CO2-emissieinventarisatie Cleaning Royal Haskoning/media... · 2013-09-05 · Dit rapport heeft als...

39
T CO2-emissieinventarisatie Cleaning Royal Haskoning Royal Haskoning 7 december 2011 Eindrapport Z7195.01

Transcript of CO2-emissieinventarisatie Cleaning Royal Haskoning/media... · 2013-09-05 · Dit rapport heeft als...

Page 1: CO2-emissieinventarisatie Cleaning Royal Haskoning/media... · 2013-09-05 · Dit rapport heeft als doel een emissie-inventarisatie van de schoonmaakketen te doen en daarbij elementen

T

CO2-emissieinventarisatie Cleaning Royal Haskoning

Royal Haskoning

7 december 2011 Eindrapport Z7195.01

Page 2: CO2-emissieinventarisatie Cleaning Royal Haskoning/media... · 2013-09-05 · Dit rapport heeft als doel een emissie-inventarisatie van de schoonmaakketen te doen en daarbij elementen
Page 3: CO2-emissieinventarisatie Cleaning Royal Haskoning/media... · 2013-09-05 · Dit rapport heeft als doel een emissie-inventarisatie van de schoonmaakketen te doen en daarbij elementen

������������

Documenttitel CO2-emissieinventarisatie Cleaning Royal Haskoning

Verkorte documenttitel

Status Eindrapport

Datum 7 oktober 2011

Projectnaam CO2-prestatieladder niveau 4/5 Haskoning

Projectnummer Z7195.01

Opdrachtgever Royal Haskoning

Referentie Z7195/R0001/904601/Rott

George Hintzenweg 85

Postbus 8520 3009 AM Rotterdam +31 (0)10 443 36 66 Telefoon

Fax [email protected] E-mail

www.royalhaskoning.com Internet Arnhem 09122561 KvK

����� ������������������

� � ���

Auteur(s) Madelein Rijk, Thomas Beffers

Collegiale toets Thomas Beffers

Datum/paraaf …………………. ………………….

Vrijgegeven door Thomas Beffers

Datum/paraaf …………………. ………………….

Page 4: CO2-emissieinventarisatie Cleaning Royal Haskoning/media... · 2013-09-05 · Dit rapport heeft als doel een emissie-inventarisatie van de schoonmaakketen te doen en daarbij elementen
Page 5: CO2-emissieinventarisatie Cleaning Royal Haskoning/media... · 2013-09-05 · Dit rapport heeft als doel een emissie-inventarisatie van de schoonmaakketen te doen en daarbij elementen

Z7195/R0001/904601/Rott Eindrapport - iii - 7 oktober 2011

SAMENVATTING In het kader van de CO2-prestatieladder van ProRail is een emissie-inventarisatie naar de CO2-uitstoot voor de schoonmaakketen van Royal Haskoning uitgevoerd. De CO2-prestatieladder is gebaseerd op het internationaal erkende Green House Gas Protocol (GHG-protocol). Binnen dit GHG protocol worden drie scopes onderscheiden: • Scope 1: directe emissiebronnen binnen de eigen organisatie; • Scope 2: indirecte emissiebronnen gericht op het verbruik van ingekochte

elektriciteit; • Scope 3: overige indirecte emissiebronnen veroorzaakt door activiteiten van de

eigen organisatie, maar ook emissies van leveranciers. Dit rapport heeft als doel een emissie-inventarisatie van de schoonmaakketen te doen en daarbij elementen uit scope 1, 2 en 3 inzichtelijk te maken. De belangrijkste partner in deze keten is het schoonmaakbedrijf Hago. De emissiefactor van de schoonmaakketen wordt bepaald door elementen die in scope 1, 2 en 3 vallen te inventariseren. Hierbij krijgt Royal Haskoning inzicht op welke onderdelen in de schoonmaakketen een duurzaamheidslag te halen valt. Met betrekking tot de directe emissies van de schoonmaakketen zijn er geen activiteiten die onder scope 1 vallen. Het watergebruik, scope 3, is tijdens het werk geïnventariseerd (emissies van waterzuivering vinden elders plaats, daarom kan watergebruik in deze studie worden gezien als scope 3). Het elektriciteitsverbruik (scope 2) bestaat vooral uit het gebruik van stofzuigers. Woon-werk verkeer valt geheel in scope 3 (auto en openbaar vervoer). Gebruik van schoonmaakmiddelen, microvezeldoeken en afvalzakken vallen in scope 3. Deze studie betreft een emissie inventarisatie voor scope 3 emissies. Het elektriciteitsverbruik is daarom niet meegenomen in de totale CO2 emissie berekening omdat deze in scope 2 valt. Ten gevolge van gebruik van electrische aparatuur ten behoeve van schoonmaak is het elektriciteitsverbruik toch geinventariseerd maar niet meegeteld bij de totale CO2-emissie van de schoonmaakketen. Daarnaast is er voor elektriciteit geen scope 3 conclusie, aanbeveling of doelstelling aan te koppelen. De scope 3 emissies zorgen voor een CO2-emissie van de schoonmaakketen van ongeveer 81 ton CO2 per jaar. Het woon-werkverkeer en afvalzakken geven een significante bijdrage aan de totale CO2-uitstoot van de schoonmaakketen. Het terugbrengen van de emissies van woon-werkverkeer en gebruik van afvalzakken zal de de grootste impact hebben op de totale keten. Om de emissies van het woon-werkverkeer terug te brengen kan er een vervoersplan worden gemaakt. Daarbij is het echter wel van belang het woon-werkverkeer gedetailleerder in kaart wordt gebracht dan voor deze studie is gedaan. Wanneer het woon-werkverkeer in kaart is gebracht zijn er alternatieven te bedenken zoals gebruik van een fiets als alternatief voor gebruik van de auto. Wanneer het autogebruik met 20% zou afnemen, levert dit naar schatting een winst op van 12 ton CO2 per jaar. Het kiezen voor de fiets boven het gebruik van de auto is te beïnvloeden door het opstellen van een werknemersregeling. Dit initiatief zou georganiseerd kunnen worden in een keteninitiatief van Hago en Royal Haskoning samen. Gebruik van minder afvalzakken, bijvoorbeeld door het plaatsen van minder vuilnisbakken zodat enkel volle vuilniszakken worden opgehaald is ook een mogelijkheid

Page 6: CO2-emissieinventarisatie Cleaning Royal Haskoning/media... · 2013-09-05 · Dit rapport heeft als doel een emissie-inventarisatie van de schoonmaakketen te doen en daarbij elementen

Z7195/R0001/904601/Rott 7 oktober 2011 - iv -

om emissies terug te brengen. Er is een schatting gemaakt naar de CO2-winst bij een vermindering van 20% van het gebruik van afvalzakken. Dit levert een winst op van ongeveer 3 ton CO2 per jaar.

Page 7: CO2-emissieinventarisatie Cleaning Royal Haskoning/media... · 2013-09-05 · Dit rapport heeft als doel een emissie-inventarisatie van de schoonmaakketen te doen en daarbij elementen

Z7195/R0001/904601/Rott Eindrapport - v - 7 oktober 2011

INHOUDSOPGAVE Blz.

1 INLEIDING 1 1.1 Achtergrond 1 1.2 Motivatie keuze keten 1 1.3 Doel 1 1.4 Professionele becommentariering 1 1.5 Inhoud 1

2 AFBAKENING EN METHODIEK 2 2.1 Afbakening 2 2.2 Methodiek 3

3 EMISSIE-INVENTARISATIE VAN DE SCHOONMAAKKETEN 4 3.1 De schoonmaakketen 4 3.2 Scope categorieën 5 3.3 Partners in de keten 5

4 KWANTIFICEREN VAN SCOPE EMISSIES 6 4.1 Beschikbare gegevens 6 4.2 Scope 2 emissies of indirecte emissies 7 4.3 Scope 3 emissies of overige indirecte emissies 8 4.4 Totale emissies schoonmaakketen 15

5 DISCUSSIE 16

6 CONCLUSIES EN AANBEVELINGEN 17 Bijlagen: Bijlage 1: Vragenlijst; Bijlage 2: Artikel 4 Addendum uit contract Electrabel; Bijlage 3:. Afmetingen afvalzakken.

