GBB Klasnotities 2-3

293
1 Geschiedenis van de Buitenlandse Betrekkingen - Jonathan Holslag

Transcript of GBB Klasnotities 2-3

Geschiedenis van de Buitenlandse Betrekkingen-Jonathan Holslag

Session 1 : Flat or Fragmented?Requirements. a framework of reference. relations: causes, motivations, triggers, and consequences. what has changed, what not?Grading. 12pt oral exam: 2 broad questions (8pt each), 2 specific ones (2pt each)StudeertipsSlides: wat er daarop staat moet volledig gekend zijn en de bigger picture zien.Andere artikels zijn achtergrondinformatie (dus eigenlijk ook kennen, maar niet te grondig)5. ApproachesHistoriography. Historical idealism. Historical realism: het belang van hard power, i.e. economische en militaire macht om politieke macht en andere invloedssferen te onderbouwen. . Historical revisionism: Revisionisme: geschiedenis heeft niet de absolute waarheid in pacht, deze stroming probeert steeds kritisch om te gaan met de bronnen die we hebben, tracht nieuwe info te zoeken. Historical positivism: rigide/positivisme onderzoek: je kan nooit een volledige geschiedschrijving doen als je niet alle bronnen verzamelt. Historical Marxism: zeer sterke materile benadrukking; menselijke besluitvorming en organisatie is vooral een reproductie van de productieverhoudingen. Economische structuren bepalen sociale/culturele/politieke verhoudingen. The annales: Franse school, historisch realistisch onderzoek, maar met een narratief die het grotere publiek ook weet te raken

History in international politics. The history of the people and their planet: hoe de mensheid doorheen de geschiedenis gaat interageren met de aarde (Diamond).. The history of political organization: : hoe zijn we gevolueerd van de stromenrijken => stadstaten => Romeinse rijk. The history of the interaction between political units: hoe verhouden deze zich t.o.v. van elkaar? Hoe veranderde dat?

The optimists The skepticsliberalists marxists constructivists civilization-thinkers realism malthusiansCompetition and productivityClassic RealismInterdependenceNeorealismInternational organizations and rulesEnglisch schoolDemocracyInternational society

Liberalisten: zien de geschiedenis als een evolutie, waarbij er een vrije keuze van en tussen mensen bestaat. De liberalisten leggen de nadruk op samenwerken, vrije marktDe menselijke ambitie is in staat om via competitie voor de hele samenleving vooruitgang te boeken (spirituele, materile). Dat speelt zich ook in markten, waarbij men welvaart kan creren via markten. Door competitie innovatie, interactie, specialisatie arbeidsdeling.Internationale context: gegeven dat de markten en samenlevingen interdependeren (samenhangen). Daardoor gaan ze ook op andere terreinen meer samenwerken, via reguleringen bvb. Mensbeeld: egostisch, individualistisch, competitief.

Marxisten: we zitten nu in een kapitalistische fase: arbeidsfactoren zijn zeer ongelijk verdeeld, maar de kapitalisten zadelen zich steeds meer en meer met problemen op. Wanneer de arbeidersklasse zich via solidariteit enzovoort gaat verenigen zal zij via revolutie de bestaande productieverhoudingen omverwerpen. Sociale verandering is mogelijk (weliswaar via conflict)Wallerstein: te veel fabrieken, te veel productie winstmarges kelderen. Daardoor gaat men ook exporteren, dikwijls naar minder ontwikkelde landen. Inferieure markten worden geopend, doorgebroken en zodoende worden deze landen ook genfecteerd door het kapitalistische systeem. Doordat de rijke landen inferieure markten openbreken, gaat die periferie op den duur ook zelf groeien, en op het niveau van het centrum komen. Globalisering zal wellicht het eindpunt zijn van het kapitalisme (dat zich via crisis tot crisis ontwikkelt)Lenin en ?Hobbes?: Zo bijvoorbeeld ook krediet verschaffen, naar landen die niet altijd ze kunnen terugbetelan, wat kan leiden tot geweld (onderdruk zettenHet kapitalisme verzwakt hierdoor.Constructivisten: naast de materile en machtsbalansen, heb je ook een conceptuele welvaart. Naarmate mensen rijk worden, er middenklasse ontstaan, zal macht niet langer gepercipieerd worden als zwakke versus sterke samenlevingen.Anarchie in internationale politieke is wat we er zelf van maken.Machtsstrijd wordt meer en meer via internationale instellingen gereguleerd.

Beschavingsdenker: Aan de ene kant heb je denkers als Spengler, die erg sceptisch is, nl. geschiedenis is een aaneenschakeling van opkomst en ineenstortende beschavingen. Andere denkers zien ondanks dat toch ook nog een lineaire opwaartse lijn.

Realisme: realpolitik: een realisme dat uitgaat van de slechtheid van de mens. Deze slechtheid resulteert in staatsconstructies (=diplomatische eenheden), die de slechtheid van de mens weerspiegelen. Deze eenheden botsen als atomen tegen elkaar aanStaten kijken doorgaans naar hoe groot hun deel van de cake is. Als het deel van n staat te groot wordt, gaan ze dat proberen tegen te houdenInternationale politiek wordt gestuwd door machtsbalans tussen die eenheden. Dat kan soms in evenwicht zijn, maar dikwijls vinden er verschuivingen plaats. Verschuivingen kunnen vreedzaam worden opgelost, maar dat kan ook via defensie en machtsuitoefening gebeuren.Internationale akkoorden zijn altijd slechts tijdelijk: ze zijn de resultante van de wil en de agenda van de sterkste.Assumpties cursus Geeraerts: Pessimistic view of human nature. They are skeptical that there can be progress in international politics that is comparable to that of domestic life International politics consists of an international anarchy of sovereign statesInternational relations are basically conflictual and war is an ultima ratio to solve conflicts The goal of power, the means of power and the uses of power are central to international politics. International politics is viewed as power politics The conduct of foreign policy is an instrumental activity based on the intelligent calculation of ones power and ones interests as against the power and interests of rivals and competitors State are the principal actors and there is always an hierarchy of power among states The basic values of international politics are national security, state survival, and international order and stability Realist usually believe that there are no moral obligations in the moral sense (bonds of mutual duty) of the word between sovereign states Realism confers great importance to the balance of power which is both an empirical concept concerning the way world politics is seen to operate and a normative concept: it is a legitimate goal and a guide to responsible statecraft on the part of the leaders of great powers. It upholds the basic values of peace and security Many contemporary realists aims at providing an empirical analysis of world politics. They hold back from normative considerations since that is deemed to be subjective and thus unscientific. In that sense there is a fundamental divide between classical and neoclassical realists on the one hand and contemporary strategic realists and neorealists on the other

Malthusianen: internationale politiek en samenleving botst niet alleen door de anarchistische organisatie van de samenleving (organisaties zijn resultante van machtstrijd + slecht karakter van de mens), maar ook door natuurlijke schaarste (van grondstoffen, voedsel).

. Different histories > the history of the people of this planet. Our lives evolved from being brutish, nasty and short to secure, comfortable, and longDoorstuurnotities: zijn we gevolueerd van een toestand van een brutale wereld, naar een veilige wereld. Is er een revolutie van welvaart opgetreden die lineair is. Zijn we er door de eeuwen op vooruitgegaan? Hoe benvloedt dit de samenhang tussen de mensen? Door sociale transitie leven we nu in een andere wereld. Onze welvaart is gestegen, we hebben m.a.w. minder reden om te vechten voor dingen als voedsel. Ook beschikbaarheid van energiebronnen is enorm gestegen. Paardenkracht per capita: veel meer capaciteit om te produceren. Internet. De wereld is ook veel veiliger geworden, we worden een pak ouder. In onze debatten over de economie gaat het niet meer over welvaart, maar over welzijn en happiness. Er is een grote vooruitgang geweest in het BBP per capita. (vooral liberale denkers) Het verbruik van primaire energiebronnen: het is een grote facilitator voor ontwikkeling. De optimisten spreken van een energierevolutie, waardoor we op een betere manier welvaart zullen kunnen produceren, ook naar de periferie toe. De optimisten verwijzen naar India en Brazili waar gexperimenteerd wordt met het kleiner maken van zonne-energiemethoden. Het vermogen per inwoner: niets dan vooruitgang. Alles wordt veel energie-efficinter. Trend die ons toelaat om mobieler te zijn. Bv. De prijs per vervoerde container is sterk gedaald. Externe denkcapaciteit: de kennisrevolutie zou veel sneller kunnen verlopen. Het aantal moorden is enorm gedaald: de wereld is veiliger geworden. De levensverwachting is toegenomen. (Vooral in de Derde Wereld)

Happiness: Business of man is to be happy Have we become happier?? J.S. Mill: Ask yourself whether you are happy and you cease to be so.Leven we ons langere leven ook gelukkiger (cf. Locke). Wat is de uitdrukking van geluk? Hoe meer we over geluk nadenken, hoe ongelukkiger we worden (cf. Mill) cf. de media. Vandaag moeten we geluk najagen, maar dat is niet altijd zo geweest. (cf. Gross Domestic Happiness van Buthan)

Different histories > the history of the people of this planet. Have we become less geographic? Were all cosmopolitans now!Leven we in een postnationaal tijdperk. Staten zijn in principe speelballen van internationale markten te worden, hebben niets meer in de pap te brokken. Er bestaat een web van belangen, waarbij banken, investeringsfondsen, bedrijven (=web van kapitaalstromen en belangen) zo veel van elkaar afhangen dat de staten er niets meer over te zeggen hebben. Een web dat de traditionele staten overstijgt. Hoe zwaar weegt geografie nog door op ons leven? Diplomatie tussen staten, zal verworden tot een anachronisme: het harde nationale belang domineert niet meer. Cosmopolitische orde: reeds sinds de 19de eeuw denkt men hierover na, maar nog steeds voor veel discussies vatbaar.. Inequality no longer killsOngelijkheid bestaat, maar veel minder mensen sterven erdoor (vanuit een economisch macroperspectief).Inequality no longer kills: de wereld zal altijd ongelijk blijven, maar minder dan in het verleden zal armoede het einde van levens met zich meebrengen, door het gebrek aan economische kansen. Maar een krachtige economie stelt een staat ook bij machte om een militair apparaat te kunnen mobiliseren. Different histories > the history of political organization. Empires, city states, nation states, post-national order. Different histories > the interaction of political units . Kinds of interaction:. The players. Drivers of international politics. Means and mobilization. ImpactInteractievormen, er zijn er verschillende gaande van erg negatief tot erg positief. Sacrifice= we sturen vredestroepen naar andere gebieden, die nationaal totaal geen bedreiging vormen. Vb. piraten in Somali vangen. Oorlogen om humanitaire principes en internationale normen.

Doorstuurnotities: hoe interageren staten? Kinds of interaction: Zijn we op de as gevolueerd? Is vernietiging vandaag nog denkbaar? Cf. het humanitaire belang, de publieke opinie die gaat toezien op het leven van anderen. Is de wereld gevolueerd naar een stabielere wereld (cf. Francis Fukuyama: the end of history). De spelers: Hoe wordt bepaald of een actor een speler of speeltuin is? (leider en volger) Wat zijn de drijfveren van internationale politiek? Belangen (economisch, geo-politiek), wat is macht vandaag de dag? Wat zijn de machtsmiddelen die staten kunnen aanwenden? Is softpower belangrijker dan hardpower. Of is softpower nog altijd gebasseerd op harde capaciteiten (cf. realisten). Impact: is de impact veranderd? Het aantal doden dat er ter wereld valt door conflicten neemt toe. Economisch: is economische diplomatie vandaag de dag in staat om economische crisissen te vermijden?

