De rijzende ster van TMS - Home - Value Chain Business... · 2016. 6. 2. · Wereldwijd groeit de...

JUNI-JULI 2016 WWW.VALUECHAIN.BE

Samen met Value Chain Management en WWW.VALUECHAIN.BE vormt dit magazine één infopakket voor het management van uw globale waardeketen.AFZENDER: KONING ALBERT I-LAAN 162 I B 8200 BRUGGE I P 206022 I ISSN 1372-875X I 21E JAARGANG I MAANDUITGAVE 20 EUR I AFGIFTEKANTOOR OOSTENDE X

De rijzende ster van TMS

De TMS-markt: overzicht & trendsVERDER IN DIT NUMMER:

NOKIA’S SUPPLY CHAIN TRANSFORMATIE - UZ GENT IMPLEMENTEERT SLIM4 - PUNCH POWERTRAIN

LEGT PRODUCTIEDATA IN HANDEN VAN IMESURE - BOUWBEDRIJF VANDENBUSSCHE ROLT ULTIMAX UIT -

NEDCARGO ONTWIKKELT ORDER DESK MET GLOBIS - GIKS MODE INVESTEERT IN RFID

http://www.valuechain.be/


Voorraadverlagen

Servicegraadverhogen

E�ciënterwerken

State of the art technologiemaakt overvoorraden

en incourante voorraden verleden tijd.

Geautomatiseerde en accuratevraagvoorspelling resulteert

in minder stock-outs en een verbeterde servicegraad.

Werknemers worden zeer proactief door management

by exception en simulatievan verschillende scenario’s.

We will make you outperform.

Want to bring your supply chain to the next level?

www.slimstock.com

Sinds de oprichting in 1993 staat Slimstock synoniem voor nauwkeurige vraagvoorspelling, effectief voorraadmanagement, duidelijke voorraadanalyses en continue verbetering van de beschikbaarheid van voorraad. Dankzij de unieke combinatie van onze oplossingen en services zijn we marktleider in voorraadoptimalisatie. We delen onze kennis en ervaringen met meer dan 650 bedrijven verspreid over 40 landen wereldwijd, in verschillende sectoren, van eenvoudige tot complexe distributienetwerken.

Slim4 wint de Britse Logistics Business IT award in de categorie “Beste Supply Chain Management Software’. Logistics Business IT Awards2014 and 2015 category winner:Supply Chain Management Software

http://www.slimstock.com/

Value Chain Management, Business Logistics en alle informatie op WWW.VALUECHAIN.BE vormt samen één informatiepakket voor het management van uw globale waardeketen. De magazines en online informatie zijn een productie van Media Access.

VISIE

IN DEZE EDITIE

JUN

I-JU

LI 2

016

JUNI 2016 WWW.VALUECHAIN.BE

Samen met Value Chain Management en WWW.VALUECHAIN.BE vormt dit magazine één infopakket voor het management van uw globale waardeketen.AFZENDER: KONING ALBERT I-LAAN 162 I B 8200 BRUGGE I P 206022 I ISSN 1372-875X I 21E JAARGANG I MAANDUITGAVE 20 EUR I AFGIFTEKANTOOR OOSTENDE X

De rijzende ster van TMS

De TMS-markt: overzicht & trendsVERDER IN DIT NUMMER:

NOKIA’S SUPPLY CHAIN TRANSFORMATIE - UZ GENT IMPLEMENTEERT SLIM4 - PUNCH POWERTRAIN

LEGT PRODUCTIEDATA IN HANDEN VAN IMESURE - BOUWBEDRIJF VANDENBUSSCHE ROLT ULTIMAX UIT -

NEDCARGO ONTWIKKELT ORDER DESK MET GLOBIS - GIKS MODE INVESTEERT IN RFID

SUPPLY CHAIN MANAGEMENT10 Nokia’s supply chain transformatie Nokia brengt bimodaal supply chain model in de praktijk

SUPPLY CHAIN PLANNING

14 Inkijk in een planningmake-over Melexis hertekent planningsprocessen en rolt Oracle VCP uit

VOORRAADMANAGEMENT18 Voor een gezonde voorraad UZ Gent implementeert Slim4

MANUFACTURING EXECUTION SYSTEMS22 Manufacturing Execution System verbetert blik op performantie Punch Powertrain legt productiedata in handen van iMesure

TRANSPORT MANAGEMENT SYSTEMS24 Oog voor duurzame efficiëntie Knauf Isolava optimaliseert transport

TRANSPORT26 VGM moet scheepsrampen voorkomen Geverifieerd brutogewicht van zeecontainers komt verplicht op de laadlijst

BUSINESS SOFTWARE28 Bouwen aan toekomstige groei Bouwonderneming Vandenbussche rolt UltimAX uit

32 Klaar voor de nieuwe Tris? Intris herschrijft Tris-oplossing van scratch op Oracle-technologie

35 Platform voor groei Nedcargo ontwikkelt Order Desk met Globis

AUTO-ID38 RFID & retail: een goede fit Giks Mode investeert in RFID

HANDLING41 Innovatieve focus op de toekomst Linde presenteert nieuwigheden tijdens ‘World of Material Handling’

46 Vertrouwen op zwaartekracht Soudal implementeert Skyfall in productieomgeving

TRANSPORTPLANNING48 Automatisch transport verhoogt efficiëntie in crossdockmagazijn DSV Road optimaliseert palletstromen met BT Autopilot

DE RIJZENDE STER VAN TMSDE TMS-MARKT: OVERZICHT & TRENDS

Waar tot voor kort enkel vervoerders en de grootste verladers investeerden in TMS-oplossingen, zien vandaag ook steeds meer middelgrote ondernemin-gen het potentieel van TMS. Maar hoe vindt u uw weg in de erg versnipperde TMS-markt? Een beknopt overzicht van spelers en trends.

6

Voorraadverlagen

Servicegraadverhogen

E�ciënterwerken

State of the art technologiemaakt overvoorraden

en incourante voorraden verleden tijd.

Geautomatiseerde en accuratevraagvoorspelling resulteert

in minder stock-outs en een verbeterde servicegraad.

Werknemers worden zeer proactief door management

by exception en simulatievan verschillende scenario’s.

We will make you outperform.

Want to bring your supply chain to the next level?

www.slimstock.com

Sinds de oprichting in 1993 staat Slimstock synoniem voor nauwkeurige vraagvoorspelling, effectief voorraadmanagement, duidelijke voorraadanalyses en continue verbetering van de beschikbaarheid van voorraad. Dankzij de unieke combinatie van onze oplossingen en services zijn we marktleider in voorraadoptimalisatie. We delen onze kennis en ervaringen met meer dan 650 bedrijven verspreid over 40 landen wereldwijd, in verschillende sectoren, van eenvoudige tot complexe distributienetwerken.

Slim4 wint de Britse Logistics Business IT award in de categorie “Beste Supply Chain Management Software’. Logistics Business IT Awards2014 and 2015 category winner:Supply Chain Management Software




VALUE CHAINBusiness Logistics verschijnt

alternerend met Value Chain Management

Beide magazines vormen samen metde informatie op www.valuechain.be

één informatiepakketJuni-juli 2016

Abonnees die ook lid zijn van de Value Chain Community krijgen gratis toegang tot

de community activiteiten

VALUE CHAIN werkt nauw samen met,en is officiële medium van PICS BELGIUM(Production & Inventory Control Society)

Redactieraad: Prof. Dr. ir. Rik VanLandeghem, Prof.Dr. ir. Roland

Van Dierdonck, Prof. Jacques Vandenbulcke, Prof. Marc Lambrecht, Prof. Dr. Nico Vandaele,

Koen Heylen, Bruno Standaert,ir. Marnix Voet, Jan De Kimpe, Prof. Dr. Alex VanBreedam, Prof. Luc Chalmet; ir. Patrick Dewilde,

Prof. dr. Gerrit K. Janssens, Prof. Frank Witlox,Prof. Trijntje Cornelissens.

Directeur: Jan ProotHoofdredacteur: Barbara De Vos

Redactiecoördinator: Tina ClaeysRedactie: Tina Claeys, Barbara

De Vos, Maaike ThoenWerkte mee aan dit nummer: Annemie Morbee

Advertenties: Henny Provoost +32 (0)50 40 80 82

Uitgeverij:Media Access

Kon. Albert I-laan 162B-8200 Brugge

Telefoon: +32 (50) 40 80 80Fax: +32 (0)50 40 80 90

Vormgeving & layout:Dempsey Provoost

Cactus Design

Drukkerij:Goekint Graphics - Oostende

Verschijningsdata magazinesBusiness Logistics: begin van de maanden

februari - april - juni-juli - oktober - decemberValue Chain Management: begin van de maanden

maart – mei – september - november

Abonnementen: Abonnement ophet globale informatiepakket:

België en Nederland: € 137 voor 1 jaar.Andere landen: € 172 voor 1 jaar.

Een abonnement kan op elk ogenblik starten.

Redactionele bijdragen zijn vrij van publiciteit. Overname, geheel of

gedeeltelijke na uitdrukkelijk schriftelijketoestemming van de uitgever.

In het rapport ‘The Fourth Industrial Revolution’ analyseert Jones Lang LaSalle de belangrijkste trends die supply chains hertekenen en zodoende de vraag naar logistiek vastgoed in Europa in de komende vijf tot tien jaar zullen beïnvloeden. Voor het onderzoek, dat JLL samen met Transport Intelligence uitvoerde, werden 30 marktleiders uit de supply chain sector bevraagd en workshops met supply chain experten georganiseerd. Daarnaast gebeurde een online enquête bij ruim 200

bedrijven, waaronder retailers, industriële en logistieke bedrijven. Stadsdistributie als groeipool voor logistiekWereldwijd groeit de stedelijke bevolking. In België is dat niet anders. Voor het Brussels Gewest wordt zelfs verwacht dat de bevolking de komende tien jaar met 8% zal groeien. Dat is het dubbele van de verwachte 4% groei voor ons land. Daarnaast zijn de dichtere bebouwing, de stijgende grondprijzen en de groeiende vraag naar duurzaamheid drijfveren voor verandering. Ook het wijzigende winkelland-schap – inclusief de groei van e-commerce en van retourlogistiek – zorgt voor nieuwe bevoorradings-modellen.

JLL verwacht dan ook dat de vraag naar innovatieve vormen van logistiek vastgoed in en rond steden zal stijgen. Wat betreft e-commerce is er nood aan logistieke platformen dichtbij de klant. Afhaalpun-ten en retourlogistiek zijn eveneens in opmars. Op die trend spelen intussen diverse partijen in zoals het ecologische Bubble Post met 13 vestigingen in ons land, en City Depot – dat in 2014 zijn krachten bundelde met City Logistics van bpost – met 7 vestigingen van rond de 1.000m² vlak buiten de grote steden. Daarnaast heeft bpost via de overname van Press Shop en Kariboo Colis van de groep Lagard-ère ineens 750 bijkomende afhaalpunten gecreëerd voor haar klanten. Ook internationale bedrijven zoals UPS en DHL pikken een graantje mee van dit groeiende marktsegment. In Aziatische steden zoals Hong Kong en Singapore zijn logistieke gebouwen met meerdere verdiepin-gen en hellingbanen al gemeengoed. Dat type gebouw komt nog maar zelden voor in Europa, maar JLL gelooft dat die in grote steden zoals Londen, waar de grondprijzen hoog zijn en de gronden schaars, opportuniteiten kunnen bieden.

Verder zijn consolidatiecentra die een specifieke stad bevoorraden en gedeeld worden door verschillende gebruikers interessant omdat zij het fileleed kunnen verzachten. Het transport van daaruit gebeurt ideali-ter door minder vervuilende transportmodi, zoals fietskarren en elektrische voertuigen. Ze bieden boven-dien nog andere voordelen, zoals een goede voorraadcontrole en snelle beschikbaarheid van producten en naverkoopdiensten. Voorbeelden zijn het CityPorto consolidatiecentrum in Padua (Italië), het consoli-datiecentrum van Monaco en het pilootproject in het TIR-centrum in de haven van Brussel.

Snelle technologische vooruitgang De technologische vooruitgang op het vlak van e-commerce, big data, digitalisering, automatisering, robotica, 3D-printing, drones en geautomatiseerde voertuigen heeft een enorme impact op de bevoorra-dingsketens. Samen vormen ze als het ware een ‘vierde industriële revolutie’. De term ‘Industrie 4.0’ werd gelanceerd in Duitsland en wordt vandaag gebruikt om hoogtechnologische producten en bedrijven te promoten.

Traditioneel functioneerde de bevoorradingsketen op het ritme van de productieketen, met als ultieme uitdaging om de kosten te beheersen en toch een optimale klantenservice te bieden. Meer dan 60% van de ondervraagden in onze enquête citeren die twee uitdagingen als belangrijk. Innovatie van bevoor-radingsketens wordt door een kwart van de ondervraagden als prioritair beschouwd. JLL denkt dat de technologische innovatie in de komende vijf tot tien jaar nog aan belang zal winnen. Dat zal aanpassin-gen vragen aan logistieke gebouwen, van grote fulfilment centra waar enorme hoeveelheden produc-ten kunnen worden gesorteerd over dot.com distributiecentra tot centra voor retourlogistiek.

De klant is ook steeds beter geïnformeerd en neemt steeds meer de controle over het productieproces. Het internet kent geen grenzen, dus wordt er ook makkelijker bij buitenlandse webshops aangekocht,

Supply chain trends met impact op logistiek vastgoed


http://prof.dr/

http://dot.com/

5

FLASH

B U S I N E S S L O G I S T I C S - J U N I - J U L I 2 0 1 6

wat de nood aan efficiënte logistieke bevoorradingsketens en distributie-centra nog versterkt. Zo’n 24% van de respondenten denkt dat logistiek voor e-commerce de belangrijkste wijziging zal teweegbrengen in logis-tieke gebouwen in de komende twee à drie jaar. Nog eens 23% van de respondenten bevestigt meer distributieruimte voor e-fulfilment nodig te zullen hebben. Verwacht wordt dat e-commercebedrijven in het kader van ‘same day delivery’ de mogelijkheid om ‘micrologistieke’ netwerken te creëren zullen onderzoeken, waarbij in een extra dc dichter bij de klan-ten een selectie van producten zal worden opgeslagen met het oog op zeer snelle leveringen.

De groei van e-commerce genereert enorm veel data omtrent de vraag van de klant. De analyse van die ‘big data’ biedt immense opportunitei-ten. Zo evolueert de bevoorradingsketen van een productiegestuurde supply chain naar een bevoorradingsketen waarbij de vraag van de klant centraal staat. Het beheersen en een correcte interpretatie van de big data maakt die essentiële verschuiving mogelijk. Uit de enquête bleek dat 51% van de bedrijven verwacht dat de grootste veranderingen in supply chain de komende jaren het gevolg zullen zijn van big data ana-lyses. Toch zegt 63% de beschikbare data nog niet effectief te gebruiken om zijn strategie te verbeteren en 30% vindt dat er een gebrek is aan ken-nis om die data te analyseren en te beheren.

Efficiënt gebruik van big data kan dus zorgen dat de vraag en het profiel van de klant in kaart wordt gebracht, waardoor de klantvraag centraal komt te staan en de productie beter en sneller zal kunnen inspelen op die vraag. JLL gelooft dat de evolutie van bevoorradingsketens onder impuls van big data zal resulteren in enerzijds minder vraag naar gebouwen voor opslag van producten, en anderzijds meer vraag naar gebouwen waarin een snelle doorvoer en conditionering van producten kan gebeu-ren, zowel richting klant als de retourbewegingen.

Strategische herpositioneringDe laatste decennia werd de productie van grote internationale bedrij-ven steeds globaler. De productie voor Westerse markten trok weg – vaak

naar Azië – omwille van de lagere kosten. Maar de productie in die lan-den bracht lange en complexe transporten en bevoorradingsketens met zich mee. Sinds China toetrad tot de Wereldhandelsorganisatie in 2001, is er nog meer productie verhuisd. Bevoorradingsketens werden zo nog langer, nog complexer én onderhevig aan grotere risico’s.

Internationale bedrijven waken vandaag evenwel niet enkel over hun kosten maar steeds meer over hun klantentevredenheid en hun bedrijfsimago. Zo groeit de interesse in West-Europa en Noord-Ame-rika om de juiste geografische positionering van de productie (rightshoring) te vinden. Steeds vaker worden de mogelijkheden bekeken om de productie opnieuw dichter bij de afzetmarkten te brengen. ‘Reshoring’ is de herlocalisatie van de productie terug naar het thuisland, terwijl bij ‘nearshoring’ de herlocalisatie gebeurt naar een land in de nabijheid van het thuisland, bijvoorbeeld productie in Turkije voor West-Europese afzetmarkten. In Europa is de omvang van die trend nog moeilijk in te schatten maar in Noord-Amerika is die strategische herpositionering courant. Zo schatte in 2014 het Resho-ring Initiative in de VS dat het totale aantal jobs dat terugkwam naar Amerikaanse bodem het aantal jobs dat wegtrok voor het eerst over-trof.

Hoogtechnologische sectoren, zoals productie van elektrische com-ponenten en computerapparatuur, zijn eerder geneigd de productie terug te halen dan producenten van gestandaardiseerde goede-ren. Ook robotica en doorgedreven automatisering kunnen hier een rol spelen aangezien die het productieproces goedkoper en minder afhankelijk van dure werkkracht maken.

JLL gelooft dan ook dat de productie in de toekomst nog meer ver-spreid zal zijn wereldwijd en dat sommige bedrijven een gesegmen-teerde aanpak van de productie zullen hanteren, waarbij de produc-tie deels in Azië blijft en deels dichter bij de afzetmarkten. Die trend zal ongetwijfeld meer vraag naar logistieke gebouwen genereren in Europa, Turkije en Noord-Afrika.

Supply chain trends met impact op logistiek vastgoed

W W W . V A L U E C H A I N . B E6

VISIE

De rijzende ster van TMSDe algehele kostendruk, de stijgende transportprijzen en het groeiende belang van klantenservice zorgen ervoor dat de interesse in Transportation Management Systems (TMS) toeneemt. Waar tot voor kort enkel ver-voerders en de grootste verladers investeerden in TMS-oplossingen, zien vandaag ook steeds meer middel-grote ondernemingen het potentieel van TMS. Maar hoe vindt u uw weg in de erg versnipperde TMS-markt? Jan De Kimpe, onafhankelijke management consultant (ValueXStream) en gastprofessor aan KULeuven, geeft een beknopt overzicht van spelers en trends.

Een Transportation Management Sys-tem vormt het hart van het transport-beheer. Dat transportbeheer heeft een hele andere betekenis voor een vervoerder dan voor een verlader. De

markt voor TMS-oplossingen is dan ook ver-deeld in tools die primair voor vervoerders al dan niet verladers zijn ontwikkeld. “Vervoerders en verladers hebben verschillende functionele behoeften. Een verlader kijkt naar TMS-op-lossingen met het oog op het beter kunnen plannen van transport, maar vooral om het transport ook beter financieel te op te volgen. Daarnaast is communicatie met vervoerders van belang, alsook de optimalisatie van de transportplanning. De vervoerder heeft naast planning vooral behoefte aan administratieve ondersteuning rond transportopdrachten, inclusief wagenpark- en personeelsbeheer, boekhouding, historiek en opvolging, commu-nicatie met derden,…Voor de transporteurs is een TMS wat een ERP is voor een producent”, legt Jan De Kimpe uit.

De TMS-markt is gegroeid vanuit de transports-ector. De traditionele TMS-pakketten richten zich dan ook vooral naar de transporteurs, maar

stilaan komen er meer TMS-tools op de markt die zich richten naar de verladers. Het is dat segment waar we in dit artikel even bij stilstaan.

Momentum voor TMSTMS-oplossingen zagen in de jaren 80 het levenslicht om de inkoop van de transportdien-sten te vergemakkelijken, de kortetermijnplan-ning en de optimalisatie van transportactivitei-ten te ondersteunen en transportplannen uit te voeren. Op zich zijn de doelstellingen van TMS-oplossingen niet veel veranderd, maar de systemen zelf zijn erg geëvolueerd om aan de wijzigende klantennoden te voldoen. TMS-op-lossingen zijn beschikbaar als standalone sys-teem, geïntegreerd met het ERP-pakket of sinds kort ook in de cloud. Dat laatste draagt bij tot de stijgende interesse meent Jan De Kimpe: “De mogelijkheid om het transportbeheer als een dienst te leveren, verlaagt de instapdrem-pel voor verladers. Het grote probleem bij TMS-oplossingen is de businesscase. Grote sys-temen kosten gemakkelijk een miljoen euro. De implementatie van een TMS levert doorgaans een besparing tussen 3% à 12% van de trans-portkosten op. Je moet dus als verlader al zo’n 8 tot 10 miljoen euro transportkosten hebben

op jaarbasis om de investering eruit te kunnen halen. Vandaag zie je steeds meer kleinere spe-lers opduiken met cloudoplossingen op basis van een SaaS-model die maar een vierde tot een tiende van de investering vergen. Zij bie-den doorgaans beperktere functionaliteit, maar

De TMS-markt: overzicht & trends

Grote Amerikaanse TMS-pakketten steken door-gaans in vanuit het treintransport, terwijl er in Europa een dominantie is van het wegtransport.

7

VISIE


De rijzende ster van TMSDe TMS-markt: overzicht & trends

ze openen de TMS-markt voor verladers die er tot voor kort geen toegang tot hadden.”

Daarnaast liggen enkele andere factoren aan de oorzaak van de toenemende interesse voor TMS, zoals de stijgende transportkosten.Jan De Kimpe: “De transportkosten maken nu gemiddeld 6% uit van de omzet van een bedrijf. De brandstofprijzen zijn momenteel wel lager, maar in een sterk fluctuerende markt is hier op de langere termijn geen zekerheid over. Bovendien zou de wegentaks volgens ver-schillende bronnen de transportkosten tot 8% laten stijgen. Daarnaast stelt zich het probleem van de beschikbare capaciteit en tekort aan chauffeurs.”

Ook de opkomst van e-commerce heeft een impact op de TMS-markt. “De klantenservice moet doorgetrokken worden tot aan de voor-deur. Als je met een vaste transporteur werkt, kan je op geregelde tijdstippen rapporten krij-gen en dat integreren in Excel-sheets. Bij TMS is de opvolging standaard geïntegreerd. Dat is een groot voordeel, zeker voor het snel kunnen inspelen op transportschade of klantenklach-ten. Bovendien zorgt e-commerce voor een groter volume transportopdrachten, wat in de kaarten speelt van de TMS-aanbieders: hoe kleiner de waarde van de transportorders, hoe groter het aandeel van de transportkosten in het omzetcijfer”, aldus Jan De Kimpe.

Verder zorgt de algehele kostendruk ervoor dat steeds meer bedrijven lean supply chains hebben. Deze vereisen een betrouwbaar trans-port. “Aan de andere kant moeten de supply chains vandaag erg flexibel zijn. Door de trans-portplanning te automatiseren, bespaar je op

administratieve taken en kan je aan snelheid winnen.”

