540 De controle van schattingen en toelichtingen daarop · controle, waarbij de accountant de opzet...

123
Originally developed by: Translated and re-published by: Royal NBA (The Netherlands Institute of Chartered Accountants) Consultatie Vertaling ISA540 De controle van schattingen en toelichtingen daarop 4 december 2018 Consultatietermijn loopt tot 23 januari 2019

Transcript of 540 De controle van schattingen en toelichtingen daarop · controle, waarbij de accountant de opzet...

Originally developed by:

Translated and re-published by: Royal NBA (The Netherlands Institute of Chartered Accountants)

Consultatie Vertaling ISA™ 540

De controle van schattingen en toelichtingen daarop 4 december 2018 Consultatietermijn loopt tot 23 januari 2019

Consultatie Vertaling ISA TM 540 De controle van schattingen en toelichtingen daarop

Koninklijke NBA 2

Dit document werd ontwikkeld en goedgekeurd door de International Auditing and Assurance Stan-dards Board® (IAASB®). Deze IAASB ontwikkelt controle- en assurance-standaarden en leidraden voor gebruik door alle accountants onder een gedeeld proces voor het vaststellen van standaarden waarbij de Public Interest Oversight Board en de IAASB Consultative Advisory Group betrokken zijn. De Public Inte-rest Oversight Board houdt toezicht op de activiteiten van de IAASB. De IAASB Consultative Advi-sory Group geeft inbreng op de ontwikkeling van standaarden en leidraden vanuit het openbaar belang. De doelstelling van de IAASB is om het openbaar belang te dienen door het vaststellen van contro-le- en overige standaarden van hoge kwaliteit en door het faciliteren van de convergentie van inter-nationale en nationale controle- en assurance-standaarden. Daarmee verhoogt zij de kwaliteit en consistentie van de praktijk in de hele wereld en versterkt zij het publieke vertrouwen in het we-reldwijde accountantsberoep. De structuren en processen die de activiteiten van de IAASB ondersteunen worden gefacili-teerd door de International Federation of Accountants® (IFAC®). Copyright © Oktober 2018 door de International Federation of Accountants (IFAC). Voor co-pyrights, handelsmerk en informatie over toestemming zie pagina 3.

Consultatie Vertaling ISA TM 540 De controle van schattingen en toelichtingen daarop

Koninklijke NBA 3

Copyright IFAC

Deze ISA De controle van schattingen en toelichtingen daarop ontwikkeld door de International Audi-ting and Assurance Standards Board (IAASB) en gepubliceerd door the International Federation of Accountants (IFAC) in oktober 2018 in de Engelse taal, is vertaald in het Nederlands door de Konin-klijke Nederlandse Beroepsorganisatie van Accountants (NBA) in november 2018 met toestemming van IFAC. Het proces voor het vertalen van de ISA De controle van schattingen en toelichtingen daarop is onderzocht door IFAC en de vertaling is uitgevoerd in overeenstemming met ‘Policy State-ment-Policy for Translating and Reproducing Standards Issued by IFAC.’ De goedgekeurde ISA De controle van schattingen en toelichtingen daarop is gepubliceerd door IFAC in de Engelse taal. Tekst in de Engelse taal van ISA De controle van schattingen en toelichtingen daarop © 2018 van de International Federation of Accountants (IFAC). Alle rechten voorbehouden. Tekst in de Nederlandse taal ISA De controle van schattingen en toelichtingen daarop © 2018 van de International Federation of Accountants (IFAC). Alle rechten voorbehouden. Originele titel: ISA 540 (Revised) Auditing Accounting Estimates and Related Disclosures . ISBN: 978-1-60815-377-0 .

Consultatie Vertaling ISA TM 540 De controle van schattingen en toelichtingen daarop

Koninklijke NBA 4

INTERNATIONAL STANDARD ON AUDITING 540 (REVISED) AUDITING ACCOUNTING ESTIMATES AND RELATED DISCLOSURES

STANDAARD 540 DE CONTROLE VAN SCHATTINGEN EN TOELICHTINGEN DAAROP

CONTENTS Introduction Scope of this ISA Nature of Accounting Estimates Key Concepts of This ISA Effective Data Objective Definitions Requirements Risk Assessment Procedures and Related Activities Identifying and Assessing the Risks of Material Misstatement Responses to the Assessed Risks of Material Misstatement Disclosures Related to Accounting Estimates Indicators of Possible Management Bias Overall Evaluation Based on Audit Procedures Performed Written Representations Communication with Those Charged With Governance, Man-agement or Other Relevant Parties Documentation Application and Other Explanatory Material Nature of Accounting Estimates Key Concepts of This ISA Definitions Risk Assessment Procedures and Related Activities Identifying and Assessing the Risks of Material Misstatement Responses to the Assessed Risks of Material Misstatement

Paragraph

1-10 1

2-3 4-9 10 11 12

13-39 13-15

16-17

18-30

31 32

33-36

37 38

39

A1-A152 A1-A7

A8-A13 A14-A18 A19-A63

A64-AA80

A81-A132

INHOUDSOPGAVE Inleiding Toepassingsgebied van deze Standaard De aard van schattingen Belangrijke uitgangspunten van deze Standaard Ingangsdatum Doelstelling Definities Vereisten Risico-inschattingswerkzaamheden en daarmee verband houdende werkzaamheden Risico's op een afwijking van materieel belang identificeren en inschatten Het inspelen op de ingeschatte risico’s op een afwijking van materieel belang Toelichtingen met betrekking tot schattingen Indicaties voor mogelijke tendentie bij het management Algehele evaluatie op basis van uitgevoerde controlewerk-zaamheden Schriftelijke bevestigingen Communicatie met de met governance belaste personen, het management of andere relevante partijen Documentatie Toepassingsgerichte en overige verklarende teksten De aard van schattingen Belangrijke uitgangspunten van deze Standaard Definities Risico-inschattingswerkzaamheden en daarmee verband houdende werkzaamheden Risico's op een afwijking van materieel belang identificeren en inschatten Het inspelen op de ingeschatte risico’s op een afwijking van materieel belang

Paragraaf

1-10 1

2-3 4-9 10 11 12

13-39 13-15

16-17

18-30

31 32

33-36

37 38

39

A1-A152 A1-A7

A8-A13 A14-A18 A19-A63

A64-AA80

A81-A132

Consultatie Vertaling ISA TM 540 De controle van schattingen en toelichtingen daarop

Koninklijke NBA 5

Indicators of Possible Management Bias Overall Evaluation Based on Audit Procedures Performed Written Representations Communication with Those Charged With Governance, Man-agement or Other Relevant Parties Documentation Appendix I Inherent Risk Factors Appendix II Communications with Those Charged with Governance

A133-A136 A137-A144

A145

A146-A148

A149-A152

Indicaties voor mogelijke tendentie bij het management Algehele evaluatie op basis van uitgevoerde controlewerk-zaamheden Schriftelijke bevestigingen Communicatie met de met governance belaste personen, het management of andere relevante partijen Documentatie Bijlage I Inherente risicofactoren Bijlage II Communicatie met de met governance belas-te personen

A133-A136 A137-A144

A145

A146-A148

A149-A152

Consultatie Vertaling ISA TM 540 De controle van schattingen en toelichtingen daarop

Koninklijke NBA 6

Introduction Inleiding

Scope of this ISA Toepassingsgebied van deze Standaard

1. This International Standard on Auditing (ISA) deals with the auditor’s re-sponsibilities relating to accounting estimates and related disclosures in an audit of financial statements. Specifically, it includes requirements and guidance that refer to, or expand on, how ISA 315 (Revised)1, ISA 330,2 ISA 450,3 ISA 5004 and other relevant ISAs are to be applied in relation to accounting estimates and related disclosures. It also includes requirements and guidance on the evaluation of misstatements of accounting estimates and related disclosures, and indicators of possible management bias. 1 ISA 315 (Revised), Identifying and Assessing the Risks of Material Misstatement through

Understanding the Entity and Its Environment 2 ISA 330, The Auditor’s Responses to Assessed Risks

3 ISA 450, Evaluation of Misstatements Identified during the Audit

4 ISA 500, Audit Evidence

Deze Standaard behandelt de verantwoordelijkheid van de accountant

met betrekking tot schattingen en toelichtingen daarop bij een controle

van financiële overzichten. Meer specifiek omvat deze Standaard vereis-

ten en leidraden die verwijzen naar of uitwerken hoe Standaard 315 1,

Standaard 3302, Standaard 4503, Standaard 5004 en andere relevante

Standaarden moeten worden toegepast met betrekking tot schattingen en

toelichtingen daarop. Deze Standaard bevat tevens vereisten en leidra-

den voor de evaluatie van afwijkingen van schattingen en toelichtingen

daarop en indicaties voor mogelijke tendentie bij het management.

1 Standaard 315, Risico's op een afwijking van materieel belang identificeren en inschatten.

door inzicht te verwerven in de entiteit en haar omgeving. 2 Standaard 330, Inspelen door de accountant op ingeschatte risico's. 3 Standaard 450, Evaluatie van tijdens de controle geïdentificeerde afwijkingen. 4 Standaard 500, Controle-informatie.

Nature of Accounting Estimates De aard van schattingen

2. Accounting estimates vary widely in nature and are required to be made by management when the monetary amounts cannot be directly observed. The measurement of these monetary amounts is subject to estimation uncertain-ty, which reflects inherent limitations in knowledge or data. These limitations give rise to inherent subjectivity and variation in the measurement out-comes. The process of making accounting estimates involves selecting and applying a method using assumptions and data, which requires judgment by management and can give rise to complexity in measurement. The effects of complexity, subjectivity or other inherent risk factors on the measurement of these monetary amounts affects their susceptibility to misstatement. (Ref: Para. A1–A6, Appendix 1)

Schattingen variëren sterk van aard en het is nodig dat zij door het ma-

nagement worden gemaakt wanneer de bedragen niet rechtstreeks kun-

nen worden waargenomen. De waardering van deze bedragen is onder-

hevig aan schattingsonzekerheid, die inherente beperkingen in kennis of

gegevens weerspiegelt. Deze beperkingen leiden tot inherente subjectivi-

teit en variatie in de waarderingsresultaten. Het proces van het maken

van schattingen houdt in dat een methode wordt geselecteerd en toege-

past met behulp van veronderstellingen en gegevens, hetgeen oordeels-

vorming van het management vereist en aanleiding kan geven tot com-

plexiteit in de waardering. De effecten van complexiteit, subjectiviteit of

andere inherente risicofactoren op de waardering van deze bedragen

beïnvloeden hun vatbaarheid voor afwijkingen (Zie Par. A1-A6, bijlage 1).

3. Although this ISA applies to all accounting estimates, the degree to which an accounting estimate is subject to estimation uncertainty will vary sub-

Hoewel deze Standaard van toepassing is op alle schattingen, zal de

mate waarin een schatting onderhevig is aan schattingsonzekerheid aan-

Consultatie Vertaling ISA TM 540 De controle van schattingen en toelichtingen daarop

Koninklijke NBA 7

stantially. The nature, timing and extent of the risk assessment and further audit procedures required by this ISA will vary in relation to the estimation uncertainty and the assessment of the related risks of material misstate-ment. For certain accounting estimates, estimation uncertainty may be very low, based on their nature, and the complexity and subjectivity involved in making them may also be very low. For such accounting estimates, the risk assessment procedures and further audit procedures required by this ISA would not be expected to be extensive. When estimation uncertainty, com-plexity or subjectivity are very high, such procedures would be expected to be much more extensive. This ISA contains guidance on how the require-ments of this ISA can be scaled. (Ref: Para. A7)

zienlijk variëren. De aard, timing en omvang van de door deze Standaard

vereiste risico-inschatting en verdere controlewerkzaamheden zullen in

relatie tot de schattingsonzekerheid en de inschatting van de gerelateer-

de risico’s op afwijkingen van materieel belang variëren. Voor bepaalde

schattingen kan de schattingsonzekerheid erg laag zijn, gebaseerd op

hun aard. De complexiteit en subjectiviteit bij het maken ervan, kunnen

ook erg laag zijn. Voor dergelijke schattingen zullen naar verwachting de

risico-inschattingswerkzaamheden en verdere controlewerkzaamheden

die door deze Standaard worden vereist niet uitgebreid zijn. Wanneer

schattingsonzekerheid, complexiteit of subjectiviteit zeer hoog zijn, zullen

dergelijke werkzaamheden naar verwachting veel uitgebreider zijn. Deze

Standaard bevat leidraden voor de schaalbaarheid van de vereisten van

de Standaard. (Zie Par. A7)

Key Concepts of This ISA Belangrijke uitgangspunten van deze Standaard 4. This ISA requires a separate assessment of inherent risk for purposes of

assessing the risks of material misstatement at the assertion level for ac-counting estimates. Depending on the nature of a particular accounting estimate, the susceptibility of an assertion to a misstatement that could be material may be subject to or affected by estimation uncertainty, complexity, subjectivity or other inherent risk factors, and the interrelationship among them. As explained in ISA 200,5 inherent risk is higher for some assertions and related classes of transactions, account balances and disclosures than for others. Accordingly, the assessment of inherent risk depends on the degree to which the inherent risk factors affect the likelihood or magnitude of misstatement, and varies on a scale that is referred to in this ISA as the spectrum of inherent risk. (Ref: Para. A8–A9, A65–A66, Appendix 1) 5 ISA 200, Overall Objectives of the Independent Auditor and the Conduct of an Audit in Ac-

cordance with International Standards on Auditing, paragraph A40

Deze Standaard vereist een afzonderlijke inschatting van het inherente risico ten behoeve van het inschatten van de risico’s op een afwijking van materieel belang op het niveau van beweringen voor schattingen. Afhan-kelijk van de aard van een bepaalde schatting, kan de vatbaarheid van een bewering voor een afwijking die van materieel belang kan zijn, onder-hevig zijn aan of worden beïnvloed door schattingsonzekerheid, complexi-teit, subjectiviteit of andere inherente risicofactoren, en de onderlinge relatie ertussen. Zoals uitgelegd in Standaard 2005, is het inherente risico voor sommige beweringen en gerelateerde transactiestromen, rekening-saldi en toelichtingen hoger dan voor andere. Dienovereenkomstig hangt de inschatting van inherent risico af van de mate waarin de inherente risicofactoren de waarschijnlijkheid of de omvang van een afwijking beïn-vloeden. De inschatting varieert op een schaal waarnaar in deze Stan-daard wordt verwezen als het spectrum van inherent risico. (Zie Par. A8-A9, A65-A66, bijlage 1) 5 Standaard 200, Algehele doelstellingen van de onafhankelijke accountant, alsmede het

uitvoeren van een controle overeenkomstig de Standaarden, paragraaf A40.

5. This ISA refers to relevant requirements in ISA 315 (Revised) and ISA 330, and provides related guidance, to emphasize the importance of the auditor’s decisions about controls relating to accounting estimates, including deci-sions about whether:

Deze Standaard verwijst naar relevante vereisten in Standaard 315 en Standaard 330 en biedt gerelateerde leidraden om het belang te bena-drukken van de beslissingen van de accountant over interne beheer-singsmaatregelen met betrekking tot schattingen, inclusief beslissingen:

Consultatie Vertaling ISA TM 540 De controle van schattingen en toelichtingen daarop

Koninklijke NBA 8

There are controls relevant to the audit, for which the auditor is required to evaluate their design and determine whether they have been imple-mented.

To test the operating effectiveness of relevant controls.

of er interne beheersingsmaatregelen zijn die relevant zijn voor de controle, waarbij de accountant de opzet moet beoordelen en moet bepalen of deze zijn geïmplementeerd;

om de effectieve werking van relevante interne beheersingsmaatrege-len te toetsen.

6. This ISA also requires a separate assessment of control risk when as-sessing the risks of material misstatement at the assertion level for account-ing estimates. In assessing control risk, the auditor takes into account whether the auditor’s further audit procedures contemplate planned reliance on the operating effectiveness of controls. If the auditor does not perform tests of controls, the auditor’s assessment of the risk of material misstate-ment at the assertion level cannot be reduced for the effective operation of controls with respect to the particular assertion.6 (Ref: Para. A10) 6 ISA 530, Audit Sampling, Appendix 3

Deze Standaard vereist ook een afzonderlijke inschatting van het interne beheersingsrisico bij het inschatten van de risico's op een afwijking van materieel belang op het niveau van beweringen voor schattingen. Bij het inschatten van het interne beheersingsrisico houdt de accountant reke-ning met de vraag of de verdere controlewerkzaamheden van de accoun-tant beogen te steunen op de effectieve werking van interne beheer-singsmaatregelen. Als de accountant geen toetsingen van de interne be-heersingsmaatregelen uitvoert, kan de inschatting door de accountant van het risico op een afwijking van materieel belang op het niveau van bewe-ringen voor de betreffende bewering niet worden verminderd op grond van de effectieve werking van interne beheersingsmaatregelen.6 (Zie Par. A10) 6 Standaard 530, Het gebruiken van steekproeven bij een controle, Bijlage 3.

7. This ISA emphasizes that the auditor’s further audit procedures (including, where appropriate, tests of controls) need to be responsive to the reasons for the assessed risks of material misstatement at the assertion level, taking into account the effect of one or more inherent risk factors and the auditor’s assessment of control risk.

Deze Standaard benadrukt dat de verdere controlewerkzaamheden van de accountant (inclusief, in voorkomend geval, het toetsen van interne beheersingsmaatregelen) moeten inspelen op de redenen voor de inge-schatte risico's op een afwijking van materieel belang op het niveau van beweringen, rekening houdend met het effect van één of meer inherente risicofactoren en de inschatting van het interne beheersingsrisico door de accountant.

8. The exercise of professional skepticism in relation to accounting estimates is affected by the auditor’s consideration of inherent risk factors, and its importance increases when accounting estimates are subject to a greater degree of estimation uncertainty or are affected to a greater degree by complexity, subjectivity or other inherent risk factors. Similarly, the exercise of professional skepticism is important when there is greater susceptibility to misstatement due to management bias or fraud. (Ref: Para. A11)

De toepassing van een professioneel-kritische instelling met betrekking tot schattingen wordt beïnvloed door de overweging door de accountant van inherente risicofactoren, en het belang ervan neemt toe wanneer schat-tingen onderhevig zijn aan een grotere mate van schattingsonzekerheid of in grotere mate worden beïnvloed door complexiteit, subjectiviteit of ande-re inherente risicofactoren. Evenzo is de toepassing van een professio-neel-kritische instelling belangrijk wanneer er sprake is van grotere vat-baarheid voor afwijkingen door tendentie bij het management of van frau-de. (Zie Par. A11)

Consultatie Vertaling ISA TM 540 De controle van schattingen en toelichtingen daarop

Koninklijke NBA 9

9. This ISA requires the auditor to evaluate, based on the audit procedures performed and the audit evidence obtained, whether the accounting esti-mates and related disclosures are reasonable7 in the context of the applica-ble financial reporting framework, or are misstated. For purposes of this ISA, reasonable in the context of the applicable financial reporting frame-work means that the relevant requirements of the applicable financial report-ing framework have been applied appropriately, including those that ad-dress: (Ref: Para. A12–A13, A139-A144)

The making of the accounting estimate, including the selection of the method, assumptions and data in view of the nature of the accounting estimate and the facts and circumstances of the entity;

The selection of management’s point estimate; and

The disclosures about the accounting estimate, including disclosures about how the accounting estimate was developed and that explain the nature, extent, and sources of estimation uncertainty.

7 See also ISA 700 (Revised), Forming an Opinion and Reporting on Financial Statements,

paragraph 13(c).

Deze Standaard vereist dat de accountant, op basis van de uitgevoerde controlewerkzaamheden en de verkregen controle-informatie, evalueert of de schattingen en toelichtingen daarop redelijk zijn7 in de context van het van toepassing zijnde stelsel inzake financiële verslaggeving, of dat zij een afwijking bevatten. Voor de doeleinden van deze Standaard betekent redelijk in de context van het van toepassing zijnde stelsel inzake financi-ele verslaggeving dat de relevante vereisten van het van toepassing zijn-de stelsel inzake financiële verslaggeving op passende wijze zijn toege-past, inclusief die welke het volgende behandelen: (Zie Par. A12- A13, A139-A144)

het maken van de schatting, inclusief de keuze van de methode, ver-onderstellingen en gegevens met het oog op de aard van de schatting en de feiten en omstandigheden van de entiteit;

de keuze van de puntschatting van het management; en

de toelichtingen bij de schatting, inclusief toelichtingen hoe de schat-ting werd ontwikkeld en die de aard, omvang en bronnen van schat-tingsonzekerheid uitleggen.

7 Zie ook Standaard 700, Het vormen van een oordeel en het rapporteren over financiële overzichten, paragraaf 13(c).

Effective Date Ingangsdatum

10. This ISA is effective for audits of financial statements for periods beginning on or after December 15, 2019.

Deze Standaard is van toepassing voor controles van financiële overzich-ten voor verslagperioden beginnend op of na 15 december 2019.

Objective Doelstelling

11. The objective of the auditor is to obtain sufficient appropriate audit evidence about whether accounting estimates and related disclosures in the financial statements are reasonable in the context of the applicable financial report-ing framework.

De doelstelling van de accountant is om voldoende en geschikte controle-informatie te verkrijgen over de vraag of schattingen en toelichtingen daarop in de financiële overzichten redelijk zijn in de context van het van toepassing zijnde stelsel inzake financiële verslaggeving.

Definitions Definities 12. For purposes of the ISAs, the following terms have the meanings attributed

below: a. Accounting estimate – A monetary amount for which the measurement,

in accordance with the requirements of the applicable financial reporting framework, is subject to estimation uncertainty. (Ref: Para. A14)

Voor de doeleinden van de Standaarden hebben de volgende termen de volgende betekenis: a. schatting - Een bedrag waarvoor de waardering, in overeenstemming

met de vereisten van het van toepassing zijnde stelsel inzake financi-ele verslaggeving, onderhevig is aan schattingsonzekerheid; (Zie Par.

Consultatie Vertaling ISA TM 540 De controle van schattingen en toelichtingen daarop

Koninklijke NBA 10

b. Auditor’s point estimate or auditor’s range – An amount, or range of amounts, respectively, developed by the auditor in evaluating manage-ment’s point estimate. (Ref: Para. A15)

c. Estimation uncertainty – Susceptibility to an inherent lack of precision in measurement. (Ref: Para. A16, Appendix 1)

d. Management bias – A lack of neutrality by management in the prepara-tion of information. (Ref: Para. A17)

e. Management’s point estimate – The amount selected by management for recognition or disclosure in the financial statements as an accounting estimate.

f. Outcome of an accounting estimate – The actual monetary amount that results from the resolution of the transaction(s), event(s) or condition(s) addressed by an accounting estimate. (Ref: Para. A18)

A14) b. puntschatting van de accountant of schattingsinterval van de accoun-

tant - Een bedrag of een interval van bedragen, ontwikkeld door de accountant bij het evalueren van de puntschatting van het manage-ment; (Zie Par. A15)

c. schattingsonzekerheid - Vatbaarheid voor een inherent gebrek aan nauwkeurigheid in de waardering; (Zie Par. A16, bijlage 1)

d. tendentie bij het management - Een gebrek aan neutraliteit van het management bij het opstellen van informatie; (Zie Par. A17)

e. puntschatting van het management - Het bedrag dat door het ma-nagement als een schatting is gekozen voor opname of toelichting in de financiële overzichten;

f. uitkomst van een schatting - Het feitelijke bedrag dat resulteert uit de afwikkeling van de transactie(s), gebeurtenis(sen) of omstandig-heid(heden) waarop een schatting betrekking heeft. (Zie Par. A18)

Requirements Vereisten Risk Assessment Procedures and Related Activities Risico-inschattingswerkzaamheden en daarmee verband houdende

werkzaamheden

13. When obtaining an understanding of the entity and its environment, includ-ing the entity’s internal control, as required by ISA 315 (Revised),8 the audi-tor shall obtain an understanding of the following matters related to the enti-ty’s accounting estimates. The auditor’s procedures to obtain the under-standing shall be performed to the extent necessary to provide an appropri-ate basis for the identification and assessment of risks of material mis-statement at the financial statement and assertion levels. (Ref: Para. A19–A22) The Entity and Its Environment

a. The entity’s transactions and other events and conditions that may give rise to the need for, or changes in, accounting estimates to be recog-nized or disclosed in the financial statements. (Ref: Para. A23)

b. The requirements of the applicable financial reporting framework related to accounting estimates (including the recognition criteria, measurement bases, and the related presentation and disclosure requirements); and how they apply in the context of the nature and circumstances of the en-tity and its environment, including how transactions and other events or conditions are subject to, or affected by, inherent risk factors. (Ref: Pa-

Bij het verwerven van inzicht in de entiteit en haar omgeving, inclusief de interne beheersing van de entiteit, zoals vereist door Standaard 315 8 dient de accountant inzicht te verwerven in de volgende aangelegenhe-den met betrekking tot de schattingen van de entiteit. De werkzaamheden van de accountant om het inzicht te verwerven, dienen zo uitgebreid als nodig is te worden uitgevoerd om een passende basis te bieden voor het onderkennen en inschatten van risico's op een afwijking van materieel belang op het niveau van de financiële overzichten en op het niveau van beweringen. (Zie Par. A19-A22)

De entiteit en haar omgeving a. transacties van de entiteit en andere gebeurtenissen en omstandig-

heden die aanleiding kunnen geven tot de noodzaak van, of wijzigin-gen in, schattingen die in de financiële overzichten moeten worden opgenomen of toegelicht; (Zie Par. A23)

b. de vereisten van het van toepassing zijnde stelsel inzake financiële verslaggeving met betrekking tot schattingen (inclusief de opnamecri-teria, waarderingsgrondslagen en de daaraan gerelateerde vereisten voor presentatie en toelichting); en hoe ze van toepassing zijn in de

Consultatie Vertaling ISA TM 540 De controle van schattingen en toelichtingen daarop

Koninklijke NBA 11

ra. A24–A25) c. Regulatory factors relevant to the entity’s accounting estimates, includ-

ing, when applicable, regulatory frameworks related to prudential super-vision. (Ref: Para. A26)

d. The nature of the accounting estimates and related disclosures that the auditor expects to be included in the entity’s financial statements, based on the auditor’s understanding of the matters in 13(a)–(c) above. (Ref: Para. A27)

The Entity’s Internal Control e. The nature and extent of oversight and governance that the entity has in

place over management’s financial reporting process relevant to ac-counting estimates. (Ref: Para. A28–A30).

f. How management identifies the need for, and applies, specialized skills or knowledge related to accounting estimates, including with respect to the use of a management’s expert. (Ref: Para. A31)

g. How the entity’s risk assessment process identifies and addresses risks relating to accounting estimates. (Ref: Para. A32–A33)

h. The entity’s information system as it relates to accounting estimates, including: i. The classes of transactions, events and conditions that are signifi-

cant to the financial statements and that give rise to the need for, or changes in, accounting estimates and related disclosures; and (Ref: Para. A34–A35)

ii. For such accounting estimates and related disclosures, how man-agement: a. Identifies the relevant methods, assumptions or sources of da-

ta, and the need for changes in them, that are appropriate in the context of the applicable financial reporting framework, includ-ing how management: (Ref: Para. A36–A37) i. Selects or designs, and applies, the methods used, including

the use of models; (Ref: Para. A38–A39) ii. Selects the assumptions to be used, including consideration

of alternatives, and identifies significant assumptions; and (Ref: Para. A40–A43)

iii. Selects the data to be used; (Ref: Para. A44) b. Understands the degree of estimation uncertainty, including

through considering the range of possible measurement out-comes; and (Ref: Para. A45)

context van de aard en omstandigheden van de entiteit en haar om-geving, inclusief hoe transacties en andere gebeurtenissen of om-standigheden onderhevig zijn aan of beïnvloed worden door inherente risicofactoren; (Zie Par. A24-A25)

c. regelgevingsfactoren die van belang zijn voor de schattingen van de entiteit, inclusief, indien van toepassing, regelgevingskaders in ver-band met prudentieel toezicht; (Zie Par. A26)

d. de aard van de schattingen en toelichtingen daarop waarvan de ac-countant verwacht dat die zijn opgenomen in de financiële overzich-ten van de entiteit, op basis van het inzicht van de accountant in de aangelegenheden in 13 (a) - (c) hierboven; (Zie Par. A27)

De interne beheersing van de entiteit e. de aard en omvang van toezicht en governance van de entiteit ten

aanzien van het financiële rapportageproces van het management met betrekking tot schattingen; (Zie Par. A28-A30).

f. hoe het management de behoefte aan gespecialiseerde vaardighe-den of kennis met betrekking tot schattingen identificeert en toepast, met inbegrip van het gebruikmaken van een deskundige ingeschakeld door het management; (Zie Par. A31)

g. hoe het risico-inschattingsproces van de entiteit risico's met betrek-king tot schattingen identificeert en erop inspeelt; (Zie Par. A32-A33)

h. het informatiesysteem van de entiteit dat betrekking heeft op schattin-gen, waaronder: i. de transactiestromen, gebeurtenissen en omstandigheden die

significant zijn voor de financiële overzichten en die aanleiding geven tot de noodzaak voor of wijzigingen in schattingen en toe-lichtingen daarop; en (Zie Par. A34-A35)

ii. voor dergelijke schattingen en toelichtingen daarop, hoe het ma-nagement: a. de relevante methoden, veronderstellingen of gegevensbron-

nen identificeert en de noodzaak voor veranderingen daarin, die passend zijn in de context van het van toepassing zijnde stelsel inzake financiële verslaggeving, inclusief hoe ma-nagement: (Zie Par. A36-A37) i. de gebruikte methoden selecteert of ontwerpt, en toepast,

inclusief het gebruik van modellen; (Zie Par. A38-A39) ii. de veronderstellingen selecteert die zullen worden ge-

bruikt, inclusief het overwegen van alternatieven, en signi-

Consultatie Vertaling ISA TM 540 De controle van schattingen en toelichtingen daarop

Koninklijke NBA 12

c. Addresses the estimation uncertainty, including selecting a point estimate and related disclosures for inclusion in the finan-cial statements. (Ref: Para.A46–A49)

i. Control activities relevant to the audit over management’s process for making accounting estimates as described in paragraph 13(h)(ii). (Ref: Para. A50–A54)

j. How management reviews the outcome(s) of previous accounting esti-mates and responds to the results of that review.

8 ISA 315 (Revised), paragraphs 3, 5–6, 9, 11–12, 15-17, and 20-21

ficante veronderstellingen identificeert; en (Zie Par. A40-A43)

iii. de gegevens selecteert die zullen worden gebruikt; (Zie Par. A44)

b. inzicht verwerft in de mate van schattingsonzekerheid, onder andere door het beschouwen van het interval van mogelijke waarderingsresultaten; en (Zie Par. A45)

c. de schattingsonzekerheid behandelt, onder andere bij het se-lecteren van een puntschatting en toelichtingen daarop voor opname in de financiële overzichten. (Zie Par. A46-A49)

i. interne beheersingsactiviteiten die relevant zijn voor de controle van het proces van het management voor het maken van schattingen zo-als beschreven in paragraaf 13(h)(ii). (Zie Par. A50-A54)

j. hoe het management de uitkomst(en) van eerdere schattingen beoor-deelt en reageert op de resultaten van die beoordeling.

8 Standaard 315, paragraaf 3, 5-6, 9, 11-12, 15-17 en 20-21.

14. The auditor shall review the outcome of previous accounting estimates, or, where applicable, their subsequent re-estimation to assist in identifying and assessing the risks of material misstatement in the current period. The audi-tor shall take into account the characteristics of the accounting estimates in determining the nature and extent of that review. The review is not intended to call into question judgments about previous period accounting estimates that were appropriate based on the information available at the time they were made. (Ref: Para. A55–A60)

De accountant dient de uitkomst van eerdere schattingen of, waar van toepassing, de daaropvolgende herschatting te beoordelen om te helpen bij het identificeren en inschatten van de risico's op een afwijking van materieel belang in de huidige verslagperiode. De accountant dient reke-ning te houden met de kenmerken van de schattingen bij het bepalen van de aard en reikwijdte van die beoordeling. Deze beoordeling is niet be-doeld om de in voorgaande verslagperioden gemaakte oordeelsvormin-gen, die waren gebaseerd op informatie die op dat moment beschikbaar was, ter discussie te stellen. (Zie Par. A55-A60)

15. With respect to accounting estimates, the auditor shall determine whether the engagement team requires specialized skills or knowledge to perform the risk assessment procedures, to identify and assess the risks of material misstatement, to design and perform audit procedures to respond to those risks, or to evaluate the audit evidence obtained. (Ref: Para. A61–A63)

Met betrekking tot schattingen dient de accountant te bepalen of het op-drachtteam gespecialiseerde vaardigheden of kennis nodig heeft om de risico-inschattingswerkzaamheden uit te voeren, om de risico’s op een afwijking van materieel belang te identificeren en in te schatten, om con-trolewerkzaamheden op te zetten en uit te voeren om op die risico’s in te spelen, of om de verkregen controle-informatie te evalueren. (Zie Par. A61-A63)

Identifying and Assessing the Risks of Material Misstatement Risico's op een afwijking van materieel belang identificeren en in-schatten

16. In identifying and assessing the risks of material misstatement relating to an Bij het identificeren en inschatten van de risico's op een afwijking van

Consultatie Vertaling ISA TM 540 De controle van schattingen en toelichtingen daarop

Koninklijke NBA 13

accounting estimate and related disclosures at the assertion level, as re-quired by ISA 315 (Revised),9 the auditor shall separately assess inherent risk and control risk. The auditor shall take the following into account in identifying the risks of material misstatement and in assessing inherent risk: (Ref: Para. A64–A71) a. The degree to which the accounting estimate is subject to estimation

uncertainty; and (Ref: Para. A72–A75) b. The degree to which the following are affected by complexity, subjectivi-

ty, or other inherent risk factors: (Ref: Para. A76–A79) i. The selection and application of the method, assumptions and data

in making the accounting estimate; or ii. The selection of management’s point estimate and related disclo-

sures for inclusion in the financial statements. 9 ISA 315 (Revised), paragraphs 25 and 26.

materieel belang in verband met een schatting en toelichtingen daarop op het niveau van beweringen, zoals vereist door Standaard 315 9, dient de accountant het inherente risico en het interne beheersingsrisico afzonder-lijk in te schatten. De accountant dient het volgende in aanmerking te nemen bij het identificeren van de risico's op een afwijking van materieel belang en bij het inschatten van inherent risico: (Zie Par. A64-A71) a. de mate waarin de schatting onderhevig is aan schattingsonzeker-

heid; en (Zie Par. A72-A75) b. de mate waarin het volgende wordt beïnvloed door complexiteit, sub-

jectiviteit of andere inherente risicofactoren: (Zie Par. A76-A79) i. de keuze en toepassing van de methode, veronderstellingen en

gegevens bij het maken van de schatting; of ii. De keuze van de puntschatting van het management en toelich-

tingen daarop voor opname in de financiële overzichten.

9 Standaard 315, paragraaf 25 en 26.

17. The auditor shall determine whether any of the risks of material misstate-ment identified and assessed in accordance with paragraph 16 are, in the auditor’s judgment, a significant risk.10 If the auditor has determined that a significant risk exists, the auditor shall obtain an understanding of the enti-ty’s controls, including control activities, relevant to that risk.11 (Ref: Para. A80) 10 ISA 315 (Revised), paragraph 27 11 ISA 315 (Revised), paragraph 29

De accountant dient vast te stellen of een van de risico's op een afwijking van materieel belang die in overeenstemming met paragraaf 16 is geïden-tificeerd en ingeschat, naar de oordeelsvorming van de accountant een significant risico is.10 Indien de accountant heeft vastgesteld dat er een significant risico bestaat, dient de accountant inzicht te verwerven in de interne beheersingsmaatregelen van de entiteit, inclusief interne beheer-singsactiviteiten, die relevant zijn voor dat risico.11 (Zie Par. A80) 10 Standaard 315, paragraaf 27. 11 Standaard 315, paragraaf 29.

Responses to the Assessed Risks of Material Misstatement Het inspelen op de ingeschatte risico’s op een afwijking van materi-eel belang

18. As required by ISA 330,12 the auditor’s further audit procedures shall be responsive to the assessed risks of material misstatement13 at the asser-tion level, considering the reasons for the assessment given to those risks. The auditor’s further audit procedures shall include one or more of the fol-lowing approaches: a. Obtaining audit evidence from events occurring up to the date of the

auditor’s report (see paragraph 21); b. Testing how management made the accounting estimate (see para-

graphs 22-27); or

Zoals vereist door Standaard 330,12 dienen de verdere controlewerk-zaamheden van de accountant in te spelen op de ingeschatte risico's op een afwijking van materieel belang13 op het niveau van beweringen, reke-ning houdend met de redenen voor de inschatting van deze risico's. De verdere controlewerkzaamheden van de accountant dienen één of meer van de volgende benaderingen te omvatten: a. verkrijgen van controle-informatie op grond van gebeurtenissen die

plaatsvinden tot de datum van de controleverklaring (Zie Par. 21); b. toetsen van de wijze waarop het management de schatting heeft ge-

Consultatie Vertaling ISA TM 540 De controle van schattingen en toelichtingen daarop

Koninklijke NBA 14

c. Developing an auditor’s point estimate or range (see paragraphs 28-29). The auditor’s further audit procedures shall take into account that the higher the assessed risk of material misstatement, the more persuasive the audit evidence needs to be.14 The auditor shall design and perform further audit procedures in a manner that is not biased towards obtaining audit evidence that may be corroborative or towards excluding audit evidence that may be contradictory. (Ref: Para. A81–A84) 12 ISA 330, paragraphs 6-15 and 18 13 ISA 330, paragraphs 6-7 and 21 14 ISA 330, paragraph 7(b)

maakt (Zie Par. 22-27); of c. als accountant zelf een puntschatting of interval ontwikkelen (Zie Par.

28-29). De verdere controlewerkzaamheden van de accountant dienen rekening te houden met het feit dat hoe hoger het ingeschatte risico op een afwij-king van materieel belang is, des te overtuigender de controle-informatie moet zijn.14 De accountant dient verdere controlewerkzaamheden op te zetten en uit te voeren op een wijze die geen tendentie toont naar het verkrijgen van controle-informatie die bevestigend kan zijn of naar het uitsluiten van controle-informatie die mogelijk tegenstrijdig is. (Zie Par. A81-A84) 12 Standaard 330, paragrafen 6-15 en 18. 13 Standaard 330, paragrafen 6-7 en 21. 14 Standaard 330, paragraaf 7(b).

19. As required by ISA 330,15 the auditor shall design and perform tests to ob-tain sufficient appropriate audit evidence as to the operating effectiveness of relevant controls, if: a. The auditor’s assessment of risks of material misstatement at the asser-

tion level includes an expectation that the controls are operating effec-tively; or

b. Substantive procedures alone cannot provide sufficient appropriate audit evidence at the assertion level.

In relation to accounting estimates, the auditor’s tests of such controls shall be responsive to the reasons for the assessment given to the risks of mate-rial misstatement. In designing and performing tests of controls, the auditor shall obtain more persuasive audit evidence the greater the reliance the auditor places on the effectiveness of a control.16 (Ref: Para. A85–A89) 15 ISA 330, paragraph 8 16 ISA 330, paragraph 9

Zoals vereist door Standaard 330,15 dient de accountant toetsingen op te zetten en uit te voeren om voldoende en geschikte controle-informatie te verkrijgen over de effectieve werking van de relevante interne beheer-singsmaatregelen, indien: a. de inschatting door de accountant van de risico’s op een afwijking van

materieel belang op het niveau van beweringen de verwachting omvat dat de interne beheersingsmaatregelen effectief werken; of

b. gegevensgerichte werkzaamheden alleen op het niveau van bewerin-gen niet voldoende en geschikte controle-informatie op het niveau van beweringen kunnen verschaffen.

Met betrekking tot schattingen dienen de door de accountant uitgevoerde toetsingen van dergelijke interne beheersingsmaatregelen in te spelen op de redenen voor de inschatting van de risico’s op een materiële afwijking. Bij het opzetten en uitvoeren van toetsingen van interne beheersings-maatregelen dient de accountant meer overtuigende controle-informatie te verkrijgen naarmate hij meer steunt op de effectiviteit van een interne beheersingsmaatregel.16 (Zie Par. A85-A89) 15 Standaard 330, paragraaf 8. 16 Standaard 330, paragraaf 9.

Consultatie Vertaling ISA TM 540 De controle van schattingen en toelichtingen daarop

Koninklijke NBA 15

20 For a significant risk relating to an accounting estimate, the auditor’s further audit procedures shall include tests of controls in the current period if the auditor plans to rely on those controls. When the approach to a significant risk consists only of substantive procedures, those procedures shall include tests of details.17 (Ref: Para. A90) 17 ISA 330, paragraphs 15 and 21

Voor een significant risico dat verband houdt met een schatting, dienen de verdere controlewerkzaamheden van de accountant toetsingen van inter-ne beheersingsmaatregelen in de lopende verslagperiode te omvatten, indien de accountant van plan is om op die interne beheersingsmaatrege-len te steunen. Wanneer de benadering van een significant risico alleen uit gegevensgerichte werkzaamheden bestaat, dienen deze werkzaam-heden detailcontroles te omvatten.17 (Zie Par. A90) 17 Standaard 330, paragraaf 15 en 21.

Obtaining Audit Evidence from Events Occurring up to the Date of the Audi-tor’s Report

Verkrijgen van controle-informatie van gebeurtenissen die plaatsvinden tot de datum van de controleverklaring

21. When the auditor’s further audit procedures include obtaining audit evi-dence from events occurring up to the date of the auditor’s report, the audi-tor shall evaluate whether such audit evidence is sufficient and appropriate to address the risks of material misstatement relating to the accounting es-timate, taking into account that changes in circumstances and other relevant conditions between the event and the measurement date may affect the relevance of such audit evidence in the context of the applicable financial reporting framework. (Ref: Para. A91–A93)

Wanneer de verdere controlewerkzaamheden van de accountant het ver-krijgen van controle-informatie omvatten van gebeurtenissen die plaats-vinden tot de datum van de controleverklaring, dient de accountant te evalueren of deze controle-informatie voldoende en geschikt is om op de risico’s op een afwijking van materieel belang met betrekking tot de schat-ting in te spelen. Hij houdt er rekening mee dat veranderingen in omstan-digheden en andere relevante condities tussen waarderingsdatum en de gebeurtenis van invloed kunnen zijn op de relevantie van dergelijke con-trole-informatie in de context van het van toepassing zijnde stelsel inzake financiële verslaggeving. (Zie Par. A91-A93)

Testing How Management Made the Accounting Estimate Toetsen van de wijze waarop het management de schatting heeft ge-maakt

22. When testing how management made the accounting estimate, the auditor’s further audit procedures shall include procedures, designed and performed in accordance with paragraphs 23 to 26, to obtain sufficient appropriate audit evidence regarding the risks of material misstatement relating to: (Ref: Para. A94) a. The selection and application of the methods, significant assumptions

and the data used by management in making the accounting estimate; and

b. How management selected the point estimate and developed related disclosures about estimation uncertainty.

Bij het toetsen van de wijze waarop het management de schatting heeft gemaakt, dienen de verdere controlewerkzaamheden van de accountant werkzaamheden te omvatten, opgezet en uitgevoerd in overeenstemming met de paragrafen 23 tot en met 26, om voldoende en geschikte controle-informatie te verkrijgen met betrekking tot de risico's op een afwijking van materieel belang in verband met: (Zie Par. A94) a. de keuze en toepassing van de methoden, significante veronderstel-

lingen en de gegevens die het management gebruikt bij het maken van de schatting; en

b. hoe het management de puntschatting selecteerde en toelichtingen daarop over schattingsonzekerheid ontwikkelde.

Methods Methoden

Consultatie Vertaling ISA TM 540 De controle van schattingen en toelichtingen daarop

Koninklijke NBA 16

23. In applying the requirements of paragraph 22, with respect to methods, the auditor’s further audit procedures shall address: a. Whether the method selected is appropriate in the context of the appli-

cable financial reporting framework, and, if applicable, changes from the method used in prior periods are appropriate; (Ref: Para. A95, A97)

b. Whether judgments made in selecting the method give rise to indicators of possible management bias; (Ref: Para. A96)

c. Whether the calculations are applied in accordance with the method and are mathematically accurate;

d. When management’s application of the method involves complex model-ling, whether judgments have been applied consistently and whether, when applicable: (Ref: Para. A98–A100) i. The design of the model meets the measurement objective of the

applicable financial reporting framework, is appropriate in the circum-stances, and, if applicable, changes from the prior period’s model are appropriate in the circumstances; and

ii. Adjustments to the output of the model are consistent with the meas-urement objective of the applicable financial reporting framework and are appropriate in the circumstances; and

e. Whether the integrity of the significant assumptions and the data has been maintained in applying the method. (Ref: Para. A101)

Bij de toepassing van de vereisten van paragaaf 22, met betrekking tot methoden, dienen de verdere controlewerkzaamheden van de accountant het volgende te behandelen: a. of de gekozen methode passend is in de context van het van toepas-

sing zijnde stelsel inzake financiële verslaggeving en, indien van toe-passing, of wijzigingen ten opzichte van de methode die in voorgaan-de verslagperioden is toegepast, geschikt zijn; (Zie Par. A95, A97)

b. of oordeelsvormingen die zijn gemaakt bij het selecteren van de me-thode aanleiding geven tot indicaties voor mogelijke tendentie bij het management; (Zie Par. A96)

c. of de berekeningen in overeenstemming met de methode worden toegepast en mathematisch nauwkeurig zijn;

d. wanneer de toepassing door het management van de methode com-plexe modellering met zich meebrengt, of oordeelsvormingen consis-tent zijn toegepast en, indien van toepassing, of: (Zie Par. A98-A100) i. de opzet van het model voldoet aan de waarderingsdoelstelling

van het van toepassing zijnde stelsel inzake financiële verslagge-ving, passend is in de omstandigheden en, indien van toepas-sing, of wijzigingen ten opzichte van het model uit de vorige ver-slagperiode passend zijn in de omstandigheden; en

ii. aanpassingen aan de output van het model consistent zijn met de waarderingsdoelstelling van het van toepassing zijnde stelsel in-zake financiële verslaggeving en geschikt zijn in de gegeven om-standigheden; en

e. of de integriteit van de significante veronderstellingen en de gegevens is gehandhaafd bij het toepassen van de methode. (Zie Par. A101)

Significant Assumptions Significante veronderstellingen

24. In applying the requirements of paragraph 22, with respect to significant assumptions, the auditor’s further audit procedures shall address: a. Whether the significant assumptions are appropriate in the context of the

applicable financial reporting framework, and, if applicable, changes from prior periods are appropriate; (Ref: Para. A95, A102-A103)

b. Whether judgments made in selecting the significant assumptions give rise to indicators of possible management bias; (Ref: Para. A96)

c. Whether the significant assumptions are consistent with each other and with those used in other accounting estimates, or with related assump-tions used in other areas of the entity’s business activities, based on the

Bij de toepassing van de vereisten van paragraaf 22, met betrekking tot significante veronderstellingen, dienen de verdere controlewerkzaamhe-den van de accountant het volgende te behandelen: a. of de significante veronderstellingen passend zijn in de context van

het van toepassing zijnde stelsel inzake financiële verslaggeving en, indien van toepassing, of wijzigingen ten opzichte van voorgaande verslagperioden passend zijn; (Zie Par. A95, A102-A103)

b. of oordeelsvormingen die zijn gemaakt bij het selecteren van de signi-ficante veronderstellingen aanleiding geven tot indicaties voor moge-lijke tendentie bij het management; (Zie Par. A96)

Consultatie Vertaling ISA TM 540 De controle van schattingen en toelichtingen daarop

Koninklijke NBA 17

auditor’s knowledge obtained in the audit; and (Ref: Para. A105) d. When applicable, whether management has the intent to carry out spe-

cific courses of action and has the ability to do so. (Ref: Para. A105)

c. of, op basis van de kennis van de accountant verkregen in de contro-le, de significante veronderstellingen consistent zijn met elkaar en met de veronderstellingen die gebruikt worden in andere schattingen, of met gerelateerde veronderstellingen die gebruikt worden in andere gebieden van de bedrijfsactiviteiten van de entiteit; en (Zie Par. A105)

d. indien van toepassing, of het management de intentie heeft om be-paalde handelingen uit te voeren en de mogelijkheid heeft dit ook ten uitvoer te brengen. (Zie Par. A105)

Data Gegevens

25. In applying the requirements of paragraph 22, with respect to data, the audi-tor’s further audit procedures shall address: a. Whether the data is appropriate in the context of the applicable financial

reporting framework, and, if applicable, changes from prior periods are appropriate (Ref: Para. A95, A106);

b. Whether judgments made in selecting the data give rise to indicators of possible management bias; and (Ref: Para. A96)

c. Whether the data is relevant and reliable in the circumstances; and (Ref: Para. A107)

d. Whether the data has been appropriately understood or interpreted by management, including with respect to contractual terms. (Ref: Para. A108)

Bij het toepassen van de vereisten van paragraaf 22, met betrekking tot gegevens, dienen de verdere controlewerkzaamheden van de accountant het volgende te behandelen: a. of de gegevens geschikt zijn in de context van het van toepassing

zijnde stelsel inzake financiële verslaggeving en, indien van toepas-sing, of wijzigingen ten opzichte van voorgaande verslagperioden passend zijn (Zie Par. A95, A106);

b. of oordeelsvormingen bij de keuze van de gegevens aanleiding geven tot indicaties voor mogelijke tendentie bij het management; en (Zie Par. A96)

c. of de gegevens relevant en betrouwbaar zijn in de omstandigheden; en (Zie Par. A107)

d. of de gegevens juist zijn begrepen of geïnterpreteerd door het ma-nagement, onder andere met betrekking tot contractuele voorwaar-den. (Zie Par. A108)

Management’s Selection of a Point Estimate and Related Disclosures about Estimation Uncertainty

De keuze van een puntschatting door het management en toelichtingen daarop over schattingsonzekerheid

26. In applying the requirements of paragraph 22, the auditor’s further audit procedures shall address whether, in the context of the applicable financial reporting framework, management has taken appropriate steps to: a. Understand estimation uncertainty; and (Ref: Para. A109) b. Address estimation uncertainty by selecting an appropriate point esti-

mate and by developing related disclosures about estimation uncertain-ty. (Ref: Para. A110–A114)

Bij de toepassing van de vereisten van paragraaf 22 dienen de verdere controlewerkzaamheden van de accountant te behandelen of, in de con-text van het van toepassing zijnde stelsel inzake financiële verslaggeving, het management passende stappen heeft ondernomen om: a. schattingsonzekerheid te begrijpen; en (Zie Par. A109) b. schattingsonzekerheid te behandelen door een geschikte puntschat-

ting te selecteren en door toelichtingen daarop over schattingsonze-kerheid te ontwikkelen. (Zie Par. A110-A114)

27. When, in the auditor’s judgment based on the audit evidence obtained, Wanneer, op grond van de oordeelsvorming van de accountant, op basis

Consultatie Vertaling ISA TM 540 De controle van schattingen en toelichtingen daarop

Koninklijke NBA 18

management has not taken appropriate steps to understand or address estimation uncertainty, the auditor shall: (Ref: Para. A115–A117) a. Request management to perform additional procedures to understand

estimation uncertainty or to address it by reconsidering the selection of management’s point estimate or considering providing additional disclo-sures relating to the estimation uncertainty, and evaluate management’s response(s) in accordance with paragraph 26;

b. If the auditor determines that management’s response to the auditor’s request does not sufficiently address estimation uncertainty, to the ex-tent practicable, develop an auditor’s point estimate or range in accord-ance with paragraphs 28-29; and

c. Evaluate whether a deficiency in internal control exists and, if so, com-municate in accordance with ISA 265.18

18 ISA 265, Communicating Deficiencies in Internal Control to Those Charged with Governance

and Management

van de verkregen controle-informatie, het management geen passende stappen heeft ondernomen om schattingsonzekerheid te begrijpen of te behandelen, dan dient de accountant: (Zie Par. A115-A117) a. het management te verzoeken om aanvullende werkzaamheden uit te

voeren om de schattingsonzekerheid te begrijpen of te behandelen door de keuze van de puntschatting door het management te her-overwegen of te overwegen aanvullende toelichtingen te verstrekken met betrekking tot de schattingsonzekerheid, en de reactie(s) van het management te evalueren in overeenstemming met paragraaf 26;

b. als de accountant vaststelt dat de reactie van het management op het verzoek van de accountant de schattingsonzekerheid onvoldoende adresseert, voor zover praktisch uitvoerbaar, zelf een puntschatting of interval te ontwikkelen overeenkomstig paragrafen 28 en 29; en

c. te evalueren of er een tekortkoming in de interne beheersing bestaat en, als dat het geval is, te communiceren in overeenstemming met Standaard 265.18

18 Standaard 265, Meedelen van tekortkomingen in de interne beheersing aan de met

governance belaste personen en het management.