. Different histories > the interaction of political unitsWestphalia ViennaParis Dumbarton OakesEvianVerdrag van Westfalen: Transitie van Rijken naar natiestaten. Men probeert Centraal-Europa te verzwakken. Conferentie van Wenen: Ontstaan van de conferentiediplomatie. De grote spelers hebben een conservatieve consensus over revolutie. Men probeert Centraal-Europa te versterken. Men gaat trachten allianties te vormen die altijd zorgen voor een machtsevenwicht (balance of power). Enkel door de machtsevenwichten hebben we vrede (cf. Metternich). Verdrag van Versailles: Dumbarton Oakes: men heeft de VN en het IMF opgericht om internationale stabiliteit te kunnen garanderen. Evian: G8 top van 2003: voor het eerst waren China, Indi, Brazili en Nigeria aanwezig.

The cause for optimism: world politics is getting better because of. Violence becoming too costly. Institutions:. Fransisco de Vitoria, 1532: De Jure belli Hispanorum in Barbaros: a republic of the whole world. Hugo Grotius, 1631: A common law providing in self-restraint, reparations, and punishment. Charles de Saint-Pierre, 1717: Everlasting Peace in Europe: Peace among Christian autocrats. Jean-Jacques: Rousseau, 1754: European Christian federation and arbitration. Woodrow Wilson and the league of nations. Today: sophistication of international organizations, epistemic communities, denser mediation channels,

. Organization of power: monarchies dont fight, republics certainly dont fight. Statelets in Ancient Greece, China,. Thomas Paine, 1776: The republics of Europe are all (and we may say always) in peace. Monarchical governments, it is true, are never long at rest; the crown itself is a temptation to enterprising ruffians at home; and that degree of pride and insolence ever attendant on regal authority, swells into a rupture with foreign powers, in instances, where a republican government, by being formed on more natural principles, would negotiate the mistake.. Immanuel Kant, 1795: Perpetual Peace: The republican constitution, besides the purity of its origin, also gives a favourable prospect for the desired consequence, i.e., perpetual peace. The reason is this: if the consent of the citizens is required in order to decide that war should be declared, nothing is more natural than that they would be very cautious in commencing such a poor game, decreeing for themselves all the calamities of war. > a league of nations. Michael Doyle, 1983.

. Interdependence:. Adam Smith. David Ricardo. Richard Cobden. Norman Angell. Contemporaries: Copeland, Keohane and Nye, Friedman

. Functionalism: Haass, Mitrany. Middle classes: make fun, not war!. A normative shift. World socialismOorzaken van optimisme: Geweld is te riskant en te duur geworden. We hebben internationale organisaties. De organisatie van macht is steeds meer een organisatie waar democratien samenkomen (die normaal geen oorlog voeren). De economische afhankelijkheid. Regels, samenwerkingen afhankelijk van elkaar zijn (= Functionalisme). Middle class: make fun, not war: de middenklasse denkt niet aan oorlogNormative shift: anarchie is iets helemaal anders geworden, wij concurreren maar met respect voor regelsWorld socialism: meer en meer emancipatie, door heel de wereld. Optimisten: 1. Voor rijke mensen staat er teveel op het spel om te vechten. Oorlog is te duur geworden. De kosten-batenanalyse: terughoudendheid kost minder dan ten oorlog te trekken. Nucleaire wapens hebben ervoor gezorgd dat oorlogen te duur zijn geworden: detterence (de conflicten gaan niet meer leiden tot annexatie of verovering). Zelfs de kleinere staten hebben op conventioneel vlak ook veel militaire macht. Bv. Syri: sterke strijdmacht en die kan het heel duur maken voor het westen om Syri binnen te vallen. OF Iran: preventieve aanval van Isral. Maar er is de golf van Hormuz (golf waarlangs er heel veel gas en olie wordt getransporteerd). Gaan niet-traditionele problemen de aandacht afleiden van traditionele problemen? 2. Internationale instellingen en organisaties: Ze voorzien in spelregels, communicatiekanalen die conflicten kunnen ontwapenen. Ze worden omringd door experten die de nationale agenda overstijgen. Dit heeft al een lange geschiedenis achter zich: vooral gegroeid in het westen. Internationale organisaties zijn synoniem geworden voor diplomatie. 3. De organisatie van de macht: christelijke monarchien vechten niet, noch republieken, noch democratien. 4. Interdependentie: de wederzijdse kwestbaarheid op economisch of veiligheidsvlak. (cf. Adam Smith (Wealth of Nations), waarin hij tegen het mercantilisme fulmineert. Vrijhandel zou automatisch leiden tot de toename van de productiecapaciteit en dit zou leiden tot meer handel. Hierdoor zou er een accumulatie ontstaan van handel. David Ricardo (1817): als er vrijhandel is tussen staten, ontstaat er zoiets als een arbeidsdeling (specialisatie) en dit doet de productie toenemen. Je krijgt minder conflicten omdat je alle onderdelen in de productie nodig hebt. Richard Cobden: hij is tegen de idee van machtsbalansen, deze zouden enkel leiden tot oorlogen. Norman Angell: the great disillusion. 5. Functionalisme: Haass en Mitrany (door economische relaties gaan staten verplicht worden om met elkaar in interactie te treden over technische aangelegenheden. Hierdoor gaat men ook op het niveau van highpolitics ook meer compromisbereid zijn. 6. De Middenklasse: make fun, not war! 7. A normative shift: het hele referentiekader waarmee we de wereld benaderen is gewijzigd. (je moet de geest meehebben) Van Hobbes naar Kant (werelddemocratie): Hedley Bull. Hierdoor gaan we onze belangen heel anders identificeren. Het is belangrijk hoe de macht wordt gedefinieerd: cf. constructivisme. 8. World socialism: marxisten en communisten. Vinden dat de wereld slechts vrede kan bereiken wanneer de klassestrijd wordt opgelost. Maar er is steeds meer en meer emancipatie, over de hele wereld. liberalisme (idealisten)

The cause for scepticism: world politics is not getting better because of. Hans Morgenthau, 1986: Politics among Nations: Underneath the chaos of international politics, there are perennial forces that shape social life.. Martin Wight and Herbert Butterfield 1966: Diplomatic Investigations: Realists point of view has on the whole been historical. They have tended to suppose that the continuities in international relations are more important than the innovations; that state craft is an historical deposit of practical wisdom growing very slowly and that it is a useful enterprise to explore the corpus of diplomatic and military experience in order to reformulate its lessons in relation to contemporary needs.Sceptici: realismeVooral Hans Morgenthau: de lust van de mens om macht te verwerven is niet veranderd. De mens is conflictueus en hebzuchtig. De continuteiten zijn belangrijker dan de innovaties in de internationale relaties. Realisten vinden de internationale arena weinig maakbaar en verbeterbaar. Conflicten tussen politieke entiteiten zullen zich op een andere manier verderzetten.

The cause for scepticism: world politics is not getting better because of. Lupus est homo homini. Anarchy. The security dilemma. The balance of power. The balance of threat. Power transition. Geopolitics1) Een mens is als een wolf onder de mensen. 2) Anarchie: ondanks interdependentie, internet, enz. bestaat de realiteit van mensen erin dat mensen toch nog nationaal gebonden zijn: mensen zijn dus al bij al niet zo mobiel. Vooral bij crisis gaan ze hun geografische gedetermineerde eenheden afschermen: vrede is dus schaars. 3) Veiligheidsdilemma: als er iemand macht wint, gaat een ander land dit zien als een bedreiging van zijn eigen land. Dit brengt spanningen met zich mee. Er is dus een groot gevoel van onveiligheid! Middenklasses zijn niet per se coperatiever, als hun materile belangen worden geschaad, gaan ze zich achter hun banier scharen. 4) Machtsevenwicht: de perceptie van de machtsevenwichten is even belangrijk. Wat staten beducht maakt voor de macht van andere landen, is de interpretatiemanier waarop het andere land die macht gaat gebruiken. 5) Dreigingspercepties: het politieke systeem van een land. De capaciteit van staten om offensieve van defensieve intenties te onderscheiden. 6) Machtstransitie: een aaneenschakeling van hegemonische groei en aftakeling. Crisis: periode van hegemonie takelt af en wordt gecontesteerd door andere staten.7) Geopolitiek: wijzigende invloedssferen.

The world in flux a dynamic view. The power of geography: empires, cities, states:> Different form, same origin: geography and human desires> Different form, same purpose: maximization of power > societies dont get saturated. Five layers of international politics1. Diplomacy2. Diplomatic thought3. Government: mediate between society and the international context4. Social confidence5. Balance of power> Balance of power is the main driving force> Intermediating factors

Een dynamische blik: Aardrijkskunde wordt niet aan de kant geschoven: het grote merendeel van de mensen is immobiel. Als gevolg hiervan ga je altijd geografisch gedetermineerde politieke actoren hebben en hun interactiepatronen zullen hetzelfde blijven. Staten zijn niet verzadigbaar: wij willen een steeds hoger welvaartsniveau krijgen. De drijfveer van de mens is onverzadigbaar. Er zijn 5 niveaus om te onderscheiden:1. Beleid: de agenda van onze staten en de instrumenten die we daarrond ontwikkelen. 2. Ideen: liberalisme, optimisme, scepticisme.3. Overheden: onderhandelen tussen het zelfvertrouwen van de gemeenschap en de internationale context. 4. Sociaal zelfvertrouwen. 5. Machtsbalans: hoe bouwt de samenleving capaciteiten op: dit is niet lineair.

Session 2: The budding of Western primacyThe budding of Western Primacy1. Constructing a framework of reference2. The world around 16003. The players4. A world system in the making?5. Why the West prevailed

1. Constructing a framework of reference. Maps. Players: their leaders, power, fears & aspirations, diplomacy. International relations: system-level, interaction, impactOttomaanse rijk: de permanente druk op de Europese grenzen. Maar ook de Perzen in het oosten. Ming-dynastie: kuststreken van huidige China. Europa: lappendeken van staten. Moscovia: Japan: enkel het middeneiland van Japan. Mughal-rijk: noord-Indi. Er bestond een prototype van een multipolaire wereld: er waren geen spelers om de hegemonie te claimen.

3. The Players: Japan. SpaceJapan is een eilandrijk, en hierdoor kende het geen rechtstreekse bedreiging van China en Korea. Dat de zee een bescherming vormde tegen buitenlandse invasies wilde overigens niet zeggen dat deze bescherming volledig was. Pyle: Deze geografie benvloedde haar buitenlands beleid, in die zin dat Japans ligging en geografisch isolement de basis vormden voor de ontwikkeling van een eigen cultuur, een gevoel van uniciteit en onafhankelijkheid. Bovendien liet haar geografie Japan toe een groot zelfvoorzienend isolement te genieten (blz. 34)

. Leadership: Toyotimi HideyoshiThe Go Yozei Emperor (1586-1611)The Tokugawa/Edo rule (1603-1868)The Meiji (1868-1912)(Shogun: militaire rang en de titel van feitelijk alleenheerser ten tijde van het shogunaat, de Shogun stond onder de Keizer en werd door deze laatste aangeduidHet bakufu systeem = het shoguneet, een regeringsvorm die bijna 700 jaar lang in Japan heerste. Tesamen met het Keizerlijke hof vormde het Bakufu een parallelle machtsstructuur, met het Bakufu als militaire leider naast de keizerlijke staatsstructuur. In de loop van de tijd zal het Keizerlijke hof meer en meer macht moeten afstaan en wordt het Bakufu de machtigste organisatie van Japan. Ieyoshi was een bakufu.)

