpractica, moeten de studenten een schaalanalyse uitvoeren en hierover een verslag schrijven. Research Methodology (191960510) In dit vak maakt de student kennis met de principes van empirisch onderzoek in de sociale wetenschappen. Daarbij komen zowel de rol van onderzoek bij het toetsen van theorieën (de zogenoemde empirische cyclus) en de rol van onderzoek in het kader van de ontwerpcyclus aan de orde. Ook wordt aandacht geschonken aan enige wetenschapsfilosofische achtergrond. De student

Page 15: INFORMATIEBROCHURE EDUCATIONAL SCIENCE AND TECHNOLOGY

15

maakt kennis met enkele belangrijke onderzoekstypen (experimenteel, quasi-experimenteel en correlationeel onderzoek) en methoden van dataverzameling (bijv. Likert-schalen). Dit in het kader van de volgende te doorlopen fasen voor het uitvoeren van wetenschappelijk onderzoek: onderzoeksvraag formuleren, (centrale) onderzoeksvraag opsplitsen in deelvragen, hypothese(s) formuleren, onderzoeksopzet / design maken, data verzamelen, data analyseren, concluderen en rapporteren. Daarnaast zal expliciet aandacht worden besteed aan kwalitatief onderzoek als complementair aan kwantitatief / kwantificerend onderzoek, waarbij met name case studies (aan de hand van het boek van Yin) uitgebreid zullen worden behandeld. Design Methodology (191958200) Dit vak richt zich op het ontwerpen, ontwikkelen, beproeven en implementeren van valide, bruikbare en effectieve oplossingen voor onderwijskundige problemen. Daarbij staat een systematische en creatieve aanpak centraal met daarin aandacht voor wetenschappelijke kennis en praktische vaardigheden. Via dit vak raken studenten vertrouwd met de kern van onderwijskundig ontwerpen: basisbegrippen (bijvoorbeeld ontwerpeisen, evaluatiecriteria), ontwerpfasen (vooronderzoek, ontwerp, realisatie/constructie, evaluatie en implementatie), ontwerpbenaderingen (bijvoorbeeld probleemgestuurd versus oplossingsgestuurd) en ontwerpactiviteiten (bijvoorbeeld probleemanalyse, behoefteanalyse, formuleren van ontwerpeisen, opzetten en uitvoeren van een formatieve evaluatie). Naast een generieke ontwerpmethodologie komen domeinspecifieke ontwerpproblemen, contexten, activiteiten en oplossingen aan de orde, ondermeer via de bespreking van cases en verwerkingsopdrachten. Academic Writing pre-master (192412240) Academisch schrijven is een communicatievaardigheid die in het pre-masterprogramma wordt ingevuld met het schrijven van een onderzoeksvoorstel. Het onderwijsonderdeel biedt een compacte training in het zoeken van en refereren naar wetenschappelijke literatuur en het schrijven voor het wetenschappelijk forum, waarbij de student moet laten zien dit zelfstandig te kunnen doen met een voldoende niveau voor het aansluitende masterprogramma. De doelstelling is, dat de student de competentie heeft om een onderzoeksvoorstel te formuleren, op basis waarvan een afstudeeronderzoek kan starten. Een en ander impliceert dat dit vak het voorwerk bevat voor de pre-master eindopdracht en dat de (schrijf)kennis en vaardigheden die in dit vak worden opgedaan verder worden toegepast in de pre-master eindopdracht. Final project pre-master (191900269) De pre-master eindopdracht is in feite de culminatie van de domeinspecifieke voorbereiding, gevoegd bij de onderzoeksmethodologische componenten (inclusief Academic Writing) van het pre-mastertraject. Middels het succesvol afronden van deze onderzoeksgerichte opdracht geeft de student er blijk van voldoende toegerust te zijn om tijdens de masterstudie op wetenschappelijk niveau onderwijskundig onderzoek te kunnen doen. De opdracht behelst, naast het zoeken en verwerken van relevante bronnen, verslaglegging in de vorm van een paper. Bovenstaande impliceert dat de pre-master eindopdracht beoogt dat de student laat zien over voldoende kennis en vaardigheden te beschikken aangaande:

het formuleren van onderzoekbare vraagstellingen en in het zoeken en gebruiken van relevante literatuur daarbij,

het verrichten van literatuuronderzoek en het schrijven van een verslag (literatuurscriptie) hiervan,

het kiezen (c.q. beoordelen, onderbouwen, verantwoorden) van een geschikte onderzoeksopzet bij een vraagstelling,

het maken van c.q. het verder uitwerken van (immers, is ook al deels onderdeel binnen het vak Academisch Schrijven) een projectplan bij een onderzoeksproject,

het uitvoeren van empirisch onderwijskundig onderzoek,

het ontwikkelen, kiezen of kritisch beoordelen van meet- of dataverzamelingsinstrumenten die binnen een bepaald onderzoek nodig zijn,

het analyseren en interpreteren van onderzoeksgegevens,

het tonen van inzicht in de rol van onderzoek binnen de onderwijskunde,

het presenteren van onderzoeksresultaten.