Developing an Auditor’s Point Estimate or Range Als accountant zelf een puntschatting of interval ontwikkelen

28. When the auditor develops a point estimate or range to evaluate manage-ment’s point estimate and related disclosures about estimation uncertainty, including when required by paragraph 27(b), the auditor’s further audit pro-cedures shall include procedures to evaluate whether the methods, as-sumptions or data used are appropriate in the context of the applicable fi-nancial reporting framework. Regardless of whether the auditor uses man-agement’s or the auditor’s own methods, assumptions or data, these further audit procedures shall be designed and performed to address the matters in paragraphs 23-25. (Ref: Para. A118–A123)

Wanneer de accountant een puntschatting of interval ontwikkelt om de puntschatting en toelichtingen daarop van het management met betrek-king tot schattingsonzekerheid te evalueren, inclusief wanneer dit vereist is op grond van paragraaf 27 (b), dienen de verdere controlewerkzaam-heden van de accountant werkzaamheden te omvatten om te evalueren of de gebruikte methoden, veronderstellingen of gegevens passend zijn in de context van het van toepassing zijnde stelsel inzake financiële ver-slaggeving. Deze verdere controlewerkzaamheden dienen te worden opgezet en uitgevoerd om de aangelegenheden in de paragrafen 23-25 te behandelen, ongeacht of de accountant gebruik maakt van de eigen me-thoden, veronderstellingen of gegevens of van die van het management. (Zie Par. A118-A123)

29. If the auditor develops an auditor’s range, the auditor shall: a. Determine that the range includes only amounts that are supported by

sufficient appropriate audit evidence and have been evaluated by the auditor to be reasonable in the context of the measurement objectives and other requirements of the applicable financial reporting framework;

Als de accountant een interval ontwikkelt, dient de accountant: a. te bepalen dat het interval alleen bedragen bevat die worden onder-

steund door voldoende en geschikte controle-informatie en die door de accountant als redelijk werden beoordeeld in de context van de waarderingsdoelstellingen en andere vereisten van het van toepas-

Consultatie Vertaling ISA TM 540 De controle van schattingen en toelichtingen daarop

Koninklijke NBA 19

and (Ref: Para. A124–A125) b. Design and perform further audit procedures to obtain sufficient appro-

priate audit evidence regarding the assessed risks of material misstate-ment relating to the disclosures in the financial statements that describe the estimation uncertainty.

sing zijnde stelsel inzake financiële verslaggeving; en (Zie Par. A124-A125)

b. verdere controlewerkzaamheden op te zetten en uit te voeren om voldoende en geschikte controle-informatie te verkrijgen met betrek-king tot de ingeschatte risico’s op een afwijking van materieel belang die betrekking heeft op de toelichtingen in de financiële overzichten die de schattingsonzekerheid beschrijven.

Other Considerations Relating to Audit Evidence Andere overwegingen met betrekking tot controle-informatie

30. In obtaining audit evidence regarding the risks of material misstatement relating to accounting estimates, irrespective of the sources of information to be used as audit evidence, the auditor shall comply with the relevant requirements in ISA 500. When using the work of a management’s expert, the requirements in para-graphs 21-29 of this ISA may assist the auditor in evaluating the appropri-ateness of the expert’s work as audit evidence for a relevant assertion in accordance with paragraph 8(c) of ISA 500. In evaluating the work of the management’s expert, the nature, timing and extent of the further audit pro-cedures are affected by the auditor’s evaluation of the expert’s competence, capabilities and objectivity, the auditor’s understanding of the nature of the work performed by the expert, and the auditor’s familiarity with the expert’s field of expertise. (Ref: Para. A126–A132)

Bij het verkrijgen van controle-informatie met betrekking tot de risico’s op een afwijking van materieel belang gerelateerd aan schattingen, dient de accountant, ongeacht de informatiebronnen die zullen worden gebruikt als controle-informatie, te voldoen aan de relevante vereisten in Standaard 500. Wanneer de werkzaamheden van een door het management ingescha-kelde deskundige worden gebruikt, kunnen de vereisten in paragrafen 21 -29 van deze Standaard de accountant helpen bij het beoordelen van de geschiktheid van het werk van de deskundige als controle-informatie voor een relevante bewering overeenkomstig paragraaf 8(c) van Standaard 500. Bij het evalueren van het werk van de door het management inge-schakelde deskundige, worden de aard, timing en omvang van de verdere controlewerkzaamheden beïnvloed door de evaluatie door de accountant van de competentie, capaciteiten en objectiviteit van de deskundige, het inzicht van de accountant in de aard van het door de deskundige verrichte werk, en de bekendheid van de accountant met het expertisegebied van de deskundige. (Zie Par. A126-A132)

Disclosures Related to Accounting Estimates Toelichtingen met betrekking tot schattingen

31. The auditor shall design and perform further audit procedures to obtain suf-ficient appropriate audit evidence regarding the assessed risks of material misstatement at the assertion level for disclosures related to an accounting estimate, other than those related to estimation uncertainty addressed in paragraphs 26(b) and 29(b).

De accountant dient nadere controlewerkzaamheden op te zetten en uit te voeren om voldoende en geschikte controle-informatie te verkrijgen met betrekking tot de ingeschatte risico’s op een afwijking van materieel be-lang op het niveau van beweringen voor toelichtingen die verband houden met een schatting, anders dan die welke betrekking hebben op de schat-tingsonzekerheid geadresseerd in paragrafen 26(b) en 29(b).

Indicators of Possible Management Bias Indicaties voor mogelijke tendentie bij het management

32. The auditor shall evaluate whether judgments and decisions made by man- De accountant dient te evalueren of oordeelsvormingen en beslissingen

Consultatie Vertaling ISA TM 540 De controle van schattingen en toelichtingen daarop

Koninklijke NBA 20

agement in making the accounting estimates included in the financial statements, even if they are individually reasonable, are indicators of possi-ble management bias. When indicators of possible management bias are identified, the auditor shall evaluate the implications for the audit. Where there is intention to mislead, management bias is fraudulent in nature. (Ref: Para. A133–A136)

van het management bij het maken van schattingen die zijn opgenomen in de financiële overzichten, ook al zijn deze individueel beschouwd rede-lijk, indicaties vormen voor mogelijke tendentie bij het management. Wan-neer indicaties voor mogelijke tendentie bij het management worden ge-identificeerd, dient de accountant de implicaties voor de controle te evalu-eren. Als het de bedoeling is om te misleiden, is tendentie bij het ma-nagement frauduleus van aard. (Zie Par. A133-A136)

Overall Evaluation Based on Audit Procedures Performed Algehele evaluatie op basis van uitgevoerde controlewerkzaamhe-den

33. In applying ISA 330 to accounting estimates,19 the auditor shall evaluate, based on the audit procedures performed and audit evidence obtained, whether: (Ref: Para A137-A138) a. The assessments of the risks of material misstatement at the assertion

level remain appropriate, including when indicators of possible man-agement bias have been identified;

b. Management’s decisions relating to the recognition, measurement, presentation and disclosure of these accounting estimates in the finan-cial statements are in accordance with the applicable financial reporting framework; and

c. Sufficient appropriate audit evidence has been obtained. 19 ISA 330, paragraphs 25-26

Bij het toepassen van Standaard 330 op schattingen19 dient de accoun-tant op basis van de uitgevoerde controlewerkzaamheden en de verkre-gen controle-informatie te evalueren of: (Zie Par. A137-A138) a. de inschattingen van de risico’s op een afwijking van materieel belang

op het niveau van beweringen passend blijven, ook wanneer indica-ties voor mogelijke tendentie bij het management zijn geïdentificeerd;

b. de beslissingen van het management met betrekking tot de opname, waardering, presentatie en toelichting van deze schattingen in de fi-nanciële overzichten in overeenstemming zijn met het van toepassing zijnde stelsel inzake financiële verslaggeving; en

c. er voldoende en geschikte controle-informatie verkregen is.

19 Standaard 330, paragraaf 25-26.

34. In making the evaluation required by paragraph 33(c), the auditor shall take into account all relevant audit evidence obtained, whether corroborative or contradictory.20 If the auditor is unable to obtain sufficient appropriate audit evidence, the auditor shall evaluate the implications for the audit or the au-ditor’s opinion on the financial statements in accordance with ISA 705 (Re-vised).21

20 ISA 500, paragraph 11 21 ISA 705 (Revised), Modifications to the Opinion in the Independent Auditor’s Report

Bij het maken van de evaluatie vereist op grond van paragraaf 33 (c), dient de accountant rekening te houden met alle verkregen controle-informatie, zowel de bevestigende als de tegenstrijdige.20 Als de accoun-tant niet in staat is om voldoende en geschikte controle-informatie te ver-krijgen, dient de accountant de implicaties voor de controle of voor het oordeel van de accountant bij de financiële overzichten in overeenstem-ming met Standaard 705 te evalueren.21

20 Standaard 500, paragraaf 11. 21 Standaard 705, Aanpassingen van het oordeel in de controleverklaring van de onafhanke-

lijke accountant.

Determining Whether the Accounting Estimates are Reasonable or Misstat-ed

Bepalen of schattingen redelijk zijn of afwijken

Consultatie Vertaling ISA TM 540 De controle van schattingen en toelichtingen daarop

Koninklijke NBA 21

35. The auditor shall determine whether the accounting estimates and related disclosures are reasonable in the context of the applicable financial report-ing framework, or are misstated. ISA 45022 provides guidance on how the auditor may distinguish misstatements (whether factual, judgmental, or pro-jected) for the auditor’s evaluation of the effect of uncorrected misstate-ments on the financial statements. (Ref: Para. A12–A13, A139–A144) 22 ISA 450, paragraph A6

De accountant dient vast te stellen of de schattingen en toelichtingen daarop redelijk zijn in de context van het van toepassing zijnde stelsel inzake financiële verslaggeving, of dat zij een afwijking bevatten. Stan-daard 45022 verschaft leidraden over hoe de accountant afwijkingen (feite-lijke, inschattings- of geprojecteerde afwijkingen) kan onderscheiden voor de evaluatie van het effect van niet-gecorrigeerde afwijkingen op de fi-nanciële overzichten door de accountant. (Zie Par. A12-A13, A139-A144) 22 Standaard 450, paragraaf A6.

36. In relation to accounting estimates, the auditor shall evaluate: a. In the case of a fair presentation framework, whether management has

included disclosures, beyond those specifically required by the frame-work, that are necessary to achieve the fair presentation of the financial statements as a whole;23 or

b. In the case of a compliance framework, whether the disclosures are those that are necessary for the financial statements not to be mislead-ing.24

23 See also ISA 700 (Revised), paragraph 14. 24 See also ISA 700 (Revised), paragraph 19.

Met betrekking tot schattingen dient de accountant te evalueren: a. bij een getrouw-beeld-stelsel, of het management toelichtingen heeft

opgenomen die verder gaan dan die welke specifiek door het stelsel worden vereist, die noodzakelijk zijn om de getrouwe weergave van de financiële overzichten als geheel te vormen;23 of

b. bij een compliance-stelsel, of de nodige toelichtingen opgenomen zijn om de financiële overzichten niet misleidend te maken.24

23 Zie ook Standaard 700, paragraaf 14. 24 Zie ook Standaard 700, paragraaf 19.

Written Representations Schriftelijke bevestigingen

37. The auditor shall request written representations from management25 and, when appropriate, those charged with governance about whether the meth-ods, significant assumptions and the data used in making the accounting estimates and the related disclosures are appropriate to achieve recogni-tion, measurement or disclosure that is in accordance with the applicable financial reporting framework. The auditor shall also consider the need to obtain representations about specific accounting estimates, including in relation to the methods, assumptions, or data used. (Ref: Para. A145) 25 ISA 580, Written Representations

De accountant dient schriftelijke bevestigingen van het management25 en, in voorkomend geval, de met governance belaste personen te vragen of de methoden, significante veronderstellingen en de gegevens die worden gebruikt bij het maken van de schattingen en toelichtingen daarop ge-schikt zijn om opname, waardering of toelichting te verkrijgen die in over-eenstemming is met het van toepassing zijnde stelsel inzake financiële verslaggeving. De accountant dient ook te overwegen of het nodig is om bevestigingen te verkrijgen over specifieke schattingen, inclusief over de gebruikte methoden, veronderstellingen of gegevens. (Zie Par. A145) 25 Standaard 580, Schriftelijke bevestigingen.

Communication with Those Charged With Governance, Management, or Other Relevant Parties

Communicatie met de met governance belaste personen, het ma-nagement of andere relevante partijen

38. In applying ISA 260 (Revised)26 and ISA 265,27 the auditor is required to communicate with those charged with governance or management about

Bij de toepassing van Standaard 26026 en Standaard 26527 is het vereist dat de accountant communiceert met de met governance belaste perso-

Consultatie Vertaling ISA TM 540 De controle van schattingen en toelichtingen daarop

Koninklijke NBA 22

certain matters, including significant qualitative aspects of the entity’s ac-counting practices and significant deficiencies in internal control, respective-ly. In doing so, the auditor shall consider the matters, if any, to communicate regarding accounting estimates and take into account whether the reasons given to the risks of material misstatement relate to estimation uncertainty, or the effects of complexity, subjectivity or other inherent risk factors in mak-ing accounting estimates and related disclosures. In addition, in certain circumstances, the auditor is required by law or regulation to communicate about certain matters with other relevant parties, such as regulators or pru-dential supervisors. (Ref: Para. A146–A148) 26 ISA 260 (Revised), Communication with Those Charged with Governance, paragraph 16(a) 27 ISA 265, paragraph 9

nen of management over bepaalde aangelegenheden, waaronder signifi-cante kwalitatieve aspecten van de praktijken van de entiteit inzake admi-nistratieve verwerking en significante tekortkomingen in de interne be-heersing. Hierbij dient de accountant te overwegen eventuele aangele-genheden betreffende schattingen te communiceren, en rekening te hou-den met de vraag of de redenen van de risico’s op een afwijking van ma-terieel belang betrekking hebben op schattingsonzekerheid, of de effecten van complexiteit, subjectiviteit of andere inherente risicofactoren bij het maken van schattingen en toelichtingen daarop. Daarnaast is in bepaalde omstandigheden de accountant op grond van wet of regelgeving verplicht om over bepaalde aangelegenheden te communiceren met andere rele-vante partijen, zoals regelgevers of (prudentiële) toezichthouders. (Zie Par. A146-A148) 26 Standaard 260, Communicatie met de met governance belaste personen, paragraaf

16(a). 27 Standaard 265, paragraaf 9.

Documentation Documentatie

39. The auditor shall include in the audit documentation:28 (Ref: Para. A149–A152) a. Key elements of the auditor’s understanding of the entity and its envi-

ronment, including the entity’s internal control related to the entity’s ac-counting estimates;

b. The linkage of the auditor’s further audit procedures with the assessed risks of material misstatement at the assertion level,29 taking into ac-count the reasons (whether related to inherent risk or control risk) given to the assessment of those risks;

c. The auditor’s response(s) when management has not taken appropriate steps to understand and address estimation uncertainty;

d. Indicators of possible management bias related to accounting estimates, if any, and the auditor’s evaluation of the implications for the audit, as required by paragraph 32; and

e. Significant judgments relating to the auditor's determination of whether the accounting estimates and related disclosures are reasonable in the context of the applicable financial reporting framework, or are misstated.

28 ISA 230, Audit Documentation, paragraphs 8-11, A6, A7 and A10 29 ISA 330, paragraph 28(b)

De accountant dient in de controledocumentatie op te nemen: 28 (Zie Par. A149-A152) a. kernelementen van het inzicht van de accountant in de entiteit en

haar omgeving, inclusief de interne beheersing van de entiteit met be-trekking tot de schattingen van de entiteit;

b. de koppeling van de verdere controlewerkzaamheden van de accoun-tant met de ingeschatte risico’s op een afwijking van materieel belang op het niveau van beweringen29, rekening houdend met de redenen (in verband met inherent risico of intern beheersingsrisico) die aan de inschatting van die risico's zijn verbonden;

c. de reactie van de accountant (s) wanneer het management geen passende stappen heeft ondernomen om schattingsonzekerheid te begrijpen en te behandelen;

d. indicaties voor mogelijke tendentie bij het management in verband met eventuele schattingen en de evaluatie door de accountant van de implicaties voor de controle, zoals vereist op grond van paragraaf 32; en

e. significante oordeelsvormingen met betrekking tot de vaststelling door de accountant of de schattingen en toelichtingen daarop redelijk zijn in de context van het van toepassing zijnde stelsel inzake financiële

Consultatie Vertaling ISA TM 540 De controle van schattingen en toelichtingen daarop

Koninklijke NBA 23

verslaggeving, of dat zij een afwijking bevatten. 28 Standaard 230, Controledocumentatie, paragraaf 8-11, A6, A7 en A10. 29 Standaard 330, paragraaf 28(b).

***

Application and Other Explanatory Material Toepassingsgerichte en overige verklarende teksten Nature of Accounting Estimates (Ref: Para. 2) De aard van schattingen (Zie Par. 2)

Examples of Accounting Estimates Voorbeelden van schattingen

A1. Examples of accounting estimates related to classes of transactions, ac-count balances and disclosures include:

Inventory obsolescence.

Depreciation of property and equipment.

Valuation of infrastructure assets.

Valuation of financial instruments.

Outcome of pending litigation.

Provision for expected credit losses.

Valuation of insurance contract liabilities.

Warranty obligations.

Employee retirement benefits liabilities.

Share-based payments.

Fair value of assets or liabilities acquired in a business combination, including the determination of goodwill and intangible assets.

Impairment of long-lived assets or property or equipment held for dis-posal.

Non-monetary exchanges of assets or liabilities between independent parties.

Revenue recognized for long-term contracts.

Voorbeelden van schattingen met betrekking tot transactiestromen, reke-ningsaldi en toelichtingen omvatten:

incourantheid van voorraden;

afschrijving van gebouwen en installaties;

waardering van infrastructuur;

waardering van financiële instrumenten;

uitkomst van lopende rechtszaken;

voorziening voor verwachte kredietverliezen;

waardering van verplichtingen van verzekeringscontracten;

garantieverplichtingen;

verplichtingen voor personeelspensioenen;

op aandelen gebaseerde betalingen;

reële waarde van activa of verplichtingen verworven in een bedrijfs-combinatie, inclusief de bepaling van goodwill en immateriële activa;

bijzondere waardevermindering van activa met een lange levensduur of gebouwen en installaties die zullen worden vervreemd;

niet-monetaire ruil van activa of verplichtingen tussen onafhankelijke partijen;

opbrengsten verantwoord voor langetermijncontracten.

Methods Methoden

A2. A method is a measurement technique used by management to make an accounting estimate in accordance with the required measurement basis. For example, one recognized method used to make accounting estimates relating to share-based payment transactions is to determine a theoretical option call price using the Black-Scholes option pricing formula. A method is applied using a computational tool or process, sometimes referred to as a model, and involves applying assumptions and data and taking into account

Een methode is een waarderingstechniek die door het management wordt gebruikt om een schatting te maken in overeenstemming met de vereiste waarderingsgrondslag. Een erkende methode die bijvoorbeeld wordt ge-bruikt voor het maken van schattingen met betrekking tot op aandelen gebaseerde betalingstransacties, is om een theoretische call optie prijs te bepalen met behulp van de formule van Black-Scholes voor prijsbepaling van opties . Een methode wordt toegepast met behulp van een rekentool

Consultatie Vertaling ISA TM 540 De controle van schattingen en toelichtingen daarop

Koninklijke NBA 24

a set of relationships between them. of -proces, soms ook wel een model genoemd, en houdt in dat veronder-stellingen en gegevens worden toegepast, rekening houdend met een aantal onderlinge relaties.

Assumptions and Data Veronderstellingen en gegevens

A3. Assumptions involve judgments based on available information about mat-ters such as the choice of an interest rate, a discount rate, or judgments about future conditions or events. An assumption may be selected by man-agement from a range of appropriate alternatives. Assumptions that may be made or identified by a management’s expert become management’s as-sumptions when used by management in making an accounting estimate.

Veronderstellingen brengen oordeelsvormingen met zich mee gebaseerd op beschikbare informatie over aangelegenheden zoals de keuze van een rentevoet, een disconteringsvoet of oordeelsvormingen over toekomstige omstandigheden of gebeurtenissen. Een veronderstelling kan door het management worden geselecteerd uit een interval van geschikte alterna-tieven. Veronderstellingen die kunnen worden gemaakt of geïdentificeerd door een deskundige ingeschakeld door het management, worden de veronderstellingen van het management wanneer deze door het ma-nagement worden gebruikt bij het maken van een schatting.

A4. For purposes of this ISA, data is information that can be obtained through direct observation or from a party external to the entity. Information obtained by applying analytical or interpretive techniques to data is referred to as derived data when such techniques have a well-established theoretical ba-sis and therefore less need for management judgment. Otherwise, such information is an assumption.

Voor de doeleinden van deze Standaard zijn gegevens informatie die kan worden verkregen door directe waarneming of van een partij buiten de entiteit. Informatie verkregen door het toepassen van analytische of inter-pretatieve technieken op gegevens worden afgeleide gegevens genoemd wanneer dergelijke technieken een goed gevestigde theoretische basis hebben en daardoor minder behoefte hebben aan oordeelsvorming van het management. Anders is dergelijke informatie een veronderstelling.

A5. Examples of data include:

Prices agreed in market transactions;

Operating times or quantities of output from a production machine;

Historical prices or other terms included in contracts, such as a con-tracted interest rate, a payment schedule, and term included in a loan agreement;

Forward-looking information such as economic or earnings forecasts obtained from an external information source, or

A future interest rate determined using interpolation techniques from forward interest rates (derived data).

Voorbeelden van gegevens zijn:

overeengekomen prijzen bij markttransacties;

operationele tijden of hoeveelheden output van een productiemachi-ne;

historische prijzen of andere voorwaarden die zijn opgenomen in con-tracten, zoals een contractueel vastgelegde rentevoet, een betalings-schema en een looptijd die is opgenomen in een leningsovereen-komst;

toekomstgerichte informatie, zoals economische of winstverwachtin-gen verkregen van een externe informatiebron, of

een toekomstige rentevoet bepaald met behulp van interpolatietech-nieken uit termijnrentevoeten (afgeleide gegevens).

A6. Data can come from a wide range of sources. For example, data can be:

Generated within the organization or externally;

Gegevens kunnen afkomstig zijn van een breed scala aan bronnen. Ge-gevens kunnen bijvoorbeeld zijn:

Consultatie Vertaling ISA TM 540 De controle van schattingen en toelichtingen daarop

Koninklijke NBA 25

Obtained from a system that is either within or outside the general or subsidiary ledgers;

Observable in contracts; or

Observable in legislative or regulatory pronouncements.

gegenereerd binnen de organisatie of daarbuiten;

verkregen uit een systeem dat zich binnen of buiten het grootboek of subgrootboeken bevindt;

waarneembaar in contracten; of

waarneembaar in uitspraken van wet- of regelgever.

Scalability (Ref: Para. 3) Schaalbaarheid (Zie Par. 3)

A7. Examples of paragraphs that include guidance on how the requirements of this ISA can be scaled include paragraphs A20–A22, A63, A67, en A84.

Voorbeelden van paragrafen die leidraden bevatten over hoe de vereisten van deze Standaard schaalbaar kunnen worden gemaakt, zijn de paragra-fen A20-A22, A63, A67 en A84.

Key Concepts of This ISA Belangrijke uitgangspunten van deze Standaard

Inherent Risk Factors (Ref: Para. 4) Inherente risicofactoren (Zie Par. 4)

A8. Inherent risk factors are characteristics of conditions and events that may affect the susceptibility of an assertion to misstatement, before considera-tion of controls. Appendix 1 further explains the nature of these inherent risk factors, and their inter-relationships, in the context of making accounting estimates and their presentation in the financial statements.

Inherente risicofactoren zijn kenmerken van omstandigheden en gebeur-tenissen die de vatbaarheid van een bewering voor een afwijking kunnen beïnvloeden, voordat interne beheersingsmaatregelen worden overwo-gen. In bijlage 1 wordt de aard van deze inherente risicofactoren en hun onderlinge relaties nader toegelicht in de context van het maken van schattingen en de presentatie ervan in de financiële overzichten.

A9. In addition to the inherent risk factors of estimation uncertainty, complexity or subjectivity, other inherent risk factors that the auditor may consider in identifying and assessing the risks of material misstatement may include the extent to which the accounting estimate is subject to, or affected by:

Change in the nature or circumstances of the relevant financial state-ment items, or requirements of the applicable financial reporting frame-work which may give rise to the need for changes in the method, as-sumptions or data used to make the accounting estimate.

Susceptibility to misstatement due to management bias or fraud in mak-ing the accounting estimate.

In aanvulling op de inherente risicofactoren van schattingsonzekerheid, complexiteit of subjectiviteit, kunnen er andere inherente risicofactoren die de accountant kan overwegen bij het identificeren en beoordelen van de risico’s op een afwijking van materieel belang. Deze kunnen de mate om-vatten waarin de schatting onderhevig is aan, of beïnvloed wordt door:

verandering in de aard of omstandigheden van de relevante elemen-ten in de financiële overzichten, of vereisten van het van toepassing zijnde stelsel inzake financiële verslaggeving die aanleiding kunnen geven voor de noodzaak om wijzigingen in de methode, veronderstel-lingen of gegevens die zijn gebruikt om de schatting te maken.

vatbaarheid voor afwijkingen als gevolg van tendentie bij het ma-nagement of fraude bij het maken van de schatting.

Control Risk (Ref: Para. 6) Interne beheersingsrisico (Zie Par. 6)

A10. An important consideration for the auditor in assessing control risk at the assertion level is the effectiveness of the design of the controls that the auditor intends to rely on and the extent to which the controls address the assessed inherent risks at the assertion level. The auditor’s evaluation that

Een belangrijke overweging voor de accountant bij het inschatten van het interne beheersingsrisico op het niveau van beweringen is de effectiviteit van de opzet van de interne beheersingsmaatregelen waarop de accoun-tant voornemens is te steunen en de mate waarin de interne beheer-

Consultatie Vertaling ISA TM 540 De controle van schattingen en toelichtingen daarop

Koninklijke NBA 26

controls are effectively designed and have been implemented supports an expectation about the operating effectiveness of the controls in determining whether to test them.

singsmaatregelen de geëvalueerde inherente risico's op het niveau van beweringen behandelen. De evaluatie van de accountant dat de interne beheersingsmaatregelen effectief zijn opgezet en zijn geïmplementeerd, ondersteunt een verwachting over de effectieve werking van de interne beheersingsmaatregelen bij het bepalen of ze moeten worden getoetst.

Professional Skepticism (Ref: Para. 8) Professioneel-kritische instelling (Zie Par. 8)

A11. Paragraphs A60, A95, A96, A137 and A139 are examples of paragraphs that describe ways in which the auditor can exercise professional skepti-cism. Paragraph A152 provides guidance on ways in which the auditor’s exercise of professional skepticism may be documented, and includes ex-amples of specific paragraphs in this ISA for which documentation may provide evidence of the exercise of professional skepticism.

De paragrafen A60, A95, A96, A137 en A139 zijn voorbeelden van para-grafen die beschrijven hoe de accountant een professioneel-kritische instelling kan toepassen. Paragraaf A152 geeft een leidraad voor manie-ren waarop de door de accountant toegepaste professioneel-kritische instelling kan worden gedocumenteerd en bevat voorbeelden van speci-fieke paragrafen in deze Standaard waarvoor documentatie bewijs kan verschaffen over de uitoefening van een professioneel-kritische instelling.

Concept of “Reasonable” (Ref: Para. 9, 35) Het begrip ‘Redelijk’ (Zie Par. 9, 35)

A12. Other considerations that may be relevant to the auditor’s consideration of whether the accounting estimates and related disclosures are reasonable in the context of the applicable financial reporting framework include whether:

The data and assumptions used in making the accounting estimate are consistent with each other and with those used in other accounting es-timates or areas of the entity’s business activities; and

The accounting estimate takes into account appropriate information as required by the applicable financial reporting framework.

Andere overwegingen die relevant kunnen zijn voor de overweging door de accountant of de schattingen en toelichtingen daarop redelijk zijn in de context van het van toepassing zijnde stelsel inzake financiële verslagge-ving, omvatten of:

de gegevens en veronderstellingen die worden gebruikt bij het maken van de schatting, consistent zijn met elkaar en met die welke gebruikt worden in andere schattingen of gebieden van de bedrijfsactiviteiten van de entiteit; en

de schatting rekening houdt met de juiste informatie zoals vereist door het van toepassing zijnde stelsel inzake financiële verslaggeving.

A13. The term “applied appropriately” as used in paragraph 9 means in a manner that not only complies with the requirements of the applicable financial re-porting framework but, in doing so, reflects judgments that are consistent with the objective of the measurement basis in that framework.

De term ‘op passende wijze toegepast’ zoals gebruikt in paragraaf 9 bete-kent de toepassing op een manier die niet alleen voldoet aan de vereisten van het van toepassing zijnde stelsel inzake financiële verslaggeving, maar ook oordeelsvormingen weerspiegelt die consistent zijn met de doelstelling van de waarderingsgrondslag in dat stelsel.

Definitions Definities

Accounting Estimate (Ref: Para. 12(a)) Schattingen (Zie Par. 12(a))

A14. Accounting estimates are monetary amounts that may be related to classes of transactions or account balances recognized or disclosed in the financial statements. Accounting estimates also include monetary amounts included

Schattingen zijn bedragen die betrekking kunnen hebben op transactie-stromen of rekeningsaldi die zijn opgenomen of toegelicht in de financiële overzichten. Schattingen omvatten ook bedragen die zijn opgenomen in

Consultatie Vertaling ISA TM 540 De controle van schattingen en toelichtingen daarop

Koninklijke NBA 27

in disclosures or used to make judgments about recognition or disclosure relating to a class of transactions or account balance.

de toelichtingen of die worden gebruikt om oordeelsvormingen te maken over de opname of toelichting met betrekking tot een transactiestroom of rekeningsaldo.

Auditor’s Point Estimate or Auditor’s Range (Ref: Para. 12(b)) Puntschatting van de accountant of interval van de accountant (Zie Par. 12(b))

A15. An auditor’s point estimate or range may be used to evaluate an accounting estimate directly (for example, an impairment provision or the fair value of different types of financial instruments), or indirectly (for example, an amount to be used as a significant assumption for an accounting estimate). A similar approach may be taken by the auditor in developing an amount or range of amounts in evaluating a non-monetary item of data or an assump-tion (for example, an estimated useful life of an asset).

Een puntschatting of interval van de accountant kan worden gebruikt om een schatting direct te evalueren (bijvoorbeeld een voorziening voor bij-zondere waardevermindering of de reële waarde van verschillende soor-ten financiële instrumenten), of indirect (bijvoorbeeld een bedrag dat zal worden gebruikt als een significante veronderstelling voor een schatting). Een vergelijkbare benadering kan door de accountant worden gevolgd bij het ontwikkelen van een bedrag of een interval van bedragen bij het eva-lueren van een niet-monetair element of een veronderstelling (bijvoor-beeld een geschatte gebruiksduur van een actief).

Estimation Uncertainty (Ref: Para. 12(c)) Schattingsonzekerheid (Zie Par. 12(c))

A16. Not all accounting estimates are subject to a high degree of estimation un-certainty. For example, some financial statement items may have an active and open market that provides readily available and reliable information on the prices at which actual exchanges occur. However, estimation uncertain-ty may exist even when the valuation method and data are well defined. For example, valuation of securities quoted on an active and open market at the listed market price may require adjustment if the holding is significant or is subject to restrictions in marketability. In addition, general economic circum-stances prevailing at the time, for example, illiquidity in a particular market, may impact estimation uncertainty.

Niet alle schattingen zijn onderhevig aan een hoge mate van schattings-onzekerheid. Sommige elementen in de financiële overzichten kunnen bijvoorbeeld een actieve en open markt hebben die direct beschikbare en betrouwbare informatie biedt over de prijzen waartegen actuele transac-ties plaatsvinden. Er kan echter schattingsonzekerheid bestaan, zelfs als de waarderingsmethode en gegevens goed gedefinieerd zijn. Bijvoor-beeld, de waardering van effecten genoteerd op een actieve en open markt tegen de genoteerde marktprijs kan een aanpassing vereisen als de participatie significant is of aan beperkingen van de verhandelbaarheid onderhevig is. Bovendien kunnen algemene economische omstandighe-den die op dat moment golden, bijvoorbeeld illiquiditeit op een bepaalde markt, de schattingsonzekerheid beïnvloeden.

Management Bias (Ref: Para. 12(d)) Tendentie bij het management(Zie Par. 12(d))

A17. Financial reporting frameworks often call for neutrality, that is, freedom from bias. Estimation uncertainty gives rise to subjectivity in making an account-ing estimate. The presence of subjectivity gives rise to the need for judg-ment by management and the susceptibility to unintentional or intentional management bias (for example, as a result of motivation to achieve a de-sired profit target or capital ratio). The susceptibility of an accounting esti-mate to management bias increases with the extent to which there is sub-

Financiële verslaggevingsstelsels vereisen vaak neutraliteit, dat wil zeg-gen afwezigheid van tendentie. Schattingsonzekerheid leidt tot subjectivi-teit bij het maken van een schatting. De aanwezigheid van subjectiviteit leidt tot de noodzaak van oordeelsvorming van het management en de vatbaarheid voor onopzettelijke of opzettelijke tendentie bij het manage-ment (bijvoorbeeld als gevolg van motivatie om een gewenst winstdoel of kapitaalratio te bereiken). De vatbaarheid van een schatting voor tenden-

Consultatie Vertaling ISA TM 540 De controle van schattingen en toelichtingen daarop

Koninklijke NBA 28

jectivity in making the accounting estimate. tie bij het management neemt toe naarmate er meer subjectiviteit is bij het maken van de schatting.

Outcome of an Accounting Estimate (Ref: Para. 12(f)) Uitkomst van een schatting (Zie Par. 12(f))

A18. Some accounting estimates, by their nature, do not have an outcome that is relevant for the auditor’s work performed in accordance with this ISA. For example, an accounting estimate may be based on perceptions of market participants at a point in time. Accordingly, the price realized when an asset is sold or a liability is transferred may differ from the related accounting es-timate made at the reporting date because, with the passage of time, the market participants’ perceptions of value have changed.

Sommige schattingen hebben vanwege hun aard geen uitkomst die rele-vant is voor de werkzaamheden van de accountant die worden uitgevoerd in overeenstemming met deze Standaard. Een schatting kan bijvoorbeeld gebaseerd zijn op percepties van marktdeelnemers op een bepaald tijd-stip. Dienovereenkomstig kan de prijs die wordt gerealiseerd wanneer een actief wordt verkocht of een verplichting wordt overgedragen, verschillen van de gerelateerde schatting die op de verslagdatum is gemaakt, omdat in de loop van de tijd de percepties van waarde van marktdeelnemers zijn veranderd.

Risk Assessment Procedures and Related Activities Risico-inschattingswerkzaamheden en daarmee verband houdende werkzaamheden

Obtaining an Understanding of the Entity and Its Environment (Ref: Para. 13)

Inzicht verwerven in de entiteit en haar omgeving (Zie Par. 13)

A19. Paragraphs 11–24 of ISA 315 (Revised) require the auditor to obtain an understanding of certain matters about the entity and its environment, in-cluding the entity’s internal control. The requirements in paragraph 13 of this ISA relate more specifically to accounting estimates and build on the broad-er requirements in ISA 315 (Revised).

Paragrafen 11-24 van Standaard 315 vereisen dat de accountant inzicht verwerft in bepaalde aangelegenheden betreffende de entiteit en haar omgeving, inclusief de interne beheersing van de entiteit. De vereisten in paragraaf 13 van deze Standaard hebben meer specifiek betrekking op schattingen en bouwen voort op de bredere vereisten in Standaard 315.

Scalability Schaalbaarheid

A20. The nature, timing and extent of the auditor’s procedures to obtain the un-derstanding of the entity and its environment, including the entity’s internal control, related to the entity’s accounting estimates, may depend, to a greater or lesser degree, on the extent to which the individual matter(s) apply in the circumstances. For example, the entity may have few transac-tions or other events and conditions that give rise to the need for accounting estimates, the applicable financial reporting requirements may be simple to apply, and there may be no relevant regulatory factors. Further, the ac-counting estimates may not require significant judgments, and the process for making the accounting estimates may be less complex. In these circum-stances, the accounting estimates may be subject to or affected by estima-tion uncertainty, complexity, subjectivity, or other inherent risk factors to a lesser degree and there may be fewer controls relevant to the audit. If so,

De aard, timing en omvang van de werkzaamheden van de accountant om inzicht te verwerven in de entiteit en haar omgeving, inclusief de inter-ne beheersing van de entiteit, in verband met de schattingen van de enti-teit, kunnen in meer of mindere mate afhangen van de mate waarin de individuele aangelegenhe(i)d(en) van toepassing zijn in de omstandighe-den. De entiteit kan bijvoorbeeld weinig transacties of andere gebeurte-nissen en omstandigheden hebben die aanleiding geven tot de behoefte aan schattingen, de van toepassing zijnde financiële rapportage-vereisten kunnen eenvoudig toe te passen zijn en er kunnen geen relevante regel-gevingsfactoren zijn. Verder vereisen de schattingen mogelijk geen signi-ficante oordeelsvormingen en is het proces voor het maken van de schat-tingen mogelijk minder ingewikkeld. In deze omstandigheden kunnen de schattingen in mindere mate onderhevig zijn aan of beïnvloed worden

Consultatie Vertaling ISA TM 540 De controle van schattingen en toelichtingen daarop

Koninklijke NBA 29

the auditor’s risk assessment procedures are likely to be less extensive and may be obtained primarily through inquiries of management with appropri-ate responsibilities for the financial statements and simple walk-throughs of management’s process for making the accounting estimate.

door schattingsonzekerheid, complexiteit, subjectiviteit of andere inheren-te risicofactoren en kunnen er minder interne beheersingsmaatregelen zijn die relevant zijn voor de controle. Indien dit het geval is, zijn de risico-inschattingswerkzaamheden van de accountant waarschijnlijk minder uitgebreid en kunnen deze allereerst worden verkregen door verzoeken om inlichtingen bij het management met passende verantwoordelijkheden voor de financiële overzichten en eenvoudige lijncontroles van het proces van het management voor het maken van de schatting.

A21. By contrast, the accounting estimates may require significant judgments by management, and the process for making the accounting estimates may be complex and involve the use of complex models. In addition, the entity may have a more sophisticated information system, and more extensive controls over accounting estimates. In these circumstances, the accounting esti-mates may be subject to or affected by estimation uncertainty, subjectivity, complexity or other inherent risk factors to a greater degree. If so, the na-ture or timing of the auditor’s risk assessment procedures are likely to be different, or be more extensive, than in the circumstances in paragraph A20.

Daarentegen kunnen de schattingen significante oordeelsvormingen van het management vereisen, en het proces voor het maken van de schat-tingen kan complex zijn en het gebruik van complexe modellen inhouden. Bovendien kan de entiteit een geavanceerder informatiesysteem hebben en uitgebreidere interne beheersingsmaatregelen op schattingen. In deze omstandigheden kunnen de schattingen in grotere mate onderhevig zijn aan of worden beïnvloed door schattingsonzekerheid, subjectiviteit, com-plexiteit of andere inherente risicofactoren. Indien dit het geval is, zal de aard of timing van de risico-inschattingswerkzaamheden van de accoun-tant waarschijnlijk anders zijn of uitgebreider zijn dan in de omstandighe-den in paragraaf A20.

A22. The following considerations may be relevant for entities with only simple businesses, which may include many smaller entities:

Processes relevant to accounting estimates may be uncomplicated be-cause the business activities are simple or the required estimates may have a lesser degree of estimation uncertainty.

Accounting estimates may be generated outside of the general and sub-sidiary ledgers, controls over their development may be limited, and an owner-manager may have significant influence over their determination. The owner-manager’s role in making the accounting estimates may need to be taken into account by the auditor both when identifying the risks of material misstatement and when considering the risk of man-agement bias.

De volgende overwegingen kunnen relevant zijn voor entiteiten met alleen eenvoudige bedrijfsactiviteiten, waaronder mogelijk veel kleinere entitei-ten:

processen die relevant zijn voor schattingen kunnen ongecompliceerd zijn omdat de bedrijfsactiviteiten eenvoudig zijn of de vereiste schat-tingen een kleinere mate van schattingsonzekerheid kunnen hebben.

er kunnen schattingen worden gegenereerd buiten het grootboek en de subgrootboeken, interne beheersingsmaatregelen over hun ont-wikkeling kan beperkt zijn en een eigenaar-bestuurder kan een signifi-cante invloed hebben op hun vaststelling. Het kan noodzakellijk zijn voor de accountant dat rekening wordt gehouden met de rol van de eigenaar-bestuurder bij het maken van de schattingen, zowel bij het onderkennen van de risico’s op een afwijking van materieel belang als bij het beschouwen van het risico van tendentie bij het management.

The Entity and Its Environment De entiteit en haar omgeving

The entity’s transactions and other events and conditions (Ref: Para. 13(a)) Transacties en andere gebeurtenissen en omstandigheden van de entiteit

Consultatie Vertaling ISA TM 540 De controle van schattingen en toelichtingen daarop

Koninklijke NBA 30

(Zie Par. 13(a))

A23. Changes in circumstances that may give rise to the need for, or changes in, accounting estimates may include, for example, whether:

The entity has engaged in new types of transactions;

Terms of transactions have changed; or

New events or conditions have occurred.

Wijzigingen in omstandigheden die aanleiding kunnen geven tot de nood-zaak van, of veranderingen in, schattingen kunnen bijvoorbeeld omvatten:

de entiteit heeft zich beziggehouden met nieuwe soorten transacties;

transactievoorwaarden zijn gewijzigd; of

er hebben nieuwe gebeurtenissen of omstandigheden plaatsgevon-den.

The requirements of the applicable financial reporting framework (Ref: Para. 13(b))

De vereisten van het van toepassing zijnde stelsel inzake financiële ver-slaggeving (Zie Par. 13(b))

A24. Obtaining an understanding of the requirements of the applicable financial reporting framework provides the auditor with a basis for discussion with management and, where applicable, those charged with governance about how management has applied those requirements relevant to the account-ing estimates, and about the auditor’s determination of whether they have been applied appropriately. This understanding also may assist the auditor in communicating with those charged with governance when the auditor considers a significant accounting practice that is acceptable under the ap-plicable financial reporting framework not to be the most appropriate in the circumstances of the entity.30

30 ISA 260 (Revised), paragraph 16(a)

Het verwerven van inzicht in de vereisten van het van toepassing zijnde stelsel inzake financiële verslaggeving biedt de accountant een basis voor bespreking met het management en, waar van toepassing, de met gover-nance belaste personen over hoe het management die vereisten heeft toegepast die relevant zijn voor de schattingen, en over de vaststelling door de accountant of ze op passende wijze zijn toegepast. Dit inzicht kan de accountant ook helpen bij het communiceren met de met governance belaste personen wanneer de accountant een significante praktijk inzake administratieve verwerking beschouwt die aanvaardbaar is in het van toepassing zijnde stelsel voor financiële verslaggeving, maar niet de meest geschikte is in de omstandigheden van de entiteit.30 30 Standaard 260, paragraaf 16(a).

A25. In obtaining this understanding, the auditor may seek to understand wheth-er:

The applicable financial reporting framework: o Prescribes certain criteria for the recognition, or methods for the

measurement of accounting estimates; o Specifies certain criteria that permit or require measurement at a

fair value, for example, by referring to management’s intentions to carry out certain courses of action with respect to an asset or liabil-ity; or

o Specifies required or suggested disclosures, including disclosures concerning judgments, assumptions, or other sources of estimation uncertainty relating to accounting estimates; and

Changes in the applicable financial reporting framework require chang-es to the entity’s accounting policies relating to accounting estimates.

Bij het verwerven van dit inzicht kan de accountant proberen te begrijpen of:

het van toepassing zijnde stelsel inzake financiële verslaggeving: o bepaalde criteria voorschrijft voor de opname, of methoden voor

de waardering van schattingen; o bepaalde criteria specificeert die toestaan of vereisen dat waar-

dering tegen een reële waarde plaatsvindt, bijvoorbeeld door te verwijzen naar de intenties van het management om bepaalde handelingen uit te voeren met betrekking tot een actief of ver-plichting; of

o de vereiste of voorgestelde toelichtingen specificeert, inclusief toelichtingen over oordeelsvormingen, veronderstellingen of an-dere bronnen van schattingsonzekerheid met betrekking tot schattingen; en

Consultatie Vertaling ISA TM 540 De controle van schattingen en toelichtingen daarop

Koninklijke NBA 31

wijzigingen in het van toepassing zijnde stelsel inzake financiële ver-slaggeving vereisen wijzigingen in de grondslagen voor financiële verslaggeving van de entiteit met betrekking tot schattingen.

Regulatory factors (Ref: Para. 13(c)) Regelgevingsfactoren (Zie Par. 13(c))

A26. Obtaining an understanding of regulatory factors, if any, that are relevant to accounting estimates may assist the auditor in identifying applicable regula-tory frameworks (for example, regulatory frameworks established by pru-dential supervisors in the banking or insurance industries) and in determin-ing whether such regulatory framework(s):

Addresses conditions for the recognition, or methods for the measure-ment, of accounting estimates, or provides related guidance thereon;

Specifies, or provides guidance about, disclosures in addition to the requirements of the applicable financial reporting framework;

Provides an indication of areas for which there may be a potential for management bias to meet regulatory requirements; or

Contains requirements for regulatory purposes that are not consistent with requirements of the applicable financial reporting framework, which may indicate potential risks of material misstatement. For example, some regulators may seek to influence minimum levels for expected credit loss provisions that exceed those required by the applicable fi-nancial reporting framework.

Het verwerven van inzicht in eventuele regelgevingsfactoren die relevant zijn voor schattingen kan de accountant helpen bij het identificeren van toepasselijke regelgevingskaders (bijvoorbeeld regelgevingskaders vast-gesteld door prudentiële toezichthouders in de bank- of verzekeringssec-tor) en bij het bepalen of een dergelijk regelgevingskader(s):

voorwaarden behandelt voor de opname, of methoden voor de waar-dering van schattingen, of daaraan gerelateerde leidraden verstrekt;

leidraden specificeert of verstrekt over toelichtingen naast de vereis-ten van het van toepassing zijnde stelsel inzake financiële verslagge-ving;

een indicatie geeft van gebieden waar mogelijk een tendentie bij het management bestaat om aan de wettelijke vereisten te voldoen; of

vereisten bevat voor regelgevingsdoeleinden die niet consistent zijn met de vereisten van het van toepassing zijnde stelsel inzake financi-ele verslaggeving, die kunnen wijzen op mogelijke risico’s op een af-wijking van materieel belang. Sommige regelgevers of toezichthou-ders kunnen bijvoorbeeld proberen om de minimale niveaus voor verwachte kredietvoorzieningen te beïnvloeden die verder gaan dan die degenen die vereist zijn door het van toepassing zijnde stelsel in-zake financiële verslaggeving.

The nature of the accounting estimates and related disclosures that the auditor expects to be included in the financial statements (Ref: Para. 13(d))

De aard van de schattingen en toelichtingen daarop waarvan de accoun-tant verwacht dat deze worden opgenomen in de financiële overzichten (Zie Par. 13(d))

A27. Obtaining an understanding of the nature of accounting estimates and relat-ed disclosures that the auditor expects to be included in the entity’s financial statements assists the auditor in understanding the measurement basis of such accounting estimates and the nature and extent of disclosures that may be relevant. Such an understanding provides the auditor with a basis for discussion with management about how management makes the ac-counting estimates.

Het verwerven van inzicht in de aard van de schattingen en toelichtingen daarop waarvan de accountant verwacht dat deze worden opgenomen in de financiële overzichten van de entiteit, helpt de accountant bij het be-grijpen van de waarderingsgrondslagen voor dergelijke schattingen en de aard en omvang van de toelichtingen die relevant kunnen zijn. Een derge-lijk begrip verschaft de accountant een basis voor discussie met het ma-nagement over hoe het management de schattingen maakt.

The Entity’s Internal Control Relevant to the Audit De interne beheersing van de entiteit die relevant is voor de controle

Consultatie Vertaling ISA TM 540 De controle van schattingen en toelichtingen daarop

Koninklijke NBA 32

The nature and extent of oversight and governance (Ref: Para. 13(e)) De aard en omvang van toezicht en governance (Zie Par. 13(e))

A28. In applying ISA 315 (Revised),31 the auditor’s understanding of the nature and extent of oversight and governance that the entity has in place over management’s process for making accounting estimates may be important to the auditor’s required evaluation as it relates to whether:

Management, with the oversight of those charged with governance, has created and maintained a culture of honesty and ethical behavior; and

The strengths in the control environment elements collectively provide an appropriate foundation for the other components of internal control and whether those other components are undermined by deficiencies in the control environment.

31 ISA 315 (Revised), paragraph 14

Bij toepassing van Standaard 315 31 kan het inzicht van de accountant in de aard en omvang van toezicht en governance die de entiteit heeft ten aanzien van het proces van het management voor het maken van schat-tingen, van belang zijn voor de vereiste evaluatie door de accountant, aangezien deze betrekking heeft op de vraag of:

management, met het toezicht van de met governance belaste perso-nen, een cultuur van eerlijkheid en ethisch gedrag gecreëerd en ge-handhaafd heeft; en

de sterke punten in de elementen van de interne beheersingsomge-ving samen een geschikte basis vormen voor de andere componen-ten van interne beheersing en of die andere componenten worden ondermijnd door tekortkomingen in de interne beheersingsomgeving.

31 Standaard 315, paragraaf 14.

A29. The auditor may obtain an understanding of whether those charged with governance:

Have the skills or knowledge to understand the characteristics of a par-ticular method or model to make accounting estimates, or the risks re-lated to the accounting estimate, for example, risks related to the meth-od or information technology used in making the accounting estimates;

Have the skills and knowledge to understand whether management made the accounting estimates in accordance with the applicable finan-cial reporting framework;

Are independent from management, have the information required to evaluate on a timely basis how management made the accounting es-timates, and the authority to call into question management’s actions when those actions appear to be inadequate or inappropriate;

Oversee management’s process for making the accounting estimates, including the use of models; or

Oversee the monitoring activities undertaken by management. This may include supervision and review procedures designed to detect and cor-rect any deficiencies in the design or operating effectiveness of controls over the accounting estimates.

De accountant kan inzicht verwerven in de vraag of de met governance belaste personen:

beschikken over de vaardigheden of kennis om de kenmerken van een bepaalde methode of model om schattingen te maken te begrij-pen, of de risico's die verband houden met de schatting, bijvoorbeeld risico's gerelateerd aan de methode of informatietechnologie die wordt gebruikt bij het maken van de schattingen;

beschikken over de vaardigheden en kennis om te begrijpen of het management de schattingen heeft gemaakt in overeenstemming met het van toepassing zijnde stelsel inzake financiële verslaggeving;

onafhankelijk zijn van het management, over de informatie beschik-ken die nodig is om tijdig te evalueren hoe het management de schat-tingen heeft gemaakt, en de autoriteit om de acties van het manage-ment ter discussie te stellen wanneer deze acties ontoereikend of on-gepast lijken;

toezicht houden op het proces van het management voor het maken van schattingen, inclusief het gebruik van modellen; of

toezicht houden op de monitoringactiviteiten van het management. Dit kan toezicht- en beoordelingswerkzaamheden omvatten die zijn op-gezet om eventuele tekortkomingen in opzet of effectieve werking van interne beheersingsmaatregelen ten opzichte van de schattingen te detecteren en te corrigeren.

