8.10

213

description

 

Transcript of 8.10

Page 1: 8.10
Page 2: 8.10

VW: Happy Family?

Generaties:1. Nel

2. Jeffrey x Carlijn

3. Rebecca x Xander, Lara x Ciske x Tom , Marc

4. Nina , Tessa x Adam , Roy , Patrick x Harriët

5. Sanne x Michel, Kevin, Anja, Thomas x Saskia x Roos x Ryan, Jayda x Mark, Sakura x Aaron

6. Laura x Frank, Michelle, baby, Eric, Merel, Vincent, Melvin x Celine, Kim, André

7. Esther x Steven, Lisa, Sander x Melissa, Robert, Mariëlle x Leon, Bas, Alfons

8. Sofie, Felicia, Marcia, Miranda, Elise

Page 3: 8.10

x

Page 4: 8.10

De vorige keer

- Hoofdhuis: Sofie ontdekte dat ze verliefd was op David, de jongen uit het museum

- Fam. Molenaar: Bas had het erg moeilijk met de drie meiden

- Fam. De Beer: Melvin stierf aan ouderdom en Melissa was weer zwanger.

Page 5: 8.10

3 spelen

Hoofdhuis

Page 6: 8.10

x

Page 7: 8.10

Vincent en zijn geadopteerde zoon Alfons hingen samen op de bank.

Alfons zag al de hele ochtend dat zijn vader ergens mee zat.

‘Waar pieker je over, ouwe?’ vroeg hij plagend, en Vincent zuchtte diep. Hij kon even niet lachen om de grapjes van Alfons.

Page 8: 8.10

‘Het is gewoon… Jij gaat Leentje binnenkort ten huwelijk vragen. Dan trouwt mijn eigen zoon nog eerder dan ik zelf!’

‘O, is dat het?’ riep Alfons luchtig, en hij slingerde zijn benen nonchalant over de leuning. ‘Zeg dat dan. Weet je wat jij moet doen, pap? Werk maken van die Jasmine. Ze ziet je echt zitten, hoor!’

Page 9: 8.10

En pas toen klaarde Vincent weer wat op. Alfons had zijn gevoelige plek geraakt.

‘Jasmine.’ glimlachte hij. ‘Je hebt gelijk. Ik mag haar echt heel graag. Misschien is het nog wat te vroeg om te zeggen, maar ik hou van haar. Misschien…Ja, dat doen we.’

En Vincent vertelde razendsnel zijn plan.

Page 10: 8.10

‘Fons, jij en ik, we kopen een eigen huis, hier in de buurt. Dan komen Leentje en Jasmine bij ons wonen, en beginnen we een heel nieuw leven!’

Alfons schrok van zijn vaders plotselinge ingeving, maar het gaf hem tegelijkertijd heerlijke kriebels van spanning. Een eigen huis…

En zo namen ze die middag afscheid van hun familie.

Page 11: 8.10

‘We gaan jullie wel missen, hoor.’ zei Esther eerlijk. Zo lang ze zich maar kon herinneren, was Vincent er geweest. Hij was een van haar beste vrienden. Maar ze begreep zijn keuze. Het was een mooie keuze.

Page 12: 8.10

En zo vertrokken vader en zoon met de taxi, op naar hun nieuwe leven.

Ze keken nog een keer achterom, naar de villa waar ze zo lang gewoond hadden – en keerden hem toen de rug toe. Op naar de toekomst!

Page 13: 8.10

Het was even wennen, zo zonder de twee mannen in huis. Ze waren altijd gezellig gezelschap geweest. Vooral Alfons had al sinds zijn komst hier voor leven in de brouwerij gezorgd.

Vooral Sofie baalde ervan dat Alfons vertrokken was. Waarom groeiden ze allemaal zo snel op? Ze was bang dat hun vriendenclubje zo uit elkaar zou vallen.

Page 14: 8.10

Esther en Steven merkten op dat hun dochter het er moeilijk mee had. ‘s Avonds in bed lagen ze nog wat te kletsen.

‘Ze komt er wel overheen.’ vond Esther. ‘Alfons zal nog vaak genoeg op bezoek komen.’

Langzaam kwam het gesprek op een ander onderwerp: hun kinderwens. Die was er nog steeds.

Page 15: 8.10

En hoewel ze allebei niet meer de jongste waren, waren ze nog jong genoeg om een tweede kindje te nemen.

Een broertje of zusje voor Sofie, zou dat niet geweldig zijn?

Page 16: 8.10

En Sofie, die wist nergens van.

Zij stond buiten, in de tuin, bij de telescoop die haar nog steeds fascineerde. Sinds haar moeder die aan haar had laten zien, toen ze nog maar een meisje was, was ze er niet meer bij weg te slaan. De sterren, de planeten, het heelal was wonderbaarlijk. Ze kon er geen genoeg van krijgen!

Page 17: 8.10

Stiekem fantaseerde ze nog wel eens over aliëns, zoals ze vroeger altijd deed. Stel dat er écht buitenaards leven was? Het zou toch gek zijn als de aarde de enige planeet met leven was…

Ingespannen tuurde Sofie naar de hemel, en ineens verlichtte een felle lichtbundel de donkere nacht.

Geschokt deinsde ze achteruit.

Page 18: 8.10

Wat was dat?

Met ingehouden adem speurde Sofie de inktblauwe hemel af, maar er was niets bijzonders te zien.

Page 19: 8.10

En toch… die lichtflits. Heel even had Sofie gedacht dat ze een vliegende schotel herkende.

Maar dat zou belachelijk zijn.

‘Aliëns.’ snoof Sofie spottend, en ze keerde de telescoop de rug toe.

Page 20: 8.10

Ze probeerde er luchtig over te doen. Die lichtflits had ze zich vast ingebeeld. En die vliegende schotel was waarschijnlijk gewoon een vuiltje op de lens van de telescoop.

Op haar kamer kleedde ze zich uit en plofte in haar pyjama op een stoel neer. Ze kon niet slapen. De aliëns hielden haar wakker – de aliëns uit haar fantasie. Of waren ze nu werkelijkheid geworden?

Page 21: 8.10

De volgende morgen stonden Steven en Esther samen in de badkamer, bezig met hun alledaagse ochtendrituelen.

Ze praatten over wat ze die dag zouden gaan doen, tot Esther ineens iets vreemds in haar buik voelde.

Page 22: 8.10

Een schopje, en nog één!

Een vreemd kreetje ontsnapte uit Esthers keel en ze keek met ogen zo groot als schoteltjes naar haar opbollende buik.

Geen twijfel mogelijk. Ze was weer zwanger!

Page 23: 8.10

Steven sprong zo snel uit bad dat al het water over de rand klotste. Snel griste hij wat kleren bij elkaar en trok ze aan, en vloog zijn vrouw toen in de armen.

‘Een tweede kindje, Es, hoe is het mogelijk? Dit is zo mooi! Onze droom komt uit!’

Page 24: 8.10

‘Hier hebben we zo lang op gewacht.’ zuchtte Esther dolblij en ze drukte zichzelf nog dichter tegen Steven aan.

‘En dat op onze leeftijd…’

Ze moesten allebei lachen.

Page 25: 8.10

Esther kon niet wachten om het nieuws aan de rest van de familie te vertellen. In de keuken trof ze haar jongste broertje Robert aan.

Die liet meteen alles uit zijn handen vallen toen hij de buik van zijn zus zag.

‘Na vijftien jaar weer zwanger, dat geloof je toch niet! Wat geweldig!’

Page 26: 8.10

En Sofie, die was helemaal door het dolle heen. Ze kon niet ophouden met kleine gilletjes slaken en op en neer springen rond de buik van haar moeder.

‘O, mam, ik vind het zo leuk! Een baby’tje, bij ons, een zusje of broertje!’ Weer gilde ze het uit en Esther moest lachten om haar enthousiasme.

Page 27: 8.10

Uitgelaten vlogen ze elkaar om de nek, moeder en dochter.

‘Er zal flink wat leeftijdsverschil tussen jullie zitten,’ glimlachte Esther.