MarktoverzichtIn het laatste Magic Quadrant van Gartner voor Transportation Management Systems komen Oracle OTM en JDA Software als marktleiders naar voren. Ook bij de uitdagers in de markt zijn opvallend veel Amerikaanse bedrijven, zoals Manhattan Associates, Logility en C.H. Robin-son.J. De Kimpe: “Het grote nadeel van die Ame-rikaanse grote TMS-pakketten is dat ze door-gaans insteken vanuit het treintransport, terwijl er in Europa een dominantie is van het weg-transport. Die pakketten zijn ook heel goed in het globale transportverhaal, met onder-steuning van grote containerroutes en lucht-vrachttransport, maar doorgaans is er weinig integratie met lokale Europese vervoerders. Softwareleveranciers mogen dan nog erg luid roepen dat interfacing perfect mogelijk is, het blijft een hekel punt. Als je als verlader zelf elke transporteur moet opzetten in je systeem dan betaal je je blauw aan ontwikkelingskosten. De Amerikaanse leveranciers hebben de markt van de Europese vervoerders nog niet. Dat is natuurlijk ook een beetje een kip-en-ei-ver-haal.”

Om een beter inzicht te krijgen in de TMS-markt voor verladers overloopt Jan De Kimpe de belangrijkste marktspelers, te beginnen met C.H. Robinson. “Dit is eigenlijk een Amerikaanse 3PL die zijn eigen systeem vermarkt. Daardoor is het functioneel heel goed uitgebouwd, want ze moeten er zelf mee kunnen werken. Voor Europese verladers is het vooral een solide sys-teem voor het ondersteunen van het globaal transportmanagement. Ze hebben niet zoveel Europese klanten en bieden het hier vooral aan als een soort service offering.”

JDA Software heeft verschillende TMS-op-lossingen, maar schuift vooral i2 naar voren. “i2 is eigenlijk een planningssysteem dat ze via een overname hebben verwor-ven. Het is een geschikte oplossing voor complexe operaties. Zo is de tool sterk in multi-leg transport, ofte het transporteren van goederen naar een regio om ze van daaruit opnieuw verder te transporteren naar hun eindbestemming. Op het vlak van functionaliteit voor complexe trans-portoperaties zijn ze echt een trendsetter en voorloper in de markt. Als verlader heb je wel veel volume nodig om een busines-scase te hebben voor i2. Ik zie het dan ook vooral als een oplossing voor bedrijven waar transport deel uitmaakt van de ker-nactiviteit”, zegt Jan De Kimpe. “JDA is zijn platform aan het veranderen, net zoals het Noord-Amerikaanse Manhattan Associates. Dat maakt dat hier rekening moet gehou-den worden met een migratieverhaal. Manhattan Associates heeft overigens een goede in- en outboundafstemming en is sterk in de last mile. Dat maakt het pakket geliefd bij retailers.”

“Het grote probleem bij

TMS-oplossingen is de businesscase.”


VISIE

“Persoonlijk ben ik erg gecharmeerd door Ora-cle OTM, omwille van zijn sterk uitgewerkte functionaliteit. Oracle OTM is gegroeid vanuit het vroegere G-log, dat op functioneel vlak altijd al leidend is geweest. Daarnaast is het sys-teem heel matuur, kan het een hoge complexi-teit aan en is het zowel geschikt voor verladers als 3PL’s. Keerzijde van de medaille zijn de dure licenties. Doordat Oracle werkt met een sys-teem van partnerships vergt bepaalde functio-naliteit soms aparte licenties. Ook is er nog niet veel duidelijkheid qua ondersteuning van Euro-pese vervoerders”, vertelt Jan De Kimpe.

“SAP daarentegen ondersteunt als Europese softwareleverancier de Europese transpor-troutes en voorziet integraties met Europese vervoerders. SAP is ook goed in het multi-leg-

verhaal en heeft optimalisatie-engines die vrij performant zijn en moduleerbaar. Anderzijds zie je de typische SAP-stempel: het vergt wat moeite om het systeem op te zetten en SAP TM is bovendien het meest geschikt om met SAP ERP te koppelen.”

Bij Microsoft TRAX ziet De Kimpe een gelijkaar-dig verhaal. “Het is vooral geschikt voor Axapta ERP-gebruikers en is net als SAP goed in het combineren van zendingen, transporttoewij-zingen op basis van lanes en regels, prijszetting en opvolging. Het klassieke functionele verhaal is terdege uitgebouwd. Daarnaast kan Micro-soft TRAX vrij goed overweg met sommige spe-ciale vereisten, zoals gevarengoed.”

De kleinere Europese aanbieders van TMS-op-lossingen voor verladers spot Jan De Kimpe

vooral in Nederland, met onder meer MP Objects en ShipitSmarter. “Dat zijn vrij com-plete systemen die aantrekkelijk geprijsd zijn. De grote plus van deze pakketten is dat de Europese vervoerders standaard geïnstalleerd zijn in het systeem, zodat je zelf die interface niet meer hoeft op te zetten. Ze zijn ook sterk in deur-tot-deur wegtransport, multi-leg trans-port met volumeoptimalisatie en kwaliteitsop-volging. Het nadeel van samenwerking met deze partijen is de kleinschaligheid ervan. Er is minder garantie op stabiliteit, zowel financieel als naar ontwikkeling toe.”

Trends gespotDoordat de interesse in TMS toeneemt bij de verladers is het een markt in volle beweging. Zo merkt Jan De Kimpe op dat de pakketten die voorheen specifiek geënt waren op vervoer-

“De kleinere spelers in de markt bieden steeds uitgebreidere functionaliteit, bijvoorbeeld door partnerships op te zetten. Ook bij de grotere partijen zie je die trend om te kunnen inspelen op one-stop-shopping”, aldus Jan De Kimpe.

9

VISIE


ders of verladers steeds meer naar elkaar toe-groeien. “De grens wordt flou. Denk maar aan C.H. Robinson en Oracle OTM. Die pakketten zijn voor beide doelgroepen geschikt. Ook zie je dat er een verzadiging is in de markt van TMS-oplossingen voor vervoerders. Op onze markt heb je tal van spelers, zoals Navi-Trans, Intris, Transics, Van Boxtel, Transwide, Transporeon, Kewill Transport, Centric Plan & Go, Logiqstar,…Maar hoeveel transpor-teurs zijn er die in direct contact staan met klanten? Niet ontzettend veel. Je ziet dan ook dat deze spelers steeds meer hun pijlen beginnen te richten naar de verladers en hun pakket daar ook deels of volledig voor her-schrijven.”

“Verder zie je dat de kleinere spelers in de markt steeds uitgebreidere functionaliteit bie-den, bijvoorbeeld door partnerships op te zet-ten. Ook bij de grotere partijen zie je die trend om te kunnen inspelen op one-stop-shopping. Je ziet daar steeds meer standaardintegraties waarbij de klant een bedrag ophoest voor de investering die de koppeling vergt, maar niet meer telkens voor de interface hoeft te beta-len. Dat is zonder meer een positieve evolutie voor de verladers, hoewel bepaalde applicaties toch niet meteen in zo’n standaardplatform zul-len passen. Neem nu de douane-oplossingen. Doorgaans is daarmee geen standaardinterface voorzien omdat elk land andere regels en ver-plichtingen heeft op douanevlak. Daar zullen

toch nog steeds een stukje integratiekosten blijven”, zegt Jan De Kimpe.

Mogen we ons dan de volgende jaren aan meer overnames in de TMS-markt verwachten? “Dat is moeilijk te voorspellen. Sowieso zullen er steeds nieuwe partijen blijven opstaan, waar-door de TMS-markt naar mijn mening erg ver-snipperd zal blijven. Dat maakt het er natuur-lijk niet gemakkelijker op voor verladers om een keuze te maken. Maar dat veralders steeds meer voor een geautomatiseerd transportbe-heer zullen kiezen, staat voor mij wel als een paal boven water. De kostendruk voor trans-port wordt te groot.”MT

n Ahlers offers you almost 20 years of experience in the CIS and the Baltics regionn Ahlers, your one stop shop logistics service provider for Russian Transportation - Customs Clearance - Warehousing - Distribution - Value Added Services n Offices/warehouses in Russia, Kazakhstan, Belarussia, Uzbekistan, Ukraine, Lithuania, Latvia and Kyrgystan

AhlersDidier Duponselle+32 3 543 77 [email protected] www.ahlers.com

A LOGISTICPARTNERWORTHYOUR TRUST

Ahlers Log direction 130_185mm.indd 1 23/02/12 09:48

http://www.ahlers.com/


SUPPLY CHAIN MANAGEMENT

In 2006 besliste Nokia om meer in de net-werkbusiness te investeren en ging het bedrijf een joint venture aan met Siemens. Dat leidde tot de oprichting van Nokia Sie-mens Networks. Het moederbedrijf bleef

zich concentreren op de verkoop van mobiele telefoons. Tot in 2013 Nokia zijn handheld business van de hand deed aan Microsoft en daarmee een pure b2b-speler werd. De ver-andering bleef doorgaan, want in april 2015 kondigde Nokia aan Alcatel-Lucent te kopen voor 15,6 miljard euro, wat het bedrijf een reus maakt in de infrastructuurmarkt.

Wereldwijd wordt er in netwerkinfrastruc-tuur jaarlijks zo’n 86 miljard euro geïnves-teerd, waarvan het gecombineerde bedrijf met zo’n 100.000 medewerkers ongeveer 25 miljard euro opstrijkt. Concurrenten zijn onder meer Ericsson en Huawei. “Deze laat-ste fusie is een antwoord op de snel veran-derende markt waarin onze klanten – de netwerkoperatoren – een end-to-enderva-ring vragen en waarin steeds meer nieuwe klanten opdagen, zoals Google en kleinere start-ups”, zegt Johannes Giloth, senior vice president pperations bij Nokia Networks en

spreker op Gartners Supply Chain Executive Conference.

Nokia vormt de link tussen de mobiel gecon-necteerde wereld en het internet. Daar komt hardware maar ook heel wat software aan te pas. “Maar liefst 85% van onze R&D-ingenieurs zijn software-ingenieurs. Dat geeft een indica-tie van welke richting onze industrie uitgaat. Anderzijds bestaat de helft van onze verkoop uit diensten: implementatiediensten, field ser-vices, maar ook onderhoudsdiensten en pro-fessionele opleidingsdiensten. Onze visie is om een next generation bedrijf te zijn dat techno-logie en diensten aanbiedt voor een IT-gecon-necteerde wereld. Wij geloven dat er tegen 2025 zo’n 50 miljard toestellen, sensoren of mensen met elkaar verbonden zullen zijn. Dat zal een andere vorm van interconnectiviteit in de fabrieken brengen en onze manier waarop we dingen doen volledig veranderen. Wij hel-pen die nieuwe markt mee vorm te geven.”

Vijf bouwstenenNokia’s operaties – waar Johannes Giloth voor verantwoordelijk is – werden de voor-bije jaren grondig aangepakt. Zo werd de

operations-functie opgezet als een soort van onestopshop voor alles wat supply chain, pro-ductie, inkoop en engineering betreft.Johannes Giloth: “We delen operations op in vijf bouwstenen: delivery operations, sup-ply chain management, global procurement, manufacturing operations en operations port-folio management.”

“Delivery operations zijn onze medewerkers die in de frontlinie zitten. Zij zorgen vanuit de ver-schillende regio’s voor de last mile distributie, het ordermanagement, de demand planning en kopen ook lokaal in. Daarnaast hebben we de klassieke supply chain management orga-nisatie die verantwoordelijk is voor de strate-gie, segmentatie, Sales & Operations Planning (S&OP) en data- en distributiemanagement. Global procurement gaat over alles wat we inkopen bij Nokia, van directe tot indirecte diensten. Onze manufacturing operations zijn gespreid over vijf fabrieken in vier lan-den. De helft van onze productie is welis-waar uitbesteed en dat is een trend die nog zal toenemen omdat onze processen steeds meer commodity zijn. Operations portfolio management maakt met de R&D-afdeling de

Nokia’s supply chain transformatieNokia brengt bimodaal supply chain model in de praktijk

Op tien jaar tijd vond Nokia zichzelf verschillende keren heruit. De meest opvallende verandering was de ommezwaai van de b2c- naar de b2b-markt. Maar ook intern werden verschillende ‘schokken’ opgevangen en omgezet in vernieuwing binnen het bedrijf. Zo zette Nokia achtereenvolgens sterk in op supply chain integra-tie en lean management, maar de organisatie merkte in 2014 dat er een flexibele laag ontbrak. Dat gaf aanlei-ding tot de ontwikkeling van een bimodaal model dat enerzijds op kosten, efficiëntie en schaalgrootte focust en anderzijds op groei, flexibiliteit en differentiatie.


11B U S I N E S S L O G I S T I C S - J U N I - J U L I 2 0 1 6

cirkel rond en zorgt voor een snelle time-to-market.”

Drie schokgolvenWaarom ondergingen de Nokia-operaties een grondige transformatie in de eerste plaats? “Nokia’s supply chain transformatie was het resultaat van een serie externe katalysato-ren”, antwoordt Johannes Giloth. “De fusie

met Siemens was een schok voor de organi-satie. Vanaf 2007 begon de integratie. Er werd beslist meteen een grote sprong voorwaarts te nemen en ook een geïntegreerde supply chain te creëren. Het is niet evident om in een gefragmenteerde supply chain de verschil-lende vestigingen en afdelingen te overtui-gen om verantwoordelijkheden uit handen te geven. We hebben dat proces heel zorgvuldig

en over verschillende jaren heen aangepakt. Onze supply chain zetten we op volgens het SCOR-model (Supply Chain Operations Refe-rence). We hebben daarbij ook een hele duide-lijke end-to-endverantwoordelijkheid uitgete-kend. Om een concreet voorbeeld te geven: het voorraadmanagement maakt onderdeel uit van supply chain management, ongeacht waar de voorraad zich bevindt.”

Nokia’s supply chain transformatie

Nokia Networks gelooft dat er tegen 2025 zo’n 50 miljard toestellen, sensoren of mensen met elkaar verbonden zullen zijn. Dat zal een andere vorm van interconnectiviteit in de fabrieken brengen.



In 2011 zat Nokia Siemens Networks in slechte papieren. Johannes Giloth ver-woordt dit als ‘de tweede schok’. “Vanaf de start was Nokia Siemens Networks niet zo succesvol. Daar bovenop was er een sterke concurrentiestrijd in de industrie die de winstgevendheid aantastte. Er doken partijen op die onze klanten diensten aan-boden aan de helft van onze kostprijs. De overlevingsstrijd die daaruit voortvloeide, hielp ons de organisatie opnieuw te transfor-meren. Als het erop of eronder is, kan je je de vraag stellen hoe je tot 60% à 70% kostenver-mindering komt.”

De organisatie startte een groot herstructure-ringsprogramma om de processen te heront-werpen. “We keerden alles binnenstebuiten om tot een leane supply chain te komen. We ontwikkelden de meest leane supply chain in de industrie. Uit externe benchmarks bleek dat ons bedrijf in heel goede conditie was. Daar waren we erg gelukkig mee en we dach-ten dan ook vooral nog te moeten werken op continue verbetering”, aldus Johannes Giloth.

Maar dan kwam in 2014 de derde schok: de Chinese producenten verhoogden de pro-ductiesnelheid en produceerden 200 à 300% meer dan aangegeven. “Dat verraste de vol-ledige markt. Niemand was in staat om de Chinese producenten te volgen. Waarom? We zijn actief in een industrie die gebaseerd is op semi-conductors. Die hebben doorlooptij-den die kunnen oplopen tot een jaar. De hele supply chain organisatie gaat dus uit van een planning met een flexibiliteit van maximum 15 à 20%. Neemt de vraag met 300% toe, dan kan je simpelweg niet leveren. Onze klanten accepteerden dat niet. Dat opende onze ogen: een geïntegreerde, kostenefficiënte supply chain is niet genoeg. Je moet daar bovenop een flexibele supply chain hebben die geen compromissen sluit op het vlak van kosten”, vertelt Johannes Giloth.

Bimodaal modelDe organisatie nam een jaar de tijd om opnieuw plannen uit te tekenen voor haar

supply chain. Zo werd onder meer het S&OP-proces herbekeken.J. Giloth: “We hadden een zeer uitgekiend S&OP-proces, maar dat keek maar drie tot vijf maanden ver. Vandaag kijken we zes tot negen maanden vooruit, zodat we bere-kende risico’s kunnen nemen. Dat wordt niet meer door supply chain tools gedaan, maar op bestuursniveau. Denken we dat de markt in India zal boomen? Trekt de Ame-rikaanse economie terug aan? Als we over-tuigd zijn van een bepaalde piste nemen we dit mee in onze supply chain organisa-tie, met alle risico’s die daaraan verbonden zijn.”

De transformatie beperkte zich niet tot operations. Alle andere afdelingen werden ook betrokken in het project.J. Giloth: “We werkten ons op naar een niveau dat ons toeliet om ook op andere afdelingen een invloed uit te oefenen. Sales werkt vandaag bijvoorbeeld ook veel meer volgens een gedifferentieerd model. We bogen onze supply chain organisatie dus om van een servicefunctie naar een businessfunctie.”

Daarnaast betrok Nokia ook de belangrijk-ste leveranciers om tot extra doorlooptijd-verkorting te komen, extra flexibiliteit te krijgen en een vereenvoudiging van het portfolio te bewerkstelligen. “We doorlie-pen samen met onze leveranciers honder-den workshops om de kosten te verlagen

en tegelijk de flexibiliteit te verhogen. We besteedden daarnaast ook extra aandacht aan simulatiemogelijkheden voor onze supply chain in functie van een verande-rende vraag”, aldus Johannes Giloth.

De transformatie vergde veel energie, maar leverde ook de nodige vruchten op.J. Giloth: “We sneden 700 miljoen euro voorraad weg uit onze keten. Onze sales-kost was altijd al onder het industrieniveau door onze collaboratieve benadering, maar desalniettemin slaagden we er in de voor-bije jaren de saleskost elk jaar met 10% te verminderen. Daarnaast verdubbelde onze productiesnelheid. Onder meer door te investeren in nieuwe technologieën zoals 3D-printing en zelflerende robots, maar ook door samen te werken met universitei-ten om nieuwe algoritmes te ontwikkelen voor verdere automatisering. Verder was de planning essentieel in het succes van de transformatie. Door tools te implemente-ren die de transparantie doorheen de hele keten aanzienlijk verhoogden, konden we de leverbetrouwbaarheid verbeteren.”

En nu?“De hamvraag is: zijn voorgaande transfor-maties afdoend om de uitdagingen die op ons afkomen aan te kunnen? We hebben ons huiswerk gemaakt en kunnen de situ-atie op zijn minst al overzien, maar we zijn er nog niet. We moeten de flexibiliteit van onze supply chain verder stimuleren, de kosten blijven optimaliseren en daarnaast de performantie verbeteren”, stelt Johan-nes Giloth.

Om tot een goede supply chain flexibi-liteit te komen is het volgens Johannes Giloth van belang om een goede supply chain segmentatie te hebben. “We moe-ten afstappen van het ‘one size fits all’-idee. Natuurlijk moet je over de juiste data beschikken om die segmentatie correct te kunnen doen. Een goed S&OP-pro-gramma is eveneens belangrijk. Zo willen we onze leveranciers connecteren met ons

“We bogen onze supply chain

organisatie om van een servicefunctie

naar een businessfunctie.”



S&OP-proces. Van zodra de vraag veran-dert, hebben we dan meteen de mogelijk-heid om met de cijfers te spelen, de bott-lenecks te zien en daarop te werken. Dat liever dan zitten af te wachten.”

Om de flexibiliteit te verhogen in de sup-ply chain meent Giloth dat het beter is af te stappen van een gecentraliseerde pro-ductiebenadering: “Het productienetwerk moet dicht bij de markt zijn. Dat leidt tot kleinere productie-eenheden en heeft een enorme impact op de manier waarop we zullen produceren. Ook in de manier van distribueren merken we nieuwe trends. Zo zijn er vaker directe leveringen, zonder consolidatie. Dat helpt om de kosten uit de supply chain te nemen, maar heeft ook een

positieve impact op de doorlooptijd. Bij flexibiliteit speelt tijd een belangrijke rol.”

Nokia heeft in zijn fabrieken een sterke Kaizen-cultuur (red. focus op continue verbetering). Het idee is om de Kai-zen-methodologie op de hele organi-satie los te laten. Daarnaast heef t Nokia een ‘TCO towards Zero’-programma lopen, dat niet door R&D maar door operations wordt geleid. Het doel is om het totale kostenplaatje verder te ver-minderen, van design tot af levering.

Een van de grootste uitdagingen waar Nokia voor staat op per formantievlak is het aantrekken van nieuw talent. “De persoonlijke ontwikkeling van mede-

werkers stimuleren en het juiste talent binnenhalen is een zwak punt tijdens herstructureringsprocessen. Daar willen we nu verandering in brengen.”

Intussen bereidt operations zich voor op de volgende grote schok. “Onze industrie zal sterk veranderen door alle nieuwe technologieën. We zijn al begonnen met 3D -printing, remote operating production,…maar we zijn nog veraf van wat er allemaal mogelijk is in een echt geconnecteerde supply chain. Er komt dus sowieso een vierde schok, maar deze keer wil ik er niet door verrast worden”, besluit Johannes Giloth.MT

artemise .becreate to communicate

Heidelbergstraat 62

B - 8 2 1 0 L o p p e m

T 0 5 0 5 5 1 5 5 5

F 0 5 0 5 5 1 4 5 5

w w w. a r t e m i s e . b e

klant: Log-Flow

opdracht: logo

kleuren:

CMYK

GO

WITH

THE

LOGFLOWWe lift your business to a higher level

Wij creëren uw efficiënte logistieke flow door het:• verlagen van de operationele kosten• verhogen van uw klantenservice• herdenken van uw processen• verhogen van uw flexibiliteit• verhogen van de graad van automatisatie • bepalen van de optimale opslagtechnieken• creëren van de perfecte tracering

Contacteer ons voor een doorlichting van uw bedrijf.

LOGFLOW nv Hoofdkantoor I Heidelbergstraat 18A/003 I 8210 Loppem I T +32 50 67 14 20 Filiaal Antwerpen I Massenhof I Zagerijstraat 10/A6 I 2240 Zandhoven

[email protected]

http://www.logflow.be/



Melexis produceert geïntegreerde halfgeleiders, voornamelijk voor de automobielindustrie. De organisatie gaat er prat op een duurzame toekomst te ontwer-

pen door sensoren en halfgeleiders te ontwik-kelen die auto’s veiliger en meer ecologisch maken. Denk bijvoorbeeld maar aan geavan-ceerde sensoren om het brandstofverbruik te verminderen. Melexis realiseert daarnaast zo’n 20% van zijn omzet in andere markten zoals, zoals die van de slimme toestellen, infrarood-lichaamsthermometers, automatiseringsappa-ratuur voor gebouwen en industriële appara-tuur.