Tot de Tokugawa-periode was Japan een feodale staat, waarbij verscheidene heren, met hun clans elk hun eigen beleid bepaalden. De keizer was niet belangrijk/had weinig invloed.In dit systeem, met haar anarchistische voorwaarden en zwak centraal gezag, streden feodale staten met elkaar voor zowel de politieke als de economische macht. In deze dynamiek, was het Japanse interne politieke systeem in vele opzichten een miniatuur van een modern internationale statensysteem (Pyle: 39). Haar ervaringen hiermee zal later een invloed uitoefenen op haar moderne internationale diplomatie (Pyle).Echter, net zoals elders in de wereld, diegene die de middelen bezaten om een groot leger, met musketten en kanonnen, te bevelen. Naar die groep/persoon kwam de macht. Dit was in Japan niet anders. En Hydeyoshi, lid van de Tokugawa-clan, slaagde erin om de macht te consolideren en Japan te herenigen. Tot twee maal toe trachtte deze Korea te veroveren. Bij zijn dood leek het land even in een burgeroorlog te hervallen, maar Ieyasu, en andere sjogoens van de Tokugawa-clan slaagden erin om de macht te behouden. Een gecentraliseerd militair bestuur was geboren. Dat gecentraliseerd bestuur besloot om zich af te sluiten van de wereld in de 17de eeuw en ongecontesteerde macht te krijgen op het eigen territorium (zie ook economie). Elke buitenlandse invloed werd als een bedreiging beschouwd.

. Power. Economic: from trade to autarchy (1547)

De feodale periode in Japan was niet ideaal voor de Japanse economie. Handelaars hadden zowel op het land als op zee moeilijk met oorlogsheren en militaire avonturiers, die wilden profiteren van de Oost-Aziatische handel. Hoewel Japan heel veel troeven had om handel te drijven, koos het onder de Tokugawa heerschappij voor de economische quarentaine. Het nieuwe Japanse bewustzijn ging gepaard met autarkie (verbod om handel te drijven met het Westen). Dit werd grotendeels mogelijk gemaakt door omwentelingen in de landbouw. Van overzeese expansie, of zelfs contact met de buitenwereld was geen sprake meer. In 1636 stopte men met de constructie van zeeschepen en handel met de buitenwereld was in grote mate verboden. Elke buitenlander werd als dissident aanzien. Desondanks had deze autarkie ook voordelen. Doordat er over de hele natie vrede was bloeide de binnenlandse handel op en handelaars en bankiers kregen een belangrijkere plaats in de samenleving. Ze konden echter niet leren van innovaties/kennis/ontwikkelingen in het buitenland.The Meji periode gaat men opnieuw trachten om banden met de rest van de wereld te verbeteren (=de Meiji restauratie). Dit werd van bovenaf beslist. Mensen worden naar het westen gestuurd om te onderzoeken hoe Japan haar industrie kon opbouwen. Het was een periode van opening. Deze draaide echter uit op meer agressie en kolonialisme.

. Political: kokueki, unification, the rise of the Shogun, bakafu system, sankin kotai,Japanners kennen een raison detat (Kokueki) op vlak van staatszaken. Het belang van de staat gaat voorop in het maken van beslissingen. Ze willen flexibiliteit in de internationale politiek, waar er plaats is voor real politiek en pragmatisme. Er was een sterke hirarchie en eer en dit zorgde ervoor dat eer en macht met elkaar worden verwerven, wat nog steeds erg in hun maatschappij is ingebakken.

. Military: Samurai culture remained in place > obsoleteVoordien: Samurai cultuurTokugawa period: the entire military system ossified for two centuries. De Samurai krijgers mochten niet reizen, noch hun wapens tonen (m.u.v. ceremonile aangelegenheden). Hun leven veranderde in een leven van rituelen en verveling.

. Aspirations. Primacy of power: No trace of the Confucian emphasis on ethical restraint of absolute powerZo min mogelijk afhankelijk van Aziatisch continent. primacy of powerPyle: Japan staat bekend voor zijn fundamenteel realisme, zijn wil om zich aan te passen aan de voorwaarden van de buitenwereld. Japan goes with the flow en past zich aan i.t.t. China: waardesysteem legt beperkingen op aan de macht Westen: kent niet zoals Japan een voortdurende onevenwicht van macht

. Pragmatism conservatism of the concrete: Your country built on principles, ours on an archipelago Japans internationaal beleid werd en wordt gekenmerkt door een pragmatische (vaak zelfs opportunistische) jacht naar macht. Nationalisme en de nationale identiteit waren en zijn onmiskenbare determinanten in hun beleid. China en Westen: worden gekenmerkt door een veel sterkere filosofie/ideologie/religieuze orthodoxie

. Adaptation and emulation: Japanse culture as formless Japan is een natuurlijke natiestaat en staat redelijk neutraal t.o.v. normen. Ze passen zich redelijk makkelijk aan aan nieuwe trends/normen. In tegenstelling tot China en het Westen is het idee dat een staat door een gemeenschappelijke wil werd gecreerd en dat normen door de mens worden gemaakt niet van toepassing op Japan Japan past zich dus aan de internationale situatie aan. Ze heeft zelf minder de neiging om die te willen veranderen. Ze neemt die situatie eerder op als een gegeven, en kijkt vervolgens hoe ze haar positie hierin kan verbeteren Dit kan je overigens als een reden zien waarom Japan in de jaren 1930 zo fascistisch waren Bovendien trachtte Japan de succesvolle werkwijzen van andere staten te evenaren en zich aan te passen aan het internationale systeem China en Westen: voelen zich religieus en cultureel meerwaardigheid, wat ervoor zorgde dat zij minder makkelijk leerden van anderen As each new international order has emerged, Japan has shown remarkable receptivity to the practices and institutions of the dominant power Dat zij heb Westen nabootsten wilde overigens niet zeggen dat zij ermee convergeerden. In tegendeel, ze probeerden het buitenland te overtreffen, de buitenlandse instellingen te verbeteren (=innovatie) en hun normen in te passen in de Japanse cultuur.

. Prestige and sacrificeDe logica hierachter: eer zorgt voor macht, of zoals Carr het uitdrukte: if your strength is recognised, you can generally achieve your aims without having to use it.De Samurai/militaire klasse die Japan overheerste gedurende de eeuwen van feodaliteit verweefde de structuur van macht met de cultuur van eer. In de Tokugawa periode werden de Samurai krijgers getransformeerd in bureaucraten/administraten, die werkten in een organisatie waar er een strikte hirarchie heerste. Ten tijde van de Meiji restauratie ging men meer focussen op de natie zelf die oog in oog kwam te staan met het Westers imperialisme. Eer en nationalisme gingen nu hand in hand.Hoe staten nu naar Japan kijken is altijd heel belangrijk voor dat land. Macht alleen is niet genoeg, het moet ook erkend worden.

. Inward looking + autonomy: Empress Suiko: The offspring of heaven in the land where the sun rises Voor de komst van het Westen was Japan volledig zelfvoorzienend en het herstel van deze autonomie werd een persistent maar ongrijpbaar doel voor de moderne staat. Japanners ontdekken namelijk dat ze niet over de ruwe materialen beschikten die nodig waren voor de moderne industrie Nationale soevereiniteit is een zeer belangrijk gegeven voor Japan, en autonomie maakt daar deel van uit. Via economische macht trachtte Japan regionale hegemonie en autonomie te creren in de jaren 1980. Buitenlandse hulp, leningen, overdracht van technologie en markttoegang moesten hiervoor zorgen. Flying geese= a favorite metaphor for a patter, of development designed to achieve regional hegemony. En dit via economische sterkte en technische sofisticatie.

offers a letter to the offspring of heaven where the sun sets.. Diplomacy

Nog enkele begrippen:Sankin kotai: een rule of law (japans wetboek (codex)). Wikipedia: Sankin kotai ( Sankin ktai) is een Japans politiek systeem, dat in gebruik was gedurende bijna de gehele Edoperiode. Het doel van dit systeem was het onder controle houden van de daimyo (=de territoriale heren), na een burgeroorlog van honderd jaar. De wet was eigenlijk een vervolg van wat Toyotomi Hideyoshi al eerder ingevoerd had. Verder was het een uitwerking van reeds gebruikelijke gewoonten. De Sankin Kotai werd in 1635 definitief ingevoerd. De wet werd pas in 1862 weer afgeschaft.Interessant (niet leren): Hoewel deweteen aantal malen veranderde gedurende de periode, bevatte deze twee basisprincipes.1. Vrouw en erfgenaam moesten inEdo() achterblijven wanneer de Daimyo naar zijn kasteel of buitenplaats vertrok, alsgijzelaarvan hetshogunaat.2. Door de Daimyo financieel zwaar onder druk te zetten, werd voorkomen dat het geld in oorlogvoering gestoken werd. De Daimyo moesten namelijk een buitenverblijf en een luxe huishouden in Edo onderhouden. Ook werden zij gedwongensamoeraistrijderste leveren, die de Daimyo begeleidden op de tochten van en naar Edo. Tijdens de tochten, die speciale routes (kaido) volgden, waren er speciale kamers,honjin(), beschikbaar om te overnachten.Het systeem heeft een aantal opmerkelijke gevolgen gehad. Het huidigeTokiozou nooit als in de huidige vorm ontwikkeld zijn zonder deze wet. De speciale routes werden goed onderhouden en uitgebreid, zodat ook deinfrastructuurvan en naar Tokio ten gevolge van deze wet goed ontwikkeld is. Doordat de consumptie vansake,theaterin de vorm vankabukienbunraku, alsmede het maken vankunstzoalsukiyoede belangrijkste vertiermogelijkheden waren, is er in deze typisch aan Japansecultuurgerelateerde onderwerpen een enorme positieve ontwikkeling geweest

-Shintosme: dit is de oorspronkelijke religie van Japan. In Shinto worden natuurgeesten (kami) aanbeden. Dit zijn heilige geesten, die de vorm aannemen van dingen en concepten die belangrijk zijn voor het leven, zoals wind, regen Sommige kami zijn plaatselijk, dat wil zeggen de geesten die bij een bepaalde plek horen, terwijl anderen vereenzelvigd worden met grotere objecten en verschijnselen in de natuur. Er is geen absoluut goed of kwaad in deze godsdienst. Mensen worden gedacht goed te zijn, en kwaad is veroorzaakt door slechte geesten. De meeste Shinto rituelen zullen dan ook proberen deze slechte geesten weg te jagen.Tijdens de Meiji periode was Shinto de staatsgodsdienst. Japans ontstaansmythes werden toen gebruikt om een cultus rond te figuur van de keizer te maken. Na WO2 werden Shinto en de staat officieel gescheiden.Tasei: Japanse eerbied voor de grote onpersoonlijke krachtenMercantilisme: deze economische logica domineerde in de 16de -18de eeuw in Europa, en ontstaat in Japan uit concurrentie binnen de eilanden zelf. Het houdt o.a. dat staten een positieve handelsbalans willen, waardoor ze export en handel gaan aanmoedigen en import verhinderen (o.a. via exportsubsidies en importtarieven). De overheid moet haar economie beschermen en er is een grote mate van staatsinterventie (=protectionisme).Het globale volume aan handel wordt als een zero-sum game gezien: wat de ene verliest, wint de andere.In de mercantilistische denkwijze worden economische activa (of kapitaal) vertegenwoordigd door edelmetalen (goud en zilver) en de handelsgoederen in het bezit van de staat. De theorie stelt rijkdom en het bezit van monetaire activa min of meer aan elkaar gelijk. Het bezit van goudvoorraden en zilver werd van groot belang geacht voor de macht van de staat omdat dit een stabiele buffer was in moeilijke tijden en zo een zekere onafhankelijkheid garandeerde. - Veiligheidsdilemma: competities tussen naties. Wanneer staten zich onveilig/bedreigd voelen gaan zij steeds meer maatregelen nemen om zichzelf tegenover andere staten te beschermen. Zo komen we evenwel in een spiraal van bewapening/herbewapening/spanning/ terecht

3. The players: China

Geografisch:Oosten: grote rivieren met vruchtbare vlaktes (economische opportuniteiten)Noorden: vlakten, Zuidwesten: gebergtenWesten: woestijn, steppesIn het noorden had men af te rekenen met Nomaden: Mongolen. Deze werden aangetrokken door de rijkdom van het hartland van China. In het westen was er de Zijderoute, vandaar de uitstulping in het Westen. Maar ook nomadische volkeren die invloed trachtten te hebben over de Zijderoute.In het zuiden had je Tibet en de soevereinen van Siam en Tonkin. Het was dus omgeven door ambitieuze volkeren Het Oosten met haar rivieren en kust was het politiek en economisch hart van China, waar er bovendien een enorme demografische concentratie was. Perifere gebieden zijn in China altijd heel kwetsbaar geweest.