‘Dat geeft niks! Ik hou nu al zielsveel van dat kleintje!’ riep Sofie.

Even later zeiden ze gedag, Sofie ging een dagje de stad in. Esther wilde wel mee, maar besloot zich rustig te houden.

Page 28: 8.10

Sofie ging wel naar de stad, maar er was een specifieke plek waar ze heen ging.

Het museum.

Ze had er lang over gepiekerd, dagen, weken – maanden misschien wel.

Maar nu had ze eindelijk de knoop doorgehakt. Er moest een einde komen aan dat gedroom. Ze moest de werkelijkheid onder ogen zien.

Page 29: 8.10

Ondanks de kou had Sofie het warm van de zenuwen.

Hier stond ze dan.

Ergens in dat gebouw was David, de jongen die haar al zo lang het hoofd op hol bracht. En waarom? Hoe lang hadden ze elkaar nou gezien? Wat kende ze hem nou?

Page 30: 8.10

Kwaad op zichzelf stapte Sofie naar binnen en kocht een kaartje. Het was leuk om het museum terug te zien. Alles leek ineens zoveel kleiner dan eerst – maar dat kwam natuurlijk omdat zij zelf toen kleiner was geweest, dan leek alles groter! Sofie moest om zichzelf glimlachten.

Ze liep door de spiegelzaal, waar haar vader haar ten dans had gevraagd.

Page 31: 8.10

Ze had leuke herinneringen in dit museum liggen. Maar daar kwam ze hier nu niet voor! Ze kwam voor David.

Als hij hier tenminste nog werkte. Maar halverwege de trap hoorde ze zijn stem al, en toen ze voorzichtig haar hoofd om de hoek stak, zag ze hem in dezelfde zaal als waar ze hem jaren terug gezien had.

Page 32: 8.10

Ze wilde naar hem toe lopen, maar ineens weigerden haar benen.

Ze durfde niet. Sofie vervloekte zichzelf in stilte. Waarom was ze zo dom geweest om hierheen te gaan? Dacht ze nou echt dat David haar zou herkennen, of dat ze überhaupt een kans bij hem maakte?

Page 33: 8.10

En toch wist ze uiteindelijk genoeg moed bij elkaar te schrapen om op hem af te stappen. David was druk bezig met een andere bezoeker, die de ene na de andere vraag stelde.

Dat vond Sofie niet erg. Ze deed alsof ze nonchalant wat spulletjes in de omgeving bekeek.

Page 34: 8.10

Maar ondertussen bestudeerde ze David – elke sproet op zijn gezicht, elk haartje in zijn kapsel, elke vezel van zijn kleding.

Zo merkte ze niet dat de andere bezoeker weg ging, en David zich plotseling naar haar omdraaide.

‘Kan ik je ergens mee helpen?’ vroeg hij.

Page 35: 8.10

Sofie schrok zo vreselijk, dat ze even geen woorden meer kon vinden.

‘Ik eh, ik…vroeg me af of…’ Ze voelde zich de grootste idioot van de hele wereld.

Gelukkig hielp David haar, door haar onderzoekend aan te kijken en te zeggen:

‘Ben jij hier toevallig eerder geweest? Volgens mij heb ik je eerder gezien.’

Page 36: 8.10

Het bloed vloog Sofie naar het hoofd. Hij herkende haar! Het was toch niet waar?!

‘Je was hier met je ouders, toch? Jij was toen een stuk jonger.’

‘Klopt.’ giechelde Sofie. ‘Dat was een jaar of drie geleden. Jij bent niks veranderd.’

‘Dus je herkent mij ook nog? Wat grappig!’ lachte David. ‘Jij bent anders wel heel wat veranderd. Je bent…’ Hij leek nog meer te willen zeggen, maar zweeg ineens.

Page 37: 8.10

Bloosde hij nou? Sofie probeerde hem in de gaten te houden, maar hij draaide zich van haar weg en plofte op een oude sofa neer.

‘Mag dat wel?’ riep Sofie geschokt uit. Maar toen hij naast zich op de met gouddraad bestikte kussens klopte, ging ze toch zitten.

‘Wie is hier nou de suppoost? Wie heeft het hier voor het zeggen? Ik, toch?’

Page 38: 8.10

Ze moesten allebei lachen. En ineens, Sofie kon zich later niet meer herinneren hoe het gegaan was, maar ineens waren ze aan de praat geraakt alsof ze elkaar al jarne kenden.

David vertelde over zijn werk in het museum, en over zijn andere hobby’s. Hij hield van de Beatles, van historische films en fantasy-boeken. Er viel geen enkele stilte in hun gesprek.

Page 39: 8.10

Hun stemmen kwetterden vrolijk door het stille museum, af en toe galmde hun lachen door de zaal. Ze gingen zó in hun gesprek op, dat ze niet merkten dat ze steeds dichter naar elkaar toe geschoven waren.

En toen ze dat beseften – vlogen ze allebei van elkaar weg, als door een wesp gestoken.

Page 40: 8.10

Struikelend over haar eigen voeten kwam Sofie overeind.

‘Ik…denk dat ik maar weer eens naar huis ga.’

‘Jammer. Je bent een goede gesprekspartner. Er zijn niet veel mensen die dezelfde interesses als ik hebben.’

‘Ik vind alles wel interessant, er is bijna niets waar ik niet over zou willen praten!’ zei Sofie. Bijna had ze er ‘met jou’ achteraan gezegd.

Page 41: 8.10

‘Eigenlijk zou ik het helemaal niet erg vinden om dit vaker te doen.’ zei David.

‘Wat?’

‘Zo praten, met jou. Ik vond het…heel gezellig.’ Weer bloosde hij een beetje.

‘O!’ zei Sofie verrast, en ze kon zichzelf wel slaan omdat ze dat hardop gezegd had. Snel herstelde ze zich. ‘Ja, moeten we doen.’ zei ze toen koel.

Page 42: 8.10

Nadat ze telefoonnummers hadden uitgewisseld, ging Sofie weer naar huis.

Thuis trof ze haar moeder in de nieuwe babykamer aan. Het was de kamer naast die van haar, een kamer die al jaren leeg had gestaan. Met een nieuw behangetje en nieuwe meubels was het een prachtige ruimte geworden.

Page 43: 8.10

‘Heb je een leuke dag gehad, in de stad?’ vroeg Esther terwijl ze gedachteloos over haar buik wreef.

‘Jawel. Ik was…naar het museum.’ zei Sofie aarzelend. Moest ze haar moeder over David vertellen?

Page 44: 8.10

‘O, waar we toen ook geweest waren op jouw verjaardag?’ vroeg Esther.

Sofie knikte. Ze hoopte maar dat haar moeder niet zou doorvragen.

Page 45: 8.10

Gelukkig ging op dat moment de deur open en kwam haar vader binnen.

‘Mooi geworden, hè?’ vroeg hij en Sofie knikte lachend.

‘Dat kleintje boft maar met zo’n mooie kamer!’

‘O, hoor wie het zegt, het meisje dat al verdronk in het speelgoed voor ze überhaupt geboren was!’ lachte Steven plagend.

Page 46: 8.10

‘Ik ben echt benieuwd naar de nieuwe baby. Op wie zal hij of zij lijken?’

‘Ik hoop dat het jouw rode haar heeft.’ zei Esther.

‘Als ‘ie maar niet mijn neus heeft, dan vind ik alles best!’

Page 47: 8.10

‘O, lieverd, dat valt toch best mee! Je hebt een mooie neus, ik vind hem mooi!’ Esther knuffelde haar man troostend en Sofie moest erom lachen.

Haar ouders waren toch maar een gek stel. En ineens…Ineens zag ze zichzelf zo staan.

Met David.

Page 48: 8.10

Het enthousiasme over de baby was aanstekelijk. Sofie kon maar niet wachten tot de kleine er zou zijn.

Daarom besloot ze een mooie tekening te maken voor op de babykamer. Het duurde even voor ze de goede schets op papier had staan, maar toen was ze ook écht tevreden.