Consultatie Vertaling ISA TM 540 De controle van schattingen en toelichtingen daarop

Koninklijke NBA 33

A30. Obtaining an understanding of the oversight by those charged with govern-ance may be important when there are accounting estimates that:

Require significant judgment by management to address subjectivity;

Have high estimation uncertainty;

Are complex to make, for example, because of the extensive use of information technology, large volumes of data or the use of multiple da-ta sources or assumptions with complex interrelationships;

Had, or ought to have had, a change in the method, assumptions or data compared to previous periods; or

Involve significant assumptions.

Het verwerven van inzicht in het toezicht door de met governance belaste personen kan belangrijk zijn wanneer er schattingen zijn die:

een significante oordeelsvorming van het management vereisen om de subjectiviteit te behandelen;

hoge schattingsonzekerheid hebben;

complex zijn om te maken, bijvoorbeeld vanwege het uitgebreide gebruik van informatietechnologie, grote hoeveelheden gegevens of het gebruik van meerdere gegevensbronnen of veronderstellingen met complexe onderlinge relaties;

een verandering in de methode, veronderstellingen of gegevens had-den of hadden moeten hebben in vergelijking met voorgaande ver-slagperioden; of

significante veronderstellingen met zich meebrengen.

Management’s application of specialized skills or knowledge, including the use of management’s experts (Ref: Para. 13(f))

De toepassing van gespecialiseerde vaardigheden of kennis door het management, inclusief het gebruik van deskundigen ingeschakeld door het management (Zie Par. 13(f))

A31. The auditor may consider whether the following circumstances increase the likelihood that management needs to engage an expert:32

The specialized nature of the matter requiring estimation, for example, the accounting estimate may involve measurement of mineral or hydro-carbon reserves in extractive industries or the evaluation of the likely outcome of applying complex contractual terms.

The complex nature of the models required to apply the relevant re-quirements of the applicable financial reporting framework, as may be the case in certain measurements, such as level 3 fair values.33

The unusual or infrequent nature of the condition, transaction or event requiring an accounting estimate.

32 ISA 500, paragraph 8

33 See, for example, International Financial Reporting Standard (IFRS) 13, Fair Value Meas-

urement.

De accountant kan overwegen of de volgende omstandigheden de waar-schijnlijkheid vergroten dat het management een deskundige moet in-schakelen:32

de gespecialiseerde aard van de aangelegenheid die moet worden geschat, bijvoorbeeld de schatting kan de waardering

van reserves van delfstoffen of koolwaterstoffen in winningsindustrie-en inhouden of de evaluatie van de waarschijnlijke uitkomst van het toepassen van complexe contractuele voorwaarden.

de complexe aard van de modellen die vereist zijn om de relevante vereisten van het van toepassing zijnde stelsel inzake financiële ver-slaggeving toe te passen, zoals het geval kan zijn bij bepaalde waar-deringen, zoals niveau 3 reële waarden33.

het ongebruikelijke of niet-frequente karakter van de voorwaarde, transactie of gebeurtenis waarvoor een schatting vereist is.

32 Standaard 500, paragraaf 8. 33 Zie bijvoorbeeld International Financial Reporting Standard (IFRS) 13, Waardering tegen

reële waarde.

Consultatie Vertaling ISA TM 540 De controle van schattingen en toelichtingen daarop

Koninklijke NBA 34

The entity’s risk assessment process (Ref: Para. 13(g)) Het risico-inschattingsproces van de entiteit (Zie Par. 13(g))

A32. Understanding how the entity’s risk assessment process identifies and ad-dresses risks relating to accounting estimates may assist the auditor in con-sidering changes in:

The requirements of the applicable financial reporting framework related to the accounting estimates;

The availability or nature of data sources that are relevant to making the accounting estimates or that may affect the reliability of the data used;

The entity’s information system or IT environment; and

Key personnel.

Inzicht in hoe het risico-inschattingsproces van de entiteit risico's met betrekking tot schattingen identificeert en erop inspeelt, kan de accoun-tant helpen bij het beoordelen van wijzigingen in:

de vereisten van het van toepassing zijnde stelsel inzake financiële verslaggeving met betrekking tot de schattingen;

de beschikbaarheid of aard van gegevensbronnen die relevant zijn voor het maken van de schattingen of die van invloed kunnen zijn op de betrouwbaarheid van de gebruikte gegevens;

het informatiesysteem van de entiteit of de IT-omgeving; en

personeel op sleutelposities.

A33. Matters that the auditor may consider in obtaining an understanding of how management identified and addresses the susceptibility to misstatement due to management bias or fraud in making accounting estimates, include whether and, if so, how management:

Pays particular attention to selecting or applying the methods, assump-tions and data used in making accounting estimates.

Monitors key performance indicators that may indicate unexpected or inconsistent performance compared with historical or budgeted perfor-mance or with other known factors.

Identifies financial or other incentives that may be a motivation for bias.

Monitors the need for changes in the methods, significant assumptions or the data used in making accounting estimates.

Establishes appropriate oversight and review of models used in making accounting estimates.

Requires documentation of the rationale for, or an independent review of, significant judgments made in making accounting estimates.

Aangelegenheden die de accountant in overweging kan nemen bij het verwerven van inzicht in de wijze waarop het management de vatbaar-heid voor afwijkingen als gevolg van tendentie bij het management of fraude bij het maken van schattingen identificeert en behandelt, omvatten of, en zo ja, de wijze waarop het management:

bijzondere aandacht besteedt aan het selecteren of toepassen van de methoden, veronderstellingen en gegevens die worden gebruikt bij het maken van schattingen;

belangrijke prestatie-indicatoren monitort die kunnen wijzen op on-verwachte of inconsistente prestaties in vergelijking met historische of gebudgetteerde prestaties of met andere bekende factoren;

financiële of andere prikkels identificeert die een motivatie voor ten-dentie kunnen zijn;

de noodzaak van wijzigingen in de methoden, significante veronder-stellingen of de gegevens die worden gebruikt bij het maken van schattingen monitort;

zorgt voor passend toezicht op en toetsing van modellen die worden gebruikt bij het maken van schattingen;

documentatie vereist van de beweegredenen voor, of een onafhanke-lijke beoordeling van, significante oordeelsvormingen die zijn gemaakt bij het maken van schattingen.

The entity’s information system relating to accounting estimates (Ref: Para. 13(h)(ii))

Het informatiesysteem van de entiteit met betrekking tot schattingen (Zie Par. 13(h)(ii))

A34. The classes of transactions, events and conditions within the scope of par- De transactiestromen, gebeurtenissen en omstandigheden die binnen het

Consultatie Vertaling ISA TM 540 De controle van schattingen en toelichtingen daarop

Koninklijke NBA 35

agraph 13(h) are the same as the classes of transactions, events and condi-tions relating to accounting estimates and related disclosures that are sub-ject to paragraphs 18(a) and (d) of ISA 315 (Revised). In obtaining the un-derstanding of the entity’s information system as it relates to accounting estimates, the auditor may consider:

Whether the accounting estimates arise from the recording of routine and recurring transactions or whether they arise from non-recurring or unusual transactions.

How the information system addresses the completeness of accounting estimates and related disclosures, in particular for accounting estimates related to liabilities.

toepassingsgebied van paragraaf 13(h) vallen, zijn dezelfde als de trans-actiestromen, gebeurtenissen en omstandigheden die betrekking hebben op schattingen en toelichtingen daarop volgens paragraaf 18(a) en (d) van Standaard 315. Bij het verwerven van inzicht in het informatiesysteem van de entiteit met betrekking tot schattingen, kan de accountant overwe-gen:

of de schattingen voortvloeien uit de registratie van routinematige en terugkerende transacties of dat ze voortvloeien uit eenmalige of on-gebruikelijke transacties;

hoe het informatiesysteem de volledigheid van schattingen en toelich-tingen daarop behandelt, in het bijzonder voor schattingen met be-trekking tot verplichtingen.

A35. During the audit, the auditor may identify classes of transactions, events and conditions that give rise to the need for accounting estimates and relat-ed disclosures that management failed to identify. ISA 315 (Revised) deals with circumstances where the auditor identifies risks of material misstate-ment that management failed to identify, including determining whether there is a significant deficiency in internal control with regard to the entity’s risk assessment process.34

34 ISA 315 (Revised), paragraph 17

Tijdens de controle kan de accountant categorieën van transacties, ge-beurtenissen en omstandigheden identificeren die aanleiding geven tot de behoefte aan schattingen en toelichtingen daarop die het management niet heeft geidentificeerd. Standaard 315 gaat over omstandigheden waarbij de accountant de risico’s op een afwijking van materieel belang identificeert die het management niet heeft geidentificeerd, inclusief het bepalen of er een significante tekortkoming in de interne beheersing is met betrekking tot het risico-inschattingsproces van de entiteit.34

34 Standaard 315, paragraaf 17.

Management’s identification of the relevant methods, assumptions and sources of data (Ref: Para. 13(h)(ii)(a))

De identificatie van de relevante methoden, veronderstellingen en gege-vensbronnen door het management (Zie Par. 13(h)(ii)(a))

A36. If management has changed the method for making an accounting esti-mate, considerations may include whether the new method is, for example, more appropriate, is itself a response to changes in the environment or cir-cumstances affecting the entity, or to changes in the requirements of the applicable financial reporting framework or regulatory environment, or whether management has another valid reason.

Als het management de methode voor het maken van een schatting heeft gewijzigd, kunnen overwegingen of de nieuwe methode bijvoorbeeld meer geschikt is omvatten of:

de nieuwe methode inspeelt op veranderingen in de omgeving of omstandigheden die van invloed zijn op de entiteit;

de nieuwe methode inspeelt op wijzigingen in de vereisten van het van toepassing zijnde stelsels voor financiële verslaggeving of regel-gevingskader;

dat het management een andere geldige reden heeft.

A37. If management has not changed the method for making an accounting es- Als het management de methode voor het maken van een schatting niet

Consultatie Vertaling ISA TM 540 De controle van schattingen en toelichtingen daarop

Koninklijke NBA 36

timate, considerations may include whether the continued use of the previ-ous methods, assumptions and data is appropriate in view of the current environment or circumstances.

heeft gewijzigd, kunnen overwegingen omvatten of het voortgezette ge-bruik van de eerdere methoden, veronderstellingen en gegevens geschikt is in het licht van de huidige omgeving of omstandigheden.

Methods (Ref: Para. 13(h)(ii)(a)(i)) Methoden (Zie Par. 13(h)(ii)(a)(i))

A38. The applicable financial reporting framework may prescribe the method to be used in making an accounting estimate. In many cases, however, the applicable financial reporting framework does not prescribe a single meth-od, or the required measurement basis prescribes, or allows, the use of alternative methods.

Het van toepassing zijnde stelsel inzake financiële verslaggeving kan de methode voorschrijven die moet worden gebruikt bij het maken van een schatting. In veel gevallen schrijft het van toepassing zijnde stelsel voor financiële verslaggeving echter geen enkele methode voor, of schrijft de vereiste waarderingsgrondslag alternatieve methoden voor of staat deze grondslag het gebruik daarvan toe.

Models Modellen

A39. Management may design and implement specific controls around models used for making accounting estimates, whether management’s own model or an external model. When the model itself has an increased level of com-plexity or subjectivity, such as an expected credit loss model or a fair value model using level 3 inputs, controls that address such complexity or subjec-tivity may be more likely to be identified as relevant to the audit. When com-plexity in relation to models is present, controls over data integrity are also more likely to be relevant to the audit. Factors that may be appropriate for the auditor to consider in obtaining an understanding of the model and of control activities relevant to the audit include the following:

How management determines the relevance and accuracy of the model;

The validation or back testing of the model, including whether the model is validated prior to use and revalidated at regular intervals to determine whether it remains suitable for its intended use. The entity’s validation of the model may include evaluation of: o The model’s theoretical soundness; o The model’s mathematical integrity; and o The accuracy and completeness of the data and the appropriate-

ness of data and assumptions used in the model;

How the model is appropriately changed or adjusted on a timely basis for changes in market or other conditions and whether there are appro-priate change control policies over the model;

Whether adjustments, also referred to as overlays in certain industries, are made to the output of the model and whether such adjustments are appropriate in the circumstances in accordance with the requirements of

Het management kan specifieke interne beheersingsmaatregelen opzet-ten en implementeren rond modellen die worden gebruikt voor het maken van schattingen, ongeacht of het een eigen model van het management of een extern model betreft. Wanneer het model zelf een verhoogde mate van complexiteit of subjectiviteit heeft, zoals een verwacht kredietverlies-model of een reële-waarde model met gebruik van niveau 3-inputs, kun-nen interne beheersingsmaatregelen die dergelijke complexiteit of subjec-tiviteit behandelen waarschijnlijk eerder worden geïdentificeerd als rele-vant voor de controle. Wanneer complexiteit met betrekking tot modellen aanwezig is, zijn interne beheersingsmaatregelen op gegevensintegriteit waarschijnlijk ook relevanter voor de controle. Factoren die geschikt kun-nen zijn voor de accountant om rekening mee te houden bij het verwerven van inzicht in het model en in de interne beheersingsactiviteiten die rele-vant zijn voor de controle, zijn onder meer:

hoe het management de relevantie en nauwkeurigheid van het model bepaalt;

de validatie of back-testing van het model, inclusief of het model vóór gebruik is gevalideerd en met regelmatige tussenpozen opnieuw is gevalideerd om te bepalen of het nog steeds geschikt is voor het be-oogde gebruik. De validatie van het model door de entiteit kan een evaluatie omvatten van: o de theoretische deugdelijkheid van het model; o de wiskundige integriteit van het model; en o de nauwkeurigheid en volledigheid van de gegevens en de ge-

schiktheid van gegevens en veronderstellingen die in het model

Consultatie Vertaling ISA TM 540 De controle van schattingen en toelichtingen daarop

Koninklijke NBA 37

the applicable financial reporting framework. When the adjustments are not appropriate, such adjustments may be indicators of possible man-agement bias; and

Whether the model is adequately documented, including its intended applications, limitations, key parameters, required data and assump-tions, the results of any validation performed on it and the nature of, and basis for, any adjustments made to its output.

worden gebruikt;

de wijze waarop het model op passende wijze tijdig wordt gewijzigd of aangepast voor veranderingen in markt- of andere omstandigheden en of er passende beleidslijnen voor de beheersing van wijzigingen van het model bestaan;

of aanpassingen, ook overlays genoemd in bepaalde sectoren, wor-den gemaakt aan de output van het model en of dergelijke aanpas-singen geschikt zijn in de omstandigheden in overeenstemming met de vereisten van het van toepassing zijnde stelsel inzake financiële verslaggeving. Wanneer de aanpassingen niet passend zijn, kunnen dergelijke aanpassingen indicaties zijn voor mogelijke tendentie bij het management; en

of het model voldoende gedocumenteerd is, inclusief de beoogde toepassingen, beperkingen, belangrijke parameters, vereiste gege-vens en veronderstellingen, de resultaten van elke uitgevoerde valida-tie ervan en de aard van en basis voor eventuele aanpassingen aan de output.

Assumptions (Ref: Para. 13(h)(ii)(a)(ii)) Veronderstellingen (Zie Par. 13(h)(ii)(a)(ii))

A40. Matters that the auditor may consider in obtaining an understanding of how management selected the assumptions used in making the accounting es-timates include, for example:

The basis for management’s selection and the documentation support-ing the selection of the assumption. The applicable financial reporting framework may provide criteria or guidance to be used in the selection of an assumption.

How management assesses whether the assumptions are relevant and complete.

When applicable, how management determines that the assumptions are consistent with each other, with those used in other accounting es-timates or areas of the entity’s business activities, or with other matters that are: o Within the control of management (for example, assumptions about

the maintenance programs that may affect the estimation of an as-set’s useful life), and whether they are consistent with the entity’s business plans and the external environment; and

o Outside the control of management (for example, assumptions about interest rates, mortality rates or potential judicial or regulatory

Aangelegenheden die de accountant in overweging kan nemen bij het verwerven van inzicht in hoe het management de veronderstellingen heeft geselecteerd die zijn gebruikt bij het maken van de schattingen, omvatten bijvoorbeeld:

de basis voor de keuze van het management en de documentatie ter ondersteuning van de keuze van de veronderstelling. Het van toepas-sing zijnde stelsel inzake financiële verslaggeving kan criteria of leid-raden bevatten die zullen worden gebruikt bij de keuze van een ver-onderstelling;

de wijze waarop het management beoordeelt of de veronderstellingen relevant en volledig zijn;

indien van toepassing, hoe het management bepaalt dat de veronder-stellingen consistent zijn met elkaar, met die welke gebruikt worden in andere schattingen of gebieden van de bedrijfsactiviteiten van de enti-teit, of met andere aangelegenheden die: o binnen de invloed van het management zijn (bijvoorbeeld veron-

derstellingen over de onderhoudsprogramma's die van invloed kunnen zijn op de schatting van de gebruiksduur van een actief) en of deze consistent zijn met de bedrijfsplannen van de entiteit

Consultatie Vertaling ISA TM 540 De controle van schattingen en toelichtingen daarop

Koninklijke NBA 38

actions).

The requirements of the applicable financial reporting framework related to the disclosure of assumptions.

en de externe omgeving; en o buiten de invloed van het management zijn (bijvoorbeeld veron-

derstellingen over rentevoeten, sterftecijfers of mogelijke gerech-telijke of toezichthoudende maatregelen).

de vereisten van het van toepassing zijnde stelsel inzake financiële verslaggeving met betrekking tot het toelichten van veronderstellin-gen.

A41. With respect to fair value accounting estimates, assumptions vary in terms of the sources of the data and the basis for the judgments to support them, as follows: a. Those that reflect what marketplace participants would use in pricing an

asset or liability, developed based on market data obtained from sources independent of the reporting entity.

b. Those that reflect the entity’s own judgments about what assumptions marketplace participants would use in pricing the asset or liability, de-veloped based on the best data available in the circumstances.

In practice, however, the distinction between (a) and (b) may not always be apparent and distinguishing between them depends on understanding the sources of data and the basis for the judgments that support the assump-tion. Further, it may be necessary for management to select from a number of different assumptions used by different marketplace participants.

Met betrekking tot schattingen van reële waarde, verschillen de veronder-stellingen afhankelijk van de bronnen van de gegevens en de basis voor de oordeelsvormingen om ze te ondersteunen, als volgt: a. die welke weergeven wat marktpartijen zouden gebruiken bij het be-

palen van de prijs van een actief of verplichting, ontwikkeld op basis van marktgegevens verkregen van bronnen die onafhankelijk zijn van de rapporterend entiteit;

b. die welke de eigen oordeelsvormingen van de entiteit weergeven over welke veronderstellingen marktpartijen zouden gebruiken bij het be-palen van de prijs van het actief of de verplichting, ontwikkeld op ba-sis van de beste gegevens die beschikbaar zijn in de omstandighe-den.

In de praktijk is het onderscheid tussen (a) en (b) echter niet altijd duidelijk en het onderscheid tussen hen hangt af van het begrip van de gegevens-bronnen en de basis voor de oordeelsvormingen die de veronderstelling ondersteunen. Verder kan het nodig zijn dat het management een keuze maakt uit een aantal verschillende veronderstellingen die worden gebruikt door verschillende marktpartijen.

A42. Assumptions used in making an accounting estimate are referred to as sig-nificant assumptions in this ISA if a reasonable variation in the assumption would materially affect the measurement of the accounting estimate. A sen-sitivity analysis may be useful in demonstrating the degree to which the measurement varies based on one or more assumptions used in making the accounting estimate.

Veronderstellingen die worden gebruikt bij het maken van een schatting, worden in deze Standaard als significante veronderstellingen aangeduid als een redelijke variatie in de veronderstelling de waardering van de schatting materieel zou beïnvloeden. Een gevoeligheidsanalyse kan nuttig zijn om aan te tonen in welke mate de meting varieert op basis van één of meer veronderstellingen die worden gebruikt bij het maken van de schat-ting.

Inactive or illiquid markets Inactieve of illiquide markten

A43. When markets are inactive or illiquid, the auditor’s understanding of how Wanneer markten inactief of illiquide zijn, kan het inzicht van de accoun-

Consultatie Vertaling ISA TM 540 De controle van schattingen en toelichtingen daarop

Koninklijke NBA 39

management selects assumptions may include understanding whether management has:

Implemented appropriate policies for adapting the application of the method in such circumstances. Such adaptation may include making model adjustments or developing new models that are appropriate in the circumstances;

Resources with the necessary skills or knowledge to adapt or develop a model, if necessary on an urgent basis, including selecting the valuation technique that is appropriate in such circumstances;

The resources to determine the range of outcomes, given the uncertain-ties involved, for example by performing a sensitivity analysis;

The means to assess how, when applicable, the deterioration in market conditions has affected the entity’s operations, environment and rele-vant business risks and the implications for the entity’s accounting esti-mates, in such circumstances; and

An appropriate understanding of how the price data, and the relevance thereof, from particular external information sources may vary in such circumstances.

tant in hoe het management veronderstellingen selecteert, onder meer omvatten of het management:

passende beleidslijnen heeft geïmplementeerd voor het aanpassen van de toepassing van de methode in dergelijke omstandigheden. Een dergelijke aanpassing kan het maken van modelaanpassingen omvatten of het ontwikkelen van nieuwe modellen die geschikt zijn in de omstandigheden;

middelen heeft met de nodige vaardigheden of kennis om een model indien nodig snel aan te passen of te ontwikkelen, inclusief het selec-teren van de waarderingstechniek die in dergelijke omstandigheden geschikt is;

de middelen heeft om het interval van de uitkomsten te bepalen, ge-geven de onzekerheden die erbij betrokken zijn, bijvoorbeeld door een gevoeligheidsanalyse uit te voeren;

de middelen heeft om te beoordelen hoe, in voorkomend geval, de verslechtering van de marktomstandigheden van invloed is geweest op de bedrijfsactiviteiten van de entiteit, het milieu en relevante be-drijfsrisico's en de implicaties voor de schattingen van de entiteit in dergelijke omstandigheden; en

een passend inzicht heeft in hoe de prijsgegevens, en de relevantie daarvan, van bepaalde externe informatiebronnen in dergelijke om-standigheden kunnen verschillen.

Data (Ref: Para. 13(h)(ii)(a)(iii)) Gegevens (Zie Par. 13(h)(ii)(a)(iii))

A44. Matters that the auditor may consider in obtaining an understanding of how management selects the data on which the accounting estimates are based include:

The nature and source of the data, including information obtained from an external information source.

How management evaluates whether the data is appropriate.

The accuracy and completeness of the data.

The consistency of the data used with data used in previous periods.

The complexity of the information technology systems used to obtain and process the data, including when this involves handling large vol-umes of data.

How the data is obtained, transmitted and processed and how its integ-rity is maintained.

Aangelegenheden die de accountant in overweging kan nemen bij het verwerven van inzicht in de wijze waarop het management de gegevens selecteert waarop de schattingen zijn gebaseerd, omvatten:

de aard en bron van de gegevens, inclusief informatie verkregen van een externe informatiebron;

de wijze waarop het management evalueert of de gegevens geschikt zijn;

de nauwkeurigheid en volledigheid van de gegevens;

de consistentie van de gebruikte gegevens met gegevens die in voor-gaande verslagperioden zijn gebruikt;

de complexiteit van de informatietechnologiesystemen die worden gebruikt om de gegevens te verkrijgen en te verwerken, inclusief wanneer het gaat om het verwerken van grote hoeveelheden gege-vens;

Consultatie Vertaling ISA TM 540 De controle van schattingen en toelichtingen daarop

Koninklijke NBA 40

de wijze waarop de gegevens worden verkregen, verzonden en ver-werkt en hoe de integriteit wordt gehandhaafd.

How management understands and addresses estimation uncertainty (Ref: Para. 13(h)(ii)(b)–13(h)(ii)(c))

De wijze waarop het management schattingsonzekerheid begrijpt en be-handelt (Zie Par. 13(h)(ii)(b)-13(h)(ii)(c))

A45. Matters that may be appropriate for the auditor to consider relating to whether and how management understands the degree of estimation uncer-tainty include, for example:

Whether and, if so, how management identified alternative methods, significant assumptions or sources of data that are appropriate in the context of the applicable financial reporting framework.

Whether and, if so, how management considered alternative outcomes by, for example, performing a sensitivity analysis to determine the effect of changes in the significant assumptions or the data used in making the accounting estimate.

Aangelegenheden die geschikt kunnen zijn voor de accountant om te overwegen of en hoe het management de mate van schattingsonzeker-heid begrijpt, zijn bijvoorbeeld:

of, en zo ja, hoe het management alternatieve methoden, significante veronderstellingen of gegevensbronnen heeft geïdentificeerd die pas-send zijn in de context van het van toepassing zijnde stelsel inzake fi-nanciële verslaggeving;

of, en zo ja, hoe het management alternatieve uitkomsten heeft over-wogen, bijvoorbeeld door een gevoeligheidsanalyse uit te voeren om het effect te bepalen van wijzigingen in de significante veronderstel-lingen of de gegevens die zijn gebruikt bij het maken van de schat-ting.

A46. The requirements of the applicable financial reporting framework may speci-fy the approach to selecting management’s point estimate from the reason-ably possible measurement outcomes. Financial reporting frameworks may recognize that the appropriate amount is one that is appropriately selected from the reasonably possible measurement outcomes and, in some cases, may indicate that the most relevant amount may be in the central part of that range.

De vereisten van het van toepassing zijnde stelsel inzake financiële ver-slaggeving kunnen de benadering bepalen voor het selecteren van de puntschatting van het management op basis van de redelijkerwijs mogelij-ke waarderingsresultaten. Financiële verslaggevingsstelsels kunnen er-kennen dat het geschikte bedrag er een is die op passende wijze wordt gekozen uit de redelijkerwijs mogelijke waarderingsresultaten en dat in sommige gevallen kan worden aangegeven dat het meest relevante be-drag mogelijk in het centrale deel van het interval ligt.

A47. For example, with respect to fair value estimates, IFRS 1335 indicates that, if multiple valuation techniques are used to measure fair value, the results (i.e., respective indications of fair value) shall be evaluated considering the reasonableness of the range of values indicated by those results. A fair value measurement is the point within that range that is most representative of fair value in the circumstances. In other cases, the applicable financial reporting framework may specify the use of a probability-weighted average of the reasonably possible measurement outcomes, or of the measurement amount that is most likely or that is more likely than not. 35 IFRS 13, Fair Value Measurement, paragraph 63

Met betrekking tot schattingen van bijvoorbeeld de reële waarde, geeft IFRS 1335 aan dat, indien meerdere waarderingstechnieken worden ge-bruikt om de reële waarde te waarderen, de resultaten (d.w.z. respectieve indicaties van de reële waarde) dienen te worden geëvalueerd rekening houdend met de redelijkheid van het interval van waarden zoals aange-geven door die resultaten. Een waardering tegen reële waarde is het punt binnen dat interval dat in de gegeven omstandigheden het meest repre-sentatief is voor de reële waarde. In andere gevallen kan het van toepas-sing zijnde stelsel inzake financiële verslaggeving het gebruik specificeren van een kansgewogen gemiddelde van de redelijkerwijs mogelijke waar-deringsresultaten, of van het meetbedrag dat het meest waarschijnlijk is of

Consultatie Vertaling ISA TM 540 De controle van schattingen en toelichtingen daarop

Koninklijke NBA 41

waarschijnlijker is dan niet. 35 IFRS 13, Waardering tegen reële waarde, paragraaf 63.

A48. The applicable financial reporting framework may prescribe disclosures or disclosure objectives related to accounting estimates, and some entities may choose to disclose additional information. These disclosures or disclo-sure objectives may address, for example:

The method of estimation used, including any applicable model and the basis for its selection.

Information that has been obtained from models, or from other calcula-tions used to determine estimates recognized or disclosed in the finan-cial statements, including information relating to the underlying data and assumptions used in those models, such as: o Assumptions developed internally; or o Data, such as interest rates, that are affected by factors outside the

control of the entity.

The effect of any changes to the method of estimation from the prior period.

The sources of estimation uncertainty.

Fair value information.

Information about sensitivity analyses derived from financial models that demonstrates that management has considered alternative assump-tions.

Het van toepassing zijnde stelsel inzake financiële verslaggeving kan toelichtingen voorschrijven of doelstellingen voor toelichtingen met be-trekking tot schattingen, en sommige entiteiten kunnen ervoor kiezen aanvullende informatie toe te lichten. Deze toelichtingen of doelstellingen voor toelichtingen kunnen bijvoorbeeld behandelen:

de gebruikte schattingsmethode, inclusief elk toepasselijk model en de basis voor de keuze;

informatie die is verkregen uit modellen of uit andere berekeningen die zijn gebruikt om schattingen te bepalen die in de financiële over-zichten zijn opgenomen of worden vermeld, inclusief informatie met betrekking tot de onderliggende gegevens en veronderstellingen die in die modellen zijn gebruikt, zoals: o intern ontwikkelde veronderstellingen; of o gegevens, zoals rentevoeten, die beïnvloed worden door factoren

die buiten de invloed van de entiteit liggen.

het effect van eventuele wijzigingen in de schattingsmethode uit de voorgaande verslagperiode;

de bronnen van schattingsonzekerheid;

informatie over de reële waarde;

informatie over gevoeligheidsanalyses afgeleid van financiële model-len die aantonen dat het management alternatieve veronderstellingen heeft overwogen.

A49. In some cases, the applicable financial reporting framework may require specific disclosures regarding estimation uncertainty, for example:

The disclosure of information about the assumptions made about the future and other major sources of estimation uncertainty that give rise to a higher likelihood or magnitude of material adjustment to the carrying amounts of assets and liabilities after the period end. Such require-ments may be described using terms such as “Key Sources of Estima-tion Uncertainty” or “Critical Accounting Estimates.” They may relate to accounting estimates that require management’s most difficult, subjec-tive or complex judgments. Such judgments may be more subjective and complex, and accordingly the potential for a consequential material

In sommige gevallen kan het van toepassing zijnde stelsel inzake financiële verslaggeving specifieke toelichtingen met betrekking tot schat-tingsonzekerheid vereisen, bijvoorbeeld:

de toelichting van informatie over de veronderstellingen over de toe-komst en andere belangrijke bronnen van schattingsonzekerheid die aanleiding geven tot een hogere waarschijnlijkheid of grootte van ma-teriële aanpassing aan de boekwaarde van activa en passiva na het einde van de verslagperiode. Dergelijke vereisten kunnen worden be-schreven aan de hand van termen zoals ‘belangrijke oorzaken van schattingsonzekerheid' of 'kritische schattingen'. Ze kunnen betrek-king hebben op schattingen die de moeilijkste, meest subjectieve of

Consultatie Vertaling ISA TM 540 De controle van schattingen en toelichtingen daarop

Koninklijke NBA 42

adjustment to the carrying amounts of assets and liabilities may in-crease, with the number of items of data and assumptions affecting the possible future resolution of the estimation uncertainty. Information that may be disclosed includes: o The nature of the assumption or other source of estimation uncer-

tainty; o The sensitivity of carrying amounts to the methods and assump-

tions used, including the reasons for the sensitivity; o The expected resolution of an uncertainty and the range of reason-

ably possible outcomes in respect of the carrying amounts of the assets and liabilities affected; and

o An explanation of changes made to past assumptions concerning those assets and liabilities, if the uncertainty remains unresolved.

The disclosure of the range of possible outcomes, and the assumptions used in determining the range.

The disclosure of specific information, such as: o Information regarding the significance of fair value accounting esti-

mates to the entity’s financial position and performance; and o Disclosures regarding market inactivity or illiquidity.

Qualitative disclosures such as the exposures to risk and how they arise, the entity’s objectives, policies and procedures for managing the risk and the methods used to measure the risk and any changes from the previous period of these qualitative concepts.

Quantitative disclosures such as the extent to which the entity is ex-posed to risk, based on information provided internally to the entity’s key management personnel, including credit risk, liquidity risk and mar-ket risk.

meest complexe oordeelsvormingen van het management vereisen. Dergelijke beoordelingen kunnen subjectiever en complexer zijn en bijgevolg kan het potentieel voor een daaruit voortvloeiende materiële aanpassing aan de boekwaarde van activa en passiva toenemen., Daarbij kan het aantal elementen van gegevens en veronderstellingen van invloed zijn op de mogelijke toekomstige oplossing van de schat-tingsonzekerheid. Informatie die mogelijk wordt toegelicht, omvat: o de aard van de veronderstelling of andere bron van schattingson-

zekerheid; o de gevoeligheid van de boekwaarde voor de gebruikte methoden

en veronderstellingen, inclusief de redenen voor de gevoeligheid; o de verwachte oplossing van een onzekerheid en het interval van

redelijkerwijs mogelijke uitkomsten met betrekking tot de boek-waarde van de beïnvloede activa en passiva; en

o een verklaring van wijzigingen die zijn aangebracht in veronder-stellingen uit het verleden met betrekking tot die activa en passi-va, als de onzekerheid onopgelost blijft

de toelichting van het interval van mogelijke uitkomsten en de veron-derstellingen die zijn gebruikt bij het bepalen van het interval;

de toelichting van specifieke informatie, zoals: o informatie met betrekking tot de significantie van de waarderingen

tegen reële waarde voor de financiële positie en prestaties van de entiteit; en

o toelichtingen over marktinactiviteit of illiquiditeit.

kwalitatieve toelichtingen, zoals de blootstellingen aan risico en hoe deze ontstaan, de doelstellingen, beleidslijnen en procedures van de entiteit voor het beheersen van het risico en de methoden die worden gebruikt om het risico te meten en eventuele wijzigingen ten opzichte van de voorgaande verslagperiode van deze kwalitatieve concepten;

kwantitatieve toelichtingen, zoals de mate waarin de entiteit wordt blootgesteld aan risico's, op basis van informatie die intern is verstrekt aan managers op sleutelposities van de entiteit, inclusief kredietrisico, liquiditeitsrisico en marktrisico.

Control activities relevant to the audit over management’s process for mak-ing accounting estimates (Ref: Para 13(i))

Interne beheersingsactiviteiten die relevant zijn voor de controle van het proces van het management voor het maken van schattingen (Zie Par. 13(i))

A50. The auditor’s judgment in identifying controls relevant to the audit, and De oordeelsvorming van de accountant bij het identificeren van de voor

Consultatie Vertaling ISA TM 540 De controle van schattingen en toelichtingen daarop

Koninklijke NBA 43

therefore the need to evaluate the design of those controls and determine whether they have been implemented, relates to management’s process described in paragraph 13(h)(ii). The auditor may not identify relevant con-trol activities in relation to all the elements of paragraph 13(h)(ii), depending on the complexity associated with the accounting estimate.

de controle relevante interne beheersingsmaatregelen, en daarmee de noodzaak om de opzet van die interne beheersingsmaatregelen te evalu-eren en te bepalen of ze zijn geïmplementeerd, heeft betrekking op het proces van het management beschreven in paragraaf 13(h)(ii). De ac-countant kan mogelijk geen relevante interne beheersingsactiviteiten iden-tificeren met betrekking tot alle elementen van paragraaf 13(h)(ii), afhan-kelijk van de complexiteit die aan de schatting is verbonden.

A51. As part of obtaining an understanding of the control activities relevant to the audit, the auditor may consider:

How management determines the appropriateness of the data used to develop the accounting estimates, including when management uses an external information source or data from outside the general and sub-sidiary ledgers.

The review and approval of accounting estimates, including the as-sumptions or data used in their development, by appropriate levels of management and, where appropriate, those charged with governance.

The segregation of duties between those responsible for making the accounting estimates and those committing the entity to the related transactions, including whether the assignment of responsibilities ap-propriately takes account of the nature of the entity and its products or services. For example, in the case of a large financial institution, rele-vant segregation of duties may consist of an independent function re-sponsible for estimation and validation of fair value pricing of the entity’s financial products staffed by individuals whose remuneration is not tied to such products.

The effectiveness of the design of the control activities. Generally, it may be more difficult for management to design controls that address subjectivity and estimation uncertainty in a manner that effectively pre-vents, or detects and corrects, material misstatements, than it is to de-sign controls that address complexity. Controls that address subjectivity and estimation uncertainty may need to include more manual elements, which may be less reliable than automated controls as they can be more easily bypassed, ignored or overridden by management. The de-sign effectiveness of controls addressing complexity may vary depend-ing on the reason for, and the nature of, the complexity. For example, it may be easier to design more effective controls related to a method that is routinely used or over the integrity of data.

Als onderdeel van het verwerven van inzicht in de interne beheersingsac-tiviteiten die relevant zijn voor de controle, kan de accountant overwegen:

hoe het management de geschiktheid bepaalt van de gegevens die worden gebruikt om de schattingen te maken, ook wanneer het ma-nagement een externe informatiebron gebruikt of gegevens van bui-ten het grootboek en de subgrootboeken;

de beoordeling en goedkeuring van schattingen, inclusief de veron-derstellingen of gegevens die bij de ontwikkeling ervan zijn gebruikt, door passende niveaus van het management en, in voorkomend ge-val, de met governance belaste personen;

de functiescheiding tussen degenen die verantwoordelijk zijn voor het maken van de schattingen en degenen die de entiteit verbinden aan de gerelateerde transacties, inclusief of de toewijzing van verant-woordelijkheden op passende wijze rekening houdt met de aard van de entiteit en haar producten of diensten. In het geval van een grote financiële instelling kan relevante functiescheiding bijvoorbeeld be-staan uit een onafhankelijke functie die verantwoordelijk is voor de schatting en validatie van prijsstellingen op basis van de reële waarde van de financiële producten van de entiteit, bemand door personen wiens beloning niet aan dergelijke producten is gekoppeld;

de effectiviteit van de opzet van de interne beheersingsactiviteiten. In het algemeen kan het voor het management moeilijker zijn om interne beheersingsmaatregelen op te zetten die de subjectiviteit en schat-tingsonzekerheid behandelen op een manier die afwijkingen van ma-terieel belang effectief voorkomt of detecteert en corrigeert dan om in-terne beheersingsmaatregelen op te zetten die de complexiteit be-handelen. Interne beheersingsmaatregelen die subjectiviteit en schat-tingsonzekerheid behandelen, moeten mogelijk meer handmatige elementen bevatten, die mogelijk minder betrouwbaar zijn dan geau-tomatiseerde interne beheersingsmaatregelen, omdat ze gemakkelij-

Consultatie Vertaling ISA TM 540 De controle van schattingen en toelichtingen daarop

Koninklijke NBA 44

ker kunnen worden omzeild, genegeerd of doorbroken door het ma-nagement. De effectiviteit van de opzet van interne beheersingsmaat-regelen die complexiteit behandelen kan variëren afhankelijk van de reden voor en de aard van de complexiteit. Het kan bijvoorbeeld een-voudiger zijn om effectievere interne beheersingsmaatregelen op te zetten die betrekking hebben op een methode die routinematig wordt gebruikt of op de integriteit van gegevens.

A52. When management makes extensive use of information technology in mak-ing an accounting estimate, controls relevant to the audit are likely to in-clude general IT controls and application controls. Such controls may ad-dress risks related to:

Whether the information technology system has the capability and is appropriately configured to process large volumes of data;

Complex calculations in applying a method. When diverse systems are required to process complex transactions, regular reconciliations be-tween the systems are made, in particular when the systems do not have automated interfaces or may be subject to manual intervention;

Whether the design and calibration of models is periodically evaluated;

The complete and accurate extraction of data regarding accounting estimates from the entity’s records or from external information sources;

Data, including the complete and accurate flow of data through the enti-ty’s information system, the appropriateness of any modification to the data used in making accounting estimates, the maintenance of the in-tegrity and security of the data. When using external information sources, risks related to processing or recording the data;

Whether management has controls around access, change and maintenance of individual models to maintain a strong audit trail of the accredited versions of models and to prevent unauthorized access or amendments to those models; and

Whether there are appropriate controls over the transfer of information relating to accounting estimates into the general ledger, including ap-propriate controls over journal entries.

Wanneer het management bij het maken van een schatting uitgebreid gebruik maakt van de informatietechnologie, omvatten de voor de contro-le relevante interne beheersingsmaatregelen waarschijnlijk general IT-controls en application controls. Dergelijke interne beheersingsmaatrege-len kunnen risico’s behandelen die verband houden met:

de vraag of het informatietechnologiesysteem de mogelijkheid heeft en op passende wijze is geconfigureerd om grote hoeveelheden ge-gevens te verwerken;

complexe berekeningen bij het toepassen van een methode. Wan-neer er verschillende systemen nodig zijn om complexe transacties te verwerken, worden er regelmatig afstemmingen tussen de systemen gemaakt, met name wanneer de systemen geen automatische inter-faces hebben of onderworpen kunnen zijn aan handmatige tussen-komst;

de vraag of de opzet en de kalibratie van modellen periodiek wordt geëvalueerd;

de volledige en nauwkeurige extractie van gegevens met betrekking tot schattingen uit de vastleggingen van de entiteit of uit externe in-formatiebronnen;

gegevens, inclusief de volledige en nauwkeurige gegevensstroom door het informatiesysteem van de entiteit, de gepastheid van elke wijziging in de gegevens die worden gebruikt bij het maken van schat-tingen, het handhaven van de integriteit en beveiliging van de gege-vens. Bij gebruik van externe informatiebronnen, risico's verbonden aan de verwerking of registratie van de gegevens;

de vraag of het management interne beheersingsmaatregelen heeft over toegang, verandering en onderhoud van afzonderlijke modellen om een sterk controlespoor van de geaccrediteerde versies van mo-dellen te behouden en om ongeoorloofde toegang tot of wijzigingen aan die modellen te voorkomen; en

Consultatie Vertaling ISA TM 540 De controle van schattingen en toelichtingen daarop

Koninklijke NBA 45

de vraag of er passende interne beheersingsmaatregelen zijn voor de overdracht van informatie met betrekking tot schattingen naar het grootboek, inclusief passende interne beheersingsmaatregelen op journaalposten.

A53. In some industries, such as banking or insurance, the term governance may be used to describe activities within the control environment, monitoring of controls, and other components of internal control, as described in ISA 315 (Revised).36

36 ISA 315 (Revised) paragraph A77

In sommige sectoren, zoals banken of verzekeringen, kan de term gover-nance worden gebruikt om activiteiten binnen de interne beheersingsom-geving, monitoring van interne beheersingsmaatregelen en andere com-ponenten van interne beheersing te beschrijven, zoals beschreven in Standaard 315.36 36 Standaard 315, paragraaf A77.

A54. For entities with an internal audit function, its work may be particularly help-ful to the auditor in obtaining an understanding of:

The nature and extent of management’s use of accounting estimates;

The design and implementation of control activities that address the risks related to the data, assumptions and models used to make the ac-counting estimates;

The aspects of the entity’s information system that generate the data on which the accounting estimates are based; and

How new risks relating to accounting estimates are identified, assessed and managed.

Voor entiteiten met een interne auditfunctie kunnen haar werkzaamheden bijzonder nuttig zijn voor de accountant bij het verwerven van inzicht in:

de aard en omvang van het gebruik van schattingen door het ma-nagement;

de opzet en de implementatie van interne beheersingsactiviteiten die inspelen op de risico's die verband houden met de gegevens, veron-derstellingen en modellen die worden gebruikt om de schattingen te maken;

de aspecten van het informatiesysteem van de entiteit die de gege-vens genereren waarop de schattingen zijn gebaseerd; en

de wijze waarop nieuwe risico's met betrekking tot schattingen wor-den geïdentificeerd, ingeschat en beheerd.

Reviewing the Outcome or Re-Estimation of Previous Accounting Estimates (Ref: Para. 14)

Beoordeling van de uitkomst of herschatting van eerdere schattingen (Zie Par. 14)

A55. A review of the outcome or re-estimation of previous accounting estimates (retrospective review) assists in identifying and assessing the risks of mate-rial misstatement when previous accounting estimates have an outcome through transfer or realization of the asset or liability in the current period, or are re-estimated for the purpose of the current period. Through performing a retrospective review, the auditor may obtain:

Information regarding the effectiveness of management’s previous es-timation process, from which the auditor can obtain audit evidence about the likely effectiveness of management’s current process.

Audit evidence of matters, such as the reasons for changes that may be

Een beoordeling van de uitkomst of herschatting van eerdere schattingen (retrospectieve beoordeling) helpt bij het identificeren en beoordelen van de risico’s op een afwijking van materieel belang wanneer eerdere schat-tingen een uitkomst hebben door overdracht of realisatie van het actief of de verplichting in de huidige verslagperiode, of zijn herschat voor het doel van de lopende verslagperiode. Door het uitvoeren van een retrospectieve beoordeling, kan de accountant het volgende verkrijgen:

informatie met betrekking tot de effectiviteit van het eerdere schat-tingsproces van het management, waaruit de accountant controle-informatie kan verkrijgen over de waarschijnlijke effectiviteit van het

Consultatie Vertaling ISA TM 540 De controle van schattingen en toelichtingen daarop

Koninklijke NBA 46

required to be disclosed in the financial statements.

Information regarding the complexity or estimation uncertainty pertain-ing to the accounting estimates.

Information regarding the susceptibility of accounting estimates to, or that may be an indicator of, possible management bias. The auditor’s professional skepticism assists in identifying such circumstances or conditions and in determining the nature, timing and extent of further audit procedures.

huidige proces van het management;

controle-informatie van aangelegenheden, zoals de redenen voor wijzigingen die mogelijk in de financiële overzichten moeten worden toegelicht;

informatie met betrekking tot de complexiteit of schattingsonzekerheid met betrekking tot de schattingen;

informatie met betrekking tot de vatbaarheid van schattingen voor, of die een indicator kan zijn van, mogelijke tendentie bij het manage-ment. De professioneel-kritische instelling van de accountant helpt bij het identificeren van dergelijke omstandigheden of condities en bij het bepalen van de aard, timing en omvang van verdere controlewerk-zaamheden.

A56. A retrospective review may provide audit evidence that supports the identifi-cation and assessment of the risks of material misstatement in the current period. Such a retrospective review may be performed for accounting esti-mates made for the prior period’s financial statements, or may be performed over several periods or a shorter period (such as half-yearly or quarterly). In some cases, a retrospective review over several periods may be appropri-ate when the outcome of an accounting estimate is resolved over a longer period.

Een retrospectieve beoordeling kan controle-informatie verschaffen die de identificatie en inschatting van de risico’s op een afwijking van materieel belang in de huidige verslagperiode ondersteunt. Een dergelijke retro-spectieve beoordeling kan worden uitgevoerd voor schattingen die zijn gemaakt voor de financiële overzichten van de voorgaande verslagperio-de, of kan worden uitgevoerd over verschillende verslagperioden of een kortere verslagperiode (zoals halfjaarlijks of per kwartaal). In sommige gevallen kan een retrospectieve beoordeling over verschillende verslag-perioden passend zijn wanneer de uitkomst van een schatting over een langere verslagperiode wordt opgelost.

A57. A retrospective review of management judgments and assumptions related to significant accounting estimates is required by ISA 240.37 As a practical matter, the auditor’s review of previous accounting estimates as a risk as-sessment procedure in accordance with this ISA may be carried out in con-junction with the review required by ISA 240. 37 ISA 240, The Auditor’s Responsibilities Relating to Fraud in an Audit of Financial State-

ments, paragraph 32(b)(ii)

Een retrospectieve beoordeling van oordeelsvormingen en veronderstel-lingen van het management met betrekking tot significante schattingen is vereist op grond van Standaard 240.37 Vanuit praktisch oogpunt kan een de accountant zijn beoordeling van eerdere schattingen als een van de risico-inschattingswerkzaamheden in overeenstemming met deze Stan-daard worden uitgevoerd in samenhang met de beoordeling die op grond van Standaard 240 vereist is. 37 Standaard 240, De verantwoordelijkheden van de accountant met betrekking tot fraude in

het kader van een controle van financiële overzichten, paragraaf 32(b)(ii).

A58. Based on the auditor’s previous assessment of the risks of material mis-statement, for example, if inherent risk is assessed as higher for one or more risks of material misstatement, the auditor may judge that a more de-

Op basis van de eerdere inschatting van de accountant van de risico’s op een afwijking van materieel belang, bijvoorbeeld, als het inherente risico hoger wordt beoordeeld voor één of meer risico’s op een afwijking van

Consultatie Vertaling ISA TM 540 De controle van schattingen en toelichtingen daarop

Koninklijke NBA 47

tailed retrospective review is required. As part of the detailed retrospective review, the auditor may pay particular attention, when practicable, to the effect of data and significant assumptions used in making the previous ac-counting estimates. On the other hand, for example, for accounting esti-mates that arise from the recording of routine and recurring transactions, the auditor may judge that the application of analytical procedures as risk assessment procedures is sufficient for purposes of the review.

materieel belang, kan de accountant van oordeel zijn dat een gedetail-leerdere retrospectieve beoordeling vereist is. Als onderdeel van de gede-tailleerde retrospectieve beoordeling, kan de accountant, indien praktisch uitvoerbaar, bijzondere aandacht besteden aan het effect van gegevens en significante veronderstellingen die zijn gebruikt bij het maken van de eerdere schattingen. Anderzijds, bijvoorbeeld, voor schattingen die voort-komen uit de registratie van routinematige en terugkerende transacties, kan de accountant oordelen dat de toepassing van cijferanalyses als risi-co-inschattingswerkzaamheden voldoende is voor de doeleinden van de beoordeling.

A59. The measurement objective for fair value accounting estimates and other accounting estimates, based on current conditions at the measurement date, deals with perceptions about value at a point in time, which may change significantly and rapidly as the environment in which the entity op-erates changes. The auditor may therefore focus the review on obtaining information that may be relevant to identifying and assessing risks of mate-rial misstatement. For example, in some cases, obtaining an understanding of changes in marketplace participant assumptions that affected the out-come of a previous period’s fair value accounting estimates may be unlikely to provide relevant audit evidence. In this case, audit evidence may be ob-tained by understanding the outcomes of assumptions (such as a cash flow projections) and understanding the effectiveness of management’s prior estimation process that supports the identification and assessment of the risk of material misstatement in the current period.

De waarderingsdoelstelling voor schattingen van de reële waarde en an-dere schattingen, gebaseerd op de huidige omstandigheden op de waar-deringsdatum, behandelt percepties over waarde op een tijdstip, die aan-zienlijk en snel kan veranderen als de omgeving waarin de entiteit ope-reert verandert. De accountant kan de beoordeling daarom richten op het verkrijgen van informatie die relevant kan zijn voor het identificeren en inschatten van de risico’s op een afwijking van materieel belang. In som-mige gevallen is het bijvoorbeeld niet waarschijnlijk dat het verwerven van inzicht in de veranderingen in veronderstellingen van marktpartijen die van invloed zijn op de uitkomsten van schattingen van reële waarde in een voorgaande verslagperiode, relevante controle-informatie biedt. In dit geval kan controle-informatie worden verkregen door de uitkomsten van veronderstellingen te begrijpen (zoals kasstroomprojecties) en inzicht te verwerven in de effectiviteit van het voorgaande schattingsproces van het management dat de identificatie en inschatting van het risico op een af-wijking van materieel belang in de huidige verslagperiode ondersteunt.

A60. A difference between the outcome of an accounting estimate and the amount recognized in the previous period’s financial statements does not necessarily represent a misstatement of the previous period’s financial statements. However, such a difference may represent a misstatement if, for example, the difference arises from information that was available to management when the previous period’s financial statements were final-ized, or that could reasonably be expected to have been obtained and taken into account in the context of the applicable financial reporting framework.38 Such a difference may call into question management’s process for taking information into account in making the accounting estimate. As a result, the

Een verschil tussen de uitkomst van een schatting en het bedrag dat is opgenomen in de financiële overzichten van de voorgaande verslagperio-de, vormt niet noodzakelijkerwijs een afwijking van de financiële overzich-ten van de voorgaande verslagperiode. Een dergelijk verschil kan echter een afwijking vertegenwoordigen als, bijvoorbeeld, het verschil ontstaat uit informatie die beschikbaar was voor het management toen de financiële overzichten van de voorgaande verslagperiode werden afgerond, of waarvan redelijkerwijs verwacht kon worden dat deze werd verkregen en in aanmerking genomen in de context van het van toepassing zijnde stel-sel inzake financiële verslaggeving.38 Een dergelijk verschil kan het pro-

Consultatie Vertaling ISA TM 540 De controle van schattingen en toelichtingen daarop

Koninklijke NBA 48

auditor may reassess control risk and may determine that more persuasive audit evidence needs to be obtained about the matter. Many financial re-porting frameworks contain guidance on distinguishing between changes in accounting estimates that constitute misstatements and changes that do not, and the accounting treatment required to be followed in each case. 38 ISA 560, Subsequent Events, paragraph 14

ces van het management om rekening te houden met informatie bij het maken van de schatting ter discussie stellen. Bijgevolg kan de accountant het interne beheersingsrisico opnieuw beoordelen en kan hij bepalen dat er meer overtuigende controle-informatie moet worden verkregen over de aangelegenheid. Veel stelsels inzake financiële verslaggeving bevatten leidraden voor het maken van een onderscheid tussen wijzigingen in schattingen die afwijkingen vormen en wijzigingen die geen afwijkingen vormen, alsmede voor de te volgen verwerkingswijze in elk geval. 38 Standaard 560, Gebeurtenissen na de einddatum van de verslagperiode, paragraaf 14.