Melexis is een top 5 speler in de halfgeleiderin-dustrie voor de automobielsector. De organi-satie surft mee op de trends in de automobiel-industrie gericht op meer duurzame, intuïtieve en groene oplossingen. In 2015 overschreed het West-Vlaamse bedrijf dan ook de omzet-grens van 400 miljoen euro. Met ruim duizend medewerkers realiseerde Melexis in vijf jaar tijd een verdubbeling van de omzet. “Samen met onze snelle groei namen ook de klantbe-hoeftes een vlucht. Daardoor wordt onze sup-

ply chain veel complexer. Vroeger volgde 90% van onze producten een standaardflow, maar dat is vandaag niet meer het geval. Bovendien leveren wij niet rechtstreeks aan de OEM’s (Original Equipment Manufacturers). Er staan gemiddeld zo’n twee tot drie schakels in de keten tussen ons. Daardoor voelen we ook het bullwhipeffect sterker (red. kleine veranderin-gen in de marktvraag leiden tot een grotere voorraadopbouw in het begin van de keten)”, begint Ellen Rombouts, supply chain manager bij Melexis.

Hoe ziet zo’n standaardflow bij Melexis er uit? Melexis is een ‘fabriekloze’ halfgeleiderorga-nisatie. Het bedrijf beroept zich op een pro-ductienetwerk bestaande uit drie Europese productiesites – Erfurt, Ieper en Sofia – en een productiesite in het Maleisische Kuching. Het ontwerp van de halfgeleiders gebeurt binnenshuis om vervolgens de productie van het basismateriaal (wafers) buitenshuis te laten plaatsvinden. Eenmaal de wafers gepro-duceerd zijn, worden ze bij Melexis getest om ze vervolgens extern te bewerken en/of te assembleren tot packaged devices. Uit-eindelijk volgt er een finale test bij Melexis

zelf alvorens ze naar de klant te distribueren. In een productiesite worden producten van verschillende businessunits en productgroe-pen gemaakt. Bovendien kunnen complexere producten diverse keren tussen verscheidene productiesites heen en weer gaan.

Op organisatieniveau is Melexis onderver-deeld in vier businessunits: Sensors, Actuators, Wireless en MSSI (Magnetic Sensor and Sensor Interfaces). “Alle businessunits worden door de globale functies ondersteund: Develop-ment, Finance, HR, IT & Operations, Sales en Marcom en Quality. Dat laat hen toe op hun kernactiviteit te focussen”, aldus Pieter Hoorel-beke, supply chain process owner Back Office bij Melexis.

Uitgebreide analysefaseIn 2010 voerde de supply chain organisatie een GAP-analyse uit. Zo’n studie brengt de processen in kaart en toont waar er tekortko-mingen of kloven zijn tussen het huidige en gewenste beleid.Ellen Rombouts: “Uit de studie bleek dat onze supply chain organisatie nood had aan meer globalisering. Tot dan stonden lokale planners

Inkijk in een planningmake-overMelexis hertekent planningsprocessen en rolt Oracle VCP uit

Melexis, producent van sensoren en semiconductors, zag de complexiteit van zijn supply chain processen de voorbije tien jaar sterk toenemen. Na een analyse werd de supply chain organisatie stap voor stap getransfor-meerd en kon ook een transparante planningstool niet achterwege blijven. In juli 2015 ging de demand plan-ning van Oracle VCP live. Dit jaar volgen de materiaal- en capaciteitsplanning (MPS/MRP), orderconfirmatie en voorraadbeheer. Voor 2017 staan S&OP en de gedetailleerde productieplanning op het programma.



in de productiesites in voor de planning. In de loop van 2011 zijn we de organisatie in die zin gaan veranderen. Eenmaal de planningsstruc-tuur naar een globaal niveau gebracht was, is dan ook de nood ontstaan om te werken op data-integriteit, de planningsprocessen zelf en de automatisering ervan.”

Na de GAP-analyse liet Melexis ook een meer gedetailleerde supply chain analyse uitvoe-ren door een externe partij, namelijk Xeleos Consulting. Dit als onderdeel van de MIPS (Melexis’ Integrated Planning System) haal-baarheidsstudie. “Een groot pijnpunt dat uit de analyse naar voren kwam, was het voor-raadmanagement. We hadden al veel werk verricht op het vlak van capaciteitsplanning, forecasting en onze S&OP-processen, maar het voorraadmanagement was nog niet vol-doende onder de loep genomen. We wilden aan deze processen werken en ze meenemen in de planningstool. Vandaag delen we dan ook het voorraadmanagement op in de voor-

raadplanning, de voorraadanalyse en de voor-raadcontrole met Key Performance Indicators (KPI’s)”, zegt Pieter Hoorelbeke.

De spits van het project werd echter afgebe-ten door de go live van de demand planning.Pieter Hoorelbeke: “Het was logisch om daar-mee te starten want de forecast stuurt de rest van het planningsgebeuren rechtstreeks aan. Een goed en doordacht geïmplementeerd materiaal- en capaciteitsplanningsysteem geeft de grootste meerwaarde wanneer dit door kwaliteitsvolle beslissingsprocessen – waar de forecast cruciaal is - wordt onder-steund.”

Focus op processenVooraleer de verschillende modules van Ora-cle VCP te implementeren, tekende Melexis alle processen uit.E. Rombouts: “Het project heeft een hele brede scope. Er zijn een hele rits van plan-ningsdomeinen bij betrokken: van demand

planning, inventory management, S&OP, mas-ter scheduling en MRP tot detailed scheduling, purchasing en order promising. Het heeft een impact op de volledige organisatie. We hiel-den daarom heel bewust alle analysework-shops voor alle domeinen na elkaar om zo de impact van beslissingen in het ene deeldo-mein voor het andere deeldomein correct in beeld te brengen. We hebben op die manier ook een bewustzijn gecreëerd bij het senior management dat dit project veel verder ging dan de supply chain organisatie. Het is een project dat door de hele organisatie gedra-gen moest worden, want onze processen zijn gelinkt aan de andere globaal ondersteu-nende diensten, zoals ontwikkeling, kwaliteit, sales en financiën. We hebben al die proces-sen ook effectief in kaart gebracht met behulp van een tool. Daar wordt vandaag constant naar gekeken en ook nog aan bijgestuurd.”

“Belangrijk is dat de focus echt op de proces-sen en de organisatie ligt. Op een gegeven

Melexis gaat er prat op mee te werken aan een duurzame toekomst door sensoren en halfgeleiders te ontwikkelen die auto’s veiliger en meer ecologisch maken.



moment komt daar dan ook een stuk techno-logie bij kijken. Terwijl bij veel implementaties de focus misschien veeleer op de technolo-gie ligt”, aldus Gunther Fonteyne, partner bij Xeleos Consulting.

Het management zet ook sterk in op een open communicatie. “Op basis van ons communica-tieplan passen we de communicatie aan per betrokken departement. We vertalen steeds dui-delijk de bijdrage van elke afdeling. We volgen dat communicatieplan heel strikt op en houden elke donderdagavond een communicatiemeet-ing”, zegt Ellen Rombouts.

“Door helder te formuleren wie waar bijdraagt aan welke processen is het bewustzijn vergroot dat niet enkel en alleen supply chain verant-woordelijk is voor de service naar de klant. Het is heel visibel gemaakt dat de supply chain organisatie de lijm is tussen de andere afdelin-gen en processen. Dat is ook heel motiverend voor de mensen die in onze afdeling werken: de opgezette processen tonen aan dat het om een samenwerking met andere afdelingen gaat, terwijl we vroeger vooral vertrokken vanuit een concrete vraag en louter operationeel naar oplossingen werd gezocht”, meent Ellen Rom-bouts.

Groen licht voor MIPSEenmaal de processen volledig uitgeschreven waren, kon de vertaling ervan naar de Oracle VCP-tool beginnen. Het Melexis’ Integrated Planning System project omvat namelijk de implementatie van een verticaal en horizontaal geïntegreerd planningssysteem om de supply chain planningprocessen beter te ondersteunen en automatiseren. Melexis werkte al met Oracle als ERP-systeem. Dat de VCP-oplossing ook als beste uit de selectieprocedure kwam, vormde naar integratie alleen maar een extra plus.

Het planningssysteem moet de vele Excel-sheets vervangen die vandaag in gebruik zijn. Daarbij is het hoofddoel niet om het planningsproces te automatiseren met methodes die de beste wis-kundige oplossing geven, maar om de planners tools aan te reiken die de juiste vraag en supply

chain informatie projecteren en zo toelaten om beslissingen op basis van correcte en recente informatie te nemen. Het moet hen ook in staat stellen om vooral op uitzonderingen te focus-sen. “We konden niet langer genoegen nemen met de situatie waarbij planners bijna al hun tijd spenderen aan het verzamelen en valideren van de data in plaats van met het vinden van de juiste balans tussen klantentevredenheid en een efficiënte productie”, zegt Ellen Rombouts.

Roll-out van demand planningVorige zomer ging Melexis live met de demand planning module Demantra, die een plannings-horizon van 18 maanden heeft. De demand planning wordt op globaal niveau gemaakt. Alleen de gedetailleerde productieplanning wordt lokaal door de sites zelf gedaan.Pieter Hoorelbeke: “Onze klanten uit de automo-bielsector zijn doorgaans vrij goed in hun fore-cast in vergelijking met de consumentenmarkt. Voor de automotiveklanten ligt de forecastac-curraatheid dan ook beduidend hoger dan deze van de consumentenmarkt. Over de mate waarin de accuraatheid verbeterd is met Deman-tra, is het moeilijk om uitspraken te doen, omdat

de manier waarop we de accuraatheid vandaag berekenen ten opzichte van een half jaar gele-den anders is. Natuurlijk hebben we wel doel-stellingen gezet om de accuraatheid nog verder te verbeteren en hebben we een groeipad voor-opgesteld.”

“We gebruiken Demantra vandaag voor de Demand Planning en ook deels voor de Inven-tory Planning. Maar de berekeningen van bijvoorbeeld de gemiddelde gevraagde leve-ringstermijn en het bepalen van de ideale plan-ningspolitiek gebeurt niet in Demantra. We nemen de analyses wel mee in onze tool, omdat we er alle data concentreren om de beslissings-processen van demand & inventory planning te ondersteunen”, zegt Pieter Hoorelbeke.

Ellen Rombouts ziet vandaag al de eerste voor-delen van Demantra: “We deden voorheen de forecast manueel. De geautomatiseerde, sta-tistische forecast zorgt voor een efficiënter ver-loop van het forecastproces. Daardoor kunnen we focussen op de uitzonderingen. Dat zal naar mijn mening zorgen voor een betere accuraat-heid op termijn en heeft ook een onmiddellijk

Pieter Hoorelbeke, supply chain process owner Back Office, en Ellen Rombouts, supply chain manager bij Melexis: “Vroeger volgde 90% van onze producten een standaardflow, maar dat is vandaag niet meer het geval.”



effect op de tijdsbesteding. Waar de verschil-lende businessunits vroeger 1 tot 1,5 dag per 6 weken volledig vrij hielden om een demand forecast te maken, kunnen ze vandaag continu hun forecast updaten. Als ze voorheen ander-halve dag besteedden aan het bijwerken van de forecast voor grote productlijnen, is dat vandaag misschien nog een halve dag.”

De demand planner in de supply chain organisa-tie is de proceseigenaar van het forecastingpro-ces. De verantwoordelijkheid voor de cijfers ligt weliswaar bij de business.E. Rombouts: “Door de voorziene feedback-loop naar de businessunits in het S&OP-proces geloven we dat de forecastaccuraatheid stelsel-matig zal verbeteren. Zien we bijvoorbeeld een enorme stijging in de forecast, dan roepen we de business erbij om de forecast te staven, te valideren en duidelijk te maken wat de impact op operationeel- en investeringsvlak zal zijn.”

Vooruitblik 2016-2017Na de module voor Demand Planning zal in oktober 2016 de materiaal- en capaciteits-planning (MPS/MRP) live gaan, samen met de orderconfirmatie. “We gaan deze keer bewust pas na de zomer live. Dat is een geleerde les uit de implementatie van de demand planning die eind juni was gepland. In juli en augustus zijn veel mensen met verlof en is er te weinig beschikbare capaciteit om de laatste afstemmin-gen goed te kunnen doen”, zegt Pieter Hoorel-beke. “Sinds 2012 maken we semiautomatische rapporten in Oracle, maar de planning gebeurt nog in Excel. De planners zijn dus al vertrouwd met de achterliggende logica, wat de verande-ring voor MPS kleiner zal maken. Door allemaal dezelfde tool te gebruiken, zal iedereen dezelfde versie van de data zien, wat alleen maar positief kan zijn. Nu is er nog veel afstemming nodig via conference calls of e-mail.”

De go live van S&OP met volledige simulatiemo-gelijkheden (what if-scenario’s) is voorzien voor maart 2017.P. Hoorelbeke: “Wij werken met een constrained planning (red. planning waarbij rekening gehou-den wordt met de beschikbare capaciteit), dus is

het logisch om eerst MPS/MRP live te laten gaan en dan pas S&OP, aangezien we de data uit de MPS/MRP-tool nodig hebben. Onze S&OP-cyclus duurt vandaag zes weken. Volgend jaar willen we overschakelen naar een maandelijkse cyclus.”

Als laatste zal de ondersteunende software voor Detailed Scheduling worden geïmplementeerd. “We rollen de gedetailleerde productieplan-ningsmodule als laatste uit in het MIPS-project omdat het ons toelaat om eerst de sites nog meer in lijn te brengen met het globale proces. De gedetailleerde productieplanning gebeurt voor iedere productievestiging lokaal, want het is belangrijk om hiervoor een goed aanvoelen te hebben met de werkvloer. Elke site heeft ook zijn eigen karakteristieken. We brengen de data wel op een hoger niveau samen, zodat we van op afstand kunnen aansturen (bv. transfereren van producten naar een andere site), mocht dat nodig zijn”, vertelt Ellen Rombouts.

FocusgroepenDe nieuw uitgetekende processtructuur en het MIPS-project moeten de supply chain processen bij Melexis transparanter maken en optimalise-ren, maar het bedrijf werkt ook met een systeem van focusgroepen om als organisatie enkele Key Process Indicators (KPI’s) te verbeteren. “Zo heb-ben we bijvoorbeeld een focusgroep ‘on time delivery’. Een proceseigenaar vanuit de supply chain organisatie kijkt dan samen met mede-werkers uit verschillende afdelingen waarop kan worden gefocust om de leverbetrouwbaar-heid te verbeteren. We meten die op basis van orderlijnen en hoeveelheden. Van 2014 naar 2015 zagen we onze leverbetrouwbaarheid stij-gen tot 86%, een verbetering van 5%. Recent zijn we ook gestart met een focusgroep rond voorraad”, zegt Ellen Rombouts.

“Dat de voorraadplanning meer structureel wordt, zal ook bijdragen tot een betere on time delivery. Vandaag zit onze voorraad op een aanvaardbaar niveau, maar we streven ernaar dat we met dezelfde voorraad toch nog een betere klantentevredenheid bereiken. Dat noe-men wij ‘smarter inventory’. Onze voorraad en ook het ontkoppelingspunt zijn nog niet voor

alle producten optimaal. In de Inventory Plan-ning-oplossing willen we de ontkoppelings-punten meer objectiveren. Aan de hand van onder andere de vraagkarakteristieken, de pro-ductstroom in de supply chain, de kosten, de levenscyclus van het product,…willen we het beste ontkoppelingspunt bepalen”, aldus Pieter Hoorelbeke.

Melexis voorziet ook nog steeds een validatie-proces in het toekomstig planningsgebeuren. In een eerste fase zal er een validatie gebeu-ren op de door het systeem berekende leve-ringsdatum en dit zowel op het niveau van de Master Scheduling als bij Customer Relations. In een tweede fase, zal er enkel nog een men-selijke controle gebeuren door Customer Rela-tions.E. Rombouts: “We hebben voor deze veilig-heidspoort gekozen omwille van onze ervaring uit andere projecten met leveranciers. Als je blindelings vertrouwt op de uitkomst van de planningstool dan loopt het soms fout. Door een extra controle te voorzien, hopen we alle fouten te kunnen onderscheppen zodat onze klanten betrouwbare data te zien krijgen.”

ROI?Tot slot peilden we naar de Return on Invest-ment (ROI) van het project. Werd hier vooraf een calculatie van gemaakt? “Het is moei-lijk om dat in een concreet aantal jaren uit te drukken. We hebben de berekening wel gemaakt, maar delen die niet. Hoe bereken je bijvoorbeeld je klantenservice? Dat kan voor Melexis-medewerkers een hele andere invul-ling hebben dan voor externen”, aldus Pieter Hoorelbeke.

“De kwalitatieve businesscase is bij dit project heel belangrijk: we willen voorbereid zijn op een snel bewegende markt waar onze klanten steeds hogere eisen stellen. Melexis moet een wendbare organisatie zijn, die snel kan scha-kelen en correct kan reageren op de klanten-vragen. Uiteindelijk maakt dat het verschil tus-sen meespelen of achterblijven”, besluit Ellen Rombouts.MT


VOORRAADMANAGEMENT

Zowel het centrale magazijn, de automatische herbevoorrading als de distributie vanuit de apotheken vallen onder de bevoegdheid van de dienst Supply Chain van het UZ

Gent. Vanuit het centrale magazijn worden de in totaal 364 interne klanten, die opge-deeld kunnen worden in 727 potentiële lever-adressen, wekelijks bediend van medisch en niet-medisch materiaal. Drukke diensten als de operatiekwartieren en Intensieve Zorgen kun-nen tot drie keer per week beleverd worden. Voor de meeste diensten geldt een systeem van automatische bevoorrading op basis van een bestelpunt/maximum in SAP. De vraag die in SAP wordt gegenereerd, stuurt vervolgens de picking aan. Wat vandaag gepickt wordt, wordt morgen geleverd. Een beperkt aantal diensten beheert zelf zijn voorraad en plaatst bestellingen in SAP via een online catalogus.

In totaal houdt het UZ Gent 2.135 SKU’s (stock keeping units) op voorraad. De voor-raad roteert zes tot zeven keer per jaar. In het centrale magazijn, dat door SAP WM wordt

aangestuurd, zijn er twee flows: een deel van de goederen komt uit voorraad, een ander uit crossdock. “Plaatsgebrek is veruit onze grootste uitdaging. Daarom bestaat elke leve-ring aan een berging zowel uit voorraad- als niet-voorraadartikelen”, zegt Leon-Philippe De Ryck, dienstverantwoordelijke Goederenlogis-tiek bij het UZ Gent.

Weinig stabiliteitTegen eind dit jaar moet 90% van het verbruik van steriele en niet-steriele verbruiksgoe-deren onder het systeem van automatische herbevoorrading vallen. “In dat geval nemen wij het volledige beheer van de berging, van wegzetten over vervaldatumcontrole en pro-ductwissels tot en met het schoonmaken van de rekken op ons”, vertelt Pieter Swinnen. In totaal gaat het over 35.000 vakjes in de ver-schillende bergingen. “Een vakje kan klein zijn maar het kan ook om een mand gaan. Voor elk artikel moet een bestelpunt en een maximum bepaald worden. Wat het complex maakt, is dat niet elk artikel zich in elke berging op dezelfde manier gedraagt. Een product dat op

de ene dienst snel beweegt, kan net zo goed op een andere dienst traag roteren. Boven-dien is ook het verbruik zelf vaak niet stabiel. Bijvoorbeeld omwille van seizoensgebonden invloeden maar ook omdat artsen verschil-lende voorkeuren kunnen hebben. Daarnaast zorgen ook de productwissels, in het kader van de raamcontracten die het UZ Gent afsluit, voor bijkomende complexiteit in het voor-raadbeheer.”

Het beheer van de decentrale voorraden in het ziekenhuis was in het verleden een bij-zonder tijdrovende klus. “Op geregelde tijd-stippen trokken we de verbruiksinformatie uit ons ERP-systeem om die data vervolgens in Excel-sheets te verwerken en er zeer eenvou-dige statistische regels op toe te passen. Voor elk artikel werden dezelfde regels gehanteerd. Over een periode van 12 maanden evalueer-den we of het bestelpunt nog in lijn lag met wat we vooropgesteld hadden en maakten we waar nodig aanpassingen. Dat betekent dat we voortdurend achter de feiten aan holden”, legt Pieter Swinnen uit.

Voor een gezonde voorraadUZ Gent implementeert Slim4Vanuit het centrale magazijn van het UZ Gent worden 364 interne klanten bediend, goed voor onder meer het aanvullen van 35.000 opbergvakken in de verschillende bergingen van het ziekenhuis. Om de automatische bevoorrading van de bergingen op de zorgafdelingen efficiënter te laten verlopen, besliste het UZ Gent om in de voorraadoptimaliseringsoplossing Slim4 van Slimstock te investeren. Tegelijk stond ook de overgang van Microsoft Dynamics AX naar SAP als ERP-ruggengraat op de agenda. Slim4 wordt vandaag gebruikt om meer zicht te krijgen op de voorraad in het centrale magazijn en zal in een tweede fase de automatische herbevoor-rading aansturen. De tijdswinst en transparantie die Slim4 nu al oplevert, laten volgens Pieter Swinnen, dienst-hoofd Supply Chain, het beste verwachten voor het verdere verloop van de implementatie.

VOORRAADMANAGEMENT


Naar automatische optimalisatie van het bestelpuntHet UZ Gent wil Slim4 op termijn inzetten voor het beheer van de bestelpunten voor de automatische bevoorrading. “Flexibel databe-heer blijft een uitdaging in een ERP-systeem. Je hebt er geen forecastingfunctionaliteit en geen classificatie van de verschillende artikel-soorten naargelang de afwijking van hun reëel verbruik ten opzichte van de forecast . Van-daar onze beslissing in 2013 om in een best-of-breed oplossing als Slim4 te investeren. Dat de implementatie wat op zich heeft laten wachten, heeft alles te maken met de over-gang naar SAP als ERP-systeem. We hadden twee opties: ofwel wachten tot de roll-out van SAP achter de rug was, ofwel sneller starten en de interfaces eerst in Microsoft Dynamics Axapta maken. We hebben de tweede piste gekozen. Het grote voordeel daarvan is dat we de leercurve al in Axapta konden doormaken. Daardoor is de interface met SAP veel vlotter gegaan. Vandaag worden alle data over de goederenontvangst en het verbruik op de diensten van SAP naar Slim4 gestuurd, en in de omgekeerde richting sturen we een aantal logistieke parameters vanuit Slim4 naar SAP.”

Slim4 moet in de toekomst een bestelpunt voor elk opberg vak in elke berging formule-ren dat vervolgens wordt aanvaard of afge-wezen. “Er zijn enorm veel uitzonderingen van artikelen die sowieso in de bergingen aanwezig moeten zijn, ongeacht hun verbruik-sprofiel. Onder meer omwille van wettelijke bepalingen. In zo’n geval zullen we het bestel-voorstel niet aannemen maar documenteren we wel meteen waarom. Die manuele tussen-

komst zal er dus altijd blijven omdat niet alle uitzonderingsregels in Slim4 geautomatiseerd kunnen worden”, legt Pieter Swinnen uit.

Beter beheersbaarDe belangrijkste meerwaarde die het UZ Gent vandaag al uit Slim4 haalt, is de grote trans-parantie en de tijdswinst. “In Slim 4 kunnen we elke maand heel eenvoudig een overzicht opvragen van alle artikelen. In één oogop-slag zien we welke artikelen afwijken van hun profiel. Vroeger namen die analyses uren in beslag. Door de veel grotere transparantie kunnen we nu ook veel sneller op de bal spe-len en stock-outs vermijden”, vertelt Leon-Phi-lippe De Ryck.

