BENELUX ASSEMBLÉE INTERPARLEMENTAIRE … · 2017-07-03 · sprong (Pakistan); de transitlanden...
Transcript of BENELUX ASSEMBLÉE INTERPARLEMENTAIRE … · 2017-07-03 · sprong (Pakistan); de transitlanden...
875/1875/1
VAST SECRETARIAATVAN DE BENELUX INTERPARLEMENTAIRE
ASSEMBLEE – PALEIS DER NATIE – BRUSSEL
SECRETARIAT PERMANENTDE L’ ASSEMBLÉE INTERPARLEMENTAIRE
BENELUX – PALAIS DE LA NATION – BRUXELLES
ASSEMBLÉE INTERPARLEMENTAIRE
BENELUX
BENELUX INTERPARLEMENTAIRE
ASSEMBLEE
27 mei 2016 27 mai 2016
Migratiestromen in Europa—
De aanpak van de Beneluxlanden
VERSLAG
NAMENS DE VERENIGDE COMMISSIESGRENSOVERSCHRIJDENDE SAMENWERKING
EN BUITENLANDSE ZAKEN
UITGEBRACHT DOOR DE HEER BART SOMERS EN
MEVROUW PATRICIA CREUTZ (1)
Les flux migratoires en Europe—
L’approche dans les pays du Benelux
RAPPORT
FAIT AU NOM DES COMMISSIONS RÉUNIES COOPÉRATION TRANSFRONTALIÈRE
ET AFFAIRES ÉTRANGÈRES
PAR M. BART SOMERS ET
MME PATRICIA CREUTZ (1)
2 875/1
1. INLEIDING
De Verenigde Commissies Buitenlandse Za-
ken & Grensoverschrijdende Samenwerking
vergaderden over het thema van de migra-
tiestromen in Europa op 4 maart, 15 april en
27 mei 2016.
Van 2 tot 3 mei 2016 bracht een delegatie van
het Beneluxparlement, geleid door de voorzitter van
de commissie Grensoverschrijdende Samenwer-
king, de heer Joost Taverne, een werkbezoek aan
Hongarije. Naast de voorzitter van de commissie
Grensoverschrijdende Samenwerking was de de-
legatie samengesteld uit de heer Marc Hendrickx,
voorzitter van de commissie Buitenlandse Zaken,
de heer Bart Somers, voorzitter van de liberale
fractie, en mevrouw Patricia Creutz, voorzitster van
de Contactgroep Noordrijn-Westfalen.
Op 2 mei 2016 heeft de delegatie, samen met
mevrouw Marie-France André, de Belgische am-
bassadeur in Hongarije, verschillende Hongaarse
parlements- en regeringsleden ontmoet.
Op 3 mei 2016 heeft de delegatie, samen met
de heer Elzo Molenberg, Deputy Head of Mission van de Nederlandse ambassade, een plaatsbezoek
gebracht aan de grenspost en transitzone te Rözke,
dat deel uitmaakt van de 175 kilometer lange grens
met Servië, die afgesloten is met een stalen hek
en prikkeldraad.
Het zendingsverslag bevindt zich achteraan in
dit verslag.
De heer Bart Somers en mevrouw Patricia Creutz
werden aangewezen als rapporteur.
2. VERGADERING VAN 15 APRIL 2016
A. Uiteenzetting van Z.E. de heer Zoltán Nagy,
Ambassadeur van de Republiek Hongarije in
België
De heer Zoltán Nagy, ambassadeur van de Republiek Hongarije, wil het voornamelijk hebben over de Hongaarse benadering van het Europees
migratiebeleid, de Hongaarse bijdrage aan het
1. INTRODUCTION
Les commissions réunies des Relations exté-
rieures et de la Coopération transfrontalière se sont
réunies les 4 mars, 15 avril et 27 mai 2016 pour
débattre du thème des fl ux migratoires en Europe.
Une délégation du Parlement Benelux conduite
par le président de la commission de la Coopération
transfrontalière, M. Joost Taverne, a effectué du
2 au 3 mai 2016 une visite de travail en Hongrie.
Outre le président de la commission de la Coopé-
ration transfrontalière, la délégation était compo-
sée du président de la commission des Relations
extérieures, M. Marc Hendrickx, du président du
Groupe libéral, M. Bart Somers, et de la présidente
du groupe de contacts Rhénanie du Nord-West-
phalie, Mme Patricia Creutz.
Le 2 mai 2016, la délégation, accompagnée
de l’ambassadrice de Belgique en Hongrie, Mme
Marie-France André, a rencontré des parlemen-
taires et des membres du gouvernement hongrois.
Le 3 mai 2016, la délégation, accompagnée de
M. Elzo Molenberg, Deputy Head of Mission de
l’ambassade néerlandaise, a visité le poste-fron-
tière en zone de transit de Rözke, sur la frontière
des 175 km avec la Serbie qui est fermée par une
clôture métallique et des barbelés.
Le rapport de la mission se trouve à la fi n de ce
rapport.
M. Bart Somers et Mme Patricia Creutz ont été
désignés en qualité de rapporteurs.
2. RÉUNION DU 15 AVRIL 2016
A. Exposé de S.E. M. Zoltán NAGY, Ambassa-
deur de la république de Hongrie en Belgique
M. Zoltán Nagy, ambassadeur de la république de Hongrie souhaite avant tout évoquer l’approche hongroise de la politique migratoire européenne, la
contribution de la Hongrie à la gestion des aspects
3875/1
management van de externe aspecten van de mi-
gratiecrisis en achtergrondinformatie aangaande
de transitzones te Hongarije.
1) De Hongaarse benadering van het Europees migratiebeleid
Volgens de spreker heeft de EU niet te maken
met een vluchtelingencrisis, maar met een migra-
tiecrisis. Hij geeft een opsomming van het aantal
internally displaced persons in de crisiszones Syrië
en Irak, van het aantal vluchtelingen in naburige
landen zoals Turkije, Libanon en Jordanië en in
Sub-Saharaans Afrika en Oekraïne. Het aantal
economische migranten dat wereldwijd op de vlucht
is bedraagt ongeveer 30 à 35 miljoen.
Volgens de spreker zijn er vorig jaar 400 000
illegale migranten Hongarije binnengekomen en
vroegen 178 000 personen er asiel aan uit 101
Staten, maar die zouden veelal uit veilige landen
zijn gekomen.
De ambassadeur vraagt de realiteit onder ogen
te willen zien. Hongarije heeft in april 2015 er al op
gewezen dat er een link is tussen ongecontroleerde
migratie en georganiseerde misdaad en terrorisme.
Toen werd dit argument beschouwd als “poli-
tiek niet correct” en zonder bewijs. Spijtig genoeg
hebben de tragische gebeurtenissen in Parijs en
Brussel aangetoond dat de terroristen voordeel
hebben gepuurd uit de ongecontroleerde migratie-
golf (doorreis door Griekenland, gebruik van een
valse Syrische identiteit, enz.).
De Europese Unie moet beginnen met het nastreven van de eigen belangen, net zoals de
andere spelers dit doen, d.w.z de landen van oor-
sprong (Pakistan); de transitlanden (Turkije) en de
migranten zelf. 70 % van de migranten reist zonder
geldige documenten en 90 % onder hen heeft een smartphone, zo stelt de ambassadeur.
Hongarije, sinds mei 2004 een overtuigd lid van
de EU en voorstander van een sterk Europa, volgt
de volgende visie op de Europese migratieagenda. Men moet op een integrale wijze de Europese
regelgeving toepassen, met name de Schengen
Code en de Dublin III akkoorden. Men moet uitgaan van een alomvattende geografi sche benadering.
externes de la crise migratoire et des informations
de base relatives aux zones de transit en Hongrie .
1) L’approche hongroise de la politique migra-toire européenne
Selon l’orateur, l’UE n’est pas confrontée à une
crise de réfugiés mais à une crise migratoire. Il cite
le nombre de internally displaced persons dans les
zones de crise en Syrie et en Irak, le nombre de
réfugiés dans les pays voisins comme la Turquie,
le Liban et la Jordanie ainsi qu’en Afrique subsa-
harienne et en Ukraine. Le nombre de migrants
économiques de par le monde est d’environ 30 à
35 millions de personnes.
L’orateur estime que 400 000 migrants illégaux
sont entrés l’an dernier en Hongrie et que 178 000
personnes issues de 101 États ont demandé l’asile
alors que la plupart provenaient de pays sûrs.
L’ambassadeur demande de regarder la vérité en
face. En avril 2015 déjà, là Hongrie avait souligné
l’existence d’un lien entre la migration incontrôlée
et le crime organisé et le terrorisme.
À l’époque, cet argument avait été jugé politi-
quement incorrect et sans fondement. Malheu-
reusement, les tragiques événements de Paris et
de Bruxelles ont montré que les terroristes ont tiré
avantage du fl ux migratoire incontrôlé (passage par
la Grèce, utilisation d’une fausse identité syrienne,
etc.).
L’UE doit commencer par prendre en considéra-tion ses propres intérêts, comme le font les autres
acteurs, c’est-à-dire les pays d’origine (Pakistan),
les pays de transit (Turquie) et les migrants eux-
mêmes. L’ambassadeur précise que 70 % des
migrants voyagent sans documents valables et que 90 % d’entre eux possèdent un smartphone.
La Hongrie, qui est depuis 2004 un membre
affirmé de l’UE est un partisan d’une Europe forte, a
adopté le point de vue suivant concernant l’agenda migratoire européen. Il faut appliquer intégralement
la réglementation européenne, à savoir le Code de
Schengen et les accords de Dublin III. Il faut partir d’une approche géographique globale.
4 875/1
Wat de Europese regelgeving betreft, heeft
Hongarije Schengen consequent toegepast door
de buitengrenzen van de EU te beschermen (een
nationale verantwoordelijkheid) en door alle illegale
migranten te registreren die uit niet-EU landen
komen. Het stalen hek was een manier om dit
staatsgezag te bevestigen.
Een alomvattende geografische benadering
bestaat erin om aandacht te hebben voor de Bal-
kanroute en de Mediterrane route. De Balkantoute
is lange tijd het doelwit geweest van mensensmok-
kel, terwijl heden, nu de Balkan route terug onder
controle is, de Mediterrane route meer moet worden
gecontroleerd.
Wat bedoelt men met een betere Europese
benadering?
De Hongaarse autoriteiten zijn volgens de spre-
ker van mening dat de bescherming van de buiten-
grenzen de eerste prioriteit moet zijn, met als doel
de toevloed te controleren en eventueel te stoppen.
We moeten onze buitengrenzen beschermen
want dit maakt deel uit van het “acquis” van Sc-
hengen. Het duurde echter een jaar vóór de EU tot
dit inzicht kwam.
De migranten moeten zo dicht mogelijk bij hun
land van oorsprong blijven. Ook moet er steun wor-den verleend aan de transitlanden (zoals Turkije,
Libanon, Jordanië en de westelijke-Balkanlanden), een proces dat eveneens aan de gang is. De EU
kan echter geen veiligheid afkopen van Turkije.
Economische migranten zijn geen vluchtelingen
en dat onderscheid moet volgens de spreker in de
hotspots in Griekenland en Italië worden gemaakt, die sneller moeten worden geïmplementeerd.
Natuurlijk moet de Conventie van Genève worden
toegepast en kunnen geen collectieve uitwijzingen plaatsvinden. Er is nood aan individuele beslissin-
gen per vluchteling, maar de Staten moeten hun
eigen belangen verdedigen.
Er moet ook werk worden gemaakt van een ef-fi ciënt terugkeerbeleid via het sluiten van overna-
meovereenkomsten met de landen van herkomst
En ce qui concerne la réglementation euro-
péenne, la Hongrie a appliqué de manière consé-
quente les accords de Schengen en protégeant les
frontières extérieures de l’UE (une responsabilité
nationale) et en enregistrant tous les migrants illé-
gaux non originaires de pays de l’UE. La clôture
métallique était une manière de conforter l’autorité
de l’État.
Une approche géographique globale suppose
d’être attentif à la route des Balkans et à la route
méditerranéenne. La route des Balkans est depuis
longtemps déjà l’objectif de la traite des êtres
humains alors que, la route des Balkans étant à
nouveau sous contrôle, la route méditerranéenne
requiert un contrôle plus étroit.
Qu’entend-on par une meilleure approche euro-
péenne?
Les autorités hongroises considèrent, selon l’ora-
teur, que la protection des frontières extérieures doit
être la première priorité, dans le but de contrôler et
éventuellement d’arrêter le fl ux migratoire.
Nous devons protéger nos frontières extérieures
car cela fait partie de l’acquis de Schengen. Mais
il aura fallu un an avant que l’UE s’en convainque.
Les migrants doivent rester le plus près possible
de leur pays d’origine. Il faut également fournir de
l’aide aux pays de transit (comme la Turquie, le Liban, la Jordanie et les pays des Balkans occiden-
taux), un processus qui est également en cours. L’UE ne peut toutefois pas acheter la sécurité à la
Turquie.
Les migrants économiques ne sont pas des
réfugiés et l’orateur estime qu’il faut faire cette distinction dans les hotspots en Grèce et en
Italie, lesquels doivent être plus rapidement mis
en oeuvre. Bien évidemment, il faut appliquer la
Convention de Genève et il ne saurait être procédé
à des éloignements collectifs. Il faut une décision individuelle pour chaque réfugié mais les États
doivent défendre leurs propres intérêts.
Il faut également mettre en place une politique
de retour efficace en concluant des conventions de réadmission avec les pays d’origine (l’UE doit
5875/1
(de EU moet daar haar macht doen gelden) en
er moet een gemeenschappelijke lijst van veilige
(transit)landen worden opgesteld. Voorts moet de
mensensmokkel worden aangepakt, onder meer
via het aanpassen van de nationale wetgevingen.
Ten slotte moet de crisis in Syrië, Irak, Afghani-
stan en Libië worden aangepakt.
De ambassadeur vindt dat de EU veel te weinig
heeft gedaan en veel te laat heeft gereageerd
op het gebied van migratie. De crisis is nog niet
gedaan. De hotspots zijn nog steeds niet opera-
tioneel en de re- admissie door Turkije werkt nog
niet behoorlijk. Veel migranten verdwijnen tussen
de Griekse kusten en Europese hoofdsteden en er
is een terreurdreiging.
Voorts blijft de Europese Commissie andere
keuzes maken, die in de praktijk niet uitvoerbaar
zijn. Deze verplichte quota’s zijn volgens de Hon-
gaarse regering een uitzichtloos stelsel. Het is een
irrationeel systeem dat focust op de gevolgen en
niet op de oorzaak van het probleem. Het is een
illegaal stelsel want de Europese burgers hebben
nooit het mandaat gegeven aan de EU om hierover
te oordelen. Het is onuitvoerbaar want met het
spreidingsplan zijn op een totaal van 160 000 er op
1 april 2016 nog maar 1 145 personen herplaatst.
In december 2015 heeft Hongarije, samen met
Slowakije, een beroep ingediend bij het Europees
Hof van Justitie om de beslissing te vernietigen die
dit verplichte quotastelsel invoerde. Deze beslissing
is genomen met een gekwalifi ceerde meerderheid
en dit is op wettelijke gronden ten zeerste betwist-baar. Art. 78(3) van het Verdrag betreffende de
Werking van de EU heeft geen gepaste wettelijke
basis verleend aan de Raad om een dergelijke
beslissing te nemen. De beslissing is een inbreuk
op het evenredigheidsbeginsel.
De Hongaarse regering plant een referendum
over deze gedwongen herplaatsingquota’s die beslist zijn in februari 2016. De vraag zal luiden
als volgt: “Bent u het erover eens dat de EU de
bevoegdheid moet hebben om de gedwongen
plaatsing van niet-Hongaarse burgers op te leggen
faire valoir son autorité à ce niveau) et il faut éta-
blir une liste commune de pays (de transit) sûrs.
Par ailleurs, il faut lutter contre la traite des êtres
humains, entre autres en adaptant les législations
nationales.
Enfi n, il faut s’occuper de la crise en Syrie, en
Irak, en Afghanistan et en Libye.
L’ambassadeur estime que l’UE n’en a pas fait
assez et a réagi beaucoup trop tard dans le dos-
sier migratoire. La crise n’est pas encore terminée.
Les hotspots ne sont toujours pas opérationnels
et la réadmission par la Turquie ne fonctionne
pas encore comme il conviendrait. De nombreux
migrants disparaissent entre les côtes grecques et
les capitales européennes et la menace terroriste
est réelle .
Par ailleurs, la Commission européenne persiste
à faire d’autres choix qui, dans la pratique, ne
peuvent pas être mis en oeuvre. Le gouvernement
hongrois considère que les quotas obligatoires ne
sont pas un système viable. Il s’agit d’un système
irrationnel qui met l’accent sur les conséquences
et non sur les causes du problème. C’est un sys-
tème illégal car les citoyens européens n’ont jamais
donné mandat à l’Union européenne pour juger de
la question. Il ne peut être mis en oeuvre car, avec
le plan de répartition, seulement 1 145 personnes
sur un total de 160 000 avaient été replacées au
1er avril 2016.
En décembre 2015, la Hongrie, avec la Slovaquie,
a introduit un recours devant la Cour européenne
de Justice pour obtenir l’annulation de la décision
d’instaurer le système des quotas obligatoires.
Cette décision a été prise à une majorité qualifi ée,
ce qui est très contestable sur le plan légal. L’article 78(3) du Traité relatif au fonctionnement de l’UE
n’a pas conféré au Conseil de base légale pour
prendre une telle décision. La décision contrevient
au principe de proportionnalité.
Le gouvernement hongrois prévoit un référen-
dum sur ces quotas de replacement obligatoire décidés en février 2016. La question posée sera
la suivante: “Estimez-vous que l’UE doit détenir la
compétence d’imposer à la Hongrie le placement
obligatoire de citoyens non hongrois, même sans
6 875/1
in Hongarije, zelfs zonder de instemming van het
Hongaarse parlement?”. De Hongaarse regering
is van oordeel dat de bevoegdheden van de EU
enerzijds exclusieve bevoegdheden omvatten,
zoals het handelsbeleid, en anderzijds gedeelde
bevoegdheden, zoals justitie, vrijheid en veiligheid,
waar alle lidstaten hun eigen grondwettelijke iden-
titeit behouden binnen hun eigen bevoegdheden.
Gedwongen herplaatsingquota’s werden nooit
overgedragen naar de EU.
2) De Hongaarse bijdrage aan het management van de externe aspecten van de migratiecrisis
Hongarije levert een bijdrage aan het manage-
ment van de externe aspecten van de migratiecri-
sis. De ambassadeur beklemtoont dat Hongarije
blijk heeft gegeven van solidariteit via de internati-
onale ontwikkelingshulp, de militaire ondersteuning
in Noord-Irak, de bijdrage aan de civiele defensie
in de Balkan, de bijdrage aan Frontex en politie-
bijstand en de deelname aan civiele en militaire
operaties op het gebied van crisismanagement.
Er is het akkoord tussen de EU en Turkije, waarbij
voor elke naar Turkije teruggestuurde Syriër er een
andere Syriër in Europa kan worden geplaatst.
Hongarije heeft een behoorlijke bijdrage geleverd
aan het bedrag dat werd uitgetrokken voor Turkije.
Het land is dus bereid om in de migratiecrisis te
investeren.
In 2015 heeft Hongarije 392 000 illegale migran-ten ontvangen, waarvan er 178 000 om asiel heb-
ben verzocht. Tussen 9 september en 21 oktober 2015 hebben meer dan 250 000 mensen gepoogd
op illegale wijze de Hongaarse grens over te ste-ken. Om deze reden heeft Hongarije nationale
maatregelen getroffen die de openbare veiligheid
moeten garanderen en tegemoet kwamen aan de
Europese verplichtingen van de Schengen Code
en het stelsel van Dublin III.
Het hek dat Hongarije heeft opgetrokken was
een nationale maatregel. Het land was ook niet de eerste lidstaat om dat te doen en bovendien
grenst het hek niet aan een ander Schengenland.
In andere EU-lidstaten is dat wel het geval (Spanje,
Griekenland, Bulgarije en Frankrijk), maar die lan-
den worden dan niet bekritiseerd.
l’assentiment du parlement hongrois?”. Le gouver-
nement hongrois est d’avis que les compétences
de l’UE comprennent, d’une part, des compétences
exclusives comme la politique commerciale et,
d’autre part, des compétences partagées comme
la justice, la liberté et la sécurité dans le cadre
desquelles tous les États membres conservent
leur identité constitutionnelle à l’intérieur de leurs
propres compétences. La question des quotas de
replacement obligatoire n’a jamais été confi ée à
l’Union européenne.
2) La contribution de la Hongrie à la gestion des aspects externes de la crise migratoire
La Hongrie fournit une contribution à la gestion
de la crise migratoire. L’ambassadeur souligne que
la Hongrie a fait preuve de solidarité par le biais de
l’aide au développement internationale, de l’appui
militaire dans le nord de l’Irak, de sa contribution
à la défense civile dans les Balkans, de sa partici-
pation à Frontex et en matière de police et de sa
participation à des opérations civiles et militaires
dans le domaine de la gestion de crise. Il y a
l’accord entre l’UE et la Turquie en vertu duquel
pour chaque Syrien renvoyé en Turquie, un autre
Syrien peut être placé en Europe. La Hongrie a
fourni une contribution appréciable au montant
dégagé en faveur de la Turquie. Le pays est donc
bel et bien disposé à investir dans la gestion de la
crise migratoire.