Specialized Skills or Knowledge (Ref: Para. 15) Gespecialiseerde vaardigheden of kennis (Zie Par. 15)

A61. Matters that may affect the auditor’s determination of whether the engage-ment team requires specialized skills or knowledge, include, for example:39

The nature of the accounting estimates for a particular business or in-dustry (for example, mineral deposits, agricultural assets, complex fi-nancial instruments, insurance contract liabilities).

The degree of estimation uncertainty.

The complexity of the method or model used.

The complexity of the requirements of the applicable financial reporting framework relevant to accounting estimates, including whether there are areas known to be subject to differing interpretation or practice or areas where there are inconsistencies in how accounting estimates are made.

The procedures the auditor intends to undertake in responding to as-sessed risks of material misstatement.

The need for judgment about matters not specified by the applicable financial reporting framework.

The degree of judgment needed to select data and assumptions.

The complexity and extent of the entity’s use of information technology in making accounting estimates.

The nature, timing and extent of the involvement of individuals with special-ized skills and knowledge may vary throughout the audit. 39 ISA 220, Quality Control for an Audit of Financial Statements, paragraph 14 and ISA 300,

Planning an Audit of Financial Statements, paragraph 8(e)

Aangelegenheden die van invloed kunnen zijn op de bepaling door de accountant of het opdrachtteam gespecialiseerde vaardigheden of kennis vereist, omvatten bijvoorbeeld:39

de aard van de schattingen voor een bepaalde bedrijfstak of sector (bijvoorbeeld delfstoffen, landbouwactiva, complexe financiële instru-menten, verplichtingen uit hoofde van verzekeringscontracten);

de mate van schattingsonzekerheid;

de complexiteit van de gebruikte methode of het gebruikte model.

de complexiteit van de vereisten van het van toepassing zijnde stelsel inzake financiële verslaggeving die relevant zijn voor schattingen, met inbegrip van de vraag of er gebieden zijn waarvan bekend is dat zij onderhevig zijn aan verschillende interpretaties of praktijken of gebie-den waar inconsistenties bestaan in de wijze waarop schattingen worden gemaakt;

de werkzaamheden die de accountant van plan is uit te voeren om in te spelen op de ingeschatte risico’s op een afwijking van materieel be-lang;

de noodzaak van oordeelsvorming over aangelegenheden die niet zijn gespecificeerd in het van toepassing zijnde stelsel inzake financi-ele verslaggeving;

de mate van oordeelsvorming die nodig is om gegevens en veronder-stellingen te selecteren;

de complexiteit en omvang van het gebruik van informatietechnologie door de entiteit bij het maken van schattingen.

De aard, timing en omvang van de betrokkenheid van personen met ge-specialiseerde vaardigheden en kennis kunnen tijdens de controle vari-

Consultatie Vertaling ISA TM 540 De controle van schattingen en toelichtingen daarop

Koninklijke NBA 49

eren. 39 Standaard 220, Kwaliteitsbeheersing voor een controle van financiële overzichten, para-

graaf 14 en Standaard 300, Planning van een controle van financiële overzichten, paragraaf 8(e).

A62. The auditor may not possess the specialized skills or knowledge necessary when the matter involved is in a field other than accounting or auditing (for example, valuation skills) and may need to use an auditor’s expert.40

40 ISA 620, Using the Work of an Auditor’s Expert

De accountant beschikt mogelijkerwijs niet over de gespecialiseerde vaardigheden of kennis die nodig zijn wanneer de betreffende aangele-genheid betrekking heeft op een ander gebied dan administratieve ver-werking of controle (bijvoorbeeld waarderingsvaardigheden) en kan ge-noodzaakt zijn een deskundige in te schakelen.40 40 Standaard 620, Gebruikmaken van de werkzaamheden van een door de accountant

ingeschakelde deskundige.

A63. Many accounting estimates do not require the application of specialized skills or knowledge. For example, specialized skills or knowledge may not be needed for a simple inventory obsolescence calculation. However, for example, for expected credit losses of a banking institution or an insurance contract liability for an insurance entity, the auditor is likely to conclude that it is necessary to apply specialized skills or knowledge.

Veel schattingen vereisen geen toepassing van gespecialiseerde vaar-digheden of kennis. Bijvoorbeeld, gespecialiseerde vaardigheden of ken-nis zijn misschien niet nodig voor een eenvoudige berekening van incou-rantheid van voorraden. Echter, bijvoorbeeld voor verwachte kredietver-liezen van een bankinstelling of een verzekeringscontractaansprakelijk-heid voor een verzekeringsentiteit, zal de accountant waarschijnlijk con-cluderen dat het noodzakelijk is om gespecialiseerde vaardigheden of kennis toe te passen.

Identifying and Assessing the Risks of Material Misstatement (Ref: Para. 4, 16)

Risico’s op een afwijking van materieel belang identificeren en in-schatten (Zie Par. 4, 16)

A64. Identifying and assessing risks of material misstatement at the assertion level relating to accounting estimates is important for all accounting esti-mates, including not only those that are recognized in the financial state-ments, but also those that are included in the notes to the financial state-ments.

Het identificeren en inschatten van de risico’s op een afwijking van mate-rieel belang op het niveau van beweringen met betrekking tot schattingen is belangrijk voor alle schattingen, met inbegrip van die schattingen die niet alleen in de financiële overzichten zijn opgenomen, maar ook die welke in de toelichting bij de financiële overzichten zijn opgenomen.

A65. Paragraph A42 of ISA 200 states that the ISAs do not ordinarily refer to inherent risk and control risk separately. However, this ISA requires a sepa-rate assessment of inherent risk and control risk to provide a basis for de-signing and performing further audit procedures to respond to the risks of material misstatement, including significant risks, at the assertion level for accounting estimates in accordance with ISA 330.41

In paragraaf A42 van Standaard 200 staat dat de Standaarden normaliter niet afzonderlijk verwijzen naar inherent risico- en beheersingsrisico. Deze Standaard vereist echter een afzonderlijke inschatting van inherent risico en interne beheersingsrisico om een basis te bieden voor het opzetten en uitvoeren van verdere controlewerkzaamheden om in te spelen op de risico’s op een afwijking van materieel belang, inclusief significante risi-co's, op het niveau van beweringen voor schattingen in overeenstemming

Consultatie Vertaling ISA TM 540 De controle van schattingen en toelichtingen daarop

Koninklijke NBA 50

41 ISA 330, paragraph 7(b) met Standaard 330.41 41 Standaard 330, paragraaf 7(b).

A66. In identifying the risks of material misstatement and in assessing inherent risk, the auditor is required to take into account the degree to which the accounting estimate is subject to, or affected by, estimation uncertainty, complexity, subjectivity, or other inherent risk factors. The auditor’s consid-eration of the inherent risk factors may also provide information to be used in determining:

Where inherent risk is assessed on the spectrum of inherent risk; and

The reasons for the assessment given to the risks of material misstate-ment at the assertion level, and that the auditor’s further audit proce-dures in accordance with paragraph 18 are responsive to those rea-sons.

The interrelationships between the inherent risk factors are further ex-plained in Appendix 1.

Bij het identificeren van de risico’s op een afwijking van materieel belang en bij het inschatten van inherent risico, wordt van de accountant vereist rekening te houden met de mate waarin de schatting onderhevig is aan of beïnvloed door schattingsonzekerheid, complexiteit, subjectiviteit of ande-re inherente risicofactoren. De overweging door de accountant van de inherente risicofactoren kan ook informatie bevatten die zal worden ge-bruikt bij het bepalen van:

waar inherent risico wordt ingeschat op het spectrum van inherent risico; en

de redenen voor de inschatting van de risico’s op een afwijking van materieel belang op het niveau van beweringen en dat de verdere controlewerkzaamheden van de accountant in overeenstemming met paragraaf 18 inspelen op die redenen.

De onderlinge relaties tussen de inherente risicofactoren worden nader toegelicht in bijlage 1.

A67. The reasons for the auditor’s assessment of inherent risk at the assertion level may result from one or more of the inherent risk factors of estimation uncertainty, complexity, subjectivity or other inherent risk factors. For exam-ple: a. Accounting estimates of expected credit losses are likely to be complex

because the expected credit losses cannot be directly observed and may require the use of a complex model. The model may use a complex set of historical data and assumptions about future developments in a variety of entity specific scenarios that may be difficult to predict. Ac-counting estimates for expected credit losses are also likely to be sub-ject to high estimation uncertainty and significant subjectivity in making judgments about future events or conditions. Similar considerations ap-ply to insurance contract liabilities.

b. An accounting estimate for an obsolescence provision for an entity with a wide range of different inventory types may require complex systems and processes, but may involve little subjectivity and the degree of esti-mation uncertainty may be low, depending on the nature of the invento-ry.

De redenen voor de inschatting door de accountant van inherent risico op het niveau van beweringen kunnen het gevolg zijn van één of meer van de inherente risicofactoren van schattingsonzekerheid, complexiteit, sub-jectiviteit of andere inherente risicofactoren. Bijvoorbeeld: a. Schattingen van verwachte kredietverliezen zijn waarschijnlijk com-

plex omdat de verwachte kredietverliezen niet direct kunnen worden waargenomen en mogelijk het gebruik van een complex model verei-sen. Het model kan een complexe verzameling van historische gege-vens en veronderstellingen over toekomstige ontwikkelingen in een aantal entiteit specifieke scenario's gebruiken die mogelijk moeilijk te voorspellen zijn. Schattingen voor verwachte kredietverliezen zijn waarschijnlijk ook onderhevig aan hoge schattingsonzekerheid en significante subjectiviteit bij het maken van oordeelsvormingen over toekomstige gebeurtenissen of omstandigheden. Soortgelijke over-wegingen zijn van toepassing op verplichtingen uit hoofde van verze-keringscontracten;

b. Een schatting van een voorziening voor incourantheid voor een enti-teit met een groot aantal verschillende voorraadtypes kan complexe

Consultatie Vertaling ISA TM 540 De controle van schattingen en toelichtingen daarop

Koninklijke NBA 51

c. Other accounting estimates may not be complex to make but may have high estimation uncertainty and require significant judgment, for exam-ple, an accounting estimate that requires a single critical judgment about a liability, the amount of which is contingent on the outcome of the litiga-tion.

systemen en processen vereisen, maar kan weinig subjectiviteit in-houden en de mate van schattingsonzekerheid kan laag zijn, afhanke-lijk van de aard van de voorraad;

c. Andere schattingen zijn mogelijk niet complex om te maken, maar kunnen hoge schattingsonzekerheid hebben en vereisen een signifi-cante oordeelsvorming, bijvoorbeeld een schatting die één enkele kri-tische oordeelsvorming vereist over een verplichting waarvan het be-drag afhankelijk is van de uitkomst van de rechtszaak.

A68. The relevance and significance of inherent risk factors may vary from one estimate to another. Accordingly, the inherent risk factors may, either indi-vidually or in combination, affect simple accounting estimates to a lesser degree and the auditor may identify fewer risks or assess inherent risk at the lower end of the spectrum of inherent risk.

De relevantie en de significantie van inherente risicofactoren kan variëren van de ene schatting tot de andere. Dienovereenkomstig kunnen de inhe-rente risicofactoren, afzonderlijk of in combinatie, in mindere mate van invloed zijn op eenvoudige schattingen en kan de accountant minder risi-co's identificeren of het inherente risico aan de onderkant van het spec-trum van inherent risicoinschatten.

A69. Conversely, the inherent risk factors may, either individually or in combina-tion, affect complex accounting estimates to a greater degree, and may lead the auditor to assess inherent risk at the higher end of the spectrum of in-herent risk. For these accounting estimates, the auditor’s consideration of the effects of the inherent risk factors is likely to directly affect the number and nature of identified risks of material misstatement, the assessment of such risks, and ultimately the persuasiveness of the audit evidence needed in responding to the assessed risks. Also, for these accounting estimates the auditor’s application of professional skepticism may be particularly im-portant.

Omgekeerd kunnen de inherente risicofactoren, afzonderlijk of in combi-natie, de schattingen in grotere mate beïnvloeden en ertoe leiden dat de accountant het inherente risico aan de bovenkant van het spectrum van het inherente risico inschat. Voor deze schattingen is de overweging door de accountant van de effecten van de inherente risicofactoren waarschijn-lijk rechtstreeks van invloed op het aantal en de aard van de geïdentifi-ceerde risico’s op een afwijking van materieel belang, de inschatting van dergelijke risico's en uiteindelijk het overtuigende karakter van de contro-le-informatie die nodig is om in te spelen op de ingeschatte risico's. Ook voor deze schattingen kan de toepassing door de accountant van een professioneel-kritische instelling bijzonder belangrijk zijn.

A70. Events occurring after the date of the financial statements may provide ad-ditional information relevant to the auditor’s assessment of the risks of ma-terial misstatement at the assertion level. For example, the outcome of an accounting estimate may become known during the audit. In such cases, the auditor may assess or revise the assessment of the risks of material misstatement at the assertion level,42 regardless of the degree to which the accounting estimate was subject to, or affected by estimation uncertainty, complexity, subjectivity or other inherent risk factors. Events occurring after the date of the financial statements also may influence the auditor’s selec-tion of the approach to testing the accounting estimate in accordance with

Gebeurtenissen die plaatsvinden na de datum van de financiële overzich-ten kunnen aanvullende informatie bevatten die relevant is voor de in-schatting door de accountant van de risico’s op een afwijking van materi-eel belang op het niveau van beweringen. De uitkomst van een schatting kan bijvoorbeeld tijdens de controle bekend worden. In dergelijke gevallen kan de accountant de inschatting van de risico’s op een afwijking van materieel belang op het niveau van beweringen42 inschatten of herzien, ongeacht de mate waarin de schatting onderhevig was of beïnvloed is door schattingsonzekerheid, complexiteit, subjectiviteit of andere inheren-te risicofactoren. Gebeurtenissen die plaatsvinden na de datum van de

Consultatie Vertaling ISA TM 540 De controle van schattingen en toelichtingen daarop

Koninklijke NBA 52

paragraph 18. For example, for a simple bonus accrual that is based on a straightforward percentage of compensation for selected employees, the auditor may conclude that there is relatively little complexity or subjectivity in making the accounting estimate, and therefore may assess inherent risk at the assertion level at the lower end of the spectrum of inherent risk. The payment of the bonuses subsequent to period end may provide sufficient appropriate audit evidence regarding the assessed risks of material mis-statement at the assertion level. 42 ISA 315 (Revised), paragraph 31

financiële overzichten kunnen ook van invloed zijn op de keuze door de accountant van de benadering voor het toetsen van de schatting over-eenkomstig paragraaf 18. Bijvoorbeeld voor een eenvoudige bonusop-bouw op basis van een eenvoudig percentage van de vergoeding voor geselecteerde werknemers, kan de accountant concluderen dat er relatief weinig complexiteit of subjectiviteit is bij het maken van de schatting, en kan daarom het inherente risico op het niveau van beweringen aan de onderkant van het spectrum van inherent risico inschatten. De betaling van de bonussen na afloop van de verslagperiode kan voldoende en ge-schikte controle-informatie verschaffen met betrekking tot de ingeschatte risico’s op een afwijking van materieel belang op het niveau van bewerin-gen. 42 Standaard 315, paragraaf 31.

A71. The auditor’s assessment of control risk may be done in different ways de-pending on preferred audit techniques or methodologies. The control risk assessment may be expressed using qualitative categories (for example, control risk assessed as maximum, moderate, minimum) or in terms of the auditor’s expectation of how effective the control(s) is in addressing the identified risk, that is, the planned reliance on the effective operation of con-trols. For example, if control risk is assessed as maximum, the auditor con-templates no reliance on the effective operation of controls. If control risk is assessed at less than maximum, the auditor contemplates reliance on the effective operation of controls.

De inschatting door de accountant van het interne beheersingsrisico kan op verschillende manieren worden uitgevoerd, afhankelijk van welke controletechnieken of –methodologieën de voorkeur genieten. De inschat-ting van het interne beheersingsrisico kan worden uitgedrukt in kwalitatie-ve categorieën (bijvoorbeeld interne beheersingsrisico beoordeeld als maximaal, gemiddeld, minimaal) of in termen van de verwachting van de accountant hoe effectief de interne beheersingsmaatregel(en) is in het behandelen van het geïdentificeerde risico, dat wil zeggen het geplande steunen op de effectieve werking van interne beheersingsmaatregelen. Als het interne beheersingsrisico bijvoorbeeld als maximaal wordt inge-schat, overweegt de accountant niet te steunen op de effectieve werking van de interne beheersingsmaatregelen. Als het interne beheersingsrisico lager is dan het maximum, overweegt de accountant te steunen op de effectieve werking van de interne beheersingsmaatregelen.

Estimation Uncertainty (Ref: Para. 16(a)) Schattingsonzekerheid (Zie Par. 16(a))

A72. In taking into account the degree to which the accounting estimate is sub-ject to estimation uncertainty, the auditor may consider:

Whether the applicable financial reporting framework requires: o The use of a method to make the accounting estimate that inher-

ently has a high level of estimation uncertainty. For example, the fi-nancial reporting framework may require the use of unobservable inputs.

Rekening houdend met de mate waarin de schatting onderhevig is aan schattingsonzekerheid, kan de accountant overwegen:

of het van toepassing zijnde stelsel inzake financiële verslaggeving het volgende vereist: o het gebruik van een methode om de schatting te maken die inhe-

rent een hoge mate van schattingsonzekerheid heeft. Het financi-ele verslaggevingsstelsel kan bijvoorbeeld het gebruik van niet-

Consultatie Vertaling ISA TM 540 De controle van schattingen en toelichtingen daarop

Koninklijke NBA 53

o The use of assumptions that inherently have a high level of estima-tion uncertainty, such as assumptions with a long forecast period, assumptions that are based on data that is unobservable and are therefore difficult for management to develop, or the use of various assumptions that are interrelated.

o Disclosures about estimation uncertainty.

The business environment. An entity may be active in a market that experiences turmoil or possible disruption (for example, from major cur-rency movements or inactive markets) and the accounting estimate may therefore be dependent on data that is not readily observable.

Whether it is possible (or practicable, insofar as permitted by the appli-cable financial reporting framework) for management: o To make a precise and reliable prediction about the future realiza-

tion of a past transaction (for example, the amount that will be paid under a contingent contractual term), or about the incidence and impact of future events or conditions (for example, the amount of a future credit loss or the amount at which an insurance claim will be settled and the timing of its settlement); or

o To obtain precise and complete information about a present condi-tion (for example, information about valuation attributes that would reflect the perspective of market participants at the date of the fi-nancial statements, to develop a fair value estimate).

waarneembare inputs vereisen. o het gebruik van veronderstellingen die inherent een hoog niveau

van schattingsonzekerheid hebben, zoals veronderstellingen met een lange prognoseperiode, veronderstellingen die zijn geba-seerd op gegevens die niet waarneembaar zijn en daarom moei-lijk te ontwikkelen zijn voor het management, of het gebruik van verschillende veronderstellingen die met elkaar verbonden zijn.

o toelichtingen over schattingsonzekerheid.

de bedrijfsomgeving. Een entiteit kan actief zijn op een markt die on-rust of een mogelijke verstoring ervaart (bijvoorbeeld door grote valu-tabewegingen of inactieve markten) en de schatting kan daarom af-hankelijk zijn van gegevens die niet gemakkelijk waarneembaar zijn;

of het mogelijk is (of praktisch uitvoerbaar is voor zover toegestaan door het van toepassing zijnde stelsel inzake financiële verslagge-ving) voor het management: o om een nauwkeurige en betrouwbare voorspelling te doen over

de toekomstige realisatie van een transactie uit het verleden (bij-voorbeeld het bedrag dat zal worden betaald onder een voor-waardelijke contractuele voorwaarde), of over het voorkomen en de impact van toekomstige gebeurtenissen of omstandigheden (bijvoorbeeld het bedrag van een toekomstig kredietverlies of het bedrag waartegen een verzekeringsclaim wordt afgewikkeld en de timing van de afwikkeling ervan); of

o om precieze en volledige informatie te verkrijgen over een huidige situatie (bijvoorbeeld informatie over waarderingskenmerken die het perspectief van marktdeelnemers weergeven op de datum van de financiële overzichten, om een schatting van de reële waarde te ontwikkelen).

A73. The size of the amount recognized or disclosed in the financial statements for an accounting estimate is not, in itself, an indicator of its susceptibility to misstatement because, for example, the accounting estimate may be un-derstated.

De omvang van het bedrag dat in de financiële overzichten wordt opge-nomen of toegelicht voor een schatting, vormt op zich geen indicator voor de vatbaarheid voor afwijkingen, omdat bijvoorbeeld de schatting mogelijk te laag is.

A74. In some circumstances, the estimation uncertainty may be so high that a reasonable accounting estimate cannot be made. The applicable financial reporting framework may preclude recognition of an item in the financial statements, or its measurement at fair value. In such cases, there may be

In sommige omstandigheden kan de schattingsonzekerheid zo hoog zijn dat er geen redelijke schatting kan worden gemaakt. Het van toepassing zijnde stelsel inzake financiële verslaggeving kan de opname van een element in de financiële overzichten of de waardering ervan tegen reële

Consultatie Vertaling ISA TM 540 De controle van schattingen en toelichtingen daarop

Koninklijke NBA 54

risks of material misstatement that relate not only to whether an accounting estimate should be recognized, or whether it should be measured at fair value, but also to the reasonableness of the disclosures. With respect to such accounting estimates, the applicable financial reporting framework may require disclosure of the accounting estimates and the estimation un-certainty associated with them (see paragraphs A112–A113, A143–A144).

waarde uitsluiten. In dergelijke gevallen kunnen er risico's zijn op een afwijking van materieel belang die niet alleen betrekking heeft op de vraag of een schatting moet worden opgenomen, of dat deze moet worden ge-waardeerd tegen reële waarde, maar ook op de redelijkheid van de toe-lichtingen. Met betrekking tot dergelijke schattingen kan het van toepas-sing zijnde stelsel inzake financiële verslaggeving toelichting vereisen over de schattingen en de schattingsonzekerheid die daarmee samen-hangt (Zie Par. A112-A113, A143-A144).

A75. In some cases, the estimation uncertainty relating to an accounting estimate may cast significant doubt about the entity’s ability to continue as a going concern. ISA 570 (Revised)43 establishes requirements and provides guid-ance in such circumstances. 43 ISA 570, (Revised), Going Concern

In sommige gevallen kan de schattingsonzekerheid met betrekking tot een schatting gerede twijfel doen rijzen over de mogelijkheid van de entiteit om haar continuïteit te handhaven. Standaard 570 43 stelt eisen en geeft leidraden in dergelijke omstandigheden. 43 Standaard 570, Continuïteit.

Complexity or Subjectivity (Ref: Para. 16(b)) Complexiteit of subjectiviteit (Zie Par. 16(b))

The Degree to Which Complexity Affects the Selection and Application of the Method

De mate waarin complexiteit van invloed is op de keuze en toepassing van de methode

A76. In taking into account the degree to which the selection and application of the method used in making the accounting estimate are affected by com-plexity, the auditor may consider:

The need for specialized skills or knowledge by management which may indicate that the method used to make an accounting estimate is inherently complex and therefore the accounting estimate may have a greater susceptibility to material misstatement. There may be a greater susceptibility to material misstatement when management has devel-oped a model internally and has relatively little experience in doing so, or uses a model that applies a method that is not established or com-monly used in a particular industry or environment.

The nature of the measurement basis required by the applicable finan-cial reporting framework, which may result in the need for a complex method that requires multiple sources of historical and forward-looking data or assumptions, with multiple interrelationships between them. For example, an expected credit loss provision may require judgments about future credit repayments and other cash flows, based on consid-eration of historical experience data and the application of forward look-ing assumptions. Similarly, the valuation of an insurance contract liabil-

Rekening houdend met de mate waarin de keuze en toepassing van de methode die bij het maken van de schatting wordt gebruikt door de com-plexiteit wordt beïnvloed, kan de accountant overwegen:

de behoefte aan gespecialiseerde vaardigheden of kennis door het management die erop kan wijzen dat de methode die wordt gebruikt om een schatting te maken inherent complex is en daarom de schat-ting een grotere vatbaarheid kan hebben voor een afwijking van mate-rieel belang. Er is mogelijk een grotere vatbaarheid voor afwijkingen van materieel belang wanneer het management intern een model heeft ontwikkeld en relatief weinig ervaring hiermee heeft, of een mo-del gebruikt dat een methode toepast die niet is bewezen of niet vaak wordt gebruikt in een bepaalde sector of omgeving;

de aard van de waarderingsgrondslag die vereist is door het van toe-passing zijnde stelsel inzake financiële verslaggeving, wat kan resul-teren in de behoefte aan een complexe methode die meerdere bron-nen van historische en toekomstgerichte gegevens of veronderstellin-gen vereist, met meerdere onderlinge relaties. Een verwachte voor-ziening voor kredietverliezen kan bijvoorbeeld een oordeelsvorming van toekomstige kredietaflossingen en andere kasstromen vereisen,

Consultatie Vertaling ISA TM 540 De controle van schattingen en toelichtingen daarop

Koninklijke NBA 55

ity may require judgments about future insurance contract payments to be projected based on historical experience and current and assumed future trends.

gebaseerd op de overweging van historische ervaringsgegevens en de toepassing van toekomstgerichte veronderstellingen. Evenzo kan de waardering van de aansprakelijkheid van een verzekeringscontract vereisen dat oordeelsvormingen over toekomstige betalingen in het verzekeringscontract worden geprojecteerd op basis van historische ervaring en huidige en veronderstelde toekomstige trends.

The Degree to Which Complexity Affects the Selection and Application of the Data

De mate waarin complexiteit van invloed is op de keuze en toepassing van de gegevens

A77. In taking into account the degree to which the selection and application of the data used in making the accounting estimate are affected by complexity, the auditor may consider:

The complexity of the process to derive the data, taking into account the relevance and reliability of the data source. Data from certain sources may be more reliable than from others. Also, for confidentiality or pro-prietary reasons, some external information sources will not (or not fully) disclose information that may be relevant in considering the reliability of the data they provide, such as the sources of the underlying data they used or how it was accumulated and processed.

The inherent complexity in maintaining the integrity of the data. When there is a high volume of data and multiple sources of data, there may be inherent complexity in maintaining the integrity of data that is used to make an accounting estimate.

The need to interpret complex contractual terms. For example, the de-termination of cash inflows or outflows arising from a commercial sup-plier or customer rebates may depend on very complex contractual terms that require specific experience or competence to understand or interpret.

Door rekening te houden met de mate waarin de keuze en toepassing van de gegevens die bij het maken van de schatting worden gebruikt, door de complexiteit worden beïnvloed, kan de accountant het volgende overwe-gen:

de complexiteit van het proces om de gegevens af te leiden, rekening houdend met de relevantie en betrouwbaarheid van de gegevens-bron. Gegevens van bepaalde bronnen kunnen betrouwbaarder zijn dan van anderen. Om redenen van vertrouwelijkheid of eigendoms-rechten zullen sommige externe informatiebronnen niet (of niet volle-dig) informatie toelichten die van belang kan zijn bij het overwegen van de betrouwbaarheid van de gegevens die zij verstrekken, zoals de bronnen van de onderliggende gegevens die zij hebben gebruikt of hoe deze zijn verzameld en verwerkt;

de inherente complexiteit bij het handhaven van de integriteit van de gegevens. Wanneer er grote hoeveelheden gegevens en meerdere gegevensbronnen zijn, kan het inherent complex zijn om de integriteit van gegevens te handhaven die worden gebruikt om een schatting te maken;

de noodzaak om complexe contractuele voorwaarden te interprete-ren. Bijvoorbeeld, de bepaling van instroom of uitstroom van geld die voortvloeit uit een commerciële leverancier of klantenkortingen kan afhankelijk zijn van zeer complexe contractuele voorwaarden die spe-cifieke ervaring of competentie vereisen om te begrijpen of interprete-ren.

The Degree to Which Subjectivity Affects the Selection and Application of the Method, Assumptions or Data

De mate waarin subjectiviteit van invloed is op de keuze en toepassing van de methode, veronderstellingen of gegevens

A78. In taking into account the degree to which the selection and application of method, assumptions or data are affected by subjectivity, the auditor may

Rekening houdend met de mate waarin de keuze en toepassing van de methode, veronderstellingen of gegevens worden beïnvloed door subjec-

Consultatie Vertaling ISA TM 540 De controle van schattingen en toelichtingen daarop

Koninklijke NBA 56

consider:

The degree to which the applicable financial reporting framework does not specify the valuation approaches, concepts, techniques and factors to use in the estimation method.

The uncertainty regarding the amount or timing, including the length of the forecast period. The amount and timing are a source of inherent es-timation uncertainty, and give rise to the need for management judg-ment in selecting a point estimate, which in turn creates an opportunity for management bias. For example, an accounting estimate that incor-porates forward looking assumptions may have a high degree of subjec-tivity which may be susceptible to management bias.

tiviteit, kan de accountant overwegen:

de mate waarin het van toepassing zijnde stelsel inzake financiële verslaggeving de waarderingsbenaderingen, concepten, technieken en te gebruiken factoren in de schattingsmethode niet specificeert;

de onzekerheid over de hoeveelheid of timing, inclusief de lengte van de prognoseperiode. De hoeveelheid en timing zijn een bron van in-herente schattingsonzekerheid en geven aanleiding tot de noodzaak van oordeelsvorming van het management bij het selecteren van een puntschatting, wat op zijn beurt een mogelijkheid creëert voor tenden-tie bij het management. Bijvoorbeeld, een schatting die toekomstge-richte veronderstellingen bevat, kan een hoge mate van subjectiviteit hebben die vatbaar kan zijn voor tendentie bij het management.

Other Inherent Risk Factors (Ref: Para. 16(b)) Andere inherente risicofactoren (Zie Par. 16(b))

A79. The degree of subjectivity associated with an accounting estimate influ-ences the susceptibility of the accounting estimate to misstatement due to management bias or fraud. For example, when an accounting estimate is subject to a high degree of subjectivity, the accounting estimate is likely to be more susceptible to misstatement due to management bias or fraud and this may result in a wide range of possible measurement outcomes. Man-agement may select a point estimate from that range that is inappropriate in the circumstances, or that is inappropriately influenced by unintentional or intentional management bias, and that is therefore misstated. For continuing audits, indicators of possible management bias identified during the audit of preceding periods may influence the planning and risk assessment proce-dures in the current period.

De mate van subjectiviteit die gepaard gaat met een schatting, beïnvloedt de vatbaarheid van de schatting voor afwijkingen als gevolg van tendentie bij het management of fraude. Wanneer een schatting bijvoorbeeld aan een hoge mate van subjectiviteit onderhevig is, is de schatting waarschijn-lijk vatbaarder voor afwijkingen als gevolg van tendentie bij het manage-ment of fraude en dit kan resulteren in een breed scala aan mogelijke waarderingsresultaten. Het management kan een puntschatting uit dat interval selecteren die ongepast is in de omstandigheden, of die op onge-paste wijze wordt beïnvloed door onopzettelijke of opzettelijke tendentie bij het management, en die daarom een afwijking bevat. Voor doorlopen-de controles kunnen indicaties voor mogelijke tendentie bij het manage-ment die tijdens de controle van voorgaande verslagperioden zijn geïden-tificeerd, van invloed zijn op de plannings- en risico-inschattingswerkzaamheden in de huidige verslagperiode.

Significant Risks (Ref: Para. 17) Significante risico's (Zie Par. 17)

A80. The auditor’s assessment of inherent risk, which takes into account the degree to which an accounting estimate is subject to, or affected by estima-tion uncertainty, complexity, subjectivity or other inherent risk factors, as-sists the auditor in determining whether any of the risks of material mis-statement identified and assessed are a significant risk.

De inschatting door de accountant van het inherente risico, waarbij reke-ning wordt gehouden met de mate waarin een schatting onderhevig is aan of wordt beïnvloed door schattingsonzekerheid, complexiteit, subjectiviteit of andere inherente risicofactoren, helpt de accountant bij het bepalen of een van de geïdentificeerde en ingeschatte risico’s op een afwijking van materieel belang een significant risico is.

Responses to the Assessed Risks of Material Misstatement Het inspelen op de ingeschatte risico’s op een afwijking van materi-

Consultatie Vertaling ISA TM 540 De controle van schattingen en toelichtingen daarop

Koninklijke NBA 57

eel belang

The Auditor’s Further Audit Procedures (Ref: Para. 18) De verdere controlewerkzaamheden van de accountant (Zie Par. 18)

A81. In designing and performing further audit procedures the auditor may use any of the three testing approaches (individually or in combination) listed in paragraph 18. For example, when several assumptions are used to make an accounting estimate, the auditor may decide to use a different testing approach for each assumption tested.

Bij het opzetten en uitvoeren van verdere controlewerkzaamheden kan de accountant gebruik maken van een van de drie toetsingsbenaderingen (afzonderlijk of in combinatie) opgesomd in paragraaf 18. Wanneer bij-voorbeeld meerdere veronderstellingen worden gebruikt om een schatting te maken, kan de accountant besluiten om een andere toetsingsbenade-ring te gebruiken voor elke getoetste veronderstelling.

Obtaining Relevant Audit Evidence Whether Corroborative or Contradictory Het verkrijgen van relevante controle-informatie, ongeacht of deze beves-tigend of tegenstrijdig is

A82. Audit evidence comprises both information that supports and corroborates management’s assertions, and any information that contradicts such asser-tions.44 Obtaining audit evidence in an unbiased manner may involve ob-taining evidence from multiple sources within and outside the entity. How-ever, the auditor is not required to perform an exhaustive search to identify all possible sources of audit evidence. 44 ISA 500, paragraph A1

Controle-informatie omvat zowel informatie die de beweringen van het management ondersteunt en bevestigt, als informatie die tegenstrijdig is met dergelijke beweringen.44 Het verkrijgen van controle-informatie op een niet-tendentieuze wijze kan het verkrijgen van informatie uit meerdere bronnen binnen en buiten de entiteit inhouden. De accountant hoeft ech-ter geen uitputtende zoekopdracht uit te voeren om alle mogelijke bron-nen van controle-informatie te achterhalen. 44 Standaard 500, paragraaf A1.

A83. ISA 330 requires the auditor to obtain more persuasive audit evidence the higher the auditor’s assessment of the risk.45 Therefore, the consideration of the nature or quantity of the audit evidence may be more important when inherent risks relating to an accounting estimate is assessed at the higher end of the spectrum of inherent risk. 45 ISA 330, paragraph 7(b), A19

Standaard 330 vereist dat de accountant meer overtuigende controle-informatie verkrijgt naarmate de inschatting van de accountant van het risico hoger is.45 Daarom kan de overweging van de aard of hoeveelheid van de controle-informatie belangrijker zijn wanneer inherente risico's met betrekking tot een schatting worden ingeschat aan de bovenkant van het spectrum van inherent risico. 45 Standaard 330, paragraaf 7(b), A19.

Scalability Schaalbaarheid

A84. The nature, timing and extent of the auditor’s further audit procedures are affected by, for example:

The assessed risks of material misstatement, which affect the persua-siveness of the audit evidence needed and influence the approach the auditor selects to audit an accounting estimate. For example, the as-sessed risks of material misstatement relating to the existence or valua-tion assertions may be lower for a straightforward accrual for bonuses

De aard, timing en omvang van de verdere controlewerkzaamheden van de accountant worden beïnvloed door, bijvoorbeeld:

de ingeschatte risico’s op een afwijking van materieel belang die van invloed zijn op het overtuigende karakter van de benodigde controle-informatie en die van invloed zijn op de benadering die de accountant selecteert om een schatting te controleren. Bijvoorbeeld, de inge-schatte risico’s op een afwijking van materieel belang met betrekking

Consultatie Vertaling ISA TM 540 De controle van schattingen en toelichtingen daarop

Koninklijke NBA 58

that are paid to employees shortly after period end. In this situation, it may be more practical for the auditor to obtain sufficient appropriate au-dit evidence by evaluating events occurring up to the date of the audi-tor’s report, rather than through other testing approaches.

The reasons for the assessed risks of material misstatement.

tot de beweringen inzake het bestaan of de waardering kunnen lager zijn voor een eenvoudige opbouw voor bonussen die kort na het ein-de van de verslagperiode aan werknemers worden uitbetaald. In deze situatie kan het praktischer zijn voor de accountant om voldoende en geschikte controle-informatie te verkrijgen door gebeurtenissen die plaatsvinden tot de datum van de controleverklaring te evalueren, in plaats van via andere toetsingsbenaderingen;

de redenen voor de ingeschatte risico’s op een afwijking van materi-eel belang.

When the Auditor Intends to Rely on the Operating Effectiveness of Rele-vant Controls (Ref: Para: 19)

Wanneer de accountant voornemens is te steunen op de effectieve wer-king van relevante interne beheersingsmaatregelen (Zie Par. 19)

A85 Testing the operating effectiveness of relevant controls may be appropriate when inherent risk is assessed as higher on the spectrum of inherent risk, including for significant risks. This may be the case when the accounting estimate is subject to or affected by a high degree of complexity. When the accounting estimate is affected by a high degree of subjectivity, and there-fore requires significant judgment by management, inherent limitations in the effectiveness of the design of controls may lead the auditor to focus more on substantive procedures than on testing the operating effectiveness of controls.

Het toetsen van de effectieve werking van relevante interne beheersings-maatregelen kan geschikt zijn wanneer inherent risico wordt beoordeeld als hoger op het spectrum van inherent risico, inclusief voor significante risico's. Dit kan het geval zijn wanneer de schatting onderhevig is aan of wordt beïnvloed door een hoge mate van complexiteit. Wanneer de schat-ting wordt beïnvloed door een hoge mate van subjectiviteit en daarom een aanzienlijke oordeelsvorming door het management vereist, kunnen inhe-rente beperkingen in de effectiviteit van de opzet van interne beheer-singsmaatregelen ertoe leiden dat de accountant zich meer gaat richten op gegevensgerichte werkzaamheden dan op het toetsen van de effectie-ve werking van interne beheersingsmaatregelen.

A86. In determining the nature, timing and extent of testing of the operating effec-tiveness of controls relating to accounting estimates, the auditor may con-sider factors such as:

The nature, frequency and volume of transactions;

The effectiveness of the design of the controls, including whether con-trols are appropriately designed to respond to the assessed inherent risk, and the strength of governance;

The importance of particular controls to the overall control objectives and processes in place at the entity, including the sophistication of the information system to support transactions;

The monitoring of controls and identified deficiencies in internal control;

The nature of the risks the controls are intended to address, for exam-ple, controls related to the exercise of judgment compared with controls over supporting data;

Bij het bepalen van de aard, timing en omvang van het toetsen van de effectieve werking van interne beheersingsmaatregelen met betrekking tot schattingen, kan de accountant rekening houden met factoren zoals:

de aard, frequentie en hoeveelheid van transacties;

de effectiviteit van de opzet van de interne beheersingsmaatregelen, inclusief of de interne beheersingsmaatregelen op passende wijze zijn opgezet om in te spelen op het ingeschatte inherente risico en de ro-buustheid van governance;

het belang van specifieke interne beheersingsmaatregelen voor de algehele beheersingsdoelstellingen en processen die bij de entiteit aanwezig zijn, inclusief de geavanceerdheid van het informatiesys-teem ter ondersteuning van transacties;

het monitoren van interne beheersingsmaatregelen en geconstateer-de tekortkomingen in de interne beheersing;

Consultatie Vertaling ISA TM 540 De controle van schattingen en toelichtingen daarop

Koninklijke NBA 59

The competency of those involved in the control activities;

The frequency of performance of the control activities; and

The evidence of performance of control activities.

de aard van de risico's waarop de interne beheersingsmaatregelen worden verondersteld in te spelen, bijvoorbeeld interne beheersings-maatregelen in verband met oordeelsvorming, vergeleken met interne beheersingsmaatregelen van ondersteunende gegevens;

de competentie van degenen die betrokken zijn bij de interne beheer-singsactiviteiten;

de frequentie van uitvoering van de interne beheersingsactiviteiten; en

het bewijs van uitvoering van interne beheersingsactiviteiten.

Substantive Procedures Alone Cannot Provide Sufficient Appropriate Audit Evidence

Gegevensgerichte werkzaamheden alleen kunnen geen voldoende en geschikte controle-informatie verschaffen

A87. In some industries, such as the financial services industry, management makes extensive use of IT to conduct business. It may therefore be more likely that there are risks related to certain accounting estimates for which substantive procedures alone cannot provide sufficient appropriate audit evidence.

In sommige sectoren, zoals de financiële dienstverlening, maakt het ma-nagement uitgebreid gebruik van IT om zaken te doen. Het is daarom waarschijnlijker dat er risico's verbonden zijn aan bepaalde schattingen waarvoor gegevensgerichte werkzaamheden alleen niet voldoende en geschikte controle-informatie kunnen verschaffen.

A88. Circumstances when risks for which substantive procedures alone cannot provide sufficient appropriate audit evidence at the assertion level may exist include:

When controls are necessary to mitigate risks relating to the initiation, recording, processing, or reporting of information obtained from outside of the general and subsidiary ledgers.

Information supporting one or more assertions is electronically initiated, recorded, processed, or reported. This is likely to be the case when there is a high volume of transactions or data, or a complex model is used, requiring the extensive use of information technology to ensure the accuracy and completeness of the information. A complex expected credit loss provision may be required for a financial institution or utility entity. For example, in the case of a utility entity, the data used in de-veloping the expected credit loss provision may comprise many small balances resulting from a high volume of transactions. In these circum-stances, the auditor may conclude that sufficient appropriate audit evi-dence cannot be obtained without testing controls around the model used to develop the expected credit loss provision

In such cases, the sufficiency and appropriateness of the audit evidence may depend on the effectiveness of controls over the accuracy and com-

Omstandigheden waarin risico's waarvoor gegevensgerichte werkzaam-heden alleen niet voldoende en geschikte controle-informatie op het ni-veau van beweringen kunnen verschaffen, kunnen bestaan uit de volgen-de:

wanneer interne beheersingsmaatregelen nodig zijn om risico's te beperken met betrekking tot het initiëren, vastleggen, verwerken of rapporteren van informatie die is verkregen buiten het grootboek en de subgrootboeken;

informatie die één of meer beweringen ondersteunt, wordt elektro-nisch geïnitieerd, vastgelegd, verwerkt of gerapporteerd. Dit is waar-schijnlijk het geval wanneer er een groot aantal transacties of gege-vens is of als er een complex model wordt gebruikt, waarbij een uit-gebreid gebruik van informatietechnologie nodig is om te zorgen voor de nauwkeurigheid en volledigheid van de informatie. Een complexe verwachte voorziening voor kredietverliezen kan vereist zijn voor een financiële instelling of een nutsbedrijf. In het geval van een nutsbedrijf kunnen bijvoorbeeld de gegevens die worden gebruikt bij de ontwik-keling van de verwachte voorziening voor kredietverliezen vele kleine saldi omvatten die het resultaat zijn van een groot aantal transacties. In deze omstandigheden kan de accountant concluderen dat er niet

Consultatie Vertaling ISA TM 540 De controle van schattingen en toelichtingen daarop

Koninklijke NBA 60

pleteness of the information. voldoende en geschikte controle-informatie kan worden verkregen zonder het toetsen van interne beheersingsmaatregelen rondom het model dat is gebruikt om de verwachte voorziening voor kredietverlie-zen te ontwikkelen.

In dergelijke gevallen kan de toereikendheid en geschiktheid van de con-trole-informatie afhangen van de effectiviteit van de interne beheersings-maatregelen op de nauwkeurigheid en volledigheid van de informatie.

A89. As part of the audit of the financial statements for certain entities (such as a bank or insurer), the auditor also may be required by law or regulation to undertake additional procedures in relation to, or to provide an assurance conclusion on, internal control. In these and other similar circumstances, the auditor may be able to use information obtained in performing such proce-dures as audit evidence, subject to determining whether subsequent changes have occurred that may affect its relevance to the audit.

Als onderdeel van de controle van de financiële overzichten voor bepaal-de entiteiten (zoals een bank of een verzekeraar), kan van de accountant ook door wet of regelgeving vereist wordenom aanvullende werkzaamhe-den te ondernemen met betrekking tot, of om een assurance-conclusie te verstrekken over, de interne beheersing. In deze en andere soortgelijke omstandigheden kan de accountant in staat zijn om informatie te gebrui-ken die is verkregen bij het uitvoeren van dergelijke werkzaamheden als controle-informatie, op voorwaarde dat wordt vastgesteld of zich latere wijzigingen hebben voorgedaan die van invloed kunnen zijn op de rele-vantie ervan voor de controle.

Significant Risks (Ref: Para. 20) Significante risico's (Zie Par. 20)

A90. When the auditor’s further audit procedures in response to a significant risk consist only of substantive procedures, ISA 33046 requires that those proce-dures include tests of details. Such tests of details may be designed and performed under each of the approaches described in paragraph 18 of this ISA based on the auditor’s professional judgment in the circumstances. Examples of tests of details for significant risks related to accounting esti-mates include:

Examination, for example, examining contracts to corroborate terms or assumptions.

Recalculation, for example, verifying the mathematical accuracy of a model.

Agreeing assumptions used to supporting documentation, such as third-party published information.

46 ISA 330, paragraph 21

Wanneer de verdere controlewerkzaamheden van de accountant om in te spelen op een significant risico alleen bestaan uit gegevensgerichte werk-zaamheden, vereist Standaard 33046 dat die werkzaamheden detailcon-troles omvatten. Dergelijke detailcontroles kunnen worden opgezet en uitgevoerd onder elk van de benaderingen beschreven in paragraaf 18 van deze Standaard op basis van de professionele oordeelsvorming van de accountant in de omstandigheden. Voorbeelden van detailcontroles voor significante risico's met betrekking tot schattingen omvatten:

onderzoek, bijvoorbeeld, onderzoeken van contracten om voorwaar-den of veronderstellingen te bevestigen;

herberekening, bijvoorbeeld, het verifiëren van de mathematische nauwkeurigheid van een model;

afstemmen van veronderstellingen die worden gebruikt om documen-tatie te ondersteunen, zoals gepubliceerde informatie van derden.

46 Standaard 330, paragraaf 21.

Obtaining Audit Evidence from Events Occurring up to the Date of the Audi- Verkrijgen van controle-informatie van gebeurtenissen die plaatsvinden tot

Consultatie Vertaling ISA TM 540 De controle van schattingen en toelichtingen daarop

Koninklijke NBA 61

tor’s Report (Ref: Para. 21) de datum van de controleverklaring (Zie Par. 21)

A91. In some circumstances, obtaining audit evidence from events occurring up to the date of the auditor’s report may provide sufficient appropriate audit evidence to address the risks of material misstatement. For example, sale of the complete inventory of a discontinued product shortly after the period end may provide sufficient appropriate audit evidence relating to the esti-mate of its net realizable value at the period end. In other cases, it may be necessary to use this testing approach in connection with another approach in paragraph 18.

In sommige omstandigheden kan het verkrijgen van controle-informatie van gebeurtenissen die plaatsvinden tot de datum van de controleverkla-ring, voldoende en geschikte controle-informatie verschaffen om in te spelen op de risico’s op een afwijking van materieel belang. Zo kan de verkoop van de volledige voorraad van een beëindigd product kort na het einde van de verslagperiode voldoende en geschikte controle-informatie opleveren met betrekking tot de schatting van de opbrengstwaarde aan het einde van de verslagperiode. In andere gevallen kan het nodig zijn om deze toetsingsbenadering te gebruiken in verband met een andere bena-dering in paragraaf 18.

A92. For some accounting estimates, events occurring up to the date of the audi-tor’s report are unlikely to provide sufficient appropriate audit evidence re-garding the accounting estimate. For example, the conditions or events relating to some accounting estimates develop only over an extended peri-od. Also, because of the measurement objective of fair value accounting estimates, information after the period-end may not reflect the events or conditions existing at the balance sheet date and therefore may not be rele-vant to the measurement of the fair value accounting estimate.

Voor sommige schattingen is het onwaarschijnlijk dat gebeurtenissen die plaatsvinden tot aan de datum van de controleverklaring voldoende en geschikte controle-informatie verschaffen met betrekking tot de schatting. De omstandigheden of gebeurtenissen met betrekking tot sommige schat-tingen ontwikkelen zich bijvoorbeeld pas over een langere verslagperiode. Vanwege de waarderingsdoelstelling van schattingen van de reële waar-de, is het ook mogelijk dat informatie na afloop van de verslagperiode de op de balansdatum bestaande gebeurtenissen of omstandigheden niet weerspiegelt en daarom mogelijk niet relevant is voor de waardering van de schatting van de reële waarde.

A93. Even if the auditor decides not to undertake this testing approach in respect of specific accounting estimates, the auditor is required to comply with ISA 560. ISA 560 requires the auditor to perform audit procedures designed to obtain sufficient appropriate audit evidence that all events occurring be-tween the date of the financial statements and the date of the auditor’s re-port that require adjustment of, or disclosure in, the financial statements have been identified47 and appropriately reflected in the financial state-ments.48 Because the measurement of many accounting estimates, other than fair value accounting estimates, usually depends on the outcome of future conditions, transactions or events, the auditor’s work under ISA 560 is particularly relevant. 47 ISA 560, paragraph 6 48 ISA 560, paragraph 8

Zelfs als de accountant besluit om deze toetsingsbenadering niet uit te voeren met betrekking tot specifieke schattingen, is het vereist dat de accountant voldoet aan Standaard 560. Standaard 560 vereist dat de accountant controlewerkzaamheden uitvoert om voldoende en geschikte controle-informatie te verkrijgen dat alle gebeurtenissen die plaatsvinden tussen de datum van de financiële overzichten en de datum van de con-troleverklaring die aanpassing of toelichting in de financiële overzichten vereisen,47 zijn geïdentificeerd en op passende wijze weergegeven in de financiële overzichten.48 Omdat de waardering van vele schattingen, an-ders dan schattingen van de reële waarde, gewoonlijk afhangt van de uitkomst van toekomstige omstandigheden, transacties of gebeurtenissen, zijn de werkzaamheden van de accountant onder Standaard 560 bijzon-der relevant. 47 Standaard 560, paragraaf 6. 48 Standaard 560, paragraaf 8.

Consultatie Vertaling ISA TM 540 De controle van schattingen en toelichtingen daarop

Koninklijke NBA 62

Testing How Management Made the Accounting Estimate (Ref. Para. 22) Toetsen van de wijze waarop het management de schatting heeft ge-maakt (Zie Par. 22)

A94. Testing how management made the accounting estimate may be an appro-priate approach when, for example:

The auditor’s review of similar accounting estimates made in the prior period financial statements suggests that management’s current period process is appropriate.

The accounting estimate is based on a large population of items of a similar nature that individually are not significant.

The applicable financial reporting framework specifies how manage-ment is expected to make the accounting estimate. For example, this may be the case for an expected credit loss provision.

The accounting estimate is derived from the routine processing of data. Testing how management made the accounting estimate may also be an appropriate approach when neither of the other testing approaches is prac-tical to perform, or may be an appropriate approach in combination with one of the other testing approaches.

Toetsen van de wijze waarop het management de schatting heeft ge-maakt, kan een geschikte benadering zijn wanneer, bijvoorbeeld:

de beoordeling van de accountant van vergelijkbare schattingen die zijn gemaakt in de financiële overzichten van de vorige verslagperio-de, suggereert dat het proces van het management in de huidige pe-riode geschikt is;

de schatting is gebaseerd op een grote populatie van elementen van vergelijkbare aard die afzonderlijk niet significant zijn;

het van toepassing zijnde stelsel inzake financiële verslaggeving spe-cificeert hoe het management naar verwachting de schatting zal ma-ken. Dit kan bijvoorbeeld het geval zijn voor een voorziening voor verwachte kredietverliezen;

de schatting is afgeleid van de routinematige verwerking van gege-vens.