Page 16: INFORMATIEBROCHURE EDUCATIONAL SCIENCE AND TECHNOLOGY

16

Domeinspecifieke vakken Instructional Theory (191942080) Instructietheorie beoogt een kennismaking met theorieën gericht op het ontwerpen van instructie voor het leren van bijvoorbeeld: concepten, procedures, probleemoplossen en psychomotorische vaardigheden. Ook instructiestrategieën voor attitude-verandering en motivatie komen aan bod. De basis van instructietheorieën krijgt tevens aandacht. Het gaat dan om stromingen als het behaviourisme, de cognitieve leerpsychologie, constructivisme en het onderzoek naar de werking van instructiesystemen. Het vak levert een bijdrage aan een goede beeldvorming over ontwerp van en onderzoek naar instructie. Curriculum Theory (191950350) Dit vak omvat een introductie op een klassiek en omvattend gebied binnen de onderwijskunde. Doelstelling van het vak is dat studenten vaardigheid opdoen in het toepassen van curriculumtheoretische noties bij het analyseren van curriculumproblemen in onderwijsbeleid en onderwijspraktijk. Daartoe komen de volgende onderwerpen aan de orde:

definiëring van het begrip curriculum; oriëntatie op karakteristieke curriculumproblemen; variatie aan curriculaire verschijningsvormen; wijze waarop het transformatieproces van die verschijningsvormen verloopt, en de factoren

die daarop van invloed zijn; oriëntatie op enkele prominente benaderingen van curriculumontwikkeling; beknopt historisch en thematisch overzicht van curriculumtheorie en curriculumonderzoek,

zowel internationaal als toegespitst op Nederland; analyse van actuele curriculumproblemen in onderwijsbeleid en -praktijk.

Management of Education and Training (191920160) De aandacht voor onderwijsorganisatiethema's is de laatste decennia in Nederland sterk gegroeid: schoolmanagers worden steeds meer en vaker geschoold en bijgeschoold, het onderzoek naar de specifieke kenmerken van schoolorganisaties is enorm toegenomen en binnen de Nederlandse onderwijskunde-opleidingen heeft de onderwijsorganisatiekunde zich sinds een jaar of vijftien een vaste plaats verworven. In dit vak wordt derhalve ingegaan op de theorievorming aangaande schoolorganisaties, waarbij 'schooleffectiviteit' de centrale invalshoek is om naar schoolorganisaties te kijken. Meer specifiek gaat het daarbij om hetgeen bekend is over de mate waarin de organisatiekundige kenmerken van scholen samenhangen met de effectiviteit van scholen (waarbij effectiviteit opgevat wordt als de gemiddelde leerprestaties van de leerlingen van een school). In dit vak komen de volgende modules aan de orde: introductie op de organisatiekundige en managementaspecten van scholen, schooleffectiviteit, de kenmerken van het primair proces in scholen vanuit organisatietheoretisch oogpunt, de coördinatie en besturing van scholen en de administratieve structuur van het Nederlandse onderwijsstelsel, leiderschap, motivatie en het commitment van docenten. Assessment (191958360) In dit vak worden de kernactiviteiten rond het ontwikkelen, afnemen en verwerken van assessments (zowel meer traditionele als moderne) behandeld, zoals het opstellen van toetsmatrijzen en competentiematrices, het definiëren van beheersingsniveaus, het vaststellen van beheersings-standaarden en het analyseren van de resultaten daarvan. Aan het beoordelen van competenties zal uitgebreid aandacht worden besteed. In het vak zal verder het gebruik van computers en software voor toets- en itemanalyse (TIA) worden behandeld. Er wordt verder uitgebreid aandacht besteed aan (web-gebaseerde) toetsservice systemen en innovatieve item formats. De belangrijkste vernieuwing op het gebied van toetsafname is het gebruik van computers voor adaptieve aanbieding (CAT) en directe scoring van toetsen. Voor het onderdeel toetsanalyse wordt een beknopt overzicht van zowel de klassieke testtheorie (KTT) als de moderne testtheorie (IRT) gegeven en zijn belangrijkste toepassingen: CAT, equivalering, optimale toetssamenstelling en het detecteren van item bias. HRD Fundamentals (191924010) Dit vak vormt een inleiding op het werkterrein Human Resource Development (HRD). HRD wordt veelal vertaald met „Bedrijfsopleidingen‟ of „Opleiding en Ontwikkeling‟ maar deze concepten zijn te

Page 17: INFORMATIEBROCHURE EDUCATIONAL SCIENCE AND TECHNOLOGY

17

smal om de daadwerkelijke scope van het werkterrein van HRD aan te duiden. Het vakgebied van HRD wordt verkend, er wordt aandacht besteed aan recente ontwikkelingen en theorieën op dit terrein en er wordt aandacht besteed aan HRD beleid. Het doel van HRD – het ontwikkelen van menselijk kapitaal in arbeidsorganisaties- wordt in de breedste zin besproken. De verzameling activiteiten die daarvoor nodig is en die in verschillende HRD definities aan de orde komt, varieert en laat een continue ontwikkeling en dynamiek in het HRD werkgebied zien. Deze dynamiek wordt gevoed door de ontwikkelingen en trends die zich in arbeidsorganisaties en maatschappij voltrekken. Deze trends beïnvloeden de perspectieven op HRD en op funderende disciplines. Aan het eind van de cursus heeft de student kennis van of inzicht in:

1. HRD als integraal onderdeel van HRM; 2. Het belang van HRD methodieken en de verschillen in toepassing; 3. De evolutie van HRD in de tijd. 4. HRD en Corporate Strategy.

Aan het eind van de cursus is de student bovendien in staat om de verworven kennis van HRD toe te passen in een praktijkcase.