En 2015, la Hongrie a accueilli 392 000 migrants illégaux, dont 178 000 ont demandé l’asile. Entre
le 9 septembre et le 21 octobre 2015, plus de 250 000 personnes ont essayé de traverser illé-
galement la frontière hongroise. C’est pourquoi la Hongrie a pris des mesures au niveau national
pour garantir la sécurité publique et honorer les
obligations européennes découlant du Code de
Schengen et des accords de Dublin III.
L’enceinte métallique érigée par la Hongrie était
une mesure nationale. La Hongrie n’était du reste pas le premier État membre à le faire et cette clô-
ture ne se trouve pas à la frontière avec un autre
pays de Schengen. C’est en revanche le cas dans
d’autres États membres de l’UE (Espagne, Grèce,
Bulgarie et France ), mais ces pays ne font l’objet d’aucune critique.
7875/1
De bewaking werd opgedreven door de nationale
politie, hierbij ondersteund door het Hongaarse
leger.
Nieuwe wetten zijn goedgekeurd om de illegale
oversteek aan de grensposten te ontmoedigen. De
asielprocedures en de toegang tot de rechtbank zijn
versneld, met respect voor de procedurele rechten
van de verzoekers, meer in het bijzonder van de
kwetsbare personen.
De regering kan tijdelijk de crisissituatie afkon-
digen als die veroorzaakt wordt door massale
migratie. Dit gebeurde een eerste maal in maart
2016 in antwoord op de gestegen spanningen bij
de sluiting van de grenzen aan de Balkanroute.
3) Achtergrondinformatie aangaande de transit-zones te Hongarije
Het wettelijk kader betreffende de transitzones
werd van kracht op 1 april 2016. De verplichte mi-
nimumoppervlakte per persoon werd herleid van
15 kubieke meter naar 6 kubieke meter per per-
soon voor mannelijke volwassenen. Zakgeld voor
asielzoekers is niet gegarandeerd, maar ze kunnen
geld verdienen door bij te dragen tot het onderhoud
van het transitcentrum. Er is geen fi nanciële steun
voor opvoeding, maar de kinderen kunnen gratis
school lopen (met inbegrip van kinderdagverblijf)
en de kosten van bijvoorbeeld bustransport worden
terugbetaald. De rechten en vrijheden zijn dezelfde
voor vluchtelingen als voor Hongaren.
Op 10 december 2015 heeft de Europese Com-
missie een inbreukprocedure ingesteld tegen Hon-garije, waarbij de bezwaren eerder van technische
aard waren.
4) Gedachtewisseling
De heer Wouter De Vriendt toont zich ontgoo-
cheld want de voorstelling spreekt niet over de solidariteit die men moet betuigen met oorlogs-
vluchtelingen. Overeenkomstig het internationaal
recht, dat primeert op het nationale recht, moet
elke vluchteling een asielverzoek kunnen indienen
en opvang kunnen genieten. Spreker wijst op de onrustwekkende geruchten over de behandeling
Le contrôle par la police nationale, aidée par
l’armée hongroise, a été renforcé.
De nouvelles lois ont été adoptées pour décou-
rager la traversée illégale aux postes-frontière.
La procédure d’asile et l’accès au tribunal ont été
accélérés dans le respect des droits de procédure
des demandeurs, plus particulièrement des per-
sonnes vulnérables.
Le gouvernement peut décréter temporaire-
ment l’état de crise lorsqu’il résulte d’une migration
massive. Cela s’est fait une première fois en mars
2016 à la suite des tensions croissantes lors de la
fermeture des frontières sur la route des Balkans.
3) Informations de base concernant les zones de transit en Hongrie
Le cadre légal relatif aux zones de transit est en-
tré en vigueur le 1er avril 2016. La surface minimum
obligatoire par personne a été ramenée de 15 m3
à 6 m3 pour les adultes de sexe masculin. L’argent
de poche n’est pas garanti aux demandeurs d’asile
qui peuvent toutefois gagner de l’argent en contri-
buant à l’entretien du centre de transit. Il n’y a pas
d’aide fi nancière pour l’éducation mais les enfants
peuvent fréquenter gratuitement l’école (en ce com-
pris l’accueil de jour pour les enfants) et les frais de
transport par bus, par exemple, sont remboursés.
Les droits et les libertés sont les mêmes pour les
réfugiés et pour les Hongrois .
Le 10 décembre 2015, la Commission euro-
péenne a ouvert contre la Hongrie une procédure pour infraction dont les fondements présentent
plutôt un caractère technique.
4) Échange de vues
M. Wouter De Vriendt exprime sa déception
parce qu’il n’a pas été question dans l’exposé de la solidarité dont il faut faire preuve à l’égard des
réfugiés qui fuient la guerre. Conformément au droit
international, qui prime le droit national, chaque
réfugié doit pouvoir introduire une demande d’asile
et bénéfi cier d’un accueil. L’orateur évoque les rumeurs inquiétantes concernant le traitement dont
8 875/1
van vluchtelingen in Hongarije. Hij wenst enige
duiding bij de Hongaarse beslissing om niet deel
te nemen aan de herplaatsingmaatregelen van de
Europese Commissie en aan het akkoord van de
EU met Turkije.
De heer Wouter De Vriendt verwijst naar de be-
wering van de ambassadeur dat de migranten zo
dicht mogelijk bij hun land van oorsprong moeten
worden opgevangen, terwijl Turkije, Libanon en Jor-
danië al een vijftal miljoen vluchtelingen opvangen.
Tevens werd geopperd dat de nationale belangen
moeten worden verdedigd. Deze logica valt te
begrijpen, maar men moet ook het internationale
recht respecteren. Internationaal recht primeert op
nationale belangen.
De heer Wouter De Vriendt betwijfelt of Turkije
de facto een “veilig land” is, in het licht van de
aanpak van Syrische vluchtelingen daar. Aan deze
vluchtelingen ontzegt Turkije het recht op werk en
onderwijs, en, volgens recente “Amnesty Interna-
tional” rapporten, zijn dagelijks een honderdtal
vluchtelingen het slachtoffer zijn van “push backs”.
Hierbij schendt Turkije het internationaal recht.
De heer Wouter De Vriendt vindt de vraag die
de Hongaarse regering in het referendum aan de
bevolking zal stellen zeer suggestief.
De heer Zoltán Nagy antwoordt dat Hongarije
het universeel recht op asielverzoek erkent. Indivi-
duele asielaanvragen worden behandeld. Door de
hotspots operationeel te maken in Italië en Grieken-
land, kan het internationaal recht worden toegepast
in de hotspots en is het mogelijk een onderscheid
te maken tussen de economische migranten en de
vluchtelingen. Het “non refoulement” principe moet worden toegepast.
Overeenkomstig het Hongaars standpunt kan
de Syriër niet als vluchteling worden beschouwd
als hij al een vijftal veilige landen van de EU heeft doortrokken. Het Verdrag van Genève moet worden
nageleefd; wie echt vluchteling is, moet worden
beschermd, maar het verdrag kent geen universeel recht toe aan de vluchteling om vrij zijn bestemming
te kiezen. De Schengengrenzen kunnen enkel op
een wettige manier worden overgestoken via wet-
telijke oversteekpunten tijdens de voorziene uren.
les réfugiés font l’objet en Hongrie. Il souhaite des
précisions concernant la décision de la Hongrie de
ne pas participer aux mesures de replacement de
la Commission européenne et à l’accord intervenu
entre l’Union européenne et la Turquie.
M. Wouter De Vriendt se réfère à l’affirmation de
l’ambassadeur selon laquelle les migrants doivent
être accueillis le plus près possible de leur pays
d’origine alors que la Turquie, le Liban et la Jordanie
accueillent déjà quelque 5 millions de réfugiés. Il a
également dit qu’il faut défendre les intérêts natio-
naux. Cette logique peut se comprendre mais il faut
également respecter le droit international. Le droit
international prime les intérêts nationaux.
M. Wouter De Vriendt doute, à la lumière du
traitement dont les réfugiés font l’objet dans ce
pays, que la Turquie soit de facto “un pays sûr”.
La Turquie dénie aux réfugiés le droit au travail et
à l’enseignement et, selon des rapports récents
d’“Amnesty International”, une centaine de réfugiés
sont quotidiennement victimes de “push backs”.
La Turquie viole de ce fait le droit international.
M. Wouter De Vriend juge très suggestive la
question qui sera adressée par le gouvernement
hongroisà la population dans le cadre du référen-
dum.
M. Zoltán Nagy répond que la Hongrie recon-
naît le droit universel à la demande d’asile. Les
demandes d’asile individuelles sont traitées. En
rendant opérationnels les hotspots en Italie et en
Grèce, il est possible d’y appliquer le droit inter-
national et d’établir une distinction entre migrants
économiques et réfugiés. Le principe du “non
refoulement” doit être appliqué.
Conformément au point de vu de la Hongrie,
un Syrien ne peut pas être considéré comme un réfugié s’il a déjà traversé cinq pays sûrs de l’UE.
Il faut appliquer le Traité de Genève; le réfugié doit
être protégé mais le traité ne reconnaît pas au réfu-
gié le droit universel à choisir sa destination. Les
frontières de Schengen ne peuvent être traversées légalement qu’en des points défi nis légalement et
aux heures prévues à cet effet.
9875/1
De ambassadeur verduidelijkt dat Hongarije niet
zal deelnemen aan de verplichte herplaatsingmaat-
regelen van de Europese Commissie. Hongarije wil
hier wel aan meewerken op vrijwillige basis. Er is
voor de verplichte quota bovendien geen draagvlak
bij de lidstaten en daarenboven druist een derge-
lijke maatregel in tegen de soevereiniteit van de
lidstaten. Dit is de reden van het beroep bij het Hof
van Justitie en het referendum.
De heer Zoltán Nagy ontkent dat de vraag van
het referendum suggestief zou zijn. Nederland
heeft eveneens een referendum georganiseerd
over het associatieakkoord met Oekraïne. De vraag
van de Hongaarse regering is perfect legitiem en
de Hongaarse regering zal zich schikken naar de
uitslag van het referendum en ijveren voor pas-
sende wetgeving. Hongarije heeft weliswaar het
opleggen van de quota voor het Hof van Justitie
van de Europese Unie aangevochten, maar heeft
nooit beweerd de quota niet te willen aanvaarden.
Hongarije is solidair, respecteert het internatio-
naal recht en heeft alle Europese verordeningen,
de Schengen Code en de Dublin Akkoorden ge-
implementeerd. Hongarije heeft ook de andere
lidstaten beschermd door de buitengrenzen te
bewaken en op te treden tegen de ongecontro-
leerde migratiestroom. Hongarije heeft ook een
behoorlijke bijdrage geleverd aan het bedrag dat
werd uitgetrokken voor het akkoord tussen de EU en Turkije, waarbij voor elke naar Turkije terugge-
stuurde Syriër er een andere Syriër in Europa kan worden geplaatst. Dit akkoord beschouwt Turkije de facto als veilig, maar Hongarije kan ook van veilige landen asielverzoeken aanvaarden. Hongarije is
wel degelijk solidair en draagt bij aan internationale
operaties. Hongarije is bovendien bereid nog meer
in de migratiecrisis te investeren, zoals het voorstel
van Hongarije om een bijzonder fi nancieel fonds op te richten tot bijstand en ondersteuning van Turkije,
Jordanië en Libanon. Dit voorstel werd, spijtig ge-
noeg, op Europees niveau verworpen.
Voor de heer Anne Mulder is de migratiecrisis één van de grootste problemen in Nederland, sa-
men met het euroscepticisme. De migratiecrisis zal
nog vele jaren een probleem blijven. Afrika kampt met een enorme bevolkingsaangroei en heeft
L’ambassadeur précise une fois encore que la
Hongrie ne participera pas aux mesures de repla-
cement obligatoire de la Commission européenne.
La Hongrie est disposée à y participer sur une
base volontaire. Il n’existe pas de soutien en faveur
des quotas obligatoires parmi les États membres
et une telle mesure est par ailleurs contraire à la
souveraineté des États membres. C’est la raison
de l’introduction d’un recours devant la Cour de
Justice et de l’organisation du référendum.
M. Zoltán Nagy dément le caractère préten-
dument suggestif de la question du référendum.
Les Pays-Bas ont également organisé un référen-
dum sur l’accord d’association avec l’Ukraine. La
question formulée par le gouvernement hongrois
est parfaitement légitime et le gouvernement hon-
grois se conformera au résultat du référendum
et s’emploiera à mettre en place une législation
appropriée. Si la Hongrie a contesté l’imposition
de quotas devant la Cour européenne de Justice,
elle n’a jamais affirmé qu’elle n’accepterait pas de
quotas.
La Hongrie est solidaire, respecte le droit inter-
national et a mis en oeuvre tous les règlements
européens, le Code de de Schengen et les accords
de Dublin. Elle a également protégé les autres États
membres en contrôlant les frontières extérieures
et en agissant contre le fl ux migratoire incontrôlé.
La Hongrie a également fourni une contribution
substantielle au montant dégagé dans le cadre de
l’accord entre l’UE et la Turquie aux termes duquel pour tout Syrien renvoyé en Turquie, un autre Syrien
peut être placé en Europe. Cet accord considère de facto la Turquie comme un pays sûr mais la Hongrie
peut également accepter des demandes d’asile de pays sûrs. La Hongrie est bel et bien solidaire et
participe aux opérations internationales. Elle est
en outre disposée à investir davantage dans l’ap-
proche de la crise migratoire, comme en témoigne
sa proposition de créer un fonds fi nancier spécial d’aide et d’assistance à la Turquie, à la Jordanie
et au Liban. Cette proposition a malheureusement
été rejetée au niveau européen.
Pour M. Anne Mulder, la crise migratoire consti-tue avec l’euroscepticisme l’un des problèmes
majeurs aux Pays-Bas. La crise migratoire res-
tera un problème pendant encore de nombreuses années. L’Afrique est confrontée à une énorme
10 875/1
zwakke staatsstructuren. De migratiedruk op de
EU zal blijven aanhouden. Deze landen moeten
economisch geholpen worden, zodat de burgers
van deze landen in hun regio blijven. Misschien
moet het wetgevend kader van de Conventie van
Genève worden veranderd, zodat niet eenieder
een asielverzoek kan indienen? De buitengrenzen
moeten gecontroleerd worden als men de binnen-
grenzen wil open houden. Het akkoord EU-Turkije
is een goede maatregel.
Spreker kan voor de Hongaarse maatregelen
begrip opbrengen. Een grote migratietoevloed
kan de welvaarstaat uit evenwicht brengen. Het
euroscepticisme in Nederland zal groeien. Als elke
lidstaat zal vragen wat de EU oplevert voor die lid-
staat, zal het euroscepticisme groeien. Nederland
is een nettobetaler van de EU. Als elke lidstaat
zegt “I want my money back”, zal dit scepticisme
groeien. Als Hongarije niet wil meedoen met het
stelsel van quota, zullen andere lidstaten de vraag
stellen hoe het dan zit met de solidariteit. Dit zal
niet bevorderlijk zijn voor de Europese Unie.
De heer Zoltán Nagy antwoordt dat de druk van-
uit Afrika inderdaad zal toenemen. Er zullen meer
confl icthaarden komen door de klimaatverandering
en de waterschaarste. De migratie zal hierdoor
stijgen. Hongarije zal de waterproblematiek op de
agenda zetten door een Top hierover te organise-
ren. Solidariteit gaat over meer dan quota’s.
De ambassadeur komt hierop terug en herhaalt
dat verplichte quota’s opleggen via een gekwalifi -
ceerde meerderheid volgens de Europese verdra-
gen niet mogelijk is. In de EU hebben de lidstaten
onderscheiden belangen. Sommige landen hebben
nood aan gastarbeiders om hun economie overeind te houden, andere niet. Hongarije heeft geen nood
aan economische migranten. Landen moeten
bepaalde beslissingen nog zelf kunnen nemen en deze soevereine beslissingen moeten dan wor-
den gerespecteerd. De graad van solidariteit van
een land tegenover migranten mag niet worden
afgemeten aan het aanvaarden van de quota voor
het opnemen van migranten. De verplichte quota werken namelijk niet en zijn absurd. Op een totaal
van 160 000 er op 1 april 2016 nog maar 1 145
personen herplaatst.
croissance de population et ses structures éta-
tiques sont faibles. La pression migratoire sur
l’Europe persistera. Ces pays doivent être aidés sur
le plan économique afi n que leurs citoyens restent
dans la région qui est la leur. Peut-être faut-il revoir
le cadre législatif de la Convention de Genève
afi n que quiconque ne puisse pas introduire une
demande d’asile? Si l’on veut maintenir ouvertes les
frontières intérieures, il faut controler les frontières
extérieures. L’accord entre l’UE et la Turquie est
une bonne mesure.
L’orateur peut comprendre les mesures prises
par la Hongrie. Un important afflux migratoire est
de nature à déséquilibrer l’État-providence. L’euros-
cepticisme va croître aux Pays-Bas. Si chaque
État membre pose la question de savoir ce que lui
apporte l’UE, le scepticisme gagnera du terrain.
Les Pays-Bas sont un contributeur net de l’UE. Si
chaque État membre dit “I want my money back”, le
scepticisme progressera. Si la Hongrie ne souhaite
pas participer au système des quotas, d’autres
États membres demanderont ce qu’il en est de la
solidarité. Une telle situation sera dommageable
pour l’UE.
M. Zoltán Nagy répond que la pression depuis
l’Afrique va en effet croître. Les changements clima-
tiques et la pénurie d’eau vont multiplier les foyers
de confl its. En conséquence, la migration croîtra.
La Hongrie va évoquer le problème de l’eau en
organisant un sommet sur ce thème. La solidarité
concerne davantage que des quotas.
L’ambassadeur poursuit sur ce point et répète
qu’il n’est pas possible, aux termes des traités
européens, d’imposer des quotas par la voie d’une
majorité qualifi ée. Les États membres de l’UE ont
des intérêts divers. Certains pays ont besoin de
travailleurs immigrés pour préserver leur écono-mie, d’autres pas. La Hongrie n’a pas besoin de
migrants économiques. Les pays doivent encore
pouvoir prendre eux-mêmes certaines décisions et ces décisions souveraines doivent alors être
respectées. Le degré de solidarité d’un pays dans
le dossier migratoire ne doit pas se mesurer à
l’aune de l’acceptation de quotas pour l’accueil de
migrants. Les quotas obligatoires ne fonctionnent pas et sont absurdes. Sur un total de 160 000 per-
sonnes, seulement 1 145 avaient été replacées au
1er avril 2016.
11875/1
Spreker verwijst voorts naar de bereidheid van
Tsjechië om 25 Syrische Christenen te aanvaar-
den , waarbij ze bij aankomst de volgende dag zich
naar Duitsland hebben begeven. Het Verdrag van
Genève moet worden nageleefd; wie echt vluchteling
is, moet worden beschermd. Moeten de migranten
evenwel kunnen kiezen in welk EU-land ze willen
leven? Het is een universeel recht om een asielver-
zoek in te dienen volgens een passende procedure.
Moeten de migranten evenwel kunnen kiezen in
welk EU-land ze willen leven? Heeft iedereen recht
op de Duitse, Zweedse of Belgische levenswijze? Is
dat een fundamenteel mensenrecht? Hongarije is er
niet mee akkoord dat de vluchtelingen vrij het fi nale
land van bestemming kunnen kiezen.
B. Uiteenzetting van mevrouw Cécile Hubert,
hoofd van de cel internationale betrekkingen
van de Dienst Vreemdelingenzaken (FOD Bin-
nenlandse Zaken, België)
Mevrouw Cécile Hubert geeft aan dat ze in haar
hoedanigheid van hoofd van de Cel internationale
betrekkingen van de Dienst Vreemdelingenzaken
de besprekingen over migratie op Europees niveau
volgt.
Spreekster beklemtoont dat België begrip
opbrengt voor het Hongaarse standpunt over de
migratiecrisis. Ze deelt trouwens een hele reeks
elementen van de analyse van de ambassadeur
van Hongarije. De Europese Unie heeft te traag
op de migratiecrisis gereageerd omdat ze die crisis
niet had zien aankomen. De EU blijft natuurlijk de
som van de lidstaten die een zeer verschillende
cultuur, zeer verschillende visies en zeer verschil-
lende middelen voor de aanpak van de zaken heb-
ben. De crisis heeft zich trouwens voorgedaan in
de landen in het zuiden van de Unie die niet het best gewapend waren om die uitdaging het hoofd
te bieden. De diepe economische en fi nanciële
crisis die Griekenland heeft getroffen is daar een
voorbeeld van.
Mevrouw Cécile Hubert is er ook van overtuigd
dat de migratiecrisis niet enkel een crisis van de
vluchtelingen is. Na de stroom Syrische en Iraakse
vluchtelingen die hun land wegens de oorlog ont-
vluchtten, zijn vele andere migranten naar Europa gereisd. De verklaringen van kanselier Merkel heb-
ben die migranten aangemoedigd.