Het toetsen van de wijze waarop het management de schatting heeft ge-maakt, kan ook een geschikte benadering zijn wanneer geen van de an-dere toetsingsbenaderingen praktisch uitvoerbaar is of een geschikte aanpak is in combinatie met een van de andere toetsingsbenaderingen.

Changes in Methods, Significant Assumptions and the Data from Prior Peri-ods (Ref: Para. 23(a), 24(a), 25(a))

Veranderingen in methoden, significante veronderstellingen en de gege-vens van voorgaande verslagperioden (Zie Par. 23(a), 24(a), 25(a))

A95. When a change from prior periods in a method, significant assumption, or the data is not based on new circumstances or new information, or when significant assumptions are inconsistent with each other and with those used in other accounting estimates, or with related assumptions used in other areas of the entity’s business activities, the auditor may need to have further discussions with management about the circumstances and, in doing so, challenge management regarding the appropriateness of the assump-tions used.

Het is mogelijk dat een wijziging van voorgaande verslagperioden in een methode, significante veronderstelling, of de gegevens niet gebaseerd zijn op nieuwe omstandigheden of nieuwe informatie, of dat significante ver-onderstellingen niet consistent zijn met elkaar en met die welke gebruikt worden in andere schattingen, of met gerelateerde veronderstellingen gebruikt in andere gebieden van de bedrijfsactiviteiten van de entiteit In dat geval moet de accountant mogelijk verdere besprekingen voeren met het management over de omstandigheden en, door dit te doen, het ma-nagement kritisch bevragen over de geschiktheid van de gehanteerde veronderstellingen.

Indicators of Management Bias (Ref: Para. 23(b), 24(b), 25(b)) Indicaties voor tendentie bij het management (Zie Par. 23(b), 24(b), 25(b))

A96. When the auditor identifies indicators of possible management bias, the auditor may need a further discussion with management and may need to

Wanneer de accountant indicaties voor mogelijke tendentie bij het ma-nagement identificeert, kan het nodig zijn dat de accountant een verdere

Consultatie Vertaling ISA TM 540 De controle van schattingen en toelichtingen daarop

Koninklijke NBA 63

reconsider whether sufficient appropriate audit evidence has been obtained that the method, assumptions and data used were appropriate and support-able in the circumstances. An example of an indicator of management bias for a particular accounting estimate may be when management has devel-oped an appropriate range for several different assumptions, and in each case the assumption used was from the end of the range that resulted in the most favorable measurement outcome.

discussie met het management nodig heeft en moet hij mogelijk opnieuw overwegen of voldoende en geschikte controle-informatie is verkregen dat de gebruikte methode, veronderstellingen en gebruikte gegevens onder de gegeven omstandigheden geschikt en ondersteunend waren. Een voorbeeld van een indicator van tendentie bij het management voor een bepaalde schatting kan zijn wanneer het management een geschikt inter-val heeft ontwikkeld voor verschillende veronderstellingen, en dat elke gebruikte veronderstelling afkomstig was van het einde van het interval dat resulteerde in het gunstigste meetresultaat.

Methods Methoden

The selection of the method (Ref: Para. 23(a)) De keuze van de methode (Zie Par. 23(a))

A97. Relevant considerations for the auditor regarding the appropriateness of the method selected in the context of the applicable financial reporting frame-work, and, if applicable, the appropriateness of changes from the prior peri-od may include:

Whether management’s rationale for the method selected is appropri-ate;

Whether the method is appropriate in the circumstances given the na-ture of the accounting estimate, the requirements of the applicable fi-nancial reporting framework, other available valuation concepts or tech-niques, regulatory requirements, and the business, industry and envi-ronment in which the entity operates;

When management has determined that different methods result in a range of significantly different estimates, how management has investi-gated the reasons for these differences; and

Whether the change is based on new circumstances or new infor-mation. When this is not the case, the change may not be reasonable or in compliance with the applicable financial reporting framework. Arbi-trary changes result in inconsistent financial statements over time and may give rise to financial statement misstatements or may be an indica-tor of possible management bias. (see also paragraphs A133–A136)

These matters are important when the applicable financial reporting frame-work does not prescribe the method of measurement or allows multiple methods.

Relevante overwegingen voor de accountant met betrekking tot de ge-schiktheid van de in de context van het toepasselijke stelsel voor financi-ele verslaggeving geselecteerde methode en, indien van toepassing, de geschiktheid van wijzigingen ten opzichte van de voorgaande verslagperi-ode kunnen omvatten:

of de beweegredenen van het management voor de gekozen metho-de geschikt zijn;

of de methode geschikt is in de omstandigheden gegeven de aard van de schatting, de vereisten van het van toepassing zijnde stelsel inzake financiële verslaggeving, andere beschikbare waarderingscon-cepten of -technieken, wettelijke vereisten, en de bedrijfstak, de sec-tor en de omgeving waarin de entiteit opereert;

wanneer het management heeft vastgesteld dat verschillende metho-den resulteren in een interval van significant verschillende schattin-gen, hoe het management de redenen voor deze verschillen heeft onderzocht; en

of de verandering is gebaseerd op nieuwe omstandigheden of nieuwe informatie. Wanneer dit niet het geval is, is de wijziging mogelijk niet redelijk of in overeenstemming met het van toepassing zijnde stelsel inzake financiële verslaggeving. Willekeurige wijzigingen resulteren in inconsistente financiële overzichten met de tijd en kunnen aanleiding geven tot afwijkingen in de financiële overzichten of een indicator zijn van mogelijke tendentie bij het management. (Zie ook Par. A133-A136)

Deze aangelegenheden zijn belangrijk wanneer het van toepassing zijnde stelsel inzake financiële verslaggeving de waarderingsmethode niet voor-

Consultatie Vertaling ISA TM 540 De controle van schattingen en toelichtingen daarop

Koninklijke NBA 64

schrijft of meerdere methoden toestaat.

Complex modelling (Ref: Para. 23(d)) Complexe modellering (Zie Par. 23(d))

A98. A model, and the related method, is more likely to be complex when:

Understanding and applying the method, including designing the model and selecting and using appropriate data and assumptions, requires specialized skills or knowledge;

It is difficult to obtain data needed for use in the model because there are restrictions on the availability or observability of, or access to, data; or

It is difficult to maintain the integrity (e.g., accuracy, consistency, or completeness) of the data and assumptions in using the model due to multiple valuation attributes, multiple relationships between them, or multiple iterations of the calculation.

Een model en de bijbehorende methode is waarschijnlijk complexer als:

het begrijpen en toepassen van de methode, inclusief de opzet van het model en het selecteren en gebruiken van geschikte gegevens en veronderstellingen, gespecialiseerde vaardigheden of kennis vereist;

het moeilijk is om gegevens te verkrijgen die nodig zijn voor gebruik in het model, omdat er beperkingen zijn met betrekking tot de beschik-baarheid of waarneembaarheid van of toegang tot gegevens; of

het moeilijk is om de integriteit (bijv. nauwkeurigheid, consistentie of volledigheid) van de gegevens en veronderstellingen bij het gebruik van het model te handhaven vanwege meerdere waarderingskenmer-ken, meerdere onderlinge relaties, of meerdere herhalingen van de berekening.

A99. Matters that the auditor may consider when management uses a complex model include, for example, whether:

The model is validated prior to usage or when there has been a change to the model, with periodic reviews to ensure it is still suitable for its in-tended use. The entity’s validation process may include evaluation of: o The model’s theoretical soundness; o The model’s mathematical integrity; o The accuracy and completeness of the model’s data and assump-

tions; and o The model’s output as compared to actual transactions.

Appropriate change control policies and procedures exist.

Management uses appropriate skills and knowledge in using the model. These considerations may also be useful for a method that does not involve complex modelling.

Aangelegenheden die de accountant in overweging kan nemen wanneer het management een complex model gebruikt, zijn bijvoorbeeld de vraag of:

het model is gevalideerd vóór gebruik of wanneer het model is gewij-zigd, met periodieke beoordelingen om ervoor te zorgen dat het nog steeds geschikt is voor het beoogde gebruik. Het validatieproces van de entiteit kan een evaluatie omvatten van: o de theoretische deugdelijkheid van het model; o de mathematische integriteit van het model; o de nauwkeurigheid en volledigheid van de gegevens en veron-

derstellingen van het model; en o de output van het model in vergelijking met daadwerkelijke trans-

acties.

er passende beleidslijnen en procedures voor het beheer van wijzi-gingen bestaan;

het management gebruik maakt van de juiste vaardigheden en kennis bij het gebruik van het model.

Deze overwegingen kunnen ook nuttig zijn voor een methode zonder complexe modellering.

A100. Management may make adjustments to the output of the model to meet the requirements of the applicable financial reporting framework. In some indus-

Het management kan aanpassingen maken aan de output van het model om te voldoen aan de vereisten van het van toepassing zijnde stelsel

Consultatie Vertaling ISA TM 540 De controle van schattingen en toelichtingen daarop

Koninklijke NBA 65

tries these adjustments are referred to as overlays. In the case of fair value accounting estimates, it may be relevant to consider whether adjustments to the output of the model, if any, reflect the assumptions marketplace partici-pants would use in similar circumstances.

inzake financiële verslaggeving. In sommige sectoren worden deze aan-passingen aangeduid als overlays. In het geval van schattingen van de reële waarde, kan het relevant zijn na te gaan of aanpassingen aan de output van het model, indien van toepassing, de veronderstellingen weer-spiegelen die marktpartijen zouden gebruiken in vergelijkbare omstandig-heden.

Maintenance of integrity of significant assumptions and the data used in applying the method (Ref: Para. 23(e))

Handhaving van de integriteit van significante veronderstellingen en de gegevens die bij de toepassing van de methode zijn gebruikt (Zie Par. 23(e))

A101. Maintaining the integrity of significant assumptions and the data in applying the method refers to the maintenance of the accuracy and completeness of the data and assumptions through all stages of information processing. A failure to maintain such integrity may result in corruption of the data and assumptions and may give rise to misstatements. In this regard, relevant considerations for the auditor may include whether the data and assump-tions are subject to all changes intended by management, and not subject to any unintended changes, during activities such as input, storage, retriev-al, transmission or processing.

Handhaven van de integriteit van significante veronderstellingen en de gegevens bij de toepassing van de methode heeft betrekking op het handhaven van de nauwkeurigheid en volledigheid van de gegevens en veronderstellingen in alle stadia van informatieverwerking. Het niet hand-haven van deze integriteit kan leiden tot beschadiging van de gegevens en veronderstellingen en kan aanleiding geven tot afwijkingen. In dit ver-band kunnen relevante overwegingen voor de accountant omvatten of de gegevens en veronderstellingen onderhevig zijn aan alle wijzigingen die door het management zijn bedoeld en niet onderhevig zijn aan onbedoel-de wijzigingen tijdens activiteiten zoals invoer, opslag, opvraging, verzen-ding of verwerking.

Significant Assumptions (Ref: Para. 24) Significante veronderstellingen (Zie Par. 24)

A102 Relevant considerations for the auditor regarding the appropriateness of the significant assumptions in the context of the applicable financial reporting framework, and, if applicable, the appropriateness of changes from the prior period may include:

Management’s rationale for the selection of the assumption;

Whether the assumption is appropriate in the circumstances given the nature of the accounting estimate, the requirements of the applicable fi-nancial reporting framework, and the business, industry and environ-ment in which the entity operates; and

Whether a change from prior periods in selecting an assumption is based on new circumstances or new information. When it is not, the change may not be reasonable nor in compliance with the applicable fi-nancial reporting framework. Arbitrary changes in an accounting esti-mate may give rise to material misstatements of the financial state-ments or may be an indicator of possible management bias (see para-

Relevante overwegingen voor de accountant met betrekking tot de ge-schiktheid van de significante veronderstellingen in de context van het van toepassing zijnde stelsel inzake financiële verslaggeving en, indien van toepassing, de geschiktheid van wijzigingen ten opzichte van de voor-gaande verslagperiode kunnen omvatten:

de beweegredenen van het management voor de keuze van de ver-onderstelling;

of de veronderstelling geschikt is in de omstandigheden gegeven de aard van de schatting, de vereisten van het van toepassing zijnde stelsel inzake financiële verslaggeving, en de bedrijfstak, de sector en de omgeving waarin de entiteit opereert; en

of een verandering van voorgaande verslagperioden bij het selecteren van een veronderstelling gebaseerd is op nieuwe omstandigheden of nieuwe informatie. Wanneer dit niet het geval is, is de wijziging moge-lijk niet redelijk en evenmin in overeenstemming met het van toepas-

Consultatie Vertaling ISA TM 540 De controle van schattingen en toelichtingen daarop

Koninklijke NBA 66

graphs A133–A136). sing zijnde stelsel inzake financiële verslaggeving. Willekeurige schat-tingswijzigingen kunnen aanleiding geven tot afwijkingen van materi-eel belang in de financiële overzichten of een indicator zijn voor mo-gelijke tendentie bij het management (Zie Par. A133-A136).

A103. Management may evaluate alternative assumptions or outcomes of ac-counting estimates, which may be accomplished through a number of ap-proaches depending on the circumstances. One possible approach is a sensitivity analysis. This might involve determining how the monetary amount of an accounting estimate varies with different assumptions. Even for accounting estimates measured at fair value, there may be variation because different market participants will use different assumptions. A sen-sitivity analysis may lead to the development of a number of outcome sce-narios, sometimes characterized as a range of outcomes by management, and including ‘pessimistic’ and ‘optimistic’ scenarios.

Het management kan alternatieve veronderstellingen of uitkomsten van schattingen evalueren, die kunnen worden bereikt via een aantal benade-ringen afhankelijk van de omstandigheden. Een mogelijke benadering is een gevoeligheidsanalyse. Dit kan inhouden dat wordt bepaald hoe het bedrag van een schatting varieert met verschillende veronderstellingen. Zelfs voor schattingen die tegen reële waarde worden gewaardeerd, kan er sprake zijn van variatie omdat verschillende marktpartijen verschillende veronderstellingen zullen gebruiken. Een gevoeligheidsanalyse kan leiden tot de ontwikkeling van een aantal uitkomstscenario's, soms gekenmerkt als een interval van uitkomsten door het management, en inclusief 'pes-simistische' en 'optimistische' scenario's.

A104. Through the knowledge obtained in performing the audit, the auditor may become aware of or may have obtained an understanding of assumptions used in other areas of the entity’s business. Such matters may include, for example, business prospects, assumptions in strategy documents and fu-ture cash flows. Also, if the engagement partner has performed other en-gagements for the entity, ISA 315 (Revised)49 requires the engagement partner to consider whether information obtained from those other engage-ments is relevant to identifying risks of material misstatement. This infor-mation may also be useful to consider in addressing whether significant assumptions are consistent with each other and with those used in other accounting estimates. 49 ISA 315 (Revised), paragraph 8

Door de kennis die is opgedaan bij het uitvoeren van de controle, kan de accountant zich bewust worden van of mogelijk inzicht hebben verworven in veronderstellingen die worden gebruikt in andere onderdelen van de bedrijfsactiviteiten van de entiteit. Dergelijke aangelegenheden kunnen bijvoorbeeld zakelijke vooruitzichten, veronderstellingen in strategiedocu-menten en toekomstige kasstromen omvatten. Ook als de opdrachtpart-ner andere opdrachten voor de entiteit heeft uitgevoerd, vereist Standaard 31549 dat de opdrachtpartner overweegt of informatie die is verkregen uit die andere opdrachten relevant is voor het identificeren van de risico’s op een afwijking van materieel belang. Deze informatie kan ook nuttig zijn om in overweging te nemen bij het behandelen of significante veronderstellin-gen consistent zijn met elkaar en met die welke gebruikt worden in andere schattingen. 49 Standaard 315, paragraaf 8.

A105. The appropriateness of the significant assumptions in the context of the requirements of the applicable financial reporting framework may depend on management’s intent and ability to carry out certain courses of action. Man-agement often documents plans and intentions relevant to specific assets or liabilities and the applicable financial reporting framework may require man-

De geschiktheid van de significante veronderstellingen in de context van de vereisten van het van toepassing zijnde stelsel inzake financiële ver-slaggeving kan afhangen van de intentie en de mogelijkheid van het ma-nagement om bepaalde handelingen uit te voeren. Het management do-cumenteert vaak plannen en intenties die relevant zijn voor specifieke

Consultatie Vertaling ISA TM 540 De controle van schattingen en toelichtingen daarop

Koninklijke NBA 67

agement to do so. The nature and extent of audit evidence to be obtained about management’s intent and ability is a matter of professional judgment. When applicable, the auditor’s procedures may include the following:

Review of management’s history of carrying out its stated intentions.

Inspection of written plans and other documentation, including, when applicable, formally approved budgets, authorizations or minutes.

Inquiry of management about its reasons for a particular course of ac-tion.

Review of events occurring subsequent to the date of the financial statements and up to the date of the auditor’s report.

Evaluation of the entity’s ability to carry out a particular course of action given the entity’s economic circumstances, including the implications of its existing commitments and legal, regulatory, or contractual re-strictions that could affect the feasibility of management’s actions.

Consideration of whether management has met the applicable docu-mentation requirements, if any, of the applicable financial reporting framework.

Certain financial reporting frameworks, however, may not permit manage-ment’s intentions or plans to be taken into account when making an ac-counting estimate. This is often the case for fair value accounting estimates because their measurement objective requires that significant assumptions reflect those used by marketplace participants.

activa of verplichtingen en het van toepassing zijnde stelsel inzake finan-ciële verslaggeving kan van het management vereisen dat dit gebeurt. De aard en omvang van de controle-informatie die moet worden verkregen over de intentie en mogelijkheid van het management is een kwestie van professionele oordeelsvorming. Indien van toepassing kunnen de contro-lewerkzaamheden van de accountant de volgende omvatten:

beoordeling van de geschiedenis van het management van het uit-voeren van de uitgesproken intenties;

inspectie van geschreven plannen en andere documentatie, inclusief, indien van toepassing, formeel goedgekeurde budgetten, autorisaties of notulen;

verzoeken om inlichtingen bij het management over de redenen om een bepaalde handeling uit te voeren;

beoordeling van gebeurtenissen die plaatsvinden na de datum van de financiële overzichten en tot de datum van de controleverklaring;

evaluatie van de mogelijkheid van de entiteit om een bepaalde hande-ling uit te voeren, gezien de economische omstandigheden van de entiteit, inclusief de implicaties van de bestaande verbintenissen en beperkingen uit hoofde van wet- of regelgeving of contractuele beper-kingen die de haalbaarheid van de acties van het management zou-den kunnen beïnvloeden;

overwegen of het management heeft voldaan aan de eventuele toe-passelijke documentatievereisten van het van toepassing zijnde stel-sel inzake financiële verslaggeving.

Het is echter mogelijk dat bepaalde financiële verslaggevingsstelsels niet toestaan bij het maken van schattingen rekening wordt gehouden met de intenties of plannen van het management. Dit is vaak het geval bij schat-tingen van de reële waarde omdat de waarderingsdoelstelling vereist dat veronderstellingen de door marktpartijen gehanteerde veronderstellingen weerspiegelen.

Data (Ref: Para. 25(a)) Gegevens (Zie Par. 25(a))

A106. Relevant considerations for the auditor regarding the appropriateness of the data selected for use in the context of the applicable financial reporting framework, and, if applicable, the appropriateness of the changes from the prior period may include:

Management’s rationale for the selection of the data;

Relevante overwegingen voor de accountant met betrekking tot de ge-schiktheid van de gegevens die zijn geselecteerd voor gebruik in de con-text van het van toepassing zijnde stelsel inzake financiële verslaggeving en, indien van toepassing, de geschiktheid van de wijzigingen ten opzich-te van de voorgaande verslagperiode kunnen omvatten:

Consultatie Vertaling ISA TM 540 De controle van schattingen en toelichtingen daarop

Koninklijke NBA 68

Whether the data is appropriate in the circumstances given the nature of the accounting estimate, the requirements of the applicable financial reporting framework, and the business, industry and environment in which the entity operates; and

Whether the change from prior periods in the sources or items of data selected or data selected, is based on new circumstances or new infor-mation. When it is not, it is unlikely to be reasonable nor in compliance with the applicable financial reporting framework. Arbitrary changes in an accounting estimate result in inconsistent financial statements over time and may give rise to financial statement misstatements or may be an indicator of possible management bias (see paragraphs A133–A136).

de beweegredenen van het management voor de keuze van de ge-gevens;

of de gegevens geschikt zijn in de omstandigheden gegeven de aard van de schatting, de vereisten van het van toepassing zijnde stelsel inzake financiële verslaggeving, en de bedrijfstak, de sector en de omgeving waarin de entiteit opereert; en

of de verandering van voorgaande verslagperioden in de bronnen of geselecteerde gegevenselementen of geselecteerde gegevens is ge-baseerd op nieuwe omstandigheden of nieuwe informatie. Wanneer dat niet het geval is, is het onwaarschijnlijk dat dit redelijk is en ook niet in overeenstemming met het van toepassing zijnde stelsel inzake financiële verslaggeving. Arbitraire schattingswijzigingen resulteren in niet consistente financiële overzichten in de tijd en kunnen aanleiding geven tot afwijkingen in de financiële overzichten of een indicator zijn van mogelijke tendentie bij het management (Zie Par. A133-A136).

Relevance and reliability of the data (Ref: Para. 25(c)) Relevantie en betrouwbaarheid van de gegevens (Zie Par. 25(c))

A107. When using information produced by the entity, ISA 500 requires the auditor to evaluate whether the information is sufficiently reliable for the auditor’s purposes, including as necessary in the circumstances, to obtain audit evi-dence about the accuracy and completeness of the information and evaluat-ing whether the information is sufficiently precise and detailed for the audi-tor’s purposes.50

50 ISA 500, paragraph 9

Bij het gebruik van door de entiteit geproduceerde informatie, vereist Standaard 500 van de accountant dat hij evalueert of de informatie vol-doende betrouwbaar is voor de doeleinden van de accountant. Dit omvat, indien nodig in de omstandigheden, het verkrijgen van controle-informatie over de nauwkeurigheid en volledigheid van de informatie en het evalue-ren of de informatie voldoende nauwkeurig en gedetailleerd is voor de doeleinden van de accountant.50 50 Standaard 500, paragraaf 9.

Complex legal or contractual terms (Ref: Para. 25(d)) Complexe wettelijke of contractuele voorwaarden (Zie Par. 25(d))

A108. Procedures that the auditor may consider when the accounting estimate is based on complex legal or contractual terms include:

Considering whether specialized skills or knowledge are needed to understand or interpret the contract;

Inquiring of the entity’s legal counsel regarding the legal or contractual terms; and

Inspecting the underlying contracts to: o Evaluate, the underlying business purpose for the transaction or

agreement; and o Consider whether the terms of the contracts are consistent with

Werkzaamheden die de accountant kan overwegen wanneer de schatting gebaseerd is op complexe wettelijke of contractuele voorwaarden, zijn onder meer:

nagaan of gespecialiseerde vaardigheden of kennis nodig zijn om het contract te begrijpen of te interpreteren;

verzoeken om inlichtingen van de juridisch adviseur van de entiteit met betrekking tot de wettelijke of contractuele voorwaarden; en

inspectie van de onderliggende contracten: o evalueren van het onderliggende zakelijke doel voor de transactie

of overeenkomst; en

Consultatie Vertaling ISA TM 540 De controle van schattingen en toelichtingen daarop

Koninklijke NBA 69

management’s explanations. o overwegen of de voorwaarden van de contracten consistent zijn met de uitleg van het management.

Management’s Selection of a Point Estimate and Related Disclosures about Estimation Uncertainty

De keuze van een puntschatting van het management en toelichtingen daarop over schattingsonzekerheid

Management’s steps to understand and address estimation uncertainty (Ref: Para. 26(a))

Stappen van het management om schattingsonzekerheid te begrijpen en te behandelen (Zie Par. 26(a))

A109. Relevant considerations regarding whether management has taken appro-priate steps to understand and address estimation uncertainty may include whether management has: a. Understood the estimation uncertainty, through identifying the sources,

and assessing the degree of inherent variability in the measurement outcomes and the resulting range of reasonably possible measurement outcomes;

b. Identified the degree to which, in the measurement process, complexity or subjectivity affect the risk of material misstatement, and addressed the resulting potential for misstatement through applying: i. Appropriate skills and knowledge in making accounting estimates;

and ii. Professional judgment, including by identifying and addressing

susceptibility to management bias; and c. Addressed estimation uncertainty through appropriately selecting man-

agement’s point estimate and related disclosures that describe the esti-mation uncertainty.

Relevante overwegingen met betrekking tot de vraag of het management passende stappen heeft ondernomen om de schattingsonzekerheid te begrijpen en te behandelen, kunnen omvatten of het management: a. de schattingsonzekerheid heeft begrepen door het identificeren van

de bronnen en het inschatten van de mate van inherente variabiliteit in de waarderingsresultaten en het resulterende interval van redelij-kerwijs mogelijke waarderingsresultaten;

b. de mate heeft geïdentificeerd waarin, in het waarderingsproces, de complexiteit of subjectiviteit het risico op een afwijking van materieel belang beïnvloedt, en het resulterende potentieel voor afwijkingen geadresseerd heeft door toepassing van: i. passende vaardigheden en kennis bij het maken van schattin-

gen; en ii. professionele oordeelsvorming, onder meer door vatbaarheid

voor tendentie bij het management te identificeren en te adres-seren; en

c. schattingsonzekerheid heeft geadresseerd door het op passende wijze selecteren van de puntschatting van het management en toe-lichtingen daarop die de schattingsonzekerheid beschrijven.

The selection of management’s point estimate and related disclosures of estimation uncertainty (Ref: Para. 26(b))

De keuze van de puntschatting van het management en toelichtingen daarop van schattingsonzekerheid (Zie Par. 26(b))

A110. Matters that may be relevant regarding the selection of management’s point estimate and the development of related disclosures about estimation un-certainty include whether:

The methods and data used were selected appropriately, including when alternative methods for making the accounting estimate and alter-native sources of data were available.

Valuation attributes used were appropriate and complete.

The assumptions used were selected from a range of reasonably possi-ble amounts and were supported by appropriate data that is relevant

Aangelegenheden die relevant kunnen zijn met betrekking tot de keuze van de puntschatting van het management en de ontwikkeling van toelich-tingen daarop met betrekking tot schattingsonzekerheid, omvatten onder meer de vraag of:

de gebruikte methoden en gegevens op passende wijze geselecteerd waren, inclusief wanneer alternatieve methoden voor het maken van de schatting en alternatieve gegevensbronnen beschikbaar waren;

gebruikte waarderingskenmerken passend en volledig waren;

de gebruikte veronderstellingen geselecteerd waren uit een interval

Consultatie Vertaling ISA TM 540 De controle van schattingen en toelichtingen daarop

Koninklijke NBA 70

and reliable.

The data used was appropriate, relevant and reliable, and the integrity of that data was maintained.

The calculations were applied in accordance with the method and were mathematically accurate.

Management’s point estimate is appropriately chosen from the reason-ably possible measurement outcomes.

The related disclosures appropriately describe the amount as an esti-mate and explain the nature and limitations of the estimation process, including the variability of the reasonably possible measurement out-comes.

van redelijkerwijs mogelijke bedragen waren en ondersteund waren door relevante gegevens die relevant en betrouwbaar zijn;

de gebruikte gegevens passend waren, relevant en betrouwbaar en de integriteit van die gegevens gehandhaafd was;

de berekeningen toegepast waren in overeenstemming met de me-thode en mathematisch nauwkeurig waren;

de puntschatting van het management op passende wijze gekozen wordt uit de redelijkerwijs mogelijke waarderingsresultaten;

toelichtingen daarop het bedrag passend beschrijven als een schat-ting en de aard en beperkingen van het schattingsproces uitleggen, inclusief de variabiliteit van de redelijkerwijs mogelijke waarderingsre-sultaten.

A111. Relevant considerations for the auditor regarding the appropriateness of management’s point estimate, may include:

When the requirements of the applicable financial reporting framework prescribe the point estimate that is to be used after consideration of the alternative outcomes and assumptions, or prescribes a specific meas-urement method, whether management has followed the requirements of the applicable financial reporting framework.

When the applicable financial reporting framework has not specified how to select an amount from reasonably possible measurement out-comes, whether management has exercised judgment, taking into ac-count the requirements of the applicable financial reporting framework.

Relevante overwegingen voor de accountant met betrekking tot de ge-schiktheid van de puntschatting van het management kunnen zijn:

wanneer de vereisten van het van toepassing zijnde stelsel inzake financiële verslaggeving de puntschatting voorschrijven die moet wor-den gebruikt na overweging van de alternatieve uitkomsten en veron-derstellingen, of een specifieke meetmethode voorschrijft, of het ma-nagement voldaan heeft aan de vereisten van het van toepassing zijnde stelsel inzake financiële verslaggeving;

wanneer het van toepassing zijnde stelsel inzake financiële verslag-geving niet heeft gespecificeerd hoe een bedrag moet worden gese-lecteerd uit redelijkerwijs mogelijke waarderingsresultaten, of het ma-nagement oordeelsvorming heeft toegepast, rekening houdend met de vereisten van het van toepassing zijnde stelsel inzake financiële verslaggeving.

A112. Relevant considerations for the auditor regarding management’s disclo-sures about estimation uncertainty include the requirements of the applica-ble financial reporting framework, which may require disclosures:

That describe the amount as an estimate and explain the nature and limitations of the process for making it, including the variability in rea-sonably possible measurement outcomes. The framework also may re-quire additional disclosures to meet a disclosure objective.51

About significant accounting policies related to accounting estimates. Depending on the circumstances, relevant accounting policies may in-clude matters such as the specific principles, bases, conventions, rules

Relevante overwegingen voor de accountant met betrekking tot de toe-lichtingen van het management over schattingsonzekerheid omvatten de vereisten van het van toepassing zijnde stelsel inzake financiële verslag-geving, waarvoor mogelijk toelichtingen vereist zijn:

die het bedrag als een schatting beschrijven en de aard en beperkin-gen van het proces om het te maken uitleggen, met inbegrip van de variabiliteit in redelijkerwijs mogelijke waarderingsresultaten. Het stel-sel kan ook aanvullende toelichtingen vereisen om aan een toelich-tingsdoelstelling te voldoen;51

over significante grondslagen voor financiële verslaggeving met be-

Consultatie Vertaling ISA TM 540 De controle van schattingen en toelichtingen daarop

Koninklijke NBA 71

and practices applied in preparing and presenting accounting estimates in the financial statements.

About significant or critical judgments (for example, those that had the most significant effect on the amounts recognized in the financial state-ments) as well as significant forward-looking assumptions or other sources of estimation uncertainty.

In certain circumstances, additional disclosures beyond those explicitly re-quired by the financial reporting framework may be needed in order to achieve fair presentation, or in the case of a compliance framework, for the financial statements not to be misleading. 51 IFRS 13, Fair Value Measurement, paragraph 92

trekking tot schattingen. Afhankelijk van de omstandigheden kunnen relevante grondslagen voor financiële verslaggeving aangelegenhe-den omvatten zoals de specifieke principes, grondslagen, conventies, regels en praktijken die worden toegepast bij het opstellen en presen-teren van schattingen in de financiële overzichten;

over significante of kritische oordeelsvormingen (bijvoorbeeld beslis-singen die het meest significante effect hebben gehad op de bedra-gen die in de financiële overzichten zijn opgenomen), evenals signifi-cante toekomstgerichte veronderstellingen of andere bronnen van schattingsonzekerheid.

In bepaalde omstandigheden kunnen aanvullende toelichtingen nodig zijn die verder gaan dan expliciet vereist door het stelsel inzake financiële verslaggeving om een getrouwe weergave te vormen, of in het geval van een compliance-stelsel, dat de financiële overzichten niet misleidend zijn. 51 IFRS 13, Waardering tegen reële waarde, paragraaf 92.

A113. The greater the degree to which an accounting estimate is subject to esti-mation uncertainty, the more likely the risks of material misstatement will be assessed as higher and therefore the more persuasive the audit evidence needs to be to determine, in accordance with paragraph 35, whether man-agement’s point estimate and related disclosures about estimation uncer-tainty are reasonable in the context of the applicable financial reporting framework, or are misstated.

Hoe groter de mate waarin een schatting onderhevig is aan schattingson-zekerheid, des te groter de kans dat de risico’s op een afwijking van mate-rieel belang als hoger worden beoordeeld en daarom hoe overtuigender de controle-informatie moet zijn om, overeenkomstig paragraaf 35, te bepalen of de puntschatting van het management en toelichtingen daarop met betrekking tot schattingsonzekerheid redelijk zijn in de context van het van toepassing zijnde stelsel inzake financiële verslaggeving, of dat zij een afwijking bevatten.

A114. If the auditor’s consideration of estimation uncertainty associated with an accounting estimate, and its related disclosure, is a matter that required significant auditor attention, then this may constitute a key audit matter.52

52 ISA 701, Communicating Key Audit Matters in the Independent Auditor’s Report

Als de overweging door de accountant van schattingsonzekerheid die samenhangt met een schatting, en de bijbehorende toelichting, een aan-gelegenheid is die significante aandacht van de accountant vereist, dan kan dit een kernpunt van de controle zijn.52 52 Standaard 701, Het communiceren van kernpunten van de controle in de controleverkla-

ring van de onafhankelijke accountant.

When Management Has Not Taken Appropriate Steps to Understand and Address the Estimation Uncertainty (Ref: Para. 27)

Wanneer het management geen passende stappen heeft ondernomen om de schattingsonzekerheid te begrijpen en te behandelen (Zie Par. 27)

A115. When the auditor determines that management has not taken appropriate steps to understand and address estimation uncertainty, additional proce-dures that the auditor may request management to perform to understand

Wanneer de accountant vaststelt dat het management geen passende stappen heeft ondernomen om de schattingsonzekerheid te begrijpen en te behandelen, kan de accountant het management verzoeken om aan-

Consultatie Vertaling ISA TM 540 De controle van schattingen en toelichtingen daarop

Koninklijke NBA 72

estimation uncertainty may include, for example, consideration of alternative assumptions or the performance of a sensitivity analysis.

vullende werkzaamheden uit te voeren om schattingsonzekerheid te be-grijpen. Die kunnen bijvoorbeeld bestaan uit het overwegen van alterna-tieve veronderstellingen of het uitvoeren van een gevoeligheidsanalyse.

A116. In considering whether it is practicable to develop a point estimate or range, matters the auditor may need to take into account include whether the audi-tor could do so without compromising independence requirements. This may include relevant ethical requirements that address prohibitions on as-suming management responsibilities.

Bij de beoordeling of het praktisch uitvoerbaar is om een puntschatting of interval te ontwikkelen, kan het nodig zijn dat de accountant rekening houdt met de vraag of de accountant dit zou kunnen doen zonder de on-afhankelijkheidsvereisten in gevaar te brengen. Dit kan relevante ethische vereisten omvatten die betrekking hebben op het behandelen van verbo-den op het nemen van managementverantwoordelijkheden.

A117. If, after considering management’s response, the auditor determines that it is not practicable to develop an auditor’s point estimate or range, the auditor is required to evaluate the implications for the audit or the auditor’s opinion on the financial statements in accordance with paragraph 34.

Indien de accountant na overweging van de reactie van het management vaststelt dat het niet praktisch uitvoerbaar is om een puntschatting of in-terval van de accountant te ontwikkelen, iwordt van de accountant vereist de implicaties voor de controle of het oordeel van de accountant over de financiële overzichten te evalueren in overeenstemming met paragraaf 34.

Developing an Auditor’s Point Estimate or Using an Auditor’s Range (Ref: Para. 28–29)

Als accountant zelf ontwikkelen van een puntschatting of gebruikmaken van een eigen interval (Zie Par. 28-29)

A118. Developing an auditor’s point estimate or range to evaluate management’s point estimate and related disclosures about estimation uncertainty may be an appropriate approach when, for example:

The auditor’s review of similar accounting estimates made in the prior period financial statements suggests that management’s current period process is not expected to be effective.

The entity’s controls within and over management’s process for making accounting estimates are not well designed or properly implemented.

Events or transactions between the period end and the date of the audi-tor’s report have not been properly taken into account, when it is appro-priate for management to do so, and such events or transactions ap-pear to contradict management’s point estimate.

There are appropriate alternative assumptions or sources of relevant data that can be used in developing an auditor’s point estimate or a range.

Management has not taken appropriate steps to understand or address the estimation uncertainty (see paragraph 27).

Het ontwikkelen van een schatting van de accountant of een interval om de puntschatting van het management en toelichtingen daarop over schattingsonzekerheid te evalueren, kan een geschikte benadering zijn wanneer, bijvoorbeeld:

de beoordeling van de accountant van vergelijkbare schattingen die zijn gemaakt in de financiële overzichten van de vorige verslagperio-de, suggereert dat het proces van het management in de huidige pe-riode naar verwachting niet effectief zal zijn;

de interne beheersingsmaatregelen binnen en met betrekking tot het proces van het management voor het maken van schattingen niet goed zijn opgezet of niet naar behoren zijn geïmplementeerd;

gebeurtenissen of transacties tussen het einde van de verslagperiode en de datum van de controleverklaring niet naar behoren in aanmer-king zijn genomen, wanneer het passend is voor het management om dit te doen, en dergelijke gebeurtenissen of transacties in tegen-spraak lijken te zijn met de puntschatting van het management;

er geschikte alternatieve veronderstellingen zijn of bronnen van rele-vante gegevens die kunnen worden gebruikt bij het ontwikkelen van

Consultatie Vertaling ISA TM 540 De controle van schattingen en toelichtingen daarop

Koninklijke NBA 73

een puntschatting van de accountant of een interval;

het management geen passende stappen heeft ondernomen om de schattingsonzekerheid te begrijpen of te behandelen (Zie Par. 27).

A119. The decision to develop a point estimate or range also may be influenced by the applicable financial reporting framework, which may prescribe the point estimate that is to be used after consideration of the alternative out-comes and assumptions, or prescribe a specific measurement method (for example, the use of a discounted probability-weighted expected value, or the most likely outcome).

Het besluit om een puntschatting of interval te ontwikkelen, kan ook wor-den beïnvloed door het van toepassing zijnde stelsel inzake financiële verslaggeving, dat de puntschatting kan voorschrijven die moet worden gebruikt na overweging van de alternatieve uitkomsten en veronderstel-lingen, of een specifieke waarderingsmethode voorschrijft (bijvoorbeeld het gebruik van een verdisconteerde kansgewogen verwachte waarde, of de meest waarschijnlijke uitkomst).

A120. The auditor’s decision as to whether to develop a point estimate rather than a range may depend on the nature of the estimate and the auditor’s judg-ment in the circumstances. For example, the nature of the estimate may be such that there is expected to be less variability in the reasonably possible outcomes. In these circumstances, developing a point estimate may be an effective approach, particularly when it can be developed with a higher de-gree of precision.

De beslissing van de accountant over het al dan niet ontwikkelen van een puntschatting in plaats van een interval kan afhankelijk zijn van de aard van de schatting en de oordeelsvorming van de accountant in de omstan-digheden. De aard van de schatting kan bijvoorbeeld zodanig zijn dat er naar verwachting minder variabiliteit is in de redelijk mogelijke uitkomsten. Onder deze omstandigheden kan het ontwikkelen van een puntschatting een effectieve benadering zijn, vooral wanneer deze met een hogere ma-te van nauwkeurigheid kan worden ontwikkeld.

A121. The auditor may develop a point estimate or a range in a number of ways, for example, by:

Using a different model than the one used by management, for exam-ple, one that is commercially available for use in a particular sector or industry, or a proprietary or auditor-developed model.

Using management’s model but developing alternative assumptions or data sources to those used by management.

Using the auditor’s own method but developing alternative assumptions to those used by management.

Employing or engaging a person with specialized expertise to develop or execute a model, or to provide relevant assumptions.

Consideration of other comparable conditions, transactions or events, or, where relevant, markets for comparable assets or liabilities.

De accountant kan op een aantal manieren een puntschatting of een in-terval ontwikkelen, bijvoorbeeld door:

een ander model te gebruiken dan het model dat door het manage-ment wordt gebruikt, bijvoorbeeld een model dat commercieel ver-krijgbaar is voor gebruik in een bepaalde sector of bedrijfstak, of een door eigendomsrechtelijk bescherm model of door een accountant ontwikkeld model;

het model van het management te gebruiken, maar alternatieve ver-onderstellingen of gegevensbronnen te ontwikkelen dan die welke gebruikt worden door het management;

de eigen methode van de accountant te gebruiken, maar alternatieve veronderstellingen te ontwikkelen dan welke gebruikt worden door het management;

een persoon met gespecialiseerde expertise in dienst te nemen of in te schakelen om een model te ontwikkelen of uit te voeren, of om re-levante veronderstellingen te verschaffen;

overweging van andere vergelijkbare voorwaarden, transacties of

Consultatie Vertaling ISA TM 540 De controle van schattingen en toelichtingen daarop

Koninklijke NBA 74

gebeurtenissen, of, in voorkomend geval, markten voor vergelijkbare activa of verplichtingen.

A122. The auditor also may develop a point estimate or range for only part of the accounting estimate (for example, for a particular assumption, or when only a certain part of the accounting estimate is giving rise to the risk of material misstatement).

De accountant kan ook een puntschatting of interval ontwikkelen voor slechts een deel van de schatting (bijvoorbeeld voor een bepaalde veron-derstelling, of wanneer slechts een bepaald deel van de schatting aanlei-ding geeft tot het risico op een afwijking van materieel belang).

A123. When using the auditor’s own methods, assumptions or data to develop a point estimate or range, the auditor may obtain evidence about the appro-priateness of management’s methods, assumptions or data. For example, if the auditor uses the auditor’s own assumptions in developing a range to evaluate the reasonableness of management’s point estimate, the auditor may also develop a view about whether management’s judgments in select-ing the significant assumptions used in making the accounting estimate give rise to indicators of possible management bias.

Wanneer de accountant eigen methoden, veronderstellingen of gegevens gebruikt om een puntschatting of interval te ontwikkelen, kan de accoun-tant informatie verkrijgen over de geschiktheid van de methoden, veron-derstellingen of gegevens van het management. Als de accountant bij-voorbeeld de eigen veronderstellingen van de accountant gebruikt bij het ontwikkelen van een interval om de redelijkheid van de puntschatting van het management te evalueren, kan de accountant ook een visie ontwikke-len over de vraag of de oordeelsvormingen van het management bij het selecteren van de significante veronderstellingen die bij het maken van de schatting zijn gebruikt, aanleiding geven tot indicaties voor mogelijke ten-dentie bij het management.

A124. The requirement in paragraph 29(a) for the auditor to determine that the range includes only amounts that are supported by sufficient appropriate audit evidence does not mean that the auditor is expected to obtain audit evidence to support each possible outcome in the range individually. Ra-ther, the auditor is likely to obtain evidence to determine that the points at both ends of the range are reasonable in the circumstances, thereby sup-porting that amounts falling between those two points also are reasonable.

Het vereiste in paragraaf 29(a) dat de accountant bepaalt dat het interval alleen bedragen omvat die worden ondersteund door voldoende en ge-schikte controle-informatie, betekent niet dat van de accountant wordt verwacht dat hij controle-informatie verkrijgt ter ondersteuning van elke mogelijke uitkomst binnen het interval afzonderlijk. Integendeel, de ac-countant zal waarschijnlijk informatie verkrijgen om te bepalen dat de punten aan beide uiteinden van het interval redelijk zijn in de omstandig-heden, waardoor wordt ondersteund dat de bedragen die tussen deze twee punten vallen ook redelijk zijn.

A125. The size of the auditor’s range may be multiples of materiality for the finan-cial statements as a whole, particularly when materiality is based on operat-ing results (for example, pre-tax income) and this measure is relatively small in relation to assets or other balance sheet measures. This situation is more likely to arise in circumstances when the estimation uncertainty associated with the accounting estimate is itself multiples of materiality, which is more common for certain types of accounting estimates or in certain industries, such as insurance or banking, where a high degree of estimation uncertain-

De omvang van het interval van de accountant kan een veelvoud van materialiteit zijn voor de financiële overzichten als geheel, met name wanneer de materialiteit is gebaseerd op bedrijfsresultaten (bijvoorbeeld winst vóór belastingen) en deze maatstaf relatief klein is ten opzichte van activa of een andere balans maatstaf. Deze situatie doet zich eerder voor in omstandigheden waarin de schattingsonzekerheid verbonden aan de schatting zelf een veelvoud van materialiteit is, wat vaker voorkomt bij bepaalde soorten schattingen of in bepaalde sectoren, zoals verzekerin-

Consultatie Vertaling ISA TM 540 De controle van schattingen en toelichtingen daarop

Koninklijke NBA 75

ty is more typical and there may be specific requirements in the applicable financial reporting framework in that regard. Based on the procedures per-formed and audit evidence obtained in accordance with the requirements of this ISA, the auditor may conclude that a range that is multiples of materiali-ty is, in the auditor’s judgment, appropriate in the circumstances. When this is the case, the auditor’s evaluation of the reasonableness of the disclo-sures about estimation uncertainty becomes increasingly important, particu-larly whether such disclosures appropriately convey the high degree of es-timation uncertainty and the range of possible outcomes. Paragraphs A139-A144 include additional considerations that may be relevant in these cir-cumstances.

gen of banken, waar een hoge mate van schattingsonzekerheid meer typerend is en er kunnen specifieke vereisten zijn in dat opzicht in het van toepassing zijnde stelsel inzake financiële verslaggeving. Op basis van de uitgevoerde werkzaamheden en controle-informatie verkregen in over-eenstemming met de vereisten van deze Standaard, kan de accountant concluderen dat een interval met een veelvoud van materialiteit naar de oordeelsvorming van de accountant geschikt is in de omstandigheden. Wanneer dit het geval is, wordt de evaluatie door de accountant van de redelijkheid van de toelichtingen over schattingsonzekerheid steeds be-langrijker, vooral of dergelijke toelichtingen op passende wijze de hoge mate van schattingsonzekerheid en het interval van mogelijke uitkomsten weergeven. De paragrafen A139-A144 bevatten aanvullende overwegin-gen die in deze omstandigheden van belang kunnen zijn.

Other Considerations Relating to Audit Evidence (Ref: Para. 30) Andere overwegingen met betrekking tot controle-informatie (Zie Par. 30)

A126. Information to be used as audit evidence, regarding risks of material mis-statement relating to accounting estimates, may have been produced by the entity, prepared using the work of a management’s expert, or provided by an external information source.

Informatie die zal worden gebruikt als controle-informatie, met betrekking tot risico’s op een afwijking van materieel belang gerelateerd aan schat-tingen, is mogelijk door de entiteit geproduceerd, opgesteld met gebruik-making van het werk van een deskundige ingeschakeld door het ma-nagement, of verstrekt door een externe informatiebron.

External Information Sources Externe informatiebronnen

A127. As explained in ISA 500,53 the reliability of information from an external information source is influenced by its source, its nature, and the circum-stances under which it is obtained. Consequently, the nature and extent of the auditor’s further audit procedures to consider the reliability of the infor-mation used in making an accounting estimate may vary depending on the nature of these factors. For example:

When market or industry data, prices, or pricing related data, are ob-tained from a single external information source, specializing in such in-formation, the auditor may seek a price from an alternative independent source with which to compare.

When market or industry data, prices, or pricing related data, are ob-tained from multiple independent external information sources and points to consensus across those sources, the auditor may need to ob-tain less evidence about the reliability of the data from an individual source.

When information obtained from multiple information sources points to

Zoals uitgelegd in Standaard 500,53 wordt de betrouwbaarheid van infor-matie uit een externe informatiebron beïnvloed door de bron, de aard en de omstandigheden waaronder deze is verkregen. Bijgevolg kunnen de aard en omvang van de verdere controlewerkzaamheden van de accoun-tant om de betrouwbaarheid van de gebruikte informatie voor het maken van een schatting te overwegen, variëren afhankelijk van de aard van deze factoren. Bijvoorbeeld:

wanneer markt- of branchegegevens, prijzen of prijsgerelateerde ge-gevens worden verkregen uit één externe informatiebron, gespeciali-seerd in dergelijke informatie, kan de accountant een prijs zoeken bij een alternatieve, onafhankelijke bron waarmee kan worden vergele-ken;

wanneer markt- of branchegegevens, prijzen of prijsgerelateerde ge-gevens afkomstig zijn van meerdere onafhankelijke externe informa-tiebronnen en op consensus wijzen over die bronnen, moet de ac-countant mogelijk minder informatie verkrijgen over de betrouwbaar-

Consultatie Vertaling ISA TM 540 De controle van schattingen en toelichtingen daarop

Koninklijke NBA 76

divergent market views the auditor may seek to understand the reasons for the diversity in views. The diversity may result from the use of differ-ent methods, assumptions, or data. For example, one source may be using current prices and another source using future prices. When the diversity relates to estimation uncertainty, the auditor is required by par-agraph 26(b) to obtain sufficient appropriate audit evidence about whether, in the context of the applicable financial reporting framework, the disclosures in the financial statements that describe the estimation uncertainty are reasonable. In such cases professional judgment is also important in considering information about the methods, assumptions or data applied.

When information obtained from an external information source has been developed by that source using its own model(s). Paragraph A33f of ISA 500 provides relevant guidance.

53 ISA 500, Paragraph A31

heid van de gegevens van een individuele bron;

wanneer informatie verkregen uit meerdere informatiebronnen wijst op uiteenlopende marktvisies, kan de accountant proberen de rede-nen voor de diversiteit in visies te begrijpen. De diversiteit kan het ge-volg zijn van het gebruik van verschillende methoden, veronderstel-lingen of gegevens. Een bron kan bijvoorbeeld huidige prijzen gebrui-ken en een andere bron toekomstige prijzen. Wanneer de diversiteit betrekking heeft op schattingsonzekerheid, is van de accountant op grond van paragraaf 26(b) vereist om voldoende en geschikte contro-le-informatie te verkrijgen over de vraag of, in de context van het van toepassing zijnde stelsel inzake financiële verslaggeving, de toelich-tingen in de financiële overzichten die de schattingsonzekerheid be-schrijven redelijk zijn. In dergelijke gevallen is professionele oordeels-vorming ook belangrijk bij het in overweging nemen van informatie over de methoden, veronderstellingen of toegepaste gegevens;

wanneer informatie verkregen van een externe informatiebron door die bron is ontwikkeld met behulp van zijn eigen model(len). Para-graaf A33f van Standaard 500 geeft relevante leidraden.

53 Standaard 500, paragraaf A31.

A128. For fair value accounting estimates, additional considerations of the rele-vance and reliability of information obtained from external information sources may include: a. Whether fair values are based on trades of the same instrument or ac-

tive market quotations; b. When the fair values are based on transactions of comparable assets or

liabilities, how those transactions are identified and considered compa-rable;

c. When there are no transactions either for the asset or liability or compa-rable assets or liabilities, how the information was developed including whether the inputs developed and used represent the assumptions that market participants would use when pricing the asset or liability, if appli-cable; and

d. When the fair value measurement is based on a broker quote, whether the broker quote: i. Is from a market maker who transacts in the same type of financial

instrument;

Voor schattingen van de reële waarde kunnen aanvullende overwegingen met betrekking tot de relevantie en betrouwbaarheid van informatie ver-kregen uit externe informatiebronnen het volgende omvatten: a. of de reële waarden zijn gebaseerd op transacties van hetzelfde in-

strument of op actieve marktnoteringen; b. wanneer de reële waarden zijn gebaseerd op transacties met verge-

lijkbare activa of passiva, hoe die transacties worden geïdentificeerd en als vergelijkbaar worden beschouwd;

c. wanneer er geen transacties zijn voor het actief of de verplichting of vergelijkbare activa of passiva, hoe de informatie werd ontwikkeld, in-clusief of de ontwikkelde en gebruikte inputs de veronderstellingen vertegenwoordigen die marktpartijen zouden gebruiken bij het bepa-len van de prijs van het actief of de verplichting, indien van toepas-sing; en

d. wanneer de waardering tegen reële waarde is gebaseerd op een bro-ker quote, of de broker quote: i. van een market maker is die transacties uitvoert in hetzelfde

Consultatie Vertaling ISA TM 540 De controle van schattingen en toelichtingen daarop

Koninklijke NBA 77

ii. Is binding or nonbinding, with more weight placed on quotes based on binding offers; and

iii. Reflects market conditions as of the date of the financial state-ments, when required by the applicable financial reporting frame-work.

type financieel instrument; ii. bindend of niet-bindend is, met meer gewicht op quotes geba-

seerd op bindende aanbiedingen; en iii. de marktomstandigheden weerspiegelt op de datum van de fi-

nanciële overzichten, indien vereist door het van toepassing zijnde stelsel inzake financiële verslaggeving.