De implementatie zelf is vlot verlopen. Wel vereiste het feit dat de gewenste functiona-liteit bij het UZ Gent balanceert op de grens tussen voorraad- en magazijnbeheer vooraf wat meer denkwerk. “Er zijn aan de imple-mentatie verschillende sessies met Slimstock voorafgegaan om te bepalen wat de beste conceptuele invulling was. Hoe gaan we Slim 4 modelleren? Hoe definieer je een berging? Tot op welk niveau gaan we de bergingen behe-ren? Wat dat betreft verschilt onze omgeving behoorlijk van pakweg een klassieke retail-context. Van zodra duidelijk was hoe we al die parameters in Slim4 konden modelleren, is de implementatie zelf vrij snel verlopen”, zegt Pieter Swinnen.

Voor een gezonde voorraad

Pieter Swinnen, diensthoofd Supply Chain UZ Gent (rechts) en Leon-Philippe De Ryck, dienstverantwoor-delijke Goederenlogistiek UZ Gent: “Dat we via Slim4 data kunnen aanleveren aan interne klanten in een selfservicemodus hadden we vooraf niet verwacht.”


VOORRAADMANAGEMENT

Nieuwe servicesHet UZ Gent streefde met dit project in de eer-ste plaats een gezonder assortiment en een grotere beschikbaarheid van producten na. “Voorraadreductie as such is niet het belang-rijkste doel. Wat voor ons telt, is het optimaal benutten van de beschikbare tijd en opper-vlakte voor een beter assortiment en een hogere beschikbaarheid. Sowieso zou het moeilijk zijn om het aantal artikelen op voorraad te reduceren, want van zodra we een artikel omzetten van de voorraad- naar de crossdockflow, wordt die plaats meteen ingenomen door een ander artikel. Met Slim4 hebben we een veel beter zicht op het ver-bruik van de verschillende categorieën en kunnen we veel beter bepalen welke artikelen het zinvolst zijn om op voorraad te houden. Ook een voordeel is dat we bij de talrijke productwissels het model van het oude product als uitgangspunt kunnen gebruiken om het profiel van het nieuwe te bepa-len”, meent Pieter Swinnen.

Met Slim 4 slaagt het team van Pieter Swinnen er bovendien ook in om flexibeler in te spelen op vra-

gen van interne klanten. “Vroeger kreeg de dienst Intensieve zorg uit Microsoft Dynamics Axapta lijsten met een overzicht van de verbruiken van de twintig voor hen belangrijkste producten. Die gebruikten ze om een goed overzicht te houden op hun verbruik. In SAP bleek het niet eenvoudig om direct bruikbare lijsten op te vragen. Er kwam heel wat werk aan te pas om de data te groeperen en te filteren. In Slim 4 daarentegen zijn die data omzeggens kant-en-klaar beschikbaar. Aan de hand van een eenvoudige Excel-tool krijgen die diensten nu data uit Slim 4, waar ze eenvoudig een overzicht van de belangrijkste artikelen kunnen uithalen, zowel naar volumes als naar waarde. Dat we via Slim4 data kunnen aanleveren aan interne klanten in een selfservicemodus hadden we vooraf niet verwacht.”

De beschikbaarheid van logistieke data is boven-dien ook van belang om nieuwe dialogen met de interne klanten op te zetten. “Op die manier willen we hun vertrouwen winnen om op termijn nog beter te kunnen bijsturen in het assortiment. Bij-voorbeeld het aanpassen van de service levels op

bepaalde artikelen is een piste die we verder willen onderzoeken. Een kleine aanpassing aan de service levels kan immers al een grote impact hebben op de voorraad die je van die artikelen moet aanhou-den”, voegt Pieter Swinnen nog toe.

De Excel-tool voor informatie-uitwisseling met Slim4 wordt ondertussen getest om vervolgens doorheen de hele organisatie uitgerold te wor-den. Om Slim4 ook aan het roer van de automati-sche bevoorrading te zetten, zal eerst de expansie van de dienstverlening afgerond moeten zijn. “De renovatie van de poliklinieken is nog volop aan de gang. Dit en volgend jaar zullen we dus nog vooral projectmatig bezig zijn met het inrichten van grote bergingen in de vernieuwde gebouwen. Daarna verwacht ik dat de vrijgekomen capaciteit ingezet zal kunnen worden voor onder andere een nieuwe stap in Slim 4. De lijnen zijn uitge-zet en onze eerste doelstellingen wat betreft het beheersbaar houden van het assortiment zijn behaald. Nu bereiden we ons voor op de volgende stappen”, besluit Pieter Swinnen.BDV

Vanuit het centrale magazijn worden de in totaal 364 interne klanten wekelijks bediend van medisch en niet-medisch materiaal. Voor de meeste diensten geldt een systeem van automatische bevoorrading op basis van een bestelpunt/maximum in SAP.

Be innovative • Be committed • Be successful

Rendabel, fl exibel en betrouwbaar zijn de sleutelwoorden voor de ontwikkeling en implementatie van

onze geautomatiseerde logistieke systemen voor orderverzameling en opslag. Door gebruik van

modernste techniek, biedt WITRON haar klanten innovatieve en effi ciënte logistieke oplossingen welke

concurrentievoordelen biedt.

Innovatieve Logistieke Systemen

Keizersveld 47c · NL-5803 AM Venray · Phone + 31478 551855 · inf o @ witron.nl · w w w.witron.com

Logistieke Analyses & Ontwerp · Hoofdaanemerschap · Software & PLC besturing · Magazijn Kranen & conveyors Service & Onderhoud · DC Operatie

Bereik het maximale in logistiek

Retail/Distribution · Industry/Manufacturing · Food/Beverage · Automotive/Electronics · Health & Beauty/Pharma

MA_Ad Innovative Logistics Systems DINA4 4c 3mm bleed_nl.indd 1 03.03.2015 06:59:51

Be innovative • Be committed • Be successful

Rendabel, fl exibel en betrouwbaar zijn de sleutelwoorden voor de ontwikkeling en implementatie van

onze geautomatiseerde logistieke systemen voor orderverzameling en opslag. Door gebruik van

modernste techniek, biedt WITRON haar klanten innovatieve en effi ciënte logistieke oplossingen welke

concurrentievoordelen biedt.

Innovatieve Logistieke Systemen

Keizersveld 47c · NL-5803 AM Venray · Phone + 31478 551855 · inf o @ witron.nl · w w w.witron.com

Logistieke Analyses & Ontwerp · Hoofdaanemerschap · Software & PLC besturing · Magazijn Kranen & conveyors Service & Onderhoud · DC Operatie

Bereik het maximale in logistiek

Retail/Distribution · Industry/Manufacturing · Food/Beverage · Automotive/Electronics · Health & Beauty/Pharma

MA_Ad Innovative Logistics Systems DINA4 4c 3mm bleed_nl.indd 1 03.03.2015 06:59:51

http://www.witron.com/


MANUFACTURING EXECUTION SYSTEMS

Manufacturing Execution System verbetert blik op performantiePunch Powertrain legt productiedata in handen van iMesure

Dat Punch Powertrain de enige onafhankelijke transmissiebouwer ter wereld is, vormt de grote kracht van het bedrijf. Bovendien ontwikkelt het niet enkel conventionele producten, constant wordt aan innovatieve oplossingen gewerkt om klanten klaar te stomen voor de toekomst. Met de sterke groei wilde de vestiging in Sint-Truiden meer vat krijgen op de productiedata en tegelijk de ‘Overal Equipment Effectiveness’ verhogen. Een treffend antwoord op die behoefte vindt Punch Powertrain in iMesure van Ordina. Tekst en uitleg bij de implementatie krijgen we van Roland De Wolf, Director Operations bij Punch Powertrain.

Als onafhankelijke leverancier van innovatieve transmissies levert Punch Powertrain vooral aan Azia-tische autofabrikanten. “Onze oor-sprong ligt bij DAF, dat in 1972 een

productiesite voor transmissies in Sint-Trui-den oprichtte. In 1975 kocht Volvo het bedrijf, waarna nog enkele overnames volgden”, schets Roland De Wolf de achtergrond. “De echte groei kwam er in 2006, met de komst van een nieuwe CEO, het besluit om ons te focussen op de Aziatische markt en het besluit om sterk in de organisatie te investeren. Op dat moment kregen we ook de naam Punch Powertrain. Sindsdien gaat het erg snel. In 2010 produceerden we zo’n 50.000 transmis-sies, in 2016 willen we afklokken op 400.000 stuks en tegen 2020 hopen we jaarlijks 1,25 miljoen stuks te produceren.”

Die groei moet worden gerealiseerd binnen de twee productiesites van Punch Powertrain. In de Chinese fabriek in Nanjing gebeurt de eindassemblage. De fabriek in Sint-Truiden, waar zo’n 600 mensen werken, focust op de ontwikkeling en productie van basiscompo-nenten. Daarnaast heeft Punch Powertrain een ontwikkelteam in Eindhoven, dat even-

eens gestaag groeit. De totale omzet van het bedrijf was in 2015 ruim 300 miljoen euro en zal in 2016 richting 500 miljoen euro gaan.

Meten is wetenEen tweetal jaar geleden realiseerde Punch Powertrain zich dat – met de snelle expansie voor ogen – meer dan Excel nodig was om zijn performantie op een adequate manier te meten. “Er kroop enorm veel administratief werk in de handmatige spreadsheets die we gebruikten. Bovendien zagen we dat er veel verbeteringspotentieel was op het vlak van de accuraatheid van onze metingen”, weet Roland De Wolf.

Daarop is Punch Powertrain in gesprek gegaan met een aantal softwareleveranciers rond de oplossingen die hun pakket binnen een pro-ductieomgeving kon bieden. “Uiteraard zijn we ook te rade gegaan bij de leverancier van onze machinesturing maar die bleek ons toch geen adequaat antwoord te kunnen bieden op onze vragen. Van de drie partijen die we hadden weerhouden, kwam Ordina als meest geschikte partner uit de bus. Enerzijds kon die ons met iMesure een totaaloplossing voor onze problematiek aanbieden, anderzijds was

een eenvoudige maar toch zeer efficiënte datacollectie vanuit onze machines mogelijk”, vertelt Roland De Wolf.

Roland De Wolf, Director Operations bij Punch Powertrain: “Van de drie partijen die we hadden weerhouden, kwam Ordina als meest geschikte partner uit de bus. Enerzijds kon die ons met iMe-sure een totaaloplossing voor onze problematiek aanbieden, anderzijds was een eenvoudige maar toch zeer efficiënte datacollectie vanuit onze machines mogelijk.”



iMesure moest de basis vormen van Punch Powertrains continuous improvement pro-gramma, met als basis een beter inzicht in de productieperformantie.Roland De Wolf: “Concreet wilden we realtime productiedata verzamelen en centraliseren. We wensten een analyse van de ‘Overal Equip-ment Effectiveness’ (OEE) per machine en per lijn, van de ‘Overal Labor Effectiveness’ (OLE) per lijn en van het downtime management. Daarnaast wilden we af van het papier dat we nog gebruikten voor de productieopvolging. Dat zou niet enkel tijd besparen maar ook schrijf- en kopieerfouten vermijden. Verder wilden we sneller kunnen reageren op onge-plande stops. Een realtime dashboard van de productiestatus moest ons een overzicht bieden van de actuele aanmeldingen en de productiestatus van alle machines. Last but not least wilden we uit het systeem de nodige rapporten halen: per ploeg, per machine, per segment en per lijn.”

Om dat te realiseren, moest iMesure de brug maken tussen het ERP en de machinesturing. SAP levert hierbij de informatie rond produc-tieorders, geplande hoeveelheden en gerap-porteerde aantallen. Wat betreft het machi-nepark, had iMesure de taak om realtime plc-signalen te lezen en verwerken, produc-tieaantallen per machine te registreren en de stilstanden per machine te capteren.

Goed voorbereid aan de startIn mei 2015 startte Punch Powertrain met een pilootproject. “We zijn begonnen met de productielijn waarvan we vonden dat we daarmee al de meeste aspecten konden vat-ten”, legt Roland De Wolf uit. “Het pilootpro-ject heeft relatief lang geduurd. Bewust, want

we wilden geen half werk. Het pilootproject moest perfect lopen om de complete uitrol achteraf zo vlot mogelijk te laten verlopen.”

Bovendien werden tijdens het pilootproject de medewerkers sterk betrokken. “Per slot van rekening ging het om een systeem dat hen voor een stuk zou controleren. Gelukkig heb-ben wij al een goede relatie met onze mensen en hebben zij de nieuwe software vrij snel geaccepteerd”, klinkt het. “Het systeem is dan ook zeer gebruikersvriendelijk, met aan elke lijn een ‘Operator Cockpit’ in de vorm van een terminal. Via een badge en RFID-lezer melden ze aan. Het touchscreen laat hen toe om vlot zaken zoals de reden van een stilstand in te geven of de status van werkorders of machi-nes te consulteren.”

Voor de datacaptatie zorgt Phoenix Contact met een centrale operatorkast, die in con-nectie staat met de plc. Die biedt een actieve module voor de captatie van plc-data en de opslag van de data (productiehoeveelheden, aan-/afmeldingen en productiestilstanden) in de MS SQL-server database.

Via de iMesure Portal krijgt Punch Power-train toegang tot een uitgebreid dash-board en rapporten. Ook voor het beheer van de masterdata is het portaal het vaste aanspreekpunt. Hierbij denken we aan productielijnen en machines, personeel en hun trainingsniveau, cyclustijden, stil-standsredenen, enzovoort. Aangezien ook alle aanmeldingen via de portal gebeuren, weet Punch Powertrain nu op elk moment hoeveel personen er aanwezig zijn in de fabriek, wat belangrijk is voor het bereke-nen van de OLE.

Vooruitgang op diverse vlakkenDie goede voorbereiding tijdens het test-project heeft geloond. Op 1 januari 2016 was de volledige uitrol in de fabriek rond. Alle 13 productielijnen met in totaal 75 machines en 17 operator terminals werden aan het MES gekoppeld. Doordat de oplossing zeer schaal-baar is, kunnen er gemakkelijk machines wor-den toegevoegd.

Enkele maanden na de implementatie waren de resultaten al duidelijk zichtbaar. Zo heb-

Manufacturing Execution System verbetert blik op performantie

Via de iMesure Portal krijgt Punch Powertrain toe-gang tot een uitgebreid dashboard en rapporten. Ook voor het beheer van de masterdata is het portaal het vaste aanspreekpunt.



ben we nu een veel beter inzicht in snelheids- en kwaliteitsverliezen. “Onze OEE is van 68 naar 73% gegaan en onze gemiddelde First Time Right van 93,5 naar 95,6%”, vertelt Roland De Wolf. “iMesure biedt ons zeer verfijnde OEE-analyses op basis van de verzamelde kennis. We hebben nu ook sneller inzicht in de pijnpunten.”

Maar er zijn ook minder tastbare voordelen. “Een grote stap voorwaarts is bijvoorbeeld dat onze team supervisor nu veel minder administratief werk heeft. Die tijd kan hij in de medewerkers stoppen. Dat vinden wij heel belang-rijk. Mede de aandacht die we aan onze mensen geven, heeft er begin dit jaar zelfs voor gezorgd dat we een van de zeven ‘Factories of the Future’ in België geworden zijn”, aldus Roland De Wolf.

Basis voor continuous improvementMede dankzij iMesure kan Punch Powertrain op een stevige en transparante basis verder blijven groeien. “We breiden constant uit. Een hoge OEE helpt uiteraard om bij het bestuur vertrouwen en zodoende de nodige investe-ringsmiddelen te winnen. Bovendien zijn we nog maar enkele maanden bezig met het MES, dus we kunnen zeker nog meer uit het systeem halen”, weet Roland De Wolf. “We kunnen in elk geval stellen dat iMesure ons op de goede weg naar continuous improvement heeft gezet.”

Bovendien biedt iMesure nu een platform waar Punch Powertrain gaande-weg extra MES-functionaliteit aan kan toevoegen. Hierbij denken we aan het opstellen van elektronische werkinstructies, energieopvolging, kwali-teitsregistraties en track & trace. “Op de nieuwe productielijnen die we nu aan het installeren zijn, gaan we al verregaande track & trace functionaliteit meenemen, zodat we ook elk product op de voet kunnen volgen”, besluit Roland De Wolf. TC

Een realtime dashboard van de productiestatus biedt een overzicht van de actuele aanmeldingen en de productiestatus van alle machines.

Oog voor duurzame efficiëntie Knauf Isolava optimaliseert transport

Gipsplaatproducent Knauf Isolava werkte al aan duurzame oplossingen nog voor groen een hype werd. Zo vervoert het bedrijf zowel zijn grondstoffen – gips in bulk – als de afgewerkte gipsblokken en -platen via de waterweg. Knauf Isolava houdt op die manier jaarlijks 9520 vrachtwagens van de weg. Voor de vrachtwagens die toch nog rijden, gebruikt de onderneming transporttoewijzing en time slot management om het transportmanagement te optimaliseren. Sinds 2015 doet Knauf Isolava dit via de Transporeon SAP add-on.

Isolava is een dochteronderneming van de Duitse bouwmaterialen-groep Knauf. In het West-Vlaamse Wielsbeke produceert Knauf Iso-lava gipsblokken en -platen voor de droge afbouw voor de Franse, Duitse en Benelux-markt. De sterkte van Knauf Isolava zit in de snelle leveringen naar de klanten. “Dat brengt met zich mee dat we

een goede supply chain nodig hebben om onze klantenbelofte waar te maken. Om een idee te geven van de grootteorde: wij laden dagelijks zo’n 60 vrachtwagens en lossen er een 15-tal. Op maandbasis wijzen wij gemiddeld 1500 transportorders toe. We werken daarvoor samen met zo’n 85 transportpartners”, vertelt Antoon Desmet, logistiek manager bij Knauf Isolava, tijdens Supply Chain Innovations 2016.

Inefficiënties wegwerkenKnauf Isolava schakelde in 2007 al over op de Transporeon-oplossing voor transporttoewijzing en time slot management als antwoord op enkele inefficiënties. Zo stuurde het SAP ERP-systeem de transportopdrachten wel door naar de vervoerders, maar was er geen online verbinding met de vervoerders en bevestigden ze de transporten niet automatisch. Boven-dien kwamen te veel trucks op hetzelfde moment aan, wat leidde tot een zwak gebruik van de laadcapaciteit, inefficiëntie bij het inzetten van

TRANSPORT MANAGEMENT SYSTEMS


Oog voor duurzame efficiëntie Knauf Isolava optimaliseert transport

de laad- en losmedewerkers, lange wachttijden voor de trucks en onveilige situaties.

Door de overstap naar een automatische toewij-zing van transportopdrachten aan de vervoer-ders op basis van vooraf gedefinieerde criteria en het plannen aan de hand van tijdsvensters, verminderde Knauf Isolava zijn wachttijden met 30% en benutte het zijn laadcapaciteit 20% beter. “Het bracht ook transparantie voor alle partijen, de kans op communicatiefouten is van-daag veel kleiner, de data zijn nuttige input bij evaluaties en er is minder administratieve romp-slomp”, aldus Antoon Desmet.

Continu verbeterenOm het hele proces nog transparanter en een-voudiger te maken, besliste Knauf Isolava vorig jaar om eveneens de SAP add-on te implemen-teren. “Door de verdere integratie van Transpo-reon met SAP zijn extra interfaces overbodig. Dat leidt tot minder technische problemen en doordat onze medewerkers niet langer hoeven in te loggen via een webapplicatie verhoogt ook het gebruikersgemak. De eenvoud waarmee transportgegevens kunnen opgevraagd worden zorgt voor een hogere acceptatieg-raad van het systeem en maakt dat iedere SAP-gebruiker steeds een perfect overzicht heeft over de orderstatus. Zo kan een com-merciële medewerker vandaag makkelijk nagaan of een dringend klantenorder nog meekan met de vrachtwagen. Onze men-sen kunnen ook visueel het traject van de

vrachtwagens zien. Dat kan helpen om de aankomsttijd van de goederen bij de klant correct in te schatten.”.

Blik op de toekomstHet Duits moederbedrijf werkt intussen ook met een MOM-systeem (Mobile Order Management). “Duurzaamheid is een belangrijk gegeven binnen onze organisa-tie. Alle oplossingen die daartoe kunnen bijdragen, bekijken we met veel interesse. Leverbonnen digitaal meegeven, past vol-ledig in dit plaatje. Een MOM-oplossing

zorgt eveneens voor directe interactie met het bedrijf bij aflevering. Bij schade wordt onmiddellijk een foto genomen en ook indien er goederen ontbreken, wordt dit direct doorgegeven. Dat maakt het moge-lijk om sneller in te grijpen, wat de klan-tenservice ten goede komt, maar laat ons eveneens toe sneller te factureren. Het implementeren van een MOM-systeem staat dus zeker ook voor de Belgische ves-tiging van Knauf Isolava op het verlang-lijstje”, besluit Antoon Desmet.MT

In het West-Vlaamse Wielsbeke produceert Knauf Isolava gipsblokken en -platen.


TRANSPORT

Verladers (of hun vertegenwoordi-ger: de expediteur) zullen per 1 juli een bijkomend veldje op de laadlijst moeten invullen: VGM, verified gross mass, ofwel geverifieerd brutoge-

wicht van de gevulde container. Onderzoeken naar de oorzaken van scheepsrampen hebben immers uitgewezen dat deze steeds vaker te wijten zijn aan een verkeerde opgave van het brutocontainergewicht. En aangezien de rede-rij die gewichten als basis neemt om het laad-plan van het schip op te maken, is die informa-tie cruciaal.

Vallen niet onder deze verplichting:- containers die op chassis/trailers worden gerold aan boord van roroschepen met een shortseatraject;- containers die aan boord worden gevuld;- offshorecontainers.

Exact gewicht cruciaal voor stabi-liteit van zeeschipVolgens de IMO-wetgeving moeten verladers dit én aan de rederij (of zijn agent) én aan de terminal bezorgen, maar de nationale wet-gevingen die deze verplichting implemen-teren, voorzien voldoende flexibiliteit voor de economische realiteit, waardoor het er in feite op neerkomt dat de verlader kan kiezen aan wie hij deze VGM bezorgt. In ieder geval

moet de terminaloperator van de rederij het laadplan krijgen zodat hij de containers op een correcte manier kan laden en de stabi-liteit van het schip gewaarborgd blijft. Lees: volle containers onderaan, lege bovenaan. Gebeurt dat niet, dan kan het schip kapsei-zen of komt er een spanning op de scheeps-structuur waardoor het in tweeën kan bre-ken.