Page 8: CO2-emissieinventarisatie Cleaning Royal Haskoning/media... · 2013-09-05 · Dit rapport heeft als doel een emissie-inventarisatie van de schoonmaakketen te doen en daarbij elementen
Page 9: CO2-emissieinventarisatie Cleaning Royal Haskoning/media... · 2013-09-05 · Dit rapport heeft als doel een emissie-inventarisatie van de schoonmaakketen te doen en daarbij elementen

Z7195/R0001/904601/Rott Eindrapport - 1 - 7 oktober 2011

1 INLEIDING

1.1 Achtergrond

De CO2-prestatieladder is in 2009 gestart door ProRail en in maart 2011 overgegaan naar de Stichting Klimaatvriendelijk Aanbesteden en Ondernemen (SKAO). Royal Haskoning is al enige tijd gecertificeerd voor niveau 3 van de CO2-prestatieladder. Voor de certificering richting niveau 4/5 (5 is het hoogste niveau) heeft zij twee ketenstudies uitgevoerd. Deze studie gaat over de schoonmaakketen in de Nederlandse gebouwen van Royal Haskoning. De andere studie gaat over de catering. Op 23 juni 2011 heeft de SKAO versie 2.0 van het “handboek CO2-prestatieladder” gepubliceerd. Dit handboek bevat belangrijke handvatten voor deze ketenstudie. 1.2 Motivatie keuze keten

Eis 4.A.1 van het handboek luidt als volgt: “”Het bedrijf heeft aantoonbaar inzicht in de meest materiële emissies uit scope 3, en kan uit deze scope 3 emissies tenminste 2 analyses van GHG - genererende (ketens van) activiteiten voorleggen.” Uit de analyse van de meest materiële emissies van scope 3 van Royal Haskoning blijkt dat schoonmaak van de gebouwen een belangrijk onderdeel vormt. 1.3 Doel

Samen met schoonmaakbedrijf Hago heeft Royal Haskoning het initiatief genomen de CO2-emissie van de schoonmaakketen te analyseren. Het doel van de analyse is te achterhalen waar de CO2-reductiemogelijkheden liggen bij het schoonmaken van de gebouwen. 1.4 Professionele becommentariering

De ketenanalyse in dit rapport is uitgevoerd door Madelein Rijk en Thomas Beffers van Royal Haskoning met professionele becommentariering van Marieke Head van CE Delft. Het commentaar van CE Delft alswel van KEMA (op 8 juni 2011 heeft al een eerste pré-audit plaatsgevonden) zijn in dit eindrapport verwerkt. 1.5 Inhoud

In hoofdstuk 2 is de opzet van de emissie-inventaris opgenomen. Hoofdstuk 3 bevat de emissie-inventarisatie. In de discussie (hoofdstuk 4) komen de beperkingen van dit onderzoek aan de orde. Hoofdstuk 5 geeft de conclusies en aanbevelingen.

Page 10: CO2-emissieinventarisatie Cleaning Royal Haskoning/media... · 2013-09-05 · Dit rapport heeft als doel een emissie-inventarisatie van de schoonmaakketen te doen en daarbij elementen

Z7195/R0001/904601/Rott 7 oktober 2011 - 2 -

2 AFBAKENING EN METHODIEK

2.1 Afbakening

Om de scope van deze studie duidelijk te hebben, is onderstaande afbakening gemaakt. Geen LCA conform specificaties Dit rapport volgt de eisen en structuur van de CO2-prestatieladder. Hierin speelt ook het GHG-protocol (ISO 14064-1) een rol. Het is nadrukkelijk geen LCA conform de specificaties als de PAS2050 en andere ISO-standaarden. Geen andere broeikasgassen In deze studie is alleen CO2 in ogenschouw genomen en niet andere broeikasgassen als CH4 (methaan), N2O (lachgas), HFK’s, HCFK’s en SF6. Focus op de schoonmaakketen De CO2-uitstoot bij het produceren van elektronische apparatuur zoals stofzuigers, schrobbers en wasmachines worden niet meegenomen tijdens deze ketenstudie. . Hergebruik van kleding De kleding van de schoonmakers wordt hergebruikt. Er is voor gekozen dit niet mee te nemen in de ketenstudie omdat deze gegevens moeilijk te achterhalen zijn en naar verwachting geen significante bijdrage zullen leveren aan de totale CO2-emissie. Werkbare dagen De gegevens die de basis vormen voor de berekeningen zijn aangeleverd per dag of per week. Om de jaarlijkse CO2-emissies te berekenen is er uitgegaan van 255 werkbare dagen per jaar uitgaande van 5 werkdagen per week, exclusief feestdagen. Aansluitend is er voor de gegevens die per week zijn aangeleverd, gerekend met 51 weken (er zijn ongeveer vijf “verplichte” feestdagen per jaar). Gemiddeld zijn de schoonmakers anderhalf uur tot maximaal twee uur in een kantoor aanwezig. Elektriciteit en verwarming De aanwezigheid van de schoonmakers in de kantoren van Royal Haskoning heeft geen invloed op het langer aanstaan van verlichting en verwarming ten behoeve van de aanwezigheid van de schoonmakers. Overhead De kosten die Hago aan overhead maakt zijn kosten die binnen het eigen bedrijf worden gemaakt om de werknemers te ondersteunen. Deze overhead bestaat onder anderen uit pensioenregelingen, administratiekosten en marketing. De werknemers die deze overhead verzorgen dragen bij aan de totale emissies van deze emissie inventarisatie. Dit door woon-werk verkeer, gebruik van elektriciteit etc. In totaal werken er 6.300 personen bij Hago. Het is plausibel dat het relatief kleine aantal schoonmakers dat voor de Haskoning-kantoren werkt (enkele tientallen per dag) in de overhead nauwelijks terug te vinden is. Het aantal emissies per schoonmaker ten gevolge van overhead is daar naar verwachting te verwaarlozen. Afval

Page 11: CO2-emissieinventarisatie Cleaning Royal Haskoning/media... · 2013-09-05 · Dit rapport heeft als doel een emissie-inventarisatie van de schoonmaakketen te doen en daarbij elementen

Z7195/R0001/904601/Rott Eindrapport - 3 - 7 oktober 2011

Van Gansewinkel haalt het afval op dat de schoonmakers van Hago verzamelen. In deze studie berekenen wij enkel het materiaal van de vuilniszakken zelf, maar niet de inhoud en de verwerking ervan omdat deze niet voor rekening komt van de schoonmaakketen. Daarnaast wordt het vervoer van het afval naar de plaats van verwerking niet meegenomen omdat dit bij de gehele afvalketen van Royal Haskoning toebehoort. Wel hebben wij inzicht gekregen in hoeveel afval erop gehaald wordt en welke afvalstromen worden toegepast. Zie tabel 2.1 om een indruk te krijgen van het afval dat in Rotterdam jaarlijks wordt opgehaald door van Gansewinkel. Voor deze studie wordt er dus rekening gehouden worden met materialen die tijdens het schoonmaakproces gebruikt worden. Deze materialen zijn de schoonmaakdoekjes en schoonmaakmiddelen waarvan de CO2-emissies wel zijn berekend in deze ketenstudie. . Tabel 2.1 Afval Royal Haskoning opgehaald door van Gansewinkel

Soort Hoeveelheden (kg per jaar)

Restafval 20.300 Destra Data 64.360 Plantaardige vetten

2.800

Electroschroot 596 Gips 1.440 Grof bedrijfsafval 1.838 Bouw & Sloop 880

2.2 Methodiek

Middels een vragenlijst is geprobeerd om de schoonmaakketen in kaart te brengen. De vragenlijst is voorgelegd aan de contactpersoon van Hago en bestaat uit een algemeen en locatiespecifiek deel. Voor de locaties Nijmegen, Rotterdam en Steenwijk is het gelukt om de vragenlijst (gedeeltelijk) in te vullen. Zie bijlage 1 voor een (lege) vragenlijst. Voor de overige locaties is een schatting gemaakt. Omdat de ketenanalyse plaatsvindt in de gebouwen van Royal Haskoning, dienen voor elektriciteit dezelfde conversiefactoren te worden gehanteerd als voor de totale footprint van Royal Haskoning 2010. Vanuit de facilitaire afdeling van Royal Haskoning zijn contracten met Hago en Electrabel ontvangen. Dit is “groen” voor de meeste kantoren (het contract met Electrabel garandeert groene elektriciteit uit waterkracht, zie ook bijlage 2) en grijs voor de gevallen waar het in servicecontracten zit. Tot slot is van Hago nog diverse informatie ontvangen over de schoonmaakmiddelen die zij geleverd krijgt door zusterbedrijf Alpheios. Het betreft ondermeer productinformatiebladen en Material Safety Data Sheets van de schoonmaakmiddelen Refresh, Reocid, Resal en Sanidur.