Kennedy: China in de 15de eeuwIn 1368 ontstond de Ming Dynastie, nadat de Mongolen waren verslagenblz 5: situatie van China in de 15de eeuw (zie kleurtjes voor welke eigenschap)China in de 15de eeuw was zo ongeveer de meest ontwikkelde wereldmachtEconomisch: technologisch was China sterk ontwikkeld, idem dito voor hun handel en industrie. Sinds de 11de eeuw werd een goed ontwikkeld kanaalsysteem uitgebouwd, er bestonden goede irrigatiesystemen, papiergeld was in omloop, China kende een gigantische ijzerindustrie (en markt) Politiek: het land werd gerund door een hoogopgeleide Confuciaanse bureaucratie die zorgde voor een uniform en hirarchisch systeemMilitair: het toenmalige leger bestond uit meer dan een miljoen man, en was een afzetmarkt voor de toenmalige ijzerindustrie Cultureel: ontwikkeld, er bestond al een printcultuur + gegoten tinnen letters ( veel boeken+ grote bibliotheken)Sociaal: 100-130 miljoen inwoners, grotere steden dan in Europa

Space: Was China thallasophobic: was China bang van de zee? Ja, en dat leidde tot het feit dat China zeer gericht was op het continent. In het begin van de 15de eeuw kende China een redelijk uitgebreide vloot. In 1436 werd het bouwen van zeewaardige schepen evenwel bij keizerlijk edict verboden (7-8). Dit omdat de kosten ervan te hoog waren (geld was nodig om tegen de mongolen en voor de uitbreiding van het Rijk te strijden) + conservatisme van het bestuur, met hun confucianisme en restauratie zie hb blz 8-9

Leadership:Als je keizer van China wordt krijg je een hemels mandaat (=Tian Ming), iedereen kan keizer worden, maar je moet je aan de morele wetten houden.Mancall: de Keizer bezat twee formele persoonlijkheden: de zoon van de hemel en zijn rol als keizer- Hemels mandaat werd gezien als het verlenen van macht door de Hemel aan een wijs en deugdzame keizer, die zijn mandaat kon verliezen als hij er niet in slaagde de leefregels van het confucianisme te volgen. Het hemels mandaat diende ook als ideologische verklaring voor gebeurtenissen in de economie en natuurrampen- In zijn rol als keizer kon hij afwijken van het deugdzame pad, zijn rol als zoon van de hemel verraden en de harmonie van het universum verstoren.

Het gros van de Chinese bevolking, i.e. de boeren willen eigenlijk maar 1 ding: stabiliteit. De legitimiteit van de keizer hing bijgevolg in grote mate af van de mate waarin hij stabiliteit, veiligheid en economische voorspoed kon realiseren. Dit was ook de reden waarom het Confucianisme zon grote aanhang kent (en belangrijk wordt geacht): loyauteit, stabiliteit garanderen en aanhangen. De keizer moet aan een aantal voorwaarden voldoen, voor de boeren maakt het dan niet uit of het een Chinees is of een buitenlander. Zolang die zich maar hield aan confucianisme. Vandaar dat buitenlandse heersers zich aan de Chinese cultuur aanpasten.China is overigens meestal geleid geweest door volkeren die buiten het Chinese hartland kwamen. Yuan Dynasty (1271-1368): de mongolen krijgen de macht in handenMing Dynasty (1368-1644): Key emperors Hongwu, Yongle, Wanli: definitieve vormgeving van moderne China Han-chinezen komen aan de macht en dragen bij tot de centralisering van het rijk (=hervereniging ervan). Qing Dynasty (1644-1911): de Manchoes, met territoriale expansies

. Power. Economic: largest GDP, industries, free trade inside-protectionist outsideEconomische macht: landbouw, met name in zijde en rijst. Onder de Ming werd de productie hiervan veel efficinter gemaakt, door irrigatie. Bovendien stimuleerde ook hun netwerk van rivieren, waardoor vervoer makkelijker was, de goede economische positie. Op industrieel vlak kende China een belangrijke ijzerindustrie, en was de mechanisering van de industrie al, als eerste ter wereld, in gang gezet (=16de eeuw). De bevolking nam hierdoor zeer sterk toe. Bovendien maakte het ook surplussen aan waardoor het handel kon drijven. De Ming Dynastie was de grootste economische mogendheid ter wereld. Handel: eerst was er handel (zie blz7), later keerden ze hun rug naar de wereldTot het midden van de 17de eeuw bleef China n van de grootste economische mogendheden ter wereld, toen kozen de keizers evenwel voor autarkie en verdreven ze de handelaars (op basis van het confucianisme dat handel als ondergeschikt beschouwde).Kennedy: de mandarijnse heersers hielden niet zo van handel. De accumulatie van privkapitaal, goedkoop aankopen en duur verkopen, dat vond het bestuur beledigend. Buitenlandse handel werd al helemaal als verdacht beschouwd.En ook al waren er, uit staatsbelang, zeer veel technische vorderingen en werden er heel wat werken opgestart. Zonder aanmoediging vanuit officile instanties, die ook vele discentives gaven, was het voor handelaars/entrepreneurs niet echt mogelijk om te groeien/bloeien zoals elders. Bovendien diegenen die rijk waren gaven hun geld eerder aan land en onderwijs uit dan aan proto-industrile projecten. Daarnaast verbeterde het verbod op overzeese handel of visvangst de positie van de handelaars natuurlijk ook niet.Zie blz 9-10 wat er verder nog mis liep (andbouw)

. Political: from reform under the Hongwu Emperor to sclerosis and conservatism under WanliMancall: De Chinese politieke geschiedenis wordt gekenmerkt door perioden van eenheid (gedomineerd door de keizerlijke staat) afgewisseld met periodes van verdeeldheid. Dit werd veroorzaakt door de dialectisch spanning tussen de Grote Traditie[footnoteRef:1] en de kleinere tradities, tussen het ideaal van een staat dat gelijk viel met de cultuur van de Grote Traditie enerzijds en de werkelijkheid van lokale macht en kleine traditie anderzijds. [1: - Great tradition: cultuur en systeem van gewoontes en overtuigingen, evenals die geschreven taal en literaire tradities dat erop was gebaseerd. (tegenover de kleine lokale tradities)]

- de norm is een patroon van schommelingen tussen oorlog en zoektocht naar vrede, tussen fragmentatie en eenmaking, in een multi-staten systeem

. Military: zeer groot leger. Het confucianistische bestuur beschouwde oorlog als een afkeurenswaardige actie, het groot leger bestond in de 16de eeuw en later dan ook vooral uit pragmatische beweegredenen.

. Aspirations. Control transit zones: vooral de vlaktes in het noorden (waaronder de uitbouw van de Chinese muur). Sino-centricism: A defensive strategic culture?Sinocentrism: China als middelpunt van de civilisatie, en gevoel van superioriteit boven alle andere naties

Diplomatiek systeem: Chinezen mikten op een Sinocentrische orde. China als centrale staat, waarin de andere landen werden geabsorbeerd, die hun eer bewezen aan het Rijk China, en die onderdanig en loyaal aan China waren.Sinocentrisch is ni overigens per se expansionistisch maar eerder hirarchisch en het bestendigen van de macht door o.a. buurlanden te absorberen. Diplomacy. Tributary system: carrots and sticks:. Trade was the most important strategic instrument at the disposal of the emperor to purchasebarbarian loyalty. > Keeping the Mongols in a perpetual round of debtVanaf 17e eeuw kiest Ming dynastie vorm van tributairesysteem: het keizerrijk baseert voor een groot deel zijn macht op de bevolking d.m.v. belastingen en andere retributies.Men gaat tributaire relaties met het buitenland uitbouwen. Enerzijds biedt het heel veel kansen aan het buitenland. Als landen het hemelse mandaat erkennen kregen ze toegang tot de Chinese markt, ze kregen ook geschenken (grote economische waarde) en militair stond het rijk in voor de veiligheid van zijn buurlanden. Anderzijds was het een stok achter de deur: men had het grootste leger en men verdedigde hiermee hun grenzen, wanneer deze teveel invloed kregen of economische macht kregen. Het was ook een gewoonte om garnizoenen te legeren in Vietnam of aan de Zijderoute. Handel was een heel belangrijk instrument: bv. de Mongolen, waarbij ze heel veel schulden gingen uitgeven om zo invloed te krijgen. (dit is ook vandaag de dag zo.)

Tekst Mancall: Wat waren de doelstellingen van het "tributary system", hoe was het georganiseerd, en wat waren de verschillen, indien aanwezig, met Westerse diplomatie? - Chinese en Confuciaanse concepten van filosofie, moraal, economie, politiek en oorlog worden teruggevonden in het systeem- Het systeem werkte eerder door een intermesh dan door de integratie van Centraal, Oost, en Zuidoost Aziatische samenlevingen die perifeer of afgeleid was van China en de regios waar de Confuciaanse samenleving en traditie overheerste.- Tributaire systeem zorgde voor een kader waarin de barbaarse invloeden op de Chinese samenleving werden vertaald in begrijpelijke termen voor de Chinees- Het systeem werd soms georganiseerd in formele instellingen (zoals Lifan Yuan)- Het systeem omkaderde alle internationale relaties

Wat was het nut van gewapend geweld in de tributaire diplomatie? (dit hoort ook bij transit zones + military)Mancall:- China trachtte voorturend de Centraal Aziatische steppes en woestijnen te domineren door zijn militaire kracht te demonstreren. Dit was een directe dreiging voor de Turkse en Mongoolse nomadische levenswijze- De enige manier om de raids van nomaden te stoppen (en ze in het tributaire systeem te dwingen) was wanneer de militaire kracht van China zichtbaar sterker was dan wat de raids konden opbrengen

Uiteindelijk zou de Opium War zorgen voor de ontbinding van de traditionele confuciaanse samenleving.