A129. When information from an external information source is used as audit evi-dence, a relevant consideration for the auditor may be whether information can be obtained, or whether the information is sufficiently detailed to under-stand the methods, assumptions and other data used by the external infor-mation source. This may be limited in some respects and consequently influence the auditor’s consideration of the nature, timing and extent of pro-cedures to perform. For example, pricing services often provide information about their methods and assumptions by asset class rather than individual securities. Brokers often provide only limited information about their inputs and assumptions when providing broker indicative quotes for individual se-curities. Paragraph A33g of ISA 500 provides guidance with respect to re-strictions placed by the external information source on the provision of sup-porting information.

Wanneer informatie uit een externe informatiebron wordt gebruikt als con-trole-informatie, kan een relevante overweging voor de accountant zijn of informatie kan worden verkregen of dat de informatie voldoende gedetail-leerd is om inzicht te verwerven in de methoden, veronderstellingen en andere gegevens die door de externe informatiebron worden gebruikt. Dit kan in sommige opzichten beperkt zijn en dientengevolge van invloed zijn op de overweging door de accountant van de aard, timing en omvang van de uit te voeren werkzaamheden. Pricing-services bieden bijvoorbeeld vaak informatie over hun methoden en veronderstellingen per activaklas-se in plaats van individuele effecten. Effectenmakelaars verstrekken vaak slechts beperkte informatie over hun inputs en veronderstellingen bij het geven van indicatieve quotes door makelaars voor individuele effecten. Paragraaf A33Ga van Standaard 500 geeft leidraden met betrekking tot beperkingen die door de externe informatiebron worden gesteld aan het leveren van ondersteunende informatie.

Management’s Expert Deskundige ingeschakeld door het management

A130. Assumptions relating to accounting estimates that are made or identified by a management’s expert become management’s assumptions when used by management in making an accounting estimate. Accordingly, the auditor applies the relevant requirements in this ISA to those assumptions.

Veronderstellingen met betrekking tot schattingen die worden gemaakt of geïdentificeerd door een deskundige ingeschakeld door het management, worden de veronderstellingen van het management wanneer deze door het management worden gebruikt bij het maken van een schatting. Dien-overeenkomstig past de accountant de relevante vereisten in deze Stan-daard toe op deze veronderstellingen.

A131. If the work of a management’s expert involves the use of methods or sources of data relating to accounting estimates, or developing or providing findings or conclusions relating to a point estimate or related disclosures for inclusion in the financial statements, the requirements in paragraphs 21 to 29 of this ISA may assist the auditor in applying paragraph 8(c) of ISA 500.

Als het werk van een door het management ingeschakelde deskundige gepaard gaat met het gebruik van methoden of gegevensbronnen met betrekking tot schattingen, of het ontwikkelen of verstrekken van bevin-dingen of conclusies met betrekking tot een puntschatting of toelichtingen daarop voor opname in de financiële overzichten, kunnen de vereisten in paragrafen 21 tot en met 29 van deze Standaard de accountant helpen bij het toepassen van paragraaf 8(c) van Standaard 500.

Consultatie Vertaling ISA TM 540 De controle van schattingen en toelichtingen daarop

Koninklijke NBA 78

Service Organizations Serviceorganisaties

A132. ISA 40254 deals with the auditor’s understanding of the services provided by the service organization, including internal control, as well as the auditor’s responses to assessed risks of material misstatement. When the entity uses the services of a service organization in making accounting estimates, the requirements and guidance in ISA 402 may therefore assist the auditor in applying the requirements of this ISA. 54 ISA 402, Audit Considerations Relating to an Entity Using a Service Organization

Standaard 40254 behandelt het inzicht van de accountant in de door de serviceorganisatie geleverde diensten, inclusief interne beheersing, even-als inspelen door de accountant op ingeschatte risico’s op een afwijking van materieel belang. Wanneer de entiteit de diensten van een serviceor-ganisatie gebruikt bij het maken van schattingen, kunnen de vereisten en leidraden in Standaard 402 de accountant helpen bij het toepassen van de vereisten van deze Standaard. 54 Standaard 402, Overwegingen met betrekking tot controles van entiteiten die gebruikma-

ken van een serviceorganisatie.

Indicators of Possible Management Bias (Ref: Para. 32) Indicaties voor mogelijke tendentie bij het management (Zie Par. 32)

A133 Management bias may be difficult to detect at an account level and may only be identified by the auditor when considering groups of accounting estimates, all accounting estimates in aggregate, or when observed over a number of accounting periods. For example, if accounting estimates includ-ed in the financial statements are considered to be individually reasonable but management’s point estimates consistently trend toward one end of the auditor’s range of reasonable outcomes that provide a more favorable fi-nancial reporting outcome for management, such circumstances may indi-cate possible bias by management.

De tendentie bij het management kan moeilijk te detecteren zijn op reke-ningniveau en kan alleen door de accountant worden geïdentificeerd wanneer rekening wordt gehouden met groepen van schattingen, alle schattingen in geaggregeerde vorm of wanneer ze gedurende een aantal verslagperioden worden waargenomen. Als schattingen die zijn opgeno-men in de financiële overzichten bijvoorbeeld als afzonderlijk redelijk wor-den beschouwd, maar de puntschattingen van het management consis-tent tendeert naar één uiteinde van het interval van redelijke uitkomsten van de accountant die gunstigere uitkomsten voor de financiële rapporta-ge voor het management opleveren, kunnen dergelijke omstandigheden wijzen op mogelijke tendentie bij het management.

A134. Examples of indicators of possible management bias with respect to ac-counting estimates include:

Changes in an accounting estimate, or the method for making it, when management has made a subjective assessment that there has been a change in circumstances.

Selection or development of significant assumptions or the data that yield a point estimate favorable for management objectives.

Selection of a point estimate that may indicate a pattern of optimism or pessimism.

When such indicators are identified, there may be a risk of material mis-statement either at the assertion or financial statement level. Indicators of possible management bias themselves do not constitute misstatements for

Voorbeelden van indicaties voor mogelijke tendentie bij het management met betrekking tot schattingen omvatten:

wijzigingen in een schatting of de methode om deze te maken, wan-neer het management een subjectieve inschatting heeft gemaakt dat zich een verandering in de omstandigheden heeft voorgedaan;

keuze of ontwikkeling van significante veronderstellingen of de gege-vens die een puntschatting opleveren die gunstig is voor de manage-mentdoelstellingen;

keuze van een puntschatting die een patroon van optimisme of pes-simisme kan aangeven.

Wanneer dergelijke indicaties worden geïdentificeerd, kan er een risico op een afwijking van materieel belang zijn, hetzij op het niveau van bewerin-

Consultatie Vertaling ISA TM 540 De controle van schattingen en toelichtingen daarop

Koninklijke NBA 79

purposes of drawing conclusions on the reasonableness of individual ac-counting estimates. However, in some cases the audit evidence may point to a misstatement rather than simply an indicator of management bias.

gen of op het niveau van de financiële overzichten. Indicaties voor moge-lijke tendentie bij het management zelf vormen geen afwijkingen om con-clusies te trekken over de redelijkheid van individuele schattingen. In sommige gevallen kan de controle-informatie echter eerder duiden op een afwijking dan eenvoudigweg een indicator voor tendentie bij het manage-ment.

A135. Indicators of possible management bias may affect the auditor’s conclusion as to whether the auditor’s risk assessment and related responses remain appropriate. The auditor may also need to consider the implications for oth-er aspects of the audit, including the need to further question the appropri-ateness of management’s judgments in making accounting estimates. Fur-ther, indicators of possible management bias may affect the auditor’s con-clusion as to whether the financial statements as a whole are free from ma-terial misstatement, as discussed in ISA 700 (Revised).55

55 ISA 700 (Revised), paragraph 11

Indicaties voor mogelijke tendentie bij het management kunnen van in-vloed zijn op de conclusie van de accountant of de risico-inschatting van de accountant en de methode waarmee daarop is ingespeeld nog steeds passend zijn. De accountant moet mogelijk ook de implicaties voor andere aspecten van de controle in overweging nemen, inclusief de noodzaak om de geschiktheid van de oordeelsvormingen van het management bij het maken van schattingen verder ter discussie te stellen. Bovendien kunnen indicaties voor mogelijke tendentie bij het management de conclusie van de accountant beïnvloeden of de financiële overzichten als geheel geen afwijkingen van materieel belang bevatten, zoals besproken in Standaard 700.55 55 Standaard 700, paragraaf 11.

A136. In addition, in applying ISA 240, the auditor is required to evaluate whether management’s judgments and decisions in making the accounting esti-mates included in the financial statements indicate a possible bias that may represent a material misstatement due to fraud.56 Fraudulent financial re-porting is often accomplished through intentional misstatement of account-ing estimates, which may include intentionally understating or overstating accounting estimates. Indicators of possible management bias that may also be a fraud risk factor, may cause the auditor to reassess whether the auditor’s risk assessments, in particular the assessment of fraud risks, and related responses remain appropriate. 56 ISA 240, paragraph 32(b)

Bij de toepassing van Standaard 240 wordt vereist dat de accountant bovendien evalueert of de oordeelsvormingen en beslissingen van het management bij het maken van schattingen die zijn opgenomen in de financiële overzichten wijzen op een mogelijke tendentie die een afwijking van materieel belang als gevolg van fraude kan weergeven.56 Frauduleu-ze financiële rapportage komt vaak tot stand door een opzettelijke afwij-king van de schattingen, waaronder mogelijk opzettelijk onderwaarderen of overwaarderen van schattingen. Indicaties voor mogelijke tendentie bij het management die ook een frauderisicofactor kunnen zijn, kunnen ertoe leiden dat de accountant opnieuw inschat of de risico-inschattingen van de accountant, in het bijzonder de inschatting van frauderisico's, en de methode waarmee daarop is ingespeeld nog steeds passend zijn. 56 Standaard 240, paragraaf 32(b).

Overall Evaluation Based on Audit Procedures Performed (Ref: Para. 33)

Algehele evaluatie op basis van uitgevoerde controlewerkzaamhe-den (Zie Par. 33)

Consultatie Vertaling ISA TM 540 De controle van schattingen en toelichtingen daarop

Koninklijke NBA 80

A137. As the auditor performs planned audit procedures, the audit evidence ob-tained may cause the auditor to modify the nature, timing or extent of other planned audit procedures.57 In relation to accounting estimates, information may come to the auditor’s attention through performing procedures to obtain audit evidence that differs significantly from the information on which the risk assessment was based. For example, the auditor may have identified that the only reason for an assessed risk of material misstatement is the subjectivity involved in making the accounting estimate. However, while performing procedures to respond to the assessed risks of material mis-statement, the auditor may discover that the accounting estimate is more complex than originally contemplated, which may call into question the as-sessment of the risk of material misstatement (for example, the inherent risk may need to be re-assessed on the higher end of the spectrum of inherent risk due to the effect of complexity) and therefore the auditor may need to perform additional further audit procedures to obtain sufficient appropriate audit evidence.58

57 ISA 330, paragraph A60 58 See also ISA 315 (Revised), paragraph 31.

Naarmate de accountant geplande controlewerkzaamheden uitvoert, kan de verkregen controle-informatie ertoe leiden dat de accountant de aard, timing of omvang van andere geplande controlewerkzaamheden wijzigt.57 Met betrekking tot schattingen kan informatie ter kennis van de accoun-tant komen door het uitvoeren van werkzaamheden voor het verkrijgen van controle-informatie die significant verschilt van de informatie waarop de risico-inschatting is gebaseerd. De accountant kan bijvoorbeeld heb-ben geïdentificeerd dat de enige reden voor een ingeschat risico op een afwijking van materieel belang de subjectiviteit is die betrokken is bij het maken van de schatting. Bij het uitvoeren van werkzaamheden om in te spelen op de ingeschatte risico’s op een afwijking van materieel belang, kan de accountant echter ontdekken dat de schatting moeilijker is dan oorspronkelijk werd overwogen, wat de inschatting van het risico op een afwijking van materieel belang ter discussie kan stellen (bijvoorbeeld het inherente risico moet mogelijk opnieuw worden ingeschat aan de boven-kant van het spectrum van inherent risico als gevolg van het effect van complexiteit) en daarom kan het nodig zijn dat de accountant bijkomende aanvullende controlewerkzaamheden uitvoert om voldoende en geschikte controle-informatie te verkrijgen.58 57 Standaard 330, paragraaf A60. 58 Zie ook Standaard 315, paragraaf 31.

A138. With respect to accounting estimates that have not been recognized, a par-ticular focus of the auditor’s evaluation may be on whether the recognition criteria of the applicable financial reporting framework have in fact been met. When an accounting estimate has not been recognized, and the audi-tor concludes that this treatment is appropriate, some financial reporting frameworks may require disclosure of the circumstances in the notes to the financial statements.

Met betrekking tot schattingen die niet zijn opgenomen, kan een bijzonder aandachtspunt van de door de accountant uitgevoerde evaluatie zijn of de opnamecriteria van het van toepassing zijnde stelsel inzake financiële verslaggeving daadwerkelijk zijn vervuld. Wanneer een schatting niet is opgenomen en de accountant concludeert dat deze behandeling passend is, kunnen sommige stelsels voor financiële verslaggeving toelichting over de omstandigheden in de toelichting bij de financiële overzichten verei-sen.

Determining Whether the Accounting Estimates are Reasonable or Misstat-ed (Ref: Para. 9, 35)

Bepalen of schattingen redelijk zijn of afwijken (Zie Par. 9, 35)

A139. In determining whether, based on the audit procedures performed and evi-dence obtained, management’s point estimate and related disclosures are reasonable, or are misstated:

When the audit evidence supports a range, the size of the range may

Bij het bepalen of, op basis van de uitgevoerde controlewerkzaamheden en de verkregen controle-informatie, de puntschatting van het manage-ment en toelichtingen daarop redelijk zijn of dat zij een afwijking bevatten:

wanneer de controle-informatie een interval ondersteunt, kan de om-

Consultatie Vertaling ISA TM 540 De controle van schattingen en toelichtingen daarop

Koninklijke NBA 81

be wide and, in some circumstances, may be multiples of materiality for the financial statements as a whole (see also paragraph A125). Alt-hough a wide range may be appropriate in the circumstances, it may in-dicate that it is important for the auditor to reconsider whether sufficient appropriate audit evidence has been obtained regarding the reasona-bleness of the amounts within the range.

The audit evidence may support a point estimate that differs from man-agement’s point estimate. In such circumstances, the difference be-tween the auditor’s point estimate and management’s point estimate constitutes a misstatement.

The audit evidence may support a range that does not include man-agement’s point estimate. In such circumstances, the misstatement is the difference between management’s point estimate and the nearest point of the auditor’s range.

vang van het interval breed zijn en, in sommige omstandigheden, een veelvoud van materialiteit zijn voor de financiële overzichten als ge-heel (zie ook paragraaf A125). Hoewel een breed interval in de gege-ven omstandigheden geschikt kan zijn, kan dit erop duiden dat het be-langrijk is dat de accountant heroverweegt of voldoende en geschikte controle-informatie is verkregen over de redelijkheid van de bedragen binnen het interval;

de controle-informatie kan een puntschatting ondersteunen die ver-schilt van de puntschatting van het management. In dergelijke om-standigheden vormt het verschil tussen de puntschatting van de ac-countant en de puntschatting van het management een afwijking;

de controle-informatie kan een interval ondersteunen die de punt-schatting van het management niet omvat. In dergelijke omstandig-heden is de afwijking het verschil tussen de puntschatting van het management en het dichtstbijzijnde punt van het interval van de ac-countant.

A140. Paragraphs A110-A114 provide guidance to assist the auditor in evaluating management’s selection of a point estimate and related disclosures to be included in the financial statements.

Paragrafen A110-A114 bieden leidraden om de accountant te helpen bij het evalueren van de keuze van een puntschatting van het management en toelichtingen daarop die in de financiële overzichten moeten worden opgenomen.

A141. When the auditor’s further audit procedures include testing how manage-ment made the accounting estimate or developing an auditor’s point esti-mate or range, the auditor is required to obtain sufficient appropriate audit evidence about disclosures that describe estimation uncertainty in accord-ance with paragraphs 26(b) and 29(b) and other disclosures in accordance with paragraph 31. The auditor then considers the audit evidence obtained about disclosures as part of the overall evaluation, in accordance with para-graph 35, of whether the accounting estimates and related disclosures are reasonable in the context of the applicable financial reporting framework, or are misstated.

Wanneer de verdere controlewerkzaamheden van de accountant het toet-sen van de wijze waarop het management de schatting heeft gemaakt of het ontwikkelen van een puntschatting of interval van de accountant om-vatten, wordt van de accountant vereist voldoende en geschikte controle-informatie te verkrijgen over toelichtingen die schattingsonzekerheid be-schrijven in overeenstemming met paragrafen 26 (b) en 29 ( b) en andere toelichtingen in overeenstemming met paragraaf 31. De accountant over-weegt vervolgens de verkregen controle-informatie over toelichtingen als onderdeel van de algehele evaluatie, in overeenstemming met paragraaf 35, of de schattingen en toelichtingen daarop redelijk zijn in de context van het van toepassing zijnde stelsel voor financiële verslaggeving, of dat zij een afwijking bevatten.

A142. ISA 450 also provides guidance regarding qualitative disclosures59 and when misstatements in disclosures could be indicative of fraud.60

Standaard 450 biedt ook leidraden voor kwalitatieve toelichtingen59 en wanneer afwijkingen in toelichtingen een aanwijzing kunnen zijn voor fraude.60

Consultatie Vertaling ISA TM 540 De controle van schattingen en toelichtingen daarop

Koninklijke NBA 82

59 ISA 450, paragraph A17

60 ISA 450, paragraph A22

59 Standaard 450, paragraaf A17. 60 Standaard 450, paragraaf A22.

A143. When the financial statements are prepared in accordance with a fair presentation framework, the auditor’s evaluation as to whether the financial statements achieve fair presentation61 includes the consideration of the overall presentation, structure and content of the financial statements, and whether the financial statements, including the related notes, represent the transactions and events in a manner that achieves fair presentation. For example, when an accounting estimate is subject to a higher degree of es-timation uncertainty, the auditor may determine that additional disclosures are necessary to achieve fair presentation. If management does not include such additional disclosures, the auditor may conclude that the financial statements are materially misstated. 61 ISA 700 (Revised), paragraph 14

Wanneer de financiële overzichten worden opgesteld in overeenstemming met een getrouw-beeld-stelsel, omvat de evaluatie door de accountant of de financiële overzichten een getrouwe weergave vormen61 de overwe-ging van de algehele presentatie, structuur en inhoud van de financiële overzichten, en of de financiële overzichten, inclusief de gerelateerde toelichtingen, de transacties en gebeurtenissen op een manier weergeven die een getrouwe weergave vormt. Wanneer een schatting bijvoorbeeld onderhevig is aan een hogere mate van schattingsonzekerheid, kan de accountant bepalen dat aanvullende toelichtingen noodzakelijk zijn om een getrouwe weergave te vormen. Indien het management dergelijke aanvullende toelichtingen niet opneemt, kan de accountant concluderen dat de financiële overzichten een afwijking bevatten van materieel belang. 61 Standaard 700, paragraaf 14.

A144. ISA 705 (Revised)62 provides guidance on the implications for the auditor’s opinion when the auditor believes that management’s disclosures in the financial statements are inadequate or misleading, including, for example, with respect to estimation uncertainty. 62 ISA 705 (Revised), paragraph 22-23

Standaard 70562 biedt leidraden voor de implicaties voor het oordeel van de accountant wanneer de accountant van mening is dat de toelichtingen van het management in de financiële overzichten ontoereikend of mislei-dend zijn, bijvoorbeeld met betrekking tot schattingsonzekerheid. 62 Standaard 705, paragraaf 22-23.

Written Representations (Ref: Para. 37) Schriftelijke bevestigingen (Zie Par. 37)

A145. Written representations about specific accounting estimates may include representations:

That the significant judgments made in making the accounting esti-mates have taken into account all relevant information of which man-agement is aware.

About the consistency and appropriateness in the selection or applica-tion of the methods, assumptions and data used by management in making the accounting estimates.

That the assumptions appropriately reflect management’s intent and ability to carry out specific courses of action on behalf of the entity, when relevant to the accounting estimates and disclosures.

Schriftelijke bevestigingen betreffende specifieke schattingen kunnen bevestigingen bevatten:

dat bij de significante oordeelsvormingen die zijn gemaakt bij het ma-ken van de schattingen rekening is gehouden met alle relevante in-formatie waarvan het management op de hoogte is;

over de consistentie en gepastheid bij de keuze of toepassing van de methoden, veronderstellingen en gegevens die het management ge-bruikt bij het maken van de schattingen;

dat de veronderstellingen op passende wijze de intentie weergeven en de mogelijkheid van het management om bepaalde handelingen uit te voeren namens de entiteit, voor zover relevant voor de schattin-

Consultatie Vertaling ISA TM 540 De controle van schattingen en toelichtingen daarop

Koninklijke NBA 83

That disclosures related to accounting estimates, including disclosures describing estimation uncertainty, are complete and are reasonable in the context of the applicable financial reporting framework.

That appropriate specialized skills or expertise has been applied in making the accounting estimates.

That no subsequent event requires adjustment to the accounting esti-mates and related disclosures included in the financial statements.

When accounting estimates are not recognized or disclosed in the fi-nancial statements, about the appropriateness of management’s deci-sion that the recognition or disclosure criteria of the applicable financial reporting framework have not been met.

gen en toelichtingen;

dat de toelichtingen met betrekking tot schattingen, inclusief toelich-tingen die schattingsonzekerheid beschrijven, volledig zijn en redelijk zijn in de context van het van toepassing zijnde stelsel inzake financi-ele verslaggeving;

dat passende gespecialiseerde vaardigheden of expertise zijn toege-past bij het maken van de schattingen;

dat er geen gebeurtenis na de verslagperiode aanpassing vereist van de schattingen en toelichtingen daarop opgenomen in de financiële overzichten;

wanneer schattingen niet worden opgenomen of toegelicht in de fi-nanciële overzichten, over de geschiktheid van de beslissing van het management dat niet is voldaan aan de opname- of toelichtingscrite-ria van het van toepassing zijnde stelsel inzake financiële verslagge-ving.

Communication with Those Charged With Governance, Management or Other Relevant Parties (Ref: Para. 38)

Communicatie met de met governance belaste personen, manage-ment of andere relevante partijen (Zie Par. 38)

A146. In applying ISA 260 (Revised), the auditor communicates with those charged with governance the auditor’s views about significant qualitative aspects of the entity’s accounting practices relating to accounting estimates and related disclosures.63 Appendix 2 includes matters specific to account-ing estimates that the auditor may consider communicating to those charged with governance. 63 ISA 260 (Revised), paragraph 16(a)

Bij toepassing van Standaard 260 communiceert de accountant met de met governance belaste personen de visie van de accountant over signifi-cantie kwalitatieve aspecten van de praktijken van de entiteit inzake ad-ministratieve verwerking met betrekking tot schattingen en toelichtingen daarop.63 Bijlage 2 bevat aangelegenheden specifiek voor schattingen die de accountant kan overwegen om te communiceren met de met gover-nance belaste personen. 63 Standaard 260, paragraaf 16(a).

A147. ISA 265 requires the auditor to communicate in writing to those charged with governance significant deficiencies in internal control identified during the audit.64 Such significant deficiencies may include those related to con-trols over: a. The selection and application of significant accounting policies, and the

selection and application of methods, assumptions and data; b. Risk management and related systems; c. Data integrity, including when data is obtained from an external infor-

mation source; and d. The use, development and validation of models, including models ob-

Standaard 265 vereist van de accountant dat hij significante tekortkomin-gen in de interne beheersing die hij tijdens de controle heeft geïdentifi-ceerd, tijdig schriftelijk communiceert aan de met governance belaste personen meedeelt64. Dergelijke significante tekortkomingen kunnen on-der meer betrekking hebben op interne beheersingsmaatregelen van: a. de keuze en toepassing van significante grondslagen voor financiële

verslaggeving, en de keuze en toepassing van methoden, veronder-stellingen en gegevens;

b. risicomanagement en gerelateerde systemen; c. gegevensintegriteit, inclusief wanneer gegevens worden verkregen

Consultatie Vertaling ISA TM 540 De controle van schattingen en toelichtingen daarop

Koninklijke NBA 84

tained from an external provider, and any adjustments that may be re-quired.

64 ISA 265, paragraph 9

van een externe informatiebron; en d. het gebruik, de ontwikkeling en validatie van modellen, inclusief mo-

dellen verkregen van een externe aanbieder, en eventuele aanpas-singen die nodig kunnen zijn.

64 Standaard 265, paragraaf 9.

A148. In addition to communicating with those charged with governance, the audi-tor may be permitted or required to communicate directly with regulators or prudential supervisors. Such communication may be useful throughout the audit or at particular stages, such as when planning the audit or when final-izing the auditor’s report. For example, in some jurisdictions, financial insti-tution regulators seek to cooperate with auditors to share information about the operation and application of controls over financial instrument activities, challenges in valuing financial instruments in inactive markets, expected credit losses, and insurance reserves while other regulators may seek to understand the auditor’s views on significant aspects of the entity’s opera-tions including the entity’s costs estimates. This communication may be helpful to the auditor in identifying, assessing and responding to risks of material misstatement.

Naast de communicatie met de met governance belaste personen, kan het de accountant toegestaan of verplicht worden om rechtstreeks met regelgevers of toezichthouders of prudentiële toezichthouders te commu-niceren. Dergelijke communicatie kan nuttig zijn tijdens de controle of in bepaalde stadia, zoals bij het plannen van de controle of bij het definitief maken van de controleverklaring. In sommige rechtsgebieden proberen regelgevers of toezichthouders van financiële instellingen bijvoorbeeld samen te werken met accountants om informatie te delen over de werking en toepassing van interne beheersingsmaatregelen ten aanzien van acti-viteiten in financiële instrumenten, uitdagingen bij het waarderen van fi-nanciële instrumenten op inactieve markten, verwachte kredietverliezen en voorzieningen voor verzekeringen, terwijl andere regelgevers of toe-zichthouders trachten inzicht te krijgen in de visie van de accountant over significante aspecten van de activiteiten van de entiteit, met inbegrip van de kosten schattingen van de entiteit. Deze communicatie kan nuttig zijn voor de accountant bij het identificeren, inschatten en inspelen op risico’s op een afwijking van materieel belang.

Documentation (Ref: Para. 39) Documentatie (Zie Par. 39)

A149. ISA 315 (Revised)65 and ISA 33066 provide requirements and guidance on documenting the auditor’s understanding of the entity, risk assessments and responses to assessed risks. This guidance is based on the requirements and guidance in ISA 230.67 In the context of auditing accounting estimates, the auditor is required to prepare audit documentation about key elements of the auditor’s understanding of the entity and its environment related to accounting estimates. In addition, the auditor’s judgments about the as-sessed risks of material misstatement related to accounting estimates, and the auditor’s responses, may likely be further supported by documentation of communications with those charged with governance and management. 65 ISA 315 (Revised), paragraphs 32 and A152-A155

Standaard 31565 en Standaard 33066 bieden vereisten en leidraden voor het documenteren van het inzicht van de accountant in de entiteit, risico-inschattingen en methode waarmee daarop is ingespeeld. Deze leidraden zijn gebaseerd op de vereisten en leidraden in Standaard 230.67 In de context van het controleren van schattingen, wordt van de accoun-tant vereist om controledocumentatie op te stellen over de kernelementen van het inzicht van de accountant in de entiteit en haar omgeving met betrekking tot schattingen. Daarnaast kunnen de oordeelsvormingen door de accountant van de ingeschatte risico’s op een afwijking van materieel belang die verband houden met de schattingen, en de methoden waar-mee daarop is ingespeeld door de accountant waarschijnlijk verder wor-den ondersteund door documentatie van de communicatie met de met

Consultatie Vertaling ISA TM 540 De controle van schattingen en toelichtingen daarop

Koninklijke NBA 85

66 ISA 330, paragraphs 28 and A63

67 ISA 230, paragraph 8(c) governance belaste personen en het management. 65 Standaard 315 paragraaf 32 en A152-A155. 66 Standaard 330 paragraaf 28 en A63. 67 Standaard 230 paragraaf 8(c).

A150. In documenting the linkage of the auditor’s further audit procedures with the assessed risks of material misstatement at the assertion level, in accord-ance with ISA 330, this ISA requires that the auditor take into account the reasons given to the risks of material misstatement at the assertion level. Those reasons may relate to one or more inherent risk factors or the audi-tor’s assessment of control risk. However, the auditor is not required to doc-ument how every inherent risk factor was taken into account in identifying and assessing the risks of material misstatement in relation to each ac-counting estimate.

Bij het documenteren van de koppeling van de verdere controlewerk-zaamheden van de accountant met de ingeschatte risico’s op een afwij-king van materieel belang op het niveau van beweringen, in overeen-stemming met Standaard 330, vereist deze Standaard dat de accountant rekening houdt met de redenen die worden gegeven aan de risico’s op een afwijking van materieel belang op het niveau van beweringen. Die redenen kunnen betrekking hebben op één of meer inherente risicofacto-ren of op de inschatting door de accountant van het interne beheersings-risico. De accountant hoeft echter niet te documenteren hoe elke inheren-te risicofactor in aanmerking is genomen bij het identificeren en inschatten van de risico’s op een afwijking van materieel belang in verband met elke schatting.

A151. The auditor also may consider documenting:

When management’s application of the method involves complex mod-eling, whether management’s judgments have been applied consistently and, when applicable, that the design of the model meets the meas-urement objective of the applicable financial reporting framework.

When the selection and application of methods, significant assumptions, or the data is affected by complexity to a higher degree, the auditor’s judgments in determining whether specialized skills or knowledge are required to perform the risk assessment procedures, to design and per-form procedures responsive to those risks, or to evaluate the audit evi-dence obtained. In these circumstances, the documentation also may include how the required skills or knowledge were applied.

De accountant kan ook overwegen om te documenteren:

wanneer de toepassing door het management van de methode com-plexe modellering omvat, of de oordeelsvormingen van het manage-ment consistent zijn toegepast en, indien van toepassing, dat de op-zet van het model voldoet aan de waarderingsdoelstelling van het van toepassing zijnde stelsel inzake financiële verslaggeving;

wanneer de keuze en toepassing van methoden, significante veron-derstellingen of de gegevens in hogere mate worden beïnvloed door complexiteit, de oordeelsvormingen van de accountant om te bepalen of gespecialiseerde vaardigheden of kennis vereist zijn om de risico-inschattingswerkzaamheden uit te voeren, om werkzaamheden op te zetten en uit te voeren om in te spelen op die risico's of om de verkre-gen controle-informatie te evalueren. Onder deze omstandigheden kan de documentatie ook bevatten hoe de vereiste vaardigheden of kennis waren toegepast.

A152. Paragraph A7 of ISA 230 notes that, although there may be no single way in which the auditor’s exercise of professional skepticism is documented, the audit documentation may nevertheless provide evidence of the auditor’s

Paragraaf A7 van Standaard 230 geeft aan dat, hoewel er misschien geen standaardmanier is waarop de door de accountant toegepaste pro-fessioneel-kritische instelling wordt gedocumenteerd, de controledocu-

Consultatie Vertaling ISA TM 540 De controle van schattingen en toelichtingen daarop

Koninklijke NBA 86

exercise of professional skepticism. For example, in relation to accounting estimates, when the audit evidence obtained includes evidence that both corroborates and contradicts management’s assertions, the documentation may include how the auditor evaluated that evidence, including the profes-sional judgments made in forming a conclusion as to the sufficiency and appropriateness of the audit evidence obtained. Examples of other require-ments in this ISA for which documentation may provide evidence of the exercise of professional skepticism by the auditor include:

Paragraph 13(d), regarding how the auditor has applied an understand-ing in developing the auditor’s own expectation of the accounting esti-mates and related disclosures to be included in the entity’s financial statements and how that expectation compares with the entity’s finan-cial statements prepared by management;

Paragraph 18, which requires further audit procedures to be designed and performed to obtain sufficient appropriate evidence in a manner that is not biased toward obtaining audit evidence that may be corrobo-rative or towards excluding audit evidence that may be contradictory;

Paragraphs 23(b), 24(b), 25(b) and 32, which address indicators of possible management bias; and

Paragraph 34, which addresses the auditor’s consideration of all rele-vant audit evidence, whether corroborative or contradictory.

mentatie niettemin kan aantonen dat de accountant een professioneel-kritische instelling heeft toegepast. Bijvoorbeeld, met betrekking tot schat-tingen, wanneer de verkregen controle-informatie informatie bevat dat zowel de beweringen van het management bevestigt als tegenspreekt, kan de documentatie omvatten hoe de accountant die informatie heeft geëvalueerd, inclusief de professionele oordeelsvormingen die zijn ge-maakt bij het vormen van een conclusie met betrekking tot het voldoende en geschikt zijn van de verkregen controle-informatie. Voorbeelden van andere vereisten in deze Standaard waarvoor de documentatie kan aan-tonen dat de accountant een professioneel-kritische instelling heeft toe-gepast, zijn onder meer:

paragraaf 13(d), met betrekking tot de manier waarop de accountant inzicht heeft toegepast bij het ontwikkelen van zijn eigen verwachting van de schattingen en toelichtingen daarop die moeten worden opge-nomen in de financiële overzichten van de entiteit en hoe deze ver-wachting zich verhoudt tot de door het management opgestelde fi-nanciële overzichten van de entiteit;

paragraaf 18, die vereist dat nadere controlewerkzaamheden worden opgezet en uitgevoerd om voldoende en geschikte informatie te ver-krijgen op een manier die niet tendentieus is op het verkrijgen van controle-informatie die bevestigend kan zijn of op het uitsluiten van tegenstrijdige controle-informatie;

paragrafen 23(b), 24(b), 25(b) en 32, die indicaties voor mogelijke tendentie bij het management adresseren; en

paragraaf 34, waarin de overweging door de accountant van alle rele-vante controle-informatie wordt behandeld, hetzij bevestigend of te-genstrijdig.

Consultatie Vertaling ISA TM 540 De controle van schattingen en toelichtingen daarop

Koninklijke NBA 87

Appendix 1 Bijlage 1 (Ref: Para. 2, 4, 12(c), A8, A66) (Zie Par. 2, 4, 12(c), A8, A66)

Inherent Risk Factors Inherente risicofactoren Introduction Inleiding

1. In identifying, assessing and responding to the risks of material misstate-ment at the assertion level for an accounting estimate and related disclo-sures, this ISA requires the auditor to take into account the degree to which the accounting estimate is subject to estimation uncertainty, and the degree to which the selection and application of the methods, assumptions and data used in making the accounting estimate, and the selection of man-agement’s point estimate and related disclosures for inclusion in the finan-cial statements, are affected by complexity, subjectivity or other inherent risk factors.

Bij het identificeren, inschatten en inspelen op de risico’s op een afwijking van materieel belang op het niveau van beweringen voor een schatting en toelichtingen daarop, vereist deze Standaard dat de accountant rekening houdt met de mate waarin de schatting onderhevig is aan schattingsonze-kerheid en de mate waarin waarbij de keuze en toepassing van de me-thoden, veronderstellingen en gegevens die bij het maken van de schat-ting zijn gebruikt, en de keuze van de puntschatting van het management en bijbehorende toelichtingen voor opname in de financiële overzichten, worden beïnvloed door complexiteit, subjectiviteit of andere inherente risicofactoren.

2. Inherent risk related to an accounting estimate is the susceptibility of an assertion about the accounting estimate to material misstatement, before consideration of controls. Inherent risk results from inherent risk factors, which give rise to challenges in appropriately making the accounting esti-mate. This Appendix provides further explanation about the nature of the inherent risk factors of estimation uncertainty, subjectivity and complexity, and their inter-relationships, in the context of making accounting estimates and selecting management’s point estimate and related disclosures for in-clusion in the financial statements.

Het inherente risico dat aan een schatting is verbonden, is de vatbaarheid van een bewering over de schatting op een afwijking van materieel be-lang, voordat interne beheersingsmaateregelen worden overwogen. Het inherente risico is het resultaat van inherente risicofactoren, die aanleiding geven tot uitdagingen bij het op passende wijze maken van de schatting. Deze bijlage verschaft nadere uitleg over de aard van de inherente risico-factoren van schattingsonzekerheid, subjectiviteit en complexiteit, en hun onderlinge relaties, in de context van het maken van schattingen en het selecteren van een puntschatting van het management en toelichtingen daarop voor opname in de financiële overzichten.

Measurement Basis Waarderingsgrondslag

3. The measurement basis and the nature, condition and circumstances of the financial statement item give rise to relevant valuation attributes. When the cost or price of the item cannot be directly observed, an accounting esti-mate is required to be made by applying an appropriate method and using appropriate data and assumptions. The method may be specified by the applicable financial reporting framework, or is selected by management, to reflect the available knowledge about how the relevant valuation attributes would be expected to influence the cost or price of the item on the meas-

De waarderingsgrondslag en de aard, toestand en omstandigheden van het element in de financiële overzichten geven aanleiding tot relevante waarderingskenmerken. Wanneer de kostprijs of prijs van het element niet rechtstreeks kan worden waargenomen, moet een schatting worden ge-maakt door een geschikte methode toe te passen en passende gegevens en veronderstellingen te gebruiken. De methode kan worden gespecifi-ceerd door het van toepassing zijnde stelsel inzake financiële verslagge-ving of door het management worden geselecteerd om de beschikbare

Consultatie Vertaling ISA TM 540 De controle van schattingen en toelichtingen daarop

Koninklijke NBA 88

urement basis. kennis weer te geven over hoe de relevante waarderingskenmerken naar verwachting de kosten of de prijs van het element op basis van de waar-deringsgrondslag zouden beïnvloeden.

Estimation Uncertainty Schattingsonzekerheid

4. Susceptibility to a lack of precision in measurement is often referred to in accounting frameworks as measurement uncertainty. Estimation uncertainty is defined in this ISA as susceptibility to an inherent lack of precision in measurement. It arises when the required monetary amount for a financial statement item that is recognized or disclosed in the financial statements cannot be measured with precision through direct observation of the cost or price. When direct observation is not possible, the next most precise alter-native measurement strategy is to apply a method that reflects the available knowledge about cost or price for the item on the relevant measurement basis, using observable data about relevant valuation attributes.

Vatbaarheid voor een gebrek aan nauwkeurigheid bij het waarderen wordt in stelsels voor financiële verslaggeving vaak aangeduid als waarderings-onzekerheid. Schattingsonzekerheid wordt in deze Standaard gedefini-eerd als vatbaarheid voor een inherent gebrek aan nauwkeurigheid in waardering. Het ontstaat wanneer het vereiste bedrag voor een element in de financiële overzichten dat in de financiële overzichten is opgenomen of wordt toegelicht, niet nauwkeurig kan worden gewaardeerd door directe waarneming van de kosten of de prijs. Wanneer directe waarneming niet mogelijk is, is de volgende meest nauwkeurige alternatieve waarderings-strategie het toepassen van een methode die de beschikbare kennis over de kosten of prijs voor het artikel op de relevante waarderingsgrondslag weergeeft, met behulp van waarneembare gegevens over relevante waarderingskenmerken.

5. However, constraints on the availability of such knowledge or data may limit the verifiability of such inputs to the measurement process and therefore limit the precision of measurement outcomes. Furthermore, most account-ing frameworks acknowledge that there are practical constraints on the in-formation that should be taken into account, such as when the cost of ob-taining it would exceed the benefits. The lack of precision in measurement arising from these constraints is inherent because it cannot be eliminated from the measurement process. Accordingly, such constraints are sources of estimation uncertainty. Other sources of measurement uncertainty that may occur in the measurement process are, at least in principle, capable of elimination if the method is applied appropriately and therefore are sources of potential misstatement rather than estimation uncertainty.

Beperkingen op de beschikbaarheid van dergelijke kennis of gegevens kunnen echter de controleerbaarheid van dergelijke inputs voor het waar-deringsproces beperken en daarom de nauwkeurigheid van waarderings-resultaten beperken. Bovendien erkennen de meeste stelsels inzake fi-nanciële verslaggeving dat er praktische beperkingen zijn aan de informa-tie waarmee rekening moet worden gehouden, zoals wanneer de kosten voor het verkrijgen ervan de baten zouden overtreffen. Het gebrek aan nauwkeurigheid bij het waarderen als gevolg van deze beperkingen is inherent omdat het niet uit het waarderingsproces kan worden geëlimi-neerd. Dienovereenkomstig zijn dergelijke beperkingen bronnen van schattingsonzekerheid. Andere bronnen van waarderingsonzekerheid die zich in het waarderingsproces kunnen voordoen, zijn, althans in principe, in staat om te worden geëlimineerd als de methode op passende wijze wordt toegepast en zijn daarom bronnen van mogelijke afwijkingen in plaats van schattingsonzekerheid.

6. When estimation uncertainty relates to uncertain future inflows or outflows of economic benefits that will ultimately result from the underlying asset or liability, the outcome of these flows will only be observable after the date of

Wanneer schattingsonzekerheid betrekking heeft op onzekere toekomsti-ge instromen of uitstromen van economische voordelen die uiteindelijk uit de onderliggende activa of passiva zullen voortvloeien, zal de uitkomst

Consultatie Vertaling ISA TM 540 De controle van schattingen en toelichtingen daarop

Koninklijke NBA 89

the financial statements. Depending on the nature of the applicable meas-urement basis and on the nature, condition and circumstances of the finan-cial statement item, this outcome may be directly observable before the financial statements are finalized or may only be directly observable at a later date. For some accounting estimates, there may be no directly observ-able outcome at all.

van deze stromen pas na de datum van de financiële overzichten waar-neembaar zijn. Afhankelijk van de aard van de toepasselijke waarderings-grondslag en van de aard, toestand en omstandigheden van het element in de financiële overzichten, kan deze uitkomst direct waarneembaar zijn voordat de financiële overzichten zijn afgerond of alleen op een latere datum direct waarneembaar zijn. Voor sommige schattingen is er mogelijk helemaal geen direct waarneembare uitkomst.

7. Some uncertain outcomes may be relatively easy to predict with a high level of precision for an individual item. For example, the useful life of a produc-tion machine may be easily predicted if sufficient technical information is available about its average useful life. When it is not possible to predict a future outcome, such as an individual’s life expectancy based on actuarial assumptions, with reasonable precision, it may still be possible to predict that outcome for a group of individuals with greater precision. Measurement bases may, in some cases, indicate a portfolio level as the relevant unit of account for measurement purposes, which may reduce inherent estimation uncertainty.

Sommige onzekere uitkomsten kunnen relatief gemakkelijk te voorspellen zijn met een hoge mate van nauwkeurigheid voor een individueel element. De gebruiksduur van een productiemachine kan bijvoorbeeld gemakkelijk worden voorspeld als er voldoende technische informatie beschikbaar is over de gemiddelde gebruiksduur. Wanneer het niet mogelijk is om een toekomstige uitkomst te voorspellen, zoals de levensverwachting van een persoon op basis van actuariële veronderstellingen, met een redelijke nauwkeurigheid, kan het nog steeds mogelijk zijn om die uitkomst voor een groep personen met grotere nauwkeurigheid te voorspellen. Waarde-ringsgrondslagen kunnen in sommige gevallen een portefeuilleniveau aangeven als de relevante rekeneenheid voor waarderingsdoeleinden, wat de inherente schattingsonzekerheid kan verminderen.

Complexity Complexiteit

8. Complexity (i.e., the complexity inherent in the process of making an ac-counting estimate, before consideration of controls) gives rise to inherent risk. Inherent complexity may arise when:

There are many valuation attributes with many or non-linear relation-ships between them.

Determining appropriate values for one or more valuation attributes requires multiple data sets.

More assumptions are required in making the accounting estimate, or when there are correlations between the required assumptions.

The data used is inherently difficult to identify, capture, access or un-derstand.

Complexiteit (d.w.z. de complexiteit die inherent is aan het proces van het maken van een schatting, voordat interne beheersingsmaatregelen wor-den overwogen) geeft aanleiding tot inherent risico. Inherente complexiteit kan optreden wanneer:

er veel waarderingskenmerken zijn met veel of niet-lineaire onderling relaties;

het bepalen van geschikte waarden voor één of meer waarderings-kenmerken meerdere gegevenssets vereist;

er meer veronderstellingen vereist zijn bij het maken van de schatting of wanneer er correlaties zijn tussen de vereiste veronderstellingen;

de gebruikte gegevens zijn inherent moeilijk te identificeren, vast te leggen, te benaderen of te begrijpen.

9. Complexity may be related to the complexity of the method and of the com-putational process or model used to apply it. For example, complexity in the model may reflect the need to apply probability-based valuation concepts or

Complexiteit kan gerelateerd zijn aan de complexiteit van de methode en van het rekenproces of model dat wordt gebruikt om het toe te passen. Complexiteit in het model kan bijvoorbeeld de noodzaak weerspiegelen

Consultatie Vertaling ISA TM 540 De controle van schattingen en toelichtingen daarop

Koninklijke NBA 90

techniques, option pricing formulae or simulation techniques to predict un-certain future outcomes or hypothetical behaviors. Similarly, the computa-tional process may require data from multiple sources, or multiple data sets to support the making of an assumption or the application of sophisticated mathematical or statistical concepts.

om op waarschijnlijkheid gebaseerde waarderingsconcepten of tech-nieken toe te passen, optiewaarderingsformules of simulatietechnieken om onzekere toekomstige uitkomsten of hypothetisch gedrag te voorspel-len. Evenzo kan het rekenproces gegevens vereisen van meerdere bron-nen, of meerdere datasets om het maken van een veronderstelling of de toepassing van geavanceerde mathematische of statistische concepten te ondersteunen.

10. The greater the complexity, the more likely it is that management will need to apply specialized skills or knowledge in making an accounting estimate or engage a management’s expert, for example in relation to:

Valuation concepts and techniques that could be used in the context of the measurement basis and objectives or other requirements of the ap-plicable financial reporting framework and how to apply those concepts or techniques;

The underlying valuation attributes that may be relevant given the na-ture of the measurement basis and the nature, condition and circum-stances of the financial statement items for which accounting estimates are being made; or

Identifying appropriate sources of data from internal sources (including from sources outside the general or subsidiary ledgers) or from external information sources, determining how to address potential difficulties in obtaining data from such sources or in maintaining its integrity in apply-ing the method, or understanding the relevance and reliability of that da-ta.

Hoe groter de complexiteit, des te waarschijnlijker is het dat het manage-ment gespecialiseerde vaardigheden of kennis zal moeten toepassen bij het maken van een schatting of een deskundige moet inschakelen, bij-voorbeeld met betrekking tot:

waarderingsconcepten en -technieken die kunnen worden gebruikt in de context van de waarderingsgrondslag en doelstellingen of andere vereisten van het van toepassing zijnde stelsel inzake financiële ver-slaggeving en hoe deze concepten of technieken moeten worden toegepast;

de onderliggende waarderingskenmerken die relevant kunnen zijn gegeven de aard van de waarderingsgrondslag en de aard, toestand en omstandigheden van de elementen in de financiële overzichten waarvoor schattingen worden gemaakt; of

identificeren van geschikte gegevensbronnen uit interne bronnen (inclusief bronnen buiten het grootboek of de subgrootboeken) of uit externe informatiebronnen, bepalen hoe potentiële problemen bij het verkrijgen van gegevens uit dergelijke bronnen worden behandeld of bij het handhaven van de integriteit ervan bij het toepassen van de methode, of begrip van de relevantie en betrouwbaarheid van die ge-gevens.

11 Complexity relating to data may arise, for example, in the following circum-stances: a. When data is difficult to obtain or when it relates to transactions that are

not generally accessible. Even when such data is accessible, for exam-ple through an external information source, it may be difficult to consid-er the relevance and reliability of the data, unless the external infor-mation source discloses adequate information about the underlying da-ta sources it has used and about any data processing that has been performed.

Complexiteit met betrekking tot gegevens kan bijvoorbeeld optreden in de volgende omstandigheden: a. wanneer gegevens moeilijk te verkrijgen zijn of wanneer deze betrek-

king hebben op transacties die niet algemeen toegankelijk zijn. Zelfs wanneer dergelijke gegevens toegankelijk zijn, bijvoorbeeld via een externe informatiebron, kan het moeilijk zijn om de relevantie en be-trouwbaarheid van de gegevens te overwegen, tenzij de externe in-formatiebron adequate informatie toelicht over de onderliggende ge-gevensbronnen die het heeft gebruikt en over elke gegevensverwer-

Consultatie Vertaling ISA TM 540 De controle van schattingen en toelichtingen daarop

Koninklijke NBA 91

b. When data reflecting an external information source’s views about fu-ture conditions or events, which may be relevant in developing support for an assumption, is difficult to understand without transparency about the rationale and information taken into account in developing those views.

c. When certain types of data are inherently difficult to understand be-cause they require an understanding of technically complex business or legal concepts, such as may be required to properly understand data that comprises the terms of legal agreements about transactions involv-ing complex financial instruments or insurance products.

king die is uitgevoerd; b. wanneer gegevens die een visie van een externe informatiebron

weergeven over toekomstige omstandigheden of gebeurtenissen, die relevant kunnen zijn bij het ontwikkelen van ondersteuning voor een veronderstelling, moeilijk te begrijpen zijn zonder transparantie over de beweegredenen en informatie waarmee bij de ontwikkeling van die visie rekening wordt gehouden;

c. wanneer bepaalde soorten gegevens inherent moeilijk te begrijpen zijn omdat ze inzicht vereisen in technisch complexe zakelijke of juri-dische concepten, zoals vereist kan zijn om gegevens goed te begrij-pen die de voorwaarden bevatten van juridische overeenkomsten over transacties met complexe financiële instrumenten of verzeke-ringsproducten.

Subjectivity Subjectiviteit

12. Subjectivity (i.e., the subjectivity inherent in the process of making an ac-counting estimate, before consideration of controls) reflects inherent limita-tions in the knowledge or data reasonably available about valuation attrib-utes. When such limitations exist, the applicable financial reporting frame-work may reduce the degree of subjectivity by providing a required basis for making certain judgments. Such requirements may, for example, set explicit or implied objectives relating to measurement, disclosure, the unit of ac-count, or the application of a cost constraint. The applicable financial report-ing framework may also highlight the importance of such judgments through requirements for disclosures about those judgments.

Subjectiviteit (d.w.z. de subjectiviteit inherent aan het proces van het ma-ken van een schatting, voordat interne beheersingsmaatregelen worden overwogen) weerspiegelt inherente beperkingen in de kennis of gegevens die redelijkerwijs beschikbaar zijn over waarderingskenmerken. Wanneer dergelijke beperkingen bestaan, kan het van toepassing zijnde stelsel inzake financiële verslaggeving de mate van subjectiviteit verminderen door een vereiste basis te bieden voor het maken van bepaalde oordeels-vormingen. Dergelijke vereisten kunnen bijvoorbeeld expliciete of implicie-te doelen stellen met betrekking tot waardering, toelichting, de rekeneen-heid of de toepassing van een kostenbeperking. Het van toepassing zijn-de stelsel inzake financiële verslaggeving kan ook het belang van derge-lijke oordeelsvormingen benadrukken door de vereisten voor toelichting over die oordeelsvormingen.

13. Management judgment is generally needed in determining some or all of the following matters, which often involve subjectivity:

To the extent not specified under the requirements of the applicable financial reporting framework, the appropriate valuation approaches, concepts, techniques and factors to use in the estimation method, hav-ing regard to available knowledge;

To the extent valuation attributes are observable when there are various potential sources of data, the appropriate sources of data to use;

To the extent valuation attributes are not observable, the appropriate

Oordeelsvorming van het management is over het algemeen nodig bij het bepalen van enkele of alle van de volgende aangelegenheden, waarbij vaak sprake is van subjectiviteit:

voor zover niet gespecificeerd onder de vereisten van het van toe-passing zijnde stelsel inzake financiële verslaggeving, de geschikte waarderingsbenaderingen, concepten, technieken en factoren die bij de schattingsmethode om te gebruiken, rekening houdend met de be-schikbare kennis;

voor zover waarderingskenmerken waarneembaar zijn wanneer er

Consultatie Vertaling ISA TM 540 De controle van schattingen en toelichtingen daarop

Koninklijke NBA 92

assumptions or range of assumptions to make, having regard to the best available data, including, for example, market views;

The range of reasonably possible outcomes from which to select man-agement’s point estimate, and the relative likelihood that certain points within that range would be consistent with the objectives of the meas-urement basis required by the applicable financial reporting framework; and

The selection of management’s point estimate, and the related disclo-sures to be made, in the financial statements.

verschillende potentiële gegevensbronnen zijn, de geschikte gege-vensbronnen om te gebruiken;

voor zover de waarderingskenmerken niet waarneembaar zijn, de juiste veronderstellingen of interval van veronderstellingen te maken, rekening houdend met de best beschikbare gegevens, waaronder bij-voorbeeld marktvisies;

het interval van redelijkerwijs mogelijke uitkomsten om de puntschat-ting van het management te selecteren, en de relatieve waarschijn-lijkheid dat bepaalde punten binnen dat interval consistent zijn met de doelstellingen van de waarderingsgrondslag is die vereist is door het van toepassing zijnde stelsel inzake financiële verslaggeving; en

de keuze van de puntschatting van het management en toelichtingen daarop om te maken in de financiële overzichten.