Page 12: CO2-emissieinventarisatie Cleaning Royal Haskoning/media... · 2013-09-05 · Dit rapport heeft als doel een emissie-inventarisatie van de schoonmaakketen te doen en daarbij elementen

Z7195/R0001/904601/Rott 7 oktober 2011 - 4 -

3 EMISSIE-INVENTARISATIE VAN DE SCHOONMAAKKETEN

De vier algemene stappen van het GHG-protocol vormen de herkenbare structuur van deze analyse. Deze stappen zijn als volgt: 1. De beschrijving van de waardeketen (paragraaf 3.1); 2. Bepalen welke scope categorieën het meest relevant zijn (paragraaf 3.2); 3. Identificeren van partners langs de waardeketen (paragraaf 3.3); 4. Kwantificeren van scope emissies (hoofdstuk 4)

3.1 De schoonmaakketen

De schoonmaakketen van Royal Haskoning is weergegeven in figuur 3.1. De schoonmakers komen met de auto, metro, tram, bus of fiets naar de kantoorlocaties van Royal Haskoning. Dit is het woon-werk verkeer. Een basisuitrusting die de schoonmakers gebruiken is standaard aanwezig in de Royal Haskoning kantoren. Deze uitrusting bestaat uit een werkwagen, mop, stofwisapparaat, stofzuiger, (micovezel)doeken en schoonmaakmiddelen en, enkel in Rotterdam, een schrobzuigmachine. Voor deze studie wordt er enkel rekeninggehouden met bovenstaande materialen. Figuur 3.1 De schoonmaakketen

Royal Haskoning

kantoren

Schoonmakers Woon-Werk

- auto

- metro/bus

- fiets

Gebruikte materialen - microvezeldoeken

- afvalwater

- afvalzakken

Energie- en waterverbruik

- Elektriciteit;

- Water

Page 13: CO2-emissieinventarisatie Cleaning Royal Haskoning/media... · 2013-09-05 · Dit rapport heeft als doel een emissie-inventarisatie van de schoonmaakketen te doen en daarbij elementen

Z7195/R0001/904601/Rott Eindrapport - 5 - 7 oktober 2011

3.2 Scope categorieën

Het GHG-protocol maakt onderscheid in 3 scopes. Deze worden grotendeels overgenomen door het handboek van SKAO: Scope 1: Directe emissies (o.a. brandstofverbruik); Scope 2: Indirecte emissies (o.a. ingekochte elektriteit); Scope 3: Overige indirecte emissies (o.a. emissies van ketenpartners) Deze rapportage is een zogeheten scope 3 analyse. De nadruk bij partnerschappen en het bedenken van emissiereductiemogelijkheden ligt dan ook binnen scope 3. Desondanks worden ter volledigheid ook het elektriciteitsverbruik in de keukens, dat valt binnen scope 2, geinventariseerd. De emissies ten aanzien van elektriciteitsverbruik worden vooral veroorzaakt door gebruik van stofzuigers. Woon-werk verkeer geheel is scope 3. Deze reiskosten worden niet gedeclareerd bij Royal Haskoning waardoor het woon-werk verkeer geheel binnen scope 3 valt. Het watergebruik, scope 3, tijdens het werk zal worden geïnventariseerd. Gebruik van schoonmaakmiddelen, microvezeldoeken en afvalzakken vallen onder scope 3. Tabel 3.1 Scope emissies

Scope Onderdeel 3 Water 3 Woon-Werk verkeer 3 Schoonmaakmiddelen 3 Microvezeldoeken 3 Afvalzakken

3.3 Partners in de keten

In figuur 3.2 zijn de partners in de keten weergegeven. Hago is een dochterbedrijf van het Europese Verbego. Alpheios is een zusterbedrijf van Hago dat schoonmaakmiddelen levert. Electrabel levert elektriciteit aan de meeste kantoren van Royal Haskoning waar de stofzuigers van de schoonmakers gebruik van maken (soms wordt er gebruik gemaakt van een servicecontract). Van Gansewinkel haalt het afval op dat de schoonmakers verzamelen in de kantoren. Figuur 3.2 Partners in de keten

Royal Haskoning

Hago - schoonmaak

diensten

Leverancier van elektriciteit - Electrabel

- Servicecontract

Alpheios -levering

schoonmaakmiddelen

Vebego

Leverancier van water

Van Gansewinkel

- afval ophalen en afval

verwerking

Page 14: CO2-emissieinventarisatie Cleaning Royal Haskoning/media... · 2013-09-05 · Dit rapport heeft als doel een emissie-inventarisatie van de schoonmaakketen te doen en daarbij elementen

Z7195/R0001/904601/Rott 7 oktober 2011 - 6 -

4 KWANTIFICEREN VAN SCOPE EMISSIES

4.1 Beschikbare gegevens

De gegevens van de drie kantoren Rotterdam, Nijmegen en Steenwijk zijn middels vragenlijsten compleet aangeleverd door Hago. Daarom is er voor gekozen de andere kantoren verhoudingsgewijs te bepalen. Omdat Rotterdam en Nijmegen de grootste kantoren zijn met een Verhuurbaar Vloer Oppervlak (VVO) van respectievelijk 9.593 en 12.674 m2, vormen deze de basis voor de ketenstudie. Het VVO van Rotterdam en Nijmegen vormt samen 55% van het totale VVO van Royal Haskoning-kantoren in Nederland (Tabel 4.1). De 16 overige kantoren vormen samen 45% van het VVO van Royal Haskoning Nederland. De emissiefactoren van deze kantoren zijn verhoudingsgewijs bepaald door VVO kantoor X (bijvoorbeeld Amsterdam) te delen met het VVO Steenwijk en vervolgens te vermenigvuldigen met de gegevens van Steenwijk. Voor alle kantoren wordt er op basis van het VVO een factor bepaald. Er is hierbij gekozen voor Steenwijk, omdat dit het enige "kleine" kantoor is waar de getallen van bekend zijn. Deze getallen zijn daardoor representatiever voor de andere "kleinere" kantoren dan de getallen van Rotterdam of Nijmegen. In tabel 4.2 zijn de factoren op basis van VVO ten opzichte van Steenwijk gepresenteerd. De emissies voor deze overige kantoren worden dus bepaald door gegevens van Steenwijk te vermenigvuldigen met de factoren uit tabel 4.2. De emissies die aan de hand van de verhoudingen van vloeroppervlak zullen worden bepaald zijn elektriciteitsgebruik, watergebruik en gebruik van vuilniszakken. Het woon-werk verkeer zal bepaald worden aan de hand van beschikbare gegevens van het CBS. Hierbij zal rekening worden gehouden met regionale verschillen van woon-werk verkeer. Tabel 4.1 VVO Royal Haskoning

Kantoren VVO (m2) %

Rotterdam+Nijmegen 22.267 55% Overige kantoren 18.361 45% Totaal 40.628 100%

Tabel 4.2 Factor naar VVO

Pand VVO (m2) Factor obv VVO

Amsterdam 2222 3,09 Capelle a/d Ijssel 270 0,38 Enschede (Colloseum) 724 1,01 Enschede (Capitol) 281 0,39 Goes 1000 1,39 Groningen 1916 2,66 Groningen (v Heugden) 830 1,15 Hedel 280 0,39 ’s-Hertogenbosch 1709 2,37 Hoofddorp 1831 2,54 Maastricht 997 1,38 Nijmegen 12674 Gegevens bekend Nijmegen 1539 2,14

Page 15: CO2-emissieinventarisatie Cleaning Royal Haskoning/media... · 2013-09-05 · Dit rapport heeft als doel een emissie-inventarisatie van de schoonmaakketen te doen en daarbij elementen

Z7195/R0001/904601/Rott Eindrapport - 7 - 7 oktober 2011

Pand VVO (m2) Factor obv VVO

(Jonkerbosplein) Nijmegen (Wijchenseweg)

2642 3,67

Oirschot 200 0,28 Rijswijk 1075 1,49 Rotterdam (GvH 77 + 85) 9593 Gegevens bekend Steenwijk 720 1 (basis) Zwolle 125 0,17 Totaal 40.628