Meestal gebeuren dergelijke rampen na stormweer en worden die ongevallen aan de weergoden toegewezen, maar dat is niet altijd de echte oorzaak. Schepen hebben immers een maximaal toelaatbare belasting op de scheepsconstructie (die van toepassing is op een vlakke zee en mooi weer), maar er is ook de maximale dynamische belasting die reke-ning houdt met allerlei externe factoren zoals

VGM moet scheepsrampen voorkomen Geverifieerd brutogewicht van zeecontainers komt verplicht op de laadlijst

Vanaf 1 juli moeten wereldwijd alle verladers die een maritieme container exporteren, hun geverifieerd bruto-gewicht opgeven aan de rederij en de terminal. Deze IMO-wetgeving is het gevolg van de steeds toenemende scheepsrampen waarvan de oorzaken zijn toe te schrijven aan slechte stuwplannen omwille van onjuiste con-tainergewichten. Het opgeven van een brutogewicht lijkt de evidentie zelve, maar wellicht zal dit de timing en het prijskaartje van elke exportcontainer beïnvloeden.

Op de APM Terminal Algeciras begon op zaterdag 9 juni 2011 het feederschip ‘Deneb’ naar stuurboord te hellen tot het volledig op zijn zij tegen de kade lag en uiteindelijk kapseisde. Oorzaak: 10% van de containers woog 1,9 tot 6,7 keer meer dan het opgegeven gewicht.

TRANSPORT


zwaar weer. Reders die het laadplan opmaken voor de verschillende havens, zullen er altijd voor zorgen die maximale dynamische belas-ting niet te overschrijden.

Verlader altijd verantwoordelijkDe verificatie van het brutogewicht moet gebeuren op de plaats waar de container verzegeld wordt: de fabriek, het magazijn of, in extremis, de terminal van waar de goede-ren worden verscheept. In extremis, omdat een container waarvan geen VGM bekend is, niet geladen mag worden op het zeeschip. Talloze terminals zijn momenteel wereldwijd aan het investeren om dit wegen op hun ter-reinen mogelijk te maken.

Het gecertificeerd wegen is toegelaten op twee manieren. Een eerste manier is het effectief wegen met een weegbrug (de vrachtwagen wordt eerst vol en daarna leeg gewogen in twee bewegingen) of via een dynamische weging (de vrachtwagen staat op de weegbrug en een reachstacker neemt de container eraf – het wegen gebeurt in één beweging). Dat vereist vanzelfsprekend gecertificeerde en gekalibreerde weegtoe-stellen.

Een tweede manier is een berekeningsme-thode waarbij verschillende zaken moeten worden opgeteld: de lading, de verpakking, de pallets, het stuwmateriaal en het tarrage-wicht van de container. Redelijk omslachtig, maar het zal de dagelijkse praktijk worden van groepagespecialisten die gemakkelijk tot twintig verschillende zendingen in één container groeperen. Ook deze methode moet door de overheid worden gecertifi-ceerd.

Bij dit alles is de verlader verantwoordelijk voor zowel de correctheid als het tijdig door-geven van het opgegeven gewicht, ook al laat hij de weging van de container over aan een derde partij en het invullen van de laadlijst aan zijn expediteur.

BelgenmopIn België zal het KB om deze IMO-regelgeving te implementeren naar Belgische wetgeving niet klaar zijn op 1 juli, maar eerder in augustus

of september. Toch moeten ook de Belgische verladers aan de nieuwe wet voldoen. De con-troles in België vinden immers achteraf plaats, op basis van de analyses van de documenten. Wordt daar enige onregelmatigheid vastge-steld, dan volgen er boetes. En dit volgens een drietrapssysteem: containers die verscheept werden na 1 juli zonder VGM, kunnen rekenen op een factuur van maximum 5.000 euro. Con-tainers mét VGM, waarvan het reële gewicht afwijkt van het opgegeven gewicht maar waar-

VGM moet scheepsrampen voorkomen

De Husky Racer verloor op zaterdag 3 oktober 2009 tijdens het lossen aan de terminal van het Bremer Lagerhaus Gesellschaft in Bremen achttien containers die in de Weser terechtkwamen. Aan dek ontstond een ravage van omgevallen containers. De 140 meter lange containerfeeder maakte in de vroege ochtend plotseling zware slagzij naar bakboord. Oorzaak: de bovenste containers (stack 7, 8 en 9) die op het laad-plan als leeg stonden aangegeven, hadden een inhoud van 15 tot 30 ton.


TRANSPORT

Bouwen aan toekomstige groeiBouwonderneming Vandenbussche rolt UltimAX uit

Bouwonderneming Vandenbussche beschouwt haar no-nonsensementaliteit, langetermijnvisie en degelijkheid als haar belangrijkste onderscheidende kenmerken. Die degelijkheid wou de groep na jaren van sterke groei ook vertaald zien in de processen. Ze trok daarvoor aan de arm van softwareleverancier Ad Ultima. Die implementeerde UltimAX Construction, een op Microsoft Dynamics AX gebaseerde oplossing voor projectbeheer, gekoppeld met documentmanagement en SharePoint.

Het familiebedrijf Vandenbussche is als bouwonderneming vooral actief in de residentiële bouwsector en de utiliteits-bouw. Daarnaast ressorteren onder de Vandenbussche groep nog drie andere ondernemingen: Corabo voor pro-jectontwikkeling, Sterq als leverancier van prefabbeton en

Qubus dat sterk is in houtskeletbouw, binnenafwerking en meubilair. De Vandenbussche groep draait een geconsolideerde jaaromzet van zo’n 65 miljoen euro met 150 mensen. “We zijn de voorbije tien jaar met een factor 10 gegroeid. We willen die groei aanhouden en onze ambitie is dan ook om in 2018 zo’n 80 à 90 miljoen euro omzet te draaien”, zegt Arne Ovyn, financieel, juridisch en administratief direc-teur. “De groei was er maar de structuren waren niet gevolgd. Zo’n drie jaar geleden begon het ons te dagen dat ons bestaand IT-pakket onze toekomstige noden niet kon borgen. In een grotere organisatie heb je veel meer te maken met processen en goedkeuringsprocedures.”

Vandenbussche had een op maat gemaakt legacysysteem dat de laatste tien jaar was opgebouwd op basis van een aantal losstaande functionaliteiten met beperkte integratiemogelijkheden. “Zo was er geen vlotte data-integratie voor de calculatie en de boekhouding en het documentmanagement liet al helemaal te wensen over. Het docu-mentmanagement gebeurde grotendeels nog op papier, met een

van het juiste gewicht tijdig werd gecorrigeerd zodat het in het laad-plan kon worden verwerkt, worden aan een nader onderzoek onder-worpen om de oorzaak van deze afwijking te traceren. Is de afwijking groter dan 5%, dan wordt de verificatiemethode geanalyseerd en maakt de verlader veel kans op diezelfde boete van 5.000 euro.

De FOD Mobiliteit en Vervoer verklaarde onlangs de intentie te hebben om 0,01% van de containers steekproefgewijs én enkel administratief te controleren. Voor de haven van Antwerpen bijvoorbeeld, met een jaarlijks exportvolume van 3,2 miljoen containers, betekent dit dat er 3.000 containers zullen worden gecontroleerd. Lang nadat ze geladen zijn en dus, om even kort door de bocht te gaan, een scheepsramp konden hebben veroorzaakt.

Rest nog de vraag: quanto costa? Daar heerst voorlopig nog onduidelijkheid over. In ieder geval zullen containers vroeger op de terminal moeten worden aangeleverd, zeker in het geval van de megacontainercarriers van + 15.000 TEU. Het kos-tenplaatje dat dat met zich meebrengt is vooralsnog nattevingerwerk.

Daarnaast zijn er de terminals die hun infrastructuur hebben uitge-breid met weeginstallaties en die kosten op de een of andere manier ook willen verhalen op ‘een partij’. Een voorzichtige schatting is dat zij per weging zo’n 30 euro zullen vragen.

En ten slotte is er de VGM-melding. Het is niet meer dan logisch dat dit via een EDI-bericht automatisch van de verlader (weegbrug of bere-kening) naar de laadlijst wordt getransfereerd. Er zijn al spelers op de markt die dit bericht automatisch vanuit de weeginstallatie kunnen laten vertrekken, tegen een prijsje uiteraard. Ook portals zoals INTTRA hebben software ontwikkeld om die VGM te verwerken voor reders én verladers, om een gestroomlijnde uitwisseling tussen carriers en ter-minals te garanderen. INTTRA rekent voor het ontvangen en distribu-eren van één VGM 0,50 dollar aan.AM

BUSINESS SOFTWARE


Bouwen aan toekomstige groeiBouwonderneming Vandenbussche rolt UltimAX uit

grote kans op fouten als gevolg. We hadden een vrij goede basisrapportering, maar die werd op maat gemaakt. Voor elk nieuw rap-port waren wij afhankelijk van onze externe IT-partner. Dat was bovendien een erg kleine softwareleverancier. Zij leverden kwaliteit, maar die kleinschaligheid is wel een risicofac-tor”, aldus Arne Ovyn.

Keuze voor AXDrie jaar geleden stelde Vandenbussche een lastenboek op. “Procesmatig was er veel uitge-schreven in het kader van onze ISO:9001-cer-tificatie, maar we hebben toch enkele maan-den de tijd genomen om intern die processen opnieuw af te toetsen. Daarbij hielden we ook rekening met de eventuele toekomstige pro-cessen. We hadden dus een vrij goed beeld van wat we wilden”, zegt Arne Ovyn.

Op de shortlist stonden Ad Ultima, twee Navi-sion-partners, SAP-partner Expertum en Cen-tric, met een eigen ontwikkeling op Oracle. De key users kregen inspraak in de leveranciers-keuze om zo draagvlak te creëren. Ad Ultima werd volgens Arne Ovyn om diverse redenen weerhouden: “De Microsoft-omgeving sprak ons aan door de heel gemakkelijke uitwisse-ling met Excel. Dat is belangrijk omdat onze partners, zoals onderaannemers en architec-ten, vaak nog met Excel-sheets werken. Drie-kwart van onze business leunt op onderaan-neming, dus dat is een cruciale flow. Een mooi voorbeeld van waar we opteren voor Excel is het maken van prijsvergelijkingen. Heel wei-nig onderaannemers sturen hun prijsofferte door in het gevraagde formaat. Er komt heel

wat gepuzzel aan te pas om appels met appels te vergelijken. Binnen een ERP-context gaat dit minder flexibel. We creëren de prijsverge-lijking in Excel en enkel de data van de partij waar we mee aan de slag gaan, importeren we in onze ERP-tool. Wij hebben ook niet de behoefte om per se alles in ons ERP-systeem op te lossen. Soms is Excel gewoon veel flexi-beler om bepaalde analyses te doen.”

“Waarom Dynamics AX? Dat is een heel goed basisplatform, met meer mogelijkheden op het vlak van workflowmanagement dan klei-nere broer Dynamics NAV. Dynamics AX is ook een groeigericht systeem dat bijvoorbeeld vlot verschillende vestigingen ondersteunt. Daarnaast sprak Ad Ultima niet enkel de ambi-tie uit om de bouwfunctionaliteit binnen het ERP-pakket verder te ontwikkelen, maar het koppelde daar meteen enkele specifieke ver-bintenissen aan vast. Er was eveneens een goede klik met de consultants, die kwalita-tief en professioneel tewerk ging en met ons meedacht over het bedrijfsproces”, stelt Arne Ovyn.

Meerdere toetsstenenZoals aangehaald was het Vandenbussches objectief om zoveel mogelijk processen te integreren in één platform, maar daarnaast stelde het management ook een grotere gebruikersvriendelijkheid voor de eindge-bruikers voorop. “Daarom hebben we de implementatie van UltimAX Construction gecombineerd met een documentmanage-mentimplementatie (Ex Arte) en een Share-Point add-on (UltiPoint). Beide oplossingen

zijn naadloos geïntegreerd met het ERP-sys-teem. Alle documenten die in UltimAX wor-den gecreëerd komen automatisch in de Sha-rePoint-omgeving terecht, zonder manuele interventie. Zo kunnen de projectleiders op de werf alle documenten gemakkelijk realtime raadplegen. Ook onze onderaannemers kun-nen de voor hen belangrijke documenten in SharePoint zien. We hebben eigenlijk een heel gebruikersvriendelijke frontoffice gemaakt, terwijl de ERP-tool fungeert als backoffice.”

SharePoint is eveneens mobiel toegankelijk. “Leuk is dat de jongere generatie projecten

Arne Ovyn, financieel, juridisch en administratief directeur bij Vandenbussche: “Een ERP-project is geen IT-project. Het projectmanagement moet zo hoog mogelijk in de organisatie zitten.”


BUSINESS SOFTWARE

werfleiders daar heel snel mee aan de slag gingen en veel initiatief toonden om freeware applicaties voor te stellen om gebruikersvrien-delijk SharePoint te openen. Dat dynamisme hadden we in eerste instantie niet verwacht”, vertelt Arne Ovyn.

“Met de gedigitaliseerde documentmanage-mentflow wilden we onze snelheid van uitvoe-ring verbeteren. Vroeger moesten onze onder-aannemingscontracten bijvoorbeeld op papier van de ene naar de andere persoon om af te tekenen. Dat nam wel enige tijd in beslag. Van-daag krijgt een goedkeurder als hij zijn ERP-sys-teem opent direct een signaal dat er nog een document moet worden goedgekeurd. Ook alle informatie die nodig is om het document te beoordelen, is digitaal beschikbaar. Dat zorgt

voor een veel performanter en efficiënter pro-ces.”

Een goed, modulair workflowmanagement was voor het management eveneens een belangrijk criterium. Het nieuwe ERP-systeem werkt dan ook taakgestuurd.Arne Ovyn: “Je kunt het workflowmanage-ment nog het beste omschrijven als een kapstok waaraan informatie wordt opge-hangen. Een lead wordt gecreëerd en gaat in verschillende stappen door het systeem: van een prospectie naar een studie, een verwor-ven opdracht, een opdracht in uitvoering, nazorg,…en aan elk van die stappen kunnen we taken koppelen in het systeem. We kun-nen die taken ook aan mensen koppelen. Op het moment dat we in een bepaalde fase

komen, worden die taken automatisch aan-gemaakt en gedistribueerd naar alle vooraf gedefinieerde personen in de organisatie. Als zij hun scherm openen, kunnen ze meteen zien dat er een nieuwe taak is binnengeko-men. Die taken moeten vervolgens beheerd en afgevinkt worden door de mensen die ze toegewezen kregen. Belangrijk daarbij is dat we de set-up volledig zelf kunnen inrich-ten. We hebben geen Ad Ultima-consultants nodig om onze workflow lichtjes te wijzigen.”

“Het zelf kunnen wijzigen van ons systeem was overigens ook een heel belangrijke voor-waarde op het rapporteringsniveau. We kwa-men vanuit een situatie dat we voor ieder rapport een consultant nodig hadden”, voegt Ovyn toe.

Het familiebedrijf Vandenbussche is als bouwonderneming vooral actief in de residentiële bouwsector en de utiliteitsbouw.

BUSINESS SOFTWARE


De Vandenbussche groep heeft productiefaci-liteit bij Qubus en Sterq, maar het ERP-systeem werd er alleen vanuit een financieel oogpunt neergezet. “Als die firma’s groter worden, is het zeker de bedoeling om ook het productieappa-raat met het ERP-systeem te integreren”, weet Arne Ovyn.

Systeemset-upDe implementatie ging van start na het bouw-verlof in 2014. Vandenbussche wil het hele traject afgerond hebben tegen de zomer van 2016.A. Ovyn: “Het was een heel bewuste keuze om gefaseerd uit te rollen. We wilden geen al te grote verstoring van onze lopende projecten. We hebben ook alle processen beoordeeld op de waarde die ze toevoegden voor de lopende projecten: brengen we de lopende projecten al dan niet nog over naar het nieuwe systeem? De gefaseerde uitrol heeft er eveneens voor gezorgd dat onze key users en eindgebruikers geleidelijk aan meer ervaring konden opdoen met het systeem. De uitrol van de laatste modules liep daardoor veel vlotter.”

Finance en documentmanagement en de basis van projectopvolging gingen als eerste live. “Tegen mei 2015 rolden we dan ook CRM, aan-besteding en SharePoint uit. Dat liep eigenlijk een beetje simultaan met het financiële luik omdat we alle datamigratie van contacten, prospecten, klanten en leveranciers in één keer deden. Bij het aanbestedingsproces hebben we heel de flow, vanaf het moment waarop een lead binnenkomt tot het project is uitgevoerd, in het systeem gedigitaliseerd. Gelijktijdig werkten we rond de bestelbonflow van mate-riaal omdat dat op zich een standaardflow was in AX. In de zomer van 2015 focusten we op de onderaannemingsflow, die we live brachten in september. Daarna gingen we verder met de vorderingsstaten, waarvan de volledige migratie rond was begin dit jaar. In het najaar van 2015 deden we ook nog een HR set-up om alle middelen bij te houden in het systeem en

onze kwalificatiematrix te integreren met onze andere processen. Voor de planning en tijds-registratie opteerden we weliswaar voor een best-of-breedsysteem”, vertelt Arne Ovyn.

Momenteel is de organisatie nog de calculatie aan het finaliseren en plant ze de livegang van de logistieke en servicemodules. “Dat gaat over het verhuur en beheer van het materiaal op de werven, alsook de materiaalaankopen voor het magazijn. Ook het onderhoud en de opvolging van de keuringen zullen we volledig vanuit onze ERP-tool beheren”, aldus Ovyn.

De ERP-oplossing zoals ze bij Vandenbussche is neergezet, bestaat voor 30% uit maatwerk. A. Ovyn: “Ik vind maatwerk niet noodzakelijk slecht. Binnen onze organisatie hebben we bepaalde unieke processen, die niet al onze concurrenten hebben. We wilden die niet zomaar standaardiseren. Zo hebben wij bij-voorbeeld een vrij uitgekiend beoordelings-systeem voor onze onderaannemers. De beoordelingscyclus en de evaluatie hebben wij volledig geïntegreerd in ons ERP-systeem, maar dat zit daar niet standaard in.”

Arne Ovyn besliste samen met de andere directieleden om het systeem op de eigen servers te draaien. “Een extern datacenter is geen goedkoop verhaal en bovendien heb je met een eigen serverpark toch nog steeds meer zekerheid dat de data goed beheerd wor-den. Daarnaast is er binnen de eigen organisa-tie de capaciteit om de servers te onderhou-den.”

Waardevolle tour de forceArne Ovyn ziet vandaag dat de vooropgestelde objectieven gehaald zullen worden en merkt ook enkele onverwachte positieve resultaten op: “We voelen dat we gaandeweg het sys-teem zelf kunnen verrijken om heel relevante analyses uit te voeren op onze leads. Bekijken we het vanuit een marketing- en communica-tiecontext dan is het bijvoorbeeld interessant om te weten hoe bepaalde leads worden gege-nereerd. Doordat we geen externe partij meer nodig hebben voor de analyses, merken we bovendien dat er meer en meer tractie komt van binnen de organisatie om met data aan de slag te gaan.”

Of hij met de kennis van vandaag zaken anders zou aanpakken? “Een geleerde les is om de opleiding dichter te laten aansluiten op het effectieve gebruik van de tool. Wat bedoel ik daarmee? Door het projectmatige karakter van onze business gebeurde het dat een medewer-ker pas twee maanden na de opleiding voor het eerst in aanraking kwam met UltimAX. Op dat moment was de opgedane kennis al verloren gegaan. Ook herhalen we nu heel regelmatig de opleidingen om zo de kennis op te frissen, best practices te delen en feedback te krijgen.”

Het management berekende de Return On Investment (ROI) van het nieuwe ERP-platform, maar Arne Ovyn wijst erop dat heel wat voor-delen niet kwantificeerbaar zijn. “Van een tool waarbij we afhankelijk waren van één partij evolueerden we naar een platform dat conti-nuïteit biedt. Hoe bereken je de waarde daar-van? Doordat we onze processen verankerd hebben in onze ERP-oplossing is ze ook heel schaalbaar. Zelfs indien onze organisatie een vierde in omvang toeneemt, hoeven we onze processen niet fundamenteel te veranderen. Daarenboven zullen we door het digitaliseren van onze workflows de groei met hetzelfde aantal mensen kunnen realiseren. Dat is toch een mooi eindresultaat.”MT

“Maatwerk is niet noodzakelijk

slecht.”


BUSINESS SOFTWARE

Klaar voor de nieuwe Tris?Derde keer, goede keer. Dat moet Intris’ CEO Patrick Van De Looverbosch zo’n twee jaar geleden gedacht heb-ben toen hij besloot om het Tris-pakket van scratch te herschrijven. Intris switcht zijn Customs-, Forwarding- en Warehouse-oplossing van Progress naar Oracle. Met deze ingreep – waar een prijskaartje van maar liefst 3,5 miljoen euro aan vasthangt – maakt Intris zijn pakket future-proof. De nieuwe Tris heeft een gebruikersvrien-delijke, intuïtieve interface, werkt sterk workflow-gedreven en is beschikbaar in de cloud.

Intris herschrijft Tris-oplossing van scratch op Oracle-technologie

Het softwarehuis Intris zag het levenslicht in 1994 en richtte zich vanaf het begin op forwar-ding, douane en public ware-houses en de integratie van

die verschillende stappen in de logistieke keten. De toepassingen kunnen stand-al-one gebruikt worden of aan elkaar worden gekoppeld. Daarnaast ondersteunt Intris ook enkele nicheactiviteiten zoals lijna-gentuur, luchtvracht, containerherstelling en container- en transportmanagement.

BL: Richten jullie zich vooral naar de logis-tieke dienstverleners of ook naar de verla-ders?P. Van De Looverbosch: “Het merendeel van onze ruim 200 klanten zijn logistieke dienstverleners of forwarders. Denk maar aan Tabaknatie, Gosselin Group, Rhenus Logistics of ArcelorMittal Logistics. We hebben ook enkele verladers in onze klan-tenportefeuille. Dat zijn producenten die hun business processen als drijvende fac-tor zien voor hun logistieke activiteiten. Onze klanten zitten vooral in België en Nederland, maar we volgen onze klanten wereldwijd.”

BL: Als Belgische kmo met 42 medewerkers draaien jullie een omzet van 5,5 miljoen euro

per jaar. Wie zijn jullie belangrijkste concur-renten?P. Van De Looverbosch: “We komen Organi wel eens tegen in de markt, maar zij focus-sen minder sterk op het logistieke segment. Op douanevlak heb je bijvoorbeeld Stream Software. Wij zijn de enige softwareleve-rancier in België – het Canadese Descartes buiten beschouwing gelaten – die de com-municatie met de douane kan voorzien. Dat maakt dat we voor een one-stop-shopping-verhaal kunnen zorgen.”

BL: Is dat jullie belangrijkste onderscheidende factor?P. Van De Looverbosch: “Neen. Onze groot-ste troef is de sterke integratie van warehou-sing, forwarding en douane met daarbo-venop een sterk workflowmanagement. In 2003 startten we met het integratieverhaal op basis van een Enterprise Service Bus (ESB) (red. ESB-technologie wordt gezien als cruciaal voor de integratie van toepas-singen in servicegeoriënteerde architec-turen). Omdat we geloofden dat het logis-tieke proces steeds meer gedreven zou worden door de bedrijfsprocessen, start-ten we vijf jaar later ook met het schrijven van een workflowmanagement oplossing bovenop de ESB. Maar net in 2008 sloeg de crisis toe waardoor we het moeilijk verkocht

kregen. Bedrijven wilden op dat moment niet investeren en de toegevoegde waarde werd nog te weinig gezien. In 2012 hebben we vervolgens de switch gemaakt om echt voluit op workflowmanagement in te zet-ten en niet langer pakketten te verkopen, maar business solutions. Vanuit dat oog-punt zijn we de markt gaan herbekijken en zijn we tot de volledige, geïntegreerde en procesgestuurde oplossing gekomen die we vandaag hebben.”

