Sociological approach:• Looking at groups of spectators• Looking at types of performances• Explain theatre visits in terms of

background variable such as: – Education, cultural knowledge– Age– Status (profession, profession of parents,

etc.)– Cultural background (foreigners < >

indigenous)– Etc.

Zweers en Welters

Toneel en Publiek in Nederland

Boekmanstichting, 1970

- Beschrijving van het publiek en soorten voorstellingen

Maas, Verhoeff en Ganzeboom

Podiumkunsten en Publiek.

Ministerie van WVC, 1990

- Relaties tussen uitvoeringen en publiek verklaard adhv model

Van Wel, e.a.

Jongeren over Kunst en Cultuur.

SWP, 1994

- Cultuurdeelname van allochtone en autochtone jongeren

Knulst

Podia in een tijdperk van afstandsbediening.

SCP, 1995

- Concurrentie media en podiumkunsten (theater vs televisie)

Sociological approach3 questions:

• Who go to the theatre ?• Why do they go to the theatre ? • How do they evaluate their visit ?

In demographic terms– Who = age, education, profession– Why = cultural knowledge, theatre visits of

friends – Evaluation = frequency of theatre visits

Maas, Verhoeff en Ganzeboom

Podiumkunsten en Publiek.

Ministerie van WVC, 1990

- Relaties tussen uitvoeringen en publiek verklaard adhv model

Information processing -capacity / Cultural competence

PERFORMANCE VISITOR

Social network

Money budget

Time budget

Complexity

Conventionality

Financial costs

Time demands

(Naar: Maas, Verhoef & Ganzeboom, 1990)

Theatregoing

• Subscriptions

• Festivals

• Loose tickets

• Children’s theatre

• School - CKV (cultural and artistic education)

Criticism/reflection

• Newspapers (diminishing space)• Television (informative)• Journal - THEATERMAKER• Internet - Moose, Lucifer• NEDERLAND THEATERLAND (schools)• Theatre Institute Netherlands (theatre

museum)• Discussions (festivals)

Trends (last 10-15 years)

• CKV (cultural and artistic education, high schools)

• Cabaret (standup comedians)

• Musicals (Joop van den Ende)

• Childrens theatre

• ‘Het toneel speelt’ (classical, old fashioned)

• Werkplaatsen (production houses)