Page 49: 8.10

Haar potlood kraste vastberaden over het papier.

Steven stond in de keuken en riep voor het avondeten – Sofie baalde, want ze zat net zo lekker te tekenen!

Page 50: 8.10

Robert was er niet bij het avondeten, hij was op zijn werk – zoals zo vaak.

Het was stil zo zonder Alfons en Vincent. Sofie vond het gek om alleen met haar ouders te zijn.

‘Was die leuke suppoost er nog?’ vroeg Esther ineens, en Sofie dacht dat ze van schrik van haar stoel zou vallen.

Page 51: 8.10

‘S-suppoost?’

‘Die roodharige jongen die onze vragen beantwoordde, de vorige keer.’

‘Eh, ja. Die was er nog. We hebben even gepraat.’ stamelde Sofie. En aan haar hoogrode wangen en glinsterende ogen, moet Esther meteen gezien hebben hoe laat het was.

Dat liet ze niet merken, ze glimlachte alleen maar.

Page 52: 8.10

Na het eten ging Sofie naar de boomhut. Daar zat ze steeds minder vaak. Maar als ze even moest nadenken, was het de perfecte plek.

Page 53: 8.10

Ze zat er nog maar net, toen ze krakende voetstappen in de sneeuw hoorde, die onder de boomhut stil hielden.

‘Alroso!’ riep een stem, alsof hij een hond riep.

Sofie schoot in de lach. Dat oude wachtwoord hadden ze altijd blijven gebruiken.

Page 54: 8.10

Ze wist al dat het Robert was zonder te kijken.

‘Wachtwoord geaccepteerd. Kom er maar in!’ riep ze terug.

Page 55: 8.10

Met enige moeite wist Robert zich in de besneeuwde boomhut te hijsen. Omhoog klimmen was stukken makkelijker als je een kind of tiener was. Als volwassene was alles toch wat krapper in die hut.

‘Zo, dat is lang geleden.’ gniffelde Robert. ‘Vroeger leek het hier veel groter!’

Page 56: 8.10

‘Ja, vroeger.’ zuchtte Sofie. Ineens had ze heimwee naar die tijd, dat ze nog samen met Alfons en Robert in de tuin speelde. Die jaren waren zo veilig, zo mooi geweest. Nu leek alles moeilijk.

‘Al die veranderingen. Mama die zwanger is, Alfons die weg is gegaan, en jij bent zo vaak aan het werk…’ Sofie zuchtte. Ze vertelde maar niet over David.

Page 57: 8.10

‘Opgroeien valt niet mee.’ knikte Robert. Even dacht Sofie dat hij sarcastisch was, maar toen ze opkeek zag ze aan zijn gezicht dat hij het meende. Hij wist hoe ze zich voelde. Hij had het zelf natuurlijk ook mee gemaakt, al was zijn jeugd natuurlijk stukken moeilijker geweest.

‘Soof, ik weet wat jij nodig hebt.’ zei Robert, en ze klommen weer naar beneden. ‘Een goed sneeuwballengevecht!!!’

Page 58: 8.10

Sofie gilde en begon meteen handenvol sneeuw te verzamelen, die ze in zijn richting smeet.

‘Mis! En weer mis! Zo, wat kan jij goed gooien zeg!’ lachte Robert, die steeds behendig opzij sprong.

Page 59: 8.10

Sofie gromde kwaad en schoot toen weer in de lach. Zelf werd ze voortdurend door zijn grote, koude sneeuwballen geraakt, maar hem wist ze bijna nooit te raken.

‘En nu heb ik je!’ schreeuwde ze, en ze maakte de grootste sneeuwbal ooit. En nog voor Robert opzij kon springen, had ze hem vol in zijn gezicht geraakt!

Page 60: 8.10

Hoestend en proestend veegde Robert de sneeuw uit zijn mond, zijn neus en zijn ogen. Het zat zelfs in zijn oren!

‘Okee, ik geef me over!’ lachte hij hijgend.

‘Mooi, want ik bevries hier zowat.’ Rillend blies Sofie in haar handen.

Page 61: 8.10

‘Zullen we naar binnen gaan?’

‘Goed plan.’

‘En Soof, het komt wel goed. Soms lijkt het leven ingewikkeld, maar achteraf zul je terugkijken en viel het allemaal reuze mee.’

Ze omhelsden elkaar en Sofie was blij dat hij er voor haar was.

Page 62: 8.10

Binnen maakte Esther warme chocolademelk voor de twee.

‘Het was weer even net alsof jullie weer kinderen waren. Dat gegil door de tuin miste ik wel een beetje, hoor.’ glimlachte Esther, die op de bank had zitten kijken naar het gevecht.

‘Misschien groeien we wel nooit op!’ knipoogde Robert.

Page 63: 8.10

Allebei met een mok vol warme choco ploften ze aan de keukentafel neer, en genietend dronken ze het op.

Sofie vergat al haar zorgen. Robert had gelijk.

Het kwam allemaal wel weer op zijn pootjes terecht. Ze moest zich niet zoveel zorgen maken.

Page 64: 8.10

De volgende morgen werd ze al heel vroeg wakker gesms’t. Verward keek ze op haar mobiel.

Een berichtje van David! Hij wilde langskomen vandaag, bij haar thuis!

Meteen was Sofie klaarwakker en sprong uit bed. Ze sms’te hem terug.

‘Om 2 uur hier, neem je zwembroek mee!’

Page 65: 8.10

Sofie lachte in zichzelf. Zij ook altijd met haar idiote ideeën.

Ze dacht aan de jacuzzi in de tuin. David zou het vast leuk vinden om daar eventjes in te gaan.

Omdat ze toch niet meer kon slapen, nam Sofie snel een douche en kleedde zich aan.

Page 66: 8.10

De tekening voor de babykamer was inmiddels ook klaar, en Sofie was er best trots op!

Page 67: 8.10

De ochtend kroop tergend langzaam voorbij, maar eindelijk was het twee uur en stond David voor de deur.

‘Hey!’ groetten ze elkaar een beetje ongemakkelijk.

‘En vertel me nu maar eens waarom ik mijn zwembroek mee moest nemen.’

‘Kom maar mee, dan laat ik het zien!’

Page 68: 8.10

Met een grijns die steeds breder werd keek David naar de jacuzzi, waar een dun laagje sneeuw op lag. Toch kwam er stoom van het warme water af, en Sofie stapte er al in.

‘Je hoeft niet bang te zijn hoor, het is echt niet koud!’ riep Sofie hem toe vanuit het water.

‘Ik ben echt niet bang hoor, wat denk jij dan?!’ lachte David.

Page 69: 8.10

Even later zat hij aan de andere kant in de jacuzzi en het duurde niet lang voor hun gesprek weer non-stop ging. Het kwam op Sofie’s favoriete onderwerp: aliëns.

‘Als kind was ik er al door gefascineerd. Ik verzon zelfs onzichtbare vriendjes die me overal volgden. Maar…’ En ineens haperde Sofie. Onder Davids geruststellende blik ging ze verder. ‘Laatst keek ik door de telescoop, en toen zag ik écht iets bewegen. Misschien waren dat wel echt aliëns. Of ben ik nou gestoord?’

Page 70: 8.10

‘Ik durfde het aan niemand te vertellen,’ zuchtte Sofie en ze sloeg verlegen haar ogen neer.

‘Je bent helemaal niet gestoord, Soof!’ riep David uit. ‘Dat moet je nooit denken! Aliëns zijn geen verzinsels. Het zou best kunnen dat ze echt bestaan. Wie geeft het bewijs dat het niet zo is? Ik geloof nooit dat wij de enige levensvorm in het heelal zijn.’

Page 71: 8.10

Sofie voelde zich warm worden van binnen. Wat was het heerlijk om zo met iemand te kunnen praten, iemand die haar zo begreep…

Ineens begon het water een beetje te golven. David kwam voorzichtig dichterbij, en bracht zijn hand naar haar schouder toe.

Van schrik kon Sofie niet meer bewegen.