4.2 Scope 2 emissies of indirecte emissies

1. Elektriciteitsgebruik Omdat de ketenanalyse plaatsvindt in de gebouwen van Royal Haskoning, dienen voor elektriciteit dezelfde conversiefactoren te worden gehanteerd als voor de totale footprint van Royal Haskoning 2010. Dit is “groen” voor de meeste kantoren (het contract met Electrabel garandeert groene elektriciteit uit waterkracht, zie ook bijlage 2) en grijs voor de gevallen waar het in servicecontracten zit. Dit komt neer op 24% grijze stroom met een emissiefactor van 455 gram CO2 / Kwh en 76% groene stroom met een emissiefactor van 300 gram CO2 / kWh (getallen conform handboek 2.0 voor het verbruik van Royal Haskoning in 2010). Om het rekenen te vergemakkelijken wordt gewerkt met een gewogen gemiddelde van 24%*455 + 76%*300 = 337 gram CO2 / kWh. Het elektriciteitsgebruik is bepaald op basis van het aantal gestofzuigde uren per dag en het vermogen van een stofzuiger. Er is uitgegaan van het type Monovac 6/9 met 1050 watt per stofzuiger. Dit type stofzuiger is ingevuld door Hago op de vragenlijsten. Bij de berekening van de CO2-uitstoot van Rotterdam is behalve het stofzuigergebruik ook de rolveger meegnomen. Hier is gerekend met een vermogen van 5 kW. In tabel 4.3 en 4.4 staan de kentallen en de berekeningen toegelicht. Alle kantoren tezamen hebben een emissie ten gevolge van stofzuigen van iets minder dan 5 ton CO2. De rolveger in Rotterdam heeft een CO2-emissie van ongeveer 1 ton per jaar. Tabel 4.3: Kentallen CO2-uitstoot voor elektriciteitsgebruik

KENTAL

Waarde

A Aantal werkware dagen per jaar 255 B Vermogen stofzuiger (kW) 1,05 C Vermogen rolveger (kW) 5 D CO2-emissiefactor (gram CO2 / kWh) 337

Tabel 4.4: Elektriciteitsgebruik als gevolg van stofzuigers en rolveger

Kantoor

Aantal stofzuigers

E

Aantal uur per dag

F

CO2-emissie (ton/jaar)

G = (A*B*D*E*F)/1.000.000

Nijmegen 12 1,5 1,6

Page 16: CO2-emissieinventarisatie Cleaning Royal Haskoning/media... · 2013-09-05 · Dit rapport heeft als doel een emissie-inventarisatie van de schoonmaakketen te doen en daarbij elementen

Z7195/R0001/904601/Rott 7 oktober 2011 - 8 -

Rotterdam 7 1,3 0,8

Steenwijk 1 1,3 0,1

Overige kantoren o.b.v.

Steenwijk 25 1,3 2,9

Totaal 45 5,4

Aantal rolvegers G = (A*C*D*E*F)/1.000.000

Rotterdam 1 2,5 1,1

Totaal stofzuigers + rolveger 6,5

4.3 Scope 3 emissies of overige indirecte emissies

2. Watergebruik

Het watergebruik is berekend op basis van aantal gebruikte emmers water tijdens het schoonmaken per week. In Nijmegen wordt er 15 liter water gebruikt tijdens het schoonmaken en in Rotterdam 47,5 liter plus het watergebruik van 50 liter van de rolveger. In Steenwijk wordt er 25 liter water per week gebruikt. Opvallend is dat in Nijmegen, de grootste kantoorlocatie, significant minder water wordt gebruikt dan in Rotterdam en Steenwijk. Er is gerekend met een emissiefactor van 1,14 kg CO2 per m3 (Bron: DWA water). Dit is een standaardgegeven voor afvalwater. In Tabel 4.5 staat de rekenwijze toegelicht. Bijvoorbeeld: In Rotterdam wordt er wekelijks 98 liter water gebruikt. Dit komt neer op een jaarlijks waterverbruik van ongeveer 4,9 kubieke meter (1000l = 1m3). Door deze te vermenigvuldigen met de emissiefactor van 1,14 kg CO2 per jaar en deze te delen door 1000 (1000 kg = 1 ton) komen we voor op een totaal voor kantoor Rotterdam van 0,006 ton CO2 per jaar. In totaal komt de CO2-emissie ten aanzien van watergebruik ongeveer 0,044 ton CO2 per jaar. Er is gerekend met een dichtheid van water van 1 kg / liter. Tabel 4.5 Geschatte verbruik CO2-uitstoot door waterverbruik

Locatie

Liter water per

week

A

Watergebruik liter

per jaar

B=A*51

Waterverbruik m3 per jaar

C=B/1000

ton CO2 per jaar

D = C * (1,14 kg

CO2)/1000

Nijmegen 15 765 0,765 0,001 Rotterdam 98 4973 4,973 0,006 Steenwijk 25 1275 1,275 0,001 Overige 613 31239 21,239 0,036 Totaal 751 38252 38,252 0,044

3. Woon-werk verkeer schoonmakers

In de enquete aan Hago staan vragen over het woon-werk van de schoonmakers. Helaas zijn deze vragen onvoldoende beantwoord om een beeld te kunnen geven van het woon-werkverkeer. Daarom is gekozen om gebruik te maken van gegevens van

Page 17: CO2-emissieinventarisatie Cleaning Royal Haskoning/media... · 2013-09-05 · Dit rapport heeft als doel een emissie-inventarisatie van de schoonmaakketen te doen en daarbij elementen

Z7195/R0001/904601/Rott Eindrapport - 9 - 7 oktober 2011

CBS. Het CBS geeft getallen die de regionale verschillen in beeld brengen en niet persoonsgebonden zijn. Dit laatste is relevant omdat het verloop in de schoonmakers groot kan zijn. De keuze voor een bepaald vervoersmiddel en de afstand die daarmee wordt afgelegd is afhankelijk van het inkomen, blijkt uit gegevens van het CBS. Een schoonmaker van scholen en kantoren verdient zo’n € 1.492,- bruto per maand of € 8,61 per uur. (gemiddeld-inkomen.nl). De schaal die daarbinnen valt is een inkomen tussen de € 15.000 en € 22.500 per jaar. Er zijn regionale verschillen op te merken betreffende de keuze van vervoer van woon werk verkeer. In Noord-Holland, Overijssel, Noord-Brabant en Zeeland zijn de afgelegde kilometers voor woon werk verkeer veel lager voor de trein, bus, tram en metro wanneer we deze afstanden vergelijken met de overige regio’s. Vooral in Zuid-Holland en Gelderland leggen mensen een langere afstand af door gebruik te maken van het OV. Op basis van deze gegevens gaan we ervan uit dat het personeel dat naar de kantoren die liggen in de regio’s Noord-Holland, Overijssel, Noord-Brabant en Zeeland minder gerbuik maken van het OV dan in de andere regio’s. In Zuid-Holland wordt er echter minder gebruik gemaakt van de auto. Bovenstaande verschillen zijn terug te leiden naar de voorzieningen van het OV. In tabel 4.6 is te zien dat de keuze om gebruik te maken van de fiets, brommer, snorfiets in alle regio’s ongeveer gelijk is. Dit betekent dat voor bijvoorbeeld Gelderland een werknemer die een salaris heeft tussen de € 15.000 en € 22.500 per dag gemiddeld 25,62 km met de auto rijdt, 8,07 km met de auto als passagier, 3,05 km met de trein etc. Tabel 4.6: Woon-Werk verkeer per regio (o.b.v. gegevens CBS)

Vervoersmiddel (km/dag) o.b.v. 1 inkomen van 15000-22500 Euro / jaar) Provincie Kantoor Auto bestuurder

Auto passagier Trein

Bus/ tram/metro

Brom /snorfiets Fiets Lopen

Gelderland

Hedel, Nijmegen (Barbarossastraat), Nijmegen (Jonkerbosplein), Nijmegen(Wijchsenweg) 25,62 8,07 3,05 0,64 0,13 2,2 0,56

Groningen Groningen, Groningen (van Heugten) 26,3 6,52 3,43 0,83 0,06 2,75 0,57

Limburg Maastricht 21,91 6,18 1,88 0,33 0,16 1,83 0,63 Noord-Holland Amsterdam, Hoofddorp 24,79 7,91 2,48 0,45 0,14 2,42 0,5

Overijssel

Enschede (Colloseum), Enschede (Capitol), Steenwijk, Zwolle 27,68 6,91 2,83 0,36 0,12 2,42 0,56

Noord-Brabant

s-Hertogenbosch, Oirschot 24,79 7,91 2,48 0,45 0,14 2,42 0,5

Zuid-Holland

Capelle a/d Ijssel, Rijswijk, Rotterdam (GvH 77=85) 25,02 7,32 1,57 0,44 0,17 2,53 0,61

Zeeland Goes 19,97 6,51 2,95 2,04 0,25 2,07 0,66 Er wordt gerekend met de volgende CO2-emissiefactoren van het handboek van SKAO:

Page 18: CO2-emissieinventarisatie Cleaning Royal Haskoning/media... · 2013-09-05 · Dit rapport heeft als doel een emissie-inventarisatie van de schoonmaakketen te doen en daarbij elementen

Z7195/R0001/904601/Rott 7 oktober 2011 - 10 -

• Auto bestuurder: 210 gram CO2 per voertuigkilometer. Immers, het brandstoftype van de auto’s kan benzine, diesel, lpg of biodiesel zijn.