L’orateur se réfère par ailleurs à l’accueil par la
Tchéquie de 25 chrétiens syriens qui se sont rendus
dès le jour suivant en Allemagne. Il faut respecter
la Convention de Genève: le véritable réfugié doit
être protégé. Pour autant, les migrants doivent-
ils pouvoir choisir dans quel État de l’UE ils se
rendent? Introduire une demande d’asile selon une
procédure appropriée est un droit universel. Mais
chacun a-t-il le droit d’opter pour le mode de vie
allemand, suédois ou belge? S’agit-il là d’un droit
fondamental de la personne humaine? La Hongrie
n’admet pas que les réfugiés puissent choisir libre-
ment le pays de leur destination fi nale.
B. Exposé de Mme Cécile Hubert, responsable
de la cellule des relations internationales de
l’Office des étrangers (Service public fédéral
Intérieur, Belgique)
Mme Cécile Hubert précise qu’en sa qualité
de responsable de la Cellule des relations inter-
nationales de l’Office des étrangers, elle suit les
débats qui ont lieu au niveau européen en matière
de migration.
L’intervenante souligne que la Belgique a de la
compréhension pour la position hongroise concer-
nant la crise migratoire. Elle partage d’ailleurs toute
une série d’éléments de l’analyse développée par
l’ambassadeur de Hongrie. L’Union européenne a
réagi trop lentement à la crise migratoire car elle
ne l’avait pas prévue. L’UE reste évidemment la
somme de ses États membres avec des cultures,
des visions et des moyens très différents dans
l’approche des choses. La crise s’est par ailleurs
manifestée dans les états du sud de l’Union qui
n’étaient pas les mieux armés pour faire face à ce
défi . Il suffit de rappeler la profonde crise écono-mique et fi nancière qu’a connue la Grèce.
Mme Cécile Hubert partage également le point de vue selon lequel la crise migratoire n’est pas uni-
quement une crise des réfugiés. A la suite de l’afflux
de réfugiés syriens et iraquiens fuyant la guerre dans leur pays, de nombreux autres migrants se
sont engagés vers l’Europe. Les déclarations de la
chancellière allemande ont encouragé ces migrants.
12 875/1
Spreekster geeft toe dat de EU haar grenzen be-
ter moet beschermen en beter moet samenwerken
met de transitlanden.
Mevrouw Cécile Hubert is van oordeel dat de cri-
sis een boost heeft gegeven aan tal van Europese
werven die slechts moeilijk op gang kwamen, wat
een positievere constatering is. Spreekster verge-
lijkt het Europees migratiebeleid met een enorme
gruyèrekaas. Door de huidige crisis geeft men zich
beter rekenschap van de mankementen ter zake
en wordt de Unie verplicht de “gaten in de gruyère”
op te vullen om een coherenter migratiebeleid en
een coherenter beheer van de asielkwestie te
bewerkstelligen. Ze behandelt volgende werven:
— Aanpassing van het akkoord van Dublin
Het regime van de verordening van Dublin heeft
nooit gewerkt. Bepaalde lidstaten hebben er zich
nooit aan gehouden. Zelfs indien alle lidstaten
van de Unie het stelsel naar de letter hadden
toegepast, dan nog zou het geleid hebben tot een
buitensporige last voor de staten waar de migran-
ten binnenkomen, aldus mevrouw Cécile Hubert.
Het is onhoudbaar dat die landen verantwoordelijk
zouden zijn voor alle asielzoekers. De verordening
van Dublin moest worden herzien en gelukkig wordt
daar werk van gemaakt.
België en Hongarije hebben ter zake niet een-
zelfde aanpak. België vindt dat een Europees stel-
sel van lastenverdeling moet worden ingevoerd. Het
is niet de bedoeling quota’s op te leggen, maar er
moet een zekere spreiding van de vluchtelingen
komen om te verhinderen dat ze allemaal in de-
zelfde lidstaten belanden. De herziening van de
verordening van Dublin moet een oplossing vinden
voor dat probleem, meer bepaald voor de kwestie van de secundaire bewegingen van de asielzoekers
waarbij onze opvangtraditie behouden blijft en het
verdrag van Genève wordt gerespecteerd. Het is
echter duidelijk dat elk land een absorptiegrens
heeft.
De Commissie heeft begin april haar opties
over de hervorming van het gemeenschappelijk Europees asielregime voorgesteld. De eerste optie
bestaat erin de globale architectuur van de veror-
dening te behouden, maar duidelijker te bepalen
welke lidstaat verantwoordelijk is ten aanzien van
L’intervenante admet que l’UE doit mieux pro-
téger ses frontières et mieux collaborer avec les
pays de transit.
De manière plus positive, Mme Cécile Hubert
pense que la crise a donné un coup d’accélérateur
à de nombreux chantiers européens sur lesquels il
était difficile de faire avancer les choses. L’interve-
nante compare la politique européenne en matière
de migration à un énorme gruyère. La crise actuelle
permet de mieux se rendre compte des manque-
ments en la matière et oblige l’Union à “boucher
les trous du gruyère” afi n d’arriver à une politique
migratoire et une gestion de l’asile plus cohérentes.
Elle évoque les chantiers suivants.
— L’adaptation de l’accord de Dublin
Le régime du règlement de Dublin n’a jamais
fonctionné. Certains États membres ne l’appli-
quaient pas. Quand bien même le système aurait-il
été suivi à la lettre par tous les membres de l’Union,
Mme Cécile Hubert pense que cela aurait abouti à
une charge disproportionnée sur les états d’entrée
des migrants. Il n’est pas tenable que les états
d’entrée soient responsables de la totalité des
demandeurs d’asile. Une refonte de Dublin était
nécessaire et elle est heureusement en cours.
La Belgique a sur ce point une approche diffé-
rente de celle de la Hongrie. La Belgique pense
qu’il faut mettre en place un système européen de
partage de la charge. L’idée n’est pas d’imposer des
quotas mais il faut arriver à une certaine répartition
des réfugiés pour éviter que tous les demandeurs
ne se concentrent sur les mêmes états membres.
La refonte du règlement de Dublin devra trouver
une solution sur ce point pour régler notamment le problème des mouvements secondaires des
demandeurs d’asile tout en maintenant notre tra-
dition d’accueil et le respect de la convention de
Genève. Il est cependant évident que chaque état
membre a ses “limites d’absorption”.
La Commission vient de présenter, début avril,
ses options sur la réforme du régime d’asile européen commun. La première possibilité est de
maintenir l’architecture globale du règlement de
Dublin mais de déterminer plus clairement quel est
l’État membre responsable envers les demandeurs
13875/1
de asielzoekers. Er zou trouwens een crisisdrempel
worden vastgesteld vanaf dewelke een lidstaat de
hervestiging van vluchtelingen kan vragen aan
andere lidstaten die niet in een crisis verkeren.
De tweede optie van de Commissie is revolutio-
nairder aangezien ze voorziet in een stelsel van
permanente hervestiging en een verdeling van de
asielzoekers.
De Commissie wil ook de secundaire bewegin-
gen bestrijden. Daarom wordt voorgesteld aan de
buitengrenzen van de lidstaten in hotspots te voor-
zien waar de asielzoekers zich moeten registreren.
De hotspots zouden beheerd worden door het
Europees asielagentschap (EASO) met een stel-
sel van dispatching van de asielzoekers in de on-
derscheiden lidstaten. Bepaalde rechten zouden
ondergeschikt kunnen worden gemaakt aan de
registratie en het verblijf in de lidstaat die verant-
woordelijk is. Het principe “no registration, less rights” zou worden toegepast.
— De buitengrenzen van de Unie
Wat de herziening van de Frontex-verordening
betreft, werd veel vooruitgang geboekt. De rechts-
grond van het agentschap zal worden herzien en
zijn bevoegdheden zullen worden versterkt. Frontex
zal ook kunnen optreden wanneer het beheer van
de migratiestromen van een staat ontoereikend
wordt geacht. De crisis heeft inderdaad aangetoond
dat bepaalde lidstaten hun verbintenissen op het
gebied van de grenscontroles niet nakomen. Nadat
het controlebeleid van Griekenland negatief werd
beoordeeld, heeft de Europese Unie de procedure
van artikel 26 van de Schengengrenscode ingeleid
wat tot gevolg had dat de grens met Macedonië
werd gesloten. Die beslissing, zelfs al heeft ze betreurenswaardige humanitaire gevolgen, is een
must wanneer getracht wordt een oplossing voor
het toezicht op de aanhoudende vluchtelingen-stroom te vinden. De projecten die op tafel liggen
gaan verder en voorzien in de oprichting van een
Europese grenswacht.
De Commissie wil ook het gebruik van de door de migratie-autoriteiten gebruikte databanken
verbeteren. Het Schengen Informatie Systeem
vertoont grote leemtes. Identifi catieonderzoek is
d’asile. On fi xerait par ailleurs un seuil de crise à
partir duquel un état membre pourrait demander la
relocalisation de réfugiés à d’autres états membres
qui ne sont pas en situation de crise. La seconde
option de la Commission est plus révolutionnaire
car elle prévoit un système de relocalisation per-
manente et de partage des demandeurs d’asile.
La Commission veut également lutter contre
les mouvements secondaires. Il est à cet effet
proposé de recourir à des hotspots aux frontières
extérieures des états membres où les demandeurs
d’asile seraient obligés de s’enregistrer.
Les hotspots seraient gérés par l’agence euro-
péenne d’asile (EASO) avec un système de dis-
patching des demandeurs dans les différents états
membres. Certains droits pourraient être subor-
donnés à l’enregistrement et à la présence ainsi
qu’au séjour dans l’État membre responsable. On
appliquerait le principe “no registration, less rights”.
— Les frontières extérieures de l’Union
Des progrès significatifs ont été enregistrés
quant à une révision du règlement Frontex. La base
légale de l’agence va être revue et ses pouvoirs
seront renforcés. Frontex aurait ainsi la possibilité
d’intervenir lorsqu’un état serait jugé défaillant dans
sa gestion des fl ux migratoires. La crise a en effet
mis en évidence que certains états membres ne
remplissaient pas leurs obligations en matière de
contrôles aux frontières. A la suite d’évaluations
négatives de la politique de contrôle menée par la
Grèce, l’Union européenne a activé la procédure
de l’article 26 du Code frontières Schengen, ce
qui a abouti à la fermeture de la frontière de la Macédoine. Cette décision, même si elle a des
conséquences humanitaires regrettables, est
un passage obligé dans une tentative d’arriver à
une solution dans le contrôle du fl ux incessant de
réfugiés. Les projets sur la table visent à aller plus loin en prévoyant la création d’un corps de gardes
européen.
La commission veut également renforcer l’uti-
lisation des bases de données utilisées par les
autorités migratoires. Le système d’information
Schengen présente de grosses lacunes. Il n’est
14 875/1
enkel mogelijk aan de hand van de naam en niet
aan de hand van de vingerafdrukken. Voor iemand
die slechte bedoelingen heeft en het voorwerp is
van een signalement in de Schengen databank
volstaat het dat hij een andere identiteit aanneemt
om een visum in een ambassade van de Europese
Unie te bekomen. Het nieuwe AFIS identifi catiesys-
teem aan de hand van vingerafdrukken, dat in de
loop van 2017 operationeel zal zijn, zal het mogelijk
maken dergelijke misbruiken te bestrijden.
— Betere samenwerking met de derde landen en meer bepaald de transitlanden
Mevrouw Cécile Hubert verwijst voor dat punt
naar het akkoord dat de EU en Turkije onlangs
hebben gesloten. België is eerder gewonnen voor
dat akkoord want het biedt de mogelijkheid het
gras voor de voeten weg te maaien van de men-
sensmokkelaars en het biedt de mensen die nood
hebben aan internationale bescherming een wet-
telijke en waardige uitweg. Het akkoord zal pas een
succes zijn wanneer alle lidstaten een inspanning
doen om de vluchtelingen te hervestigen. Spreek-
ster maakt echter volgend voorbehoud; zo’n ak-
koord mag andere landen er niet toe aanzetten hun
samenwerking met de Europese Unie op het gebied
van het beheer van de migratiestromen te koppelen
aan het bekomen van fi nanciële compensaties.
— Overnameovereenkomsten
Mevrouw Cécile Hubert denkt dat voor dat punt
weinig verbetering te verwachten valt. De staten
blijven afhankelijk van de doorlatingsbewijzen die
worden uitgereikt door de landen van oorsprong
waarnaar de illegalen moeten worden teruggezon-den. De staten beschikken over weinig middelen
om de landen van oorsprong te verplichten de over-
name te aanvaarden. Spreekster vindt de idee om de ontwikkelingshulp aan de landen van oorsprong
afhankelijk te maken van hun medewerking aan de
overname geen ideale denkpiste.
Ontwikkelingshulp heeft tot doel de situatie van de plaatselijke bevolking te verbeteren en in dat
geval zou de hulp haar doel missen. Spreekster
denkt echter dat werk moet worden gemaakt van
possible de faire des recherches d’identifi cations
qu’à partir du nom, mais pas sur la base des
empruntes digitales. De la sorte, il suffit qu’une
personne mal intentionnée et faisant l’objet d’un
signalement dans la base de données Schengen
change d’identité pour qu’elle puisse obtenir un
visa dans une ambassade de l’Union européenne.
Le nouveau système AFIS d’identification par
empruntes digitales, qui sera opérationnel dans le
courant de l’année 2017, permettra de lutter contre
ce genre d’abus.
— Amélioration de la collaboration avec les pays tiers et notamment les pays de transit
Mme Cécile Hubert renvoie sur ce point à
l’accord récemment conclu par l’UE et la Turquie.
La Belgique est assez favorable à cet accord car il
permet de couper l’herbe sous le pied des passeurs
tout en offrant une voie légale et digne pour des per-
sonnes qui ont besoin de protection internationale.
Pour que l’accord puisse aboutir, il est nécessaire
que tous les états membres participent à l’effort de
relocalisation des réfugiés. L’intervenante formule
cependant une réserve: il ne faudrait pas que ce
type d’accord incite d’autres pays à coupler leur
collaboration avec l’Union européenne dans la
gestion des fl ux migratoires à l’obtention de com-
pensations fi nancières.
— Accord de réadmission
Mme Cécile Hubert pense qu’il existe peu d’es-
poir d’amélioration sur ce point. Les états restent dépendants des laisser passer qui doivent être
délivrés par les pays d’origine vers lesquels les
illégaux doivent être renvoyés. Les états ont peu
de leviers pour contraindre les pays d’origine à
accepter la réadmission. L’intervenante pense que l’idée de conditionner l’aide au développement des
pays d’origine à leur participation en matière de
réadmission n’est pas une piste idéale.
L’aide au développement vise à améliorer la
situation de la population locale et elle manquerait
dans ce cas son objectif. L’intervenante pense par contre qu’il faudrait mettre en place une politique
15875/1
een beleid dat beter gecoördineerd is op het ge-
bied van de uitreiking van visa door de lidstaten
van de Europese Unie. Op dit ogenblik kunnen de
onderdanen van landen die niet meewerken op het
gebied van overname en die geen visum bekomen
om zich te begeven naar een land van Unie, de
maatregel omzeilen door hun Schengen visum
aan te vragen in een ander land dat niet met een
stroom van illegalen wordt geconfronteerd. Laatst-
genoemd land zal bijgevolg niet erg geneigd zijn
tegenmaatregelen te nemen wat de uitreiking van
Schengenvisa ten aanzien van de onderdanen van
dat derde land betreft. Een grotere solidariteit tus-
sen de staten van de Unie zou een doeltreffender
terugkeerbeleid mogelijk maken.
C. Uiteenzetting van de heer Pieter Stock-
mans, journalist bij MO* magazine (“Mondiaal
Nieuws”)
De heer Pieter Stockmans heeft de ervaringen
van verschillende vluchtelingen van nabij gevolgd,
onder meer op de Balkanroute. Hij heeft de er-
varingen van een Syrische familie gevolgd die
in Turkije een leven probeerde op te bouwen en
pogingen ondernam om het statuut van vluchteling
te bekomen. Integratie in Turkije is vrijwel onmo-
gelijk. Turkije heeft de Conventie van Genève niet
goedgekeurd, waardoor de basisrechten aan de
vluchtelingen worden ontkend. Als een staat de
sociaaleconomische basisrechten niet toekent aan
vluchtelingen, is dit land moeilijk te beschouwen als een “veilig land”, aldus de spreker.
De meeste vluchtelingen in Turkije werken er als
illegale werknemer tegen extreem lage lonen. Zij
worden uitgebuit, genieten geen sociale bescher-
ming en leven in de rand van de samenleving. De
Syrische kinderen wordt het recht op onderwijs ont-zegd aan Turkse staatsscholen. Het recht op huis-
vesting wordt evenmin gegarandeerd. De vluchte-
lingen betalen zeer hoge huurprijzen. Het concept van Turkije als een “veilig land” berust op een
misverstand. De heer Pieter Stockmans verwondert
er zich dan ook over dat op basis van het akkoord
EU – Turkije eenieder van de Syrische vluchtelin-
gen wiens asielaanvraag geweigerd (of op basis van de Europese richtlijn inzake asielprocedures
als ongegrond of onontvankelijk wordt bevonden),
vervolgens naar Turkije zal worden teruggestuurd.
plus coordonnée au niveau de la délivrance des
visas par les états membres de l’Union euro-
péenne. Actuellement, les ressortissants de pays
qui ne collaborent pas en matière de réadmission
de leurs illégaux et qui n’obtiendraient pas de visa
pour se rendre dans un pays de l’Union peuvent
contourner la mesure en demandant leur visa
Schengen dans un autre pays qui n’est pas exposé
à un afflux d’illégaux. Ce dernier pays sera dès lors
peu enclin à prendre des mesures de rétorsion
dans la délivrance de visas Schengen vis-à-vis de
ressortissants de ce pays tiers. Une plus grande
solidarité entre états de l’Union permettrait de
mener une politique de retour plus efficace.
C. Exposé de M. Pieter Stockmans, journaliste
à MO* magazine (“Mondiaal Nieuws”)
M. Pieter Stockmans a suivi de près l’expérience
de différents réfugiés, notamment sur la route des
Balkans. Il a suivi le cheminement d’une famille
syrienne qui a cherché à se créer une existence en
Turquie et à obtenir le statut de réfugié. L’intégration
en Turquie est pratiquement impossible. La Turquie
n’a pas approuvé la Convention de Genève de sorte
que les droits fondamentaux sont déniés aux réfu-
giés. Selon l’orateur, un État qui ne reconnaît pas
aux réfugiés les droits sociaux économiques fon-
damentaux ne saurait être considéré comme sûr.
La plupart des réfugiés en Turquie travaillent
comme travailleurs illégaux contre une rémuné-
ration extrêmement faible. Ils sont exploités, ne
jouissent d’aucune protection sociale et vivent en marge de la société. Les enfants syriens sont
privés du droit à l’enseignement dans les écoles
officielles turques. Le droit au logement n’est pas
davantage garanti. Les réfugiés payent des loyers
très élevés. Le concept de pays “sûr” en parlant de la Turquie repose sur un malentendu. M. Pieter
Stockmans s’étonne dès lors que, sur la base de
l’accord entre l’UE et la Turquie, tout réfugiés syrien à qui l’on refuse la demande d’asile (ou si cette
demande est jugée infondée ou irrecevable sur la
base de la directive européenne sur la procédure
d’asile ) sera renvoyé en Turquie. M. Stockmans
16 875/1
De heer Stockmans pleit er dan ook voor dat de
EU Turkije bijstaat om een systeem op te bouwen
dat in lijn is met de Conventie van Genève. Er is in
dit opzicht geen andere middenweg.
Spreker plaatst kanttekeningen bij de opmerking
van de ambassadeur van Hongarije dat een Syriër,
die in Hongarije aankomt, niet als vluchteling kan
worden beschouwd als hij al een vijftal landen
heeft doortrokken. Griekenland kan momenteel niet
beschouwd worden als een veilige aankomststaat
voor vluchtelingen en bij Macedonië en Servië kan
men ook vraagtekens plaatsen. Macedonië en
Servië hebben geen volwaardig asielstelsel.
De heer Stockmans vindt dat West Europa de
enige regio is waar de vluchtelingen hun rechten op
volwaardige wijze kunnen uitoefenen. Dit verklaart
waarom vele vluchtelingen naar Duitsland en de
Benelux, Frankrijk en de Scandinavische landen
willen (“Old Europe”). Na de Tweede Wereldoorlog
hebben deze landen een volwaardig asielsysteem
opgebouwd en de landen in Oost Europa zouden
ertoe moeten worden aangemoedigd dit voorbeeld
te volgen.
De heer Stockmans meent dat het sluiten van
de grens geen oplossing biedt voor de chaos. Een
ongecontroleerde migratiegolf houdt steeds geva-
ren in. Op de Balkanroute zitten veel smokkelaars
en spelers die de asielzoekers willen uitbuiten. De
Balkanroute liet toe dat de overheden ten minste de vluchtelingen registreerden. De Visegrad sluiten
de grenzen, in plaats van grensmanagement te voeren. Het sluiten van de grenzen heeft voor ge-
volg dat de vluchtelingen niet langer geregistreerd zullen worden en de vluchtelingen en smokkelaars
alternatieve routes zoeken. Hierdoor zal de migra-
tiestroom plaatsvinden buiten de controle om van
de politie en van de NGO’s. Muren kunnen nooit
een land volledig sluiten.