3. The Players: India. Space:Subcontinent: ligt een beetje apartNoorden: bergenDe zee: handel, veiligheidGrote rivierenEc zwaartepunt: gebied waar de Ganges en de Indus ligtHelemaal Noordwesten: grote vlaktes, steppen, woestijnen, corridors (hierdoor bleef India zeer lang kwetsbaar)De Moguls vestigen zich in het noorden van India en Pakistan. Men moest eenheid brengen over een land dat overwegend Hindoe was en dat net zoals andere entiteiten de centrifugale krachten de kop moesten worden ingedrukt. Voor de islamitische heersers was het een permanente strijd om de legitimiteit. Net zoals China was India dus een continentale mogendheid, met bedreigingen zowel in het Noorden, zuiden als vanuit de Indische Oceaan (EIC). Cohen: Hoe gaf de geografische omgeving en de oorsprong van indiaanse leiders vorm aan zijn lot?Indias dominante politieke systemen waren in het noorden gecentreerd, hun strategen hebben dus historisch naar het noorden en het westen gekeken naar dreiging. Ze hadden geen aandacht voor de zee en maritieme macht. De dominante traditie van staatsmanschap ligt ook in het Noorden.

. Leadership:The Moghul Dynasty: Babur (1526-30), Akbar (1556-1605), Aurangzeb (1658-1707): de Eerste Indische heersers. 1526: ontstaan van Mogul Empire door de Koning van Kabur, i.e. BaburBabur en Akbar: stellen zich etnisch religieus zeer tolerant en flexibel op, er is sprake van een grote culturele kruisbestuiving. De cultureel religieuze tolerantie, gaat evenwel gepaard met realpolitik. Akbar de Grote: stichtte een cultus van de monarchie bovenop de creatie van een bureaucratie. Akbar is er ook in geslaagd om de verschillende tradities met elkaar te verzoenen. Ze waren een militaire grootmacht en bij het aankomen van de Britten werd deze suprematie doorbroken.

. Power. Economic: farmland, frontier moved to the north, different industriesEconomische machtsbasis: Akbar verlegde de tweeseizoenslandbouw naar het noorden, waardoor de bevolking toenam en er een belastingsbasis werd aangelegd. Ook kwam er een industrialisering op gang: zijde, ceramiek, molens, enz. Maar deze industrialisering was niet zo sterk als in China. Het mogulkeizerrijk heeft zich nooit echt gendentificeerd, maar wel met expansie. Vooral Akbar heeft het verzet van de Rajputs te incorporeren. Kennedy: veel boeren waren arm, en ook al waren er in de steden een groot aantal handelaars, het kaste-systeem verhinderde echter dat economisch initiatief of de markt volledig tot ontwikkeling konden komen.

. Political: consolidation under Akbar; tax system, tolerance, incorporated Rajputs, court systemZie blz. 15 Kennedy voor diens visie op de staatsorganisatie van het Mogul Rijk.

. Military: Mughal empire was built on consolidation not conquest ?Het Indische Rijk is gebouwd op consolidatie en niet verovering. Waarbij consolidatie = combinatie van verleiding, nl. zonder geweld vertrouwen krijgen, maar ook bedreigen.India was echter wel kwetsbaar voor verovering: de strategie van het oude Indische leger was gebaseerd op oorlogsvoering met olifanten tegen voetsoldaten. Ze waren echter niet opgewassen tegen indringers op paard en mobiele legers. De Moslimdynastien waren geen voortrekkers in technologische en organisatorische innovatie en beschikten niet over een marinemacht om westerlingen tegen te houden.

. Social system Cohen: Hoe benvloedde het indiaanse sociale system de politieke controle? Sociale erfenis: kastesysteem, taalkundige en culturele diversiteitBritten gebruikte het kastensysteem om soldaten uit traditionele krijgskasten te rekruteren. Soldaten uit de infanterie worden nog steeds gekozen op basis van religieuze, regionale en kaste quotas. Indiaanse leiders komen nog steeds hoofdzakelijk uit de hoogste klasse. De complexiteit van de Indiaanse samenleving kan zeer frustrerend zijn voor de politieke en strategische gemeenschap.

. Aspirations. Siege complex: steeds de vrees om aangevallen te worden. Artashastra: handboek over staatsmanschap en politieke organisatie uit de Maurya periode. Eerder een gids voor subcontinentale politiek dan internationale (of interculturele) politiek. India had een continue vrees voor invallen vanuit Afghanistan. Onder de mogul werd de artashastra ingesteld. Artashastra bevatte o.a. het mandala systeem, nl. rond het Indische rijk heb je een aantal mandalas, i.e. concentrische ringen. Strategie: de vijanden van je buren gebruiken om de buren onder de duim te houden, nl. tegenstanders in de eerste ring te bestrijden met allianties uit de tweede ring. Of zoals Mancall het over de Artashastra heeft: Mandala: cirkel van statenPrincipe: het gaat uit van het bestaan van vele staten, vanuit het perspectief van eender welk van die staten, is er een cirkel of ring van buren. De directe buur is waarschijnlijk een vijand, verderop in de ring zijn er een aantal potentile bondgenoten (omdat ze de vijand van de vijand zijn), en zo verder. Voor elke leider, bestaat de mandala uit twaalf buren, sommige zijn bondgenoten, sommige zijn vijanden, sommige zijn neutraal.

. Diplomacy. Tradition of nomad conquest empires and Hidu/Persian administrative tradition. Effort to create a regional hierarchy. Protecting frontiers combineren van de veroveringscultuur van de nomaden, met de administratieve/feodale traditie van de Perzen. Verder poogde men om een regionale hirarchie te verkrijgen door lokale heersers aan het hof te incorporeren. Verder verdedigde men op agressieve wijze zijn grenzen.

3. The players: Russia. Space Rusland heeft een enorm grondgebied De vlakten van de Njeper rivier die uitmondt in de rode zeeCentraal Azi: Rusland had hier vooral te kampen met ambitieuze nomadische volkeren (ook in het Oosten)Ook hier zien we een mogendheid die een feodaal rijk probeert uit te bouwen, dat verzet opwekt van nomaden (sultanaat van de Krim, maar ook tegen de Polen en de Lithouwers). Ruslands buitenlands beleid zal telkens schommelen tussen een pro-Europese politiek of Euroaziatische.

. Leadership:. Ivan III the Great (1462-1505), Ivan IV the Terrible (1530-80)Ivan II en IV beginnen de titel van Tsaar te dragen. Ivan de Derde slaagt erin om het koninkrijk van Litouwen te verslaan (een vijand uit de 15de eeuw), De vierde slaagde erin de Tartaren te verslaan.Een machtscentrum in en rond Moskou ontstaat, dat zich vandaar uitwaaiert en dat botst met de belangen van andere Rijken (Ottomanen, enzo.)

. Power. Economic: failureEconomisch: een puinhoop. . Vooral de landbouw was niet in staat om de demografische groei te absorberen.Rusland heeft het zeer moeilijk door geografie en klimaat, en blijft afhankelijk van buitenlandse machten en nomaden voor hun voedsellevering.Ook met de handel was het niet zo bijzonder goed gesteld. Ivan IV probeert handelsbetrekkingen op te zetten met Europa. Het merendeel van de hofhouding was tegen handel, maar Ivan IV gaat toch een handelscompanie oprichten met EngelandHofsysteem: doet een beetje zoals Louis 14: trachten de ambities van de baronnen zo veel mogelijk te verzachten door hun een aantal rechten en een goede positie te geven aan het hof (om zo hun loyaliteit te verzekeren).

. Political: court system that bypassed the Mestnichevsto, sudebnik, standing military, Zemsky SoborCruciaal is dat het Russische hofsysteem dat zich gaat ontwikkelen.Sudebnik: eerste versie van een russische grondwet = rechten aan de Russische bevolking geven. Zemsky Sobor: de eerste volksvertegenwoordiging in RuslandStaand leger: dit werd georganiseerd zodat de Russische heersers niet meer afhankelijk van retributies van de verschillende baronnen moesten zijn

. MilitaryDe nomadische stammen die de Oosterse grenzen van het Russische Rijk bedreigden werden voorgoed tegengehouden en/of overwonnen door het militair-technologische voordeel dat Rusland had, i.e. muskets and cannon.Rusland legde op vlak van de inrichting van haar leger sterk het accent op cavalerie (wat onvermijdelijk was als je zon grote vlaktes moet overwinnen)Op militair vlak was men overigens niet zo sterk, of beter gezegd innovatief: men speelde vooral leentje buur bij de West-Europeanen. Bovendien hoe meer volkeren er werden veroverd, hoe groter het oppervlakte was dat men moest verdedigen, en hoe groter de kans op interne revoltes of dissidenties. Hiernaast zorgde ook het Westen voor spanning, zo bezette Polen Moskou tussen 1608 en 1613.

. Aspirations. Siege complex: The tartar Yoke (yoke=juk). Overcoming the tyranny of distanceBelegeringscomplex: aanvankelijk met de druk van de Tartaren op de grenzen, de nomaden onder de duimen houden, maar ook het juk van de Perzen en de Ottomanen.

De afstand speelde in hun nadeel: op militair en economisch vlak. De redelijk schaars bevolkte landmassa moest beheerd worden door een bureaucratie: gevecht tegen de aardrijkskunde. Er bestaat namelijk nog een verschil tussen uitsturen van een expeditie en dominantie van een omgeving, dat laatste lukte door de afstand niet altijd.

. Diplomacy. Taking on the nomad empires. Diplomacy towards Western Europe. Building a sphere of influence Redelijk agressief: de enige manier om de Russische grenzen te verdedigen is als je ze kan verleggen, en Ruslands invloed te versterken, ook buiten het rijk. Dit gegeven heeft gedurende heel Ruslands geschiedenis gespeeld en gedurende lange tijd ging Rusland geen allianties aan.Diplomatie naar West-Europa: Rusland was zeer traag (17de eeuw), vooraleer ze meer ging inzetten op handel, ambassades/diplomatieke posten uitzetten

3. Players: Ottomans. SpaceSituering rond de middellandse zee; vertrekpunt/zwaartepunt: IstanbulMesopotami en Egypte: zeer belangrijk. Zeer diffuus rijk, ni zo geconcentreerd als de anderen.Aan de vooravond van de 17de eeuw de meest indrukwekkende mogendheid ter wereld. Geografisch gunstig gelegen. Weinig vijanden: nomaden, Perzen (maar militair niet zo machtig), en de Europeanen.

. Leadership:. Selim I (1512-20), Suleiman the Magnificent (1520-66), Kara Mustafa Pasha (1634-35)Kara Pasha: belangrijke vizier

. Power. Economic: large agricultural bases in Egypt, control over East-West trade > not integratedEconomisch: enorm grote basis in Egypte en controle over de handel tussen Oost en West. Ook voor maritieme handel is het Ottomaanse Rijk zeer belangrijk. De handel blijft wel niet bloeien omdat het Rijk er niet in slaagt om deze te integreren en te stimuleren.

. Political: consolidation under Suleiman, tolerance, bureaucracy, Suleimans Canons > turned inwardOp politiek vlak werd het rijk bestuurd door een serie van leiders. Er heerste een klimaat van tolerantie, zoals religieuze tolerantie, met een solidariteit tussen de volkeren. Dat leidde tot een synergie van verschillende culturen, economische, militaire en culturele innovatie maar ook in het vinden van een gemeenschappelijke vijand, nl.de niet-Islamitische machten. Onder Suleiman vindt er een groot militaire expansionisme plaats. Suleiman gaat zorgen voor een centralisatie van het Rijk en een consolidatie van macht. Hij is een sterk leider, en zorgt voor belangrijke en sterke wetgeving en bureaucratie. Deze laatste moest toezicht over 14 miljoen inwoners houden (veel grotere populatie dan enig Europees land).