Page 72: 8.10

‘Vind je het erg als ik…?’ vroeg David, en Sofie kon nog net van ‘nee’ schudden voor ze weer versteende.

Wat was hij dichtbij… Wat voelde zijn huid zacht en warm aan op de hare! En die ogen, die eindeloos blauwe ogen.

Sofie dacht dat haar hart uit haar borstkas zou springen als ze nog langer zo zou zitten.

Page 73: 8.10

‘Je mag nooit meer zeggen dat je gestoord bent, okee?’ fluisterde David.

‘O-okee. Ik dacht alleen…Aliëns, die bestaan toch niet.’

‘Als jij gelooft dat ze bestaan, dan bestaan ze. Punt.’

Page 74: 8.10

Zo bleven ze nog even zitten, tot het Sofie ineens teveel werd.

‘Ik…ga even…hier…’ stamelde ze en ze kroop weer terug naar haar eigen hoekje.

Page 75: 8.10

David probeerde nonchalant te blijven, maar het was duidelijk dat ook hij zich geen houding wist te geven in deze situatie.

Wanneer zouden ze toegeven wat ze voor elkaar voelden? Hoe lang ging deze spanning nog door?

Page 76: 8.10

Aan het eind van de middag, toen ze zich weer aangekleed hadden, namen ze afscheid. Dit keer met een echte knuffel.

Er was veel veranderd deze middag. Dat voelden ze allebei.

Page 77: 8.10

Sofie bleef nog lang bij het raam staan nadat David vertrokken was.

De vlinders in haar buik fladderden erger dan ooit, en hoewel ze vreselijk onzeker was over David, wist ze één ding absoluut zeker:

Ze zou hem nooit meer laten gaan!

Page 78: 8.10

3 spelen

Familie Stolk

Page 79: 8.10

x

Page 80: 8.10

Vol bewondering stonden de vier voor het nieuwe huis.

‘Is het echt hier, pap?’ vroeg Alfons met open mond. ‘Gaan we hier wonen?’

‘Absoluut. This is it!’ lachte Vincent trots. ‘En, bevalt het?’

‘Het is prachtig!’ stamelde Jasmine.

Page 81: 8.10

Jasmine en Vincent hadden lang gepraat, en zo bleek dat ze allebei heel veel voor elkaar voelden. Toen Vincent haar vroeg om bij hem te komen wonen, hoefde ze dan ook niet lang na te denken.

‘Het is hier zo mooi!’ prevelde Jasmine, nog steeds helemaal onder de indruk.

Page 82: 8.10

En ze was niet de enige: ook Leentje stond met grote ogen voor zich uit te staren.

Dit is een droom die uitkomt, schoot het door haar heen.

Page 83: 8.10

Het was een prachtige kleine villa, omringd door bomen, met een heerlijk zwembad en een prachtig balkon.

Page 84: 8.10

x

Page 85: 8.10

x

Page 86: 8.10

Alfons greep Leentje bij de pols en trok haar mee naar binnen. Samen huppelden ze door alle kamers van het huis.

‘Ongelofelijk. Die ouwe heeft toch nog een goed oog voor huizen kopen!’ lachte Alfons. Hij was zó blij met hun nieuwe plek, hij kon gewoon niet stoppen met lachen!

Page 87: 8.10

Boven hadden Vincent en Jasmine hun slaapkamer gevonden.

‘Het uitzicht is…’ begon Jasmine vol verlegen bewondering, maar Vincent snoerde haar de mond met een kus.

‘Ik hou van je,’ zei hij zonder zijn blik van haar los te maken.

Ze werd rood en fluisterde: ‘Ik ook van jou, Vin.’

Page 88: 8.10

Aan hun slaapkamer grensde het grote balkon.

Vincent zag nu al helemaal voor zich hoe hij ‘s morgens vroeg, als de zon nog maar net op was, in zijn pyjama het balkon op zou stappen en de frisse lucht zou opsnuiven.

Page 89: 8.10

Ook Alfons en Leentje hadden hun slaapkamer gevonden, en na hem uitgebreid bewonderd te hebben verschoven ze hun aandacht naar elkaar.

Page 90: 8.10

Die middag gingen ze met z’n allen de tuin in. Het was prachtig weer, en daar moesten ze van genieten!

Page 91: 8.10

Alfons speelde blind tikkertje met Leentje. Hoewel hij al volwassen was, hield hij nog veel van spelletjes. Hij hield zijn vriendin voortdurend voor de gek door heel diep onder water te duiken, en haar dan ineens te laten schrikken.

Gelukkig was Leentje net als hij, ze begreep zijn humor en hield net zoveel van spelletjes.

Page 92: 8.10

Vincent en Jasmine hadden ook hun zwemkleding aangetrokken en lagen nu op hun balkon te zonnen.

‘Het is hier heerlijk. Hemels, gewoon.’ zuchtte Jasmine genietend. Ze strekte haar lange benen uit op de stoel.

‘Ik ben zo blij dat jullie het allemaal zo mooi vinden. Het was toch een gok om dit huis te kopen in mijn eentje.’ zei Vincent blij.

Page 93: 8.10

Hij keek over de rand van het balkon, over de plantenbak heen en zag zijn zoon met zijn vriendinnetje in het water spetteren. Hij voelde zich zo trots.

Alfons adopteren was een van de beste beslissingen in zijn leven geweest, hij zou nooit meer zonder hem kunnen!

Page 94: 8.10

‘Ons leven is compleet.’ zuchtte Jasmine gelukzalig en Vincent keek genietend naar de blauwe hemel.

Page 95: 8.10

Maar ineens stond hij op.

‘Compleet? Niet helemaal.’

Jasmine keek hem aan, haar ogen half dichtgeknepen tegen het felle zonlicht.

‘Hoe bedoel je, schat?’ Ze kwam overeind.

En Vincent werd overvallen door haar schoonheid, wat was die meid ongelofelijk knap…

Page 96: 8.10

x

Page 97: 8.10

Hij moest haar gewoon aanraken, hij kon zich niet meer inhouden.

‘Jasmine, ik zou zo graag een kindje willen. Van jou en mij. Van ons samen.’

Hij had verwacht dat Jasmine zou schrikken – zo snel al een kindje – maar ze begon helemaal te stralen.

‘Dat wil ik ook, lieverd! Dat wil ik zo graag!’

Page 98: 8.10

En dus hoefden ze niet lang meer na te denken, en lagen ze binnen de kortste keren samen op bed.

Hun kinderwens moest in vervulling gaan!

Page 99: 8.10

Die avond zaten ze voor het eerst met z’n allen aan tafel. Het was even wennen, zo’n nieuwe gezinssamenstelling. Maar het voelde goed.

‘Jasmine en ik willen graag een kindje,’ vertelde Vincent.

‘Een kindje? Wow, dan krijg ik een broertje of zusje!’ lachte Alfons. ‘Gaaf, man!’

‘Wat leuk, ik hoop dat het snel lukt!’ zei Leentje.

Page 100: 8.10

Die avond zaten Leentje en Alfons samen aan de rand van het zwembad, naar de sterren te kijken.

Ineens keek Leentje haar vriend geheimzinnig aan.

‘Ik heb zin om te skinny dippen.’

‘Wát?’ giechelde Alfons, ineens verlegen.

Page 101: 8.10

‘Je bedoelt…naakt zwemmen?’

‘Ja, durf je soms niet?’ grijnsde Leentje uitdagend. ‘Dit is toch je eigen zwembad, er staan muren omheen. Niemand kan ons zien. En je ouders slapen toch al.’

‘M-maar…’

Page 102: 8.10

‘Geen gemaar.’ Leentje kuste hem en draaide zich toen met een knipoog om.

Voor Alfons nog iets kon zeggen, had ze haar kleren uitgetrokken en stond ze poedelnaakt aan de rand van het zwembad.

Page 103: 8.10

‘Leentje, kom terug!’ siste hij door de stille nacht. ‘Je gaat toch niet echt…’

Page 104: 8.10

‘Dit heb ik altijd al eens willen doen. En nu hebben we een eigen zwembad, dus waarom niet?’