Spreker pleit voor een beter grensmanagement,
maar ook voor een betere organisatie van de op-
vang van asielzoekers, een beter en duurzamer asielsysteem, een beter integratiebeleid en een ef-
fectief terugkeerbeleid. Dit is noodzakelijk in heel de
Europese Unie. Oost Europese en Zuid Europese landen (Griekenland, Spanje en Malta) schieten op
plaide dès lors pour que l’UE assiste la Turquie
dans la mise en place d’un système conforme à la
convention de Genève. Il n’ y a cet égard aucun
moyen terme possible.
L’orateur émet des réserves à propos de l’obser-
vation de l’ambassadeur de Hongrie selon laquelle
un syrien qui arrive en Hongrie ne peut être consi-
déré comme réfugié s’il a déjà traversé cinq pays.
La Grèce ne peut actuellement être considérée
comme un pays d’arrivée sûr pour les réfugiés
et l’on peut également s’interroger à propos de
la Macédoine et de la Serbie. La Macédoine et
la Serbie ne sont pas dotées d’un régime d’asile
digne de ce nom.
M. Stockmans estime que l’Europe occidentale
est la seule région où les réfugiés peuvent exercer
correctement leurs droits. Ceci explique pourquoi
de nombreux réfugiés souhaitent se rendre en Alle-
magne et dans le Benelux, en France et dans les
pays scandinaves (“Old Europe”). Après la seconde
guerre mondiale, ces pays ont mis en place un sys-
tème d’asile approprié et les pays d’Europe de l’Est
devraient être encouragés à suivre leur exemple.
M. Stockmans est d’avis que la fermeture de la
frontière ne constitue pas une solution au chaos.
Un fl ux migratoire incontrôlé comporte toujours
des dangers. Sur la route des Balkans, on ren-
contre beaucoup de trafi quants et de personnes
qui cherchent à exploiter les demandeurs d’asile. La route des Balkans a au moins permis aux
autorités d’enregistrer les réfugiés. Les pays de Visegrad ferment les frontières au lieu de faire de
la gestion de crise. La fermeture des frontières a pour conséquence que les réfugiés ne seront plus
enregistrés et que les réfugiés et les trafi quants
chercheront des routes alternatives. De la sorte,
le fl ux migratoire se fera en dehors du contrôle de
la police et des O.N.G. Des murs ne permettront jamais de complètement fermer un pays.
L’orateur plaide pour une meilleure gestion de
crise mais aussi pour une meilleure politique de
retour. C’est une nécessité dans toute l’UE. Les pays d’Europe de l’Est et de l’Europe du Sud
(Grèce, Espagne et Malte) sont défaillants dans
ce domaine. Le mécanisme de relocalisation constituait une réponse appropriée aux lacunes
17875/1
dit domein tekort. Het relocatiemechanisme was
een adequaat antwoord op de tekortkomingen van
het Dublin akkoord. Dat asielzoekers in Griekenland
asiel aanvragen is niet duurzaam gezien het land
sinds 2011 niet op behoorlijke wijze zijn asielsys-
teem heeft aangepast.
Gedachtewisseling
De heer Zoltán Nagy antwoordt dat de migra-
tiecrisis duidelijk aantoont dat de Conventie van
Genève van 1951 onder historische omstandighe-
den is opgesteld. De landen in Centraal Europa
zijn niet geneigd om een immigratieland te wor-
den omdat zij de problemen met integratie van
migranten duidelijk onder ogen zien. Er zijn veel
niet-geïntegreerde burgers. Er mengen zich onder
de migranten wel degelijk terroristen en sommigen
onder hen begaan misdrijven. Deze symptomen
zijn geen aansporing voor Hongarije om een im-
migratieland te worden. Als het “oude Europa”
geen maatregelen neemt om de ongecontroleerde
migratiestroom te beheersen, dreigt het op lange
termijn te verdwijnen.
Er zijn drie standpunten. De paus bekijkt het
migratievraagstuk vanuit religieus perspectief. De
Duitse bondskanselier is gehecht aan de toepas-
sing van de Conventie van Genève, terwijl de Hon-
gaarse premier het vraagstuk legalistisch benadert,
nl. het letterlijk toepassen van de Schengen Code
en de Dublin akkoorden.
De drie standpunten hebben elk hun eigen
waarde en verdienste. De vraag stelt zich welk
standpunt erin zal slagen om de constructie van
de Europese Unie te handhaven. Duitsland heeft
een gesofi sticeerd migratiemanagement en heeft
verleden jaar 1,2 miljoen vluchtelingen opgevan-gen, terwijl FRONTEX afgelopen jaar slechts 3 200
vluchtelingen vanuit Duitsland heeft teruggestuurd
naar hun land van herkomst. De ambassadeur
vraagt zich af of men in dit geval kan spreken van
een goed migratiebeleid.
de l’accord de Dublin. La demande d’asile par des
demandeurs en Grèce n’est pas durable puisque le
pays n’a pas adapté son système d’asile de manière
appropriée depuis 2011.
Échange de vues
M. Zoltán Nagy répond que la crise migratoire
montre clairement que la Convention de Genève
de 1951 a vu le jour dans des circonstances histo-
riques. Les pays d’Europe centrale ne souhaitent
pas devenir un pays d’immigration parce qu’il voient
très clairement quels problèmes pose l’intégration
de migrants. Il y a de nombreux citoyens non-inté-
grés. Des terroristes se mêlent très manifestement
aux migrants et certains d’entre eux commettent
des crimes. Ces symptômes n’incitent pas la Hon-
grie à devenir un pays d’immigration. Si la “vieille
Europe” ne prend pas de mesures pour maîtriser le
fl ux migratoire incontrôlé, elle risque à long terme
de disparaître.
Il y a trois points de vues en présence. Le pape
considère le dossier migratoire d’un point de vue
religieux, la chancelière allemande est attachée à
l’application de la Convention de Genève tandis
que le premier ministre hongrois a une approche
légaliste, c’est-à-dire l’application à la lettre du Code
Schengen et des Accords de Dublin.
Ces trois points de vue ont chacun leur valeur
et leurs mérites. La question se pose de savoir
lequel permettra de préserver la construction de
l’Union européenne. L’ Allemagne a une gestion
de crise sophistiquée et a accueilli l’an dernier
1,2 millions de réfugiés alors que FRONTEX n’a renvoyé au cours de la même période que 3 200
réfugiés d’Allemagne vers leur pays d’origine.
L’ ambassadeur se demande si l’on peut en l’espèce
parler d’une bonne politique migratoire.
18 875/1
3. VERGADERING VAN 27 MEI 2016
A. Uiteenzetting van mevrouw Charlotte Van-
dycke, diensthoofd Opvang en Bescherming,
Vluchtelingenwerk Vlaanderen
Mevrouw Charlotte Vandycke verwijst naar het
artikel “De Januskop van Europa tegenover vluch-telingen” dat haar organisatie begin januari 2016
in het tijdschrift “Samenleving en politiek”1 heeft
gepubliceerd. In dat artikel wordt de wijze waarop
de Europese Unie in 2015 op de toestroom van
asielzoekers heeft gereageerd, op een kritische
wijze ontleed. Spreekster geeft aan dat haar uit-
eenzetting zal toegespitst zijn op de evolutie die het
Europees beleid inzake opvang van vluchtelingen
sinds begin 2106 heeft gekend.
Mevrouw Charlotte Vandycke stelt dat de ten-
dens om het Europees asielbeleid uit te besteden
de jongste maanden is toegenomen. Het akkoord
dat de Europese Unie en Turkije hebben gesloten
is daarvan het meest sprekende voorbeeld. Een
andere opvallende evolutie is het ter discussie
stellen van de fi losofi e achter de Schengenakkoor-
den door de herinvoering van de controle aan de
binnengrenzen. De Europese Unie blijft trouwens
meewerken aan het schenden van de mensenrech-
ten door het voeren van een “push back beleid” dat
in strijd is met het principe van niet-terugzending,
door te dulden dat minderjarigen in Griekenland
gevangen worden gehouden ondanks gerechtelijke
veroordelingen, door Turkije als een veilig land voor de repatriëring van vluchtelingen te beschouwen
ondanks gerechtelijke veroordelingen, enz. Al die feitelijke elementen moeten ons doen nadenken
over de gegrondheid van het beleid dat op Euro-pees niveau wordt gevoerd.
Volgens mevrouw Charlotte Vandycke heeft het
migratiebeleid van de Unie niet tot gevolg dat het
aantal personen aan de grenzen van Europa dat in gevaar verkeert, afneemt. Dat beleid heeft het niet
mogelijk gemaakt de mensensmokkelaars efficiën-
ter te bestrijden, noch hun criminele activiteiten of de uitbuiting van mensen beter te controleren. De
migratiestromen konden evenmin worden beperkt.
Dat beleid heeft er echter toe geleid dat het aantal
asielzoekers in de Europese Unie, inclusief de
1 Zie http://www.vluchtelingenwerk.be/nieuws/de-januskop-van-europa-tegenover-vluchtelingen.
3. RÉUNION DU 27 MAI 2016
A. Exposé de Mme Charlotte Vandycke,
“Vluchtelingenwerk Vlaanderen”, chef du dépar-
tement “Accueil et protection”
Mme Charlotte Vandycke renvoie à l’article “De Januskop van Europa tegenover vluchtelingen”
publié début janvier 2016 par son organisation dans
la revue “Samenleving en politiek”1. Cet article
présente une analyse critique de la manière dont
l’Union européenne a réagi, en 2015, à l’afflux de
demandeurs d’asile. L’intervenante précise que son
exposé sera centré sur les évolutions constatées
en matière de politique européenne d’accueil des
réfugiés depuis début 2016.
Mme Charlotte Vandycke relève que la tendance
à l’externalisation de la politique européenne d’asile
s’est accrue ces derniers mois. L’accord conclu
entre l’Union européenne et la Turquie en est
l’illustration la plus parlante. Une autre évolution
frappante est la remise en cause de la philosophie
des accords de Schengen de par la réinstauration
de contrôles aux frontières intérieures. Par ailleurs,
l’Union européenne continue à participer à des
violations des droits de l’homme en menant une
politique de “push backs” contraire au principe
de non refoulement, en tolérant la détention de
mineurs en Grèce malgré des condamnations en
justice, en considérant la Turquie comme un pays
sûr pour le rapatriement de réfugiés malgré des condamnations en justice, etc. Tous ces éléments
factuels doivent nous faire réfl échir quant au bien-fondé de la politique menée au niveau européen.
Selon Mme Charlotte Vandycke, la politique migratoire de l’Union n’a pas eu pour effet de
réduire le nombre de personnes en danger aux
frontières de l’Europe. Elle n’a pas permis de lutter
plus efficacement contre les passeurs ni d’avoir
un meilleur contrôle sur leurs activités criminelles ni sur l’exploitation des êtres humains. Elle n’a en
outre pas permis de réduire les fl ux migratoires.
Cette politique a par contre permis de réduire le nombre de demandeurs d’asile dans l’Union euro-
1 Voir http://www.vluchtelingenwerk.be/nieuws/de-januskop-van-europa-tegenover-vluchtelingen.
19875/1
Beneluxlanden, werd beperkt. Spreekster vraagt
zich bijgevolg af of de Europese Unie — ook de
Beneluxlanden — in haar vluchtelingenbeleid de
juiste prioriteiten stelt. De organisatie waarvan zij
de voorzitter is, pleit voor een migratiebeleid dat
stoelt op de bescherming van de vluchtelingen en
waarbij asiel als een verlengstuk van de Europese
grondwaarden wordt gezien. Ze kan bepaalde vor-
men van grenscontroles aanvaarden, de grenzen
sluiten kan echter niet.
Mevrouw Charlotte Vandycke vindt de Europese
aanpak eenzijdig aangezien enkel in de strijd tegen
de symptomen wordt geïnvesteerd, meer bepaald
door veel middelen voor de controle aan de grenzen
aan te wenden. Dat beleid levert weinig concrete
resultaten op, afgezien van het stopzetten van de
stroom van asielzoekers in bepaalde landen maar
dan ten koste van de grondrechten die worden
geschonden. Wat is de rol van de Europese Unie
in de vluchtelingencrisis? Heeft het antwoord van
de Unie tot doel het indijken van de vluchtelingen-
stroom of moet het zijn toegespitst op de bescher-
ming van de vluchtelingen en de verdediging van
onze Europese waarden?
Spreekster is van oordeel dat geïnvesteerd
moet worden in de strijd tegen de oorzaken van de
migratiebewegingen die vaak verband houden met
onrechtvaardige en ongelijke situaties in de landen
van oorsprong. De landen in de confl ictgebieden moeten ook worden geholpen. Helaas is dat bij
lange niet het geval. Zo hadden de westerse landen de verbintenis aangegaan de buurlanden van Syrië
600 miljard steun toe te kennen, maar tot op heden werd slechts 500 miljoen vrijgemaakt.
Mevrouw Charlotte Vandycke geeft er zich reken-
schap van dat de strijd tegen de oorzaken slechts
op termijn vruchten kan afwerpen. Ondertussen dient op de migratiecrisis een adequaat humani-
tair antwoord te worden gegeven. Men moet met
andere woorden blijven investeren in het redden van de vluchtelingen in de Middellandse Zee, er
moet voor veilige routes worden gezorgd en er
moet worden geïnvesteerd in een opvangbeleid dat
strookt met de Europese grondwaarden.
péenne, en ce compris dans les pays du Benelux.
L’intervenante se demande dès lors si l’Union eu-
ropéenne — en ce compris les pays du Benelux
— fi xe les bonnes priorités dans sa politique des
réfugiés. L’organisation qu’elle représente plaide
pour une politique migratoire basée sur l’idée
de protection des réfugiés et où l’asile est conçu
comme le prolongement des valeurs fondamen-
tales européennes. Si l’intervenante peut admettre
certaines formes de contrôles aux frontières, elle
estime que la fermeture de celles-ci n’est par contre
pas possible.
Mme Charlotte Vandycke pense que l’approche
européenne est unilatérale car elle investit unique-
ment dans la lutte contre les symptômes, notam-
ment en consacrant des moyens considérables à la
surveillance des frontières. Cette politique a peu de
résultats concrets si ce n’est le fait d’arrêter l’afflux
de demandeurs d’asile dans certains pays, mais au
prix de violations des droits fondamentaux. Quel
rôle l’Union européenne doit-elle jouer dans la crise
des réfugiés? La réponse de l’Union a-t-elle pour
but d’endiguer le fl ot de réfugiés ou doit-elle être
centrée sur la protection des réfugiés et la défense
de nos valeurs européennes?
L’intervenante pense qu’il faudrait investir dans
la lutte contre les causes des mouvements migra-
toires. Ceux-ci sont souvent liés à des injustices et
inégalités dans les pays d’origine. Il faut également soutenir les pays dans les zones de confl its. Sur
ce point, il y a malheureusement loin de la coupe aux lèvres. Ainsi, les pays occidentaux s’étaient
engagés à aider les pays voisins de la Syrie à concurrence de 6 milliards d’euros dont seuls 500
millions ont été libérés à ce jour.
Mme Charlotte Vandycke est consciente que
la lutte contre les causes ne pourra porter ses fruits qu’à terme. Dans l’intervalle, il faut mettre
en place une réponse humanitaire adéquate à la
crise migratoire, ce qui signifi e: continuer à investir
dans le sauvetage des réfugiés en Méditerranée,
mettre en place des itinéraires sûrs ainsi qu’investir dans une politique d’accueil conforme aux valeurs
fondamentales européennes.
20 875/1
Mevrouw Charlotte Vandycke beklemtoont dat
de landen die vluchtelingen opvangen bovendien
moeten investeren in diversiteit. De meeste vluch-
telingen zullen zich defi nitief in onze landen vesti-
gen. Ze zullen er zich moeten integreren. Men kan
dus niet zomaar voorbijgaan aan de integratie- en
diversiteitkwesties.
Mevrouw Charlotte Vandycke verwijst vervolgens
naar het werkdocument “De migratiestromen in
Europa — De aanpak van de Beneluxlanden”. Het
verheugt haar dat het Beneluxparlement tot voor-
zichtigheid aanmaant wanneer gesproken wordt
over de afschaffing van de Schengenzone en de
invoering van controles aan de binnengrenzen.
Dergelijke maatregelen beperken inderdaad de
vrijheid van verkeer in de Schengenzone. Het Be-
neluparlement zou, indien het met dat uitgangspunt
coherent wil zijn, ook moeten opkomen voor:
— een herziening van de verordening van Dublin;
— een harmonisatie van de opvangregels en de
invoering van een Europees asielbeleid;
— de snelle tenuitvoerlegging van een sprei-
dingsplan op Europees niveau dat stoelt op de
solidariteit onder de lidstaten.
Ze sluit zich ook aan bij het verband dat in het
werkdocument tussen de vluchtelingencrisis en de
arbeidsmigratie wordt gelegd. Vluchtelingenwerk
Vlaanderen pleit ook voor een integrale aanpak van
de migratiekwestie en een debat dat niet beperkt
is tot de vluchtelingencrisis. De illegale migratie-
stromen bestaan zowel uit mensen die vrijwillig
migreren als uit mensen die buiten hun wil om uit
hun land vluchten. Wanneer het beleid enkel op de
gedwongen migratie is toegespitst, zal men er niet
in slagen de migratiedruk af te nemen.
Mevrouw Charlotte Vandycke stelt tot besluit dat
een globale aanpak van het verschijnsel noodza-kelijk is.
Mme Charlotte Vandycke souligne que les pays
accueillants des réfugiés devront par ailleurs in-
vestir dans la diversité. La plupart des réfugiés
vont s’établir dans nos pays de manière défi nitive.
Ils devront s’y intégrer. On ne pourra donc pas
faire l’économie des questions d’intégration et de
diversité.
Mme Charlotte Vandycke renvoie ensuite au
document de travail “Les fl ux migratoires en Eu-
rope — L’approche dans les pays du Benelux”.
Elle se réjouit que le Parlement Benelux y plaide
pour une certaine prudence lorsque l’on évoque la
suppression de la zone Schengen et l’instauration
de contrôles aux frontières intérieures. De telles
mesures sont en effet des limitations à la liberté de
circuler au sein de la zone Schengen. S’il veut être
cohérent par rapport à ce postulat , le Parlement
Benelux devrait également défendre:
— l’idée d’une révision du règlement de Dublin;
— une harmonisation des règles d’accueil et la
mise en place d’une politique européenne d’asile;
— la mise en place rapide d’un plan de répar-
tition à l’échelon européen basé sur la solidarité
entre les États membres.
Elle se rallie également au lien qui est fait dans
le document de travail entre la crise des réfugiés
et la migration de main d’œuvre. Vluchtelingenwerk
Vlaanderen plaide également pour une approche
intégrale de la question migratoire et une débat
plus large que la seule crise des réfugiés. Les
fl ux de migrations irrégulières concernent tant des
personnes qui migrent sur une base volontaire que
des personnes qui fuient leur pays pour des raisons
indépendantes de leur volonté. Si l’on focalise la politique sur le seul aspect de la migration forcée,
on ne parviendra pas à régler les pressions migra-
toires.
Mme Charlotte Vandycke en conclut qu’il faut une approche globale du phénomène.
21875/1
B. Gedachtewisseling
De heer Bart Somers beklemtoont dat de the-
matiek van de migratiestromen zeer breed is. Een
van de essentiële vragen luidt als volgt: heeft de
Europese Unie tot taak aan de migratiestromen een
einde te maken of moet ze daarentegen de migran-
ten ten laste nemen. Spreker is van oordeel dat het
naleven van de internationale regels een van de es-
sentiële kenmerken van het Europese model is. Dat
geldt ook voor de internationale overeenkomsten op
het gebied van asiel. Toch kan niet worden ontkend
dat de wereld verandert en bijgevolg rijst de vraag
of de overeenkomsten die in de jaren vijftig, in een
heel andere context werden gesloten, vandaag nog
altijd kunnen worden toegepast.
Het is natuurlijk mogelijk de rechten van de
vluchtelingen te garanderen door hen in de Eu-
ropese landen op te vangen, hen het statuut van
vluchteling toe te kennen en hun integratie in de
hand te werken. Men kan ook een andere aanpak
overwegen door de opvang van de vluchtelingen in
de hand te werken in de buurlanden van hun land
van oorsprong. Spreker verwijst in dat verband
naar het akkoord dat onlangs werd gesloten tus-
sen Europa en Turkije. Wat vindt Vluchtelingenwerk
Vlaanderen van dat akkoord?
Mevrouw Charlotte Vandycke vindt dat akkoord
dat ertoe strekt de vluchtelingen naar het eerste
veilige land, met name Turkije, terug te sturen,
uitermate problematisch. Enerzijds omdat de be-
scherming van de vluchtelingen in Turkije enkel
op papier is gewaarborgd. In werkelijkheid worden
tal van problemen vastgesteld en men mag niet
blind zijn voor die situaties. Het akkoord heeft tot
gevolg dat de landen in Europa hun internationale verplichtingen op het gebied van asiel niet naleven.
De opvang en de procedurewaarborgen die de
vluchtelingen in Turkije worden aangeboden be-
antwoorden niet aan dezelfde kwalitatieve normen
als die welke in de landen van de Unie worden toegepast. De toepassing van het akkoord en het
stelselmatig terugsturen van de vluchtelingen naar
Turkije zal problematisch blijven zolang dat land de Europese normen inzake asiel niet haalt.