Het Oracle-verhaalDe marktverkenning leidde tot een short-list met drie namen: Progress, Oracle en Microsoft. Begin 2014 kiest Intris ervoor om zijn supply chain oplossing te herschrijven in een Oracle-verhaal. Vanwaar die ingrij-pende beslissing?P. Van De Looverbosch: “Een van de belang-rijke factoren om voor Oracle te kiezen was de gebruikersvriendelijkheid. Met Pro-gress hadden we een hele goede motor, maar een oubollige gebruikersinterface. In de zomer van 2014 kwam Oracle net met een nieuwe gebruikersinterface, Alta UI, op de markt. Die gebruikersinterface is gestoeld op de Facebook-ervaring: omdat het gebruikersscherm zo intuïtief aanvoelt, hoef je geen opleiding te volgen om te weten hoe het werkt. Daarnaast vonden

BUSINESS SOFTWARE


we ook de onderliggende webtechnologie heel belangrijk. Met Progress zaten we in een client serververhaal en we wilden een pure webapplicatie bouwen. Verder was het belangrijk om mobiel te kunnen gaan zonder telkens de programma’s te moeten herschrijven.”

BL: Microsoft is toch ook erg gekend omwille van de gebruikersvriendelijkheid?P. Van De Looverbosch: “Dat klopt, maar Microsoft durft soms nogal snel veranderen van richting en dan moet je alles herschrij-ven. Als kleine kmo kunnen we niet telkens die verandering aan. Het Oracle-platform is erg stabiel en is sterk in het cloudverhaal. Ik denk overigens dat vandaag enkel Oracle en Microsoft in staat zijn om op een perfor-mante manier cloud aan te bieden. Zo kan je met Oracle-technologie in drie uur tijd van on premise naar cloud overschakelen.”

BL: Krijgen jullie veel vraag naar cloudoplos-singen?P. Van De Looverbosch: “In 2014 was ik zelf nog niet helemaal van overtuigd van de evolutie naar cloud, maar vandaag blijkt dat cloud echt wel een blijver en game changer is. Meer dan 50% van onze klanten onderneemt vandaag stappen om naar de cloud te gaan.”

BL: Ondersteunt Oracle voldoende het proces-gedreven verhaal?P. Van De Looverbosch: “Absoluut. De nieuwe Tris werkt met services. In wezen knip je je bedrijfsproces in stukken en per dienst die je uitvoert maak je een taak. Met onze WFM-functie kan je verschillende taken, wel of niet-klantgerelateerd, combi-

neren tot een Service Level Agreement. We maken de stap van een datagedreven sys-teem naar een systeem dat bedrijven helpt om hun business te doen op basis van SLA’s (Service Level Agreements). Het systeem werkt taakgestuurd en geeft een duidelijk overzicht van de taken die een gebruiker gisteren gedaan moest hebben, vandaag moet doen en morgen moet uitvoeren. Dat kan bovendien op twee niveaus: bij de eindgebruiker en op managementniveau. Op die manier kan er een goede opvolging gebeuren.”

BL: Waren er nog andere argumenten om voor het Oracle-platform te kiezen?P. Van De Looverbosch: “Wij hechten veel belang aan integratie en standaardisa-tie. We zijn met Intris gegroeid vanuit een

forwardingapplicatie en hebben nadien andere applicaties geschreven. Daardoor hadden we soms dubbele functionaliteit. Daar hebben we nu komaf mee gemaakt. Een ontwikkelaar heeft altijd schrik voor de delete-knop, maar we hebben geleerd dat door te schrappen je veel sneller kan imple-menteren en tegelijk een beter pakket kan bieden. Intris heeft zelf een geïntegreerd documentmanagementsysteem ontwikkeld op basis van Oracle BI waardoor je los van alle applicaties steeds documenten op elk toestel kan openen.”

Van scratchIntris schreef de nieuwe Tris van scratch en heeft daarvoor 20 mensen aan boord die continu aan het ontwikkelen zijn volgens de scrum-methodologie. Dat is een flexi-

Klaar voor de nieuwe Tris?

Patrick Van De Looverbosch, CEO van Intris: “Als softwarehuis moet je innovatief zijn, maar anderzijds mag je ook niet te ver voorop lopen. Dat is een moeilijke evenwichtsoefening.”


BUSINESS SOFTWARE

bele manier om softwareproducten te maken. De Forwarding- en Customs-modules zijn al klaar en tegen eind 2016 zou ook de Warehou-sing-module af moeten zijn. Zijn bestaande klanten verplicht om naar de Oracle-technolo-gie te migreren?P. Van De Looverbosch: “De klanten die onze voornaamste modules – Forwarding, Customs, Warehousing – gebruiken wel. We blijven sommige heel specifieke oplossingen nog aanbieden in Progress, maar onze kern-producten zullen we op termijn enkel nog in Oracle ondersteunen. We hebben destijds in Progress voor elk stukje van het logistieke pro-ces een oplossing gemaakt. Dat doen we niet meer. In die zin gaan we weer meer back to basics, maar enten we ons tegelijk heel sterk op het integratieverhaal.”

BL: Hanteren jullie hetzelfde prijsmodel?P. Van De Looverbosch: “We hebben een heel goed contract afgesloten met Oracle, zowel voor de ESB, API, het geïntegreerde docu-mentmanagementsysteem en de Oracle SOA Suite. Daarnaast bieden we ook de Oracle BI-tool standaard aan. In het Progress-verhaal hadden we geen BI-tool. Oracle heeft het nadeel dat de licenties duur zijn, maar door het pakket dat we hebben onderhandeld, zijn de onderhoudskosten lager. Onze bestaande klanten zullen dus het neusje van de zalm krijgen zonder daar de volle pot voor te hoe-ven betalen. Ons prijsmodel wordt ook totaal anders. We hebben een eigen cloud, we kun-nen onze klanten in de Oracle-cloud brengen, bedrijven kunnen on premise blijven en we

kunnen dit alles in een SaaS-model aanbie-den. Er zijn dus tal van combinaties mogelijk.”

BL: Hoe zijn de eerste reacties in de markt?P. Van De Looverbosch: “De nieuwe Tris wordt tot nu toe positief onthaald. Waarom? De toekomst haalt ons in. Als je niet meegaat in het cloudverhaal dan ben je op een bepaald moment out of business. Ook verwachten medewerkers dat ze met bedrijfsapplicaties even intuïtief om kunnen gaan als met hun privé-applicaties. Anderzijds merken we dat bij de eerste klanten die we omschakelden het voor de gebruikers wel een grote ‘klik’ is om meer taakgestuurd te gaan werken. Het kan namelijk zijn dat een dossierbeheerder voor elk dossier vijf minuten extra werk heeft, maar de medewerker aan de laadkade twintig minuten minder werk heeft. Er is dan in het totale proces een efficiëntiewinst, maar er is een goede communicatie en change manage-ment voor nodig om dit ook intern erg duide-lijk te maken. De logistieke dienstverleners zijn echt al mee in dit verhaal, maar voor de pure forwarders en douanedeclaranten ligt dit nog moeilijker. Als softwarehuis moet je innovatief zijn om niet te sterven, maar anderzijds mag je ook niet te ver voorop lopen, want dan is de markt er nog niet klaar voor. Dat is een moei-lijke evenwichtsoefening.”

ToekomstVandaag werken al drie klanten met de nieuwe Tris-oplossing. Eén van de klanten koos voor een on premise model, twee klanten tekenden voor de cloud. Intris zette geen doelstellingen

over de termijn waarop ze alle klanten willen omschakelen.P. Van De Looverbosch: “Neen, we hebben dat niet gedaan, maar het omschakelen van al onze klanten zal sowieso heel wat werk ver-gen. Bovendien hopen we door onze moderne gebruikersinterface en realtime workflowgedreven systeem ook extra klanten te kunnen werven.”

BL: Is de keuze voor Oracle ook beïnvloed door het feit dat er heel wat internationale, grote bedrijven met dat platform werken en er dus misschien meer deuren kunnen opengaan?P. Van De Looverbosch: “Dat was niet de insteek. We hebben echt wel naar de technologische capaciteiten van het platform gekeken. Ander-zijds is het wel mooi meegenomen dat we een goed integratieverhaal hebben voor de gro-tere bedrijven. We hebben de laatste jaren toch enkele projecten aan onze neus voorbij zien gaan door onze onderliggende Progress-tech-nologie. Die is overigens zeer goed, maar er zijn minder bedrijven die er al mee werken. Om groei te kunnen realiseren zullen we meer de internationale markt moeten opgaan, want de Benelux-markt is vrij verzadigd. Daarnaast denk ik dat de forwarders het steeds lastiger zullen krijgen en er de volgende jaren een rits over-names zullen plaatsvinden. Grotere forwarders stellen andere eisen en daar kunnen we vandaag aan beantwoorden. Hadden we de omschake-ling naar de Oracle-technologie niet gemaakt, dan hadden we over enkele jaren waarschijnlijk niet meer bestaan. Nu zijn we klaar om er weer minstens voor tien jaar tegen aan te gaan.”MT

BUSINESS SOFTWARE


Nedcargo is de nieuwe groepsnaam waar alle activiteiten van logistieke dienstverlener Van Uden onder vallen, na de overname van onder meer Schouten Logistiek en het

Belgische Eurobrokers. Het bedrijf beschikt over zes magazijnen in Nederland, drie in Bel-gië – samen goed voor ruim 260.000m² aan opslagruimte – en een vloot van om en bij de 150 vrachtwagens. Intern is het bedrijf opge-deeld in drie divisies: logistiek, forwarding en binnenvaart. Nedcargo bedient voornamelijk klanten in de voedings-, dranken- en retailsec-tor. In 2015 haalde het bedrijf de kaap van 100 miljoen euro omzet.

Naar end-to-end-dienstverlening“We willen het verschil maken voor onze klan-ten door proactief mee te denken over supply chain optimalisering. Daar speelt IT een steeds belangrijker rol in. Om onze dienstverlening verder uit te breiden, hadden we nood aan ERP-functionaliteit”, vertelt Roderick de la Houssaye, algemeen directeur van Nedcargo. Drankenproducent Disaronno had wel oren naar dat verhaal. Het bedrijf besteedde zijn orderadministratie al uit maar was op zoek naar een nieuwe partner, met een beter tech-nologisch platform. Voor Nedcargo meteen

het startschot om op zoek te gaan naar een partner die een logistiek platform kon leveren met een sterk luik rond orderadministratie.

Die zoektocht eindigde bij ERP-leverancier Globis. “We hebben in totaal een tiental par-tijen uitgenodigd om hun oplossing voor

te stellen. Belangrijk voor ons was een sys-teem te vinden dat flexibel is. Data-uitwisse-ling wordt stilaan de kern van supply chain management. Dan heb je applicaties nodig die makkelijk kunnen linken met andere, en waar-mee je eenvoudig kan op- of neerschalen. Ook de specifieke afhandeling van bijvoorbeeld

Platform voor groeiNedcargo ontwikkelt Order Desk met Globis

Wie zijn toekomst wil verzekeren, moet innoveren. Zo ook logistieke dienstverleners. Innoveren in het dienste-naanbod en in de technologische platformen die de diensten ondersteunen. Logistieke dienstverlener Ned-cargo is vastberaden een voorsprong op te bouwen op basis van supply chain oplossingen met een stevige technologische basis. Een eerste stap daarin is Order Desk, een applicatie die klanten in staat stelt de volledige customer service uit te besteden. Sterkedrankenproducent Disaronno stapte als eerste klant mee in het ver-haal, ERP-leverancier Globis zette zijn schouders onder het technologische kader.

Roderick de la Houssaye (links), algemeen directeur van Nedcargo, tijdens de contractondertekening met Dissarona: “Op 1 april moesten de eerste orders en leveringen door het systeem gaan, en dat is gelukt. Behalve Dissarono is nu ook producent van visconserven John West aangesloten op het platform en bin-nenkort komt Landal GreenParks, uitbater van een 70-tal vakantieparken, er eveneens bij.”


BUSINESS SOFTWARE

accijnsadministratie moest in de oplossing geïntegreerd kunnen worden. Uiteindelijk hebben zowel de flexibiliteit van de oplossing als het ondernemerschap bij Globis ons over-tuigd”, verklaart Roderick de la Houssaye zijn keuze.

Nieuw luik in bestaand systeem-landschapNedcargo nam een externe partner in de arm om de functionaliteitsvereisten op te De oplossing is opgeleverd binnen de 6 maanden na contractondertekening en minder dan een jaar na de eerste kennismaking met Globis. De GlobisOnline ERP-cloudoplossing draait er nu naast het WMS van Van Boxtel, de plan-ningsoftware van Quintiq en het financieel pakket van Exact. Binnen Nedcargo kreeg de oplossing de naam Order Desk mee.

Het berichtenverkeer tussen Globis, Nedcargo en de eindklanten gaat via een EDI-oplossing van Descartes. Zowel het order, de orderbeves-tiging als de digitale factuur aan de eindklant volgen dat traject. Maatwerk kwam er niet aan te pas, wel moesten in de business rules een aantal specifieke regels ingebouwd worden om te voldoen aan de functionele eisen van Ned-cargo en Disaronno. “Die flexibiliteit om aan-passingen te doen in de business rules, was een grote troef”, vindt Roderick de la Houssaye.

Gescheiden factuurstromen“De klanten van Disaronno, zowel retailers als zelfstandige drankenhandels, plaatsen hun orders automatisch (via EDI), per e-mail of per telefoon. De orders worden geregistreerd in Globis en worden doorgestuurd naar het WMS, waar het vertaald wordt in pickopdrachten. Nadat de goederen geleverd zijn, handelen wij ook de facturatie aan de eindklant af. Als logis-tieke dienstverlener weten wij immers het best wat er precies waar geleverd is. Het is dus een logische stap om die informatie ook te gaan gebruiken voor de facturatie, voorraadadmi-nistratie en op termijn zelfs ook de forecasting. De klanten van Disaronno bestellen nu recht-streeks bij ons en wij zorgen dat de factuur rechtstreeks naar de klant gaat. Disaronno ont-

vangt vanuit Pentaho, de Business Intelligen-ce-oplossing van Globis, dagelijks een rapport met een overzicht van de verkochte volumes, inclusief prijs- en andere informatie.”

Om het administratieve luik afgescheiden te houden van het logistieke luik, werd voor de productfacturatie een aparte juridische enti-teit opgericht. “Wat de facturatiestroom van de producten zelf betreft, hoeft Disaronno enkel de productprijs te innen. Alle belastin-gen en taksen die bovenop de productprijs komen, ziet Disaronno niet. Dat handelen wij af. Daarnaast ontvangt Disaronno een aparte factuur voor de transporten opslagdiensten. We hebben er ook van bij de start over gewaakt dat wij niet tussenkomen in prijsafspraken. Die worden tussen Disaronno en de klanten recht-streeks onderhandeld. In onze applicatie kun-nen Van Uden medewerkers dan ook op geen enkele manier prijsinformatie wijzigen. Enkel de gebruikers van Disaronno met de juiste rechten kunnen dat”, voegt Roderick de la Houssaey nog toe.

Brede uitrolSinds begin april is de oplossing live. De fine-tuning nam nauwelijks twee à drie weken in

beslag in intussen draait de applicatie helemaal zoals het hoort. Bij het live gaan zorgde vooral de specifieke regelgeving rond bijvoorbeeld accijnsadministratie voor een aantal hick-ups. Ook het feit dat de timing krap was en dat er een goede afstemming moest gebeuren met zowel Nedcargo als Disaronno voerde de druk op. “Op 1 april moesten de eerste orders en leveringen door het systeem gaan, en dat is gelukt”, bevestigt Roderick de la Houssaye. Behalve Disaronno is nu ook producent van visconserven John West aangesloten op het platform en binnenkort komt Landal Green-Parks, uitbater van een 70-tal vakantieparken, er eveneens bij.

“Het grote voordeel voor onze klanten is dat wij hen volledig ontzorgen op het vlak van customer service. De volledige afhandeling van bestelling tot en met facturatie ligt bij ons. Wij krijgen in de Globis Order Desk een volledig overzicht van alle orders, de klant ziet uiteraard enkel zijn eigen data. Alsof hij in zijn eigen ERP-omgeving werkt. Voor Disaronno doen we dit nu enkel in Nederland maar op termijn willen we de diensten ook in België en andere regio’s uitrollen. Zeker voor kleinere bedrijven, die vandaag twee of drie customer

Nedcargo is de nieuwe groepsnaam waar alle activiteiten van logistiek dienstverlener Van Uden onder val-len, na de overname van onder meer Schouten Logistiek en het Belgische Eurobrokers. Het bedrijf beschikt over zes magazijnen in Nederland en drie in België.

BUSINESS SOFTWARE


service medewerkers in dienst hebben, kan dit zeer snel een rendabel verhaal worden. Onze oplossing is voor hen flexibeler – want open neerschalen gaat sneller – en goedkoper. Bovendien kunnen wij ook een hogere kwaliteit bieden aangezien we deze dienstverlening niet voor een maar meerdere partijen doen. Bovendien kunnen we dit snel opstarten. Als ze de masterdata goed zijn en er snel een EDI-verbin-ding kan gelegd worden, kan het op maximaal twee maanden live gaan.”

Of ook grote bedrijven er baat bij hebben? “In principe wel. Maar je zal grote bedrijven met een uitgebouwde dedicated customer ser-vice afdeling veel minder snel dit soort activiteiten zien uitbesteden. Bovendien zijn er ook bedrijven die hun customer service medewer-kers inzetten voor telefonische verkoop. In principe zouden wij zo’n commerciële rol op termijn ook kunnen opnemen maar dat is vandaag niet aan de orde”, aldus Roderick de la Houssaye.

Werken aan groeiDe doelstellingen voor het komende jaar zijn duidelijk. “Tegen eind volgend jaar streven we naar minstens 20 klanten die van de Order Desk gebruikmaken. Daarnaast zie ik ook qua uitbreiding van de func-tionaliteit nog heel wat mogelijkheden. Bijvoorbeeld op het vlak van voorraadforecasting. Als wij investeren in een oplossing voor voorraad-beheer kunnen wij dat als een dienst aanbieden aan onze klanten. Dat is zeker een piste die we bekijken. En verder willen we ook in staat zijn om orders uit webshops mee te integreren.”

Vanuit technologisch perspectief wil Nedcargo nog verder onderzoe-ken hoe de interactie met andere systemen uitgebouwd kan worden. “In theorie kunnen we deze dienstverlening loskoppelen van onze eigen logistieke activiteiten en ook de customer service overnemen van bedrijven die hun logistiek bij een andere partij neerzetten. Dat kan, op voorwaarde dat de integratie met het logistieke luik gegarandeerd is. Net daarom is de flexibiliteit van IT-systemen zo belangrijk vandaag. Om onze dienstverlening uit te breiden, zullen we hoe dan ook moe-ten bekijken in welke mate we dit systeem kunnen gebruiken om te interageren met andere systemen. Kan dat rechtstreeks of moeten we daarvoor nog een extra tussenlaag voorzien? We zullen daarin verschil-lende scenario’s moeten bekijken”, blikt Roderick de la Houssaye vooruit.

Een ding staat vast volgens Roderick de la Houssaye, supply chain opti-malisering draait meer dan ooit rond data-uitwisseling. Met het Globis ERP-pakket heeft Nedcargo een nieuwe stap gezet om de basis voor innovatieve logistieke diensten leggen. “Niet alle klanten staan er al voor open om samen met hun logistieke dienstverlener naar end-to-end ketenoptimalisering te kijken. Maar wij zijn alvast heel erg overtuigd van het potentieel van een veel bredere en zeer datagedreven dienstverle-ning en zetten daar volop op in.”BDV

QRM SUMMERCLASS

MEER INFO EN INSCHRIJVINGEN:WWW.VALUECHAIN.BE - [email protected] - 050 40 80 80

Tijdens deze Summerclass wordt de QRM-theorie die professor Rajan Suri heeft beschreven in zijn boek ‘It’s About Time’, gespreid over twee dagen uitgelegd!

De vier kerngedachten van QRM worden ook getoetst aan de praktijk via het uitwerken van een business case. Op die manier verwerft u dus zowel theoretische als praktische kennis!

4 & 5 juli ’16 - Antwerpen

• De kracht van tijd & de QRM-organisatie

• De QRM-organisatie

• Systeemdynamica?

• Eén strategie voor uw bedrijf

PROGRAMMAPUNTEN:

DEELNAMETARIEF:€ 900Kmo’s kunnen een tegemoetkoming van 50% verkrijgen via de Kmo-portefeuille.

mailto:[email protected]


http://case.op/


AUTO-ID

Giks Mode telt zeven winkels ver-spreid over Oost- en West-Vlaan-deren. Die worden bediend van-uit het centrale magazijn, waar de inkomende leveringen per

winkel gesorteerd en gelabeld worden. Op basis van de verkoopdata uit het Soft-Touch-kassasysteem worden de winkels dagelijks aangevuld. De picking gebeurt in gekleurde bakken – elke winkel heeft zijn eigen kleur – en wordt eveneens aan-gestuurd door SoftTouch. De herverdeling van artikelen tussen de winkels gebeurt op basis van een softwarepakket dat in oorsprong werd ontwikkeld door Bel&Bo (nvdr, Bel&Bo commercialiseert zijn in huis ontwikkelde logistieke software). “Daar-mee evalueren we op geregelde tijdstippen of er kledingstukken herverdeeld moe-ten worden. Want het kan heel goed zijn dat een bepaalde trui heel goed verkoopt in één winkel en veel moeilijker in een andere”, zegt Stefaan Allemeersch.

Sinds een drietal jaar beschikt Giks Mode ook over een webshop. Die biedt het-zelfde assortiment als de fysieke winkels en garandeert een levertermijn van maximaal vijf werkdagen. De leveringen gebeuren via bpost en zijn gratis vanaf aankopen van 75 euro. “De online orders worden gepickt in het centrale magazijn. In zeven

van de tien gevallen maken klanten via de webshop reservaties om kledingstuk-ken te laten klaarleggen in de winkel van hun keuze. We halen er dus sowieso extra omzet uit maar de webshop op zichzelf is momenteel nog niet winstgevend”, vertelt Stefaan Allemeersch. Het aandeel retours bedraagt om en bij de 10%, wat relatief weinig is voor een fashionbedrijf maar volgens Stefaan Allemeersch wel een ver-gelijkbaar aantal met andere Belgische win-kelketens.