Uitdagend keek Leentje hem van over haar schouder aan.

Page 105: 8.10

‘Nou, waarom niet? Ben je ineens bang geworden? Dat vind ik niets voor jou, Fons.’

Alfons slikte moeizaam. Leentje leek totaal geen problemen te hebben met het feit dat ze geen kleding droeg.

Page 106: 8.10

Hij liep langzaam naar haar toe, maar nog voor hij haar kon aanraken was ze in het water gesprongen. Nu gleed ze, geluidloos, als een zeemeermin door het water.

God, wat was ze mooi. Ademloos keek Alfons naar haar naakte lichaam, dat zilver op lichtte in het maanlicht.

Page 107: 8.10

‘Ja, waarom niet.’ zei hij toen, en ineens viel alle angst van hem af. Hij schopte zijn kleren uit en gooide ze bij Leentjes kleding op een hoop.

Page 108: 8.10

Ook hij liet zich in het water zakken, en genoot van de sensatie.

‘Je hebt gelijk, Leen. Skinny dipping is geweldig.’

‘Zei ik toch.’ Leentje zwom naar hem toe en begon hem te zoenen.

Page 109: 8.10

Al gauw ging hun zoenpartij over in iets anders en zonder elkaar los te laten verdwenen ze naar de slaapkamer.

Page 110: 8.10

De volgende morgen voelde Alfons zich nog helemaal in de wolken door hun nachtelijke avontuur.

En…vandaag was de grote dag: de dag waarop hij en Leentje, en Vincent en Jasmine zouden gaan trouwen!

Vol enthousiasme begroette hij alle gasten.

Page 111: 8.10

Esther omhelsde Vincent zo hard dat hij dacht dat hij zou stikken.

‘Het is stil in huis zonder jou, man!’ riep ze. ‘We missen je! Maar zo te zien heb je het hier niet slecht.’

Vincent lachte. ‘Wij missen jullie ook, hoor. Maar we voelen ons al helemaal thuis hier!’

Page 112: 8.10

De bruiloft begon, in de voortuin, en beide ceremonies vonden precies tegelijk plaats.

Het was bijzonder om te zien hoe vader en zoon tegelijk in het huwelijk traden.

Page 113: 8.10

En zo kwamen er in één klap twee mevrouw Stolk’s bij: Leentje en Jasmine!

Nu pas kregen ze allevier echt het gevoel dat ze een familie waren, en dat ze op het punt stonden van een nieuwe fase in hun leven.

Page 114: 8.10

Er werd nog lang gefeest met de hele familie en de gasten. Toen het feest voorbij was, vierden ze het met z’n viertjes nog even na.

De fles champagne ging tot de laatste druppel leeg!

Page 115: 8.10

En toen Vincent en Jasmine naar binnen gingen om hun gewone kleren weer aan te trekken, bleven Leentje en Alfons nog op het balkon.

De alcohol vloeide rijkelijk en Alfons zette het ene na het andere plaatje op.

Page 116: 8.10

Ze dansten tot hun benen er pijn van deden en dronken de hele bar leeg, maar ze hadden de tijd van hun leven.

En dat mocht ook wel, op je bruiloft!

Page 117: 8.10

Na een paar uur waren ze zó uitgeput, dat ze nog net naar hun slaapkamer konden strompelen.

In elkaars armen vielen ze in slaap.

Page 118: 8.10

Beneden had Vincent het haardvuur aangemaakt en wat kaarsjes aangestoken. Hij wilde het zijn vrouw echt naar de zin maken. Hij had alles voor haar over!

Page 119: 8.10

Jasmine genoot ervan. Haar man was zo romantisch!

Het was allemaal wel snel gegaan, de laatste tijd. Ze hadden elkaar in een heel korte periode heel goed leren kennen. En eigenlijk was het liefde op het eerste gezicht geweest, toen Esther ze aan elkaar gekoppeld had.

‘We mogen haar wel bedanken.’ glimlachte Jasmine, en daar was Alfons het helemaal mee eens.

Page 120: 8.10

Dat het met het andere stel dat Esther gekoppeld had, Leon en Mariëlle, slecht was afgelopen – dat vergaten ze maar even.

‘Het was zo’n geweldige dag vandaag. Een herinnering voor eeuwig.’

‘Deze dag vergeten we nooit meer!’

Page 121: 8.10

En net toen ze zo gezellig in elkaars armen zaten, voelde Jasmine zich misselijk worden. Gelukkig was de wc dichtbij.

Page 122: 8.10

Vincent rende met piepende schoenen achter haar aan.

‘Jasmine! Gaat het? Ben je misselijk?’ vroeg hij overbodig.

‘Het gaat alweer. Misschien wat verkeerds gegeten.’

‘Of misschien…’ begon Vincent, en toen begonnen hun ogen te twinkelen en vlogen ze elkaar lachend in de armen.

Page 123: 8.10

‘Jasmine is waarschijnlijk zwanger!’ vertelde Vincent door het dolle heen bij het ontbijt.

‘Zo snel al?’ riep Alfons uit, en Leentje gaf hem een por.

‘Gefeliciteerd, wat geweldig!’ zei ze warm. ‘Een baby in huis, ik kan niet wachten!’

Page 124: 8.10

Die ochtend moest Jasmine nog heel vaak naar het toilet rennen, en hun vermoeden werd steeds sterker.

Page 125: 8.10

En ja hoor, daar kwam het eerste buikje! Het was maar een heel kleine buik, maar toch onmiskenbaar: daar zat een baby in!

Page 126: 8.10

Bij Vincent sprongen de tranen in zijn ogen – wie had ooit gedacht dat hij nog vader zou worden? Hij had altijd met de angst geleefd zonder vrouw en echt nageslacht te sterven. Nu hoefde die angst nooit werkelijkheid te worden.

Hij had Alfons, hij had Jasmine, en dit kleintje in haar buik – waar hij nu al zielsveel van hield.

‘Nu is ons leven echt compleet.’ fluisterde hij.

Page 127: 8.10

3 spelen

Familie Molenaar

Page 128: 8.10

x

Page 129: 8.10

Nadenkend bladerde Felicia door de krant. Ze beet op haar onderlip. Ze móést gewoon een baantje vinden.

Ineens viel haar oog op een baan in de oceanografie. Die verdiende stukken beter dan alle flutklusjes die ze tot nu toe gezien had.

‘Hebbes.’

Page 130: 8.10

Ze belde naar het nummer uit de advertentie, en kon meteen beginnen.

Tevreden draaide Felicia zich om. Ze had het geld hard nodig – om in leven te blijven, maar ook voor haar Dreamhouse Challenge.

Page 131: 8.10

‘Bas,w aarom zoek jij eigenlijk geen baan? We moeten toch geld hebben om eten te kopen.’ zei ze droog tegen haar oom. ‘Wat is eigenlijk jouw levenswens?’

Een beetje nors vertelde Bas dat hij de top van de sportcarrière wilde bereiken.

‘Nou, dan zoek je daar toch een baantje in? Wie niet waagt, die niet wint!’

En zo vond Bas zijn droombaan.

Page 132: 8.10

Echt blij was hij er niet mee. Eigenlijk was hij nooit meer blij met iets. Het leven met de drie meiden vermoeide hem. Hij voelde zich oud en versleten, op.

Moe slofte hij naar zijn slaapkamer en zag Marcia in zijn bed liggen.

‘Verdomme, eruit jij! Naar je eigen bed! Wat denk je wel niet?’ vloekte hij en hij sleurde Marcia onder de deken vandaan.

Page 133: 8.10

Slaperig slofte ze de kamer uit en kroop in haar eigen bed, waar ze meteen weer in slaap viel.

Page 134: 8.10

Bas voelde zich ondanks alles een slechte ouder.

Hij wilde goed voor de kinderen van zijn halfzus zorgen – en wat was ervan terecht gekomen? Hij maakte voortdurend ruzie en hij had het gevoel dat niets lukte.