. Military: vast cavalry, galley fleet, superior armsMilitair waren ze de meest machtige speler in Azi: zeer sterke cavalerie, superieure wapens en een galleienvloot (die o.a. voor de Noord-Afrikaanse kust, de Zwarte Zee, en het Oosten van de mediterrane kust lag). Op vlak van militaire innovatie scoort het Ottomaanse Rijk ook niets slecht, het zijn zij die de knowhow over het maken van buskruit en kanonnen naar Europa hebben gebracht emancipatieZie ook Kennedy blz 11-12 voor de belangrijkste veroveringen van de Ottomanen in de 16de eeuw (waaronder Bulgarije, Servi, Hongarije), en blz. 12 voor de navale dominantie die zij hadden.Gedurende de hele 16de eeuw was het Ottomaanse Rijk de grootste bedreiging voor Europa.. CulturalHun Ottomaanse Rijk was verenigd onder n geloof, cultuur en taal over een grondgebied dat groter was dan het Romeinse Rijk. Bovendien was het Rijk zowel op cultureel als technologisch vlak veel verder gevolueerd dan Europa.

. Aspirations. Expand to survive, control trade routes, quash opponentsHet Ottomaanse Rijk kende een quasi permanente expansiedrang, vooral de kleine nomadische volkeren moesten hieraan geloven. . Security dilemma with European powers. Diplomacy. Aggrandizement, alliances, economic diplomacyDe Turkse diplomatie was er dikwijls n van het zwaard, waarbij men trachtte het Rijk uit te breiden. Het was er echter ook n van allianties, niet alleen in het oosten maar ook steeds meer met Europa, waarbij het ook de Europeanen zelf waren die de ottomanen trachten binnen te halen.

Het verval van het Ottomaanse Rijk werd gekenmerkt door een cascade-effect: Er was sprake van een strategische overstrekking: over heel hun rijk waren troepen gestationeerd, en verder uitbreiden zou alleen lukken ten koste van veel geld en mensenlevens. Bovendien bracht de uitbreiding van het territorium weinig economische voordelen mee. Daarnaast stond het gehele systeem onder druk. De bureaucratie bleek despotisch, gecentraliseerd en orthodox t.o.v. handel, initiatief en dissidentie te bestaan. Hierdoor could an idiot sultan paralyse the empire in the way that a pope or a holy Roman Emperor could never do for all of Europe. Als er zon idioot aan de macht was, koos de bureaucratie voor conservatisme en niet voor verandering. De economische gevolgen hiervan kan je op blz 14 van Kennedy lezen.Decadentie en zelfgenoegzaamheid aan de top leidde bovendien tot de neiging om de onderhorige gebieden te gaan exploiteren => dreigingen vanuit de top en beperking van de tolerantie. Deze beperking van tolerantie hield o.a. in de houding van het bestuur t.o.v. alle vormen van vrij denken verhardde, of dat nieuwe Europese ideen en gebruiken verboden waren. Ook het economisch systeem en het leger werden gekenmerkt door conservatisme, van vernieuwing was geen sprake.Wanneer een land stilstaat, en haar bevolking ontevreden is, dan verliest een land haar plaats in de wereldorde. En dat was exact wat er met het Ottomaanse Rijk gebeurde.

3. The Players: Europa = Relentless competition as a source of innovationEuropa, toen en nu, is politiek gefragmenteerd en in de 16de eeuw kende het een enorme hoeveelheid van vorstendommen (en prinsdommen) waardoor er dus geen dominantie vanuit n punt was, die oplegde wat er al dan niet geproduceerd kon worden.Hierdoor ontstond er een enorme concurrentie op militair, economisch en politiek vlak.

. The importance of geography (Kennedy 21 - Europa heeft een enorm gefragmenteerd landschap: rivieren, bergen, moerassen... Waardoor het minder makkelijk was om heel het territorium onder n macht samen te brengen en te domineren. Waardoor het minder makkelijk was om Europa binnen te vallen: geen grote bedreiging van buitenaf.Symbiotische relatie: Europa was misschien te verdeeld om te domineren, maar wel te toegankelijk om geen handel te kunnen drijven Mix van interactie en concurrentie.Zie blz. 24 onderaan. The rise of European capitalismEen gevarieerde geografie zorgt voor gedifferentieerde producten, geschikt om mee handel te drijven en ook arbeidsdeling en specialisering tussen de landen. Hierdoor ontstond er een grote concurrentie tussen de verschillende landen op economisch en militair vlak. Vooral de handel via de kustvaart is een enorme stimulans voor het bouwen van schepen (carvelen) die op hun beurt toelieten om expedities naar Afrika en Amerika te sturen. Wanneer je je in jezelf terugtrekt, krijgen anderen de kans om jouw plaats in te nemen. Ook vandaag de dag zien we dit: met de integratie van Europa is er minder inzet op innovatie ten opzichte van het buitenland. De Europese zelfgenoegzaamheid leidt tot introversie, en dat is nefast.Ook het kapitalisme is heel belangrijk: landbouw, handel en industrialisering zijn gexploiteerd om welvaart te ontwikkelen en accumuleren. Voor meer informatie over de Europese economische situatie in de 16de eeuw: zie blz 21 onderaan 24

. Military innovation: perpetual arms race and revolution in military affairsCompeting entities were able to buy the military leans to preserve their independence, so no single power could ever become master of the continent.

De Europese landen concurreerden ook op militair gebied met elkaar: via wapenwedlopen, verdere ontwikkeling van militaire organisatie, met de bijhorende oorlogen. De permanente wapenwedloop in Europa leidde vervolgens tot de innovatie van wapens.Belangrijke doorbraak: Itali condotiere (huurlingen te paard) bakermat in fase van oorlogsvoering. Companies of crossbowmen, accompanied by normal soldiers with spikes. Ook artillerie kende de nodige vooruitgangen. De Koning van Frankrijk en Engeland verzekerden zich van een monopolie van artillerie, waardoor zij zich tegen elke interne tegenstand kon verweren. Het kanon, en buskruit, deed ook in Europa zijn intrede, maar nergens ter wereld werd deze zo vlug verbeterd/vernieuwd. De Ming dynastie in China, het Ottomaanse Rijk, Rusland, de Tokugawa dynastie en de Mogul Dynastie zorgden er allemaal voor dat zij in hun regio een monopolie hierop verkregen, maar door dat monopolie hadden zij natuurlijk veel minder een incentive om hun wapens te verbeteren. De Europese staten konden zulks zich niet veroorloven.Deze wapenwedloop (met haar innovatie) had als gevolg dat Europa politiek pluralistisch bleef, en dat zij uiteindelijk ook de maritime mastery verworf. Dat laatste kwam vooral door de sustained organisation van de Europeanen, verbetering van specifieke wapens voor op schepen en was een gradueel proces (Kennedy: 29-31).De development of the long-range armed sailing ship heralded a fundamental advance in Europes place in the world. With these vessels, the naval powers of the West were in a position to control the oceanic trade routes and to overawe all societies vulnerable to the workings of a see power (Kennedy: 32).Het begin/de installatie van Europees imperialisme/expansionisme, en welke gevolgen dat had op haar economie. blz. 33-36. De Europese rivaliteiten kregen bijgevolg ook een extra-Europees kantje (36).

.Intellectual restlessnessIt was a combination of economic laissez-faire, political and military pluralism, and intellectual liberty which had been in constant interaction to create the European miracle.Christendom kan je niet beschouwen als de grote eenmaker van Europa. Er was niet echt een geen overheersende religie (protestantisme, katholicisme). Na de middeleeuwen was er in Europa plaats voor een intellectueel debat en nieuwe ideen die ingangen tegen de heersende gedachtegoederen, wat haar minder conformistisch maakte, en wat weeral voor competitie tussen de verschillende staten leidde. De militaire en economische spanningen hadden overigens tot gevolg dat niet alleen de wapenindustrie, maar ook zeer veel andere takken van de maatschappij er beter van werden (zoals landbouw, wetenschap) (zie Kennedy 36-37).

Summing up: het Europees mirakel kwam tot stand door een combinatie van een economische laissez-faire houding, politiek en militair pluralisme en intellectuele vrijheid. Hoe rudimentair elk van deze elementen ook mocht zijn t.o.v. latere tijden.Of zoals het in Holslags les is gezegd:Hoe komt het dat Europa het haalt? Economisch: arbeidsdeling Te verdeeld om te domineren en te toegankelijk. Aka neiging tot fragmentatie en neiging tot integratie tegelijk Opkomst kapitalisme! Christendom: ook niet homogeen

4. A world system in the making?. How interconnected were the main powers?Er was een systeem, waarbij de handel tussen de verschillende entiteiten wel beperkt was tot voornamelijk luxeproducten.

. Janet Abu-Lughod: Before European Hegemony. Emmanuel Wallerstein and Fernand Braudel: World system theoryWereldsysteemdenken. Er is pas een wereldsysteem ontstaan met de opkomst van het Europese leiderschap en het is dus een Europese en Westerse constructie. De welvaart die we vandaag genieten is historisch. Tegen het einde van deze eeuw, zullen we onze welvaart moeten verdedigen tegen het Oosten.

. Was there a clash between Asian and European strategic cultures?. As much as the sixteenth century was about the ascent of Europe, it also heralded the defeat of nomad powers in international politics. What were the distinctive features of empire in international politics?

Session 3: The birth of modern diplomacyThe budding of Western Primacy1. The powers2. Drivers and mobilization3. The form of diplomacy4. Playgrounds5. Conclusions

Bespreking bij de kaartjes: De landen van 1550 (+ Pruisen als opkomende macht)Duitsland als grootste speelterrein van de Europese grootmachtenVerder weg van Europa: Ottomanen en Perzi

Twee grote conflicten benvloedden Europa gedurende deze periode (Kennedy: 40) De reformatie The Habsburgs bid for masteryWanneer we naar de grote machten kijken, zullen we deze dimensies behandelen: Leadership: Space: Power:Economic:Political:Military:Aspirations:Diplomacy: between irenicism and aggressionIrenisme = de theologische verschillen die in de Reformatie tot uitdrukking waren gekomen tussen de Christenen en de Protestanten, door overleg en vermenging te voorkomen.

1. Powers: Spain: The passing of the imperial momentumSpanje: is een grootmacht op zijn terugtocht. Het koloniale momentum was een beetje gepasseerd. Frankrijk en de Ottomanen waren de grootste opponenten (Kennedy: 47-49).

. Space. Leadership: Philip II (1554-1598), III (1598-1621), IV (1621-65), Charles II (1700-24), Charles III (1749-88)De Habsburgers waren bijzonder goed in het vermeerderen van hun territoriums via huwelijken en erfenissen, een groot plan om dominantie over de regio te krijgen bestond er evenwel niet. Maximiliaan 1 van Oostenrijk slaagde er zo in om Bourgondi, de Nederlanden, Hongarije, en de Bohemen in zijn rijk te krijgen. Zijn meest succesvolle huwelijk was echter dat van zijn zoon, Filips de Tweede met Johanna (de Waanzinnige). Deze laatste was de dochter van Ferdinand en Isabella van Spanje. Filips II is de eerste belangrijke figuur voor de Spaanse Habsburgers (in deze notities). hij moest de Nederlanden onder controle houden, hij zette heel veel in op de maritieme macht. In 1588 vergaat zijn Spaanse Armada nabij Engeland. Filips zoon, Karel I erfde het hele Habsburgse Rijk, al is dat Rijk nooit lang verenigd gebleven.