• Auto passagier: niet van toepassing. Deze emissie wordt al toegekend aan de bestuurder;

• Trein: 65 gram CO2 per reizigerskilometer; • Bus/tram/metro: hier wordt het gemiddelde genomen van de streekbus (95),

stadsbus (120) en metro/tram (100): 105 gram CO2 per reizigerskilometer. De precieze verdeling is niet bekend en voert te ver om hier verder uit te zoeken.

• Brom/snorfiets: het handboek geeft hier geen uitsluitsel over. Op basis van internetfora1 wordt een verbruik van 1:25 gehanteerd. Bij 3135 gram CO2-uitstoot / liter benzine (dit getal komt wel weer uit het handboek), komt dit neer op ongeveer 125 gram CO2 per kilometer.

• Voor gebruik van de fiets of lopen wordt de emissie nihil verondersteld. Omdat de regionale verschilllen van belang zijn, moet voor deze berekening worden teruggegrepen naar tabel 4.2. Uit de vragenlijsten is bekend dat er 12 schoonmakers per dag aan het werk zijn in Nijmegen (Barbarossastraat), 7 in Rotterdam en 1 in Steenwijk. Op basis van deze schoonmaker in Steenwijk en het VVO op de andere locaties, wordt het aantal schoonmakers per dag per provincie geschat. Zie tabel 4.7. Tabel 4.7: Geschat aantal schoonmakers per dag per pand

Pand Geschat aantal schoonmakers per dag

Amsterdam 3,09 Capelle a/d Ijssel 0,38 Enschede (Colloseum) 1,01 Enschede (Capitol) 0,39 Goes 1,39 Groningen 2,66 Groningen (v Heugden) 1,15 Hedel 0,39 ’s-Hertogenbosch 2,37 Hoofddorp 2,54 Maastricht 1,38 Nijmegen 12 Nijmegen (Jonkerbosplein)

2,14

Nijmegen (Wijchenseweg)

3,67

Oirschot 0,28 Rijswijk 1,49 Rotterdam (GvH 77 + 85) 7 Steenwijk 1 Zwolle 0,17 Totaal 44,5

1 Zie o.a. http://www.scooter-freaks.nl/forum/showthread.php?t=110712

Page 19: CO2-emissieinventarisatie Cleaning Royal Haskoning/media... · 2013-09-05 · Dit rapport heeft als doel een emissie-inventarisatie van de schoonmaakketen te doen en daarbij elementen

Z7195/R0001/904601/Rott Eindrapport - 11 - 7 oktober 2011

Wanneer tabel 4.6, de genoemde CO2-emissiefactoren en tabel 4.7 gecombineerd worden, kan de CO2-emissie als gevolg van het woon-werkverkeer van de schoonmakers uitgerekend worden. Zie tabel 4.8. Tabel 4.8: CO2-uitstoot door woon-werkverkeer schoonmakers

Ton CO2 Provincie

Aantal schoonmakers per dag

(Virtueel) Aantal schoonmakers per jaar

Auto bestuurder

Trein

Bus/tram/metro

Brom/snorfiets

Gelderland 18,2 4641 25,0 0,9 0,3 0,1 Groningen 3,81 972 5,4 0,2 0,1 0,0 Limburg 1,38 352 1,6 0,0 0,0 0,0 Noord-Holland 5,63 1436 7,5 0,2 0,1 0,0 Overijssel 2,57 655 3,8 0,1 0,0 0,0 Noord-Brabant 2,65 676 3,5 0,1 0,0 0,0 Zuid-Holland 8,87 2262 11,9 0,2 0,1 0,0 Zeeland 1,39 354 1,5 0,1 0,1 0,0 Totaal 45 11348 60 2 1 0

Uit tabel 4.8 blijkt dat eigenlijk alleen de CO2-emissie van de autobestuurder er iets toe doet en dan met name die in Gelderland en Zuid-Holland. In totaal heeft woon-werk verkeer een CO2-emissie van 63 ton CO2 waarvan 60 ton door woon-werk verkeer met de auto, 2 ton door de trein en 1 ton door de bus, tram en metro wordt veroorzaakt. 4. Gebruik van schoonmaakmiddelen Er wordt gebruik gemaakt van de schoonmaakmiddelen Sanidur, Resal, Refresh Mild en Reocid. Sanidur Sanidur is een zelfhechtend en snelwerkend zuur reinigingsmiddel voor het verwijderen van kalk- en kalkzeepaanslag. Sanidur is licht geparfumeerd en laagschuimend. Het is een ingedikte ontkalker speciaal geschikt voor het verwijderen van urinesteen en kalk en geschikt voor het verwijderen van cementsluier. De ph-waarde (puur) van Sanidus is < 1.0. De belangrijkste bestanddelen van Sanidur zijn fosforzuur, sulfaminezuur (5%-9,9%) en Alkyl (C10-14) benzenesulfonicacid (1%-4,9%).

Voorbeelberekening voor ton CO2 van een autobestuurder in Gelderland: In Gelderland werken gemiddeld iets meer dan 18 schoonmakers per dag in de kantoren van Haskoning (Hedel + 3*Nijmegen, zie tabel 4.7). Vermenigvuldigd met 255 werkbare dagen is dit 4641 per jaar. Volgens tabel 4.6 rijdt de autobestuurder in Gelderland gemiddeld 25,62 km per dag. Via SKAO is bekend dat hierdoor 210 gram CO2 per km wordt geëmitteerd. In totaal gaat het in 1 jaar dan om: (4641 * 25,62 * 210) / 1.000.000 = 25,0 ton CO2.

Page 20: CO2-emissieinventarisatie Cleaning Royal Haskoning/media... · 2013-09-05 · Dit rapport heeft als doel een emissie-inventarisatie van de schoonmaakketen te doen en daarbij elementen

Z7195/R0001/904601/Rott 7 oktober 2011 - 12 -

Resal Resal is een zwakschuimend neutraal reinigingsmiddel met een frisse geur. Resal is vetoplossend en geschikt voor alle schoonmaakwerkzaamheden die met water uitgevoerd worden. Het wordt toegepast voor het dagelijks en periodiek verwijderen van gehechte vervuiling op behandelde en onbehandelde vloeren. Resal heeft een pH-waarde (puur) van 5,5-6,5 en bij 1%-oplossing van 6,0-7,0. De belangrijkste bestanddelen zijn sodium stearyl sulfate (1%-5%), propylene glycol-n-butylether (0,1%-1%), ppg-2 methyl ether (<0,1%) en benzisothiazolinone (0,01%-0,1%). Refresh Mild Refresh-Mild is een geparfumeerd reinigingsmiddel voor de reiniging van sanitaire ruimten. Het wordt gebruikt ter voorkoming van kalkaanslag. De pH-waarde puur is 3,0 - 4,0 en bij1%-oplossing 6,0 - 7,0. De belangrijkste bestanddelen zijn Sodiumalkane(C13-17)sulfonate (5%-10%), isopropylalcohol (1%-5%), trideceth-10 (1%-5%) en propylene glycol-n butylether (1%-5%). Reocid Reocid word toegepast om kalkaanslag te voorkomen en een streepvrij en glanzend oppervlak achter te laten. De pH-waarde puur is 4,0-5,0 en bij 1%-oplossing 6,0-7,0. De belangrijkste bestanddelen zijn isopropylalcohol (1%-5%) en sodium octyl sulfate (1%-5%). Het chemische proces om schoonmaakmiddelen te produceren is zeer complex. Alpheios vervaardigt tientallen middelen met elk een unieke samenstelling. Wel staat vast dat de chemische sector zeer energie-intensief is. In veel processen is hoogwaardige energie nodig zoals stoom en elektriciteit. Het voert te ver voor deze studie om de precieze productiestappen van genoemde schoonmaakmiddelen door te lopen. Uit een recente publicatie van de stichting stimular, “CO2-factoren in de milieubarometer” blijkt dat 1 kg oplosmiddel leidt tot 8 kg CO2-uitstoot. Omdat we voor alle schoonmaakmiddelen dezelfde emissiefactor gebruiken, maken we voor de berekeningen geen onderscheid in soort. In tabel 4.9 is het geschatte gebruik van schoonmaakmiddelen en de CO2-uitstoot weergegeven. We nemen aan dat de schoonmaakmiddelen een dichtheid hebben van 1 kg / liter. De totale CO2-emissies ten gevolge van het gebruik van schoonmaakmiddelen komt neer op ruim 2 ton CO2 per jaar. Tabel 4.9: CO2-uitstoot door schoonmaakmiddelen