Daarom belde hij het schoolhoofd van de particuliere school. Dan zouden de meisjes in ieder geval een goede opleiding krijgen!

Page 135: 8.10

Toen hij het nieuws vertelde, reageerde geen van de meisjes enthousiast. Toch zette Bas zijn plan door.

Na school maakte Felicia snel haar huiswerk, en vertrok toen voor het eerst naar haar werk. Het was wel een beetje ongemakkelijk, zo in een badpak – maar je moest er toch iets voor over hebben!

Page 136: 8.10

Toen Bas de auto van het schoolhoofd voor het huis hoorde stoppen, beveelde hij de tweeling om braaf op de bank te gaan zitten.

Zo kon hij de directeur laten zien wat een voorbeeldige meisjes het waren.

‘Goedemiddag, dames.’ groette de man hen.

‘Goedemiddag, directeur.’ zei de tweeling in koor. Alleen Bas zag Marcia’s ogen kwaadaardig glinsteren.

Page 137: 8.10

Toen die avond het diner mislukte, hoorde Bas Marcia’s triomfantelijke lachje achter zich. O, hij kon dat kind wel wat aandoen…

Waarom mislukte zijn maaltijd juist nu? De beoordeling van het schoolhoofd hing meestal af van het eten…

Page 138: 8.10

Iedereen zat braaf aan tafel en at met moeite van de verbrande kip.

Marcia schopte met haar voeten onder tafel, tegen de knieën van Miranda en Felicia – maar ze gaven geen kik. In tegenstelling tot Marcia deden zij wel hun best voor het schoolhoofd.

Page 139: 8.10

Toch werkte het niet.

Het schoolhoofd was niet tevreden over het huis, en al helemaal niet over het eten.

En dus vertrok hij.

Geen toelating tot de school, voor de weesmeisjes.

Page 140: 8.10

Bas was woedend. Hij gaf alle schuld aan Marcia, al wist hij zelf ook niet waarom.

Hij was blij toen de volgende dag een vriendinnetje langs kwam, zodat hij even al zijn zorgen kon vergeten.

Page 141: 8.10

Het was jammer dat ze niet naar die particuliere school mochten. Misschien hadden ze daar nog eens wat manieren geleerd.

Bas zuchtte. Misschien later.

Die avond was de tweeling jarig, maar hij had geen zin om een feestje te geven. Dan zou Esther, de zus van zijn halfzus, zich weer overal mee gaan bemoeien.

Page 142: 8.10

Marcia groeide nog erger op dan hij had gedacht. Ze duldde nu helemaal geen tegenspraak meer en trok zich van niemand iets aan.

‘Kon je niks normaals aantrekken?’ bromde Bas toen hij haar op de bank zag zitten, in een broek met kettingen, een gaaspanty vol scheuren en haar gezicht vol zwarte make-up.

Ze reageerde niet eens meer. Dit was hoe zij wilde zijn, punt uit.

Page 143: 8.10

xx

Page 144: 8.10

Over Miranda had Bas niets te klagen, zoals altijd. Hij besteedde nooit zoveel aandacht aan haar.

Miranda vond dat niet erg. Ze was graag alleen, ze hield van haar rust.

Page 145: 8.10

Stiekem hoopte ze dat, nu ze tieners waren, Marcia zou stoppen met treiteren.

Maar diep van binnen wist ze dat dat onzin was. Marcia zou nooit stoppen. Ze zou nooit veranderen.

Page 146: 8.10

xx

Page 147: 8.10

En toen ze de woonkamer in liep, ondervond ze dat meteen al.

‘BOE!’ Uit het niets sprong Marcia tevoorschijn en joeg haar zus zo de stuipen op het lijf. Ze lachte haar krijsend uit en duwde haar van zich af.

Miranda maakte zich struikelend uit de voeten, de scheldwoorden en beledigingen negerend.

Page 148: 8.10

Ze ging naar buiten, en gelukkig volgde Marcia haar niet.

Ze had afgesproken met Sofie, hun nichtje. Samen gingen ze in de jacuzzi zitten.

Een tijdje praatten ze over de jongen waar Sofie verliefd op was, David, en het was gezellig. Voor even vergat Miranda haar gemene zus.

Page 149: 8.10

‘En…hoe is het met Marcia?’ vroeg Sofie na een tijdje. Miranda zuchtte.

‘Ze is nog erger dan vroeger. Ze negeert iedereen die haar niet aan staat. En ze scheldt nog erger dan eerst. Nu ze groter is, kan ze ook harder slaan.’

‘Dat kind is echt niet goed wijs.’ zei Sofie met grote ogen. ‘Verandert ze dan nooit?’

‘Ik ben bang van niet.’

Page 150: 8.10

Felicia kwam thuis van haar werk en sprong erbij in het water.

Sofie, Miranda en zij waren inmiddels al goede vriendinnen geworden.

Soms waren Miranda en Felicia wel jaloers op hun nichtje. Zij had het zo goed thuis, met allebei haar ouders, die van haar hielden, en zelfs nog een broertje of zusje op komst.

Page 151: 8.10

Toch zeiden ze dat nooit hardop. Ze waren gewoon blij met Sofie’s gezelschap.

Felicia vertelde over haar werk in het dolfijnenaquarium en over de Dreamhouse Challenge.

‘Ooit wil ik een aparte bioscoopkamer maken. En een groot zwembad in de tuin!’ droomde ze.

‘Komt er dan ook een bibliotheek? Dat zou ik wel willen!’ zei Miranda verlegen.

Page 152: 8.10

‘Natuurlijk, als jij dat wilt doen we dat.’ glimlachte Felicia.

‘Als er ook maar een logeerkamer komt, waar ik mag slapen!’ lachte Sofie.

De meisjes stapten uit het bad, het was donker geworden, en ze namen afscheid.

‘Ik vond het echt fijn dat je er was, Sofie.’ zei Miranda verlegen, en Sofie knikte.

‘Dat weet ik. Dat vond ik ook, Miran.’

Page 153: 8.10

Marcia was al die tijd bezig geweest haar nieuwe kamer in te richten. Nu hoefde ze tenminste niet meer bij dat idiote zusje op de kamer te slapen.

Van Felicia en Bas had ze wat geld gekregen, waar ze behang, vloerbedekking en wat meubels van kocht.

Page 154: 8.10

Tevreden keek Marcia rond. Het was wel een beetje donker geworden, maar dat was precies wat ze wilde. Perfect.

Page 155: 8.10

Toen het helemaal naar haar zin was, ging Marcia naar beneden en zette de tv aan.

Toen Felicia binnen kwam, reageerde ze niet, maar hield haar blik op het scherm gericht.

‘Zou je niet iets tegen me zeggen, Marcia?’ vroeg Felicia veelbetekenend.

‘Wat moet je?’

Page 156: 8.10

Met een ruk trok Felicia haar zusje van de bank af.

‘Nou moet jij eens even luisteren! Ik heb jou mijn zuurverdiende geld gegeven om je kamer in te richten, en nu kan er niet eens een bedankje af?’

‘O, zeur niet.’

Page 157: 8.10

‘Moet ik soms op mijn knieën gaan liggen? Je voeten kussen? Rot toch op, mens. Zoveel geld was het nu ook weer niet.’

‘Wat? Goed, dan krijg je voortaan ook geen cent meer van me! Als je dat maar weet!’

‘Kan mij wat schelen. Ik jat wel wat van Bas.’

Page 158: 8.10

‘Als je dat maar uit je hoofd laat! Op deze manier zal je ooit helemaal voor jezelf moeten zorgen, dan is er niemand meer, dan zoek je het maar uit! Dan ga je zelf maar eens werken voor je geld! Je bent veel te makkelijk van anderen afhankelijk. En dan is een simpel bedankje wel op zijn plaats.’ Felicia werd steeds kwader en kon haar zus wel slaan, zo woedend was ze.

‘Whatever.’ Dat was het laatste woord van Marcia, voor ze naar haar kamer vertrok en de deur dicht sloeg.