Power:Economic: Over-taxation, serial defaults, Castile as the cash cow (kd 67)Spanje slaagde er niet goed in om resources te verzamelen, dat zowel in Spanje als erbuiten. In Spanje: de drie staten van de kroon van Aragon (Catalonia, Valencia en Aragon) hadden een grote autonomie op vlak van belastingen en hielden er niet van om de inkomsten daaruit aan een hogere overheid af te staan, waardoor de koning maar weinig invloed op deze gebieden kon uitoefenen. Eigenlijk kon de koning alleen maar middelen verzamelen uit de koninklijke gebieden, i.e. Castili. Deze streek was het economisch hartland van Spanje en de grootste geldschieter van het Rijk.De taxen op de bevolking vormden een belemmering op de handel, de uitwisseling van goederen en zorgde voor de verarming van de bevolking en zodoende ook tot onvrede, interne spanningen en een depopulatie.Totdat de Spanjaarden Amerikaans zilver konden importeren steunde hun oorlogsvoering dan ook vooral op de rug van de Castilianen.Het bestuur verhoogde bovendien de belastingen geregeld, er was een gebrek aan economische incentives, de oorlogen kosten handenvol geld, ook de koloniale expansie was duur, de overheid moest steeds meer geld lenen om haar uitgaven te kunnen dragen (wat tot een zeer grote schuldenlast leidde), telkens werden de verkeerde beslissingen genomen... De Spanjaarden waren uit het oog verloren dat een sterke economie aan de basis ligt/zeer belangrijk is voor militair succes, en dat zou mee voor hun ondergang zorgen.Buiten Spanje: ten eerste, de twee rijkste handelsregios van het rijk, nl. Itali en de Nederlanden. Toen de Nederlanden nog bij Spanje hoorden waren zij een enorme melkkoe. De financile lasten, religieuze ontevredenheid en commercile problemen zorgden uiteindelijk voor een explosieve mix, en ook in het uitbarsten van de revolte. Ten tweede, zoals reeds werd vermeld, waren de inkomsten uit de Amerikaanse kolonin zeer belangrijk (Zilver, maar ook mankracht en andere grondstoffen).Political: Revolting regions: the king as the domestic balance holderDe macht van Spanje steunde op het plunderen van hun kolonies en belastingen te heffen op het eigen volk. Het land was gekenmerkt door binnenlandse fragmentatie, nl. een lappendeken van revolterende regios die zoveel mogelijk autonomie naar zich toetrokken en trachtten zo weinig mogelijk belast te worden. Er bestond geen centrale administratie, de enige verbinding tussen de verschillende regios was de koning. De Spaanse vorsten waren bijgevolg heel sterk gefocust op de eenmaking/bijeenhouden van het Spaanse territorium (de Nederlanden incluis).

Military: Tercio, the defeat of Spanish naval power, overstretch in the NetherlandsKenmerken van modern leger in de 16de-17de eeuw Kennedy 55-56 (age of the nation states, de soldaten verwachten regelmatige betaling anders muiterij, elke overheid was enorm afhankelijk van buitenlandse bankieren om hun legers op te bouwen)Tercio: militaire formatie, nl. een infanterie-eenheid van piekeniers die lange tijd de orde konden bewarenWaarom konden de Spanjaarden hun militaire dominantie niet bewaren? 1. Innovatie en schaalvergroting. Er was een enorme stijging van de kosten, schaal en organisatie van het leger en oorlog in het algemeen, en dit zowel op het land als op zee (Kennedy 56-58).2. Hun economische zwakte. (zie supra) (Kennedy 58-59)3. De hele hoop oorlogen in het algemeen De Spanjaarden hadden te veel te doen, te veel regios en grenzen te verdedigen (61-62).The defeat of Spanish naval power: zie blz. 58 Kennedy. Werd veroorzaakt door dezelfde redenen als de val van de landmacht. Symbolisch was hier vooral de Armada (1588), een enorme oorlogsvloot van 130 schepen met meer dan 30000 manschappen, die naar VK werd gestuurd om Elizabeth 1 een lesje te leren, en die werd verslagen.Overstretch the Netherlands: zie puntje aspirationsSamenvatting van de serie oorlogen Kennedy 45-52 Aspirations: Maintain power in the Netherlands > three reasons (Kd 64). Waarom bleven de Spaanse Habsburgers vasthouden aan de Nederlanden? Ondanks het feit dat de 80-jarige en de 30-jarige oorlog letterlijk een roofbouw pleegden op de Spaanse schatkist en Vlaanderen strategisch zeer moeilijk te verdedigen was? (zeeroute werd vaak gedomineerd door opposanten/vijandige staten)1. Eer. Bovendien, als Spanje de Nederlanden niet meer zou bezitten, was de kans groot dat deze regio deel zou worden van de Verenigde Provincin/Frankrijk, en dus een vijand sterker maken2. De oorlog de Nederlanden hield de vijand ver weg van de Spaanse grenzen, die belangrijker/gevoeliger waren.3. Angst voor het domino-effect (Kennedy: 65).

Hedge against France (Kennedy: 45-46), i.e. check French attempts of expansion, in Italy and elsewhere.Check the MoriscosDe Moren waren altijd een gevaar, die zeker het zuiden van Spanje regelmatig lastigvielen.

Diplomacy: between irenicism and aggression: de spanning tussen idealistische en vredelievende politiek of het territorium verdedigen.De Spaanse monarchen waren grote pleitbezorgers van het Christendom, er was sprake van een grote religieuze intolerantie. Het was dan ook moeilijk om het geloof en het vorstenhuis van elkaar gescheiden te zien.Vbn. 30-jarige oorlog, 80-jarige oorlogPhilips 3: deze wijkte in menig opzicht af van de buitenlandse politiek van zijn vader. Hij was de mening toegedaan dat Europa zich zou kunnen verenigen via een christelijke liga (=irinisme)

1. Powers: Habsburg Empire: The battle for Central EuropeAlias: Habsburg Empire, Holy Roman Empire, Austrian Empire, Austria Hungaria (1867)Vijanden: Frankrijk, OttomanenLeadership: Rudolf II: 1575-1612, . Matthias II: 1612-1619, Ferdinand II: 1619-1637, Ferdinand III: 1637-1657, Leopold I: 1658-1705, Joseph 1: 1705-1711, Charles VI: 1711-1740, Maria Theresia (17401780)Space: heriditary lands, Bohemia, Hungary, HRR.Hartland: Oostenrijk, Hongarije, Bohemen (=tsjechi) Met daarnaast nog een hele hoop kleine rijkjes

. Power:. Economic: Exhausted by war, wipper und Kipper inflation, expropriation > protestEconomisch: strategisch politiek zeer zwak economische fragmentatie: werden aan alle kanten aangevallen (!!nog wat over opzoeken). Ze hadden geen kolonies. Wipper und Kipper probleem: de kippertijd duurde ongevveer van 1620-1680. Door voortdurende oorlogen nam de waarde in het geld af en was er een enorm gebrek aan edelmetaal. In de Kippertijd (Kippen is Nederduits voor besnijden) werden de volwaardige zilveren Rijksmunten uitgesorteerd, waarna men de buitenste rand van de munt afsneed. Lokale overheden sloegen zelf ook hun eigen munten, met een laag zilvergehalte. Echter, dat zilver bestond dus uit afgsneden zilver van rijksmunten. Pas tegen het einde van de 17de kwam een einde aan deze praktijken, waarbij veel lokale overheden de mogelijkheid verloren om munten te slaan. Er werden nieuwe valuta tegen lagere waardes ingevoerd.De inflatieprobleem zorgden er ook voor dat de Habsburgers zwaarder gaan moeten taxeren bij lokale leiders, maar ook voor onteigeningen protest, waaronder de defenestratie in Praag. Door onvrede, nog meer geld uitgeven aan defensie een vicieuze cirkel.

. Political: Permanent fight against fragmentation, divisive succesion mattersEen permanent gevecht om legitimiteit, met verscheidene opvolgingskwesties.. Military:Short-lived success of WallensteinMilitair waren ze niet zo sterk: dankzij Wallenstein kwam er wel wat verbetering, maar die was slechts tijdelijk. Wallenstein: was de enige uitzondering die veel militaire successen boekte, maar voor de rest was het HRR geen grote militaire speler.

. Aspirations: Unity: a patchwork, not an empireVoltaire: "This agglomeration which was called and which still calls itself the Holy Roman Empire was neither holy, nor Roman, nor an empire." Turkish and Western FrontierTurkije bezette Hongarije in de jaren 1520 en vormde een navale bedreiging voor Itali en Spanje. (De Ottomanen werden zelfs enkele decennia, rond 1550, door Francis 1, de Koning van Frankrijk gesteund). Tot de eind van de 18de eeuw zou dit rijk tegen de Ottomanen vechten. het rijk bijeenhouden, en zich verdedigen tegen de Ottomanen en andere vijanden.

. Diplomacy: alliances with everyone, incl. Persia and MuscovyAllianties met iedereen, al was de meest voor de hand liggende bondgenoot natuurlijk Spanje. Ze gingen ook allianties aan met de Perzen (om via het oosten de Ottomanen in te dijken), en ook met Rusland (eveneens tegen de Ottomanen).

1. Powers: France: The Baroque pretender. Space: a hybrid power (Kd 114)LiggingNoorden: de NederlandenOosten: Heilige Roomse Rijk . Leadership: Henri IV (1589-1610), Louis XIII (1610-43), Louis XIV (1643-1715), Louis XV (1715-74), Louis XVI (1774-91) > First Republic > Napoleon (1804-14). Key advisors/premiers: Duke of Sully, Cardinal Richelieu, Jean-Baptiste Colbert, Cardinal Mazarin, Andr-Hercule de Fleury.

. Power:. Economic: Agricultural base, financial immaturity (106-7), Colberts economic nationalism, Fleurys infrastructure spreeZie bij political Hendrik van Navarra.Onder de zonnekoning (en voordien) was Frankrijk economisch voor een groot deel zelfvoorzienend. Het was een landbouwstaat, maar had een systeem van zeer functionerende jaarmarkten (deels door protestanten). Frankrijk had een grote bevolking en haar macht steunde voornamelijk op inheemse bronnen.Onder Louis XIV zorgde Colbert ervoor dat de landbouw en handel op verscheidene manieren werden gesteund (opzoeken in cursus geschiedenis: protectionisme, staatsinmenging, mercantilisme) Kennedy: 74).Fleury, eerste minister onder Louis XV zorgde voor grote infrastructuurwerken.Toch was Frankrijk in de 17de-18de eeuw financieel zeker niet de sterkste speler (Kennedy 105- 109).- Het kende geen deftig systeem van publieke financiering. Zie 105 onderaan en 106.- Door corruptie belandde veel geld in private handen, Frankrijks financieel beleid was een hand-to-mouth affair- Het systeem van Frankrijk zorgde er ook dat de rijken eerder hun geld in een post/pensioen stopten dan in een bedrijf (wat voor de economie minder goed is)- Frankrijk had geen nationale bank- De Franse havens werden geplunderd door de kroon, de transatlantische handel was veel kleiner en groeide veel minder dan bijvoorbeeld de Engelse- Verscheidene soorten belastingen vertraagden de economische groei

de slechte financile toestand in de 17de -18de eeuw zorgde ervoor dat Frankrijks militaire en navale plannen werden gerodeerd. Zo moesten de Fransen veel hogere interesten betalen dan andere naties. Jaar na jaar moest Frankrijk grotere leningen aangaan en waren haar normale inkomsten zelfs niet genoeg om de kosten van de staat in vredestijd te dragen. De staatsschuld was hoog, de interesten op leningen nog hogerDe slechte financile toestand van Frankrijk, en haar nationale bankroet, eind 18de eeuw kan rechtstreeks worden gelinkt aan de Franse Revolutie.