De heer Anne Mulder vindt dat, wanneer men
de demografi sche en economische evolutie in de
B. Échange de vues
M. Bart Somers souligne le caractère très large
de la thématique des fl ux migratoires. Une des
questions au cœur du débat est de savoir si l’Union
européenne a pour mission de mettre fi n à l’afflux
de migrants ou si elle doit, au contraire, prendre
ces migrants en charge. L’intervenant pense que
le respect des règles internationales est une des
caractéristiques essentielles du modèle européen.
Cela vaut également pour les conventions interna-
tionales en matière d’asile. Force est cependant
de constater que le monde évolue et l’on peut dès
lors se demander si ces conventions conclues
dans les années cinquante, dans un contexte très
différent, sont encore applicables telles qu’elles à
l’heure actuelle.
Il est évidemment possible de garantir les droits
des réfugiés en les accueillant dans les pays euro-
péens, en leur reconnaissant le statut de réfugié et
en favorisant leur intégration. On peut également
envisager une autre approche en tentant de favo-
riser l’accueil des réfugiés dans des pays situés
à proximité de leur pays d’origine. L’intervenant
renvoie sur ce point à l’accord conclu récemment
entre l’Europe et la Turquie. Quelle évaluation
l’association “Vluchtelingenwerk Vlaanderen” fait-
elle de cet accord?
Mme Charlotte Vandycke trouve que cet accord,
qui vise à renvoyer les réfugiés vers le premier
pays sûr, à savoir la Turquie, est particulièrement
problématique. D’une part parce que la protection
des réfugiés en Turquie n’est garantie que sur le
papier. En pratique, on constate de nombreux
problèmes et on ne peut fermer les yeux sur
ces situations. L’accord a pour effet que les pays
d’Europe manquent à leurs obligations internatio-nales en matière d’asile. L’accueil et les garanties
procédurales offertes aux réfugiés en Turquie ne
répondent pas aux mêmes standards qualitatifs
que ceux applicables dans les pays de l’Union.
L’application de l’accord et le renvoi systématique des réfugiés vers la Turquie restera problématique
aussi longtemps que ce pays n’atteindra pas les
standards européens en matière d’asile.
M. Anne Mulder pense que si l’on analyse les
développements démographiques et économiques
22 875/1
landen van het Arabisch schiereiland ontleedt, men
tot het besluit moet komen dat Europa geconfron-
teerd zal blijven met een sterke migratiedruk van
die bevolkingsgroepen. De vraag is of Europa bij
machte is al die migranten op te vangen. Het stelsel
van de voorzieningsstaat zal onbetaalbaar worden
als men de deur openzet voor alle migranten. Te-
vens dient men te beseffen dat ze niet noodzakelijk
onze democratische waarden en meer bepaald
het principe van de gelijkheid man-vrouw delen.
Spreker leidt daaruit af dat het niet mogelijk is, in
dergelijke omstandigheden, iedereen op te vangen.
Om het probleem van de migratiestromen op te los-
sen moeten de situatie in de landen van oorsprong
en de opvang in de buurlanden worden verbeterd.
Men kan trouwens niet voorbijgaan aan een aan-
passing van de internationale overeenkomsten op
het gebied van asiel, al zal dat tijd vergen.
Mevrouw Charlotte Vandycke stelt vast dat mijn-
heer Mulder in zijn analyse een aantal problemen
aan elkaar koppelt en de kwestie van de vluchtelin-
gen in de ruimere context van de migratiestromen
alsook van het integratiebeleid plaatst. Ze begrijpt
dat sommigen pleiten voor heronderhandelingen
van bepaalde internationale overeenkomsten.
Hoe dan ook is het zo dat dat proces, zelfs wan-
neer een meerderheid van de bevolking daarvoor
gewonnen zou zijn, tijd zal vergen. Ondertussen
moeten onze landen de aangegane verbintenissen
nakomen. Wat dat punt betreft stelt ze echter vast dat de Europese Unie geleidelijk evolueert in de
richting van een beheer van de vluchtelingen dat niet langer beantwoordt aan de internationale over-
eenkomsten. Er worden trouwens al veroordelingen uitgesproken. Op korte en middellange termijn moet
een asielbeleid worden gevoerd dat beantwoordt aan de internationale overeenkomsten zoals die op
dit ogenblik worden toegepast.
Mevrouw Charlotte Vandycke denkt dat ook re-
kening moet worden gehouden met de diversiteit
van de migratiestromen wanneer wordt nagedacht
over de capaciteit om vluchtelingen in Europa te
integreren. Indien bij de uitwerking van een inte-gratiebeleid geen rekening wordt gehouden met
de diversiteit van het verschijnsel zal dat beleid
mislukken. Uit bepaalde studies blijkt dat in België de integratie van allochtonen op de arbeidsmarkt
niet dramatisch is. Er zijn zeker verschillen tussen
dans les pays de la péninsule arabique et d’Afrique,
il faut en conclure que l’Europe restera confrontée
à une forte pression migratoire de la part de ces
populations. La question est de savoir si l’Europe
est en mesure d’accueillir tous ces migrants. Le
système de l’État-providence deviendra impayable
si l’on ouvre la porte à tous les migrants. Il faut en
outre être conscient que ceux-ci ne partagent pas
nécessairement nos valeurs démocratiques et
notamment le principe de l’égalité entre les femmes
et les hommes. L’intervenant en déduit qu’il n’est
pas possible, dans de telles conditions, d’accueillir
tout le monde. Si l’on veut trouver une solution au
problème des fl ux migratoires, il faut améliorer la
situation dans les pays d’origine et l’accueil dans
les pays limitrophes. On ne pourra par ailleurs pas
faire l’économie d’une adaptation des conventions
internationales en matière d’asile, même si cela
prendra du temps.
Mme Charlotte Vandycke note que M. Mulder
relie dans son analyse différentes probléma-
tiques. Il évoque la question des réfugiés dans
le contexte plus large des fl ux migratoires ainsi
que des politiques d’intégration. Elle comprend
que d’aucuns plaident pour une renégociation
de certaines conventions internationales. Quoi
qu’il en soit, même si une majorité de la popula-
tion devait se dégager en ce sens, ce processus
prendra du temps et, dans l’intervalle, nos pays
devront continuer à honorer leurs engagements
internationaux. Or, sur ce point, elle constate que l’Union européenne évolue progressivement vers
une gestion des réfugiés qui n’est plus conforme aux conventions internationales. Des condamna-
tions ont d’ailleurs déjà été prononcées. A court et moyen terme, il faudra mener une politique d’asile
conforme aux conventions internationales telles qu’elles s’appliquent à l’heure actuelle.
Mme Charlotte Vandycke pense qu’il faut
également tenir compte de la diversité des fl ux
migratoires lorsque l’on réfl échit aux capacités
d’intégrer les réfugiés en Europe. Si l’on ne tient
pas compte de la diversité du phénomène dans l’élaboration d’une politique d’intégration, celle-ci
ne réussira pas. Certaines études montrent qu’en
Belgique l’intégration de personnes allochtones sur le marché du travail n’est pas dramatique. Il y
a certes des différences dans le taux de chômage
23875/1
de werkloosheidsgraad van de allochtone bevolking
en de werkloosheidsgraad van de autochtone be-
volking. Wanneer men de oorzaken analyseert blijkt
dat dat verschil niet inherent is aan het profi el van
de allochtonen. De oorzaak moet gezocht worden
in administratieve belemmeringen, de moeilijke
toegang tot onderwijs, opleiding, enz. Spreekster
besluit dat haar ervaring in het veld haar leert dat
de overgrote meerderheid van de vluchtelingen
echt wil integreren.
Mevrouw Charlotte Vandycke geeft toe dat het
oplossen van confl icten en het wegwerken van
ongelijkheden bij de bron zeker een middel zijn
om de migratiestromen te beperken. Zo’n beleid
zal slechts op lange termijn vruchten afwerpen en
ondertussen moeten de Europese waarden, het
respect voor de mensenrechten, worden nageleefd
en moet een beleid worden uitgewerkt dat het
mogelijk maakt dat doel te bereiken. Er moet een
moedig beleid worden gevoerd dat hulp aan de
landen in crisis en hun buurlanden combineert met
een refl ectie over een verbetering van de asiel- en
integratieprocedures voor vluchtelingen. In dat ka-
der moeten ook veilige routes voor de vluchtelingen
worden voorgesteld.
De heer Wouter De Vriendt denkt dat inderdaad
een opvangbeleid in de landen van oorsprong
gecombineerd moet worden met een vorm van
solidariteit die we aanvaarden ten aanzien van de
landen die met een vluchtelingenstroom worden geconfronteerd. Voor het ogenblik is er helaas
geen evenwicht tussen deze twee manieren om de kwestie aan te pakken. Laten we niet vergeten dat
er in 2015 in Europa 1 miljoen vluchtelingen waren tegenover 4,6 miljoen in de buurlanden van Syrië,
zoals Turkije, Libanon en Jordanië. Het feit dat de landen die de meeste vluchtelingen opvangen eco-
nomisch kwetsbaarder zijn dan de Europese landen
maakt dat gebrek aan evenwicht des te delicater.
Spreker beklemtoont dat het asiel dat de vluchte-lingen wordt geboden hen het perspectief van een
nieuw leven in goede omstandigheden biedt. Het
asielrecht zoals wij dat opvatten kan bijgevolg niet gelijkgeschakeld worden met de wijze waarop de
vluchtelingen opgevangen worden in een kamp in
Libanon. De heer De Vriendt vindt dat druk moet
kunnen worden uitgeoefend op de landen grenzend
aan de confl ictgebieden zodat ze de overeenkom-
de la population allochtone par rapport à celui de
la population autochtone. Si l’on en analyse les
causes, cette différence n’est pas inhérente au profi l
des personnes d’origine allochtone. Elle s’explique
plus par des obstacles administratifs, des difficul-
tés d’accès à l’enseignement et aux formations,
etc. L’intervenante souligne que son expérience
du terrain lui permet de conclure que la très large
majorité des réfugiés veut réellement s’intégrer.
Mme Charlotte Vandycke admet que le règlement
des confl its et des inégalités à la source est certai-
nement un moyen de réduire les fl ux migratoires.
Une telle politique ne portera ses fruits qu’à long
terme et dans l’intervalle il faut préserver les valeurs
européennes de respect des droits de l’homme et
défi nir une politique qui permette d’atteindre cet
objectif. Il faudra mener une politique courageuse
qui combine une aide aux pays en crise et à leurs
voisins avec une réfl exion sur l’amélioration des
procédures d’asile et d’intégration des réfugiés.
Il faudra dans ce cadre également proposer des
routes sûres pour les réfugiés.
M. Wouter De Vriendt pense qu’il faut effec-
tivement combiner une politique d’accueil dans
la région d’origine avec une forme de solidarité
que nous acceptons vis-à-vis des pays exposés
à l’afflux de réfugiés. Malheureusement, à l’heure
actuelle, il n’y a pas d’équilibre entre ces deux
approches. Il suffit de rappeler que le nombre de
réfugiés en 2015 était d’un million en Europe alors
que 4,6 millions de réfugiés se trouvaient dans les
pays limitrophes de la Syrie tels que la Turquie, le
Liban, la Jordanie. Ce déséquilibre est d’autant plus
délicat que les pays qui accueillent le plus grand nombre de réfugiés sont économiquement plus
fragiles que les pays européens.
L’intervenant souligne que l’asile offre aux réfu-
giés la perspective de se construire une nouvelle vie dans de bonnes conditions. On ne peut dès lors
assimiler le droit d’asile tel que nous le concevons
en Europe avec la manière dont les réfugiés sont
accueillis dans un camp au Liban. M. De Vriendt
pense qu’il faudrait pouvoir faire pression sur les pays limitrophes des zones de crise pour qu’ils
signent les conventions de Genève sur le droit
24 875/1
sten van Genève op het asielrecht ondertekenen
en aldus beter beantwoorden aan onze normen op
het gebied van opvang. Een andere mogelijkheid
bestaat hotspots aan te bieden in de landen die
grenzen aan de confl ictgebieden aan de andere
kant van de Middellandse Zee. Spreker geeft er zich
rekenschap dat die oplossing zou kunnen leiden
tot een sterke stijging van het aantal migranten
die, nadat ze zijn geregistreerd in een hotspot, verspreid moeten worden over de landen van de
Europese Unie.
De heer Wouter De Vriendt verwijst ten slotte
naar het plan Juncker dat ertoe strekt 160 000
vluchtelingen te spreiden over de lidstaten van de
Unie. Dat plan werd tot op heden niet ten uitvoer
gelegd omdat het het probleem van de secundaire
migratie niet kan oplossen. De vluchtelingen kun-
nen inderdaad niet verplicht worden in het land te
blijven waaraan zij krachtens het spreidingsplan
werden toegewezen. Het plan Juncker biedt met
andere woorden geen oplossing voor het risico dat
bepaalde aantrekkelijker landen met een grotere
stroom vluchtelingen krijgen af te rekenen.
Mevrouw Charlotte Vandycke bevestigt dat het
plan Juncker de kwestie van de secundaire migra-
tie niet regelt. De vluchtelingen zoeken de landen
die hun een billijke behandeling van hun vraag om
bescherming garanderen en een degelijke opvang
bieden. Het spreidingsplan kan slechts slagen
indien de asielprocedures en de normen op het gebied van opvang worden geharmoniseerd.
De heer Alexander Van Hattem betreurt dat de
meerwaarde van een Benelux aanpak van de kwes-
tie van de migratiestromen tijdens de bespreking
niet in de verf wordt gezet. Er moet meer bepaald
worden nagedacht over een meer gecoördineerde aanpak van de problemen om te voorkomen dat
landen maatregelen nemen waarvoor de buurlan-
den opdraaien.
De heer Marcel Oberweis vindt dat ook de re-denen die bevolkingsgroepen ertoe aanzetten zich
te verplaatsen, aan bod moeten komen. Spreker
beklemtoont dat er in Afrika, meer bepaald Kenia, Zuid-Soedan, Tsjaad, enz., miljoenen ontheemden
zijn. Een van de oorzaken is de massale aankoop
van landbouwgronden door de ontwikkelde landen
die er palmolie en biobrandstoffen willen produ-
d’asile et se rapprochent ainsi de nos standards
en matière d’accueil. Une autre piste serait de
créer des hotspots dans les pays limitrophes des
zones de confl it, de l’autre côté de la Méditerranée.
L’intervenant est cependant conscient que cette
solution pourrait aboutir à une forte augmentation
du nombre de migrants qui, après avoir été enregis-
trés dans un des hotspots, devraient être répartis
dans les pays de l’Union européenne.
M. Wouter De Vriendt renvoie enfi n au plan Junc-
ker qui vise à répartir 160 000 réfugiés entres les
pays membres de l’Union. Ce plan n’a pas encore
été mis à exécution à ce jour car il ne permet pas de
régler le problème de la migration secondaire. Les
réfugiés ne peuvent en effet pas être contraints de
rester dans le pays auquel ils seraient attribués sur
la base du plan de répartition. En d’autres termes,
le plan Juncker ne règle pas le risque que certains
pays plus attractifs voient un grand nombre de
réfugiés afflués chez eux.
Mme Charlotte Vandycke confi rme que le plan
Juncker ne règle pas la question de la migration
secondaire. Les réfugiés cherchent les pays qui leur
garantissent un examen équitable de leur demande
de protection et offrent un accueil de qualité. Si
l’on veut que le plan de répartition réussisse, il faut
harmoniser les procédures d’asile et les standards
en matière d’accueil.
M. Alexander Van Hattem regrette que la plus
value d’une approche Benelux de la question des
fl ux migratoires ne soit pas mise en avant dans le
débat. Il faut notamment réfl échir à une approche
plus concertée des problèmes pour éviter que les
pays ne prennent des mesures dont les voisins feraient les frais.
M. Marcel Oberweis pense qu’il faut également
évoquer les raisons qui poussent les populations
à se déplacer. L’intervenant souligne qu’en Afrique,
des millions de personnes sont déplacées, au
Kenya, au Sud Soudan, au Tchad, etc. Une des causes est à trouver dans l’achat massif de terres
agricoles par les pays développés pour y cultiver
l’huile de palme et des agrocarburants. L’interve-
25875/1
ceren. Spreker dringt erop aan dat ook aan de
fundamentele oorzaken van de migratie aandacht
wordt besteed.
4. ZENDINGSVERSLAG
A. Onderhoud met de heer Gergely Gulyas,
vicevoorzitter van het Hongaarse Parlement
De heer Joost Taverne, voorzitter van de com-
missie Grensoverschrijdende Samenwerking van
het Beneluxparlement, schetst het opzet van de
parlementaire zending. Het werkbezoek beoogt
meer duidelijkheid te verschaffen over de regionale
samenwerking onder de Visegradlanden en de
mogelijkheden tot samenwerking in de aanpak van
de asiel- en migratiecrisis door regionale samen-
werkingsverbanden zoals de Benelux.
De heer Gergely Gulyas, vicevoorzitter van het
Hongaarse Parlement, geeft een toelichting over
de samenwerking tussen de Visegradlanden en
het migratievraagstuk.
De samenwerking tussen de Visegradlanden
De samenwerking tussen de Visegradlanden
(samengesteld uit Polen, Hongarije, Slovakije en
Slovenië) gaat terug tot de 14de eeuw en werd
in 1991 nieuw leven ingeblazen onder impuls
van Vaclav Havel en Lech Walesa. De Europese
samenwerking heeft de samenwerking onder de
Visegradlanden versterkt.
De Visegradlanden vertegenwoordigen een
stemmengewicht in de Raad van ministers van de
EU, dat nagenoeg gelijkaardig is aan het stemmen-
gewicht van Frankrijk en Duitsland. De Visegrad-
groep kan gebruik van het vetorecht, maar heeft
niet de intentie om de voortgang te blokkeren.
De leden van de Visegradgroep zoeken op een
vrij informele manier naar gemeenschappelijke oplossingen voor bepaalde kwesties.
De Visegradgroep kent momenteel geen par-
lementaire assemblee zoals de Benelux. Een
sterkere institutionele structuur valt in de toekomst niet uit te sluiten. De regeringen en parlementen
van de vier landen onderhouden goede bilaterale
betrekkingen.
nant insiste pour que l’on se penche également sur
les raisons fondamentales de la migration.
4. RAPPORT DE LA MISSION
A. Entretien avec M. Gergely Gulyas, Vice-
président du Parlement hongrois
M. Joost Taverne, président de la commission
de la Coopération transfrontalière du Parlement
Benelux, présente l’objectif de la mission parle-
mentaire. La visite de travail a pour but de mieux
appréhender la coopération régionale entre les
pays de Visegrad et les possibilités de coopération
dans le cadre de la crise de l’asile et de la migration
au travers de structures de coopération régionales
comme le Benelux.
M. Gergely Gulyas, Vice-président du Parlement
hongrois, présente la coopération entre les pays de
Visegrad dans le dossier de la migration.
La coopération entre les pays de Visegrad
La coopération entre les pays de Visegrad (la
Pologne, la Hongrie, la Slovaquie et la Slovénie)
remonte au XIVe siècle et a été réactivée en
1991 sous l’impulsion de Vaclav Havel et de Lech
Walesa. La coopération européenne a renforcé la
coopération entre les pays de Visegrad.
Les pays de Visegrad représentent au Conseil
des ministres de l’Union européenne un poids élec-
toral pratiquement équivalent à celui de la France
et de l’Allemagne. Le groupe de Visegrad peut
recourir au droit de veto mais n’a pas l’intention
d’entraver les progrès.
Les membres du groupe de Visegrad recherchent
de manière très informelle des solutions commu-nautaires à un certain nombre de problèmes.
Le groupe de Visegrad n’est actuellement pas
doté d’une assemblée parlementaire similaire au
Benelux. Une structure institutionnelle plus forte n’est pas à exclure à l’avenir. Les gouvernements
et les parlements des quatre pays entretiennent de
bonnes relations bilatérales.
26 875/1
De vier landen hebben gemeenschappelijke
belangen en de regionale samenwerking zal aan
belang winnen.
Spreker is van oordeel dat de Europese Unie te
ver afstaat van de burger. De nationale parlementen
kunnen hieraan sleutelen.
Het Hongaarse parlement wenst met de Benelux
van gedachten wisselen over subsidiariteit. Sinds
het Verdrag van Lissabon laat de subsidiariteitspro-
cedure de nationale parlementen toe een kritische
stem te formuleren over Europese initiatieven. De
termijn van acht weken om een bezwaar te formu-
leren, is momenteel een probleem. De voorstellen
rond de “Groene kaart”-procedure zullen de rol
van de nationale parlementen in de EU versterken.
Als het Verenigd Koninkrijk in de EU blijft, zal het
zogenaamde “rode kaart-mechanisme” ingang
vinden waarbij de behandeling van een wetgevend
voorstel van de Europese Commissie kan worden
gestaakt als een meerderheid van nationale par-
lementen protest heeft aangetekend. Hiervoor is
parlementaire samenwerking noodzakelijk.
De 4 kernlanden van de Visegradgroep nodigen
ook andere Staten uit op hun bijeenkomsten, zoals
Kroatië, Oostenrijk, Roemenië en Bulgarije. Het
migratievraagstuk draagt er onder meer toe bij dat
er afstemming is met andere Staten.
Het migratievraagstuk
Het migratievraagstuk heeft voor de nodige pro-
blemen gezorgd binnen de EU. Dat de EU-lidstaten het eens zijn geworden over de noodzaak om de
situatie aan de EU-buitengrenzen te beheersen,
is een positieve evolutie. Een goede Europeaan is
bekommerd om het respect voor Schengen, aldus
de heer Gulyas. De Hongaarse regering heeft ove-rigens een voorstel gelanceerd om het Akkoord van
Schengen te herzien (“Schengen 2.0”).