Page 159: 8.10

Felicia rende ook naar boven, ze schreeuwden nog wat naar elkaar door de dichte deur, en toen was het voorbij.

In de stilte van haar eigen kamer vond Felicia zichzelf terug. Rust. Zo was het goed.

Schilderen hielp haar steeds weer door moeilijke tijden heen, en zou dat ook altijd blijven doen.

Page 160: 8.10

3 spelen

Familie de Beer

Page 161: 8.10

Vervuld van vadergevoelens stond Sander bij het bedje van zijn dochter.

Ze sliep nog zo lekker. Moest hij haar echt wakker maken?

Vertederd keek hij naar haar kleine hoofdje, haar lange wimpers die als donsveertjes op haar wangen lagen.

Page 162: 8.10

‘Hee, meisje, wakker worden!’ fluisterde hij en hij streek met zijn hand over haar haren. Slaperig knipperde Elise met haar oogjes, en zodra ze haar vader zag begon ze te stralen.

‘Pappie!’

Page 163: 8.10

Sander kleedde haar aan en hielp haar op het potje.

Hij was zo trots op haar!

‘Goed zo, Elise!’ jubelde hij toen ze een plas gedaan had.

Page 164: 8.10

Sander vond het altijd weer jammer om naar zijn werk te gaan. Het liefst zat hij de hele dag thuis, bij Elise.

Gelukkig was Melissa er altijd voor de kleine, nu ze weer zwanger was.

Page 165: 8.10

xx

Page 166: 8.10

Die avond bestelden ze pizza, lekker makkelijk.

‘Weet jij al een leuke jongensnaam, voor de baby?’ vroeg Melissa.

‘Of een meisjesnaam, Melissa.’ zei Sander aarzelend.

‘Nee, dat hoeft niet. Het wordt toch een jongen!’

Page 167: 8.10

Sander ging snel over op een ander onderwerp.

‘Weet je wat me leuk lijkt? Een hondenkennel beginnen. Je weet wel, zelf hondjes fokken en dan verkopen.’

‘Echt? Dat is een geweldig idee! Dat wil ik, nu meteen!’ kirde Melissa door het dolle heen. ‘Koop jij een mannelijk hondje, dan kan die met Daisy samen!’

Page 168: 8.10

Sander moest vrolijk lachen om zijn vrouws enthousiasme. Hij had al een tijdje met het idee rond gelopen, en hij wist hoeveel zijn vrouw van honden hield.

Nu zouden ze dus zelf een bedrijfje beginnen, waar ze hondjes zouden fokken!

Hij kocht een wit hondje, Johnny genaamd, en hij was er al meteen gek op. Dat koppie, zo komisch!

Page 169: 8.10

De honden mochten nu niet meer in huis komen, dat zou een puinhoop worden.

Nee, nu het echt een business geworden was, moesten de honden buiten blijven. Er werd een mooi hok gebouwd, met verblijven en een hek eromheen.

Page 170: 8.10

xx

Page 171: 8.10

Johnny en Daisy besteedden niet zo veel aandacht aan elkaar.

Die avond nam Sander Elise op zijn arm mee naar buiten.

‘Gaan we even bij de hondjes kijken, hè?’ zei hij terwijl hij voorzichtig de trap af liep.

Elise keek haar ogen uit.

Page 172: 8.10

Daisy werd wakker en snuffelde wat aan Johnny, die meteen begon te blaffen.

Elise gilde van pret bij het zien van de rondspringende hondjes.

Page 173: 8.10

Na een tijdje gingen ze weer naar binnen. De visite was er al – Elise ging opgroeien!

Page 174: 8.10

Melissa zette haar dochtertje op de grond neer, en voegde zich bij de andere toeschouwers.

‘Kom op, je kunt het!’ joelde iedereen.

Page 175: 8.10

En daar stond ze dan: hun kleine meid, ineens stukken groter!

‘Ga maar gauw op je nieuwe kamer kijken.’ glimlachte Sander.

Ze hadden Melvins oude kamer opgeknapt en nu was het een echte meisjeskamer geworden.

‘Wow…’ Elise keek haar ogen uit.

Page 176: 8.10

Er stond een prachtig groot bed in de hoek, er hing een balletrek aan de muur en het behang was schattig. Elise rende rond alsof ze alles tegelijk wilde zien.

De brede glimlach verdween niet meer van haar gezicht.

‘Dit is de beste verjaardag ooit!’

Page 177: 8.10

De volgende morgen was Elise nog steeds in opperbest humeur. Toen haar vader de afwas wilde gaan doen, duwde ze hem snel weg.

‘Nee, dat doe ik wel! Dat vind ik leuk!’ lachte ze.

‘O, okee!’ grinnikte Sander. ‘Je moet wel zo naar school, hè. Je eerste dag!’

‘Weet ik, weet ik!’

Page 178: 8.10

Toen hij haar had uitgezwaaid bij de schoolbus, hoorde Sander ineens woedend geblaf vanuit de achtertuin.

Daisy en Johnny waren aan het vechten!

Page 179: 8.10

Sander schrok ervan, en sprak ze allebei streng toe. Piepend verdwenen ze allebei in een eigen hok.

Sander was kwaad. Hoe moesten die twee ooit puppy’s krijgen, als ze vijanden waren? Hier moest iets veranderen. Hij belde de gehoorzaamheidstrainer, misschien dat dat zou helpen.

Page 180: 8.10

De hele dag waren de trainer en hij bezig om de honden wat manieren bij te brengen.

Toen Elise uit school kwam, rende ze meteen door naar het hondenverblijf.

‘Papa, papa, wat doen jullie?’

Page 181: 8.10

‘We trainen de honden. We leren ze dingen.’ legde Sander uit. ‘Ik leer Johnny nu opzitten. Kijk, zo doe je dat.’

‘O, mag ik dat ook doen, mag ik, mag ik?’ smeekte Elise, en Sander gaf meteen toe.

‘Probeer maar.’

Page 182: 8.10

‘Op, op! Kijk, zo!’ riep Elise en ze ging op haar tenen staan, haar handen voor zich uit gestrekt.

Het duurde even, maar ze hield vol. En ineens stond Johnny op zijn achterpootjes!

‘Ja! YES! Het is me gelukt!’ Elise sloeg met haar vuist in de lucht en maakte een vreugdedansje.

Honden trainen was leuk!

Page 183: 8.10

‘Elise, eten!’ riep haar moeder en met enige tegenzin rende het meisje naar binnen.

‘Ik wilde bij de hondjes blijven. Ze zijn zo lief.’

‘Leuk hè, honden trainen. Je mag me nog veel vaker helpen, hoor. En misschien komen er ooit puppy’s, dan mag je daar ook bij helpen.’ zei Sander.

Page 184: 8.10

‘Oh, dat zou leuk zijn!’ fluisterde Elise dromerig. Ineens veranderde haar blik en keek ze haar vader smekend aan.

‘Pappie,’ begon ze, en Sander herkende die toon meteen. ‘Pappie, mag ik een eigen hond? Want Daisy is van mama, en Johnny van jou. Mag ik een eigen?’

Page 185: 8.10

‘Toe?’

O, Sander smolt gewoon. Hoe kon hij die blik weerstaan? Elise was precies zoals haar moeder als ze haar zin wilde krijgen. Ze kon iedereen zo om haar vinger winden.

‘Een eigen hondje is veel verantwoordelijkheid, Elise.’ begon hij aarzelend.

Page 186: 8.10

‘Je moet beloven dat je er goed voor zult zorgen. En het hondje moet dan bij de anderen in het verblijf, niet hier in huis. Snap je dat?’ vroeg Melissa.

‘Ja, hij mag bij Daisy en Johnny wonen. En ik zal heel goed voor hem zorgen!’

Sander en Melissa keken elkaar even aan en knikten toen.

‘Goed, dan mag het.’

Page 187: 8.10

Een uitgelaten kreet snerpte door het huis. Elise was zó blij dat ze geen hap meer door haar keel kreeg, en ze rende naar de woonkamer om op de bank te springen.