Locatie

Gebruik

schoonmaakmiddelen

per week (liter)

A

Gebruik

schoonmaakmiddelen

per jaar (liter)

B=A*51

CO2-emissies ton

per jaar C=B*8 /

1000

Nijmegen 0,1 6,1 0,0

Rotterdam 1,0 51,0 0,4

Steenwijk 0,2 8,7 0,1

Overige 4,2 212,4 1,7

Totaal 5,5 278,2 2,2

Page 21: CO2-emissieinventarisatie Cleaning Royal Haskoning/media... · 2013-09-05 · Dit rapport heeft als doel een emissie-inventarisatie van de schoonmaakketen te doen en daarbij elementen

Z7195/R0001/904601/Rott Eindrapport - 13 - 7 oktober 2011

5. Gebruik van microvezeldoeken In het huishoudelijke circuit vormen ze al jaren een opvallende verschijning: schoonmaakdoekjes en schoonmaakhandschoenen die reinigen zonder schoonmaakmiddel. De doekjes werken vooral goed op gladde oppervlakken, zoals deuren, tafels, tegels, kasten, glas en beeldschermen. Omdat de doekjes gebruikt worden zonder schoonmaakmiddelen en met koud water is het gebruik ervan minder belastend voor het milieu dan traditionele schoonmaakmethodes. Een ander voordeel is dat je er veel sneller mee kan werken, omwille van hun specifieke eigenschappen. Een microvezel wordt zo genoemd als deze minder weegt dan 1 gram per 10 kilometer lengte. De meeste microvezels hebben een diameter kleiner dan 0,012 mm. De synthetische vezels bestaan uit polymeren, lange ketens aaneengeschakelde moleculen, vergelijkbaar met een kralenketting. De draad waaruit de microvezels ontstaan, bestaat voor 70% uit polyester. De rest is polyamide, beter bekend als nylon. Op het moment dat van de kunstvezel een doek is gemaakt, is er nog geen sprake van een wonderdoekje. Microvezels ontstaan pas door de verbinding tussen polyamide en polyester te verbreken. De twee polymeren worden van elkaar gescheiden en dit splitsen kan op verschillende manieren: mechanisch door de vezel of de doek te strekken of deze met een krachtige waterstraal te bewerken, of chemisch door één van de polymeren op te lossen, of door de vezel in een chemisch bad te laten zwellen waardoor deze openbarst. De van oorsprong ronde vezel valt uiteen in een stervormige kern van polyamide, omgeven door wigvormige polyestervezels. Een dwarsdoorsnede van de vezel is te vergelijken met een ster, geknipt uit een cirkel van papier. De driehoekige papiersnippers die overblijven, stellen de polyestervezel voor. Het polyesterdeel vormt de echte microvezel, maar de stervormige polyamidekern heeft wel degelijk een functie. Olie en vet hechten gemakkelijk aan polyamide. Bij een gewone doek is zeep nodig om datzelfde effect te bereiken. Bij de gewone doekjes is de productie van de doekjes, het verbruik van schoonmaakmiddel, het verbruik van 20 liter warm water en het uitwassen in de wasmachine inclusief waspoeder meegenomen. Daartegenover staat het gebruik van twee microvezeldoekjes (apart voor interieur en bodem), 15 liter koud water voor het uitspoelen, en het uitwassen in de wasmachine. Uit een onderzoek van de milieukoopwijzer blijkt het primair energieverbruik (als maat voor het broeikaseffect) hoger te zijn bij gewone doekjes, vooral omdat daarbij warm water wordt gebruikt. Merk wel op dat bij professionele schoonmaak veelal géén warm water wordt gebruikt. In dat geval zou het verschil in energieverbruik gering zijn. Ook de waterbelasting (uitgedrukt in het chemisch zuurstofverbruik) is duidelijk hoger bij de gewone doekjes. Dit komt vooral door het gebruik van allesreiniger. De hoeveelheid water die gebruikt wordt is eveneens hoger bij de gewone doekjes.

Page 22: CO2-emissieinventarisatie Cleaning Royal Haskoning/media... · 2013-09-05 · Dit rapport heeft als doel een emissie-inventarisatie van de schoonmaakketen te doen en daarbij elementen

Z7195/R0001/904601/Rott 7 oktober 2011 - 14 -

De onderzoekers concluderen dat de milieuvoordelen van de microvezeldoekjes vooral zitten in het vermijden van warm water en de duidelijk lagere waterverontreiniging doordat geen reinigingsmiddel nodig is. Wordt geen warm water gebruikt (zoals in de professionele schoonmaak), dan blijft de duidelijk lagere waterverontreiniging bij microvezeldoekjes gehandhaafd. Voor deze studie nemen we alleen het gebruik van de microvezeldoeken mee in de berekeningen. Hiervoor houden we de emissiefactor van 3,27 kg CO2 per kg polyester aan van het onderzoek van de milieukoopwijzer. De hoeveelheden gebruikte microvezeldoeken zijn opgegeven in weken. Deze zijn vermenigvuldigd met 51 werkbare weken per jaar. Het gewicht van de doekjes is mede berekend op basis van de afmetingen. In totaal worden er wekelijks 757 micro vezeldoeken gebruikt tijdens het schoonmaken van de kantoren. In totaal geeft het gebruik van microvezel doeken een CO2 emissie van ongeveer 0,3 ton/ CO2 per jaar. (Tabel 4.10 en 4.11) Tabel 4.10 Eigenschappen microvezel doeken

Berekening Onderdeel Waarde

A Lengte microvezeldoekje (meter) 0,6

B Breedte microvezeldoekje (meter) 0,22

C Gewicht microvezeldoekje (gram / m2) 16

D = A*B*C Gewicht microvezeldoekje (gram / doekje) 2,112

E CO2-emissiefactor PET (gram CO2 / gram PET) 3,27

F Aantal werkbare dagen per jaar 255

Tabel 4.11 Geschatte verbruik CO2-uitstoot microvezel doeken

Locatie

Aantal gebruikte

microvezeldoeken

per dag

G

ton CO2per jaar

H=

(D*E*F*G)/1.000.000

Nijmegen 40 0,07

Rotterdam 35 0,06

Steenwijk 3 0,01

Overige 74 0,13

Totaal 151 0,27

6. Afvalzakken

Omdat het ophalen van afval niet direct een resultaat is van de schoonmaakketen, wordt alleen het aantal vuilniszakken meegerekend. Enkel de gebruikte verpakkingen, dus lege vuilniszakken, worden meegenomen omdat hier wellicht een efficiency slag is te maken in de toekomst. Eigenschappen van de gebruikte vuilniszakken zijn gepresenteerd in de tabellen 4.12a en b. Vuilniszakken zijn gemaakt van HDPE, deze hebben een dichtheid van 0,95 gram per kubieke centimeter. Ook de afmetingen van de zakken (zie bijlage 3) en de CO2-emissiefactor van HDPE zijn bekend.