Fouten reducerenEind 2014 kreeg Giks Mode de vraag van Resatec, Giks’ partner voor antidiefstal-oplossingen, om een pilootproject met RFID op te starten. Stefaan Allemeersch raakte snel overtuigd van de voordelen en tekende begin 2015 de overeenkomst om ineens alle winkels met RFID uit te rusten. Belangrijkste drijfveer voor die beslissing was de behoefte aan correcte voorraad-informatie. “Het is bijzonder frustrerend, zowel voor onze medewerkers als voor

RFID & retail: een goede fitGiks Mode investeert in RFIDCorrecte voorraadinformatie is van groot belang voor retailers. Een noodzaak die met het groeiend aandeel online bestellingen nog elke dag groter wordt. Multimerkenwinkelketen Giks Mode investeerde als een van de eerste kledingketens in België in RFID-technologie. In het magazijn in Waregem worden alle inkomende goe-deren getagd en vanaf dat moment houdt Giks op elk moment een klare kijk op de voorraad. Over het waarom en de voordelen van RFID vertelde Stefaan Allemeersch, zaakvoerder van Giks Mode.

Op een week tijd rolde Giks Mode RFID uit in alle winkels. Correcte voorraadinformatie en tijdswinst waren de belangrijkste drijfveren.

AUTO-ID


onze klanten, als de voorraadinforma-tie niet klopt. Ons systeem van picking in gekleurde bakken per winkel is in principe redelijk eenvoudig maar het is per defini-tie niet foutenvrij. Vooral in de piekperi-odes, wanneer we vaker een beroep moe-ten doen op uitzendkrachten, zijn fouten onvermijdelijk. Met als resultaat dat het kledingstuk volgens het systeem in win-kel A ligt maar in de praktijk bij winkel B terechtkomt. Daarnaast zagen we ook potentieel in RFID om sneller de inventaris van de winkels op te maken.”

De implementatie zelf nam niet langer dan een week in beslag. “Dat was in juni, wat een relatief rustige periode is. We zijn toen gestart met de collectie winter 2015 en de NOOS-artikelen (never out of stock), goed voor in totaal bijna 7.000 stuks per winkel. We hebben bovendien gekozen om onze bestaande antidiefstaltags te blij-ven gebruiken. De merken Gerry Weber en State of Art werkten al met RFID-tags die geïntegreerd zijn in het prijslabel en die twee types tags zorgden oorspronkelijk wel voor conflicten. Gelukkig kon dat vrij snel opgelost worden. Aangezien wij sowieso in ons magazijn alle artikelen tegen dief-stal moeten beveiligen, leek ons de meest logische oplossing om met die tags te blij-ven werken. Enkel accessoires zoals sjaals en juwelen worden niet getagd. Omdat de kostprijs van de tags in verhouding tot de productprijs te hoog is en omdat de tags gaatjes maken in zijden sjaals.”

Plug & playDe tags die Giks gebruikt zijn de ‘Dual Tech-nology’ oestervormige tags van RF Keeper, die zowel voor RFID- als EAS-doeleinden (Electronic Article Surveillance) geschikt zijn. RF Keeper leverde ook de RFID-poort in het magazijn. Verder werd elke winkel voorzien van een draagbare RFID-reader van Nordic ID. Implementatiepartner van dienst was Resatec. “Het grote voordeel is dat het een relatief eenvoudige plug & play-oplossing is. In het magazijn werd een

poort geïnstalleerd die alle tags uitleest wanneer ze het magazijn verlaten. Bij aan-komst in de winkels scannen de medewer-kers de tags zodat we perfect weten welk artikelen elke winkel ontvangt. Het grote voordeel is dat wanneer een artikel voor winkel A in de bak van winkel C terecht-komt, dat automatisch aangepast wordt in het systeem zodat de voorraadinformatie correct blijft.”

Transparantie loontHoewel de oplossing al live is sinds juni 2015 is het aantal meetbare resultaten nog relatief beperkt. “Dat heeft veel te

maken met de kinderziekten waar we de eerste maanden tegenaan zijn gelo-pen”, weet Stefaan Allemeersch. “In feite draait de oplossing stabiel sinds februari van dit jaar. Sindsdien hebben we al drie keer een voorraadtelling gedaan en we zien dat het foutenmarge telkens daalt. Momenteel zitten we aan een foutenlast van minder dan 1%. Ook inventarisatie in de winkels neemt maar een uur in beslag. Vroeger deden we dat maar één keer per jaar en kostte het ons meer dan 10.000 euro. Met de RFID-oplossing kunnen we de voorraad in de winkels frequenter con-troleren.”

In het magazijn werd een poort geïnstalleerd die alle tags uitleest wanneer ze het magazijn verlaten. Bij aankomst in de winkels scannen de medewerkers de tags zodat we perfect weten welk artikelen elke winkel ontvangt.

Verder stelt Stefaan Allemeersch vast dat de medewerksters tijd winnen bij het afrekenen. “Vroeger moest er gescand worden aan de kassa’s, vandaag niet meer. De kledingstukken worden op een plaat gelegd en de prijs wordt meteen gelezen. Ook problemen met verdwenen prijskaartjes zijn van de baan. Even het kleding-stuk op de plaat leggen en onze medewerkers krijgen meteen de prijsinformatie te zien. Tot slot hebben we ook meer transparan-tie in het geval van diefstal. Vroeger was het veel moeilijker om te achterhalen wat er precies gestolen was. Als we vandaag ergens een tag vinden, weten we meteen aan welk artikel die verbonden was.”

De betere voorraadinformatie heeft Giks ook al toegelaten om de beschikbaarheid op de webshop aan te passen. “Vroeger gaven we aan dat een product niet langer online beschikbaar was van zodra er in de winkels maar drie stuks meer lagen. Nu doen we dat vanaf twee stuks en de bedoeling is om naar een te gaan. Zoiets zouden we zonder RFID niet kunnen doen. Je moet zeker zijn dat je voor-raadinformatie betrouwbaar is”, zegt Stefaan Allemeersch.

Giks kijkt vooruitEen ROI (Return on Investment) heeft Giks niet tot in detail bere-kend. Een aantal voordelen zijn immers moeilijk te becijferen. “Ik schat dat we de investering in twee tot drie jaar terugverdiend hebben. Een aantal zaken laten zich nu eenmaal moeilijk in cijfers gieten. Bijvoorbeeld de tijd die medewerkers uitsparen doordat ze minder werk hebben met de aanvullingen. Die tijd komt vrij om meer met de klanten bezig te zijn. Brengt dat op? Ongetwijfeld, maar hoeveel precies? Leiden snelle en goed aangevulde winkels tot meer verkoop? Ook daar twijfel ik niet aan”, duidt Allemeersch.

Giks heeft de voordelen van RFID ontdekt en gaat zonder twijfel verder op het ingeslagen pad. “Nu de oplossing stabiel draait en haar vruchten afwerpt, kunnen we stilaan uitkijken naar nieuwe innovaties. De technologische ontwikkelingen in retail gaan snel. We volgen op de voet wat innovaties zoals bijvoorbeeld interac-tieve paskamers, ons op termijn kunnen bieden. Die technologie is volop in ontwikkeling en biedt ongetwijfeld potentieel voor ons”, besluit Stefaan Allemeersch.BDV

COMMUNITY ASSET & MAINTENANCE MANAGEMENT

MAINTENANCE IS BECOMING PRODUCTION


13.30u: Registratie

14.00u: EAM systeemselectie: onderhoudstool of service management tool

14.50u: Conditioning Monitoring in Processing Industrie

15.40u: Pauze

16.00u: Multi-termijn onderhoudsplanning voor vloot van rollend materieel

16.50u: Q&A

Waar we ‘operationele uitmuntendheid’ de afgelopen decennia vooral bekeken vanuit een processtandpunt om de goederenflow te optimaliseren, zijn er twee trends die maken dat bedrijven ook het asset en onderhoudsbeheer aandachtig onder de loep moeten nemen:

· Veroudering van het asset park in West-Europa

· Digitalisering en evolutie naar ‘smart factories’

Dat heeft tot gevolg dat veel bedrijven asset en onderhoudsbeheer niet langer als een pure kostenpost kunnen beschouwen, maar steeds meer als een investering of zelfs een inkomstenbron moeten gaan zien.

Zo wordt de grens tussen onderhoud en productie almaar kleiner, wat in sommige sectoren al het geval is. “Maintenance is becoming Produc-tion.”

donderdag 16 juni ‘16Kasteel Den Brandt, Antwerpen

PROGRAMMA:

DEELNAMETARIEF:Deelname is gratis (*) maar voorbehouden aan professionals uit de industrie, groothandel, retail en logistieke dienstverleners. Aanbieders van oplossingen en consultants worden niet toegelaten.

(*) gratis voor leden van de Value Chain Community met een Value Chain abonnement (abonnement binnen vestiging volstaat). Niet-abonnees betalen € 75 deelname.


HANDLING


Innovatieve focus op de toekomst

Automatisering, individualisering, energiesystemen en digitalisering. Dat zijn de kernwoorden waar Lin-des ‘World of Material Handling’ anno 2016 rond draaide. Tijdens het groots opgezette klantenevenement in Offenbach konden klanten en pers ruim twee weken lang kennismaken met de nieuwste ontwikkelingen bin-nen de material handling markt. Business Logistics reisde mee met Motrac Handling & Cleaning, de Belgische verdeler van het merk.

Net als twee jaar geleden besloot Linde om te passen voor CeMat in Hannover en in de plaats daar-van een eigen event te organise-ren. Deze keer werd het 12.000m²

oude industrieterrein ‘Fredenhagen’ inge-palmd voor Lindes WoMH. Bezoekers konden er expositiezones bezichtigen, product-demonstraties bijwonen en hun kunnen bewijzen in de testzones.

Met de slagzin ‘Linked Logistics’ legde Linde Material Handling meteen de link tus-sen de huidige stand van zaken en de toe-komst. “Er beweegt heel wat in de wereld van de material handling. Ook wij moeten inspelen op de trend naar digitalisering en netwerken. Tijdens deze WoMH willen we duidelijk maken dat we ons klaarsto-men voor die toekomst. Tegelijk kunnen klanten hier ideeën opdoen en meenemen naar huis om hun eigen processen te ver-beteren”, aldus Christophe Lautray, mana-ging director en chief sales officer bij Linde Material Handling.

“De cijfers bewijzen in elk geval dat we op de goede weg zijn”, vult Andreas Krinninger, CEO van Linde Material Handling, aan. “Onze omzet is het laatste jaar met zo’n 3,5% gegroeid tot ruim 3,4 miljard euro We verwachten dat die tendens zich in 2016 zal doorzetten. Ook het aantal medewerkers groeit gestaag. Momen-teel zijn dat er zo’n 14.500. Die mankracht heb-

ben we hard nodig om de snelle evolutie bin-nen onze markt op de voet te volgen.”

Automatisering op verschillende niveausNaast een show met in de hoofdrol een holo-gram van ‘de truck van de toekomst’, kregen we een hele reeks recente en aankomende

Linde presenteert nieuwigheden tijdens ‘World of Material Handling’

Tijdens de WoMH kregen we alvast een mooi staaltje te zien van hoe verschillende Linde-trucks – van klein tot groot – in de toekomst met elkaar moeten kunnen interageren.

Call for ProjectsEnter your projectDid you recently implement a project to improve your supply chain?

Register it for the Supply Chain Award - Project of the Year 2016!

Grant your project and your company this unique platform to demonstrate your drive for effi ciency and innovation in the supply chain. Your project deserves it.

Who can enter a project?Every company domiciled in Belgium can enter a project for the Supply Chain Award- Project of the Year 2016. Consultants and providers can enter a project through their client.

Enter your project now !

W W W . S U P P L Y C H A I N A W A R D . B E

Supply Chain Award – Project of the Year 2016

SCA_CallForProjects_2016.indd 1 7/03/16 12:07

http://www.supplychainaward.be/

HANDLING


Call for ProjectsEnter your projectDid you recently implement a project to improve your supply chain?

Register it for the Supply Chain Award - Project of the Year 2016!

Grant your project and your company this unique platform to demonstrate your drive for effi ciency and innovation in the supply chain. Your project deserves it.

Who can enter a project?Every company domiciled in Belgium can enter a project for the Supply Chain Award- Project of the Year 2016. Consultants and providers can enter a project through their client.

Enter your project now !

W W W . S U P P L Y C H A I N A W A R D . B E

Supply Chain Award – Project of the Year 2016

SCA_CallForProjects_2016.indd 1 7/03/16 12:07

innovaties voorgeschoteld. In het rijtje kon uiteraard een passend antwoord op de trend naar onbemande trucks niet ontbreken. “In de toekomst zullen lading, ladingdragers en transportmiddelen bovendien steeds vaker in verbinding met elkaar staan. Transportmidde-len zullen steeds meer autonoom op draad-loze signalen reageren. Uiteindelijk moet elk toestel automatisch weten waar het wan-neer nodig is, waarmee we in de richting van ‘swarm logistics’ evolueren”, blikt Massimiliano Sammartano, marketingdirecteur bij Linde, vooruit. Tijdens de WoMH kregen we alvast een mooi staaltje te zien van hoe verschil-lende Linde-trucks – van klein tot groot – met elkaar kunnen interageren.

Intussen heeft Linde al diverse trucks binnen het gamma geautomatiseerd onder de naam Linde-Matic: de stapelaar L-Matic, de counter-balanced stapelaar (L-Matic AC), de pallettruck (T-Matic) en het treinsysteem (P-MATIC). De automatische Linde smallegangen combit-ruck (K-Matic) wordt tegen het einde van dit jaar verwacht. Komend jaar wil Linde ook een automatische reachtruck in het gamma ver-welkomen.

“Aan de basis van onze geautomatiseerde trucks ligt een innovatief lasergeleid systeem op basis van geonavigatie. Het grote voor-deel is dat daarvoor geen infrastructuur – en dus ook geen reflectoren, magneten of der-gelijke – geïnstalleerd hoeft te worden. Het door Balyo ontwikkelde systeem baseert zich op een virtuele kaart die de truck helpt om zijn weg in het magazijn te vinden. Dat maakt de Linde-Matics trucks uitermate geschikt voor repetitieve taken, lange rijafstanden of meerdere shifts na elkaar”, vertelt productmanager Andreas Mönk.

Daarnaast legt Linde de laatste hand aan de N20 OptiPick, een geautomatiseerde versie van de N20 orderverzameltruck. Met behulp van een armband kan de operator de N20 OptiPick van op afstand besturen. Zo kan de operator zich volledig op zijn picktaken focussen. Bovendien hoeft hij niet meer continu op en van de truck te stappen, wat vermoeide benen vermijdt. De afstand die de truck moet afleggen, kan de ope-rator bepalen door de knop op de armband één of meerdere keren in te drukken. “Er zijn intussen al vergelijkbare systemen van andere leveranciers op de markt. Wij werken bewust met een arm-band omdat die naar onze mening een optimale flexibiliteit biedt. Als je bijvoorbeeld de afstands-

bediening in een handschoen integreert, kan dat problemen opleveren als de gebruiker al andere handschoenen moet dragen, pakweg in zeer koude omgevingen”, luidt het.

Bij de ontwikkeling van de N20 OptiPick gaat logi-scherwijs veel aandacht naar veiligheid. Zo houdt de truck altijd minimaal 55cm afstand tot het rek, geeft de lichtsignalisatie op de truck via diverse kleuren de truckstatus aan, is er aan de voorzijde van de truck een laserscanner geïntegreerd en houdt de OptiTruck automatisch halt aan het einde van het rek. In de OptiPick modus rijdt de truck ook langzamer. Uiteraard kan de bestuurder de truck nog steeds manueel overnemen. Tegen de herfst van dit jaar moet de N20 OptiPick op de markt zijn.

Ruimer zicht met Roadster Als er één ding duidelijk werd tijdens deze WoMH, is het wel dat Linde – net als andere grote spelers in de markt – inzet op een zo breed mogelijk aan-bod om elke klant een zo individueel mogelijk antwoord te bieden. Momenteel kunnen klanten kiezen uit maar liefst 85 productlijnen met 6.000 variaties wereldwijd. Ook het aantal nieuwe vari-aties op bestaande trucks en opties die tijdens WoMH de revue passeerden, leek eindeloos.

Ons sprong – naast al het automatische geweld – vooral de elektrische heftruck ‘Linde Roadster’ in het oog. Deze heftruck heeft geen A-stijlen die het beschermdak dragen. Wel is het dak schar-nierbaar bevestigd aan de bovenliggende neig-cilinders tussen de mast en C-stijlen. Voordeel is dat de bestuurder zo een breed panoramabeeld

op zijn omgeving krijgt. Dat zorgt enerzijds voor minder ongevallen, anderzijds kan de bestuur-der zo sneller en efficiënter werken. De sportieve look krijg je er bovenop. Standaard is de Roadster voorzien van een stalen dakconstructie, optio-neel is een extra veilig dak uit gewapend glas. Dit model heeft geen cabine, maar met een voorruit kun je wel wind en regen tegenhouden. Deze truck zal tegen eind dit jaar voor het eerst van de productieband rollen.

Software creëert connectiviteitOp softwarematig vlak heeft Linde evenmin stil-gezeten. Met het oog op een nog hogere connec-tiviteit werkte Linde verder aan zijn Fleet Manage-ment system. Zo kan de bestuurder aan het begin van zijn shift belangrijke zaken zoals de banden-spanning of mogelijke schade controleren via de ‘pre-op check’ app op zijn smartphone. Pas als alle checks zijn uitgevoerd, wordt de truck vrijge-geven. De ‘connect: desk’ software combineert alle informatie met andere data en voert op basis daarvan de nodige analyses uit. Dat heeft niet alleen een positieve impact op de veiligheid, maar ook op de productiviteit en beschikbaarheid van de vloot. Om de dataoverdracht te realiseren, kan zowel via WLAN, bluetooth als GPRS worden gewerkt.

Een andere belangrijke ontwikkeling op het vlak van veiligheid is de Safety Pilot, die al tijdens de WoMH werd gelanceerd. Dat biedt de operator via een display op het werkstation elektronische ondersteuning om bestuurdersfouten te vermij-den en de lading steeds correct te behandelen. Door het succes van de oplossing installeert Linde

De ‘Linde Roadster’ heeft geen A-stijlen die het beschermdak dragen. Dat zorgt enerzijds voor minder ongevallen, anderzijds kan de bestuurder zo sneller en efficiënter werken.


HANDLING

de Safety Pilot nu op steeds meer trucks. Zo kunnen naast elektrische heftrucks voortaan diesel- en LPG-modellen met de technologie worden uitgerust.

Met de Mobile Service Manager app zullen operatoren in de toekomst bovendien in staat zijn hun vragen rechtstreeks naar de Linde serviceor-ganisatie door te spelen via de QR-code van de truck en een foto van het euvel. Vervolgens worden ze up to date gehouden van hun vraag via hun smartphone. Daarnaast wordt het voor logistieke managers in grotere bedrijven via MyLife mogelijk om informatie over de huidige workload en de onderhoudstatus, inclusief een transparant kostenoverzicht, te krij-gen.̀

Lithium-iontechnologie maakt stap naar heftrucksOp het vlak van energiesystemen lanceerde Linde tijdens de vorige WoMH lithium ion-batterijen voor zijn pallettrucks, waar intussen al orderpickers en treinoplossingen aan werden toegevoegd. Vandaag ver-klaart de fabrikant zich klaar om ook zijn lichte elektrische heftrucks – met laadcapaciteiten tussen 1,4 en 1,8 ton ton – met de technologie uit te rus-ten. De lithium ion-technologie biedt een aantal grote voordelen tegen-over de klassieke loodzuurbatterijen. Zo valt er tot 30% energie te bespa-ren, maken de tussentijdse laadbeurten batterijwissels overbodig en zijn lithium-ionbatterijen bovendien onderhoudsvrij. Bedoeling is tegen 2018 alle elektrische heftrucks tot 5 ton van lithium ion-batterijen te kunnen voorzien.

“We zijn gestart in het segment van de pallettrucks omdat de techno-logie daar eenvoudiger te implementeren is. Intussen hebben we onze lithium-ion helemaal klaargestoomd voor het zwaardere werk. De tech-nologie die wij gebruiken, onderscheidt zich vooral op het vlak van vei-ligheid met die van de concurrentie. Ons batterijmanagementsysteem staat continu in verbinding met de truck zelf. Is er een probleem met de batterij, dan past de truck zich aan. Is het bijvoorbeeld heel koud buiten, dan laat de lithium ion-batterij de truck weten dat hij geen energie van regeneratieve remmen meer kan absorberen. Mocht die connectie er niet zijn, dan kan dat leiden tot storingen en dus gevaarlijke situaties”, zo klinkt het bij Linde.

Trucks op basis van lithium-iontechnologie zijn in elk geval in opmars. Linde verwacht dat over een tiental jaar in de helft van de elektrische trucks zo’n batterij zal huizen. Op de vraag naar het potentieel naar trucks met brandstofcellen op basis van waterstof – die Linde eveneens biedt – was het antwoord eerder terughoudend. “Zulke systemen worden van-daag vooral in de VS verkocht. De installatie is nog steeds heel duur, wat het systeem pas interessant maakt vanaf een vijftigtal trucks en meerdere shifts. Voor de meeste bedrijven die in een duurzame technologie willen investeren, blijft de lithium ion-batterij nog steeds veruit het meest inte-ressant.”TC

a-SIS introduceert nieuw head-up display systeem voor magazijnwerkzaamhedena-SIS presenteert een alternatief voor de ‘augmented reality’ bril. Een ultrascherp beeldscherm wordt bevestigd aan de klep van een pet en de vertoonde informatie wordt gekoppeld aan voice-technologie. “Eerst hebben we vooral brilvarianten ontwikkeld, maar we kwamen tot de conclusie dat die niet altijd geschikt zijn voor magazijnwerkzaamheden,” legt Evelyne Raynaud, directeur Product Development en Strategie bij a-SIS, uit. “Een visuele bril dragen is niet fijn in combinatie met een echte bril, het vrije zicht wordt soms beperkt door de korte afstand van de informatie ten opzichte van de ogen, een optimale werkveiligheid in een omge-ving met veel heftrucks is bijna niet mogelijk en er zijn geregeld problemen met de wifiverbindingen.

In totaal is aan de ontwikkeling van de nieuwe technologie drie jaar R&D vooraf gegaan. Het systeem bestaat uit 2 hoofddelen. Ten eerste is er het hoofddeksel met aanpasbaar 0,39 inch OLED-scherm in hoge resolutie bevestigd aan de klep. Ten tweede het opvallende vest, waarin een micro pc en de batterijen zitten. De twee onderdelen zijn verbonden via een USB-HDMI kabel. Mede-werkers hebben slechts een korte oogbeweging omhoog nodig om te kijken wat er gedaan moet worden. Als zij vervolgens recht vooruit kijken, dan belemmert niets het zicht. Het systeem biedt de mogelijkheid om naast tekst ook afbeeldingen te vertonen. De batterijen gaan circa 10 uur mee, wat ruim voldoende is voor een volledige werkdag. Momenteel wordt het systeem uitgerold op de productielocatie van moederbedrijf Savoye Divisie in Ladoix-Ser-rigny (bij Beaune, Frankrijk).

FLASH

SEMINAR21 06 2016 - ANTWERP - HANGAR 26, STUURBOORD

SUPPLY CHAIN FINANCETHE CROSS POINT OF PROCUREMENT, LOGISTICS, FINANCE & DIGITALIZATION

PROGRAM

08:30 – 09:00 Welcome & registration

09:00 – 09:45 Introduction on Supply Chain Finance

Prof. Michiel Steeman

09:45 – 10:45 The impact of new business models (SaaS, E-commerce, Share-Economy, etc.) on Working Capital and Corporate Financing

Mr Jos Feyaerts

10:45 – 11:15 Coffee break

11:15 – 12:00 The digitalization of the supply chain is about collaboration and the exchange of status. “2016 the year the invoice talks back”

Mr. Douwe Lycklama

12:00 – 13:00 A snapshot of some new technics for Working Capital Finance (Dynamic Discounting, Trade Finance, Invoice marketplaces etc.)