Het recente akkoord tussen de Europese Unie
en Turkije, waarbij voor elke naar Turkije terugge-
stuurde Syriër er een andere Syriër in Europa kan
worden geplaatst, kent zowel mogelijkheden als
bedreigingen. Een bevoorrecht partnerschap met
Les quatre pays ont des intérêts communs et la
coopération régionale va gagner en importance.
L’orateur estime que l’Union européenne est trop
éloignée du citoyen. Les parlements nationaux
peuvent contribuer à y remédier.
Le parlement hongrois souhaite avoir avec le
Benelux un échange de vues sur la subsidiarité.
Depuis le traité de Lisbonne, la procédure de
subsidiarité permet aux parlements nationaux
d’exprimer un point de vue critique à propos d’ini-
tiatives européennes. Le délai de huit semaines
pour formuler une objection constitue actuellement
un problème. Les propositions relatives à la pro-
cédure de la “carte verte” renforceront le rôle des
parlements nationaux dans l’Union européenne. Si
le Royaume-Uni reste dans l’Union européenne, le
“mécanisme de la carte rouge” pourra s’appliquer
et l’examen d’une proposition législative de la
Commission européenne pourra être arrêté si une
majorité de parlements nationaux a exprimé des
protestations. La coopération parlementaire est
nécessaire à cet effet.
Les quatre pays du groupe de Visegrad invitent
également d’autres États à leurs réunions, comme
la Croatie, l’Autriche, la Roumanie et la Bulgarie.
Le dossier de la migration contribue entre autres
à la coordination avec d’autres États.
Le dossier de la migration
Le dossier de la migration a suscité des pro-
blèmes au sein de l’Union européenne. Le fait que les États membres se soient mis d’accord sur la
nécessité de maîtriser la situation aux frontières
extérieures de l’Union constitue une évolution
positive. Selon M. Gulyas, un bon européen doit se
soucier du respect de Schengen. Le gouvernement hongrois a du reste formulé une proposition de
révision de l’accord de Schengen (“Schengen 2.0”).
Le récent accord entre l’Union européenne et la
Turquie, aux termes duquel pour chaque Syrien ren-
voyé en Turquie un autre Syrien peut être placé en
Europe, renferme des possibilités mais comporte
aussi des risques. Un partenariat privilégié avec la
27875/1
Turkije is een goede zaak en de onderhandelingen
met Turkije zijn belangrijk.
Dat de Europese Commissie 160 000 vluchte-
lingen wil herverdelen over de Europese lidstaten
is een maatregel die niet werkbaar is, aldus de
heer Gulyas. Een gering aantal werd totnogtoe
herplaatst of “gereloceerd”. De Visegradlanden
zijn eerder voor “vrijwillige quota”. Hongarije en
Slowakije hebben tegen het stelsel van “verplichte
quota voor opvang”, zoals opgelegd door de Eu-
ropese Commissie, een beroep ingediend bij het
Hof van Justitie. Deze beslissing kan niet worden
geïmplementeerd ongeacht de wettelijkheid ervan.
Voor asielzoekers is de “eerste veilige aan-
komststaat” het criterium tijdens de duur van de
vervolging. Verleden jaar waagden duizenden
mensen de oversteek van de Middellandse Zee en
zijn doorheen een aantal veilige Staten getrokken
met het oog op meer welvaart. Er zijn limieten aan
de opvangcapaciteit.
De vicevoorzitter is van oordeel dat er in een
democratie evenmin een draagvlak is om meer
voordelen aan vluchtelingen toe te kennen dan aan
de eigen burgers. De vluchtelingen zullen hoe dan
ook niet in Hongarije blijven. Eén dag zwartwerk in
de Benelux of Duitsland levert hen meer op dan in
Hongarije. Hongarije is wel bereid om zich solidair
te tonen, maar het stelsel van “verplichte quota” is
onaanvaardbaar. Een vrijwillig stelsel van herverde-ling is wel te verdedigen.
B. Onderhoud met de voorzitter van de com-
missie voor de Buitenlandse Zaken, de heer
Zsolt Németh (Fidesz), en de Hongaarse parle-
mentsleden, mevrouw Marta Demeter (Socialis-
tische partij), en Zsolt Csenger Zalan (Fidesz)
De heer Joost Taverne, voorzitter van de com-
missie Grensoverschrijdende Samenwerking van
het Benelux Parlement, wijst erop dat de Benelux één van de oudste regionale organisaties is. De
Europese Verdragen maken expliciet melding van
de Benelux als regionale organisatie die verdere stappen kan zetten in de integratie. Het Benelux
Parlement onderhoudt institutionele betrekkingen
met de Baltic Assembly en de Nordic Council.
Turquie est une bonne chose et les négociations
avec la Turquie sont importantes.
La répartition, comme la Commission euro-
péenne le souhaite, de 160 000 réfugiés entre les
États membres européens ne peut pas fonctionner,
estime M. Gulyas. Un nombre restreint de réfugiés
a été replacé ou relocalisé jusqu’ici. Les pays de
Visegrad sont plutôt favorables à un “quota volon-
taire”. La Hongrie et la Slovaquie ont introduit
devant la Cour de Justice un recours contre le
système du “quota d’accueil obligatoire” imposé
par la Commission européenne. Cette décision ne
peut pas être mise en oeuvre, indépendamment
de sa légalité.
Pour les demandeurs d’asile, le “premier État
d’arrivée sûr” constitue le critère appliqué pour la
durée de la procédure. L’an dernier, des milliers de
personnes ont tenté de franchir la Méditerranée et
ont traversé un certain nombre d’État sûrs dans
l’espoir de trouver plus de bien-être. Il y a des
limites à la capacité d’accueil.
Le vice-président est d’avis que, dans une démo-
cratie, il n’y a pas davantage de fondement pour
jutifi er d’accorder davantage de droits aux réfugiés
qu’aux citoyens autochtones. Quoi qu’il en soit, les
réfugiés ne resteront pas en Hongrie. Une journée
de travail au noir dans le Benelux ou en Allemagne
leur rapporte plus qu’en Hongrie. La Hongrie est
disposée à faire preuve de solidarité mais le sys-
tème du “quota obligatoire” est inacceptable. En revanche, un système volontaire de relocalisation
est défendable.
B. Entretien avec le président de la commis-
sion des Affaires étrangères, M. Zsolt Németh
(Fidesz), et avec les parlementaires hongrois
Mme Marta Demeter (parti socialiste) et Zsolt
Csenger Zalan (Fidesz)
M. Joost Taverne, président de la commission
de la Coopération transfrontalière indique que le
Benelux est l’une des plus anciennes organisations régionales. Les traités européens citent explicite-
ment le Benelux comme une organisation régionale
habilitée à effectuer des démarches supplémen-taires dans la voie de l’intégration. Le Parlement
Benelux entretient des relations institutionnelles
avec l’Assemblée balte et le Conseil nordique.
28 875/1
De voorzitter van de commissie voor de Buiten-
landse Zaken van het Hongaarse Parlement, de heer Zsolt Németh, merkt op dat voor de eerste
maal in de Hongaarse parlementaire geschiedenis
een delegatie van het Benelux Parlement op bezoek
komt. Hij toont belangstelling voor de Benelux. Dia-
loog en regionale interparlementaire samenwerking
moeten worden aangemoedigd. De Visegradgroep
kent geen parlementaire structuur, maar er zijn wel
ontmoetingen tussen de parlementsvoorzitters en
de commissies voor Buitenlandse Zaken.
De heer Zsolt Németh maakt zich zorgen over
het migratievraagstuk. Hongarije zag het maan-
delijkse aantal asielzoekers verviervoudigen tus-
sen januari en augustus 2015. Op de vlucht voor
oorlog en geweld, komen zij voornamelijk uit Syrië,
Irak, en Afghanistan .
Het is noodzakelijk de buitengrenzen te bescher-
men. Zolang men hier niet toe in staat is, heeft het
geen zin te discussiëren over “verplichte quota
voor opvang”.
Naast het confl ict in het Midden Oosten en de
daarmee gepaard gaande vluchtelingenstroom,
vormt de oorlog in Oekraïne een ander probleem
in de nabijheid van de grenzen van de Centraal
Europese Staten. De Minsk-akkoorden, die een
vreedzame regeling van het confl ict in Oekraïne
beogen, worden niet toegepast. Er vallen nog vele
burgerslachtoffers. De heer Zsolt Németh wijst op
het economisch potentieel van Oekraïne, dat 46
miljoen inwoners telt en bij Europa wil horen.
Spreker maakt zich ook zorgen over de toekomst van de EU en vraagt zich af hoe de EU kan werken
als referenda het Europese project omkeren. Naast
het referendum van 24 juni 2016 in het Verenigd
Koninkrijk (“Brexit”), heeft een meerderheid in
Nederland zich in een referendum uitgesproken tegen het associatieakkoord tussen de EU en Oe-
kraïne. Subsidiariteit en samenwerking onder de
lidstaten zijn belangrijk. We kunnen nagaan hoe we de samenwerking kunnen verdiepen en welke
amendementen op de Europese verdragen kunnen
worden ingediend.
“Gedwongen plaatsing” is een zaak die de nationale soevereiniteit aangaat. De heer Zsolt
Le président de la commission des Affaires étran-
gères du Parlement hongrois, M. Zsolt Németh, fait
observer que c’est la première fois dans l’histoire
parlementaire hongroise qu’une délégation du
parlement Benelux effectue une visite dans son
pays. Il manifeste de l’intérêt pour le Benelux. Il faut
encourager le dialogue et la coopération interpar-
lementaire régionale. Le groupe de Visegrad ne
possède pas de structure interparlementaire mais
des rencontres sont organisées entre les prési-
dents des parlements et entre les commissions
des Affaires étrangères.
M. Zsolt Németh se dit préoccupé par le dos-
sier de la migration. Entre janvier et août 2015, la
Hongrie a assisté à la multiplication par quatre du
nombre de demandeurs d’asile. Fuyant la guerre
et la violence, ils sont principalement originaires de
Syrie, d’Irak et d’Afghanistan.
Il est nécessaire de protéger les frontières exté-
rieures. Tant que l’on peut ne sera pas en mesure
de le faire, il sera vain de discuter d’un “quota
d’accueil obligatoire”.
Outre le confl it au Moyen-Orient et le fl ux de réfu-
giés qui en résulte, la guerre en Ukraine constitue
un autre problème qui se pose à proximité des fron-
tières des pays d’Europe centrale. Les accords de
Minsk, qui visent à trouver une solution pacifi que au
confl it, ne sont pas appliqués. Les victimes civiles
restent nombreuses. M. Zsolt Németh souligne le potentiel économique de l’Ukraine qui compte 46
millions d’habitants et souhaite rejoindre l’Europe.
L’orateur s’inquiète aussi de l’avenir de l’Union européenne et se demande comment l’aide Union
peut fonctionner si des référendums inversent le
projet européen. Outre le référendum du 24 juin
2016 au Rroyaume-Uni (“Brexit”), une majorité s’est
prononcée par voie de référendum aux Pays-Bas contre l’accord d’association entre l’Union euro-
péenne et l’Ukraine. La subsidiarité et la coopé-
ration entre les États membres sont des éléments importants. L’on peut examiner la possibilité d’ap-
profondir la coopération et voir quels amendements
aux Traités européens peuvent être présentés.
Le “Placement forcé” touche à la souverai-neté nationale. M. Zsolt Németh souligne que les
29875/1
Németh beklemtoont dat de gevoelige beslissin-
gen in handen moeten blijven van de nationale
lidstaten. Fidesz wenst de juiste balans te vinden
tussen de natiestaat en de EU. Het Europees Hof
van de Rechten van de Mens ziet erop toe dat de
nationale Staat zijn macht niet overschrijdt. In de
herfst komt er een referendum waarin de Hon-
gaarse bevolking wordt gevraagd of de vrijwillige
herplaatsing / relocatie, die opgelegd wordt door
“Brussel”, er kan komen zonder het akkoord van
het Hongaarse parlement.
De heer Bart Somers, voorzitter van de Liberale
fractie van het Benelux Parlement, beklemtoont
het belang van regionale samenwerking binnen de
EU. Als verschillende landen uit één regio met één
stem spreken binnen Europa, maakt dit hen sterker.
De heer Somers merkt op dat met belangstel-
ling gekeken werd naar het Hongaarse standpunt
over het migratievraagstuk. Hij oordeelt dat een
gemeenschappelijk beleid van de Europese Unie
het beste antwoord is op het beheersen van de
migratiestromen. We hebben geen behoefte aan
“minder Europa” aan de buitengrenzen. We hebben
“meer Europa” nodig. De EU zou als geheel ver-
antwoordelijk moeten zijn voor de buitengrenzen.
De grens tussen Hongarije en Servië is ook onze
buitengrens en we moeten onze verantwoordelijk-
heid nemen.
De heer Somers verwijst naar het akkoord tussen
de EU en Turkije dat erop gericht is de migranten
een wettelijk migratieperspectief te bieden en hun
een mogelijk dodelijke overstek naar de Europese
Unie te besparen. De vraag stelt zich dan wie er
vluchteling is en wie er migrant is en hoe zullen we
de migratiestroom aanpakken? Men mag er niet
van uitgaan dat er in Duitsland, Scandinavië en de
Benelux een vraag is naar migranten om demogra-fi sche of economische redenen. Vele migranten
trekken naar deze landen omdat daar een sterk
systeem van sociale zekerheid bestaat. Zonder quota zouden alle migranten naar de noordelijke
landen van de EU trekken. Het zou niet fair zijn als
alle migranten enkel daar worden opgevangen. Er
is solidariteit nodig. Deze solidariteit hebben de
lidstaten overigens ook getoond bij de uitbreiding van de Europese Unie ten aanzien van Centraal
Europese Staten.
décisions délicates doivent rester aux mains des
États membres nationaux. Le Fidesz entend trou-
ver le juste équilibre entre l’État-nation et l’Union
européenne. La Cour européenne des droits de
l’homme veille à ce que l’État national n’outrepasse
pas ses pouvoirs. En automne se tiendra un réfé-
rendum dans le cadre duquel il sera demandé à la
population hongroise si le replacement/la relocali-
sation volontaire que veut imposer “Bruxelles” est
applicable sans l’accord du Parlement hongrois.
M. Bart Somers, président du Groupe libéral du
Parlement Benelux, met en exergue l’importance
de la coopération régionale au sein de l’Union
européenne. Plusieurs pays d’une même région
sont plus forts lorsqu’ils s’expriment d’une même
voix au sein de l’Europe.
M. Somers fait observer que le point de vue de
la Hongrie concernant le dossier de la migration
suscite un grand intérêt. Il estime qu’une politique
commune de l’Union européenne constitue la
meilleure des réponses en vue de la maîtrise des
fl ux migratoires. Il ne faut pas “moins d’Europe”
aux frontières extérieures. Il faut “plus d’Europe”.
L’Union européenne devrait être responsable, en
tant qu’entité, pour les frontières extérieures. La
frontière entre la Hongrie et la Serbie est également
notre frontière extérieure et nous devons assumer
nos responsabilités.
M. Somers se réfère à l’accord entre l’Union euro-
péenne et la Turquie qui tend à offrir aux migrants
une perspective de migration légale et à leur éviter
un périple parfois mortel vers l’Union européenne.
La question se pose de savoir qui est considéré
comme réfugié et comment l’on va appréhender
ces fl ux de migrants. L’on ne peut considérer qu’il
y a en Allemagne, en Scandinavie et dans le Bene-
lux une demande de migrants pour des raisons démographiques ou économiques. De nombreux
migrants se rendent dans ces pays parce qu’ils
sont dotés d’un système de sécurité sociale per-formant. Sans quota, tous les migrants gagneraient
les pays septentrionaux de l’Union européenne. Il
ne serait pas juste que ces pays doivent accueillir
tous les migrants. Il faut de la solidarité. Les États
membres ont du reste témoigné cette solidarité lors de l’élargissement de l’Union européenne aux États
d’Europe centrale.
30 875/1
Mevrouw Marta Demeter (socialistische partij
en voorzitter van de IPU-vriendschapsgroep Be-
nelux - Hongarije), erkent de noodzaak om via een
gemeenschappelijk beleid van de Europese Unie
de migratiestromen te beheersen. Zij pleit voor
een betere bescherming van de buitengrenzen en
hoopt dat het akkoord tussen de EU en Turkije goed
wordt toegepast. De goede werking van de zoge-
naamde hotspots (opvang – en registratiecentra in
Griekenland en Italië) is belangrijk. Zij meent dat de
herplaatsing van 160.000 personen die voor asiel in
aanmerking komen wordt geïmplementeerd. Deze
mensen bevinden zich in de EU en we kunnen onze
ogen hier niet voor sluiten. Mevrouw Demeter vindt
dat Hongarije de 1200 personen, waarvan sprake
is, zou moeten opnemen. Migratiehulp en sociale
zorg zouden beter op elkaar moeten worden afge-
stemd. Spijts Eurodac en Europol, is er behoefte
aan een beter en efficiënter Europees datamanage-
ment systeem. Mevrouw Demeter meent dat men
Schengen niet moet verengen, maar integendeel
verbreden tot landen zoals Roemenië en Bulgarije.
Dat er langs de Hongaars - Servische grens een
stalen hek met prikkeldraad is gebouwd, heeft de
negatieve stemming rond migratie versterkt. De
vluchtelingenproblematiek wordt vaak gebruikt
voor binnenlandse doeleinden en speelt de rechtse
extremistische partijen in de kaart.
De heer Zsolt Csenger Zalan (Fidesz) merkt op
dat Hongarije al ten tijde van de Balkanoorlog zich
solidair heeft getoond met de vervolgden. Honga-
rije waakt erover dat de vluchtelingenwetgeving in overeenstemming is met de Conventie van Genève.
Het debat gaat niet over vluchtelingen, maar over migranten. De Europese Unie maakt onvoldoende
het onderscheid. Hongarije staat open voor vluchte-lingen, maar is geen voorstander van economische
migratie, en zeker niet zonder beslissing van het
Parlement. De discussie over Dublin IV moet nog
gevoerd worden, het Europees datamanagement
kan efficiënter en spreker heeft zijn reserves over het akkoord tussen de EU en Turkije. Hij sluit zich aan bij de opmerking van collega Demeter dat
Roemenië en Bulgarije in de Schengen-ruimte worden opgenomen.
Op de vraag van de heer Taverne of Roemenië
en Bulgarije hun grenzen voldoende kunnen be-schermen, antwoordt de Voorzitter van de commis-
Mme Marta Demeter (membre du parti socialiste
et présidente de l’amicale de l’IPU Benelux-Hon-
grie) reconnaît la nécessité de maîtriser les fl ux
migratoires par le biais d’une politique commune de
l’Union européenne. Elle plaide pour une meilleure
protection des frontières extérieures et espère que
l’accord entre l’Union européenne et la Turquie sera
correctement appliqué. Le bon fonctionnement des hotspots (centres d’accueil et d’enregistrement en
Grèce et en Italie) est important. Elle est d’avis que
la relocalisation des 160.000 personnes qui entrent
en ligne de compte pour l’asile est mise en oeuvre.
Ces gens se trouvent dans l’Union européenne et
l’on ne peut pas pas fermer les yeux. Mme Deme-
ter estime que la Hongrie doit accueillir les 1200
personnes dont il est question. Il faudrait mieux
coordonner l’aide migratoire et les aides en matière
sociale. Malgré Eurodac et Europol, il faut un sys-
tème européen de gestion des données meilleur
et plus efficace. Mme Demeter pense qu’il ne faut
pas réduire Schengen mais au contraire l’étendre
à des pays comme la Roumanie et la Bulgarie. La
construction, le long de la frontière entre la Hongrie
et la Serbie, d’une clôture hérissée de barbelés a
renforcé au l’attitude négative concernant la migra-
tion. Le problème des réfugiés est souvent utilisé à
des fi ns de politique intérieure et favorise les partis
d’extrême-droite.
M. Zsolt Csenger Zalan (Fidesz) fait observer
que déjà à l’époque de la guerre des Balkans, la
Hongrie s’était montrée solidaire des personnes poursuivies. La Hongrie veille à ce que la législation
relative aux réfugiés soit conforme à la convention de Genève. Le débat ne porte pas sur les réfugiés
mais sur les migrants. L’Union européenne ne fait pas suffisamment la distinction. La Hongrie est
ouverte aux réfugiés mais n’est pas favorable à la migration économique, certainement pas sans
une décision du Parlement. La discussion à propos
de Dublin IV doit encore avoir lieu, la gestion des données par l’Europe pourrait être plus efficace et
l’orateur exprime des réserves au sujet de l’accord
entre l’Union européenne et la Turquie. Il se joint
aux observations de Mme Demeter concernant
l’inclusion de la Roumanie et de la Bulgarie dans l’espace Schengen.