Normaal mocht dat niet, maar vandaag was anders. Vandaag was een bijzondere dag.

‘Ik krijg een hondje, ik krijg een hondje!’

Page 188: 8.10

En daar was hij dan: Dakota.

‘Je bent zo lief! Wat heb je een mooie vlekjes!’ piepte Elise vol bewondering.

Het hondje snuffelde aan haar hand en blafte kort. Het was meteen al duidelijk dat die twee elkaar wel mochten!

Page 189: 8.10

‘Dit is je nieuwe huis.’ Elise zette Dakota neer, waar hij (of zij? Ik weet het niet meer..) aan een bot begon te kluiven.

‘Kijk, dit zijn je vriendjes, Johnny en Daisy!’ wees Elise.

Page 190: 8.10

Melissa en Sander keken vanuit de keuken toe hoe hun dochtertje met de honden in de weer was.

‘Het was een goede beslissing. Ze kan goed met honden omgaan. En bovendien konden we een extra hond in het bedrijf toch wel gebruiken. Twee honden was wel een beetje weinig.’ vond Melissa.

Page 191: 8.10

‘We hebben het maar mooi voor elkaar.’ Sander streelde teder haar gezicht en drukte een kus op haar neus.

‘En, wanneer komt die puppy van jou eens naar buiten?’ Hij kriebelde haar buik en ze moesten allebei lachen.

Page 192: 8.10

Erg lang liet die ‘puppy’ niet op zich wachten – nog diezelfde nacht kreeg Melissa weeën.

Page 193: 8.10

‘Dag ventje, dag jochie!’ kirde ze even later dolblij. Het moederschap was toch iets wonderlijks. De bevalling was vreselijk, maar dat eerste moment, dat je je kindje in je armen kon houden – dat was prachtig.

Page 194: 8.10

‘Jochie? Is het een jongetje, mama? Mama, zeg nou!’

Page 195: 8.10

‘Natuurlijk is het een jongetje. Je moeder heeft toch altijd gelijk!’ grinnikte Sander sarcastisch en hij omhelsde zijn dochter. ‘Gefeliciteerd, je hebt er een broertje bij!’

‘O, pappie! Nou ben ik grote zus!’

Page 196: 8.10

Sander en Melissa keken vol bewondering naar het kleine mannetje. Het was onvoorstelbaar, maar Melissa had dus weer gelijk gehad.

‘Hij is perfect. En hij lijkt op jou, Sander!’

Page 197: 8.10

Het zoontje werd Bastiaan genoemd.

‘Elise en Bastiaan, dat past mooi bij elkaar!’ vond Elise.

De volgende dag nam Melissa een kijkje bij de honden. Het was gaan sneeuwen. Net op dat moment zag ze Johnny en Daisy samen naar een hok lopen.

Page 198: 8.10

Wat waren ze van plan?

En ineens drong het tot Melissa door.

Die twee mochten elkaar wel! Zo te zien zouden er binnenkort puppy’s geboren worden!

‘Yes!’ Melissa kon wel dansen van blijdschap.

Page 199: 8.10

Toen Daisy even later weer tevoorschijn kwam, nam ze het beestje meteen in haar armen.

‘O, Dais, wat leuk! Nu wordt je ook mama, net als ik!’

Page 200: 8.10

Ze rende naar binnen en vertelde Sander hijgend het nieuws.

Hij stond met Bastiaan in zijn armen, en keek haar verrast aan.

‘Dat is snel! Ik dacht dat die twee alleen maar vochten. Blijkbaar hebben ze hun ruzie bijgelegd.’ Hij lachte en kuste Bastiaan op zijn donshaartjes.

Page 201: 8.10

Met hun armen om elkaar heen bleven de ouders staan kijken tot het jongetje in slaap was gevallen.

‘Puppy’s, van onze hondjes. Ik ben zo benieuwd!’

Page 202: 8.10

Toen Elise die middag uit school kwam en het hondennieuws hoorde, begon ze weer oorverdovend te gillen van blijdschap.

Ze rende en huppelde en danste door het huis – ze kon gewoon niet stilzitten!

‘O, Bastiaan, heb je dat gehoord? Er komen puppy’s! Puppy’s!’

Page 203: 8.10

Uiteindelijk greep Sander zijn hyperactieve meisje vast en plantte haar op een stoel neer.

‘En nu is het huiswerktijd. Even je sommetjes maken. Papa zal je helpen.’

Page 204: 8.10

Door haar energie waren ook de sommen vrij snel klaar.

‘Ik ga een sneeuwpop maken voor de honden!’ riep Elise, en zonder nog op antwoord te wachten rende ze naar buiten. Er lag een dik pak sneeuw en de honden verstopten zich in hun hokken tegen de kou.

Elise was een tijdje bezig, toen ze ineens ‘hoi!’ achter zich hoorde.

Ze draaide zich om en begon weer hysterisch te gillen. ‘Sofie!!’

Page 205: 8.10

‘Kwam je naar de baby kijken?’

‘Jep. Mooi broertje heb jij, hoor. Was je een sneeuwpop aan het maken?’

‘Ja, voor de honden. Weet je, ze krijgen puppy’s. Wil jij er soms eentje hebben?’

Samen maakten ze de sneeuwpop af.

‘Een puppy lijkt me wel heel leuk. We zullen zien!’

Page 206: 8.10

Ze gingen weer naar binnen. Sofie mocht Bastiaan de fles geven en ze vond het geweldig.

Zo’n klein baby’tje, zo mooi! Ze moest denken aan de baby die haar moeder in haar buik had. Zou dat ook een jongetje zijn? Of een meisje?

Ze kon gewoon niet wachten!

Page 207: 8.10

Het flesje was leeg en Sander kwam naar hen toe.

‘Nu is het wel bedtijd voor de kleine.’ zei hij zacht, en meteen zette Bastiaan het op een krijsen.

Sofie schrok, en Sander moest lachen.

Page 208: 8.10

‘Geef hem maar aan mij.’

‘Zo te ruiken heeft hij een vieze broek.’ snoof Sofie en snel drukte ze het stinkende jongetje in de armen van haar oom.

Daar moest Sander nog harder om lachen.

Page 209: 8.10

‘Sofie had gelijk, je stinkt een uur in de wind!’ zei Sander voor hij Bastiaan op de babykamer verschoonde.

‘En nu lekker slapen!’

Page 210: 8.10

Sofie was mee naar boven gekomen en had Foxy, de chihuahua van Melissa gevonden.

‘Wat een kleintje! Ze groeit ook nooit, hè?’ giechelde ze.

‘Chihuahua’s blijven klein.’ zei Sander.

Page 211: 8.10

‘Die oogjes, zo schattig.’ glimlachte Sofie en ze kietelde het hondje op zijn buikje.

‘Oja, Sander. Elise zei dat jullie puppy’s krijgen, en dat ik er misschien eentje mag hebben. Is dat zo?’

Weer lachte Sander. ‘Die dame doet al zaken voor die hondjes geboren zijn! Maar je mag best een hondje hebben. Waarschijnlijk wachten we met verkopen tot ze opgegroeid zijn.’

Page 212: 8.10

‘Lijkt me tof!’ lachte Sofie. Ze namen afscheid en iedereen ging weer naar huis.

Sander bracht Elise naar bed en ze praatten nog even over de puppy’s.

Toen ze sliep schudde Sander zijn hoofd en hij kon zijn brede lach niet onderdrukken. Ze was zo’n heerlijk kind, zo vol energie, zo eigenwijs.

‘Welterusten meisje, papa houdt van je!’

Page 213: 8.10

En even later drukte hij zich tegen zijn vrouw aan in bed. Ze lagen allebei nog even te luisteren naar het blaffen van de honden buiten, en naar het gebrabbel van Bastiaan uit zijn bedje.

‘Ik ben zo gelukkig, San.’ fluisterde Melissa half slapend.

‘Ik ook, schat, ik ook.’ Sander kuste haar haren en sloot zijn ogen. Met hun lichamen verstrengeld als één vielen ze in slaap.