14. Making assumptions about future events or conditions involves the use of judgment, the difficulty of which varies with the degree to which those events or conditions are uncertain. The precision with which it is possible to predict uncertain future events or conditions depends on the degree to which those events or conditions are determinable based on knowledge, including knowledge of past conditions, events and related outcomes. The lack of precision also contributes to estimation uncertainty, as described above.

Het maken van veronderstellingen over toekomstige gebeurtenissen of omstandigheden houdt het gebruik van oordeelsvorming in, waarvan de moeilijkheid varieert met de mate waarin die gebeurtenissen of omstan-digheden onzeker zijn. De nauwkeurigheid waarmee het mogelijk is om onzekere toekomstige gebeurtenissen of omstandigheden te voorspellen, hangt af van de mate waarin die gebeurtenissen of omstandigheden op basis van kennis kunnen worden bepaald, inclusief kennis van omstan-digheden in het verleden, gebeurtenissen en verwante uitkomsten. Het gebrek aan nauwkeurigheid draagt ook bij aan de schattingsonzekerheid, zoals hierboven beschreven.

15. With respect to future outcomes, assumptions will only need to be made for those features of the outcome that are uncertain. For example, in consider-ing the measurement of a possible impairment of a receivable for a sale of goods at the balance sheet date, the amount of the receivable may be une-quivocally established and directly observable in the related transaction documents. What may be uncertain is the amount, if any, for loss due to impairment. In this case, assumptions may only be required about the likeli-hood of loss and about the amount and timing of any such loss.

Met betrekking tot toekomstige uitkomsten hoeven alleen veronderstellin-gen te worden gemaakt voor die kenmerken van de uitkomst die onzeker zijn. Wanneer bijvoorbeeld de waardering van een mogelijke bijzondere waardevermindering van een vordering voor een verkoop van goederen op de balansdatum wordt overwogen, kan het bedrag van de vordering ondubbelzinnig worden vastgesteld en direct waarneembaar zijn in de bijbehorende transactiedocumenten. Wat misschien onzeker is, is het bedrag, indien van toepassing, voor verlies als gevolg van bijzondere waardevermindering. In dit geval kunnen veronderstellingen alleen vereist zijn over de waarschijnlijkheid van verlies en over de hoeveelheid en ti-ming van een dergelijk verlies.

16. However, in other cases, the amounts of cash flows embodied in the rights In andere gevallen kunnen de bedragen aan kasstromen die belichaamd

Consultatie Vertaling ISA TM 540 De controle van schattingen en toelichtingen daarop

Koninklijke NBA 93

relating to an asset may be uncertain. In those cases, assumptions may have to be made about both the amounts of the underlying rights to cash flows and about potential losses due to impairment.

zijn in de rechten met betrekking tot een actief echter onzeker zijn. In die gevallen moeten mogelijk veronderstellingen worden gemaakt over zowel de bedragen van de onderliggende rechten op kasstromen als over moge-lijke verliezen als gevolg van bijzondere waardevermindering.

17. It may be necessary for management to consider information about past conditions and events, together with current trends and expectations about future developments. Past conditions and events provide historical infor-mation that may highlight repeating historical patterns that can be extrapo-lated in evaluating future outcomes. Such historical information may also indicate changing patterns of such behavior over time (cycles or trends). These may suggest that the underlying historical patterns of behavior have been changing in somewhat predictable ways that may also be extrapolated in evaluating future outcomes. Other types of information may also be avail-able that indicate possible changes in historical patterns of such behavior or in related cycles or trends. Difficult judgments may be needed about the predictive value of such information.

Het kan noodzakelijk zijn voor het management om informatie over vroe-gere omstandigheden en gebeurtenissen te overwegen, samen met de huidige trends en verwachtingen over toekomstige ontwikkelingen. Eerde-re omstandigheden en gebeurtenissen bieden historische informatie die herhaalde historische patronen kan benadrukken die kunnen worden ge-extrapoleerd bij het evalueren van toekomstige uitkomsten. Dergelijke historische informatie kan ook wijzen op veranderende patronen van der-gelijk gedrag in de loop van de tijd (cycli of trends). Deze kunnen erop wijzen dat de onderliggende historische gedragspatronen veranderd zijn op enigszins voorspelbare manieren die ook kunnen worden geëxtrapo-leerd bij het evalueren van toekomstige uitkomsten. Andere soorten in-formatie kunnen ook beschikbaar zijn die mogelijke veranderingen in his-torische patronen van dergelijk gedrag of in gerelateerde cycli of trends aangeven. Moeilijke oordeelsvormingen zijn mogelijk nodig over de voor-spellende waarde van dergelijke informatie.

18. The extent and nature (including the degree of subjectivity involved) of the judgments taken in making the accounting estimates may create opportunity for management bias in making decisions about the course of action that, according to management, is appropriate in making the accounting esti-mate. When there is also a high level of complexity or a high level of estima-tion uncertainty, or both, the risk of, and opportunity for, management bias or fraud may also be increased.

De omvang en aard (met inbegrip van de mate van subjectiviteit) van de oordeelsvormingen die zijn gemaakt bij het maken van de schattingen, kan gelegenheid geven tot tendentie bij het management bij het nemen van beslissingen over het uitvoeren van een handeling die, volgens het management, geschikt is voor het maken van de schatting. Wanneer er ook sprake is van een hoge mate van complexiteit of een hoge mate van schattingsonzekerheid, of beide, kan ook het risico op en de kans op ten-dentie bij het management of fraude toenemen.

Relationship of Estimation Uncertainty to Subjectivity and Complexity Relatie van schattingsonzekerheid tot subjectiviteit en complexiteit

19. Estimation uncertainty gives rise to inherent variation in the possible meth-ods, data sources and assumptions that could be used to make an account-ing estimate. This gives rise to subjectivity, and hence, the need for the use of judgment in making the accounting estimate. Such judgments are re-quired in selecting the appropriate methods and data sources, in making the assumptions, and in selecting management’s point estimate and related disclosures for inclusion in the financial statements. These judgments are

Schattingsonzekerheid leidt tot inherente variatie in de mogelijke metho-den, gegevensbronnen en veronderstellingen die kunnen worden gebruikt om een schatting te maken. Dit geeft aanleiding tot subjectiviteit, en daarmee de noodzaak van het gebruik van oordeelsvorming bij het maken van de schatting. Dergelijke oordeelsvormingen zijn vereist bij het selecte-ren van de geschikte methoden en gegevensbronnen, bij het maken van de veronderstellingen en bij het selecteren van de puntschatting van het

Consultatie Vertaling ISA TM 540 De controle van schattingen en toelichtingen daarop

Koninklijke NBA 94

made in the context of the recognition, measurement, presentation and disclosure requirements of the applicable financial reporting framework. However, because there are constraints on the availability and accessibility of knowledge or information to support these judgments, they are subjective in nature.

management en toelichtingen daarop voor opname in de financiële over-zichten. Deze oordeelsvormingen worden gemaakt in de context van de vereisten voor opname, waardering, presentatie en toelichting van het van toepassing zijnde stelsel inzake financiële verslaggeving. Omdat er echter beperkingen zijn aan de beschikbaarheid en toegankelijkheid van kennis of informatie om deze oordeelsvormingen te ondersteunen, zijn ze subjec-tief van aard.

20. Subjectivity in such judgments creates the opportunity for unintentional or intentional management bias in making them. Many accounting frameworks require that information prepared for inclusion in the financial statements should be neutral (i.e., that it should not be biased). Given that bias can, at least in principle, be eliminated from the estimation process, sources of potential bias in the judgments made to address subjectivity are sources of potential misstatement rather than sources of estimation uncertainty.

Subjectiviteit in dergelijke oordeelsvormingen schept de mogelijkheid tot onopzettelijke of opzettelijke tendentie bij het management bij het maken ervan. Veel stelsels voor financiële verslaggeving vereisen dat informatie die is opgesteld voor opname in de financiële overzichten neutraal moet zijn (d.w.z. dat deze niet tendentieus moet zijn). Gegeven die tendentie die in principe ten minste uit het schattingsproces kan worden geëlimi-neerd, zijn bronnen van mogelijke tendentie in de oordeelsvormingen die zijn gemaakt om subjectiviteit te behandelen, bronnen van mogelijke af-wijkingen in plaats van bronnen van schattingsonzekerheid.

21. The inherent variation in the possible methods, data sources and assump-tions that could be used to make an accounting estimate (see paragraph 19) also gives rise to variation in the possible measurement outcomes. The size of the range of reasonably possible measurement outcomes results from the degree of estimation uncertainty and is often referred to as the sensitivity of the accounting estimate. In addition to determining measure-ment outcomes, an estimation process also involves analyzing the effect of inherent variations in the possible methods, data sources and assumptions on the range of reasonably possible measurement outcomes (referred to as sensitivity analysis).

De inherente variatie in de mogelijke methoden, gegevensbronnen en veronderstellingen die kunnen worden gebruikt om een schatting te ma-ken (zie paragraaf 19), leidt ook tot een variatie in de mogelijke waarde-ringsresultaten. De omvang van het interval van redelijkerwijs mogelijke waarderingsresultaten is het gevolg van de mate van schattingsonzeker-heid en wordt vaak de gevoeligheid van de schatting genoemd. Naast het bepalen van waarderingsresultaten, omvat een schattingsproces ook het analyseren van het effect van inherente variaties in de mogelijke metho-den, gegevensbronnen en veronderstellingen op het interval van redelij-kerwijs mogelijke waarderingsresultaten (ook wel gevoeligheidsanalyse genoemd).

22 Developing a financial statement presentation for an accounting estimate, which, when required by the applicable financial reporting framework, achieves faithful representation (i.e., complete, neutral and free from error) includes making appropriate judgments in selecting a management point estimate that is appropriately chosen from within the range of reasonably possible measurement outcomes and related disclosures that appropriately describe the estimation uncertainty. These judgments may themselves in-volve subjectivity, depending on the nature of the requirements in the appli-

Het ontwikkelen van een presentatie van de financiële overzichten voor een schatting, die, indien vereist door het van toepassing zijnde stelsel inzake financiële verslaggeving, zorgt voor een getrouwe weergave (d.w.z. volledig, neutraal en geen fouten) omvat het vormen van passende oordelen bij het selecteren van een puntschatting van het management die op passende wijze is gekozen binnen het interval van redelijkerwijs mogelijke waarderingsresultaten en toelichtingen daarop die de schat-tingsonzekerheid op passende wijze beschrijven. Deze beoordelingen

Consultatie Vertaling ISA TM 540 De controle van schattingen en toelichtingen daarop

Koninklijke NBA 95

cable financial reporting framework that address these matters. For exam-ple, the applicable financial reporting framework may require a specific ba-sis (such as a probability weighted average or a best estimate) for the se-lection of the management point estimate. Similarly, it may require specific disclosures or disclosures that meet specified disclosure objectives or addi-tional disclosures that are required to achieve fair presentation in the cir-cumstances.

kunnen zelf betrekking hebben op subjectiviteit, afhankelijk van de aard van de vereisten in het van toepassing zijnde stelsel inzake financiële verslaggeving dat deze aangelegenheden behandelt. Het van toepassing zijnde stelsel inzake financiële verslaggeving kan bijvoorbeeld een speci-fieke basis vereisen (zoals een kansgewogen gemiddelde of een beste schatting) voor de keuze van de puntschatting van het management. Evenzo kan het specifieke toelichtingen of toelichtingen vereisen die vol-doen aan bepaalde toelichtingsdoelstellingen of aanvullende toelichtingen die vereist zijn om in de gegeven omstandigheden een getrouwe weerga-ve te vormen.

23. Although an accounting estimate that is subject to a higher degree of esti-mation uncertainty may be less precisely measurable than one subject to a lower degree of estimation uncertainty, the accounting estimate may still have sufficient relevance for users of the financial statements to be recog-nized in the financial statements if, when required by the applicable financial reporting framework, a faithful representation of the item can be achieved. In some cases, estimation uncertainty may be so great that the recognition criteria in the applicable financial reporting framework are not met and the accounting estimate cannot be recognized in the financial statements. Even in these circumstances, there may still be relevant disclosure requirements, for example to disclose the point estimate or range of reasonably possible measurement outcomes and information describing the estimation uncer-tainty and constraints in recognizing the item. The requirements of the ap-plicable financial reporting framework that apply in these circumstances may be specified to a greater or lesser degree. Accordingly, in these cir-cumstances, there may be additional judgments that involve subjectivity to be made.

Hoewel een schatting die onderhevig is aan een hogere mate van schat-tingsonzekerheid mogelijk minder nauwkeurig te waarderen is dan een schatting met een lagere mate van schattingsonzekerheid, kan de schat-ting nog steeds voldoende relevant zijn voor gebruikers van de financiële overzichten om te worden opgenomen in de financiële overzichten als, indien vereist door het van toepassing zijnde stelsel inzake financiële verslaggeving, een getrouwe weergave van het element kan worden be-reikt. In sommige gevallen kan de schattingsonzekerheid zo groot zijn dat de opnamecriteria in het van toepassing zijnde stelsel inzake financiële verslaggeving niet worden gehaald en de schatting niet in de financiële overzichten kan worden opgenomen. Zelfs in deze omstandigheden kun-nen er nog steeds relevante toelichtingsvereisten zijn, bijvoorbeeld om de puntschatting of het interval van redelijkerwijs mogelijke waarderingsresul-taten toe te lichten en informatie die de schattingsonzekerheid en -beperkingen beschrijft bij het opnemen van het element. De vereisten van het van toepassing zijnde stelsel inzake financiële verslaggeving die in deze omstandigheden van toepassing zijn, kunnen in meer of mindere mate worden gespecificeerd. In deze omstandigheden kunnen er dus aanvullende oordeelsvormingen zijn die betrekking hebben op te maken subjectiviteit.

Consultatie Vertaling ISA TM 540 De controle van schattingen en toelichtingen daarop

Koninklijke NBA 96

Appendix 2 Bijlage 2 (Ref: Para. A146) (Zie Par. A146)

Communications with Those Charged with Governance Communicatie met de met governance belaste personen Matters that the auditor may consider communicating with those charged

with governance with respect to the auditor’s views about significant qualita-tive aspects of the entity’s accounting practices related to accounting esti-mates and related disclosures include: a. How management identifies transactions, other events and conditions

that may give rise to the need for, or changes in, accounting estimates and related disclosures.

b. Risks of material misstatement. c. The relative materiality of the accounting estimates to the financial

statements as a whole; d. Management’s understanding (or lack thereof) regarding the nature and

extent of, and the risks associated with, accounting estimates; e. Whether management has applied appropriate specialized skills or

knowledge or engaged appropriate experts. f. The auditor’s views about differences between the auditor’s point esti-

mate or range and management’s point estimate. g. The auditor’s views about the appropriateness of the selection of ac-

counting policies related to accounting estimates and presentation of accounting estimates in the financial statements.

h. Indicators of possible management bias. i. Whether there has been or ought to have been a change from the prior

period in the methods for making the accounting estimates j. When there has been a change from the prior period in the methods for

making the accounting estimate, why, as well as the outcome of ac-counting estimates in prior periods.

k. Whether management’s methods for making the accounting estimates, including when management has used a model, are appropriate in the context of the measurement objectives, the nature, conditions and cir-cumstances, and other requirements of the applicable financial report-ing framework.

l. The nature and consequences of significant assumptions used in ac-counting estimates and the degree of subjectivity involved in the devel-opment of the assumptions;

m. Whether significant assumptions are consistent with each other and

Aangelegenheden die de accountant kan overwegen te communiceren met de met governance belaste personen met betrekking tot de visie van de accountant over significante kwalitatieve aspecten van de praktijken van de entiteit inzake administratieve verwerking met betrekking tot schat-tingen en toelichtingen daarop, zijn onder meer: a. de wijze waarop het management transacties, andere gebeurtenissen

en omstandigheden identificeert die aanleiding kunnen geven tot de noodzaak van, of veranderingen in, schattingen en toelichtingen daarop;

b. risico’s op een afwijking van materieel belang; c. de relatieve materialiteit van de schattingen voor de financiële over-

zichten als geheel; d. het inzicht van het management (of het gebrek daaraan) met betrek-

king tot de aard en omvang van, en de risico's verbonden aan, schat-tingen;

e. of het management de juiste gespecialiseerde vaardigheden of kennis heeft toegepast of de juiste deskundigen heeft ingeschakeld;

f. de visie van de accountant over verschillen tussen de puntschatting of interval van de accountant en de puntschatting van het management;

g. de visie van de accountant over de geschiktheid van de keuze van grondslagen voor financiële verslaggeving met betrekking tot schat-tingen en de presentatie van schattingen in de financiële overzichten;

h. indicaties voor mogelijke tendentie bij het management; i. of er een verandering ten opzichte van de vorige verslagperiode is of

had moeten zijn in de methoden voor het maken van de schattingen; j. wanneer er een verandering is geweest ten opzichte van de voor-

gaande verslagperiode in de schattingsmethoden, de reden, evenals de uitkomst van schattingen in voorgaande verslagperioden;

k. of de methoden van het management voor het maken van de schat-tingen, ook wanneer het management een model heeft gebruikt, ge-schikt zijn in de context van de waarderingsdoelstellingen, de aard, voorwaarden en omstandigheden en andere vereisten van het van toepassing zijnde stelsel inzake financiële verslaggeving;

l. de aard en gevolgen van significante veronderstellingen gebruikt in

Consultatie Vertaling ISA TM 540 De controle van schattingen en toelichtingen daarop

Koninklijke NBA 97

with those used in other accounting estimates, or with assumptions used in other areas of the entity’s business activities.

n. When relevant to the appropriateness of the significant assumptions or the appropriate application of the applicable financial reporting frame-work, whether management has the intent to carry out specific courses of action and has the ability to do so.

o. How management has considered alternative assumptions or outcomes and why it has rejected them, or how management has otherwise ad-dressed estimation uncertainty in making the accounting estimate.

p. Whether the data and significant assumptions used by management in making the accounting estimates are appropriate in the context of the applicable financial reporting framework.

q. The relevance and reliability of information obtained from an external information source.

r. Significant difficulties encountered when obtaining sufficient appropriate audit evidence relating to data obtained from an external information source or valuations performed by management or a management’s expert.

s. Significant differences in judgments between the auditor and manage-ment or a management’s expert regarding valuations.

t. The potential effects on the entity’s financial statements of material risks and exposures required to be disclosed in the financial statements, in-cluding the estimation uncertainty associated with accounting esti-mates.

u. The reasonableness of disclosures about estimation uncertainty in the financial statements.

v. Whether management’s decisions relating to the recognition, measure-ment, presentation and disclosure of the accounting estimates and re-lated disclosures in the financial statements are in accordance with the applicable financial reporting framework.

schattingen en de mate van subjectiviteit die betrokken is bij de ont-wikkeling van de veronderstellingen;

m. of significante veronderstellingen consistent zijn met elkaar en met die welke gebruikt worden in andere schattingen, of met veronderstellin-gen die worden gebruikt in andere gebieden van de bedrijfsactiviteiten van de entiteit;

n. indien relevant voor de geschiktheid van de significante veronderstel-lingen of de juiste toepassing van het van toepassing zijnde financiële verslaggevingsstelsel, of het management de intentie heeft om be-paalde handelingen uit te voeren en de mogelijkheid heeft dit ook tot uitvoer te brengen;

o. de wijze waarop het management alternatieve veronderstellingen of uitkomsten heeft overwogen en waarom het management ze heeft af-gewezen, of hoe het management bij het maken van de schatting op andere wijze een schattingsonzekerheid heeft behandeld;

p. of de gegevens en significante veronderstellingen die door het ma-nagement worden gebruikt bij het maken van de schattingen passend zijn in de context van het van toepassing zijnde stelsel inzake financi-ele verslaggeving;

q. de relevantie en betrouwbaarheid van informatie verkregen van een externe informatiebron;

r. ondervonden significante problemen bij het verkrijgen van voldoende en geschikte controle-informatie met betrekking tot gegevens verkre-gen van een externe informatiebron of waarderingen uitgevoerd door het management of een deskundige ingeschakeld door het manage-ment;

s. significante verschillen in oordeelsvormingen tussen de accountant en het management of een deskundige ingeschakeld door het manage-ment met betrekking tot waarderingen;

t. de mogelijke effecten op de financiële overzichten van de entiteit van materiële risico's en blootstellingen moeten in de financiële overzich-ten worden toegelicht, inclusief de schattingsonzekerheid met betrek-king tot schattingen;

u. de redelijkheid van toelichtingen over schattingsonzekerheid in de financiële overzichten.

v. of de beslissingen van het management met betrekking tot de opna-me, waardering, presentatie en toelichting van de schattingen en toe-lichtingen daarop in de financiële overzichten in overeenstemming zijn met het van toepassing zijnde stelsel inzake financiële verslaggeving.

Consultatie Vertaling ISA TM 540 De controle van schattingen en toelichtingen daarop

Koninklijke NBA 98

CONFORMING AMENDMENTS TO OTHER INTERNATIONAL STANDAARDS

WIJZIGINGEN IN ANDERE STANDAARDEN

Note: The following are conforming amendments to other International Standards as a result of the approval of ISA 540 (Revised). These amend-ments will become effective at the same time as ISA 540 (Revised), and are shown with marked changes from the latest approved versions of the Inter-national Standards that are amended. The footnote numbers within these amendments do not align with the International Standards that are amend-ed, and reference should be made to those International Standards. These conforming amendments have received the approval of the PIOB which concluded that due process was followed in the development of the con-forming amendments and that proper regard was paid to the public interest.

NB: Hieronder volgen aanpassingen in andere Standaarden als resultaat van de goedkeuring van Standaard 540. Deze wijzigingen treden op de-zelfde datum in werking als Standaard 540 en worden aangegeven met gemarkeerde wijzigingen ten opzichte van de laatst goedgekeurde versies van de Standaarden die worden aangepast. De nummers van de voetno-ten zijn niet hetzelfde als in de gewijzigde Standaarden en hiervoor wordt verwezen naar de desbetreffende Standaarden. Deze wijzigingen in ande-re Standaarden hebben de goedkeuring van de PIOB gekregen die heeft geconcludeerd dat het ‘due process’ was gevolgd in de ontwikkeling van de wijzigingen in andere Standaarden en dat de juiste aandacht was be-steed aan het algemeen belang.

ISA 200, Overall Objectives of the Independent Auditor and

the Conduct of an Audit in Accordance With International Standards on Auditing

Standaard 200, Algehele doelstellingen van de onafhan-kelijke accountant, alsmede het uitvoeren van een con-trole overeenkomstig de Standaarden

Application and Other Explanatory Material Toepassingsgerichte en overige verklarende teksten … …

Sufficient Appropriate Audit Evidence and Audit Risk (Ref: Para. 5 and 17)

Voldoende en geschikte controle-informatie en controle risico’s (Zie Par. 5 en 17)

… …

Audit Risk Controlerisico

… …

Risk of Material Misstatement Risico’s van een afwijking van materieel belang

A42. The assessment of the risks of material misstatement may be expressed in quantitative terms, such as in percentages, or in non-quantitative terms. In any case, the need for the auditor to make appropriate risk assessments is more important than the different approaches by which they may be made. The ISAs do not ordinarily refer to inherent risk and control risk separately, but rather to a combined assessment of the “risks of material misstatement.” However, ISA 540 (Revised)1 requires a separate assessment of inherent risk and control risk to provide a basis for designing and performing further

Het inschatten van de risico’s op een afwijking van materieel belang kan in kwantitatieve termen, zoals een percentage, of in niet-kwantitatieve termen worden uitgedrukt. De noodzaak voor de accountant om passende risico-inschattingen te maken is in ieder geval belangrijker dan de ver-schillende benaderingen waarmee ze kunnen worden gemaakt. De Standaarden verwijzen gewoonlijk niet afzonderlijk naar het inherente risico en het interne beheersingsrisico, maar eerder naar een gecombi-neerde inschatting van de ‘risico’s op een afwijking van materieel belang’.

Consultatie Vertaling ISA TM 540 De controle van schattingen en toelichtingen daarop

Koninklijke NBA 99

audit procedures to respond to the assessed risks of material misstatement, including significant risks, for accounting estimates at the assertion level in accordance with ISA 330.2 In identifying and assessing risks of material misstatement for significant classes of transactions, account balances or disclosures other than accounting estimates, the auditor may make sepa-rate or combined assessments of inherent and control risk depending on preferred audit techniques or methodologies and practical considerations. The assessment of the risks of material misstatement may be expressed in quantitative terms, such as in percentages, or in non-quantitative terms. In any case, the need for the auditor to make appropriate risk assessments is more important than the different approaches by which they may be made. 1 ISA 540 (Revised), Auditing Accounting Estimates and Disclosures, paragraph 16

2 ISA 330, paragraph 7(b)

Standaard 5401 vereist echter een afzonderlijke inschatting van inherent risico- en interne beheersingsrisico om een basis te bieden voor het op-zetten en uitvoeren van verdere controlewerkzaamheden om in te spelen op de ingeschatte risico's van een afwijking van materieel belang, inclusief significante risico's, voor schattingen op het niveau van beweringen in overeenstemming met Standaard 330.2 Bij het identificeren en inschatten van risico's van materiële afwijkingen voor significante transactiestromen, rekeningsaldi of toelichtingen anders dan voor schattingen, kan dDe ac-countant kan echter wel een afzonderlijke of een gecombineerde schatting maken van het inherente risico en het interne beheersingsrisico, afhanke-lijk van welke controletechnieken of –methodologieën de voorkeur genie-ten, en van praktische overwegingen. Het inschatten van de risico’s op een afwijking van materieel belang kan in kwantitatieve termen, zoals een percentage, of in non-kwantitatieve termen worden uitgedrukt. In elk geval is de noodzaak dat de accountant passende risico-inschattingen maakt belangrijker dan de verschillende benaderingen volgens welke deze kun-nen worden gemaakt. 1 Standaard 540, De controle van schattingen en de toelichtingen daarop, paragraaf 16. 2 Standaard 330, paragraaf 7(b).

ISA 230, Audit Documentation Standaard 230, Controledocumentatie

Application and Other Explanatory Material Toepassingsgerichte en overige verklarende teksten

… …

Documentation of Compliance with ISAs (Ref: Para. 8(a)) Documentatie inzake het naleven van Standaarden (Zie Par. 8(a))

… …

A7. Audit documentation provides evidence that the audit complies with the ISAs. However, it is neither necessary nor practicable for the auditor to doc-ument every matter considered, or professional judgment made, in an audit. Further, it is unnecessary for the auditor to document separately (as in a checklist, for example) compliance with matters for which compliance is demonstrated by documents included within the audit file. For example:

The existence of an adequately documented audit plan demonstrates that the auditor has planned the audit.

The existence of a signed engagement letter in the audit file demon-strates that the auditor has agreed the terms of the audit engagement with management or, where appropriate, those charged with govern-

Controledocumentatie verschaft informatie die aantoont dat de controle aan de Standaarden voldoet. Het is echter noch noodzakelijk noch uit-voerbaar dat de accountant bij een controle alle nagegane aangelegen-heden of elke professionele oordeelsvorming documenteert. Verder hoeft de accountant niet apart te documenteren (bijvoorbeeld in een checklist) dat aan de Standaarden is voldaan wat betreft aangelegenheden waarvan dit al wordt aangetoond door documenten die deel uitmaken van het con-troledossier. Als voorbeelden zijn te noemen:

het bestaan van een op adequate wijze gedocumenteerd controlepro-gramma toont aan dat de accountant de controle heeft gepland;

de aanwezigheid van een ondertekende schriftelijke opdrachtbevesti-

Consultatie Vertaling ISA TM 540 De controle van schattingen en toelichtingen daarop

Koninklijke NBA 100

ance.

An auditor’s report containing an appropriately qualified opinion on the financial statements demonstrates that the auditor has complied with the requirement to express a qualified opinion under the circumstances specified in the ISAs.

In relation to requirements that apply generally throughout the audit, there may be a number of ways in which compliance with them may be demonstrated within the audit file: o For example, there may be no single way in which the auditor’s

professional skepticism is documented. But the audit documenta-tion may nevertheless provide evidence of the auditor’s exercise of professional skepticism in accordance with the ISAs. For ex-ample, in relation to accounting estimates, when the audit evi-dence obtained includes evidence that both corroborates and con-tradicts management’s assertions, documenting how the auditor evaluated that evidence, including the professional judgments made in forming a conclusion as to the sufficiency and appropri-ateness of the audit evidence obtained. Such evidence may in-clude specific procedures performed to corroborate manage-ment’s responses to the auditor’s inquiries.

o Similarly, that the engagement partner has taken responsibility for the direction, supervision and performance of the audit in compli-ance with the ISAs may be evidenced in a number of ways within the audit documentation. This may include documentation of the engagement partner’s timely involvement in aspects of the audit, such as participation in the team discussions required by ISA 315 (Revised).3

3 ISA 315 (Revised), Identifying and Assessing the Risks of Material Misstatement through

Understanding the Entity and Its Environment, paragraph 10

ging in het controledossier toont aan dat de accountant de voorwaar-den van de controleopdracht met het management of, indien passend, met de met governance belaste personen is overeengekomen;

een controleverklaring die een oordeel met passende beperking over de financiële overzichten bevat, toont aan dat de accountant in de si-tuaties die in de Standaarden zijn gespecificeerd, heeft voldaan aan het vereiste om, een oordeel met beperking tot uitdrukking te brengen;

met betrekking tot de vereisten die in het algemeen gedurende de gehele controle van toepassing zijn, kan op een aantal manieren in het controledossier worden aangetoond dat deze vereisten worden nageleefd: o het kan bijvoorbeeld voorkomen dat op geen enkele manier is ge-

documenteerd dat de accountant blijk heeft gegeven van een pro-fessioneel-kritische instelling. Niettemin kan de controledocumen-tatie informatie verschaffen die aantoont dat de accountant over-eenkomstig de Standaarden een professioneel-kritische instelling aanneemt. Bijvoorbeeld met betrekking tot schattingen, wanneer de verkregen controle-informatie informatie bevat die de bewerin-gen van het management zowel bevestigt als tegenspreekt, wordt gedocumenteerd hoe de accountant die informatie heeft geëvalu-eerd, met inbegrip van de professionele oordeelsvormingen die zijn gemaakt om een conclusie te formuleren met betrekking tot de toereikendheid en geschiktheid van de verkregen controle-informatie. Het betreft hier onder meer informatie over uitgevoerde werkzaamheden ter ondersteuning van de reactie van het ma-nagement op de door de accountant gestelde vragen;

o tevens kan op verschillende manieren in de controledocumentatie worden aangetoond dat de opdrachtpartner de verantwoordelijk-heid op zich heeft genomen voor de aansturing van, het toezicht op en de uitvoering van een controle overeenkomstig de Stan-daarden. De controledocumentatie kan onder meer documentatie bevatten van de tijdige betrokkenheid van de opdrachtpartner bij verschillende aspecten van de controle, zoals het deelnemen aan de teambesprekingen die vereist zijn op grond van Standaard 315 3.

3 Standaard 315 , Risico’s op een afwijking van materieel belang identificeren en inschatten

door inzicht te verwerven in de entiteit en haar omgeving, paragraaf 10.

… …

Consultatie Vertaling ISA TM 540 De controle van schattingen en toelichtingen daarop

Koninklijke NBA 101

Documentation of Significant Matters and Related Significant Professional Judgments (Ref: Para. 8(c))

Documentatie van significante aangelegenheden en van daarop betrek-king hebbende significante professionele oordeelsvormingen (Zie Par. 8(c)

… ,,,

A10. Some examples of circumstances in which, in accordance with paragraph 8, it is appropriate to prepare audit documentation relating to the use of pro-fessional judgment include, where the matters and judgments are signifi-cant:

The rationale for the auditor’s conclusion when a requirement provides that the auditor “shall consider” certain information or factors, and that consideration is significant in the context of the particular engagement.

The basis for the auditor’s conclusion on the reasonableness of areas of subjective judgments made by management (for example, the reasona-bleness of significant accounting estimates).

The basis for the auditor’s evaluation of whether an accounting estimate and related disclosures are reasonable in the context of the applicable financial reporting framework, or are misstated.

The basis for the auditor’s conclusions about the authenticity of a doc-ument when further investigation (such as making appropriate use of an expert or of confirmation procedures) is undertaken in response to con-ditions identified during the audit that caused the auditor to believe that the document may not be authentic.

When ISA 701 applies,4 the auditor’s determination of the key audit matters or the determination that there are no key audit matters to be communicated.

4 ISA 701, Communicating Key Audit Matters in the Independent Auditor’s Report

Enkele voorbeelden van situaties waarin het overeenkomstig paragraaf 8 passend is controledocumentatie op te stellen met betrekking tot het toe-passen van professionele oordeelsvorming, ingeval de aangelegenheden en de oordeelsvormingen significant zijn:

de redenering waarop de accountant zijn conclusie heeft gebaseerd wanneer in één van de vereisten is bepaald dat de accountant be-paalde informatie en factoren ‘dient te overwegen en dat dit significant is in de context van een specifieke opdracht;

de basis voor de conclusie van de accountant met betrekking tot de redelijkheid van de gebieden waar de oordeelsvorming gemaakt door het management van subjectieve aard is (bijvoorbeeld de redelijkheid van significante schattingen);

de basis voor de evaluatie door de accountant van de vraag of een schatting en toelichtingen daarop redelijk zijn in de context van het van toepassing zijnde stelsel inzake financiële verslaggeving, of een afwijking bevatten.

de basis voor de conclusie van de accountant inzake de authenticiteit van een document ingeval verder onderzoek wordt verricht (zoals het op passende wijze gebruikmaken van de werkzaamheden van een deskundige dan wel van procedures inzake externe bevestigingen) om in te spelen op situaties die tijdens de controle zijn vastgesteld en die ertoe hebben geleid dat de accountant van mening was dat het document mogelijk niet authentiek is;

als Standaard 7014 van toepassing is, de bepaling van de kernpunten van de controle door de accountant of de bepaling dat er geen kern-punten van de controle zijn om te communiceren.

4 Standaard 701,Communicatie van kernpunten van de controle in de controleverklaring van

de onafhankelijke accountant.

Consultatie Vertaling ISA TM 540 De controle van schattingen en toelichtingen daarop

Koninklijke NBA 102

Appendix Bijlage (Ref: Para 1) (Zie Par. 1)

Specific Audit Documentation Requirements in Other ISAs In andere Standaarden voorkomende specifieke vereisten inzake controledocumentatie

ISA 540 (Revised), Auditing Accounting Estimates, Including Fair Value Accounting Estimates, and Related Disclosures – paragraph 3923

Standaard 540 , De controle van schattingen, met inbegrip van schat-tingen van reële waarde, alsmede van en de toelichtingen daarop, pa-ragraaf 3923.

ISA 240, The Auditor’s Responsibilities Relating to Fraud in an Audit of Financial Statements Accounting Estimates

Standaard 240, De verantwoordelijkheden van de accoun-tant met betrekking tot fraude in het kader van een con-trole van financiële overzichten.

Application and Other Explanatory Material Toepassingsgerichte en overige verklarende teksten

… …

A47. A retrospective review is also required by ISA 540 (Revised). That review is conducted as a risk assessment procedure to obtain information regarding the effectiveness of management’s previous prior period estimation process accounting estimates, audit evidence about the outcome, or where applica-ble, their subsequent re-estimation of prior period accounting estimates that is pertinent to making to assist in identifying and assessing the risks of ma-terial misstatement in the current period accounting estimates, and audit evidence of matters, such as estimation uncertainty, that may be required to be disclosed in the financial statements. As a practical matter, the auditor’s review of management judgments and assumptions for biases that could represent a risk of material misstatement due to fraud in accordance with this ISA may be carried out in conjunction with the review required by ISA 540 (Revised).

Een retrospectieve beoordeling is tevens vereist op grond van Standaard 540 . Deze beoordeling wordt in het kader van de risico-inschattingswerkzaamheden uitgevoerd teneinde informatie te verkrijgen over de effectiviteit van het schattingsproces dat tijdens de voorgaande verslagperiode door van de voorgaande schattingen van het management werd gevolgd, controle-informatie te verkrijgen over de uitkomst of, indien van toepassing, de latere herschatting ervanvan schattingen van de voor-gaande verslagperiode die relevant zijn voor het bepalen van de schattin-gen om te helpen bij het identificeren en inschatten van de risico’s op een afwijking van materieel belang in de lopende verslagperiode, en controle-informatie te verkrijgen over aangelegenheden zoals schattingsonzeker-heid, die mogelijk in de financiële overzichten moeten worden toegelicht. Vanuit praktisch oogpunt kan de door de accountant overeenkomstig deze Standaard uitgevoerde beoordelingen van de oordeelsvormingen en ver-onderstellingen door het management op tendenties die mogelijk een risico vormen op een afwijking van materieel belang die het gevolg van fraude is, tegelijk worden uitgevoerd met de beoordeling die op grond van Standaard 540 vereist is.

Consultatie Vertaling ISA TM 540 De controle van schattingen en toelichtingen daarop

Koninklijke NBA 103

ISA 260 (Revised), Communication with Those Charged with Governance

Standaard 260, Communicatie met de met governance belaste personen.

Application and Other Explanatory Material Toepassingsgerichte en overige verklarende teksten

… …

Matters to Be Communicated Mee te delen aangelegenheden

Significant Findings from the Audit Significante bevindingen uit de controle

Significant Qualitative Aspects of Accounting Practices (Ref: Para. 16(a)) Significante kwalitatieve aspecten van praktijken inzake administratieve verwerking (Zie Par. 16(a))

A19. Financial reporting frameworks ordinarily allow for the entity to make ac-counting estimates, and judgments about accounting policies and financial statement disclosures, for example, in relation to the use of key assump-tions in the development of accounting estimates for which there is signifi-cant measurement uncertainty. In addition, law, regulation or financial re-porting frameworks may require disclosure of a summary of significant ac-counting policies or make reference to “critical accounting estimates” or “critical accounting policies and practices” to identify and provide additional information to users about the most difficult, subjective or complex judg-ments made by management in preparing the financial statements.

Stelsels inzake financiële verslaggeving bieden de entiteit gewoonlijk de mogelijkheid om schattingen te maken, alsmede oordeelsvormingen te maken met betrekking tot de grondslagen voor financiële verslaggeving en de in de financiële overzichten opgenomen toelichtingen, bijvoorbeeld met betrekking tot het gebruik van de belangrijkste veronderstellingen bij het ontwikkelen van schattingen waarvoor er significante schattingsonze-kerheid bestaat. Bovendien kunnen wet- en regelgeving of stelsels inzake financiële verslaggeving toelichting van een samenvatting van significante grondslagen voor de financiële verslaggeving vereisen of verwijzen naar ‘kritieke schattingen’ of ‘kritieke grondslagen voor de financiële verslagge-ving en praktijken inzake administratieve verwerking’ om aanvullende informatie te identificeren en deze aan gebruikers te verschaffen inzake de moeilijkste, de meest subjectieve of de meest complexe oordeelsvor-mingen die door het management zijn gemaakt bij het opstellen van de financiële overzichten.

A20. As a result, the auditor’s views on the subjective aspects of the financial statements may be particularly relevant to those charged with governance in discharging their responsibilities for oversight of the financial reporting pro-cess. For example, in relation to the matters described in paragraph A19, those charged with governance may be interested in the auditor’s evaluation of the adequacy of disclosures of the estimation uncertainty relating to ac-counting estimates that give rise to significant risks. views on the degree to which complexity, subjectivity or other inherent risk factors affect the selec-tion or application of the methods, assumptions and data used in making a significant accounting estimate, as well as the auditor’s evaluation of wheth-er management’s point estimate and related disclosures in the financial statements are reasonable in the context of the applicable financial report-

Als gevolg daarvan kunnen de opvattingen van de accountant over de subjectieve aspecten van de financiële overzichten in het bijzonder rele-vant zijn voor de met governance belaste personen bij het vervullen van hun verantwoordelijkheden voor het toezicht op het proces van financiële verslaggeving. Met betrekking tot aangelegenheden die bijvoorbeeld in paragraaf A19 worden beschreven kunnen de met governance belaste personen interesse hebben in de evaluatie visie van de accountant van het adequaat zijn van toelichtingen op de schattingsonzekerheid in relatie tot schattingen die aanleiding geven tot significante risico’s over de mate waarin complexiteit, subjectiviteit of andere inherente risicofactoren van invloed zijn op de keuze of toepassing van de methoden, veronderstellin-gen en gegevens die worden gebruikt bij het maken van een significante

Consultatie Vertaling ISA TM 540 De controle van schattingen en toelichtingen daarop

Koninklijke NBA 104

ing framework. Open and constructive communication about significant qualitative aspects of the entity’s accounting practices also may include comment on the acceptability of significant accounting practices and on the quality of the disclosures. When applicable, this may include whether a sig-nificant accounting practice of the entity relating to accounting estimates is considered by the auditor not to be most appropriate to the particular cir-cumstances of the entity, for example, when an alternative acceptable method for making an accounting estimate would, in the auditor’s judgment, be more appropriate. Appendix 2 identifies matters that may be included in this communication.

schatting, evenals de evaluatie door de accountant of de puntschatting van het management en toelichtingen daarop in de financiële overzichten redelijk zijn in de context van het van toepassing zijnde stelsel inzake financiële verslaggeving. Open en constructieve communicatie over signi-ficante kwalitatieve aspecten van de praktijken inzake administratieve verwerking en de kwaliteit van de toelichtingen kan tevens commentaar inhouden op de aanvaardbaarheid van significante praktijken inzake ad-ministratieve verwerking en de kwaliteit van de toelichtingen. Dit kan om-vatten, Indien van toepassing, of een significante praktijk van de entiteit inzake administratieve verwerking met betrekking tot schattingen door de accountant als niet de meest geschikte wordt beschouwd voor de speci-fieke omstandigheden van de entiteit., Bijvoorbeeld wanneer een alterna-tieve aanvaardbare methode voor het maken van een schatting, naar het oordeel van de accountant meer geschikt zou zijn. Bijlage 2 identificeert aangelegenheden die in deze communicatie kunnen worden opgenomen.

Appendix 1 Bijlage 1 (Ref: Para. 3) (Zie Par. 3)

Specific Requirements in ISQC 1 and Other ISAs that Refer to Communications with Those Charged With Governance

Specifieke vereisten in wet- en regelgeving op het gebied van kwaliteitsbeheersing en in Standaarden met betrek-king tot de communicatie met de met governance belaste personen

This appendix identifies paragraphs in ISQC 15 and other ISAs that require communication of specific matters with those charged with governance. The list is not a substitute for considering the requirements and related applica-tion and other explanatory material in ISAs.

ISQC 1, Quality Control for Firms that Perform Audits and Reviews of Financial Statements, and Other Assurance and Related Services En-gagements – paragraph 30(a)

ISA 240, The Auditor’s Responsibilities Relating to Fraud in an Audit of Financial Statements – paragraphs 21, 38(c)(i) and 40-42

ISA 250, Consideration of Laws and Regulations in an Audit of Financial Statements – paragraphs 14, 19 and 22–24

ISA 265, Communicating Deficiencies in Internal Control to Those Charged with Governance and Management – paragraph 9

ISA 450, Evaluation of Misstatements Identified during the Audit – para-

graphs 12-13

In deze bijlage wordt vermeld welke paragrafen in wet- en regelgeving op het gebied van kwaliteitsbeheersing5 en in andere Standaarden die het meedelen van specifieke aangelegenheden aan de met governance be-laste personen vereisen. Deze opsomming is geen substituut voor het in aanmerking nemen van de in de Standaarden voorkomende vereisten en daarmee verband houdende toepassingsgerichte en overige verklarende teksten.

Verordening accountantsorganisaties, Artikel 6a respectievelijk Nade-re voorschriften kwaliteitssystemen, Artikel 10c;

Standaard 240, Verantwoordelijkheden van de accountant met be-trekking tot fraude in het kader van een controle van financiële over-zichten, paragraaf 21, 38(c)(i) en 40, 41, 42;

Standaard 250, Het in aanmerking nemen van wet- en regelgeving bij een controle van financiële overzichten, paragraaf 14, 19, 22, 23, 24;

Standaard 265, Meedelen van tekortkomingen in de interne beheer-

Consultatie Vertaling ISA TM 540 De controle van schattingen en toelichtingen daarop

Koninklijke NBA 105

ISA 505, External Confirmations – paragraph 9

ISA 510, Initial Audit Engagements―Opening Balances – paragraph 7

ISA 540 (Revised), Auditing Accounting Estimates and Related Disclo-sures – paragraph 38

ISA 550, Related Parties – paragraph 27

ISA 560, Subsequent Events – paragraphs 7(b)-(c), 10(a), 13(b), 14(a) and 17

ISA 570 (Revised), Going Concern – paragraph 25

ISA 600, Special Considerations―Audits of Group Financial Statements (Including the Work of Component Auditors) – paragraph 49

ISA 610 (Revised 2013), Using the Work of Internal Auditors – para-graphs 20 and 31

ISA 700 (Revised), Forming an Opinion and Reporting on Financial Statements – paragraph 46

ISA 701, Communicating Key Audit Matters in the Independent Auditor’s Report – paragraph 17

ISA 705 (Revised), Modifications to the Opinion in the Independent Au-ditor’s Report – paragraphs 12, 14, 23 and 30

ISA 706 (Revised), Emphasis of Matter Paragraphs and Other Matter Paragraphs in the Independent Auditor’s Report – paragraph 12

ISA 710, Comparative Information—Corresponding Figures and Com-parative Financial Statements – paragraph 18

ISA 720 (Revised), The Auditor’s Responsibilities Relating to Other Information – paragraph 17―19

5 ISQC 1, Quality Control for Firms that Perform Audits and Reviews of Financial Statements,

and Other Assurance and Related Services Engagements

sing aan de met governance belaste personen en het management, paragraaf 9;

Standaard 450, Evaluatie van tijdens de controle geïdentificeerde afwijkingen, paragraaf 12, 13;

Standaard 505, Externe bevestigingen, paragraaf 9;

Standaard 510, Initiële controleopdrachten – Beginsaldi, paragraaf 7;

Standaard 540, De controle van schattingen en toelichtingen daarop,

paragraaf 38

Standaard 550, Verbonden partijen, paragraaf 27;

Standaard 560, Gebeurtenissen na de einddatum van de verslagperi-ode, paragraaf 7(b), (c), 10(a), 13(b), 14(a) en 17;

Standaard 570, Continuïteit, paragraaf 25;

Standaard 600, Bijzondere overwegingen – Controles van financiële overzichten van een groep (inclusief de werkzaamheden van accoun-tants van groepsonderdelen), paragraaf 49;

Standaard 610, Gebruikmaken van de werkzaamheden van interne auditors - paragraaf 18, 20 en 31;

Standaard 700, Het vormen van een oordeel en het rapporteren over financiële overzichten – paragraaf 46;

Standaard 701, Het communiceren van kernpunten van de controle in de controleverklaring van de onafhankelijke accountant, paragraaf 17;

Standaard 705 , Aanpassingen van het oordeel in de controleverkla-ring van de onafhankelijke accountant, paragraaf 12, 14, 23(a) en 30;

Standaard 706 , Paragrafen ter benadrukking van bepaalde aangele-genheden en paragrafen inzake overige aangelegenheden, toege-voegd in de controleverklaring van de onafhankelijk accountant, para-graaf 12;

Standaard 710, Ter vergelijking opgenomen informatie – Overeen-komstige cijfers en vergelijkende financiële overzichten, paragraaf 18;

Standaard 720, De verantwoordelijkheden van de accountant met betrekking tot andere informatie, paragraaf 17, 18 en 19.

Appendix 2 Bijlage 2 (Ref: Para. 16(a), A19-A20) (Zie Par. 16(a), A19-A20)

Qualitative Aspects of Accounting Practices Kwalitatieve aspecten van praktijken inzake administra-tieve verwerking

The communication required by paragraph 16(a), and discussed in para- De communicatie die op grond van paragraaf 16(a) is vereist en die in

Consultatie Vertaling ISA TM 540 De controle van schattingen en toelichtingen daarop

Koninklijke NBA 106

graphs A19–A20, may include such matters as: paragraaf A19 en A20 behandeld is, kan aangelegenheden betreffen als:

Accounting Policies Grondslagen voor financiële verslaggeving

… …

Accounting Estimates and Related Disclosures Schattingen en toelichtingen daarop

For items for which estimates are significant, issues discussed in ISA 540,6 including, for example: Appendix 2 of ISA 540 (Revised) includes matters that the auditor may consider communicating with respect to significant qualitative aspects of the entity’s accounting practices related to accounting estimates and related disclosures. ○ How management identifies those transactions, events and conditions

that may give rise to the need for accounting estimates to be recognized or disclosed in the financial statements.

○ Changes in circumstances that may give rise to new, or the need to revise existing, accounting estimates.

○ Whether management’s decision to recognize, or to not recognize, the accounting estimates in the financial statements is in accordance with the applicable financial reporting framework.

○ Whether there has been or ought to have been a change from the prior period in the methods for making the accounting estimates and, if so, why, as well as the outcome of accounting estimates in prior periods.

○ Management’s process for making accounting estimates (e.g., when management has used a model), including whether the selected meas-urement basis for the accounting estimate is in accordance with the ap-plicable financial reporting framework.

○ Whether the significant assumptions used by management in developing the accounting estimate are reasonable.

○ Where relevant to the reasonableness of the significant assumptions used by management or the appropriate application of the applicable fi-nancial reporting framework, management’s intent to carry out specific courses of action and its ability to do so.

○ Risks of material misstatement. ○ Indicators of possible management bias. ○ How management has considered alternative assumptions or outcomes

and why it has rejected them, or how management has otherwise ad-dressed estimation uncertainty in making the accounting estimate.

○ The adequacy of disclosure of estimation uncertainty in the financial statements.

Voor elementen waarvoor schattingen significant zijn, de in Standaard 5406 besproken kwesties, waaronder: Bijlage 2 van Standaard 540 omvat aangelegenheden die de accountant kan overwegen om te communiceren met betrekking tot significante kwali-tatieve aspecten van de administratieve praktijken van de entiteit met betrekking tot schattingen en toelichtingen daarop.

hoe het management die transacties, gebeurtenissen en omstandig-heden identificeert die aanleiding kunnen geven tot de noodzaak voor schattingen die worden opgenomen of toegelicht in de financiële overzichten;

wijzigingen in omstandigheden die aanleiding kunnen geven tot nieu-we schattingen, of de noodzaak om bestaande schattingen te herzien;

de vraag of de beslissing van het management om schattingen wel of niet in de financiële overzichten op te nemen in overeenstemming is met het van toepassing zijnde stelsel inzake financiële verslaggeving;

de vraag of er al dan niet een wijziging in de methoden voor het ma-ken van de schattingen ten opzichte van de voorgaande verslagperio-de is geweest dan wel had moeten zijn en, zo ja, waarom, evenals de uitkomst van schattingen uit voorgaande verslagperiodes;

het proces van het management voor het maken van schattingen (bijv. wanneer het management gebruik heeft gemaakt van een mo-del), inclusief de vraag of de gekozen waarderingsgrondslag voor de schatting in overeenstemming is met het van toepassing stelsel zijnde inzake financiële verslaggeving;

de vraag of de significante veronderstellingen die door het manage-ment zijn gebruikt bij het ontwikkelen van de schatting redelijk zijn;

waar dit relevant is voor de redelijkheid van de significante veronder-stellingen die door het management zijn gebruikt of de geschikte toe-passing van het van toepassing zijnde stelsel inzake financiële ver-slaggeving, de intentie van het management om specifieke handelin-gen uit te voeren en de mogelijkheid om dit te doen;

risico’s van een afwijking van materieel belang;

aanwijzingen van mogelijke tendentie van het management;

de wijze waarop het management alternatieve veronderstellingen of

Consultatie Vertaling ISA TM 540 De controle van schattingen en toelichtingen daarop

Koninklijke NBA 107

6 ISA 540, Auditing Accounting Estimates, Including Fair Value Accounting Estimates, and

Related Disclosures resultaten heeft overwogen en de redenen waarom het deze heeft verworpen, dan wel op welke andere wijze het management bij het maken van de schatting is omgegaan met schattingsonzekerheid;

het adequaat zijn van de toelichting van schattingsonzekerheid in de financiële overzichten.