. Political: civil wars, centralization, court, permanent grievance of nobility, FrondeOp politiek vlak waren er vele conflicten. Desondanks slaagde men er toch in om het land sterk te centraliseren.De troonsbestijging van Hendrik IV, ofwel Hendrik van Navarra, kan je als een keerpunt in de Franse geschiedenis zien. Voordien: slechte economische toestand, interne religieuze twisten met burgeroorlogen als resultaat (en een braindrain van protestanten)Hendrik zorgde voor een interne verzoening. Deel van deze interne verzoening was het edict van Nantes. Het Edict van Nantes werd op 13 april 1598 uitgevaardigd. De hugenoten (protestanten) kregen rechten op uitoefening van hun geloof en garnizoensrecht in een paar Zuid-Franse steden. Op buitenlands vlak ging Hendrik de oorlog aan met Spanje. Hij verzekerde zich uiteindelijk van vrede met Spanje (1598), wat de vooruitzichten van Frankrijk een stuk verbeterden. Toch zou het land nog voor een lange tijd moeten recupereren (o.a. fiscaal systeem, landbouw, handel). Sully stelde onder Hendriks bewind een nationaal belastingsysteem in waardoor, na jaren van schulden, het land terug een begrotingsevenwicht kende. Onder Louis XIII kende Frankrijk een sterke nationalisering en voor het eerst het gebruik van raison dtat. Richelieu, eerste minister onder Louis XIII zorgde voor een centralisatie en consolidatie van macht in de staat. Hij wilde de koninklijke macht versterken en binnenlandse facties vernietigen. Door het afremmen van de macht van de adel, transformeerde hij Frankrijk in een sterke, gecentraliseerde staat. Het bleven echter woelige tijden in Frankrijk, met belastingsverhogen, rebellie door de burgers, een nationaal bankroet (Kennedy: 74-75). Hier is vooral het La Fronde conflict belangrijk. In die tijd was Frankrijk in oorlog met Spanje, en Mazarin eerste minister van Frankrijk. Door de enorme kosten van het leger werden de belastingen verhoogd en dit mondde uit in La Fronde(Fransvoorde slinger). Een opstanddie zich afspeelde tussen1648en1653. De opstand kende twee fasen:1. La Fronde parlementaire; de leden van de parlementen en andere belangrijke bestuursinstellingen reageerden tegen de fiscale lasten die het de voorgaande jaren waren opgelegd doorkardinaal MazarinenregentesAnna van Oostenrijken tegen de beknotting van hun bevoegdheden.2. La Fronde des princes (begon in1649); opstand van enkele van Frankrijks meest vooraanstaande edelen tegen Mazarin en diens beleid.Er waren echter onderlinge twisten tussen deFrondeurs. Enkele belangrijke rebellerende Franse edelen liepen over naar hetSpaansekamp. Het militaire weerwerk van de koninklijke troepen deed de Fronde in 1653 doodbloeden.Dit conflict leidde tot een nationaal bankroet en een verminderd aanzien voor de Regering Belangrijk is hier nog deVrede van de Pyreneenkwam op. Frankrijk had na deDertigjarige Oorlognog steeds conflicten met Spanje; deze eindigden pas met deVrede van de Pyreneen.Op 7 november1659kwam er een einde aan de Spaans-Franse conflicten die voortvloeiden uit deDertigjarige Oorlog, en zodoende ook aan de oorlog met de Spanjaarden. Deze vrede was vooral een symbool voor het verval van de Spaanse Habsburgers en zorgde voor wat ademruimte bij de Fransen.De gebeurtenissen van de Fronde zouden steeds in de gedachten blijven vanLodewijk XIV, waardoor deze de macht van de edelen en de parlementen volledig zou verminderen.Waar moet dit? Stedelingen en parlement komen uiteindelijk in het verzet tegen de fraude, corruptie en spilzucht van de vorst en zijn omgeving.

. Military: continental and maritime nation, feared infantryFrankrijk is een hybride macht, in die zin dat ze zowel haar continentale en haar koloniale en maritieme grenzen moest verdedigen, en ze dus continu op twee fronten gericht moest zijn. Dat impliceert bijvoorbeeld dat een oorlog tegen maritieme machten haar krachten en aandacht wegtrekt van het continent, wat dan weer een succesvolle campagne op het land zou tegenhouden. Frankrijk viel letterlijk tussen twee stools in, waardoor ze nooit van de luxe van een strategische concentratie heeft kunnen genieten.Strategisch was Frankrijk slecht geplaatst om aan een politiek van expansie te gaan doen. Dit deels door natuurlijke barrires, zoals de Alpen of de Pyreneen, maar ook door reeds bestaande claims en belangen van andere grootmachten over bepaalde regios (Kennedy: 114-115). Frankrijk had een zeer sterke infanterie. Maritieme innovatie nam ze dikwijls over van andere landen, maar ze had wel een geduchte navale macht.De slechte financile toestand in de 17de -18de eeuw zorgde ervoor dat Frankrijks militaire en navale plannen werden gerodeerd.

. Aspirations & diplomacy: Richelieu: arbritre de la Chrestient > Louis [III] tiendra la balance du monde en ses mains, . Alliances > breaking the League of Augsburg (1686) > Ryswick From balancing to revisionismHet belangrijkste doel van de Franse diplomatie in die tijden was: het verdeeld houden en de verzwakking van het HRR (en Centraal-Europa). Dit gegeven is cruciaal en weegt zelfs tot op de dag van vandaag nog door (Frankrijk/Duitsland: wie heeft dominantie in de constructie van de EU).Dit was bijvoorbeeld onder Louis XIV het geval (Kennedy 114)Frankrijk had in de 17de eeuw de ambitie om de balanshouder van Europa te worden. Frankrijk kon door zijn gewicht de uitkomst van een conflict tussen de grootmachten bepalen en het had veel belang om deze machtsbalans in haar voordeel te houden. Door Frankrijks gewicht werd de machtsbalans van Europa gewijzigd, en dat gold ook voor het systeem van allianties. Waar er vroeger allianties tegen Spanje werden gesmeed, was dat nu het geval tegen Frankrijk (Ryswick)Heel essentieel voor de Fransen vanaf Lodewijk XIV was het doorbreken van de containment door de andere Europese machten: het doorbreken van de Liga van Augsburg (1686) en later de Grote alliantie met Engeland erbij. Later (Republiek en Napoleon), uitte de machtstoename zich in een meer ambitieuze politiek. Waarom Frankrijk geen superpower werd: ook al was ze de grootste van de Europese staten, ze was nooit groot genoeg, of goed genoeg georganiseerd om de machtigste te worden. Bovendien werd ze gehinderd door haar hybride vorm en coalities van andere grootmachten.

1. Powers: England: An island power tied to the continent. Leadership: HenryVIII, Mary I (1553-58), Elisabeth (1558-1603), James I (1603-25), Charles I (1625-49), Council & Oliver Cromwell (1649-58), Charles II (1660-85), James II (1685-88), Glorious Revolution, William III (1689-1702), Queen Anne (1702-07), King George I (1714-27), George II (1727-60), George III (1760-1820).Mary (Queen of Scots) katholiek, getrouwd met Filips de tweede van Spanje.

. Space: the sea as an unreliable insulator. See Bollingbroke later on.Geografie: het VK is een archipel, omringt door de zee, waarbij Schotland en Ierland de belangrijkste binnenlandse conflictzones zullen zijn. Engeland tracht deze bij het VK te houden en slaagt daar ook in. (zie ook Kennedy 123-125 voor navalist view en geopolitieke belangen)Bolingbroke = Hendrik de Vierd (1367-1413)Wikipedia: Hendriks regering werd gekenmerkt door velerlei opstanden. Er was weer strijd met de Schotten, Owen Glendower riep zichzelf in verzet in 1400 uit tot Prins van Wales en Henry Percy, graaf van Northumberland en daarna Scrope, de aartsbisschop van York, ontketenden een opstand. Eerst in 1406 kwam de rebellie enigszins tot rust.

. Power:. Economic: agricultural spurt, strong financial sector, relatively low taxes (Kd 102-3), mercantilism (EIC), navigation actHet VK nam Nederlands financieel systeem over. Dit was een systeem van overheidsobligaties waarbij de overheid intern krediet kan aangaan, waarbij in ruil van dat krediet ook concessies werden uitgeven. Een ander deel van dit systeem was de beurs: ondernemingen die steeds meer kapitaal gaan verzamelen via aandelen. (blz 102)Het Britse belastingsysteem kende een aantal eigenschappen. Ten eerste bestond het vooral uit indirece belastingen, waardoor er minder wrevel bij de bevolking was over deze taksen. Frankrijk kende een systeem van voornamelijk directe taksen, wat voor veel onvrede bij de bevolking zorgde. Bovendien kende het VK geen interne tol. Daarnaast was het per capita income iets hoger dan Frankrijk, waardoor de bevolking meer koopkracht kende, en ook meer bereid was om belastingen te betalen. Bovendien spoorden de directe belastingen het Britse volk (=de rijkeren) aan om te sparen. Dit zorgde voor een grote hoeveelheid kapitaal dat gebruikt kon worden voor investeringen, maar ook voor een grotere hoeveelheid bezit dat belast kon worden. Zeker in tijden van oorlog was dat laatste interessant.Ook het systeem van publieke leningen was in het VK ver gevorderd. Ten eerste kenden de Britten het institutioneel kader dat het mogelijk maakte om lange termijn leningen te installeren, en tegelijkertijd te voorzien in een regelmatige terugbetaling met interest. Daarnaast werd er ook de Bank of England opgericht, die samen met de regularisatie van de nationale schulden, en de bloei van de beurs, het aanbod van geld boosted voor de overheid en zakenlieden. Dit allemaal zonder een grote inflatie of verlies van kredietwaardigheid. Wat de machtspolitieke gevolgen hiervan zijn lees je op blz 104-105 van Kennedy. Conclusie hierbij: de macht van het VK steunt deels op het gedijen van het kapitalismeDaarnaast komt ook een mercantilistisch beleid tot stand. De grootste bron van rijkdom is in de ogen van het Britse beleid internationale handel. Dat wordt gekoppeld aan het landbouwsysteem. Dit systeem wordt onder ? hervormd en laat toe elders te investeren dan in landbouw.Navigation act: De Engelse Scheepvaartwetten waren een reeks Engelse wetten die vanaf 1651 de scheepvaart door niet-Engelse schepen van en naar Engeland en de Engelse kolonin inperkten. Deze wetten veroorzaakten de Engels-Nederlandse Oorlogen en de Amerikaanse Revolutie. Ze blokkeerden veel van de handel in de Noordzee en de Oostelijke Atlantische oceaan waarbij het VK ging veel territoriale wateren opeisen. Hierdoor werden het haringvissen en de Nederlandse koopvaardij naar Oost-Indi platgelegd.Aanleiding hiervoor was de strijd rond panharing en meer in het algemeen door de strijd rond de mare liberum: Nederland begon haring te vissen voor de Britse zee. Zii verdedigden zich met het argument van Grotius dat de zee een vrije plek is, i.e. mare liberum. De Britten verdedigden echter het Mare Clausum principe, de zee voor onze kust is onze zee.

. Political: turbulence, Whigs-Tories, Protestants-Catholics-Jacobitism, civil wars, Commonwealth (1649-60), Glorious RevolutionEen eerste politieke strijd be