Page 23: CO2-emissieinventarisatie Cleaning Royal Haskoning/media... · 2013-09-05 · Dit rapport heeft als doel een emissie-inventarisatie van de schoonmaakketen te doen en daarbij elementen

Z7195/R0001/904601/Rott Eindrapport - 15 - 7 oktober 2011

Tabel 4.12a: Dichtheid en CO2-emissiefactor vuilniszakken

Berekening Onderdeel Waarde

A Dichtheid HDPE 0,95 g/cm3

B CO2-emissiefactor HDPE 6 g CO2/ g HDPE

Tabel 4.12b: Afmetingen en gewicht vuilniszakken

Formaat afvalzak

Lengte (cm)

C

Breedte (cm)

D

Dikte (micrometer)

E

Gewicht (gram)

F=A*C*D*(E/10.000)

klein 70 63 15 6,3 (F1)

groot 100 80 25 19,0 (F2)

In Nijmegen worden er per week 4000 kleine- en 100 grote vuilniszakken opgehaald. In Rotterdam is dit respectievelijk 1250 en 100 stuks en in Steenwijk 74 en 4 stuks. Dit komt in totaal neer op 365.293 kleine vuilniszakken en 15.402 grote vuilniszakken per jaar. De totale uitstoot tengevolge van gebruikte vuilniszakken is meer dan 15 ton CO2 per jaar. Tabel 4.13 Geschatte verbruik CO2-uitstoot vuilniszakken

Kantoor

Aantal kleine zakken per dag

G

Aantal grote zakken per dag

H

CO2-emissie (ton/jaar)* I =

(((F1*G)+(F2*H))*J*B)/1.000.000 Nijmegen 800 20 8,3 Rotterdam 250 20 3,0 Steenwijk 15 0,8 0,2 Overige kantoren o.b.v. Steenwijk 368 20 4,1 Totaal 1432,5 60,4 15,5

*J= aantal werkbare dagen per jaar (255)

4.4 Totale emissies schoonmaakketen

In tabel 4.14 is de totale CO2 emissie van de schoonmaakketen in kaart gebracht. Dit komt neer op een emissie van ongeveer 81 ton CO2 per jaar. Hierbij is het elektriciteitsgebruik niet meegenomen omdat dit in de scope 2 emissies valt. De gebruikte afvalzakken en met name het woon-werkverkeer geven een significante bijdrage aan de totale CO2-uitstoot van de schoonmaakketen. Tabel 4.14 Geschatte totale CO2-uitstoot schoonmaakketen

Scope CO2-emissie ton/jr %

2 Elektriciteitsgebruik 5 0%

3 Water 0 0%

3 Woon-Werk verkeer 63 78%

3 Schoonmaakmiddelen 2 2%

3 Microvezeldoeken 0 0%

3 Afvalzakken 16 20%

Totaal 81 100%

Page 24: CO2-emissieinventarisatie Cleaning Royal Haskoning/media... · 2013-09-05 · Dit rapport heeft als doel een emissie-inventarisatie van de schoonmaakketen te doen en daarbij elementen

Z7195/R0001/904601/Rott 7 oktober 2011 - 16 -

5 DISCUSSIE

Woon-werk verkeer De berekening van het woon-werk verkeer is een schatting op basis van de beschikbare CBS gegevens en het aantal schoonmakers in de kantoren. Een belangrijke oorzaak van de CO2-emissie is het veronderstelde autogebruik en de afgelegde autokilometers in de provincies Gelderland en Zuid-Holland in combinatie met het relatief grote aantal schoonmakers dat daar werkt. Dit is voor een groot deel terug te voeren op de kantoren Nijmegen en Rotterdam. Vanuit de ingevulde enquêtes is op te maken dat in Rotterdam één van de zeven medewerkers met de auto komt en in Nijmegen twee van de twaalf. Dit is gemiddeld zo’n 15%. Het is niet bekend welke afstand deze autobestuurders afleggen. In tabel 4.8 is aangenomen dat alle schoonmakers in een bepaalde provincie een bepaalde afstand met de auto afleggen, bijvoorbeeld 25 km in Gelderland. Dit betekent dat voor kantoor Nijmegen zou gelden dat er 25*12 = 300 autokm op een dag wordt afgelegd. Het is zeer onwaarschijnlijk dat de twee schoonmakers die met de auto komen dit aantal kilometers halen. Eenzelfde berekening kan voor andere kantoren worden gemaakt (indien gegevens voorhanden zijn). Gevoelsmatig zijn de gegevens van CBS daarom een overschatting in deze specifieke ketenstudie. De in tabel 4.14 berekende emissie van 63 ton CO2 zou daarom zomaar een factor 2 lager kunnen liggen. Dat neemt niet weg dat woon-werkverkeer met de auto een belangrijke bron van CO2-emissie blijft in deze studie, die verder omlaag gebracht kan worden. Watergebruik De gegevens die gebruikt zijn voor de berekening van het watergebruik voor de locatie in Nijmegen lijken niet betrouwbaar wanneer deze vergeleken worden met gegevens van de locaties Rotterdam en Steenwijk. In Nijmegen zou er 15 liter water per week worden gebruikt tijdens het schoonmaken terwijl er in Rotterdam en Steenwijk respectievelijk 97,5 en 25 liter water per week worden gebruikt. Rekening houdend met dezelfde schoonmaakmethodes en de VVO-gegevens lijkt dit niet te kloppen. Op de totale CO2-emissies draagt het waterverbruik overigens nauwelijks bij. Wanneer voor Nijmegen dezelfde aantallen worden aangehouden als voor Rotterdam wordt de CO2 emissie voor het watergebruik 0,05 ton CO2 per jaar in vergelijking tot onze bevindingen van 0,04 ton CO2 per jaar. Afvalzakken Er is voor deze studie uitgegaan van de emissiefactor van HDPE-materiaal wat het meest toegepaste materiaal is bij het produceren van vuilniszakken. Hierbij is ervan uitgegaan dat alle vuilniszakken die gebruikt worden bij Royal Haskoning uit dit materiaal bestaan. Om over de emissiefactor van vuilniszakken een nauwkeurige uitspraak te kunnen doen is diepte-onderzoek van belang. Ten tweede lijkt het aantal aangegeven vuilniszakken dat opgehaald wordt bij de locatie Steenwijk laag in vergelijking tot Rotterdam en Nijmegen. In Steenwijk worden er 75 kleine vuilniszakken opgehaald en in Nijmegen 4000 vuilniszakken. Omdat Steenwijk bepalend is voor het berekenen van de overige 16 kantoren kan door dit gegeven het totale aantal vuilniszakken lager zijn geschat dan in de praktijk.

Page 25: CO2-emissieinventarisatie Cleaning Royal Haskoning/media... · 2013-09-05 · Dit rapport heeft als doel een emissie-inventarisatie van de schoonmaakketen te doen en daarbij elementen

Z7195/R0001/904601/Rott Eindrapport - 17 - 7 oktober 2011

6 CONCLUSIES EN AANBEVELINGEN

Voor deze studie zijn verschillende aspecten van de schoonmaakketen in kaart gebracht; het elektriciteitsgebruik, het watergebruik, het woon-werk verkeer van de schoonmakers, gebruik van microvezeldoeken, schoonmaakmiddelen en afvalzakken. Berekeningen toonden aan dat het energie -en materiaalgebruik tijdens het werk laag is wanneer deze emissiefactoren vergeleken worden met de impact die elektriciteitsverbruik en het gebruik van afvalzakken hebben op de totale footprint. Hieronder volgen aanbevelingen om de CO2 footprint van de schoonmaakketen verder omlaag te brengen. Efficiëntie in gebouwen Bij het optimaliseren van het VVO-oppervlak kan er in de schoonmaakketen tevens een efficiëntieslag gemaakt worden. Hierbij valt te denken aan het fuseren van kantoren. Dit is overigens in 2010 gedaan door het kantoor in Dordrecht bij Rotterdam te voegen. Hoewel het VVO daarmee omlaag gaat en ook het aantal schoonmakers kan dit echter wel invloed hebben op de reizigerskilometers van de medewerkers van Royal Haskoning die eerst dichter bij huis werkten. Elektriciteitsgebruik Voor deze studie zijn scope vooral 3 emissies van belang. Omdat elektriciteitsgebruik een scope 2 emissie betreft, is hier geen scope 3 conclusie, aanbeveling of doelstelling aan te koppelen. Woon-werkverkeer Om de emissies van het woon-werk verkeer terug te brengen kan er een vervoersplan worden gemaakt (Infomil). Daarbij is het echter wel van belang het woon-werk verkeer gedetailleerder in kaart te brengen dan voor deze studie is gedaan. Wanneer het woon-werk verkeer in kaart is gebracht zijn er alternatieven te bedenken zoals gebruik van een fiets of OV in plaats van het gebruik van de auto. Wanneer 20% minder gebruik gemaakt wordt van de auto, scheelt dat in deze keten 12 ton CO2, ervan uitgaande dat de CBS-gegevens geen overschatting geven van deze specifieke situatie. Omdat de schoonmakers meestal dicht bij de kantoren die zij schoonmaken wonen is de fiets een goed alternatief voor de auto. De fiets is tijdens spitsuren vaak sneller dan de auto; zeker wanneer files en stedelijk verkeer worden meegenomen. De maatregel moet een duidelijk financieel voordeel geven aan werknemers die fietsen in plaats van autorijden. Er zijn voor de werkgever ook voordelen zoals hoe groter het fietsgebruik, hoe minder parkeerplaatsen er nodig zijn; een daling van de parkeerkosten en ruimtewinst op het eigen terrein. En een fietsende medewerker is een gezonde medewerker met minder ziekteverzuim tot gevolg. Zo is aangetoond dat drie keer per week minstens 6 kilometer fietsen de conditie verbetert met 10% (Infomil). Het kiezen voor de fiets boven het gebruik van de auto en het openbaar vervoer is te beïnvloeden door het opstellen van een werknemersregeling; een fiets van de zaak. Dit initiatief zou georganiseerd kunnen worden in een keteninitiatief van Hago en Royal Haskoning samen. Afvalzakken Gebruik van minder afvalzakken, bijvoorbeeld door het plaatsen van minder vuilnisbakken zodat enkel volle vuilniszakken worden opgehaald is een bewuste keuze. Een vermindering van 20% gebruik van afvalzakken levert naar schatting een winst op van 3 ton CO2 per jaar.