6 Standaard 540, Controle van schattingen, met inbegrip van schattingen van reële waarde,

alsmede van de toelichtingen daarop.

Financial Statement Disclosures In de financiële overzichten opgenomen toelichtingen

… …

ISA 500, Audit Evidence Standaard 500, Controle-informatie

Definitions Definities 5. For purposes of the this ISA, the following terms have the meanings at-

tributed below: a. Accounting records – The records of initial accounting entries and sup-

porting records, such as checks and records of electronic fund transfers; invoices; contracts; the general and subsidiary ledgers, journal entries and other adjustments to the financial statements that are not reflected in journal entries; and records such as work sheets and spreadsheets supporting cost allocations, computations, reconciliations and disclo-sures.

b. Appropriateness (of audit evidence) – The measure of the quality of audit evidence; that is, its relevance and its reliability in providing sup-port for the conclusions on which the auditor’s opinion is based.

c. Audit evidence – Information used by the auditor in arriving at the con-clusions on which the auditor’s opinion is based. Audit evidence in-cludes both information contained in the accounting records underlying the financial statements and information obtained from other sources.

(cA) External information source – An external individual or organization that provides information that has been used by the entity in preparing the financial statements, or that has been obtained by the auditor as audit evidence, when such information is suitable for use by a broad range of users. When information has been provided by an individual or organization acting in the capacity of a management’s expert, ser-vice organization12, or auditor’s expert13 the individual or organization is not considered an external information source with respect to that

Voor de toepassing van deze Standaarden hebben de volgende termen de hierna weergegeven betekenis: a. administratieve vastleggingen – De vastleggingen van initiële admini-

stratieve boekingen en onderbouwende vastleggingen, zoals cheques en vastleggingen van elektronische overboekingen; facturen; contrac-ten; het grootboek en de subgrootboeken, journaalboekingen en an-dere aanpassingen in de financiële overzichten die niet in journaal-boekingen zijn weerspiegeld; alsmede vastleggingen zoals werkbla-den en spreadsheets die kostentoerekeningen, berekeningen, aan-sluitingen en in de financiële overzichten opgenomen toelichtingen onderbouwen;

b. geschiktheid (van controle-informatie) – De maatstaf voor de kwaliteit van controle-informatie; dat wil zeggen de mate waarin die informatie relevant en betrouwbaar is voor het onderbouwen van de conclusies waarop de accountant zijn oordeel baseert;

c. controle-informatie – Informatie die door de accountant wordt gebruikt om te komen tot de conclusies waarop hij zijn oordeel baseert. Con-trole-informatie omvat zowel in de administratieve vastleggingen op-genomen informatie die aan de financiële overzichten ten grondslag ligt, als informatie verkregen uit andere bronnen;

(cA) Externe informatiebron - Een externe persoon of organisatie die informatie verschaft die door de entiteit is gebruikt bij het opstellen van de financiële overzichten, of die door de accountant is verkregen als controle-informatie, wanneer dergelijke informatie geschikt is voor ge-

Consultatie Vertaling ISA TM 540 De controle van schattingen en toelichtingen daarop

Koninklijke NBA 108

particular information. (Ref: Para. A1A-A1C) d. Management’s expert – An individual or organization possessing exper-

tise in a field other than accounting or auditing, whose work in that field is used by the entity to assist the entity in preparing the financial state-ments.

e. Sufficiency (of audit evidence) – The measure of the quantity of audit evidence. The quantity of the audit evidence needed is affected by the auditor’s assessment of the risks of material misstatement and also by the quality of such audit evidence.

12 ISA 402, Audit Considerations Relating to an Entity Using a Service Organization, paragraph

8. 13 ISA 620, Using the Work of an Auditor’s Expert, paragraph 6

bruik door een breed scala van gebruikers. Wanneer informatie is ver-strekt door een persoon of organisatie die handelt in de hoedanigheid van een deskundige ingeschakeld door het management, een service-organisatie12 of een deskundige ingeschakeld door de accountant13, wordt de persoon of de organisatie niet beschouwd als een externe in-formatiebron met betrekking tot die specifieke informatie. (Zie: Alinea A1A-A1C)

d. door het management ingeschakelde deskundige – Een persoon of organisatie die over deskundigheid beschikt op een ander gebied dan financiële verslaggeving of controle van wie/waarvan de werkzaam-heden door de entiteit worden gebruikt om haar te helpen bij het op-stellen van de financiële overzichten;

e. het voldoende zijn (van controle-informatie) – De maatstaf voor de hoeveelheid controle-informatie. Hoeveel controle-informatie nodig is, is afhankelijk van de inschatting door de accountant van de risico’s op een afwijking van materieel belang en van de kwaliteit van die contro-le-informatie.

12 Standaard 402, Overwegingen met betrekking tot controles van entiteiten die gebruikma-

ken van een serviceorganisatie, paragraaf 8. 13 Standaard 620, Gebruikmaken van de werkzaamheden van een door de accountant

ingeschakelde deskundige, paragraaf 6.

Requirements Vereisten … …

Information to Be Used as Audit Evidence Als controle-informatie te gebruiken informatie

7. When designing and performing audit procedures, the auditor shall consider the relevance and reliability of the information to be used as audit evidence., including information obtained from an external information source. (Ref: Para. A26–A33-A33g)

Bij het opzetten en uitvoeren van controlewerkzaamheden dient de ac-countant te overwegen in welke mate de informatie die als controle-informatie zal worden gebruikt, relevant en betrouwbaar is, inclusief infor-matie verkregen van een externe informatiebron. (Zie Par. A26, A27, A28, A29, A30, A31, A32 en -A33g)

… …

Application and Other Explanatory Material Toepassingsgerichte en overige verklarende teksten

External Information Source (Ref: Para 5(cA)) Externe informatiebron (Zie Par. 5(cA))

A1a. External information sources may include pricing services, governmental organizations, central banks or recognized stock exchanges. Examples of information that may be obtained from external information sources include:

Externe informatiebronnen kunnen pricing services, overheidsorganisa-ties, centrale banken of erkende beurzen omvatten. Voorbeelden van informatie die kan worden verkregen uit externe informatiebronnen zijn

Consultatie Vertaling ISA TM 540 De controle van schattingen en toelichtingen daarop

Koninklijke NBA 109

Prices and pricing related data;

Macro-economic data, such as historical and forecast unemployment rates and economic growth rates, or census data;

Credit history data;

Industry specific data, such as an index of reclamation costs for certain extractive industries, or viewership information or ratings used to deter-mine advertising revenue in the entertainment industry; and

Mortality tables used to determine liabilities in the life insurance and pension sectors.

onder meer:

prijzen en prijsgerelateerde gegevens;

macro-economische gegevens, zoals historische en voorspelde werk-loosheidscijfers en economische groeipercentages, of gegevens over volkstellingen;

gegevens over de kredietgeschiedenis;

sectorspecifieke gegevens, zoals een index van terugwinningskosten voor bepaalde winningssectoren, of kijkersinformatie of beoordelingen die worden gebruikt om reclame-inkomsten in de amusementssector te bepalen; en

sterftetabellen die worden gebruikt om de verplichtingen in de levens-verzekerings- en pensioensectoren te bepalen.

A1b. A particular set of information is more likely to be suitable for use by a broad range of users and less likely to be subject to influence by any particular user if the external individual or organization provides it to the public for free, or makes it available to a wide range of users in return for payment of a fee. Judgment may be required in determining whether the information is suitable for use by a broad range of users, taking into account the ability of the entity to influence the external information source.

Een bepaalde verzameling informatie is waarschijnlijk meer geschikt voor gebruik door een breed scala van gebruikers en is minder snel onderhevig aan invloed door een bepaalde gebruiker als de externe persoon of orga-nisatie deze gratis aan het publiek verstrekt of beschikbaar stelt voor een breed scala aan gebruikers tegen betaling van een vergoeding. Oordeels-vorming kan verreist zijn om te bepalen of de informatie geschikt is voor gebruik door een breed scala van gebruikers, rekening houdend met de mogelijkheid van de entiteit om de externe informatiebron te beïnvloeden.

A1c. An external individual or organization cannot, in respect of any particular set of information, be both an external information source and a management’s expert, or service organization or auditor’s expert.

Een externe persoon of organisatie kan met betrekking tot een bepaalde verzameling informatie, niet zowel een externe informatiebron als een deskundige ingeschakeld door het management, serviceorganisatie of deskundige ingeschakeld door de accountant zijn.

A1d. However, an external individual or organization may, for example, be acting as a management’s expert when providing a particular set of information, but may be acting as an external information source when providing a dif-ferent set of information. In some circumstances, professional judgment may be needed to determine whether an external individual or organization is acting as an external information source or as a management’s expert with respect to a particular set of information. In other circumstances, the distinction may be clear. For example:

An external individual or organization may be providing information about real estate prices that is suitable for use by a broad range of us-ers, for example, information made generally available pertaining to a

Een externe persoon of organisatie kan bijvoorbeeld optreden als een deskundige ingeschakeld door het management bij het verstrekken van een bepaalde verzameling informatie, maar kan optreden als een externe informatiebron bij het verstrekken van een andere verzameling informatie. In sommige omstandigheden kan professionele oordeelsvorming nodig zijn om te bepalen of een externe persoon of organisatie optreedt als een externe informatiebron of als een deskundige ingeschakeld door het ma-nagement met betrekking tot een bepaalde verzameling informatie. In andere omstandigheden kan het onderscheid duidelijk zijn. Bijvoorbeeld:

Een externe persoon of organisatie kan informatie over vastgoedprij-zen verstrekken die geschikt is voor gebruik door een breed scala van

Consultatie Vertaling ISA TM 540 De controle van schattingen en toelichtingen daarop

Koninklijke NBA 110

geographical region, and be determined to be an external information source with respect to that set of information. The same external organ-ization may also be acting as a management’s or auditor’s expert in providing commissioned valuations, with respect to the entity’s real es-tate portfolio specifically tailored for the entity’s facts and circumstances.

Some actuarial organizations publish mortality tables for general use which, when used by an entity, would generally be considered to be in-formation from an external information source. The same actuarial or-ganization may also be a management’s expert with respect to different information tailored to the specific circumstances of the entity to help management determine the pension liability for several of the entity’s pension plans.

An external individual or organization may possess expertise in the ap-plication of models to estimate the fair value of securities for which there is no observable market. If the external individual or organization ap-plies that expertise in making an estimate specifically for the entity and that work is used by management in preparing its financial statements, the external individual or organization is likely to be a management’s expert with respect to that information. If, on the other hand, that exter-nal individual or organization merely provides, to the public, prices or pricing-related data regarding private transactions, and the entity uses that information in its own estimation methods, the external individual or organization is likely to be an external information source with respect to such information.

An external individual or organization may publish information, suitable for a broad range of users, about risks or conditions in an industry. If used by an entity in preparing its risk disclosures (for example in com-pliance with IFRS 714), such information would ordinarily be considered to be information from an external information source. However, if the same type of information has been specifically commissioned by the en-tity to use its expertise to develop information about those risks, tailored to the entity’s circumstances, the external individual or organization is likely to be acting as a management’s expert.

An external individual or organization may apply its expertise in provid-ing information about current and future market trends, which it makes available to, and is suitable for use by, a broad range of users. If used by the entity to help make decisions about assumptions to be used in making accounting estimates, such information is likely to be considered

gebruikers, bijvoorbeeld informatie die algemeen beschikbaar is met betrekking tot een geografische regio, en die wordt bepaald als een externe informatiebron met betrekking tot die verzameling informatie. Dezelfde externe organisatie kan ook optreden als een deskundige ingeschakeld door het management of de accountant voor het ver-strekken van waarderingen in opdracht, met betrekking tot de vast-goedportefeuille van de entiteit, specifiek afgestemd op de feiten en omstandigheden van de entiteit.

Sommige actuariële organisaties publiceren sterftetabellen voor al-gemeen gebruik die, wanneer ze door een entiteit worden gebruikt, in het algemeen worden beschouwd als informatie uit een externe infor-matiebron. Dezelfde actuariële organisatie kan ook een deskundige ingeschakeld door het management zijn met betrekking tot verschil-lende informatie die is afgestemd op de specifieke omstandigheden van de entiteit om het management te helpen bij het bepalen van de pensioenverplichting voor verschillende pensioenplannen van de enti-teit.

Een externe persoon of organisatie kan over expertise beschikken bij het toepassen van modellen om de reële waarde van effecten te schatten waarvoor geen waarneembare markt bestaat. Als de externe persoon of organisatie die deskundigheid toepast bij het maken van een schatting specifiek voor de entiteit en dat werk door het manage-ment wordt gebruikt bij het opstellen van de financiële overzichten, is de externe persoon of organisatie waarschijnlijk een deskundige inge-schakeld door het management met betrekking tot die informatie. Als de externe persoon of organisatie daarentegen alleen prijzen of prijs-gerelateerde gegevens over privétransacties aan het publiek ver-strekt, en de entiteit die informatie gebruikt in haar eigen schattings-methoden, is de externe persoon of de externe organisatie waar-schijnlijk een externe informatiebron met betrekking tot dergelijke in-formatie.

Een externe persoon of organisatie kan informatie publiceren die ge-schikt is voor een breed scala van gebruikers, over risico's of omstan-digheden in een sector. Indien gebruikt door een entiteit bij het opstel-len van haar toelichtingen over risico (bijvoorbeeld in overeenstem-ming met IFRS 714), zou dergelijke informatie gewoonlijk worden be-schouwd als informatie van een externe informatiebron. Als echter voor hetzelfde type informatie specifiek door de entiteit opdracht is

Consultatie Vertaling ISA TM 540 De controle van schattingen en toelichtingen daarop

Koninklijke NBA 111

to be information from an external information source. If the same type of information has been commissioned by the entity to address current and future trends relevant to the entity’s specific facts and circumstanc-es, the external individual or organization is likely to be acting as a management’s expert.

14 International Financial Reporting Standards 7 (IFRS), Financial Instruments: Disclosures

gegeven om haar expertise te gebruiken om informatie over die risi-co's te ontwikkelen, afgestemd op de omstandigheden van de entiteit, treedt de externe persoon of organisatie waarschijnlijk op als een deskundige ingeschakeld door het management.

Een externe persoon of organisatie kan haar expertise toepassen bij het verstrekken van informatie over huidige en toekomstige markt-trends, die deze beschikbaar stelt aan, en geschikt is voor gebruik door, een breed scala van gebruikers. Indien gebruikt door de entiteit om te helpen bij het nemen van beslissingen over veronderstellingen die zullen worden gebruikt bij het maken van schattingen, zal dergelij-ke informatie waarschijnlijk worden beschouwd als informatie van een externe informatiebron. Als de entiteit voor dezelfde soort informatie opdracht heeft gegeven om huidige en toekomstige trends te adresse-ren die relevant zijn voor de specifieke feiten en omstandigheden van de entiteit, zal de externe persoon of organisatie waarschijnlijk optre-den als een deskundige ingeschakeld door het management.

14 International Financial Reporting Standards 7 (IFRS), Financiële Instrumenten: Toelicht-

ingen.

Sufficient Appropriate Audit Evidence (Ref: Para. 6) Voldoende en geschikte controle-informatie (Zie Par. 6)

A1. Audit evidence is necessary to support the auditor’s opinion and report. It is cumulative in nature and is primarily obtained from audit procedures per-formed during the course of the audit. It may, however, also include infor-mation obtained from other sources such as previous audits (provided the auditor has determined whether changes have occurred since the previous audit that may affect its relevance to the current audit16) or a firm’s quality control procedures for client acceptance and continuance. In addition to other sources inside and outside the entity, the entity’s accounting records and other sources internal to the entity are important sources of audit evi-dence. Also, informationInformation that may be used as audit evidence may have been prepared using the work of a management’s expert. or be obtained from an external information source. Audit evidence comprises both information that supports and corroborates management’s assertions, and any information that contradicts such assertions. In addition, in some cases the absence of information (for example, management’s refusal to provide a requested representation) is used by the auditor, and therefore, also constitutes audit evidence.

Controle-informatie is noodzakelijk om het oordeel van de accountant en de controleverklaring te onderbouwen. Controle-informatie is cumulatief van aard en wordt primair verkregen uit controlewerkzaamheden die in de loop van de controle worden uitgevoerd. Controle-informatie kan echter ook informatie omvatten die is verkregen uit andere bronnen, zoals eerde-re controles (op voorwaarde dat de accountant heeft bepaald of er sinds de vorige controle veranderingen hebben plaatsgevonden die de relevan-tie ervan voor de lopende controle kunnen beïnvloeden16) of kwaliteitsbe-heersingsprocedures van een accountantseenheid voor cliëntaanvaarding en -continuering. Naast andere bronnen binnen en buiten de entiteit, Daarnaast zijn de administratieve vastleggingen van de entiteit en andere interne bronnen van de entiteit belangrijke bronnen van controle-informatie. Informatie die als controle-informatie kan worden gebruikt, kan ook voortkomen uit het werk van een door het management ingeschakel-de deskundige of worden verkregen van een externe informatiebron. Con-trole-informatie omvat zowel informatie die de beweringen van het ma-nagement onderbouwt en bevestigt als alle informatie die dergelijke bewe-ringen tegenspreekt. Bovendien wordt in sommige gevallen het ontbreken

Consultatie Vertaling ISA TM 540 De controle van schattingen en toelichtingen daarop

Koninklijke NBA 112

16 ISA 315 (Revised), paragraph 9 van informatie (bijvoorbeeld wanneer het management een gevraagde bevestiging weigert te verschaffen) door de accountant in aanmerking genomen, wat betekent dat het feit dat informatie ontbreekt ook controle-informatie vormt. 16 Standaard 315, paragraaf 9.

… …

Sources of Audit Evidence Bronnen van controle-informatie

… …

A9. Information from sources independent of the entity that the auditor may use as audit evidence may include confirmations from third parties, and infor-mation from an external information source, including analysts’ reports, and comparable data about competitors (benchmarking data).

Informatie uit bronnen die onafhankelijk zijn van de entiteit die de accoun-tant kan gebruiken als controle-informatie, kan onder meer bestaan uit bevestigingen van derden en informatie van een externe informatiebron inclusief verslagen van analisten en vergelijkbare gegevens over concur-renten (benchmarkgegevens).

… …

Information to Be Used as Audit Evidence Als controle-informatie te gebruiken informatie

… …

Reliability Relevantie

A31. The reliability of information to be used as audit evidence, and therefore of the audit evidence itself, is influenced by its source and its nature, and the circumstances under which it is obtained, including the controls over its preparation and maintenance where relevant. Therefore, generalizations about the reliability of various kinds of audit evidence are subject to im-portant exceptions. Even when information to be used as audit evidence is obtained from sources external to the entity, circumstances may exist that could affect its reliability. For example, information obtained from ana source independent external sourceof the entity may not be reliable if the source is not knowledgeable, or a management’s expert may lack objectivity. While recognizing that exceptions may exist, the following generalizations about the reliability of audit evidence may be useful:

The reliability of audit evidence is increased when it is obtained from independent sources outside the entity.

The reliability of audit evidence that is generated internally is increased when the related controls, including those over its preparation and maintenance, imposed by the entity are effective.

Audit evidence obtained directly by the auditor (for example, observa-tion of the application of a control) is more reliable than audit evidence

De betrouwbaarheid van informatie die als controle-informatie zal worden gebruikt, en dus ook van de controle-informatie zelf, wordt beïnvloed door de bron en de aard daarvan, alsmede door de omstandigheden waaron-der zij is verkregen, met inbegrip van de interne beheersingsmaatregelen met betrekking tot het opstellen en onderhouden van die informatie indien relevant. Daardoor zijn algemene regels over de betrouwbaarheid van verschillende soorten controle-informatie onderworpen aan belangrijke uitzonderingen. Zelfs wanneer informatie die als controle-informatie zal worden gebruikt uit bronnen buiten de entiteit wordt verkregen, kunnen er omstandigheden bestaan die de betrouwbaarheid van die informatie kun-nen aantasten. Zo is het mogelijk dat informatie die verkregen is uit een onafhankelijke externe bron die onafhankelijk is van de entiteit, niet be-trouwbaar is als de bron niet goed ingelicht is of een door het manage-ment ingeschakelde deskundige niet objectief is. Rekening houdend met het feit dat er uitzonderingen kunnen bestaan, kunnen de volgende alge-mene regels over de betrouwbaarheid van controle-informatie nuttig zijn:

de betrouwbaarheid van controle-informatie neemt toe wanneer deze uit onafhankelijke bronnen buiten de entiteit is verkregen;

de betrouwbaarheid van intern gegenereerde controle-informatie

Consultatie Vertaling ISA TM 540 De controle van schattingen en toelichtingen daarop

Koninklijke NBA 113

obtained indirectly or by inference (for example, inquiry about the appli-cation of a control).

Audit evidence in documentary form, whether paper, electronic, or other medium, is more reliable than evidence obtained orally (for example, a contemporaneously written record of a meeting is more reliable than a subsequent oral representation of the matters discussed).

Audit evidence provided by original documents is more reliable than audit evidence provided by photocopies or facsimiles, or documents that have been filmed, digitized or otherwise transformed into electronic form, the reliability of which may depend on the controls over their prep-aration and maintenance.

neemt toe wanneer de daarmee verband houdende door de entiteit opgelegde interne beheersingsmaatregelen, met inbegrip van die wel-ke betrekking hebben op het opstellen en onderhouden van die infor-matie, effectief zijn;

controle-informatie die direct door de accountant is verkregen (bij-voorbeeld door waarneming van de toepassing van een interne be-heersingsmaatregel) is betrouwbaarder dan controle-informatie die in-direct of door gevolgtrekking is verkregen (bijvoorbeeld door een ver-zoek om inlichtingen over de toepassing van een interne beheer-singsmaatregel);

controle-informatie in de vorm van documenten op papier, in elektro-nische vorm of op andere gegevensdragers vastgelegd, is betrouw-baarder dan mondeling verkregen informatie (bijvoorbeeld de notulen van een vergadering zijn betrouwbaarder dan een mondelinge weer-gave van de besproken aangelegenheden achteraf);

controle-informatie die is verschaft door originele documenten is be-trouwbaarder dan controle-informatie die is verschaft door fotokopieën of faxen of door documenten die zijn gefilmd, gedigitaliseerd of an-derszins zijn omgezet in elektronische vorm, waarvan de betrouw-baarheid kan afhangen van de interne beheersingsmaatregelen met betrekking tot het opstellen en onderhouden van die informatie.

External Information Sources Externe informatiebronnen

A33b. The auditor is required by paragraph 7 to consider the relevance and relia-bility of information obtained from an external information source that is to be used as audit evidence, regardless of whether that information has been used by the entity in preparing the financial statements or obtained by the auditor. For information obtained from an external information source, that consideration may, in certain cases, include audit evidence about the exter-nal information source or the preparation of the information by the external information source, obtained through designing and performing further audit procedures in accordance with ISA 330 or, where applicable, ISA 540 (Re-vised).24

24 ISA 540 (Revised), Auditing Accounting Estimates and Disclosures

Van de accountant is op grond van paragraaf 7 vereist om de relevantie en betrouwbaarheid van informatie die is verkregen uit een externe infor-matiebron die zal worden gebruikt als controle-informatie te overwegen, ongeacht of die informatie door de entiteit is gebruikt bij het opstellen van de financiële overzichten of is verkregen door de accountant. Voor infor-matie die is verkregen van een externe informatiebron, kan die overwe-ging, in bepaalde gevallen, controle-informatie omvatten over de externe informatiebron of het opstellen van de informatie door de externe informa-tiebron, verkregen door het opzetten en uitvoeren van verdere controle-werkzaamheden in overeenstemming met Standaard 330 of, indien van toepassing, Standaard 540.24 24 Standaard 540, De controle van schattingen en toelichtingen daarop.

A33c. Obtaining an understanding of why management or, when applicable, a Het volgende kan helpen bij de overwegingen van de accountant van de

Consultatie Vertaling ISA TM 540 De controle van schattingen en toelichtingen daarop

Koninklijke NBA 114

management’s expert uses an external information source, and how the relevance and reliability of the information was considered (including its accuracy and completeness), may help to inform the auditor's consideration of the relevance and reliability of that information.

relevantie en betrouwbaarheid van die informatie:

het verwerven van inzicht waarom het management of, indien van toepassing, een deskundige ingeschakeld door het management een externe informatiebron gebruikt; en

hoe de relevantie en betrouwbaarheid van de informatie werd over-wogen (inclusief de nauwkeurigheid en volledigheid ervan), kan hel-pen.

A33d. The following factors may be important when considering the relevance and reliability of information obtained from an external information source, in-cluding its accuracy and completeness, taking into account that some of these factors may only be relevant when the information has been used by management in preparing the financial statements or has been obtained by the auditor:

The nature and authority of the external information source. For exam-ple, a central bank or government statistics office with a legislative man-date to provide industry information to the public is likely to be an author-ity for certain types of information;

The ability to influence the information obtained, through relationships between the entity and the information source;

The competence and reputation of the external information source with respect to the information, including whether, in the auditor’s profession-al judgment, the information is routinely provided by a source with a track record of providing reliable information;

Past experience of the auditor with the reliability of the information pro-vided by the external information source;

Evidence of general market acceptance by users of the relevance and/or reliability of information from an external information source for a similar purpose to that for which the information has been used by management or the auditor;

Whether the entity has in place controls to address the relevance and reliability of the information obtained and used;

Whether the external information source accumulates overall market information or engages directly in “setting” market transactions;

Whether the information is suitable for use in the manner in which it is being used and, if applicable, was developed taking into account the ap-plicable financial reporting framework;

Alternative information that may contradict the information used;

De volgende factoren kunnen belangrijk zijn bij het overwegen van de relevantie en betrouwbaarheid van informatie verkregen van een externe informatiebron, inclusief de nauwkeurigheid en volledigheid ervan. Hierbij wordt rekening gehouden met het feit dat sommige van deze factoren alleen relevant kunnen zijn wanneer de informatie door het management is gebruikt bij het opstellen van de financiële overzichten of is verkregen door de accountant:

de aard en het gezag van de externe informatiebron. Een centrale bank of een bureau voor de statistiek van de overheid met een wetge-vend mandaat om sectorinformatie aan het publiek te verstrekken, is bijvoorbeeld waarschijnlijk een gezaghebbende bron voor bepaalde soorten informatie;

de mogelijkheid om de verkregen informatie te beïnvloeden, door relaties tussen de entiteit en de informatiebron;

de competentie en reputatie van de externe informatiebron met be-trekking tot de informatie, inclusief of, naar de professionele oordeels-vorming van de accountant, de informatie routinematig wordt verstrekt door een bron met track record voor het verstrekken van betrouwbare informatie;

eerdere ervaring van de accountant met de betrouwbaarheid van de informatie die verstrekt is door de externe informatiebron;

informatie van algemene marktacceptatie door gebruikers van de relevantie en / of betrouwbaarheid van informatie uit een externe in-formatiebron voor een soortgelijk doel als waarvoor de informatie is gebruikt door het management of de accountant;

of de entiteit beschikt over interne beheersingsmaatregelen om de relevantie en betrouwbaarheid van de verkregen en gebruikte infor-matie te adresseren;

of de externe informatiebron algemene marktinformatie verzamelt of rechtstreeks betrokken is bij het "vaststellen" van markttransacties;

Consultatie Vertaling ISA TM 540 De controle van schattingen en toelichtingen daarop

Koninklijke NBA 115

The nature and extent of disclaimers or other restrictive language relat-ing to the information obtained;

Information about the methods used in preparing the information, how the methods are being applied including, where applicable, how models have been used in such application, and the controls over the methods; and

When available, information relevant to considering the appropriateness of assumptions and other data applied by the external information sources in developing the information obtained.

of de informatie geschikt is voor gebruik in de manier waarop het wordt gebruikt en, indien van toepassing, werd ontwikkeld met inacht-neming van het van toepassing zijnde stelsel inzake financiële ver-slaggeving;

alternatieve informatie die de gebruikte informatie kan tegenspreken;

de aard en omvang van disclaimers of andere restrictieve taal met betrekking tot de verkregen informatie;

informatie over de methoden die zijn gebruikt bij het opstellen van de informatie, hoe de methoden worden toegepast, inclusief, indien van toepassing, hoe modellen zijn gebruikt in een dergelijke toepassing, en de interne beheersingsmaatregelen over de methoden; en

indien beschikbaar, informatie die relevant is voor het overwegen van de geschiktheid van veronderstellingen en andere gegevens die wor-den toegepast door de externe informatiebronnen bij het ontwikkelen van de verkregen informatie.

A33e.. The nature and extent of the auditor’s consideration takes into account the assessed risks of material misstatement at the assertion level to which the use of the external information is relevant, the degree to which the use of that information is relevant to the reasons for the assessed risks of material misstatement and the possibility that the information from the external in-formation source may not be reliable (for example, whether it is from a cred-ible source). Based on the auditor’s consideration of the matters described in paragraph A33b, the auditor may determine that further understanding of the entity and its environment, including its internal control, is needed, in accordance with ISA 315, or that further audit procedures, in accordance with ISA 33025, and ISA 540 (Revised)26 when applicable, are appropriate in the circumstances, to respond to the assessed risks of material misstate-ment related to the use of information from an external information source. Such procedures may include:

Performing a comparison of information obtained from the external in-formation source with information obtained from an alternative inde-pendent information source.

When relevant to considering management’s use of an external infor-mation source, obtaining an understanding of controls management has in place to consider the reliability of the information from external infor-mation sources, and potentially testing the operating effectiveness of such controls.

De aard en omvang van de overweging door de accountant houdt reke-ning met de ingeschatte risico's op een afwijking van materieel belang op het niveau van beweringen:

waarvoor het gebruik van de externe informatie relevant is;

de mate waarin het gebruik van die informatie relevant is voor de re-denen voor de ingeschatte risico's van afwijkingen van materieel be-lang; en

de mogelijkheid dat de informatie uit de externe informatiebron moge-lijk niet betrouwbaar is (bijvoorbeeld of het afkomstig is van een ge-loofwaardige bron).

Op basis van de overweging door de accountant van de in alinea A33B beschreven aangelegenheden, kan de accountant bepalen dat een verder inzicht in de entiteit en haar omgeving, inclusief haar interne beheersing, nodig is, in overeenstemming met Standaard 315, of dat verdere contro-lewerkzaamheden, in overeenstemming met Standaard 33025 en Stan-daard 540 26, indien van toepassing, geschikt zijn in de gegeven omstan-digheden om in te spelen op de ingeschatte risico's op een afwijking van materieel belang in verband met het gebruik van informatie uit een exter-ne informatiebron. Dergelijke werkzaamheden kunnen omvatten:

een vergelijking maken van informatie verkregen uit de externe infor-matiebron met informatie verkregen van een alternatieve onafhanke-lijke informatiebron;

Consultatie Vertaling ISA TM 540 De controle van schattingen en toelichtingen daarop

Koninklijke NBA 116

Performing procedures to obtain information from the external infor-mation source to understand its processes, techniques, and assump-tions, for the purposes of identifying, understanding and, when relevant, testing the operating effectiveness of its controls.

25 ISA 330, paragraph 6

26 ISA 540 (Revised), paragraph 29

indien relevant voor het overwegen van het gebruik van een externe informatiebron door het management, het verwerven van inzicht in de interne beheersingsmaatregelen die het management heeft om de be-trouwbaarheid van de informatie uit externe informatiebronnen te overwegen en mogelijk toetsen van de operationele effectiviteit van dergelijke interne beheersingsmaatregelen;

werkzaamheden uitvoeren om informatie te verkrijgen van de externe informatiebron om de processen, technieken en veronderstellingen ervan te begrijpen, met als doel het identificeren, begrijpen en, indien relevant, toetsen van de effectieve werking van de interne beheer-singsmaatregelen.

25 Standaard 330, paragraaf 6. 26 Standaard 540, paragraaf 29.

A33f. In some situations, there may be only one provider of certain information, for example, information from a central bank or government, such as an infla-tion rate, or a single recognized industry body. In such cases, the auditor’s determination of the nature and extent of audit procedures that may be ap-propriate in the circumstances is influenced by the nature and credibility of the source of the information, the assessed risks of material misstatement to which that external information is relevant, and the degree to which the use of that information is relevant to the reasons for the assessed risk of materi-al misstatement. For example, when the information is from a credible au-thoritative source, the extent of the auditor’s further audit procedures may be less extensive, such as corroborating the information to the source’s website or published information. In other cases, if a source is not assessed as credible, , the auditor may determine that more extensive procedures are appropriate and, in the absence of any alternative independent information source against which to compare, may consider whether performing proce-dures to obtain information from the external information source, when prac-tical, is appropriate in order to obtain sufficient appropriate audit evidence.

In sommige situaties kan er slechts één aanbieder van bepaalde informa-tie zijn, bijvoorbeeld informatie van een centrale bank of overheid, zoals een inflatiepercentage of een enkele erkende sectororganisatie. In derge-lijke gevallen wordt de vaststelling door de accountant van de aard en omvang van controlewerkzaamheden die in de omstandigheden geschikt kunnen zijn, beïnvloed door de aard en de geloofwaardigheid van de bron van de informatie, de ingeschatte risico's op een afwijking van materieel belang waarvoor die externe informatie relevant is, en de mate waarin het gebruik van die informatie relevant is voor de redenen voor het ingeschat-te risico op een afwijking van materieel belang. Wanneer de informatie bijvoorbeeld afkomstig is van een geloofwaardige gezaghebbende bron, kan de omvang van de verdere controlewerkzaamheden van de accoun-tant minder uitgebreid zijn, zoals het bevestigen van de informatie op de website van de bron of gepubliceerde informatie. In andere gevallen, als een bron niet als geloofwaardig wordt beoordeeld, kan de accountant bepalen dat uitgebreidere werkzaamheden geschikt zijn en, bij afwezig-heid van een alternatieve onafhankelijke informatiebron waartegen kan worden vergeleken, overwegen of het uitvoeren van werkzaamheden om informatie te verkrijgen van de externe informatiebron, indien praktisch mogelijk, geschikt is om voldoende en geschikte controle-informatie te verkrijgen.

A33g. When the auditor does not have a sufficient basis with which to consider the Wanneer de accountant niet over een voldoende basis beschikt om de

Consultatie Vertaling ISA TM 540 De controle van schattingen en toelichtingen daarop

Koninklijke NBA 117

relevance and reliability of information from an external information source, the auditor may have a limitation on scope if sufficient appropriate audit evidence cannot be obtained through alternative procedures. Any imposed limitation on scope is evaluated in accordance with the requirements of ISA 705 (Revised). 27

27 ISA 705 (Revised), Modifications to the Opinion in the Independent Auditor’s Report, Para-

graph 13

relevantie en betrouwbaarheid van informatie uit een externe informatie-bron te overwegen, kan de accountant een beperking in de reikwijdte hebben indien voldoende en geschikte controle-informatie niet via alterna-tieve werkzaamheden kan worden verkregen. Elke opgelegde beperking van de reikwijdte wordt geëvalueerd in overeenstemming met de vereisten van ISA 705.27 27 Standaard 705, Aanpassingen in het oordeel van de controleverklaring van de onafhanke-

lijke accountant, paragraaf 13.

Reliability of Information Produced by a Management’s Expert (Ref: Para. 8) Betrouwbaarheid van informatie die afkomstig is van een door het ma-nagement ingeschakelde deskundige (Zie Par. 8)

… …

A35 When information to be used as audit evidence has been prepared using the work of a management’s expert, the requirement in paragraph 8 of this ISA applies. For example, an individual or organization may possess exper-tise in the application of models to estimate the fair value of securities for which there is no observable market. If the individual or organization applies that expertise in making an estimate which the entity uses in preparing its financial statements, the individual or organization is a management’s ex-pert and paragraph 8 applies. If, on the other hand, that individual or organi-zation merely provides price data regarding private transactions not other-wise available to the entity which the entity uses in its own estimation meth-ods, such information, if used as audit evidence, is subject to paragraph 7 of this ISA, but is being information from an external information source and not the use of a management’s expert by the entity.

Wanneer als controle-informatie te gebruiken informatie voortkomt uit het werk van een door het management ingeschakelde deskundige, is het vereiste in paragraaf 8 van deze Standaard van toepassing. Zo kan een persoon of organisatie beschikken over deskundigheid op het gebied van de toepassing van modellen voor het schatten van de reële waarde van effecten waarvoor geen waarneembare markt bestaat. Past de persoon of organisatie die deskundigheid toe bij het maken van een schatting die de entiteit bij de opstelling van haar financiële overzichten gebruikt, is de persoon of organisatie een door het management ingeschakelde deskun-dige en is paragraaf 8 van toepassing. Indien de persoon of organisatie echter alleen maar prijsgegevens verschaft over private transacties die anders niet voor de entiteit beschikbaar zijn en die de entiteit in haar eigen schattingsmethoden gebruikt, valt die informatie, indien ze als controle-informatie wordt gebruikt, onder paragraaf 7 van deze Standaard, zijnde informatie van een externe informatiebron en maar is dit niet hetzelfde als het gebruikmaken van een door het management ingeschakelde deskun-dige door de entiteit.

… …

Obtaining an Understanding of the Work of the Management’s Expert (Ref: Para. 8(b))

Het verwerven van inzicht in het werk van een door het management in-geschakelde deskundige (Zie Par. 8(b))

A44. An understanding of the work of the management’s expert includes an un-derstanding of the relevant field of expertise. An understanding of the rele-vant field of expertise may be obtained in conjunction with the auditor’s de-termination of whether the auditor has the expertise to evaluate the work of

Inzicht in het werk van de door het management ingeschakelde deskundi-ge omvat inzicht in het relevante deskundigheidsgebied. Inzicht in het relevante deskundigheidsgebied kan worden verkregen in samenhang met het bepalen door de accountant of de accountant de deskundigheid

Consultatie Vertaling ISA TM 540 De controle van schattingen en toelichtingen daarop

Koninklijke NBA 118

the management’s expert, or whether the auditor needs an auditor’s expert for this purpose.28

28 ISA 620, Using the Work of an Auditor’s Expert, paragraph 7

bezit om het werk van de door het management ingeschakelde deskundi-ge te evalueren, of dat de accountant hiervoor een door de accountant ingeschakelde deskundige nodig heeft28. 28 Standaard 620, Gebruikmaken van de werkzaamheden van een door de accountant

ingeschakelde deskundige, paragraaf 7.

… …

A48 Considerations when evaluating the appropriateness of the management’s expert’s work as audit evidence for the relevant assertion may include:

The relevance and reasonableness of that expert’s findings or conclu-sions, their consistency with other audit evidence, and whether they have been appropriately reflected in the financial statements;

If that expert’s work involves use of significant assumptions and meth-ods, the relevance and reasonableness of those assumptions and methods; and

If that expert’s work involves significant use of source data the rele-vance, completeness, and accuracy of that source data; and

If that expert’s work involves the use of information from an external information source, the relevance and reliability of that information.

Overwegingen bij het evalueren van de geschiktheid van het werk van een door het management ingeschakelde deskundige als controle-informatie voor de desbetreffende bewering kunnen omvatten:

de relevantie en redelijkheid van de bevindingen of conclusies van die deskundige, de consistentie ervan met andere controle-informatie en de vraag of ze op passende wijze in de financiële overzichten zijn weerspiegeld;

indien het werk van de deskundige het gebruik van significante veron-derstellingen en methoden inhoudt, de relevantie en redelijkheid van die veronderstellingen en methoden; en

indien het werk van die deskundige een significant gebruik van bron-gegevens inhoudt, de relevantie, volledigheid en nauwkeurigheid van die brongegevens; en

als het werk van die deskundige bestaat uit het gebruik van informatie uit een externe informatiebron, de relevantie en betrouwbaarheid van die informatie.

ISA 580, Written Representations Standaard 580, Schriftelijke bevestigingen Appendix 1 Bijlage 1 (Ref: Para. 2) (Zie Par 2)

List of ISAs Containing Requirements for Written Repre-sentations

Lijst van Standaarden die vereisten voor schriftelijke be-vestigingen bevatten

This appendix identifies paragraphs in other ISAs that require subject-matter specific written representations. The list is not a substitute for considering the requirements and related application and other explanatory material in ISAs.

ISA 240, The Auditor’s Responsibilities Relating to Fraud in an Audit of Financial Statements – paragraph 39

Deze bijlage vermeldt welke paragrafen van de andere Standaarden on-derwerp-specifieke schriftelijke bevestigingen vereisen. Deze opsomming is geen vervanging voor het in aanmerking nemen van de vereisten en de daarmee verband houdende toepassingsgerichte en overige verklarende teksten in de Standaarden.

Standaard 240, De verantwoordelijkheid van de accountant met be-

Consultatie Vertaling ISA TM 540 De controle van schattingen en toelichtingen daarop

Koninklijke NBA 119

ISA 250, Consideration of Laws and Regulations in an Audit of Financial Statements – paragraph 16

ISA 450, Evaluation of Misstatements Identified during the Audit – para-graph 14

ISA 501, Audit Evidence—Specific Considerations for Selected Items – paragraph 12

ISA 540 (Revised), Auditing Accounting Estimates, Including Fair Value Accounting Estimates, and Related Disclosures – paragraph 2237

ISA 550, Related Parties – paragraph 26

ISA 560, Subsequent Events – paragraph 9

ISA 570 (Revised), Going Concern – paragraph 16(e)

ISA 710, Comparative Information—Corresponding Figures and Com-parative Financial Statements – paragraph 9

ISA 720 (Revised), The Auditor’s Responsibilities Relating to Other Information – paragraph 13(c)

trekking tot fraude in het kader van een controle van financiële over-zichten – paragraaf 39;

Standaard 250, Het in aanmerking nemen van wet- en regelgeving bij een controle van financiële overzichten – paragraaf 16;

Standaard 450, Evaluatie van tijdens de controle geïdentificeerde afwijkingen – paragraaf 14;

Standaard 501, Controle-informatie - Specifieke overwegingen voor geselecteerde elementen - paragraaf 12;

Standaard 540 , De controle van schattingen, met inbegrip van schat-tingen van reële waarde, alsmede van en de toelichtingen daarop – paragraaf 2237;

Standaard 550, Verbonden partijen – paragraaf 26;

Standaard 560, Gebeurtenissen na de einddatum van de verslagperi-ode – paragraaf 9;

Standaard 570 , Continuïteit – paragraaf 16(e);

Standaard 710, Ter vergelijking opgenomen informatie– Overeen-komstige cijfers en vergelijkende financiële overzichten – paragraaf 9;

Standaard 720 , Het vormen van een oordeel en het rapporteren over financiële overzichten – paragraaf 13(c).

ISA 700 (Revised), Forming an Opinion and Reporting on Financial Statements

Standaard 700, Het vormen van een oordeel en het rap-porteren over financiële overzichten

Requirements Vereisten

… …

Forming an Opinion on the Financial Statements Het vormen van een oordeel over de financiële overzichten

13. In particular, the auditor shall evaluate whether, in view of the requirements of the applicable financial reporting framework: a. The financial statements appropriately disclose the significant account-

ing policies selected and applied. In making this evaluation, the auditor shall consider the relevance of the accounting policies to the entity, and whether they have been presented in an understandable manner; (Ref: Para. A4)

b. The accounting policies selected and applied are consistent with the applicable financial reporting framework and are appropriate;

c. The accounting estimates and related disclosures made by manage-ment are reasonable;

In het bijzonder dient de accountant te evalueren of, in het licht van de vereisten gesteld door het van toepassing zijnde stelsel inzake financiële verslaggeving: a. de financiële overzichten op passende wijze informatie verschaffen

over de belangrijke geselecteerde en toegepaste grondslagen voor fi-nanciële verslaggeving. Bij het maken van deze evaluatie dient de ac-countant de relevantie van de grondslagen voor financiële verslagge-ving van de entiteit in aanmerking te nemen, en of ze zijn gepresen-teerd op een begrijpelijke manier; (Zie Par. A4)

b. de geselecteerde en toegepaste grondslagen voor financiële verslag-geving consistent zijn met het van toepassing zijnde stelsel inzake fi-

Consultatie Vertaling ISA TM 540 De controle van schattingen en toelichtingen daarop

Koninklijke NBA 120

d. The information presented in the financial statements is relevant, relia-ble, comparable, and understandable. In making this evaluation, the au-ditor shall consider whether:

The information that should have been included has been included, and whether such information is appropriately classified, aggregat-ed or disaggregated, and characterized.

The overall presentation of the financial statements has been un-dermined by including information that is not relevant or that ob-scures a proper understanding of the matters disclosed. (Ref: Para. A5)

e. The financial statements provide adequate disclosures to enable the intended users to understand the effect of material transactions and events on the information conveyed in the financial statements; and (Ref: Para. A6)

f. The terminology used in the financial statements, including the title of each financial statement, is appropriate.

nanciële verslaggeving, en passend zijn; c. de door het management gemaakte schattingen en toelichtingen

daarop redelijk zijn; d. de in de financiële overzichten gepresenteerde informatie relevant,

betrouwbaar, vergelijkbaar en begrijpelijk is. Bij het maken van deze evaluatie zal de accountant overwegen of;

de informatie die had moeten worden opgenomen is opgenomen en of deze informatie op de juiste wijze is geclassificeerd, samen-gevoegd of uitgesplitst, en gekenmerkt;

de algehele presentatie van de financiële overzichten is onder-mijnd door het opnemen van informatie die niet relevant is of die een goed begrip van de toegelichte aangelegenheden verhult. (Zie Par. A5)

e. de financiële overzichten adequate toelichtingen verschaffen om de beoogde gebruikers in staat te stellen het effect van transacties en gebeurtenissen van materieel belang op de in de financiële overzich-ten bekendgemaakte informatie te begrijpen; en (Zie Par. A6)

f. de in de financiële overzichten gebruikte terminologie, met inbegrip van de titel van elk financieel overzicht, passend is.

ISA 701, Communicating Key Audit Matters in the Inde-pendent Auditor’s Report

Standaard 701, Het communiceren van kernpunten van de controle in de controleverklaring van de onafhankelijk accountant

Requirements Vereisten

… …

Determining Key Audit Matters Het bepalen van kernpunten van de controle

9. The auditor shall determine, from the matters communicated with those charged with governance, those matters that required significant auditor attention in performing the audit. In making this determination, the auditor shall take into account the following: (Ref: Para. A9–A18) a. Areas of higher assessed risk of material misstatement, or significant

risks identified in accordance with ISA 315 (Revised). (Ref: Para. A19–A22)

b. Significant auditor judgments relating to areas in the financial state-ments that involved significant management judgment, including ac-counting estimates that have are subject to been identified as having a

De accountant dient uit de aangelegenheden die aan de met governance belaste personen zijn gecommuniceerd, die aangelegenheden te bepalen die van de accountant significante aandacht vereisten bij het uitvoeren van de controle. Bij deze bepaling dient de accountant rekening te houden met het volgende: (Zie Par. A9, A10, A11, A12, A13, A14, A15, A16, A17 en A18) a. gebieden met een hoger risico op een afwijking van materieel belang

of significante risico’s geïdentificeerd overeenkomstig Standaard 315; (Zie Par. A19, A20, A21 en A22)

b. significante oordeelsvormingen met betrekking tot gebieden in de

Consultatie Vertaling ISA TM 540 De controle van schattingen en toelichtingen daarop

Koninklijke NBA 121

high degree of estimation uncertainty. (Ref: Para. A23–A24) c. The effect on the audit of significant events or transactions that occurred

during the period. (Ref: Para. A25–A26)

financiële overzichten die significante oordeelsvorming van het ma-nagement betreffen, met inbegrip van schattingen met die onderhevig zijn aan een hoge mate van schattingsonzekerheid; (Zie Par. A23 en A24)

c. het effect op de controle van significante gebeurtenissen of transac-ties die zich tijdens de verslagperiode hebben voorgedaan. (Zie Par. A25 en A26)

… …

Application and Other Explanatory Material Toepassingsgerichte en overige verklarende teksten

Significant Auditor Judgments Relating to Areas in the Financial Statements that Involved Significant Management Judgment, Including Accounting Es-timates that Have Been Identified as Having are Subject to a High Degree of Estimation Uncertainty (Ref: Para. 9(b))

Significante oordeelsvormingen van de accountant met betrekking tot gebieden in de financiële overzichten die significante oordeelsvorming van het management betroffen, inclusief schattingen met die onderhevig zijn aan een hoge mate van schattingsonzekerheid (Zie Par. 9(b))

A24. However, users of the financial statements have highlighted their interest in accounting estimates that have are subject to a been identified as having high degree of estimation uncertainty (see in accordance with ISA 540 (Re-vised)35) that may have not been determined to be significant risks. Among other things, such estimates are highly dependent on management judg-ment and are often the most complex areas of the financial statements, and may require the involvement of both a management’s expert and an audi-tor’s expert. Users have also highlighted that accounting policies that have a significant effect on the financial statements (and significant changes to those policies) are relevant to their understanding of the financial state-ments, especially in circumstances where an entity’s practices are not con-sistent with others in its industry. 35 See paragraphs 150–11 of ISA 540 (Revised), Auditing Accounting Estimates, Including Fair

Value Accounting Estimates, and Related Disclosures.

Gebruikers van de financiële overzichten hebben echter hun interesse in schattingen met die onderhevig zijn aan een hoge mate van schattingson-zekerheid benadrukt (overeenkomstig zie Standaard 540 35) waarvan niet is bepaald dat deze significante risico’s zijn. Onder andere zijn dergelijke schattingen sterk afhankelijk van de oordeelsvorming van het manage-ment en betreffen vaak de meest complexe gebieden van de financiële overzichten en kunnen de betrokkenheid vereisen van zowel een door het management als door de accountant ingeschakelde deskundige. Gebrui-kers hebben tevens aangegeven dat grondslagen voor financiële verslag-geving die een significant effect hebben op de financiële overzichten (en significante wijzigingen van die grondslagen) relevant zijn voor hun begrip van de financiële overzichten, in het bijzonder waar de praktijken van een entiteit niet consistent zijn met anderen binnen de sector. 35 Zie paragraafen 15 10 en 11 van Standaard 540, De controle van schattingen met inbe-

grip van schattingen van reële waarde, alsmede van en de toelichtingen daarop.

Standaard 540

Koninklijke NBA 122

International Standards on Auditing, International Standards on Assurance Engagements, Interna-tional Standards on Review Engagements, International Standards on Related Services, International Standards on Quality Control, International Auditing Practice Notes, consultatieversies, discussieno-ta’s en andere IAASB publicaties zijn uitgegeven door IFAC en vallen onder copyright van IFAC. De IAASB en IFAC aanvaarden geen aansprakelijkheid voor schade veroorzaakt door een persoon die handelt of nalaat te handelen vertrouwend op het materiaal in deze publicatie, ongeacht of een dergelijke schade wordt veroorzaakt door nalatigheid of anderszins. De ‘International Auditing and Assurance Standards Board’, ‘International Standards on Auditing’, ‘International Standards on Assurance Engagements’, ‘International Standards on Review Engage-ments’, ‘International Standards on Related Services’, ‘International Standards on Quality Control’, ‘International Auditing Practice Notes’, ‘International Federation of Accountants’, ‘IAASB’, ‘ISA’, ‘ISAE’, ‘ISRE’ ‘ISRS’, ‘ISQC’, ‘IAPN’, ‘IFAC’, het IAASB logo, en het IFAC logo zijn handelsmerken van IFAC, of gedeponeerde handelsmerken en servicemerken van IFAC in de Verenigde Staten en andere landen. Copyright © Oktober 2018 door de International Federation of Accountants (IFAC). Alle rechten voor-behouden. Schriftelijke toestemming van IFAC is nodig om dit document te reproduceren, op te slaan of te verzenden, of op andere soortgelijke wijze hiervan gebruik te maken. Neem contact op via [email protected] ISBN: 978-1-60815-377-0