En réponse à M. Taverne qui demandait si la
Roumanie et la Bulgarie sont en mesure de suf-
fi samment protéger leurs frontières, le président
31875/1
sie voor de Buitenlandse Zaken van het Hongaarse
Parlement, de heer Zsolt Németh, dat Roemenië
en Bulgarije destijds niet in de Schengen zone zijn
opgenomen omdat men vreesde dat veel zigeuners
zich in de andere lidstaten zouden vestigen. Spre-
ker merkt op dat het Roma-probleem verband houdt
met sociale integratie, net zoals de integratie van
Syrische migranten in West Europa een probleem
vormt. Hij trekt de parallel met Molenbeek, dat ook
af te rekenen heeft met werkloosheid, misdaad, dis-
functies in huisvesting en samenlevingsproblemen.
Dergelijke historisch geërfde problemen moeten
door de natiestaten worden opgelost. De beslis-
sing van Duitsland om in de jaren zestig Turkse
arbeidskrachten aan te trekken was overigens ook
een soevereine beslissing van Duitsland.
Op de vraag van de voorzitter van de commissie
Buitenlandse Zaken van het Benelux Parlement,
de heer Marc Hendrickx, over de invloed op het
interne debat van de 30 % Hongaren die in het bui-
tenland wonen, wordt geantwoord dat stemrecht is
toegekend aan 1,2 miljoen Hongaren in Roemenië,
500.000 Hongaren in Slovenië, 260.000 Honga-
ren in Vojvodina (Servië) en 150.000 Hongaren
in Karpato-Roethenië (Oekraïne). Deze gemeen-
schappen maakten destijds deel uit van de Dub-
belmonarchie. Ze zijn zowel Hongaren, als loyale
onderdanen van de Staat waar ze wonen. Onder
de Hongaarse wet van 2010 kunnen zij opteren
voor de dubbele nationaliteit. Enkel Slovenië heeft
de dubbele nationaliteit niet aanvaard. 800.000
burgers hebben de Hongaarse nationaliteit aan-
gevraagd en 100.000 Hongaren in het buitenland
maken gebruik van hun stemrecht. Dit levert twee
parlementaire mandaten op. De meerderheid onder
hen stemt Fidesz.
De Voorzitter van de commissie voor de Bui-
tenlandse Zaken van het Hongaarse Parlement
lanceert de suggestie dat de voorzitter van de commissie Grensoverschrijdende Samenwerking
en de voorzitter van de commissie Buitenlandse
Zaken van het Benelux Parlement in de toekomst
als waarnemer deelnemen aan de vergadering
van de commissies Buitenlandse Zaken van de Visegradlanden.
de la commission des Affaires étrangères du Par-
lement hongrois, M. Zsolt Németh, indique que si
la Roumanie et la Bulgarie n’ont pas été reprises
jadis dans la zone Schengen, c’est par crainte de
l’établissement de nombreux tziganes dans les
autres États membres. L’orateur fait observer que le
problème des Roms est lié à l’intégration sociale, au
même titre que l’intégration de migrants Syriens en
Europe occidentale constitue un problème. Il établit
un parallèle avec Molenbeek qui est également
confrontée au chômage, à la criminalité, aux dys-
fonctionnements en matière de logement et à des
problèmes sociaux. De tels problèmes hérités de
l’histoire doivent être résolus par les États-nations.
La décision prise par l’Allemagne dans les années
60 d’attirer de la main-d’oeuvre turque procédait
du reste également d’une décision souveraine de
ce pays.
En réponse à une question du président de la
commission des Relations extérieures du Parle-
ment Benelux, M. Marc Hendrickx, au sujet de
l’infl uence sur les débats internes des 30 % de
Hongrois qui résident à l’étranger, il est répondu
que le droit de vote a été octroyé à 1,2 millions de
Hongrois en Roumanie, à 500.000 Hongrois en
Slovénie, à 260.000 Hongrois en Vojvodine (Ser-
bie) et à 150.000 Hongrois en Ruthénie subcarpa-
thique (Ukraine). Par le passé, ces communautés
faisaient partie de la double monarchie. Ils sont
tout à la fois Hongrois et sujets loyaux de l’État où
ils habitent. Sous l’empire de la loi hongroise de
2010, ils peuvent opter pour la double nationalité.
Seule la Slovénie n’a pas accepté la double natio-
nalité. 800.000 citoyens ont demandé la nationalité
hongroise et 100.000 Hongrois à l’étranger font
usage de leur droit de vote. Cela donne lieu à deux
mandats parlementaires. La majorité d’entre eux
votent pour Fidesz.
Le président de la commission des Affaires
étrangères du Parlement hongrois suggère que
le président de la commission de la Coopération transfrontalière et le président de la commission
des Relations extérieures du Parlement Benelux
assistent à l’avenir en qualité d’observateurs à la
réunion des commissions des Affaires étrangères
des pays de Visegrad.
32 875/1
C. Onderhoud met de heer Kristof Altusz, Vi-
cestaatssecretaris van het Hongaarse ministerie
voor Buitenlandse Zaken en Buitenlandse Handel
De heer Kristof Altusz, Vicestaatssecretaris van
het ministerie voor Buitenlandse Zaken en Buiten-
landse Handel, legt uit dat het Hongaarse buiten-
lands beleid de klemtoon legt op de volgende vier
topics: de migratiecrisis, het nabuurschapsbeleid
en Oekraïne, de energieveiligheid en de NAVO.
Op de vraag van de heer Joost Taverne naar de
slagkracht van de samenwerking binnen de Vise-
gradgroep, antwoordt de heer Kristof Altusz dat de
samenwerking onder de Visegradlanden sinds 26
jaar zijn hoogten en laagten kent. De regeringen
van de vier Staten kennen vaak een uiteenlopende
politieke samenstelling. Ondanks de verschillende
politieke formaties komt men tot een vlotte samen-
werking. Er is ook het “International Visegrad Fund”,
dat de civiele dimensie wenst te versterken2.
In de migratiecrisis is er wederzijdse hulp aan
de grenzen. De Visegradgroep werkt bijvoorbeeld
samen om de Hongaarse Schengengrens te be-
waken. In het kader van de NAVO-aanwezigheid in
de Balkan is er een troepenmacht van de Visegrad.
De regionale samenwerking zal aan belang win-
nen. Vanuit politiek oogpunt zijn compromissen
essentieel. Als op het Europese forum de Vise-
gradgroep, de Baltische Staten, de Benelux en de
Noordse Raad een gemeenschappelijk standpunt
hebben rond een onderwerp, kan al veel meer
worden bereikt.
Er wordt geen uitbreiding van de Visegradgroep beoogd, maar het voorzitterschap van de Visegrad-
groep kan wel beslissen om andere Staten uit te
nodigen in een “V4+” format.
De Premiers van de Visegrad ontmoeten elkaar 3 à 4 keer per jaar, terwijl de ministers van Bui-
tenlandse zaken tweemaandelijkse ontmoetingen
organiseren. Ook de vakministers van Binnen-landse zaken, Economische Zaken en Financiën
ontmoeten elkaar frequent.
2 h p://visegradfund.org/grants/grant-guidelines/
C. Entretien avec M. Kristof Altusz, Vice-secré-
taire d’État du ministère hongrois des Affaires
étrangères et du Commerce extérieur
M. Kristof Altusz, Vice-secrétaire d’État du
ministère des Affaires étrangères et du Commerce
extérieur indique que la politique étrangère de la
Hongrie met l’accent sur les quatre aspects sui-
vants: la crise migratoire, la politique de proximité
et l’Ukraine, la sécurité énergétique et l’OTAN.
En réponse à une question de M. Joost Taverne
sur le dynamisme de la coopération au sein du
groupe de Visegrad, M. Kristof Altusz répond que
la coopération entre les pays de Visegrad a connu
depuis 26 ans des hauts et des bas. Souvent, la
composition politique des gouvernements des
quatre États diverge. Malgré la différence entre les
formations politiques, une bonne coopération est
mise en place. Il y a également l’International Vise-grad Fund qui vise à renforcer la dimension civile2.
Dans le cadre de la crise migratoire, une aide
mutuelle est mise en place aux frontières. Ainsi,
le groupe de Visegrad coopère pour surveiller la
frontière hongroise de Schengen. Il y a une force
armée de Visegrad dans le cadre de la présence
de l’OTAN dans les Balkans.
La coopération régionale gagnera en impor-
tance. D’un point de vue politique, les compromis
sont essentiels. Si le groupe de Visegrad, les États
baltes, le Benelux et le Conseil nordique adoptent
un point de vue commun sur un sujet sur le forum
européen, il est alors possible d’obtenir davantage.
Aucune extension du groupe de Visegrad n’est recherchée mais la présidence du groupe de Vise-
grad peut décider d’inviter d’autres États selon une
formule “V4+” .
Les premiers ministres des pays de Visegrad se rencontrent trois à quatre fois par an alors que les
ministres des Affaires étrangères organisent des
rencontres bimensuelles. De même, les ministres spécialisés des Affaires intérieures, des Affaires
économiques et des Finances se rencontrent fré-
quemment.
2 h p://visegradfund.org/grants/grant-guidelines/
33875/1
De solidariteit onder de Visegradgroep is nog
versterkt toen vanaf 2014 Hongarije getroffen
werd door een toestroom van illegale migranten.
De bouw van een “temporary security line” of het
stalen hek aan de grens tussen Hongarije en Ser-
vië was een reactie op de toestroom van ruim 1,3
miljoen illegale migranten in een tijdspanne van 2
jaar. De dramatische gebeurtenissen in Brussel en
Parijs waren niet onmiddellijk aan de migratiegolf te
wijten, maar men moet behoedzaam blijven, aldus
de heer Kristof Altusz.
De Vicestaatssecretaris van het Hongaarse mi-
nisterie voor Buitenlandse Zaken en Buitenlandse
Handel geeft vervolgens een toelichting bij de situ-
atie in Oekraïne. Rusland heeft de principes van het
internationale recht geschonden zodat Oekraïne
in een oorlogssituatie verkeert. De burgers uit Oe-
kraïne die momenteel in Polen zijn, bevinden zich
daar niet als vluchteling, maar eerder als illegale
migranten.
De heer Bart Somers wenst op te merken dat
de daders van betrokken aanslagen, waarnaar de heer Kristof Altusz verwijst, geen migranten waren,
maar geradicaliseerde jongeren die in West Europa
geboren zijn, in Syrië gevochten hebben en terreur-
daden pleegden bij hun terugkomst. Wat de aanwe-
zigheid van burgers uit Oekraïne in Polen betreft,
verbaast hij zich over de dubbele standaarden die
blijkbaar worden gehanteerd. De Visegradgroep
pleit voor streng bewaakte buitengrenzen, maar
als migranten vanuit Oekraïne in de Schengenzone binnenkomen, gelden andere principes.
De heer Kristof Altusz merkt op dat er nog geen gevoelige instroom vanuit Oekraïne is en dat het
land een broos politiek systeem kent. De Vise-
gradgroep beoogt een stabiel nabuurschap met
Oekraïne. Hongarije ondersteunt Oekraïne bij de
opbouw van kleine en middelgrote ondernemingen en bij de noodzakelijke economische, juridische en
administratieve hervormingen. Spreker meent dat
men het land perspectieven moet bieden, zonder zich uit te spreken over lidmaatschap van de EU.
La solidarité au sein du groupe de Visegrad s’est
encore renforcée lorsque la Hongrie a été touchée
à partir de 2014 par un afflux de migrants illégaux.
La mise en place d’une “temporary security line”
ou l’érection de la clôturee métallique entre la Hon-
grie et la Serbie ont été des réactions à l’afflux de
plus de 1,3 millions de migrants illégaux au cours
d’une période de deux ans. Les événements dra-
matiques de Bruxelles et de Paris n’étaient pas la
conséquence directe du fl ux migratoire mais, selon
M. Kristof Altusz, il faut rester prudent.
Le Vice-secrétaire d’État du ministère hongrois
des Affaires étrangères et du Commerce extérieur
expose ensuite la situation en Ukraine. La Russie
a violé les principes du droit international de sorte
que l’Ukraine se trouve en situation de guerre. Les
citoyens ukrainiens qui se trouvent actuellement en
Pologne n’y sont pas comme réfugiés mais plutôt
comme migrants illégaux.
M. Bart Somers souhaite faire observer que les
auteurs des attentats auxquels se réfère M. Kristof Altusz ne sont pas des migrants mais des jeunes
radicalisés qui sont nés en Europe occidentale, ont
combattu en Syrie et ont perpétré des actes terro-
ristes à leur retour. En ce qui concerne la présence
de citoyens ukrainiens en Pologne, il s’étonne des
doubles règles qui semblent être appliquées. Le
groupe de Visegrad plaide pour des frontières
extérieures sévèrement gardées mais lorsque des
migrants originaires d’Ukraine entrent dans la zone de Schengen, ce sont d’autres principes qui sont
d’application.
M. Kristof Altusz indique qu’il n’y a pas encore d’afflux important depuis l’Ukraine et que le sys-
tème politique de ce pays est fragile. Le groupe
de Visegrad veut tendre vers un voisinage stable
avec l’Ukraine. La Hongrie soutient l’Ukraine dans
la création de petites et moyennes entreprises et dans la mise en oeuvre des réformes économiques,
juridiques et administratives indispensables. L’ora-
teur estime qu’il faut offrir des perspectives à ce pays, sans se prononcer sur l’adhésion à l’Union
européenne.
34 875/1
D. Onderhoud met de heer Matyas Hegyaljai,
Vicestaatssecretaris van het Hongaarse minis-
terie voor Binnenlandse Zaken
De heer Joost Taverne, voorzitter van de com-
missie Grensoverschrijdende Samenwerking van
het Benelux Parlement, stelt dat Hongarije een
trendsetter is op het vlak van grensbescherming en
vraagt welke visie de Hongaarse regering heeft op
grensbeveiliging in de Schengen/EU-zone.
De heer Matyas Hegyaljai, Vicestaatssecretaris
van het Hongaarse ministerie voor Binnenlandse
Zaken, merkt op dat het stalen hek is opgetrokken
langs de 175 kilometer lange grens met Servië.
Er is geen stalen hek aan de Kroatische en de
Hongaarse grens, die twee Schengenstaten zijn.
Hongarije heeft met de bouw van het stalen hek
beslist om niet alleen het Hongaarse, maar ook
het hele Europese grondgebied te beschermen. De Europese Commissie lanceert voorstellen om
Schengen te hervormen, maar ook de voorstellen
van de Visegradgroep kunnen besproken worden.
Het is van belang te weten of de personen die zich
aandienen aan de grenspost vluchtelingen zijn, dan
wel migranten. De terugnameovereenkomsten zijn
moeilijk uit te voeren. Als er een akkoord tussen de
EU en Turkije kan worden gesloten, dan moet men
ook akkoorden overwegen met Libië en Marokko.
De heer Bart Somers vindt dat zelfs met gesloten
buitengrenzen Staten vluchtelingen moeten opne-
men. Hongarije wenst niet deel te nemen aan de im-
plementatie van de beslissing over de herplaatsing
van 160.000 personen die voor asiel in aanmerking
komen. België heeft geen behoefte aan migranten
om demografi sche redenen, maar toont zich niet-temin solidair en neemt zijn verantwoordelijkheid
op. Hoe kijkt Hongarije aan tegen die uitdaging?
Het verzoek aan Hongarije om 1200 personen op te
nemen is niet eens overdreven. In Mechelen alleen
al neemt men 200 vluchtelingen op. Het kan niet dat enkel de rijkste lidstaten hun solidariteit tonen.
Wat Oekraïne betreft, dat aan de buitengrens ligt
en waar geen stalen hek is opgetrokken, worden
dan weer dubbele standaarden gehanteerd.
D. Entretien avec M. Matyas Hegyaljai,
Vice-secrétaire d’État du ministère hongrois des
Affaires étrangères
M. Joost Taverne, président de la commission de la Coopération transfrontalière du Parlement
Benelux indique que la Hongrie est une référence
en matière de protection des frontières et demande
comment le gouvernement hongrois conçoit la
protection des frontières dans la zone Schengen/
Union européenne.
M. Matyas Hegyaljai, Vice-secrétaire d’État du
ministère hongrois des Affaires intérieures fait
observer que la clôture métallique a été érigée le
long des 175 km de la frontière avec la Serbie. Il n’y
a pas de clôture métallique à la frontière entre la
Croatie et la Hongrie qui sont des États de Schen-
gen. En érigeant la clôture métallique, la Hongrie a
voulu protéger non seulement le territoire hongrois
mais encore l’ensemble du territoire européen. La
Commission européenne formule des propositions
pour réformer Schengen mais les propositions
du groupe de Visegrad méritent également d’être
prises en considération. Il est important de savoir si
les personnes qui se présentent au poste-frontière
sont des réfugiés ou des migrants. Les conventions
de réadmission sont difficiles à mettre en oeuvre.
Si un accord est conclu entre l’Union européenne
et la Turquie, il faut aussi envisager des accords
avec la Libye et le Maroc.
M. Bart Somers est d’avis que même si les fron-
tières extérieures sont fermées, les États doivent
accueillir des réfugiés. La Hongrie ne souhaite
pas participer à la mise en oeuvre de la décision
au sujet de la relocalisation de 160.000 personnes
qui entrent en ligne de compte pour l’asile. La
Belgique n’a pas besoin de migrants pour des rai-sons démographiques mais se montre néanmoins
solidaire et assume ses responsabilités. Comment
la Hongrie appréhende-t-elle ce défi ? La demande
faite à la Hongrie d’accueillir 1200 personnes n’a
rien d’excessif. La seule ville de Malines accueille 200 réfugiés. Il n’est pas admissible que seuls les
États membres les plus riches fassent preuve de
solidarité. En ce qui concerne l’Ukraine, qui se trouve à la frontière extérieure et où aucune clôture
métallique n’a été érigée, l’on applique, là encore,
des règles doubles.
35875/1
De heer Matyas Hegyaljai, Vicestaatssecretaris
van het Hongaarse ministerie voor Binnenlandse
Zaken, antwoordt dat Hongarije de automatische
relocatie / herplaatsing niet aanvaardt. Hongarije
heeft wel aan hervestigingsprogramma’s deelgeno-
men, maar herplaatsing ligt moeilijk. Een arrest van
het Hof van Justitie wordt afgewacht. In tegenstel-
ling tot de Benelux en Duitsland, is Hongarije geen
aantrekkelijk land voor migratie. De economische
situatie is immers niet dezelfde. Om historische
redenen kant Hongarije zich tegen de automati-
sche relocatie. Ten tijde van de Sovjet Unie was
verplichte herplaatsing een courante praktijk. Hon-
garije aanvaardt slechts een vrijwillige relocatie.
De heer Matyas Hegyaljai beklemtoont dat het
stalen hek een tijdelijk karakter heeft. De migra-
tiedruk heeft Hongarije hiertoe gebracht en als
de bescherming met een stalen hek niet meer
nodig is, dan houdt men ermee op. Wat de grens
van Oekraïne met Hongarije betreft, deze is kort.
Deze buitengrens kan men effectief beschermen,
zodat er geen behoefte is aan een stalen hek. De
migranten uit Oekraïne hebben de intentie om te
komen werken en zijn goed geïntegreerd in de
Hongaarse samenleving. Dat kan men niet bewe-
ren van Noord Afrikaanse en Syrische migranten
die niet de intentie hebben in Hongarije te blijven.
Op de vraag van de heren Joost Taverne en
Bart Somers hoe de Hongaarse overheid optreedt tegen migranten die het stalen hek proberen over te
klimmen, antwoordt de heer Matyas Hegyaljai dat
een politiemacht van 2000 agenten aan de grens met Servië staat opgesteld. De samenwerking met
Servië verloopt vlot. Groepen die massaal over het hek klimmen, doen dit onder impuls van de
georganiseerde misdaad, en worden overgeleverd
aan Servië. Veelal beslist de rechter hen naar een
detentiecentrum te verwijzen. Als ze een misdrijf
hebben begaan, worden ze naar een gesloten centrum verwezen.
Er zijn twee transitzones, waaronder één in
Röske.
M. Matyas Hegyaljai, Vice-secrétaire d’État du
ministère hongrois des Affaires étrangères, répond
que la Hongrie n’accepte pas le replacement/
relocalisation. La Hongrie a certes participé à des
programmes de relocalisation mais la réinstal-
lation automatique est un problème. Un arrêt de
la Cour de Justice est attendu. Au contraire du
Benelux et de l’Allemagne, la Hongrie n’est pas
un pays attrayant pour la migration. La situation
économique n’est en effet pas la même. Pour des
raisons historiques, la Hongrie est opposée à la
relocalisation automatique. À l’époque de l’Union
soviétique, la relocalisation obligatoire était une
pratique courante. La Hongrie n’accepte qu’une
relocalisation volontaire.
M. Matyas Hegyaljai souligne que la clôture
métallique est temporaire. La pression migratoire
y a amené la Hongrie et lorsque la protection au
moyen de cette clôture métallique ne sera plus
nécessaire, il y sera mis un terme. La longueur de
la frontière de l’Ukraine avec la Hongrie est limiotée.
Il est possible de protéger effectivement cette fron-
tière extérieure de sorte qu’une clôture métallique
n’est pas nécessaire. Les migrants d’Ukraine sont
désireux de travailler et sont bien intégrés dans la
société hongroise. On ne peut pas dire de même
des migrants nord-africains et syriens dont le projet
n’est pas de rester en Hongrie.
En réponse à une question de Messieurs Joost
Taverne et Bart Somers au sujet du comportement que les autorités adoptent à l’égard des migrants
qui tentent de franchir la clôture métallique, M. Matyas Hegyaljai précise qu’une force de police
de 2000 agents est déployée à la frontière avec la
Serbie. La collaboration avec la Serbie est bonne.