Page 26: CO2-emissieinventarisatie Cleaning Royal Haskoning/media... · 2013-09-05 · Dit rapport heeft als doel een emissie-inventarisatie van de schoonmaakketen te doen en daarbij elementen

Z7195/R0001/904601/Rott 7 oktober 2011 - 18 -

Bronnen 1. Alpheios, productinformatiebladen en veiligheidsinformatiebladen:

• http://www.alpheios.nl/208/reocid • http://www.alpheios.nl/223/refresh-mild • http://www.alpheios.nl/235/resal • http://www.alpheios.nl/244/sanidur

2. CBS Autogebruik 2010 3. http://www.cleanbest.nl, Catalogus materialen 4. Infomil:

http://www.infomil.nl/onderwerpen/duurzame/vervoermanagement/maatregelen-en/verkeer-vervoer-en/vervoermanagement_0/@94860/werknemersregelingen/

5. Milieubarometer:

http://www.milieubarometer.nl/uploads/files/CO2%20factoren%202010%20en%20feb2011.pdf

6. Milieukoopwijzer: http://www.milieukoopwijzer.be/schoonmaak/microvezel/index.php 7. SKOA Handboek CO2 prestatieladder versie 2 (23 juni 2011)

8. Interne correspondentie van Gansewinkel 9. Interne correspondentie van Hago 10. Interne correspondentie van Royal Haskoning

Page 27: CO2-emissieinventarisatie Cleaning Royal Haskoning/media... · 2013-09-05 · Dit rapport heeft als doel een emissie-inventarisatie van de schoonmaakketen te doen en daarbij elementen

Z7195/R0001/904601/Rott Eindrapport 7 oktober 2011

������������

Bijlage 1 Vragenlijst

Page 28: CO2-emissieinventarisatie Cleaning Royal Haskoning/media... · 2013-09-05 · Dit rapport heeft als doel een emissie-inventarisatie van de schoonmaakketen te doen en daarbij elementen
Page 29: CO2-emissieinventarisatie Cleaning Royal Haskoning/media... · 2013-09-05 · Dit rapport heeft als doel een emissie-inventarisatie van de schoonmaakketen te doen en daarbij elementen

Z7195/R0001/904601/Rott Eindrapport 7 oktober 2011

������������

Algemene vragenlijst Ketenstudie Hago Gebruikte materialen Waaruit bestaat een basisuitrusting van een schoonmaker?

Partners in de keten die de schoonmaakmiddelen leveren (leveranciers)

Chemische samenstelling grondstof

Hoeveelheden (verhoudingen die terugkomen in het schoonmaakmiddel)

Afkomstig van welke partners

Eindproduct: Uiteindelijk schoonmaakmiddel

Page 30: CO2-emissieinventarisatie Cleaning Royal Haskoning/media... · 2013-09-05 · Dit rapport heeft als doel een emissie-inventarisatie van de schoonmaakketen te doen en daarbij elementen

Z7195/R0001/904601/Rott 7 oktober 2011 - 2 -

Locatiespecifieke vragenlijst Ketenstudie Hago Locatie Gemiddeld aantal schoonmakers per keer

Aantal gewerkte uren

Vervoer Vanaf welke locatie vertrekken zij?

Hoe komen zij van en naar kantoor?

Gebruikte materialen Soort

Liters

Schoonmaakmiddelen: soort en hoeveelheden per dag

Soort

Hoeveelheden

Hoeveel materialen worden er gebruikt per dag (doekjes, sponsen, vuilniszakken etc)?

Soort

Hoeveelheden

tav Hergebruik: wassen van schoonmaakdoekjes en kleding?

Page 31: CO2-emissieinventarisatie Cleaning Royal Haskoning/media... · 2013-09-05 · Dit rapport heeft als doel een emissie-inventarisatie van de schoonmaakketen te doen en daarbij elementen

Z7195/R0001/904601/Rott Eindrapport 7 oktober 2011

������������

Energieverbruik Wat is het (geschatte) energie verbruik tijdens het werk (stofzuigen)?

(Aannames op basis op basis van aantal in gebruik zijnde stofzuigers en vermogen.)

Wat is het (geschatte) water verbruik tijdens het werk?

(Aannames op basis van emmers.)

Afval Soort

Hoeveelheden

Restafval Papier Glas … … …

Wat zijn de afvalstromen en hoe worden ze verwerkt?

Page 32: CO2-emissieinventarisatie Cleaning Royal Haskoning/media... · 2013-09-05 · Dit rapport heeft als doel een emissie-inventarisatie van de schoonmaakketen te doen en daarbij elementen
Page 33: CO2-emissieinventarisatie Cleaning Royal Haskoning/media... · 2013-09-05 · Dit rapport heeft als doel een emissie-inventarisatie van de schoonmaakketen te doen en daarbij elementen

Z7195/R0001/904601/Rott Eindrapport 7 oktober 2011

������������

Bijlage 2 Artikel 4 Addendum Electrabel

Page 34: CO2-emissieinventarisatie Cleaning Royal Haskoning/media... · 2013-09-05 · Dit rapport heeft als doel een emissie-inventarisatie van de schoonmaakketen te doen en daarbij elementen
Page 35: CO2-emissieinventarisatie Cleaning Royal Haskoning/media... · 2013-09-05 · Dit rapport heeft als doel een emissie-inventarisatie van de schoonmaakketen te doen en daarbij elementen

Z7195/R0001/904601/Rott Eindrapport 7 oktober 2011

������������

Page 36: CO2-emissieinventarisatie Cleaning Royal Haskoning/media... · 2013-09-05 · Dit rapport heeft als doel een emissie-inventarisatie van de schoonmaakketen te doen en daarbij elementen
Page 37: CO2-emissieinventarisatie Cleaning Royal Haskoning/media... · 2013-09-05 · Dit rapport heeft als doel een emissie-inventarisatie van de schoonmaakketen te doen en daarbij elementen

Z7195/R0001/904601/Rott Eindrapport 7 oktober 2011

������������

Bijlage 3 Afmetingen afvalzakken

Page 38: CO2-emissieinventarisatie Cleaning Royal Haskoning/media... · 2013-09-05 · Dit rapport heeft als doel een emissie-inventarisatie van de schoonmaakketen te doen en daarbij elementen
Page 39: CO2-emissieinventarisatie Cleaning Royal Haskoning/media... · 2013-09-05 · Dit rapport heeft als doel een emissie-inventarisatie van de schoonmaakketen te doen en daarbij elementen

Z7195/R0001/904601/Rott Eindrapport 7 oktober 2011

������������

Bron: Catalogus materialen, www.cleanbest.nl Noot: door Hago is opgegeven dat de afmetingen van de kleine afvalzakken 63 * 70 cm zijn. Voor de afmetingen van de grote zakken is 80 * 110 cm als representatieve waarde genomen.