13:00 – 14:00 Walking Lunch & live demos

14:00 – 14:40 VAT the nightmare of New Business Models, E-commerce and global logistics

Prof. Patrick Wille

14:40 - 15:10 Business Case 1: Digitising Trade Finance

Mr. André Casterman

15:10 – 15:40 Business Case 2: Digital collaboration within the supply chain Procter & Gamble and Nallian

15:40 – 16:00 Coffee break

16:00 – 16:30 Business Case 3: The impact of supply chain finance on the business model

16:30 – 17:30 Business case 4: Business Game; The Cool Connection - Supply Chain Finance – intro to the Business Simulation: about the physical and the financial supply chain

Steven van der Hooft

17:30 – 17:45 Wrap up + The value of a Supply Chain Finance Community –

Michiel Steeman

17:45 - 19:00 Network Reception

Teken nu in en geniet een mooie First Announcement korting !Info en inschrijven: www.valuechain.be

Supplier Producer Customer

Primary product

flow

Primary product

flowPrimary cash flowinformation

Reverse product flow

Supply Chain Finance

Community

The network



HANDLING

Wereldwijd is Soudal de groot-ste onafhankelijke fabrikant van polyurethaanschuim. Jaarlijks worden 100 miljoen spuitbussen in alle forma-

ten geproduceerd in België, Polen, China en Slovenië. Daarna is Soudal een van de grootste dichtstoffenfabrikanten met zo’n 200 miljoen kokers per jaar. Om die te produceren, heeft Soudal fabrieken in België, Slovenië, Polen, Letland, de VS, Chili, Turkije, India en China. “Momenteel gaat het onze organisatie voor de wind. De vraag blijft stijgen, dus de hamvraag is hoe we daarop een treffend antwoord kunnen bieden, vanzelfsprekend zonder te raken aan de f lexibiliteit en de kwali-teit”, begint Peter Bruggeman.

Op zoek naar flexibele transportbufferEen achttal jaar geleden stelde de onder-neming zich tot doel de productiecapa-citeit met of van nieuwe machines spec-taculair te verhogen. Daarbij moesten de installaties een ketting van opeen-volgende en zorgvuldig georkestreerde acties vormen. In lijn met die visie volgde in 2011 de installatie van een testlijn op de site in Turnhout.

De nieuwe kokerafvulinstallatie voor sili-cone kreeg de naam ‘Efone’ en kon maar liefst 200 kokers per minuut aan. De installatie in de fabriekshal van 12 op 18 meter bestond uit verschillende onderde-len. Voor de kartons met lege kokers had-den we een depalletiseermachine. Er was een automatische scheiding van karton/kokers en de kokeraanvoer naar de vul-machine ‘Efone’ zelf voorzien. Vervolgens vond transport naar de buffers plaats, om snelheidsverschillen tussen de verschil-lende machines op te vangen. Daarna volgden twee case packers en tot slot het transport naar de palletiseermachine.

“In 2012 was het tijd om de testlijn te evalueren. Over de meeste onderdelen waren we tevreden. Alleen het transport naar de buffers bleek dramatisch. Aange-zien onze kokers naargelang de precieze inhoud een verschillend zwaartepunt hebben, was heel moeilijk om de kokers op een goede manier op te vangen. De kokers gingen bij wijze van spreken alle kanten uit, behalve waar ze moesten terechtkomen. We hebben een transport-band en nog enkele alternatieven gepro-beerd, maar niets werkte naar behoren. Enkel en alleen om die reden haalden

we amper de helft van de vooropgezette snelheid van 200 kokers per minuut op deze testlijn”, zegt Peter Bruggeman.

“We moesten dus op zoek naar een sys-teem dat producten zeer snel van A naar B kon transporteren en dat op een betrouwbare en gecontroleerde manier.

Vertrouwen op zwaartekrachtSoudal implementeert Skyfall in productieomgeving

De zoektocht van Soudal naar een geschikt systeem om kokers af te voeren vanaf de nieuwe productielijn liep niet bepaald over rozen. Uiteindelijk kwam de fabrikant van PU-schuim, voegkitten en lijmen bij WRH Global terecht, die de gravitaire Skyfall-installatie in deze specifieke omgeving wilden uitproberen. Met succes, want het systeem stelt de Belgische fabriek in staat om maar liefst 200 kokers per uur op te vangen, te bufferen en af te voeren naar de verpakkingskartons. Alles over het uitdagende project hoorden we tijdens Supply Chain Innovations van Peter Bruggeman, project & engineering manager bij Soudal.

Peter Bruggeman, project & engineering manager bij Soudal: “Door het buffervermogen van de Skyfall-opllossing hebben we nu een zeer grote flexibiliteit. Bovendien genieten we van een maxi-male vrijheid op de vloer door het driedimensio-nale ontwerp van Skyfall.”

HANDLING


Intussen hadden we ook bedacht dat we tijdens het transport een aantal extra zaken wilden doen. We wilden een buffer die in staat was om zichzelf te vullen en te ledigen. Daarnaast wensten we kwa-liteitscontroles te doen bij ‘wachtende’ kokers en kokers die niet voldeden uit te sluizen”, vervolgt Peter Bruggeman.

Skyfall verkent nieuwe omgevingToevallig kreeg Soudal in die periode een telefoontje van WRH Global, het voorma-lige Ferag. Deze leverancier staat in de krantenwereld bekend voor zijn oplossin-gen op het vlak van post-press handling. WRH Global was evenwel nieuwe afzet-markten voor intralogistieke toepassin-gen aan het verkennen en op zoek naar bedrijven die met hen die stap wilden zetten.

“Toen gevraagd werd of wij specif ieke handlingproblemen in onze organisa-tie hadden, hebben we meteen ons pro-bleem rond het transport naar de buffers op tafel gelegd”, aldus Peter Bruggeman. Met name de Skyfall-oplossing bood potentieel voor een gecontroleerd koker-transport. Op maat van Soudal werd de oplossing ontworpen en geïnstalleerd. Het duurde ongeveer een jaar om de installatie te realiseren.

Het resultaat was bevredigend. “We had-den specifiek gevraagd naar een systeem dat in staat was om elke afzonderlijke koker gecontroleerd van de afvulinstal-latie over te nemen en af te voeren naar de locatie die wij wensten”, aldus Peter Bruggeman. “Binnen Skyfall – die we zelf onze Rock & Roll-installatie noemen – maken we gebruik van de wetten van de zwaartekracht. De gevulde kokers worden automatisch in een klem op een karretje langs een rail gegrepen, waarna we ze tot 7 meter boven de vloer omhoog brengen. Daarna gaan ze gravitair – naargelang de hellingshoek – zachtjes of iets harder

naar beneden. Onderweg nemen ze een aantal wissels, zodat de kokers telkens de juiste weg kunnen nemen. Aan het einde van de rit worden ze automatisch geïnjecteerd in de case packer. Voor de aansturing van het systeem hebben we eenvoudige, superviserende software ontwikkeld, die we enkel moesten linken met ons ERP.”

Ondanks het feit dat er maar twee meter tussen de afvul- en de verpakkingsinstal-latie ligt, kan Soudal binnen de Skyfall-in-stallatie heel veel extra functionaliteit aan de transportinstallatie toevoegen. “Naargelang de bezetting van onze case packers kunnen we kokers naar de eer-ste of de tweede case packer laten gaan. Ook als een van de case packers defect is, kunnen we alle kokers naar de andere machine leiden”, zegt Peter Bruggeman. “Als we vermoeden dat er ergens pro-blemen zijn met bepaalde kokers, dan zouden we die naar het kwaliteitscontro-

lesysteem kunnen sturen waar twijfelach-tige kokers kunnen worden getraceerd en uitgesorteerd.”

Van test naar realiteitGezien de goede resultaten met de geop-timaliseerde testinstallatie, installeert Soudal op dit moment twee nieuwe afvul-lijnen met een capaciteit van 200 kokers per minuut. Dankzij Skyfall wordt Soudal nu effectief de enige fabrikant binnen Europa die tegen deze snelheid kan pro-duceren. Vanuit een centrale locatie zul-len kokers worden aangevoerd. Daarna volgt de kokervoorbewerking en de juiste aantallen worden naar de gevraagde afvulpositie gebracht. Via de stuurbare wissels zijn meerdere machines met diverse snelheden in-line f lexibel koppel-baar. Peter Bruggeman: “Intussen werden nog enkele verbeteringen aangebracht ten opzichte van de testinstallatie. Voor ons had WRH Global een zeskantig profiel

Skyfall maakt handig gebruik van de wetten van de zwaartekracht. Gevulde kokers worden automatisch in een klem op een karretje langs een rail gegrepen, waarna we ze tot 7 meter boven de vloer worden gebracht. Daarna gaan ze gravitair – naargelang de hellingshoek – zachtjes of iets harder naar beneden.


HANDLING

ontwikkeld om de koker te grijpen. Nu is dat een geplooid roestvrijstalen profiel geworden, dat nog sterker en minder slijtgevoelig is. Wij hebben nu kokers, maar uiteraard is het mogelijk om ook zaken zoals f lessen, dozen en zakjes mee te nemen, zolang je met het karretje langs het tracé kunt blijven rijden. Ook de mogelijkheden om te sorteren en te wisselen zijn intussen sterk toegenomen. Lege karretjes kunnen we zeer snel naar beneden laten gaan, de volle kokers volgen een ander traject op een meer gezapig tempo.”

“Door het buffervermogen van de Skyfall-opllossing hebben we nu een zeer grote f lexibiliteit. Bovendien genieten we van een maximale vrijheid op de vloer door het driedimensionale ontwerp van Skyfall. Nu hangen onze kokers een groot deel van de tijd in de lucht. Mochten we ervoor gekozen hebben om toch met transportbanden te werken, dan was de volle-dige vloer volzet geweest”, zegt Peter Bruggeman. “Meege-nomen is dat het energieverbruik van de installatie minimaal is, aangezien het systeem op basis van zwaartekracht werkt. Naast de bufferfunctie zijn we ook van plan om andere func-ties in het Skyfall-gedeelte te integreren. Welke die precies zullen zijn, geven we liever niet prijs, maar ze dragen er in elk geval in belangrijke mate toe bij dat onze afvullijnen optimaal zijn afgestemd op de toekomstige groei.”TC

Voor de testinstallatie had WRH Global een zeskantig profiel ontwikkeld om de koker te grijpen. Nu is dat een geplooid roestvrijstalen profiel gewor-den, dat nog sterker en minder slijtgevoelig is.

Automatisch transport verhoogt efficiëntie in crossdockmagazijnDSV Road optimaliseert palletstromen met BT Autopilot

Bijna 17.000m² beslaat het crossdockmagazijn van DSV Road in Puurs. Via ruim 100 kades vertrekken van hieruit zo’n 35.000 zendingen per maand naar diverse Europese bestemmingen. Dat het hier om pure crossdocking gaat, betekent niet dat er binnen de magazijnmuren van DSV Road geen ruimte is voor automatisering. Daarvan getuigen de vier BT Autopilots die dagelijks helpen de piekperiodes op te vangen. Tekst en uitleg bij de rol van de automatische voertuigen krijgen we van Christian Ottelohé, general manager bij DSV Road.

Naast DSV Air & Sea en DSV Solutions vormt DSV Road een van de drie pijlers binnen de organisatie. In Puurs biedt DSV Road nationale en internationale groepagediensten per vracht-wagen binnen de hele Europese Unie. “DSV Road is een bedrijf dat continu innovatieve technologieën in zijn activi-

teiten tracht te integreren. Zo bieden wij onze klanten full tracking & tra-cing-diensten. Maar ook achter de schermen bekijken we waar innova-tieve systemen meerwaarde kunnen bieden”, stelt Christian Ottelohé.

Verlichting voor piekperiodesIn Puurs zocht DSV meer bepaald een oplossing om de pieken tijdens de goederenontvangst op te vangen. “Verschillende keren per dag krijgen we zeer hoge volumes binnen, die we zo snel mogelijk wegbrengen om ruimte te maken voor volgende leveringen. Die momenten waren voor heftruckbestuurders zeer stresserend, met risico op fouten of schade aan pallets. Bovendien hadden we in die korte periodes vaak handen te kort. Soms komen er 10 vrachtwagens tegelijk aan en daarna enkele uren geen enkele meer. Dat maakt personeelsplanning in die zones heel lastig”, legt Christian Ottelohé uit.

TRANSPORTPLANNING


Automatisch transport verhoogt efficiëntie in crossdockmagazijnDSV Road optimaliseert palletstromen met BT Autopilot

Belangrijk was dat de nieuwe oplossing vlot overweg moest kunnen met europallets en blokpallets. Verder moest ze even flexibel zijn als de omgeving waarin ze zou opereren. “Algauw kwamen we uit op de automatische truck. In een omgeving als de onze worden die nog niet zo vaak gebruikt, maar dat schrikte ons niet af. We hebben contact gehad met twee leveran-ciers van automatische pallettrucks. Uiteinde-lijk is onze keuze gevallen op de semi-automa-tische BT Autopilot van Toyota, de leverancier waar we al mee samenwerkten voor onze heftrucks. De BT Autopilot is in staat om zelf-standig pallets te transporteren op basis van lasergeleiding. De andere aanbieder met wie we hebben gesproken werkte met visietech-nologie. Dat systeem werkt niet op basis van een afgelijnde structuur maar meer intuïtief. In extreem drukke omgeving als de onze geloof-den we daar minder in”, motiveert Christian Ottelohé zijn keuze.

Aandacht voor veiligheidDSV Road haalde vier BT Autopilots in huis. Elke BT Autopilot kan 1.600kg tillen. Binnen dit magazijn werken de toestellen zelfstan-dig maar indien nodig kunnen ze manueel worden overgenomen, wat handig is als er toch eens buiten de route moet worden gemanoeuvreerd. Een grote uitdaging tij-dens de configuratie was wel dat er bij DSV zeer diverse goederen op de pallets worden getransporteerd. Zeker als er zaken buiten de rand van de pallet uitsteken, moest de truck dat via zijn scanner kunnen detecteren.

“Met de hulp van Toyota hebben we grondig nagedacht over hoe we de truck optimaal op onze omgeving konden afstemmen. Zo werd een extra laserscanner achteraan de truck voor-zien, wat ervoor zorgt dat trucks sneller kunnen achteruit rijden en voorkomt dat trucks tegen de rand van andere pallets in het magazijn rijden. We zetten onze pallets uiteraard allemaal netjes achter elkaar maar als er bijvoorbeeld een stuk van een product uitsteekt, dan vormt dat altijd een risico. De BT Autopilot herkent zulke zaken en stopt op tijd, wat het aantal ongelukken in het magazijn sterk reduceert.”

Verder werden de BT Pilot-trucks voorzien van Toyota’s Blue Safety Light. Dat is een visueel waarschuwingssignaal, waarbij ledlampen bovenop de truck een opvallende blauwe licht-vlek op de grond projecteren. Bij DSV Road werkt de Blue Safety Light in twee richtingen: enkele meters voor en achter de heftruck. Dat is vooral handig op kruispunten in het magazijn, waar heftrucks en voetgangers elkaar kunnen tegenkomen.

Van ontvangst tot vertrekAan de introductie van de BT Autopilots werd een optimaliseringsproject met het oog op de ontvangst van de pallets gekoppeld. “Bij hun aankomst in het magazijn passeren alle pallets nu onder een grote scanner . Op dat moment wordt de pallet gemeten en wordt er een foto van genomen. Tegelijk kunnen de nodige manu-ele controles gebeuren”, legt Christian Otte-lohé uit. “Dat systeem in combinatie met de BT

Autopilots heeft er in feite voor gezorgd dat we ons ontvangstproces in drie stukken hebben kunnen knippen: lossen, meten en controles, en tot slot het transport van A naar B. Vroeger deed één medewerker vaak al die verschillende stap-pen, zodat alles meer door elkaar liep. Nu is het hele proces eenduidiger.”

De BT Autopilots worden niet enkel ingezet om de goederen van de ontvangstzone naar de buf-

Christian Ottelohé, general manager bij DSV Road: “Met de hulp van Toyota hebben we gron-dig nagedacht over hoe we de truck optimaal op onze omgeving konden afstemmen. Zo werd een extra laserscanner achteraan de truck voorzien, wat ervoor zorgt dat trucks sneller kunnen achter-uit rijden en voorkomt dat trucks tegen de rand van andere pallets in het magazijn rijden.”


TRANSPORTPLANNING

ferlocaties te brengen, op het einde van de dag brengen ze de goederen ook naar de expeditie-zone. “De BT Autopilots hebben tot ’s morgens half vijf de tijd om de goederen op de juiste zone voor vertrek te krijgen. De chauffeur hoeft bij zijn aankomst enkel nog de goederen te laden en te vertrekken”, klinkt het.

De BT Autopilots worden vooral ingezet in het nationale crossdockmagazijn, waar elke mor-gen zo’n 100 vrachtwagens vertrekken, maar ze springen ook bij in de internationale crossdock-ruimte. Daar was het uitstippelen van de opti-male routes een extra grote uitdaging aangezien de vrachtwagens voor verschillende landen er op verschillende tijdstippen vertrekken. “Uiter-aard willen we dat zo weinig mogelijk verkeer elkaar kruist. Hier werken we met een volgorde die we bepalen op basis van een combinatie van afstand, tijdstip en bestemming. Daarbij nemen de BT Autopilots de minst dringende zendingen op zich”, legt Christian Ottelohé uit.

Wisselwerking tussen mens en machineOver het implementatietraject heeft DSV onge-veer een jaar gedaan.”Daarin zat ook de integra-

tie van de bestaande scanner/meetinstallatie. Omdat we uniformiteit wilden in de scanappa-ratuur die we in huis haalden, heeft het totaal-project wat langer geduurd dan voorzien, maar uiteindelijk hebben onze inspanningen geloond. Wat betreft de BT Autopilot, was het uitte-kenen van lay-out ongetwijfeld een van de grootste uitdagingen. Heel veel denkbeeldige lijnen moesten gezet worden op de plaatsen waar de BT Autopilots pallets moesten kun-nen opnemen. We hebben het parcours heel nauwgezet uitgestippeld en overal de nodige reflectoren gehangen. Die ‘kaart’ hebben we vervolgens in elk toestel gestopt, zodat de BT Autopilots perfect hun positie in het magazijn kunnen berekenen”, gaat het verder.

Intussen werkt DSV ongeveer een jaar met de BT Autopilots. “De integratie van de innova-tieve toestellen in onze ‘traditionele’ maga-zijnomgeving verliep vrij vlot. Aanvankelijk zagen sommige medewerkers de automati-sche voertuigen als bedreiging voor hun job. Maar het is nooit onze ambitie geweest om met de toestellen mensen te schrappen. Doel is in de eerste plaats het werk efficiënter te laten verlopen en in de toekomst nog meer

volume te kunnen afhandelen met hetzelfde team”, maakt Christian Ottelohé duidelijk. “Enkele van onze 45-plussers leiden het werk van onze BT Autopilots in goede banen. Dat is lichter werk dan wat ze gewoon zijn. Omdat we extra inspanningen voor die groep mede-werkers doen, krijgen we ook een subsidie van de Vlaamse overheid.”

Dat de BT Autopilots de investering waard zijn, was al snel duidelijk. “We werken vandaag in drie shiften en stellen vast dat er al een Return on Investment in zit vanaf de tweede shift. We kunnen stellen dat we hetzelfde werk met ongeveer twee full time equiva-lents (FTE’s) kunnen klaren”, besluit Christian Ottelehé. “Met zijn 6km/u. is een BT Autopilot weliswaar een stuk trager dan een gewone heftruck maar het grote voordeel is dat hij – in tegenstelling tot een heftruckbestuurder – nooit pauzes neemt. Dankzij de reservebat-terij hoeft hij ook niet tussen shifts door op te laden. De betrouwbaarheid en de efficiën-tie die we uit de BT Autopilot halen vormen kortom een perfecte aanvulling binnen ons team.”TC

De BT Autopilots worden niet enkel ingezet om de goederen van de ontvangstzone naar de bufferlocaties te brengen. Op het einde van de dag brengen ze de goederen ook naar de expeditiezone.

OpleidingenDistributielogistiek

Kasteel Den Brandt, Antwerpen – start 20 september

APICS CPIM: Certifi ed in Production and Inventory Management

Odisee Brussel – start 12 september

SeminarsLean Warehousing

Kasteel Den Brandt, Antwerpen – 29 september

Workforce PlanningKasteel Ter Ham, Steenokkerzeel – 16 juni

Forecasting with ExcelKasteel Ter Ham, Steenokkerzeel – 16 september

Company VisitsSoudal – 14 juni

Hesbaye Frost – 17 juni

[email protected]

PICS Belgium vzw | Spuilbeekweg 16G | 3140 Keerbergen | T +32 (0)494/10 28 83

Meer informatie? www.picsbelgium.be

PICS BELGIUM Nieuws & agenda

Enter your project now !Call for projectsSupply Chain Award – Project of the Year 2016

BEKIJK ALLE PICS ACTIVITEITEN OP picsbelgium.be/category/agenda

adv_PICScorner_mei_2016.indd 1 23/05/16 11:59

http://www.picsbelgium.be/

http://www.picsbelgium.be/

http://picsbelgium.be/category/agenda

SUMMERCLASS FORECASTING EN VOORRAADOPTIMALISERING

23 – 24 juni ’16 – De Abdijmolen, HeverleeOF23 – 24 augustus’ 16 – Nieuwgoed, Gent

INFO: Tijdens de tweedaagse Summerclass staan de hoofdtopics Forecasting en Voorraadoptimalisering centraal. In korte sessies van 45 minuten proberen we u een beter inzicht te geven in uw supply chain activiteiten.

Nadat u dit programma heeft gevolgd, bent u volledig op de hoogte van welke zaken van invloed zijn op het supply chain proces. Uw kennis over forecasting en voorraadoptimalisering zal toenemen en deze kunt u toepassen in uw dagelijks werk.

DOCENTEN: Paul Durlinger & Steven Pauly

PROGRAMMA:· Waarom is logistiek zo moeilijk?· ABC/XYZ-analyse· Dé voorraad bestaat niet· Voorraadbeheer en software (Slim4)· Wat moet een manager weten over voorraadbeheer en forecasting?· De Japanse kijk op voorraadbeheer· Financiële aspecten van voorraadbeheer· Leverbetrouwbaarheid/servicelevel· Forecast accuracy· Leveranciersanalyse· ...

DEELNAMETARIEF: Vroegboekactie (inschrijven vóór 1 juni): € 630

Inschrijvingen na 31 mei: € 750



De rijzende ster van TMS - Home - Value Chain Business... · 2016. 6. 2. · Wereldwijd groeit de...

Documents

Transcript of De rijzende ster van TMS - Home - Value Chain Business... · 2016. 6. 2. · Wereldwijd groeit de...