Les groupes qui tentent de franchir massivement
la clôture y sont poussés par le crime organisé et sont remis à la Serbie. Le plus souvent, le juge décide de les interner dans un centre de détention.
S’ils ont commis un délit, ils sont internés dans un
centre fermé.
Il y a deux zones de transit, dont une à Röske.
36 875/1
E. Bezoek aan de transit zone te Rözke
Op 3 mei 2016 brengt de delegatie, samen met
de heer Elzo Molenberg, Deputy Head of Mission van de Nederlandse ambassade, een plaatsbezoek
aan de grenspost te Rözke.
Langs de 175 kilometer lange grens met Servië,
die sinds 15 september 2015 is afgesloten met een
stalen hek en prikkeldraad, zijn er twee transitzo-
nes, waarvan één in Rözke. Hongarije heeft zijn
grens met Kroatië, Slovenië en Oostenrijk gesloten,
om de dagelijkse migrantenstroom onder controle
te krijgen.
Het stalen hek heeft voor gevolg dat de grens
effectiever beschermd wordt.
Hongarije binnenkomen, kan enkel langs officiële
grensovergangen. Vluchtelingen kunnen asielaan-
vragen indienen in één van de twee transitzones.
Ieder die legaal (d.w.z. met geldige documenten)
het land wil binnenkomen, kan dit via de transit-
zone.
Dagelijks dienen er zich in Rözke 30 à 35 mi-
granten aan met het oog op registratie. In beide
zones gaat het dagelijks om 60 à 70 mensen. Ze
komen meestal uit Afghanistan, Syrië, Irak, Iran
en Pakistan.
Sociale werkers identifi ceren kwetsbare groe-
pen.
De vluchtelingen krijgen informatie over de
procedure in hun moedertaal. Er zijn tolken. Zij
krijgen juridisch en medisch advies. Het interview
duurt circa 40 minuten. De informatie wordt in het gegevensbestand verwerkt.
Er zijn opvangvoorzieningen (voedsel, sanitaire
installaties).
De vluchtelingen worden verwezen naar de open centra. Dit gebeurt onmiddellijk voor gezin-
nen. De wachttijd duurt langer voor vrijgezellen. Ze
verblijven er 1 à 2 dagen en gaan dan o.m. naar Duitsland, Scandinavië, Oostenrijk, de Benelux, ….
E. Visites de la zone de transit de Rözke
Le 3 mai 2016, la délégation effectue avec
M. Elzo Molenberg, Deputy Head of Mission de
l’ambassade néerlandaise, une visite au poste-
frontière de Rözke.
Il existe le long de la frontière de 175 km avec
la Serbie, qui est protégée depuis le 15 septembre
2015 par une clôture métallique et des barbelés,
deux zone de transit, dont une à Rözke. La Hongrie
a fermé sa frontière avec la Croatie, la Slovénie et
l’Autriche pour pouvoir contrôler le fl ux migratoire
quotidien.
La clôture métallique permet de protéger plus
efficacement la frontière.
On ne peut pénétrer en Hongrie que par les
passages frontaliers officiels. Les réfugiés peuvent
introduire des demandes d’asile dans l’une des
deux zones de transit. Toute personne qui souhaite
entrer légalement en Hongrie (c’est-à-dire munie
de documents valables) peut le faire par les zones
de transit.
Chaque jour, de 30 à 35 migrants se présentent
à Rözke pour se faire enregistrer. Pour les deux
zones, il s’agit quotidiennement de 60 à 70 per-
sonnes originaires pour la plupart d’Afghanistan,
de Syrie, d’Irak, d’Iran et du Pakistan.
Les travailleurs sociaux identifi ent les groupes
vulnérables.
Les réfugiés reçoivent des informations sur
la procédure dans leur langue maternelle. Il y a
des interprètes. Ils bénéfi cient d’avis juridiques
et médicaux. L’interview dure environ 40 minutes. Les informations sont stockées dans la banque de
données.
Des mesures sont prises en matière d’accueil
(alimentation, installations sanitaires).
Les réfugiés sont dirigés vers des centres ou-verts. Cela se fait immédiatement pour les familles.
Le délai est plus long pour les célibataires. Ils y
séjournent de un à deux jours et se rendent ensuite en Allemagne, en Scandinavie, en Autriche, dans
le Benelux.
37875/1
De illegalen gaan naar de gesloten centra. Da-
gelijks proberen 150 à 200 mensen het hek over
te klimmen. Wie over het stalen hek klimt, maakt
zich schuldig aan een misdrijf en wordt naar een
gesloten centrum gebracht als hij gevat wordt.
Er zijn gezamenlijke patrouilles met de Servische
en Kroatische politie en de gerechtelijke instanties.
Frontex organiseert dagelijks vluchten naar het
land van oorsprong van de asielzoekers van wie
de aanvraag verworpen is. Het betreft slechts een
kleine fractie van de vluchtelingen.
De voorzitters, De rapporteurs,
Joost TAVERNE Bart SOMERS
Marc HENDRICKX Patricia CREUTZ
Les illégaux sont dirigés vers des centres fer-
més. Quotidiennement, de 150 à 200 personnes
tentent de franchir la clôture. Celui qui franchit la
clôture commet un délit et, s’il est appréhendé, il
est conduit vers un centre fermé.
Des patrouilles communes sont organisées
avec les polices serbe et croate et les instances
judiciaires.
Frontex organise quotidiennement des vols vers
le pays d’origine des demandeurs d’asile dont la
demande a été rejetée. Parmi ceux-ci, seul un faible
nombre est concerné.
Les présidents, Les rapporteurs,
Joost TAVERNE Bart SOMERS
Marc HENDRICKX Patricia CREUTZ
38 875/1
DOCUMENT DE TRAVAIL
“Les fl ux migratoires en Europe – L’approche dans les pays du Benelux”
L’Union européenne connaît la plus grande crise
migratoire depuis la Seconde Guerre Mondiale. En
raison des confl its armés qui sévissent au Moyen-
Orient, des réfugiés ont rejoint l’Europe en grand
nombre. Certains États membres ont choisi d’ac-
cueillir sans entraves des personnes sélectionnées
alors que d’autres ont rétabli des contrôles aux
frontières internes. Ces développements menacent
le système de “Schengen” qui est fondé sur la libre
circulation des personnes.
Les membres du Parlement Benelux qui, outre
le mandat qu’ils exercent au sein de leur parlement
national ou du Parlement d’une entité fédérée, sont
souvent également actifs au niveau local, sont
confrontés à la problématique des réfugiés dans
toutes ses dimensions (européenne, nationale,
régionale, locale).
Le Benelux a toujours joué un rôle de précurseur
en matière de circulation des personnes. À cet
égard, l’accord de Schengen de 1985 a constitué
une étape très importante. Le Benelux est favorable
à une politique migratoire mûrement réfl échie. Les
défi s qu’ont à relever les États membres de l’Union
européenne et du Benelux invitent à la réfl exion et
au débat.
Le vendredi après-midi 17 juin 2016, le Parlement
Benelux tiendra un débat en séance plénière sur
“Les fl ux migratoires en Europe – L’approche dans
les pays du Benelux”.
Ce débat sera préparé au sein des commissions de la Coopération transfrontalière et des Relations
extérieures (présidents: MM. Joost Taverne et Marc
Hendrickx).
À l’occasion de deux réunions de commission, le 15 avril et le 27 mai 2016, se tiendra un échange
de vues avec un représentant de l’Office des
étrangers, un journaliste de l’hebdomadaire MO*, les ambassadeurs de Hongrie et de Tchéquie en
Belgique et un représentant de l’asbl Vluchtelin-
genwerk Vlaanderen.
WERKDOCUMENT
“Migratiestromen in Europa – De aanpak van
de Beneluxlanden”
De Europese Unie kent de grootste migratiecrisis
sinds de Tweede Wereldoorlog. Door de gewa-
pende confl icten in het Midden Oosten zijn enorme
aantallen vluchtelingen Europa binnengekomen.
Sommige lidstaten hebben ervoor gekozen perso-
nen onbelemmerde doorgang te verlenen, waarop
andere lidstaten opnieuw binnengrenscontroles
hebben ingevoerd. Deze ontwikkelingen zetten
het stelsel van “Schengen” op de helling, dat ge-
baseerd is op het vrije personenverkeer.
De leden van het Beneluxparlement, die naast
hun mandaat in de nationale of deelstaatparle-
menten ook vaak op het lokale niveau actief zijn,
worden met de vluchtelingenproblematiek in al haar
dimensies geconfronteerd (Europees, nationaal,
regionaal, lokaal).
De Benelux heeft altijd een voortrekkersrol ge-
speeld op het gebied van personenverkeer. Het
Akkoord van Schengen in 1985 was daarbij een
mijlpaal. De Benelux staat voor een doordacht
migratiebeleid. De uitdagingen waarmee de lidsta-
ten van de EU en de Benelux worden geconfron-
teerd nodigen uit tot refl ectie en debat.
Op vrijdagnamiddag 17 juni 2016 organiseert
het Beneluxparlement een debat in plenaire ver-
gadering over de “migratiestromen in Europa – De
aanpak van de Beneluxlanden”.
Het debat wordt voorbereid in de commissies Grensoverschrijdende Samenwerking en Buiten-
landse Zaken (voorzitters Joost Taverne en Marc
Hendrickx).
Tijdens twee commissievergaderingen op 15 april en op 27 mei 20 16 zal een gedachtewisse-
ling plaatsvinden met een vertegenwoordiger van
de Dienst Vreemdelingenzaken, een journalist van het maandblad MO*, de Hongaarse en Tsjechische
ambassadeurs in België en een vertegenwoordiger
van de VZW Vluchtelingenwerk Vlaanderen.
39875/1
Le Bureau du 19 mars 2016 a décidé de faire
rédiger en vue de ces réunions de commission un
document de travail destiné à concrétiser l’angle
d’approche du débat. Les délégations nationales
pourront également examiner ce document de
travail .
L’échange de vues au sein des commissions
réunies servira de préparation à la visite de travail
d’une délégation du Parlement Benelux en Hongrie
(du 1er au 3 mai 2016). Outre les présidents des
commissions de la Coopération transfrontalière
et des Affaires étrangères, MM. Joost Taverne et
Marc Hendrickx, la délégation sera constituée de
M. Roger Negri (président de la délégation luxem-
bourgeoise), M. Bart Somers (président du groupe
libéral) et Mme Patricia Creutz (présidente du
groupe de contact Rhénanie du Nord-Westphalie).
M. Somers et Mme Creutz feront rapport sur les
travaux lors de la séance plénière du 17 juin 2016.
Lors de cette visite de travail, la délégation ren-
contrera le 2 mai plusieurs membres du Parlement
et du gouvernement hongrois. Le 3 mai, elle visitera
le poste frontalier de Rözke.
La visite de travail en Hongrie permettra de se
faire une idée plus précise de la situation sur place
et de l’approche des pays de Visegrad ainsi que
des possibilités de coopération dans le cadre de
l’approche de la crise d’asile et migratoire par des structures de coopération comme le Benelux.
Les éléments que la délégation parlementaire
retiendra comme fi ls conducteurs pour les travaux
à venir en commission et en séance plénière du
17 juin sont les suivants:
La force de la coopération régionale
Comment les pays du Benelux peuvent-ils
appréhender et coordonner ensemble la politique
relative aux réfugiés et à la migration? À cet égard, l’harmonisation de la politique en matière de visa
et de migration est indispensable dans le cadre
du Benelux, d’autant plus si nos ambassades et consulats coopèrent toujours davantage et traite
les questions de visas au regard de l’accès à leur
territoire respectif.
Het Bureau van 19 maart 2016 heeft beslist tegen
deze commissievergaderingen een werkdocument
op te stellen om de invalshoek van het debat te
concretiseren. Ook de nationale delegaties kunnen
dit werkdocument bespreken.
De gedachtewisseling in de verenigde commis-
sies dient als voorbereiding van het werkbezoek
van een delegatie van het Beneluxparlement naar
Hongarije (van 1 tot 3 mei 2016). Naast de voor-
zitters van de commissies Grensoverschrijdende
Samenwerking en Buitenlandse Zaken, de heren
Joost Taverne en Marc Hendrickx, zal de delegatie
bestaan uit de heer Roger Negri (voorzitter van
de Luxemburgse delegatie), de heer Bart Somers
(voorzitter van de Liberale fractie) en mevrouw
Patricia Creutz (voorzitster van de Contactgroep
Noordrijn Westfalen). De heer Somers en mevrouw
Creutz zullen van de werkzaamheden verslag uit-
brengen aan de plenaire vergadering van 17 juni
2016.
Tijdens dit werkbezoek zal de delegatie op 2 mei
verschillende Hongaarse parlements- en regerings-
leden ontmoeten. Op 3 mei vindt een bezoek plaats
aan de grenspost te Rözke.
Het werkbezoek in Hongarije zal meer duidelijk-
heid verschaffen over de situatie aldaar en de aan-
pak van de Visegrad landen en de mogelijkheden
tot samenwerking in de aanpak van de asiel- en migratiecrisis door regionale samenwerkingsver-
banden zoals de Benelux.
De invalshoeken die de parlementaire delegatie
als leidraad zal nemen voor de daarop volgende werkzaamheden in commissie en de plenaire ver-
gadering van 17 juni, zijn de volgende:
De kracht van de regionale samenwerking
Hoe kunnen de landen van de Benelux onder-
ling het beleid rond vluchtelingen en migratie
aanpakken en op elkaar afstemmen? Afstemming van visa- en migratiebeleid in Beneluxverband is
noodzakelijk, zeker wanneer onze ambassades
en consulaten steeds meer samenwerken en zich buigen over visumaangelegenheden betreffende
de toegang tot elkaars grondgebied.
40 875/1
Il existe déjà dans le cadre du Benelux des
conventions de reprise et de réadmission. Dans
quels autres domaines la coopération pourrait-elle
encore jouer? Dans quels domaines les lignes poli-
tiques défi nies par l’Union européenne en matière
de réfugiés et de migration pourraient-elles être
mises en oeuvre et/ou concrétisées par le Benelux
ou par le biais de conventions Benelux? L’échange
d’informations constitue également un élément
important.
Faut-il soumettre Schengen à une évalua-
tion?
“Schengen” constitue l’élément essentiel du
projet européen. Le Benelux a joué à cet égard un
rôle de précurseur. Néanmoins, d’aucuns réclament
une évaluation de “Schengen” . Faut-il conserver
l’“acquis” de “Schengen”, avec une amélioration de
la qualité des contrôles aux frontières extérieures
(Frontex, surveillance des frontières et des côtes
européennes ), ou faut-il – à la lumière des déve-
loppements actuels en matière de fl ux migratoires
– envisager le rétablissement – très ciblé – des
contrôles à certaines frontières dans l’espace
Schengen?
Le coût économique du rétablissement des
frontières intérieures serait gigantesque. Si ce
rétablissement était nécessaire, quelle serait la
manière la plus adéquate d’appréhender l’approche
coordonnée d’un contrôle temporaire aux frontières intérieures?
Existe-t-il au sein du Benelux une base favorable
à la thèse selon laquelle, en ce qui concerne la
maîtrise des fl ux migratoires, une politique com-
mune - dans le cadre de laquelle non pas les États
membres mais l’Union européenne en tant qu’entité serait responsable des frontières extérieures -
constituerait la réponse la plus appropriée?
Travailleurs migrants et intégration
Chaque fl ux de réfugiés qui s’exposent à des
risques revêt un potentiel économique. Les pays
du Benelux coopérant en vue de la participation
et de l’intégration de tous les citoyens au sein des
trois pays, l’on peut examiner comment mieux coordonner la politique relative aux travailleurs
migrants et à l’intégration de réfugiés et de migrants
In Benelux-verband hebben we al terug- en
overnameovereenkomsten en visumafschaffings-
overeenkomsten. Op welke domeinen zou de sa-
menwerking nog verder kunnen spelen? Op welke
domeinen zouden beleidslijnen die de EU heeft
uitgetekend rond vluchtelingen en migratie samen
geïmplementeerd en /of geconcretiseerd kunnen
worden door Benelux of via Benelux-overeenkom-
sten? Ook informatie-uitwisseling is een issue.
Is Schengen aan evaluatie toe?
“Schengen” is de kern van het Europese project.
De Benelux heeft op dit domein een voortrek-
kersrol gespeeld. Niettemin gaan stemmen op om
“Schengen” te evalueren. Moet het “acquis” van
“Schengen” worden behouden met een verbetering
van de kwaliteit van de controles aan de buiten-
grenzen (Frontex, Europese grens- en kustwacht)
of moet – in het licht van de actuele ontwikkelingen
in de migratiestromen – worden gedacht aan een
– zeer gerichte – herinvoering van de controle aan
bepaalde grenzen binnen de Schengenruimte?
De economische kostprijs van een herinvoering
van de binnengrenzen zou gigantisch zijn. Hoe kan
–wanneer dit nodig zou zijn – de gecoördineerde
aanpak voor tijdelijk toezicht aan de binnengrenzen
het best worden aangepakt?
Is er binnen de Benelux een draagvlak voor de
stelling dat een gemeenschappelijk beleid van
de Europese Unie het beste antwoord is op het
beheersen van migratiestromen waarbij niet de
lidstaten, maar wel de Europese Unie als geheel verantwoordelijk zou zijn voor de buitengrenzen?
Arbeidsmigratie en integratie
Elke stroom aan risiconemende vluchtelingen
heeft een economisch potentieel. Omdat de Be-
nelux staat voor samenwerking met het oog op
participatie en integratie van alle burgers binnen de
drie landen kan worden nagegaan hoe het beleid op het gebied van arbeidsmigratie en integratie
van vluchtelingen en migranten beter kan worden
41875/1
et voir quelles “meilleures pratiques” peuvent être
échangés.
Coordination de la mise en oeuvre des
options politiques européennes et de la légis-
lation en matière d’asile et de migration
Le 7 mars 2016, les chefs d’états et chefs de
gouvernement européens ont conclu un accord
de principe pour poursuivre le développement de
mesures afi n de réduire le fl ux migratoire depuis la
Turquie, de mettre un terme au modèle économique
de la traite des être humain et de transformer la
migration irrégulière incontrôlée en une migration
régulière contrôlée.
Il peut être examiné comment les trois prix
pourraient coordonner la mise en oeuvre de ces
mesures qui ont pour objectif de mettre un terme
aux fl ux migratoires irréguliers et ont trait, entre
autres, à l’accueil, à la relocalisation et à la poli-
tique de retour.
Par ailleurs, un certain nombre de directives
européennes relatives à l’asile et à la migration
doivent encore être traduites dans l’ordre juridique
interne des trois pays.
Le Comité de ministres du Benelux a indiqué
dans le plan annuel 2014 que la bonne coopération
entre les trois pays dans la mise en oeuvre de la
réglementation européenne revêt une importance
essentielle et il peut donc être examiné comment
davantage concrétiser ces intentions politiques
dans le domaine de l’asile et de la migration.
** *
Sur la base des auditions d’experts lors des
réunions de commissions et de la visite de travail en Hongrie, les présidents des commissions de
la Coopération transfrontalière et des Relations
extérieures, Messieurs Taverne et Hendrickx, avec
les rapporteurs, Mme Creutz et M. Somers, feront
rapport lors de la séance plénière du 17 juin 2016. Ensuite, les commissions réunies pourront rédiger
une recommandation à l’attention du Comité de
Ministres du Benelux.
afgestemd en welke “best practices” kunnen wor-
den uitgewisseld.
Afstemming in de implementatie van Euro-
pese beleidsopties en wetgeving op het gebied
van asiel en migratie
Op 7 maart 2016 hebben de Europese staats-
hoofden en regeringsleiders een principieel
akkoord gesloten om maatregelen verder uit te
bouwen, teneinde de migratiestroom vanuit Tur-
kije te verminderen, het economisch model van
de mensensmokkelaars af te breken en de onge-
controleerde irreguliere migratie om te vormen tot
gecontroleerde reguliere migratie.
Er kan worden nagegaan hoe er afstemming
kan zijn tussen de drie landen in de implementatie
van deze maatregelen, die tot doel hebben de ir-
reguliere migratiestromen stop te zetten, en onder
meer betrekking hebben op opvang, de relocatie
en terugkeerbeleid.
Daarnaast zijn er een aantal Europese richtlij-
nen betreffende asiel en migratie die nog moeten
worden geïmplementeerd in de interne rechtsorde
van de drie landen.
Omdat het Comité van Ministers van de Benelux
in het jaarplan 2014 heeft gesteld dat een goede
samenwerking tussen de drie landen bij de imple-
mentatie van Europese regelgeving essentieel is,
kan worden nagegaan hoe deze beleidsintentie
op het gebied van asiel en migratie nader vorm
kan krijgen.
** *
De voorzitters van de commissies Grensover-
schrijdende Samenwerking en Buitenlandse Zaken,
de heren Taverne en Hendrickx, zullen, samen met de verslaggevers, mevrouw Creutz en de
heer Somers, op basis van de hoorzittingen met
experts tijdens de commissievergaderingen en het
werkbezoek aan Hongarije, verslag uitbrengen aan
de plenaire vergadering van 17 juni 2016. Hierna kunnen de verenigde commissies komen tot een
aanbeveling voor het Comité van Ministers van de
Benelux.
Centrale drukkerij – Imprimerie centrale